4Milde ontmaskering van een verleden9
Wanhoop en spanning in Burkina Faso
Soetendorp tussen hoop en vrees over Israël
MARIJKE VAN HOOFF UIT HOEYEN SCHREEF 'BLOEDARMOEDE'
Verval Splendid Hotel
beklemmend beschreven
Onze
Spijbt
Eten is
Umberto Eco maakt het
critici erg moeilijk
DE STEM BOEKENGIDS ZATERDAG 22 OKTOBER 1988
VERRASSENDE NIEUWE ROMAN VAN JAN BROKKEN
Zoektocht
Schrijnend
HOEVEN-„Met mede
dogen - niet met mede
lijden - kijk ik in mijn
boek 'Bloedarmoede'
terug op het leven van
een meisje dat vrouw
werd".
Bedreiged
Balans
RABBUN ZOEKT UITWEG IN JUBELJAAR 1995
Ongemakkelijk
Bevrijding
NA ACHT JAAR NIEUW BOEK
Oude boeken
Suske en Wisl
one
G2
Door Paul Merkx
Speelde de eerste roman
van Jan Brokken, 'De Pro
vincie', zich af in een Zuid
hollandse dorpsgemeen
schap, in zijn nieuwe roman
'Zaza en de president'
waagt de hoofdpersoon zich
heel wat verder van huis.
Hij raakt verzeild in West-
Afrika. Daar, ingesnooerd
tussen de Sahara en de sa
vannen, ligt Burkina Faso.
Dat is de nieuwe naam voor
Boven-Volta, een voorma
lige kolonie van Frankrijk.
Burkina Faso behoort tot de
armste landen van de we
reld.
Voor de hoofdpersoon, een
jonge schrijver, is Afrika een
duister continent en hij heeft
helemaal geen zin daar veran
dering in te brengen. Zijn
vrouw Marie-Elsa, vaker Zaza
genoemd, is alleen naar Bur
kina Faso gereisd om daar voor
de Unesco enkele maanden een
bijscholingscursus te geven.
Plotseling krijgt de schrijver
echter een alarmerend tele
foontje van Zaza, waaruit hij
kan opmaken dat er 'moeilijk
heden' zijn. Voordat duidelijk
is wat er precies aan de hand is,
wordt de verbinding verbro
ken.
Kort daarna vertrekt hij uit
Amsterdam en komt per vlieg
tuig in de hoofdstad van Bur
kina Faso, Ouagadougou, aan.
Van Zaza geen spoor. Hij
vraagt zich vertwijfeld af waar
hij terecht is gekomen. De hitte
voelt aan als 'een dot natte
watten in je voorhoofd'. In de
stad rijden alleen legertrucks
en auto's van internationale
hulporganisaties. Overal liggen
smeulende vuilnisbelten,
waarin uitgemergelde kinde
ren wroeten. De spanning in de
stad is te snijden: soldaten zijn
alom dreigend aanwezig, revo
lutionaire leuzen scanderend;
en de enige krant van het land
bevat voornamelijk verslagen
van zuiveringsprocessen, want
met verdachte elementen
wordt korte metten gemaakt.
Niemand heeft in deze verwar
ring ooit van Zaza gehoord.
En dit is nog maar het begin. Er
volgt een wekenlange zoek
tocht, die de hoofdpersoon in de
meest onherbergzamen streken
brengt en het uiterste van hem
vergt. Meer dan eens is hij de
uitputting nabij, wordt hij
heen en weer geslingerd tussen
hoop en wanhoop, valt hij ten
prooi aan hallucinaties, angst
aanvallen en apathie. In de
chaos van Burkina Faso ver
liest ook de meest nuchter Ne
derlander zijn laatste zekerhe
den.
Wat is er met Zaza gebeurd?
Stukje bij beetje komt de lezer
meer over haar lot te weten,
her en der worden de meest bi
zarre mogelijkheden geopperd.
Op die manier weet de auteur
de spanning er aardig in te
houden. Het verhaal heeft wel
iets van een detective en het
lijkt dan ook niet zinvol hier de
intrigue uit de doeken te doen,
dat zou het leesplezier maar
bederven.
