Laatste ronde van te lange verkiezingsstrijd VS ingezet EG wacht zware onderhandelingsronde met Derde Wereld even..^ UITBLAZEN rEEN M Dictatuur van economische wetten verdringt stem van het volk Apprensie maken (2) DE STEM COI Winders in de DESTEM ACHTERGROND DONDERDAG 13 OKTOBER 1988 -DESTEM. pflSTEM BINNEN DEN HAAG (ANP) - D tlilieu Hygiëne (CRMH) milieuprogramma 1989- van Milieubeheer als t ing heeft opgesteld. Zult van Kuipje vol sma HET wordt hoog tijd dat we de draad weer oppakken die op 9 september los bleef hangen met het stukje over de dialect-uitdruk king 'apprensie maken'. