4Milde ontmaskering van een verleden9 Wanhoop en spanning in Burkina Faso Soetendorp tussen hoop en vrees over Israël MARIJKE VAN HOOFF UIT HOEYEN SCHREEF 'BLOEDARMOEDE' Verval Splendid Hotel beklemmend beschreven Onze Spijbt Eten is Umberto Eco maakt het critici erg moeilijk DE STEM BOEKENGIDS ZATERDAG 22 OKTOBER 1988 VERRASSENDE NIEUWE ROMAN VAN JAN BROKKEN Zoektocht Schrijnend HOEVEN-„Met mede dogen - niet met mede lijden - kijk ik in mijn boek 'Bloedarmoede' terug op het leven van een meisje dat vrouw werd". Bedreiged Balans RABBUN ZOEKT UITWEG IN JUBELJAAR 1995 Ongemakkelijk Bevrijding NA ACHT JAAR NIEUW BOEK Oude boeken Suske en Wisl one G2 Door Paul Merkx Speelde de eerste roman van Jan Brokken, 'De Pro vincie', zich af in een Zuid hollandse dorpsgemeen schap, in zijn nieuwe roman 'Zaza en de president' waagt de hoofdpersoon zich heel wat verder van huis. Hij raakt verzeild in West- Afrika. Daar, ingesnooerd tussen de Sahara en de sa vannen, ligt Burkina Faso. Dat is de nieuwe naam voor Boven-Volta, een voorma lige kolonie van Frankrijk. Burkina Faso behoort tot de armste landen van de we reld. Voor de hoofdpersoon, een jonge schrijver, is Afrika een duister continent en hij heeft helemaal geen zin daar veran dering in te brengen. Zijn vrouw Marie-Elsa, vaker Zaza genoemd, is alleen naar Bur kina Faso gereisd om daar voor de Unesco enkele maanden een bijscholingscursus te geven. Plotseling krijgt de schrijver echter een alarmerend tele foontje van Zaza, waaruit hij kan opmaken dat er 'moeilijk heden' zijn. Voordat duidelijk is wat er precies aan de hand is, wordt de verbinding verbro ken. Kort daarna vertrekt hij uit Amsterdam en komt per vlieg tuig in de hoofdstad van Bur kina Faso, Ouagadougou, aan. Van Zaza geen spoor. Hij vraagt zich vertwijfeld af waar hij terecht is gekomen. De hitte voelt aan als 'een dot natte watten in je voorhoofd'. In de stad rijden alleen legertrucks en auto's van internationale hulporganisaties. Overal liggen smeulende vuilnisbelten, waarin uitgemergelde kinde ren wroeten. De spanning in de stad is te snijden: soldaten zijn alom dreigend aanwezig, revo lutionaire leuzen scanderend; en de enige krant van het land bevat voornamelijk verslagen van zuiveringsprocessen, want met verdachte elementen wordt korte metten gemaakt. Niemand heeft in deze verwar ring ooit van Zaza gehoord. En dit is nog maar het begin. Er volgt een wekenlange zoek tocht, die de hoofdpersoon in de meest onherbergzamen streken brengt en het uiterste van hem vergt. Meer dan eens is hij de uitputting nabij, wordt hij heen en weer geslingerd tussen hoop en wanhoop, valt hij ten prooi aan hallucinaties, angst aanvallen en apathie. In de chaos van Burkina Faso ver liest ook de meest nuchter Ne derlander zijn laatste zekerhe den. Wat is er met Zaza gebeurd? Stukje bij beetje komt de lezer meer over haar lot te weten, her en der worden de meest bi zarre mogelijkheden geopperd. Op die manier weet de auteur de spanning er aardig in te houden. Het verhaal heeft wel iets van een detective en het lijkt dan ook niet zinvol hier de intrigue uit de doeken te doen, dat zou het leesplezier maar bederven. Tussen het verslag van de speurtocht naar Zaza heeft de auteur nog verschillende an dere verhalen gevlochten. Het belangrijkste is wel dat van de president. Zoals de hoofdpersoon in een waar labyrint voor zijn per soonlijke geluk Zaza probeert te vinden, zo