Tussen het verslag van de
speurtocht naar Zaza heeft de
auteur nog verschillende an
dere verhalen gevlochten. Het
belangrijkste is wel dat van de
president.
Zoals de hoofdpersoon in een
waar labyrint voor zijn per
soonlijke geluk Zaza probeert
te vinden, zo probeert de presi
dent van Burkina Faso, Tho
mas Sankara, wanhopig een
uitweg te vinden voor zijn be
rooide land. Ook deze Thomas
Sankara is dus een zoeker. Hij
is een charismatisch leider, die
onversaagd ten strijde trekt te
gen de eeuwenoude, diep inge
wortelde tradities van zijn
land. Hij tracht de apathie en
de corruptie uit te bannen en
neemt het op voor de arme boe
renbevolking en de onder
drukte vrouwen. Maar hij is
ook erg naïef: hij beschouwt de
goed bewapende volksmilitie
als zijn marionetten, die hij
naar believen kan inzetten om
zijn bevelen uit te voeren. Het
komt niet bij hem op dat zij
zich tegen hem kunnen keren,
als de revolutie dreigt te ver
zanden...
Het is wel schrijnend, het beeld
dat de auteur van Burkina
Faso schetst. In een lakonieke
stijl worden de meest pijnlijke
situaties aan de kaak gesteld.
Over Salem, een jongetje van
zeven, schrijft hij
„Hij vroeg om een sigaret; ik
zei dat hij veel te jong was om
te roken, dat hij nooit oud zou
worden als hij er nu al mee be
gon. Oud? Alsof ik hem om de
tafel van negen gevraagd had,
zo keek hij me aan.
'Zestig, zeventig jaar,' verdui
delijkte ik.
Op een bijna volwassen manier
haalde hij zijn schouders op.
'Als je opa.'
Die had hij nooit gekend.
'Als je vader.'
Die was al j aren dood.
Ik slaagde er niet in Salem aan
het verstand te brengen wat,
oud inhield.
'Nou ja,' zei ik, 'dat leren ze je
wel op school,' en dat vond hij
nog de mooiste grap. School!"
De ontwikkelingshulp biedt
ook maar weinig soelaas. De
kritiek op de arrogantie en be
tweterij van de Europeanen is
niet van de lucht. In zijn ijver
de gecompliceerde verhoudin
gen in Burkina Faso, dat maar
liefst 60 verschillende stammen
telt, uit te leggen, verliest
Brokken zich wel eens in al te
lange, documentaire stukken,
die de vaart wat uit het verhaal
halen. De journalist Brokken
lijkt het dan even van de ro
manschrijver te winnen. Voor
het overige niets dan waarde
ring voor de originele onder
werpkeuze en de verrassende
opzet, die het boek zeer lees
baar maken.
Jan Brokken: 'Zaza en de presi
dent'. Uitg. De Arbeiderspers, prijs
25.
Door Henk Egbers
Marijke van Hooff (1944)
uit Hoeven laat haar groot
worden in een taboe-gela
den cultuur, die wat oudere
lezers ongetwijfeld zullen
herkennen. Ze doet dat in
een taal, die met een over
maat aan eenvoud zeer ef
fectief is.
„Ze hield van mooie dingen en
kon dus niet van zichzelf hou
den", is een typerende zin voor
de hoofdpersoon aan het begin
van het tweede deel van
'Bloedarmoede'. Het woordje
'dus' in die zin is niet vanzelf
sprekend; het ontleent zijn be
staansrecht aan een context,
die frappant geïllustreerd
wordt met een voorpagina. Het
schlemielige kind, het puber
meisje, geschilderd door de
sombere Edvard Munch is het
toonbeeld van lichamelijke- en
geestelijke bloedarmoede. Het
is een kind dat opgroeit in een
vijandige wereld, zoals een
Duits motto van Gabriële Woh-
mann aan het begin van deze
novelle nog eens onderstreept.
Marijke van Hooff: „Dit is er
aan de hand! Het mensenleven
wordt meestal bepaald door
kleine dingen, die het volwas
sen-worden negatief beïnvloe
den. Je ziet het in de wereld
van de psycho-therapie, die ik
tamelijk goed van nabij ken.
