DEgTEM
STAATSSECRETARIS
GINJAAR-MAAS EN
DE BASISVORMING
N
EST
BOB
ACHTE
M
VOND
BL
JACHT N
LEV
ell Ginjaar-Maas (WD) is sinds
het aantreden van het kabinet-Lubbers-l staatssecre
taris van Onderwijs. Het beleidsterrein van Ginjaar-
Maas, van origine lerares scheikunde, bestrijkt onder
meer het basis- en voortgezet onderwijs. De cam
pagne 'Kies Exact', waarin leerlingen in het voortgezet
onderwijs werden opgeroepen vooral een of meerdere
exact® vakken in hun eindexamen pakket op te nemen,
was het geesteskind van de staatssecretaris. En ver
der is Ginjaar-Maas, samen met minister Deetman,
verantwoordelijk voor de Wet op de Basisvorming, die
onder meer beoogt de eerste fase van het voortgezet
onderwijs opnieuw in te richten. Het is een wetsvoor
stel waarop veel commentaar is geleverd, ook in de
Tweede Kamer. Toch verwacht Ginjaar-Maas dat de
Kamer, ondanks die kritiek, uiteindelijk akkoord zal
gaan met de plannen. „Los van alle kritiek en com
mentaren klinkt het toch steeds door: 'Akkoord, nu
moet het dan maar'".
Bewijs
Basisvorming
Snel
Forse kritiek
Niet mis
ZATERDAG
29 OKTOBER 1988
Leidraad
Stimuleren
Mythologie
schijnsel dat sorr
de agressie van
van ons zelf wel
ben we al dan nie
teren meegedaar
dupe? Wie zijn de
in de klas? Wat z
nomeen? Wat ku
ding eraan doen
Bob van der Me
onlangs verscher
een uitgave van
te Den Bosch en
Frustratie
W EE K E
D1
Door Ad Burger
Eén ding wil Nell Ginjaar-Maas duide
lijk hebben: ze is er absoluut geen voor-
staader van dat alle leerlingen in het
voortgezet onderwijs een examenpakket
met louter exacte vakken kiezen. „Dat is
even cultuurbarbaristisch als een vak
kenpakket waar geen exact vak in zit",
vindt ze. Waar het haar om gaat, is dat
jongeren - en dan vooral meisjes - een of
meerdere exacte vakken kiezen. „Omdat
dat geed is voor de algemene vorming en
de beroepsvoorbereiding. En omdat jon
geren die geen exact vak kiezen, op vijf-
tien- öf zestienjarige leeftijd de weg naar
heel veel vervolgopleidingen afsnijden".
Staatssecretaris Ginjaar-Maas maakte
de afgelopen anderhalf jaar furore met
de campagne 'Kies exact, kies een toe
komst met perspectief. Vanaf abri's,
bussen, treinen en aanplakborden wer
den scholieren in het voortgezet onder
wijs via flitsende foto's en wervende tek
sten opgeroepen om (meer) exacte vak
ken in het einéexamenpakket op te ne
men. De campagne slaat, onder leerlin
gen althans, aan. Uit recente opiniepei
lingen blijkt inderdaad dat meer jonge
ren, onder wie inderdaad flink wat meis
jes, exacte vakken in hun eindexamen
pakket opnemen.
In bepaalde kringen van het voortge
zet onderwijs is men veel minder te spre
ken over de campagne. „Eenzijdig" en
„betuttelend" zijn nog de gunstigste
kwalificaties. De leraren in de maat
schappij-vakken (aardrijkskunde, ge
schiedenis) besloten onlangs zelfs tot een
tegen-actie. Onder het motto „Kies even
wichtig" roepen zij sinds enige tijd hun
leerlingen op om de boodschap van de
staatssecretaris te laten voor wat ze is.
De staatssecretaris ziet in die actie een
tweede bewijs dat haar campagne is aan
geslagen. „Dat onderstreept natuurlijk
het succes van mijn campagne. Want
iedereen is ervan overtuigd dat de aan
pak van Kies Exact kennelijk een aan
pak is die goed is. Dus ik ben daar zeer
tevreden over".