probeert de presi dent van Burkina Faso, Tho mas Sankara, wanhopig een uitweg te vinden voor zijn be rooide land. Ook deze Thomas Sankara is dus een zoeker. Hij is een charismatisch leider, die onversaagd ten strijde trekt te gen de eeuwenoude, diep inge wortelde tradities van zijn land. Hij tracht de apathie en de corruptie uit te bannen en neemt het op voor de arme boe renbevolking en de onder drukte vrouwen. Maar hij is ook erg naïef: hij beschouwt de goed bewapende volksmilitie als zijn marionetten, die hij naar believen kan inzetten om zijn bevelen uit te voeren. Het komt niet bij hem op dat zij zich tegen hem kunnen keren, als de revolutie dreigt te ver zanden... Het is wel schrijnend, het beeld dat de auteur van Burkina Faso schetst. In een lakonieke stijl worden de meest pijnlijke situaties aan de kaak gesteld. Over Salem, een jongetje van zeven, schrijft hij „Hij vroeg om een sigaret; ik zei dat hij veel te jong was om te roken, dat hij nooit oud zou worden als hij er nu al mee be gon. Oud? Alsof ik hem om de tafel van negen gevraagd had, zo keek hij me aan. 'Zestig, zeventig jaar,' verdui delijkte ik. Op een bijna volwassen manier haalde hij zijn schouders op. 'Als je opa.' Die had hij nooit gekend. 'Als je vader.' Die was al j aren dood. Ik slaagde er niet in Salem aan het verstand te brengen wat, oud inhield. 'Nou ja,' zei ik, 'dat leren ze je wel op school,' en dat vond hij nog de mooiste grap. School!" De ontwikkelingshulp biedt ook maar weinig soelaas. De kritiek op de arrogantie en be tweterij van de Europeanen is niet van de lucht. In zijn ijver de gecompliceerde verhoudin gen in Burkina Faso, dat maar liefst 60 verschillende stammen telt, uit te leggen, verliest Brokken zich wel eens in al te lange, documentaire stukken, die de vaart wat uit het verhaal halen. De journalist Brokken lijkt het dan even van de ro manschrijver te winnen. Voor het overige niets dan waarde ring voor de originele onder werpkeuze en de verrassende opzet, die het boek zeer lees baar maken. Jan Brokken: 'Zaza en de presi dent'. Uitg. De Arbeiderspers, prijs 25. Door Henk Egbers Marijke van Hooff (1944) uit Hoeven laat haar groot worden in een taboe-gela den cultuur, die wat oudere lezers ongetwijfeld zullen herkennen. Ze doet dat in een taal, die met een over maat aan eenvoud zeer ef fectief is. „Ze hield van mooie dingen en kon dus niet van zichzelf hou den", is een typerende zin voor de hoofdpersoon aan het begin van het tweede deel van 'Bloedarmoede'. Het woordje 'dus' in die zin is niet vanzelf sprekend; het ontleent zijn be staansrecht aan een context, die frappant geïllustreerd wordt met een voorpagina. Het schlemielige kind, het puber meisje, geschilderd door de sombere Edvard Munch is het toonbeeld van lichamelijke- en geestelijke bloedarmoede. Het is een kind dat opgroeit in een vijandige wereld, zoals een Duits motto van Gabriële Woh- mann aan het begin van deze novelle nog eens onderstreept. Marijke van Hooff: „Dit is er aan de hand! Het mensenleven wordt meestal bepaald door kleine dingen, die het volwas sen-worden negatief beïnvloe den. Je ziet het in de wereld van de psycho-therapie, die ik tamelijk goed van nabij ken. Maar het boek is niet geschre ven" vanuit een therapeutische behoefte. Het schrijven zelf is voor mij een uitdaging, omdat Marijke van Hooff: Kleine dingen bepalen het leven. ik - en dat klinkt wat geëxal teerd - creatief wil