Maar het boek is niet geschre
ven" vanuit een therapeutische
behoefte. Het schrijven zelf is
voor mij een uitdaging, omdat
Marijke van Hooff: Kleine dingen bepalen het leven.
ik - en dat klinkt wat geëxal
teerd - creatief wil zijn". Zij te
kent en schildert en ons ge
sprek vindt plaats onder twee
door haar in gemengde tech
niek getekende modellen aan
de wand.
Het boek is opgezet als een
triptiek: achtereenvolgens het
jonge kind, de puber en de ado
lescent. Marijke van Hooff
heeft ingehaakt op persoonlijke
ervaringen, die gekenmerkt
zijn door een rooms katholieke
en Europees-christelijke taboe
sfeer. Het elkaar lichamelijk en
geestelijk 'aanraken' is daarbij
een frusterende factor, die
nogal wat negatieve effecten
heeft veroorzaakt. In haar
dichtbundel 'Een huis van re
gen' (verschenen bij WEL)
komt de taal van aanrakende
.gebaar aan de orde in relatie
met een dementeringsproces.
In 'Bloedarmoede' heeft zij er
varingen en observaties zo
droog mogelijk („Ik vind dat je
koud moet schrijven") - met de
camera-achtige instelling van
de Nouveau Roman - in beeld
gebracht.
Is het beeld van de man in
- FOTO EDINE HOFLAND
'Bloedarmoede' niet een beetje
die van bedreigende figuur?
Dat is zo, maar het gevoel van
bedreigd worden in het meisje
is even sterk. En dat heeft met
genoemde opvoeding te maken.
Het meisje voelt zich bedreigd
ook als dat niet nodig is. Dat
neemt niet weg dat haar oom
zó handtastelijk is, dat ze zich
angstig kan voelen. De onder
zoekende arts - met een slecht
eigen huwelijk op de achter
grond - bevindt zich in een tac
tiel grensgebied. Een kunste
naar, bij wie ze model is en heel
vriendelijk legitiem is, vraagt
teveel in relatie met haar eigen
angsthouding. Marijke van
Hooff zegt dat ze het vooral
heeft over 'het aanraken in de
marge; over het twijfelachtige
gebied waar tot op de dag van
vandaag nog veel jonge vrou
wen moeite hebben.
„Ze wilde worden zoals haar
vader was". Hij is de enige
man, die ze écht vertrouwt en
van wie ze niet-dreigende
liefde ontvangt. Haar eerste
scharrel met een jongen loopt
uit op verlies en bevestiging
van haar minderwaardigheids
gevoel. Daarna verliest ze ook
de vader. De moeder is een goe
dige sexloze figuur, die opgaat
in zorgen en haar geen emotio
neel identificatie-model biedt.
Toch wil Marijke van Hooff
man en vrouw niet tegen elk
aar uitspelen. Ze staat niet
achter eenzijdige feministische
opvattingen over de man
vrouw relatie, zegt ze. Ze is mo
menteel een verhalen-bundel
aan het schrijven over de mo
menten waarin die relatie
blokkeert. Het is óók een kwes-
tie van mentaliteit en opvoe
ding, denkt ze. Mannen hebben
vaak zichzelf nog te emancipe
ren. Daarbij is het kweken van
respect voor de vrouw van be
lang. „Dat lekker-wij f-gedoe,
dat je op de tv nogal eens ziet,
is daarvoor niet bevordelijk".
De balans tussen de banblik
sems van een opvoeding zoals
die in Bloedarmoede aan de
orde komt en een openhartig
wederkerig respect tussen man
en vrouw is nog niet bereikt.
In het eerste luik van deze
triptiek is het meisje op vakan
tie in Brabant om haar bloed
armoede te boven te komen.
Haar emotionele leven wordt
in die periode afgesneden door
een taboe op informatie (met
name sexuele), verwarrende
ervaringen en een geestelijk le
ven dat via de ribbels van de
kokosmaat in de knieën ge
stalte krijgt. In het tweede luik
is ze een zeventienjarige die
met een minachting voor eigen
lichaam een plaatsje probeert
te krijgen in de maatschappij.
Het wordt een nietszeggend
kantoor in plaats van een
kunstacademie. De vader is als
een pleister op de wond, temid
den van mannen waarachter je
vraagtekens zet. In het derde
deel blijft ze emotioneel 'alleen
op de wereld', als ze haar vader
heeft begraven.