De tegen-actie van de leraren in de
maatschappij-vakken berust volgens de
staatssecretaris echter wel op een, klaar
blijkelijk nogal diepgeworteld, misver
stand. „Namelijk dat deze staatssecreta
ris ernaar streeft om leerlingen een eind
examenpakket te laten kiezen waarin uit
sluitend exacte vakken voorkomen. Het
misverstand is: Nell Ginjaar wil aard
rijkskunde en geschiedenis en de kunst
vakken op de mesthoop gooien, want die
is pas tevreden als iedereen alleen maar
exacte vakken neemt. Wie mij kent, die
weet dat ik daar niet naar streef. Waar ik
naar streef, zijn brede paketten die veel
zijdig zijn".
En het mag vreemd klinken, juist
daarom is het nodig dat de campagne
'Kies Exact' gevoerd wordt. Een smal
pakket, zonder een enkel exact vak, biedt
volgens Ginjaar-Maas een onvoldoende
bijdrage aan de algemene vorming en be
roepsvoorbereiding en het verkleint de
keuze van de vervolgopleiding aanzien
lijk.
Staatssecretaris Ginjaar-Maas mag het
laatste anderhalf jaar dan vooral de pu
bliciteit gehaald hebben met haar 'Kies
Exact'-campagne, voor de toekomst van
het Nederlandse onderwijsbestel is de
behandeling van de Wet op de Basisvor
ming veel belangrijker. Die wet regelt
onder meer eindtermen voor het basis
onderwijs en de invulling van de eerste
fase van het voortgezet onderwijs.
De wet beoogt leerlingen tussen 4 en
15 of 16 jaar een aaneengesloten, gede
gen basisvorming te geven. In het voort
gezet onderwijs omvat de basisvorming
een vast pakket van veertien vakken
(zo'n beetje de vakken die nu ook al ver
plicht zijn in de onderbouw, aangevuld
met techniek, economie en informatica),
die op twee minimumniveaus kunnen
worden gevolgd: een lbo-C-niveau (ook
wel het streefniveau genoemd) en een
mavo-D-niveau. Die vakken nemen
tachtig procent van de beschikbare les
ruimte in, twintig procent mogen scho
len naar eigen inzicht invullen. Na de
basisvorming wordt examen afgenomen,
aan de hand waarvan bekeken wordt
naar welke onderwijssoort in de boven
bouw leerlingen kunnen doorstromen.
Het grote verschil met de revolutio
naire Middenschool van oud-PvdA-mi-
nister Van Kemenade: bij de basisvor
ming blijven de huidige schooltypen ge
handhaafd, waar de Middenschool uit
ging van een verandering van de struc
tuur van de eerste fase van het voortge
zet onderwijs. Dat die Middenschool er
uiteindelijk niet kwam, lag niet in de
laatste plaats aan de tegenstand van de
Tweede Kamerfractie van de WD,
waarvan Nell Ginjaar-Maas destijds de
oaderwijsspecialist was.
De Middenschool mag er nooit gekomen
zijn, de basisvorming moet wel worden
ingevoerd, vindt de staatssecretaris. De
„Ik heb de Indruk dat de meeste betrokkenen, ook In het onderwijs, op dit moment schoon genoeg hebben van die discus
sie". - FOTO PERRY HOKKE
'Het onderwijs heeft
behoefte aan rust'
bedoeling is dat de Wet op de Basisvor
ming nog deze kabinetsperiode door het
parlement wordt behandeld en aan
vaard, waarna de basisvorming, gefa
seerd en voorzichtig, in 10 jaar in het
hele voortgezet onderwijs moet worden
ingevoerd. En Ginjaar-Maas, samen met
Deetman verantwoordelijk voor het
wetsvoorstel, is van plan de wet zo snel
als verantwoord is, door de beide Ka
mers te loodsen. Niet alleen omdat dat
in het Regeerakkoord vastligt, maar ook
omdat dat hard nodig is voor de rust in
het onderwijs.