zijn". Zij te kent en schildert en ons ge sprek vindt plaats onder twee door haar in gemengde tech niek getekende modellen aan de wand. Het boek is opgezet als een triptiek: achtereenvolgens het jonge kind, de puber en de ado lescent. Marijke van Hooff heeft ingehaakt op persoonlijke ervaringen, die gekenmerkt zijn door een rooms katholieke en Europees-christelijke taboe sfeer. Het elkaar lichamelijk en geestelijk 'aanraken' is daarbij een frusterende factor, die nogal wat negatieve effecten heeft veroorzaakt. In haar dichtbundel 'Een huis van re gen' (verschenen bij WEL) komt de taal van aanrakende .gebaar aan de orde in relatie met een dementeringsproces. In 'Bloedarmoede' heeft zij er varingen en observaties zo droog mogelijk („Ik vind dat je koud moet schrijven") - met de camera-achtige instelling van de Nouveau Roman - in beeld gebracht. Is het beeld van de man in - FOTO EDINE HOFLAND 'Bloedarmoede' niet een beetje die van bedreigende figuur? Dat is zo, maar het gevoel van bedreigd worden in het meisje is even sterk. En dat heeft met genoemde opvoeding te maken. Het meisje voelt zich bedreigd ook als dat niet nodig is. Dat neemt niet weg dat haar oom zó handtastelijk is, dat ze zich angstig kan voelen. De onder zoekende arts - met een slecht eigen huwelijk op de achter grond - bevindt zich in een tac tiel grensgebied. Een kunste naar, bij wie ze model is en heel vriendelijk legitiem is, vraagt teveel in relatie met haar eigen angsthouding. Marijke van Hooff zegt dat ze het vooral heeft over 'het aanraken in de marge; over het twijfelachtige gebied waar tot op de dag van vandaag nog veel jonge vrou wen moeite hebben. „Ze wilde worden zoals haar vader was". Hij is de enige man, die ze écht vertrouwt en van wie ze niet-dreigende liefde ontvangt. Haar eerste scharrel met een jongen loopt uit op verlies en bevestiging van haar minderwaardigheids gevoel. Daarna verliest ze ook de vader. De moeder is een goe dige sexloze figuur, die opgaat in zorgen en haar geen emotio neel identificatie-model biedt. Toch wil Marijke van Hooff man en vrouw niet tegen elk aar uitspelen. Ze staat niet achter eenzijdige feministische opvattingen over de man vrouw relatie, zegt ze. Ze is mo menteel een verhalen-bundel aan het schrijven over de mo menten waarin die relatie blokkeert. Het is óók een kwes- tie van mentaliteit en opvoe ding, denkt ze. Mannen hebben vaak zichzelf nog te emancipe ren. Daarbij is het kweken van respect voor de vrouw van be lang. „Dat lekker-wij f-gedoe, dat je op de tv nogal eens ziet, is daarvoor niet bevordelijk". De balans tussen de banblik sems van een opvoeding zoals die in Bloedarmoede aan de orde komt en een openhartig wederkerig respect tussen man en vrouw is nog niet bereikt. In het eerste luik van deze triptiek is het meisje op vakan tie in Brabant om haar bloed armoede te boven te komen. Haar emotionele leven wordt in die periode afgesneden door een taboe op informatie (met name sexuele), verwarrende ervaringen en een geestelijk le ven dat via de ribbels van de kokosmaat in de knieën ge stalte krijgt. In het tweede luik is ze een zeventienjarige die met een minachting voor eigen lichaam een plaatsje probeert te krijgen in de maatschappij. Het wordt een nietszeggend kantoor in plaats van een kunstacademie. De vader is als een pleister op de wond, temid den van mannen waarachter je vraagtekens zet. In het derde deel blijft ze emotioneel 