Niet spectaculair. Het zijn de
kleine dingen die het doen.
Maar 'Bloedarmoede' is geen
kneuterig boek. Marijke van
Hooff heeft er ook in techni
sche zin hard aan gewerkt. In
het begin moest ik wennen aan
het staccato-achtige geschrijf;
al die hele korte zinnen achter
elkaar. Marijke: „Een kind
denkt en praat zo. In de beide
volgende delen worden de zin
nen langer. Het gaat ook om
het wekken van suggesties,
waarmee de lezer iets kan
doen. Het boek zelf noemt ze
'een milde ontmaskering'. Ze
rukt geen maskers af van een
vermaledijd verleden, maar
probeert wel ogen te openen
voor dingen die er tussen men
sen gebeuren op basis van dat
verleden. Haar volgende boek
zal niet als titel 'Hoge bloed
druk' hebben, zegt ze lachend,
want wie in staat is zichzelf te
ontmaskeren kan weer lachen.
Vandaag, zaterdag 22 okto
ber om 15 uur, wordt door de
Vlaamse auteur Ward Ruys-
linck 'Bloedarmoede ten doop
gehouden in boekhandel Van
Nunen, Winkelcentrum 27 te
Etten-Leur. Daarna signeert
Marijke van Hooff.
Marijke van Hooft: 'Bloedarmoe
de'. Uitg. BZZTOH, prijs 19,50.
Door Jan Bouwmans
Awraham Soetendorp, Ne
derlands bekendste liberaal
joodse rabbijn, bezocht dit
jaar Israël vlak voor de vie
ring van het 40-jarig be
staan. Hij kwam terug met
een groots idee van wereld
wijde strekking: er moet
een Jubeljaar worden uit
geroepen. Een wereldjaar
van vrede en vrijheid: 1995.
Soetendorp schrijft dit aan het
slot van het eerste hoofdstuk
van zijn boekje 'Als het niet nu
is, wanneer dan wel'. Een
machtig idee, ook al weet je
dat, wanneer het al eens afge
kondigd zou worden-en door
wie dan wel? - het aan de wer
kelijkheid weinig zal verande
ren.
'Het boekje gaat echter niet
op de eerste plaats over het wat
en hoe van een Jubeljaar, maar
over Soetendorp zelf, die een
uitweg zoekt uit een gevoel-
simpasse. De impasse namelijk
dat zijn onvoorwaardelijke
verbondenheid aan Israël als
zijn persoonlijke bestaans
grond stuk zou kunnen lopen
op het verbeuren van de vrede
door datzelfde Israël. Hij zoekt
in het reine te komen met de
werkelijkheid van de volksop
stand in de bezette gebieden, de
opstand van de kinderen. In het
reine te komen door in zichzelf
te speuren naar de hand die Is
raël nu behoort uit te steken.
„Ik ben mij deze maanden
van het voorjaar 1988 bewust
geworden van het feit dat we
ieder op onze eigen wijze de
tijd door de vingers hebben la
ten glijden, in de hoop dat er
vanzelf een oplossing zou ko
men", bekent Soetendorp. De
rabbijn waagt zich daarom nu
aan een persoonlijke balans.
Een waagstuk; zelf spreekt hij
van 'geen geruststellende erva
ring'. Geen wonder ook, getuige
zijn credo: „Als Israël zou op
houden te bestaan, zou ik ook
ophouden te bestaan".
Wie zijn persoonlijk levenslot
zo koppelt aan Israël, moet zich
hoogst ongemakkelijk voelen
over de situatie die ontstaan is.
Soetendorp herinnert zich prof.
Harkabi die 'terecht gewezen
heeft op het feit hoe gevaarlijk
fanatisme en de onwil om tot
een compromis te komen in de
joodse geschiedenis zijn ge
weest'. Juist ten aanzien hier
van proef je Soetendorps pen
del tussen hoop en vrees voor
de toekomst. En hij stelt zich
zelf de vraag of zijn bijdrage
wel de juiste is, of hij niet meer
behoort te doen, door bijvoor
beeld naar Israël te verhuizen.