De inkt van de Mammoetwet was
nauwelijks droog, of er verschenen al
plannen voor weer een nieuwe structuur
voor de eerste fase van het voortgezet
onderwijs. Na de Middenschool van Van
Kemenade sneuvelde ook het voortgezet
basisonderwijs (vbao) van diens opvol
ger Pais (WD). Rust en duidelijkheid is
daarom nu geboden, vindt de staatsse
cretaris. „We moeten primair een eind
maken aan die gigantische onzekerheid
in het onderwijs. En die behoefte leeft
niet alleen bij ons, maar ook in de poli
tiek en de onderwijswereld. Los van alle
kritiek en commentaren klinkt het tóch
steeds door: 'Akkoord, nu moet het dan
maar'", beziet de staatssecretaris de kan
sen voor de basisvorming.
De kritiek is echter fors. Kritiek van po
litieke partijen, die vinden dat de basis
vorming niet genoeg (PvdA) of juist te
veel (Gmjaars eigen WD) nivelleert.
(De staatssecretaris bestrijdt overigens
dat de WD kritisch staat tegenover in
voering van de basisvorming: „Er zijn
regionale partijbijeenkomsten geweest.
Niets wijst erop dat de WD niet voor
een spoedige invoering is, uiteraard na
een goede parlementaire discussie"). Van
onderwijsorganisaties die vrezen dat de
wet niet is in te voeren als daarvoor geen
extra geld wordt uitgetrokken. Van pres
siegroepen die in de basisvorming geen
plaats zien ingeruimd voor het belang
dat zij verdedigen. Van werkgeversorga
nisaties die vrezen dat het lager beroeps
onderwijs nog verder in de verdrukking
komt. En van onderwijsvernieuwers die
van mening zijn dat de basisvorming de
structuur van het voortgezet onderwijs
teveel overeind houdt.
De pijn lijkt hem vooral te zitten aan
de 'onderkant' en de 'bovenkant' van het
voortgezet onderwijs, bij het lager be
roepsonderwijs (lbo) enerzijds en het
voorbereidend wetenschappelijk onder
wijs (vwo) anderzijds. De klacht van het
lbo is vooral dat het beoogde minimum
streefniveau voor veel lbo-leerlingen te
hoog gegrepen zal zijn. Bovendien is het
bekend dat lbo-leerlingen slecht uit de
voeten kunnen met de echte leervakken
(cognitieve vakken, heet dat in onder-
wijsjargon). Lbo'ers houden, letterlijk,
niet van stilzitten. Moeten ze dat wel,
dan verliezen ze hun interesse en, lang
zaam maar zeker, de animo om naar
school te gaan. En dat zou de toch al niet
sterke positie van het lbo nog verder ver
zwakken.
Staatssecretaris Ginjaar-Maas erkent dat
het streefniveau voor de gemiddelde lbo-
student „niet mis" is. En met die weten
schap in het achterhoofd wil ze de zoge
naamde combi-variant, invoeren: lbo-
leerlingen kunnen na twee jaar de basis
vorming combineren met praktisch ge
richte, beroepsvoorbereidende vakken.
Daarnaast wü ze lbo-leerlingen onthef
fing geven van één vak in de basisvor
ming, in de praktijk waarschijnlijk vaak
de tweede moderne taal. En voor leerlin
gen die nu op het individueel beroepson
derwijs (ibo) zijn aangewezen, komt een
geheel eigen regeling.