'alleen op de wereld', als ze haar vader heeft begraven. Niet spectaculair. Het zijn de kleine dingen die het doen. Maar 'Bloedarmoede' is geen kneuterig boek. Marijke van Hooff heeft er ook in techni sche zin hard aan gewerkt. In het begin moest ik wennen aan het staccato-achtige geschrijf; al die hele korte zinnen achter elkaar. Marijke: „Een kind denkt en praat zo. In de beide volgende delen worden de zin nen langer. Het gaat ook om het wekken van suggesties, waarmee de lezer iets kan doen. Het boek zelf noemt ze 'een milde ontmaskering'. Ze rukt geen maskers af van een vermaledijd verleden, maar probeert wel ogen te openen voor dingen die er tussen men sen gebeuren op basis van dat verleden. Haar volgende boek zal niet als titel 'Hoge bloed druk' hebben, zegt ze lachend, want wie in staat is zichzelf te ontmaskeren kan weer lachen. Vandaag, zaterdag 22 okto ber om 15 uur, wordt door de Vlaamse auteur Ward Ruys- linck 'Bloedarmoede ten doop gehouden in boekhandel Van Nunen, Winkelcentrum 27 te Etten-Leur. Daarna signeert Marijke van Hooff. Marijke van Hooft: 'Bloedarmoe de'. Uitg. BZZTOH, prijs 19,50. Door Jan Bouwmans Awraham Soetendorp, Ne derlands bekendste liberaal joodse rabbijn, bezocht dit jaar Israël vlak voor de vie ring van het 40-jarig be staan. Hij kwam terug met een groots idee van wereld wijde strekking: er moet een Jubeljaar worden uit geroepen. Een wereldjaar van vrede en vrijheid: 1995. Soetendorp schrijft dit aan het slot van het eerste hoofdstuk van zijn boekje 'Als het niet nu is, wanneer dan wel'. Een machtig idee, ook al weet je dat, wanneer het al eens afge kondigd zou worden-en door wie dan wel? - het aan de wer kelijkheid weinig zal verande ren. 'Het boekje gaat echter niet op de eerste plaats over het wat en hoe van een Jubeljaar, maar over Soetendorp zelf, die een uitweg zoekt uit een gevoel- simpasse. De impasse namelijk dat zijn onvoorwaardelijke verbondenheid aan Israël als zijn persoonlijke bestaans grond stuk zou kunnen lopen op het verbeuren van de vrede door datzelfde Israël. Hij zoekt in het reine te komen met de werkelijkheid van de volksop stand in de bezette gebieden, de opstand van de kinderen. In het reine te komen door in zichzelf te speuren naar de hand die Is raël nu behoort uit te steken. „Ik ben mij deze maanden van het voorjaar 1988 bewust geworden van het feit dat we ieder op onze eigen wijze de tijd door de vingers hebben la ten glijden, in de hoop dat er vanzelf een oplossing zou ko men", bekent Soetendorp. De rabbijn waagt zich daarom nu aan een persoonlijke balans. Een waagstuk; zelf spreekt hij van 'geen geruststellende erva ring'. Geen wonder ook, getuige zijn credo: „Als Israël zou op houden te bestaan, zou ik ook ophouden te bestaan". Wie zijn persoonlijk levenslot zo koppelt aan Israël, moet zich hoogst ongemakkelijk voelen over de situatie die ontstaan is. Soetendorp herinnert zich prof. Harkabi die 'terecht gewezen heeft op het feit hoe gevaarlijk fanatisme en de onwil om tot een compromis te komen in de joodse geschiedenis zijn ge weest'. Juist ten aanzien hier van proef je Soetendorps pen del tussen hoop en vrees voor de toekomst. En hij stelt zich zelf de vraag of zijn bijdrage wel de juiste is, of hij niet meer behoort te doen, door bijvoor beeld naar Israël te verhuizen. Awraham Soetendorp heeft in Israël gespeurd hoe rijp de wil tot vrede en compromis is. Hij meldt in zijn