Awraham Soetendorp heeft
in Israël gespeurd hoe rijp de
wil tot vrede en compromis is.
Hij meldt in zijn boekje bemoe
digende bevindingen. Hij bijt
soms ook weer van zich af door
van andere partijen een hogere
bijdrage te vragen voor vrede
in het Midden-Oosten.
„De burgemeester van Be-
thehem zegt", aldus Soeten-
deze kwestie weldra voltooid
verleden tijd te maken.
Soetendorp blijft niet han
gen bij het conflict in het Mid
den-Oosten, maar tilt het op
wereldniveau door in de diepte
te graven. Hij spreekt over de
roeping van het joodse volk
voor de hele mensheid. Dit doet
hij op zeer aansprekende wijze.
Het is zijn bijdrage aan het zo
geheten Concilaire Proces van
Gerechtigheid, Vrede en Heel
heid van de Schepping. De la
ding van het boekje is dat de
tijd gekomen lijkt voor door
braken. Doorbraken in impas
ses op allerlei gebied en niveau.
Vandaar de titel 'Als het niet
nu is, wanneer dan wel'.
Rabbijn Awraham Soetendorp.
dorp, „dat het handvest van de
PLO veranderd is, dat de clau
sule waarin de vernietiging
van de staat Israël verkondigd
wordt, niet meer bestaat. Maar
waarom wordt dat dan niet on
dubbelzinnig en luid verkon
digd?" Misschien wel, zou een
antwoord aan Soetendorp kun
nen zijn, omdat Israël nooit on
dubbelzinnig heeft verkondigd
wat het daar fundamenteel te
genover zou stellen. Maar de
jongste ontwikkelingen lijken
Van daaruit ook de lancering
van het Jubeljaar 1995. Of het
Jubeljaar in bijbelse tijden ooit
echt is uitgeroepen of een
droom was, valt volgens Soe
tendorp niet met zekerheid te
zeggen. Maar het Jubeljaar
staat voor een tijd van bevrij
ding, van een nieuw begin:
schulden worden kwijtgeschol
den, gevangenen vrijgelaten,
de armen wordt recht gedaan.
Soetendorp ontvouwt een wild
programma voor zijn Jubeljaar
1995. Waag u aan deze droom,
luidt zijn oproep.
De basisgedachte van het
Jubeljaar is dat gelijktijdig en
door iedereen handelingen
worden verricht. Niemand kan
de ander op fouten wijzen. De
impasse van het wachten op de
eerste stap door de ander wordt
doorbroken. Het Jubeljaar
moet beginnen met het voorle
zen in alle landen ter wereld
van een proclamatie, waarin is
opgenomen welke afspraken
ter bevordering van vrede,
voeding voor heel de mensheid
en bescherming van de natuur
zijn gemaakt. Als eerste daad
van het Jubeljaar moeten alle
politieke gevangenen en gewe
tensbezwaarden worden vrij
gelaten.
„Waar het visioen ontbreekt,
verwildert het volk", zegt de
Westduitse theologe Dorothee
Sölle. Rabbijn Awraham Soe
tendorp zegt feitelijk niets an
ders: „Zonder dromen kan een
individu niet leven en kunnen
volkeren niet aan een toekomst
werken. De enige voorwaarde
die aan de hele wereldgemeen
schap gesteld moet worden, is
dat er in de eigen droom ook
plaats aan de ander wordt ge
gund, zodat de droom van de
één niet de nachtmerrie van de
ander wordt. Deze eis mag ge
steld worden aan Israël en de
Palestijnen, aan de hele we-
reldgemeenschap....Het proces
van onstspanning tussen Oost
en West is werkelijk op gang
gekomen, de basis voor weder
zijds vertrouwen is gelegd. Als
het nu niet is, wanneer dan
wel Het is zeer de moeite
waard van de gedachten van
rabbijn Soetendorp kennis te
nemen.
Awraham Soetendorp: 'Als het
niet nu is, wanneer dan wel'. Uitg.
Balans, prijs 19,50
UmbertoEco.
FOTO BERT BAKKER
Van onze correspondent Gerard Kessels
ROME - Het meest gekochte boek, maar het minst
gelezen. Dat lot dreigt de nieuwe roman van Um
berto Eco, 'De slinger van Foucault'. Het boek dat al
een week of drie in de winkels ligt in Italië is zo
moeilijk, heeft zoveel dubbele bodems, dat er nog
nauwelijks een recensie is verschenen.