Aan de andere kant wordt de staatsse
cretaris geconfronteerd met klachten uit
het vwo, waar men de basisvorming van
drie jaar veel te lang vindt duren. Gin
jaar-Maas plaatst daar een kanttekening
bij: de modale atheneum- of gymna
siumleerling kan in principe in twee jaar
de basisvorming op het hoge niveau af
ronden. De vwo-leerling resteert dan nog
één jaar voordat hij kan doorstromen
naar de bovenbouw. De staatssecretaris
wil de scholen bij de invulling van dat
ene jaar een aanzienlijke vrijheid geven,
ze hoeven zich niet meer te houden aan
de vakken voor de basisvorming. Gin. L
jaar-Maas: „Dat zou ook wat onzinnjo
zijn. Als iemand in twee jaar tijd in eejl
bepaald het vak het beoogde hoge niveau
kan halen, moet je hem of haar niet ver-F
plichten het "derde jaar nog eens
zelfde vak te volgen".
Het lijkt ook meteen een op
voor de jammerklacht van met name del
categorale gymnasia, die de positie va»
de klassieken en de derde moderne
in het gedrang zagen komen. De lestijd
voor die vakken moet de eerste twee jaar I
van de basisvorming geput worden uit de I
twintig procent vrije ruimte. Na heil
tweede jaar is er dan, in de ogen van de
staatssecretaris, kans voor een „inhaal-1
manoeuvre".
Ginjaar-Maas blijkt trouwens toch niet
zo te hechten aan de door de Weten
schappelijke Raad voor het Regeringsbe-1
leid ontworpen lessentabel, waarin
het uur af wordt aangegeven hoeveel tijd
aan een bepaald vak besteed moet wor- j
den. De komende jaren, wanneer
scholen voorzichtjes beginnen met de in-1
voering van de basisvorming, dient de
tabel voornamelijk als leidraad, „omdat I
je niet van de ene dag op de andere dejl
basisvorming zomaar rigoreus kunt in.
voeren".
En over tien jaar, wanneer de basis-1
vorming over de gehele breedte van het
voortgezet onderwijs moet zijn
voerd, kan het zo zijn dat er geen
tabel meer wordt voorgeschreven. De!
staatssecretaris: „Ik kan me voorstellen i
dat we de scholen dan voorschrijven dat j
ze een basisvorming met veertien vakken
met concrete eindtermen moeten aanbie- j
den, maar dat we ze redelijk vrij laten in ij
de manier waarop ze dat doen. Dat zon
tenslotte goed passen in ons streven naar j
deregulering in het onderwijs".
De vraag is wat er dan nog over is van
het oorspronkelijke idee achter de basis- j
vorming. Ginjaar-Maas verwacht inj
ieder geval dat de doorstroming van leer-
lingen beter zal gaan. „Iemand die
het platteland naar een categoraal ma-
vo'tje gaat en daar na drie jaar met
mak in de vereiste negen vakken het!
hoogste niveau van de basisvorming;
haalt, zal voortaan inderdaad kunnen!
doorstromen naar havo of vwo.Afstro-
mers', leerlingen die de route vwo-havo-
mavo afleggen, zijn er genoeg. Alleen
'opstromers', leerlingen dte die route in
omgekeerde volgorde afleggen, zijn er zo
weinig.
Doorstroming van bijvoorbeeld mavo
naar havo of, en dat ziet Ginjaar-Maas
nog liever, van lbo naar mavo is het
in praktijk te brengen op brede scholen-1
gemeenschappen die de hele waaier aan
onderwijssoorten aanbieden. De staats
secretaris is van plan om de vorming van
lbo/avo-scholengemeenschappen te sti
muleren door hen een gunstiger bekosti l
ging in het vooruitzicht te stellen. Maar]
ze zal niet, zoals bijvoorbeeld in het mid
delbaar beroepsonderwijs gebeurt, scho-j
len door het trekken van een opheffing-
grens tot fusie dwingen.
De staatssecretaris is op dat punt doo;
schade en schande wijs geworden. Tij
dens het kabinet Lubbers-I lanceerde ze j
het plan om kleine en middelgrote scho-t
len tot samenwerking te brengen doorl
een opheffingsnorm van 60 leerlinge»!
(was 30) per schoolsoort per leerjaar in I
het leven te roepen.