boekje bemoe digende bevindingen. Hij bijt soms ook weer van zich af door van andere partijen een hogere bijdrage te vragen voor vrede in het Midden-Oosten. „De burgemeester van Be- thehem zegt", aldus Soeten- deze kwestie weldra voltooid verleden tijd te maken. Soetendorp blijft niet han gen bij het conflict in het Mid den-Oosten, maar tilt het op wereldniveau door in de diepte te graven. Hij spreekt over de roeping van het joodse volk voor de hele mensheid. Dit doet hij op zeer aansprekende wijze. Het is zijn bijdrage aan het zo geheten Concilaire Proces van Gerechtigheid, Vrede en Heel heid van de Schepping. De la ding van het boekje is dat de tijd gekomen lijkt voor door braken. Doorbraken in impas ses op allerlei gebied en niveau. Vandaar de titel 'Als het niet nu is, wanneer dan wel'. Rabbijn Awraham Soetendorp. dorp, „dat het handvest van de PLO veranderd is, dat de clau sule waarin de vernietiging van de staat Israël verkondigd wordt, niet meer bestaat. Maar waarom wordt dat dan niet on dubbelzinnig en luid verkon digd?" Misschien wel, zou een antwoord aan Soetendorp kun nen zijn, omdat Israël nooit on dubbelzinnig heeft verkondigd wat het daar fundamenteel te genover zou stellen. Maar de jongste ontwikkelingen lijken Van daaruit ook de lancering van het Jubeljaar 1995. Of het Jubeljaar in bijbelse tijden ooit echt is uitgeroepen of een droom was, valt volgens Soe tendorp niet met zekerheid te zeggen. Maar het Jubeljaar staat voor een tijd van bevrij ding, van een nieuw begin: schulden worden kwijtgeschol den, gevangenen vrijgelaten, de armen wordt recht gedaan. Soetendorp ontvouwt een wild programma voor zijn Jubeljaar 1995. Waag u aan deze droom, luidt zijn oproep. De basisgedachte van het Jubeljaar is dat gelijktijdig en door iedereen handelingen worden verricht. Niemand kan de ander op fouten wijzen. De impasse van het wachten op de eerste stap door de ander wordt doorbroken. Het Jubeljaar moet beginnen met het voorle zen in alle landen ter wereld van een proclamatie, waarin is opgenomen welke afspraken ter bevordering van vrede, voeding voor heel de mensheid en bescherming van de natuur zijn gemaakt. Als eerste daad van het Jubeljaar moeten alle politieke gevangenen en gewe tensbezwaarden worden vrij gelaten. „Waar het visioen ontbreekt, verwildert het volk", zegt de Westduitse theologe Dorothee Sölle. Rabbijn Awraham Soe tendorp zegt feitelijk niets an ders: „Zonder dromen kan een individu niet leven en kunnen volkeren niet aan een toekomst werken. De enige voorwaarde die aan de hele wereldgemeen schap gesteld moet worden, is dat er in de eigen droom ook plaats aan de ander wordt ge gund, zodat de droom van de één niet de nachtmerrie van de ander wordt. Deze eis mag ge steld worden aan Israël en de Palestijnen, aan de hele we- reldgemeenschap....Het proces van onstspanning tussen Oost en West is werkelijk op gang gekomen, de basis voor weder zijds vertrouwen is gelegd. Als het nu niet is, wanneer dan wel Het is zeer de moeite waard van de gedachten van rabbijn Soetendorp kennis te nemen. Awraham Soetendorp: 'Als het niet nu is, wanneer dan wel'. Uitg. Balans, prijs 19,50 UmbertoEco. FOTO BERT BAKKER Van onze correspondent Gerard Kessels ROME - Het meest gekochte boek, maar het minst gelezen. Dat lot dreigt de nieuwe roman van Um berto Eco, 'De slinger van Foucault'. Het boek dat al een week of drie in de winkels ligt in Italië is zo