Geen criticus wil zich de vingers branden met een voortij
dig oordeel. Iedereen kijkt naar iedereen. Eén ding is ze
ker: wat moeilijkheidsgraad betreft moet Eco's wereld
bestseller 'De Naam van de Roos' het royaal afleggen tegen
'De Slinger van Foucault'.
Acht jaar na het uitkomen van 'De Naam van de Roos'
werd er reikhalzend naar de roman uitgekeken. Op een
knappe manier heeft de 56-jarige schrijver de spanning
nog verder opgevoerd. Eco weigerde consequent elk inter
view en hij wilde zelfs niet toegeven dat hij met een nieuw
boek bezig was.
Eco is in het dagelijks leven hoogleraar linguistiek aan
de universiteit van Bologna. 'De Naam van de Roos' was
het eerste uitstapje naar de wereld van de literatuur voor
de professor die tot dan toe uitsluitend wetenschappelijk
werk had gepubliceerd. Niemand was verbaasder over de
internationale triomftocht van het boek dan de schrijver
zelf. Al vrij snel na het verschijnen van 'De Roos' begon hij
met de voorbereidingen voor 'De Slinger van Foucault'.
Acht jaar lang heeft hij er aan gewerkt. Hij nam zelfs
twaalf maanden vrijaf van de universiteit. 'De Slinger' is
dan ook een veel ambitieuzer project dan de eersteling.
Voor zijn nieuwe roman bestudeerde Eco 1500 oude boeken
over de occulte wetenschappen, astrologie, alchemie, ge
heime geschriften, verdwenen continenten, middeleeuwse
ordes enzovoort. Alles-lezer Eco is verzot op oude boekeu
Hij koopt ze in winkeltjes in verloren steegjes in Milaan,
Parijs, Brussel. Met een scherp oog houdt hij in de gaten
wat er op internationale veiligingen te koop wordt aange
boden. Het prettigste van het succes van 'De Roos' noemde
hij ooit het feit 'dat ik nu alle oude boeken kan kopen die ik
leuk vind'.
„De Slinger van Foucault," schreef een Italiaanse krant,
„is tegelijkertijd een roman en een immens historisch ar
chief, een ironische encyclopdie van de occulte weten
schappen." La Repubblica publiceerde een begrippenlijstje
voor een eerste kennismaking met de occulte wetenschap
pen. Want wie wat wil begrijpen van de nieuwe Eco moet
redelijk thuis zijn in een wereld die mijlenver verwijderd
is van het doorsnee studie-pakket dat de meeste mensen
tot zich genomen hebben.
Het is niet eenvoudig om de plot van de nieuwe Eco aan
te geven. Grasduinend in de middeleeuwen en de occulte
wetenschappen gaan drie Italiaanse uitgevers, de slechte
manuscripten die ze moeten lezen beu, een complot verzin
nen. Het is een duivels plan, dat opgezet is door de ridde
rorde van de Tempeliers, de Rozenkruizers en enkele sek
ten, tot verovering van de wereld. Het is een complot van
.zeer lange adem dat zijn ontknoping krijgt in onze tijd.
Maar Eco zou Eco niet zijn als er niet een dubbele bodem
was. Wat begonnen is als een intellectueel spel van hoog
niveau wordt plotseling werkelijkheid. Het complot loopt
volgens zijn eigen wetmatigheden af, zonder dat de drie
constructeurs er nog enige greep op kunnen krijgen. Het
verhaal eindigt tenslotte in het Parijse museum waar zich
de slinger van de Franse natuurkundige Foucault bevindt
'De Slinger van Foucault' is vooral voer voor historici.
Zij vinden bij de nieuwe Eco een goudmijn. „Het boek is
nog briljanter dan De Naam van de Roos", juichte de grote
Franse historicus Jacques le Goff. „Eco is volstrekt uniek
in deze wereld. Niemand anders kan zulke avontuurlijke
reizen maken in de tijd en de ruimte. Een voorspelling: Dit
keer zal het niemand lukken er een film van te maken."