De poging van Ginjaar-Maas liep, zo-]
als ze het nu zelf omschrijft, „uit op een;
jammerlijke mislukking". Het onderwijs
en de politiek torpedeerden, vanwege re-]
gionale belangen, „na een zware en in-i
grijpende discussie" het voornemen van]
de staatssecretaris. En, zo zegt ze nu: „Ik I
ben niet van plan, ik peins er niet over
diezelfde discussie nu opnieuw te
voeren".
Geen discussie over gedwongen scho
lenfusies, netzomin als er volgens Gin
jaar-Maas binnen afzienbare termijn eet
nieuwe discussie zal beginnen over de
structuur van het voortgezet onderwijs.
De vraag of er, na de inhoudelijke veran-1
deringen van de basisvorming, ook een
structuurverandering la Middenschool]
moet komen, zal voor enige tijd niet]
meer gesteld worden, is de vaste overtui
ging van de staatssecretaris. „Ik heb de]
indruk dat de meeste betrokkenen, ook]
in het onderwijs, op dit moment schoon
genoeg hebben van die discussie. En ik
verwacht niet dat die discussie in de 1
binetsperiode na Lubbers-II opnieuw i
oplaaien. Wie er dan ook met wie rege-1
ren zal".
WT
%/rkf *e was Mj? ®en
W W kleinzoon van
T T koningin Victo
ria of een 'Mister Nobody'?
Signalementen genoeg. Een po
pulaire, ranzige krant had het
over 'een gevaarlijke snood
aard, een verdoemeling, half
mens en half beest' die door de
straten zwierf 'met een afschu
welijke grijns en kwaadaardige
ogen en met een vlijmscherp
mes, waarmee hij de ongel ukki-
gen in een wurggreep hield van
angst en afschuw'.
Jack the Ripper is de mytho
logie binnengetreden in een
waas van geheimzinnigheid. Hij
deed zijn bloedig werk precies
een eeuw geleden, in een afgrij
selijke moordcyckis, waarvan
een half dozijn vTouwen het
slachtoffer werd. De moorden
hielden even plotseling op als
ze begonnen waren na de slach
ting van de mooie Mary Kelly
op 9 november 1888. Het raad
sel van de Ripper is nooit opge
lost en pogingen om de schim
van de Ripper een identiteit te
geven blijken tot op de dag van
vandaag een populair tijdver
drijf. Aan 'Riiperologie' heeft
menigeen al een aardige stuiver
verdiend.
Honderd jaar geleden be
schreef een 'getuige' de Ripper
al in aanzienlijk detail: hij was
1.65 meter lang, 34 of 35 jaar
oud en hij was donker van
uiterlijk. Hij droeg een donkere
snor, die aan de punten was op
gedraaid en een lange, zwarte
jas met witte kraag en een
zwarte das, die versierd was
met een speld in hoefijzervorm.
'Het zal wel een buitenlander
geweest zijn', zo verklaarde de
getuige, die zich niet kon voor
stellen dat een engelsman tot
dergelijke wreedheden in staat
was. In het 'zwarte museum'
van Scotland Yard vindt men
een eindeloze lijst verdachten.
De Ripper was een Australiër.
De Ripper was een spion in
dienst van de sinistere Russi
sche monnik Raspoetin.
Hij was een Amerikaan met
een kostbare verzameling chi
rurgische instrumenten. Hij
was een waanzinnige slagersge
zel uit Wenen, die zich had ge
specialiseerd in de vervaardi
ging van saucijzen. Het bloedig
moordenaarswerk zou zijn ver
richt door een kannibaal op
sneeuwschoenen. Een getrainde
mensaap zou het onheil hebben
gewrocht, volgens een scnena-
rio dat van Edgar Allan Poe
had kunnen zijn. De moorde
naar was een vrouw. Neen, het
was de Duke of Clarence,
kleinzoon van koningin Victo
ria. Welnee, het was een beoe
fenaar van de zwarte kunst.