moeilijk, heeft zoveel dubbele bodems, dat er nog nauwelijks een recensie is verschenen. Geen criticus wil zich de vingers branden met een voortij dig oordeel. Iedereen kijkt naar iedereen. Eén ding is ze ker: wat moeilijkheidsgraad betreft moet Eco's wereld bestseller 'De Naam van de Roos' het royaal afleggen tegen 'De Slinger van Foucault'. Acht jaar na het uitkomen van 'De Naam van de Roos' werd er reikhalzend naar de roman uitgekeken. Op een knappe manier heeft de 56-jarige schrijver de spanning nog verder opgevoerd. Eco weigerde consequent elk inter view en hij wilde zelfs niet toegeven dat hij met een nieuw boek bezig was. Eco is in het dagelijks leven hoogleraar linguistiek aan de universiteit van Bologna. 'De Naam van de Roos' was het eerste uitstapje naar de wereld van de literatuur voor de professor die tot dan toe uitsluitend wetenschappelijk werk had gepubliceerd. Niemand was verbaasder over de internationale triomftocht van het boek dan de schrijver zelf. Al vrij snel na het verschijnen van 'De Roos' begon hij met de voorbereidingen voor 'De Slinger van Foucault'. Acht jaar lang heeft hij er aan gewerkt. Hij nam zelfs twaalf maanden vrijaf van de universiteit. 'De Slinger' is dan ook een veel ambitieuzer project dan de eersteling. Voor zijn nieuwe roman bestudeerde Eco 1500 oude boeken over de occulte wetenschappen, astrologie, alchemie, ge heime geschriften, verdwenen continenten, middeleeuwse ordes enzovoort. Alles-lezer Eco is verzot op oude boekeu Hij koopt ze in winkeltjes in verloren steegjes in Milaan, Parijs, Brussel. Met een scherp oog houdt hij in de gaten wat er op internationale veiligingen te koop wordt aange boden. Het prettigste van het succes van 'De Roos' noemde hij ooit het feit 'dat ik nu alle oude boeken kan kopen die ik leuk vind'. „De Slinger van Foucault," schreef een Italiaanse krant, „is tegelijkertijd een roman en een immens historisch ar chief, een ironische encyclopdie van de occulte weten schappen." La Repubblica publiceerde een begrippenlijstje voor een eerste kennismaking met de occulte wetenschap pen. Want wie wat wil begrijpen van de nieuwe Eco moet redelijk thuis zijn in een wereld die mijlenver verwijderd is van het doorsnee studie-pakket dat de meeste mensen tot zich genomen hebben. Het is niet eenvoudig om de plot van de nieuwe Eco aan te geven. Grasduinend in de middeleeuwen en de occulte wetenschappen gaan drie Italiaanse uitgevers, de slechte manuscripten die ze moeten lezen beu, een complot verzin nen. Het is een duivels plan, dat opgezet is door de ridde rorde van de Tempeliers, de Rozenkruizers en enkele sek ten, tot verovering van de wereld. Het is een complot van .zeer lange adem dat zijn ontknoping krijgt in onze tijd. Maar Eco zou Eco niet zijn als er niet een dubbele bodem was. Wat begonnen is als een intellectueel spel van hoog niveau wordt plotseling werkelijkheid. Het complot loopt volgens zijn eigen wetmatigheden af, zonder dat de drie constructeurs er nog enige greep op kunnen krijgen. Het verhaal eindigt tenslotte in het Parijse museum waar zich de slinger van de Franse natuurkundige Foucault bevindt 'De Slinger van Foucault' is vooral voer voor historici. Zij vinden bij de nieuwe Eco een goudmijn. „Het boek is nog briljanter dan De Naam van de Roos", juichte de grote Franse historicus Jacques le Goff. „Eco is volstrekt uniek in deze wereld. Niemand anders kan zulke avontuurlijke