Door Marja Klein Obbink
Het Splendid Hotel, gelegen aan de rand van een moeras
moet ooit een glorieus logement zijn geweest. Reizige
konden het van heinde en ver zien liggen, aangetrokto
door de flitsende lichtreclame. Nu is het hotel oud en vei
vallen. Evenals de eigenaresse en haar twee moeilijke z®
'ters.
Over dit thema, de degeneratie
van een hotel en haar bewoners
vertelt de Franse schrijfster
Marie Redonnet in haar de
buutroman 'Splendid Hotel'.
Het is een juweel van een ver
haal, dat een onvergetelijke in
druk achterlaat.
Als iets de naam 'splendid'
niet verdient, is het het hotel
uit dit boek. Vreselijk vochtig
is het er, het sanitair raakt
voortdurend verstopt, de lei
dingen lekken water, de funde
ringen dreigen te bezwijken en
tenslotte kunnen alleen nog de
insecten en ratten zich tot de
vaste gasten rekenen. De be
heerster, tevens vertelster van
het verhaal, probeert de eindjes
letterlijk aan elkaar te knopen.
Zij blijft onverstoorbaar in het
hotel, dat ooit nog gerund is
door haar grootmoeder, gelo
ven. Tot aan het waanzinnige
toe. Dat proces maakt het ver
haal zo spannend en zeer be
klemmend.
Intussen rukt het moeras op.
Het graf van grootmoeder ach
terin de tuin van het hotel ve
dwijnt in de modder. Zelfs1
mannen van de spoorwegen'
een dijk door het moeras wil)
aanleggen, verliezen de stri
Hetzelfde moeras dat ooit i
grote troef van 'Splendid Hot
was, dreigt nu voor haar®
dergang te zorgen. Wie zal'
winnen? De twee zussen va»1
eigenaresse zijn toch al ar®1
tierige schepsels en begin»®
met hun gesnotter en reun®
sche kwalen moerasacM
trekjes te vertonen. Over
de hoofdrolspeelster-ek
resse: „Ik wil het tot elke pi
rn stand houden".
pB STEM Git
Vorige week opend
van 10 tot 15 jaar. H
seum van De Kleir
bijvoorbeeld de G1
kommers. Of maak
in een bakfiets woo
Kies zelf maar uit1
Je kunt het museui
de hele klas make
vember naar De
adres en leeftijd er
welk boek je hebt g
Stuur ons je beste
week van het schor
bijna niet gespij bel
smoes herkend zou
Smoes voor als het
Zevenbergen: 'Sorr
ik kon het schoolgel
te spijbelen: 'proef\
geleerd'; 'hekel aar
afspraak heb'.
Liesbeth Bastia.
smoezen: 'Ik dacht
zelf opgesloten en
'Mijn ouders zijn r
ziek geworden en d
spijbelen: 'Een heel
genoeg geleerd heb
aan heb'.
Met hun smoezel
luidsbandje verdier
Je bent een zak, een
levend spul. Die zi
schermt j e tegen de bui
reld, anders zou het
naar binnen regenen
den onzichtbaar kleine
bacterieën, bij het leve
kunnen om het ziek te i
Er zitten gaten in die l
als je mond. Dat moe
jouw levend spul heeft
van buiten nodig om ij
te blijven. Met je neu
mond hapt je lichaam
(adem), eten en drink
Over dat wat je lijf
heeft, gaat het nieuws
van Midas Dekkers en
de Vrede: Eten is
Daarin staan foefjes er
jes, informatie en tip
eten.
Wist je dat je echt
1 tiih bezeerd 7 die bent
vob jeronfenen ren Krimi»
1 voorwendsel dat hi
hiif m/fbeteren heb ik'
heersende computer Oebwu
ermee geknoeid en or men
iith Mm^KS en afgestompt »a
enJll hV.om
^Ijgjjfisjtooinatengaa/
iamb
Marie Redonnet weet in 1*
eenvoudige, staccato-zin® a
een beklemmende sfeer
scheppen. Eerlijk gezegd
ik af en toe kippevel: van
kou die er in het hotel"
ook een beetje van het
len.
Marie Redonnet: 'Splendid Jj-"
Uitg. Van Gennep, prijs 29,5®'