Een dolgeworden kunstschilder
had het gedaan. Een homo-
poeet. De dader was premier
William Gladstone. Een Ame
rikaanse acteur was het, die ten
tijde van de moorden schitterde
in de toneelversie van dr. Jekyll
en mr. Hyde. Het was een cor
rupt advocaat die zich uit wroe
ging verzoop in de Theems.
Een Noors zeeman.
Op de dag na de Ameri
kaanse presidentsverkiezingen
is het exact honderd jaar gele
den dat Mary Kelly, het laatste
slachtoffer van Jack the Rip
per, stierf. Hij nam haar hart
mee, god weet waar heen. Tij
dens het nu aflopende Ripper
jaar hebben ongetelde duizen
den pelgrims de onheilige
plaatsen bezocht waar Polly,
Ann, Liz, Kate en Mary zijn
gevallen. Er wordt goud ver
diend aan toeristen in de pub
'Ten Bells', waar de verworpe
nen der aarde in de Victo
riaanse tijd troost kwamen zoe
ken en hun verkleumde botten
verwarmden. De Ripper is be
zongen in opera, film, theater,
musical en boekerijen. Kinde
ren scanderen zijn gevreesde
bijnaam bij het touwtjesprin
gen op straat, ook nu nog. Er is
dit jaar een flinke stapel Rip-
perboeken bijgekomen, als
mede een tv-stuk, dat beloofde
de echte dader te onthullen,
maar die belofte niet kon waar
maken. Ripperologie is een in
dustrie geworden, zoals er ook
een lugubere nijverheid is gaan
groeien op de raadsels rond de
moord op John F. Kennedy,
vijf en twintig jaar geleden
Ook hier verdwijnt de waarheid
in de mist. Was het Corsicaans
addergebroed? Was het Lee
Harvey Oswald, Mister Nobo
dy? Het drama van Dallas g
dezelfde kant op als het myste-1
tie van Jack the Ripper. Het
wordt verplaatst van de ge
schiedenis naar de mythologie.
Door Paul Merk
Bob van der Meer laat in a
zondebokken en ex-zondi
het woord. Het relaas van
gen is ronduit schokkend. F
gedeelte uit het dagboek vt
uit de tweede klas van het
Hij liet zijn dagboek aan zi
zen, waarna zij de schoollei
er iets aan te doen.
In de pauze was de ijsman er
ijsje van 50 cent. Daarna zoc
ren op (stom van me). Ik k
gezeur van „Mag ik een ha
toen maar naar binnen. Eers
Rogier aangehouden die een
ijsje nam. Paulien gooide di
lol mijn tas om.
Toen de tekenles was afgek
tegen mij: „Jij wacht straks
Toen ik mijn jas had gepi
hem en Rogier tegen. Zij hi
en eisten een kauwgom. Ik
rende naar de bushalte.
Op het station pakte Paulien
nelies hield mij vast aan mijt,,
haar nagels in mijn pols. Pai
de tas. Ik kon Annelies van
pakken, maar kreeg gelijk
mijn scheenbeen. Even later
matisch die rottranen.
In de trein zat ik alleen:
was zogenaamd geen plek m
senstalling gebeurde er dit kt
In de kleine pauze had Die,
opmerking tegen mij. Hij
maar beter zelfmoord plegt
toch niemand die je belangt
de grote pauze werd ik als
gejaagd Ik ging maar erge
ten. De anderen kwamen da
toe. Ik werd weer weggejaaj
nu staan. Na een kwartier
een boek en smijt dat weg.
richting ga jij ook uit".
Het verhaal van de gedup
laat zien dat de zondebok
die af en toe gepest wordt
van een systematische, ii
handeling'. Van der Meer
verschijnsel als „vijandig
een onschuldig en hulpekx
wanneer en omdat de ei
van frustratie niet aanwe
welke reden dan ook nie
kan worden".
Het vijandige gedrag ten
een zondebok komt dus ni
mm et dc
een compleet skelet vs
sauriër bij de plaats L
Chinese provincie Yun
recte grensgebied ten t
Vietnam, heeft de Vc
China meer dan een pi
"3 de wereldwijde dino-j