reizen maken in de tijd en de ruimte. Een voorspelling: Dit keer zal het niemand lukken er een film van te maken." Door Marja Klein Obbink Het Splendid Hotel, gelegen aan de rand van een moeras moet ooit een glorieus logement zijn geweest. Reizige konden het van heinde en ver zien liggen, aangetrokto door de flitsende lichtreclame. Nu is het hotel oud en vei vallen. Evenals de eigenaresse en haar twee moeilijke z® 'ters. Over dit thema, de degeneratie van een hotel en haar bewoners vertelt de Franse schrijfster Marie Redonnet in haar de buutroman 'Splendid Hotel'. Het is een juweel van een ver haal, dat een onvergetelijke in druk achterlaat. Als iets de naam 'splendid' niet verdient, is het het hotel uit dit boek. Vreselijk vochtig is het er, het sanitair raakt voortdurend verstopt, de lei dingen lekken water, de funde ringen dreigen te bezwijken en tenslotte kunnen alleen nog de insecten en ratten zich tot de vaste gasten rekenen. De be heerster, tevens vertelster van het verhaal, probeert de eindjes letterlijk aan elkaar te knopen. Zij blijft onverstoorbaar in het hotel, dat ooit nog gerund is door haar grootmoeder, gelo ven. Tot aan het waanzinnige toe. Dat proces maakt het ver haal zo spannend en zeer be klemmend. Intussen rukt het moeras op. Het graf van grootmoeder ach terin de tuin van het hotel ve dwijnt in de modder. Zelfs1 mannen van de spoorwegen' een dijk door het moeras wil) aanleggen, verliezen de stri Hetzelfde moeras dat ooit i grote troef van 'Splendid Hot was, dreigt nu voor haar® dergang te zorgen. Wie zal' winnen? De twee zussen va»1 eigenaresse zijn toch al ar®1 tierige schepsels en begin»® met hun gesnotter en reun® sche kwalen moerasacM trekjes te vertonen. Over de hoofdrolspeelster-ek resse: „Ik wil het tot elke pi rn stand houden". pB STEM Git Vorige week opend van 10 tot 15 jaar. H seum van De Kleir bijvoorbeeld de G1 kommers. Of maak in een bakfiets woo Kies zelf maar uit1 Je kunt het museui de hele klas make vember naar De adres en leeftijd er welk boek je hebt g Stuur ons je beste week van het schor bijna niet gespij bel smoes herkend zou Smoes voor als het Zevenbergen: 'Sorr ik kon het schoolgel te spijbelen: 'proef\ geleerd'; 'hekel aar afspraak heb'. Liesbeth Bastia. smoezen: 'Ik dacht zelf opgesloten en 'Mijn ouders zijn r ziek geworden en d spijbelen: 'Een heel genoeg geleerd heb aan heb'. Met hun smoezel luidsbandje verdier Je bent een zak, een levend spul. Die zi schermt j e tegen de bui reld, anders zou het naar binnen regenen den onzichtbaar kleine bacterieën, bij het leve kunnen om het ziek te i Er zitten gaten in die l als je mond. Dat moe jouw levend spul heeft van buiten nodig om ij te blijven. Met je neu mond hapt je lichaam (adem), eten en drink Over dat wat je lijf heeft, gaat het nieuws van Midas Dekkers en de Vrede: Eten is Daarin staan foefjes er jes, informatie en tip eten. Wist je dat je echt 1 tiih bezeerd 7 die bent vob jeronfenen ren Krimi» 1 voorwendsel dat hi hiif m/fbeteren heb ik' heersende computer Oebwu ermee geknoeid en or men iith Mm^KS en afgestompt »a enJll hV.om ^Ijgjjfisjtooinatengaa/ iamb Marie Redonnet weet in 1* eenvoudige, staccato-zin® a een beklemmende sfeer scheppen. Eerlijk gezegd ik af en toe kippevel: van kou die er in het hotel" ook een beetje van het len. Marie Redonnet: 'Splendid Jj-" Uitg. Van Gennep, prijs 29,5®'

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 30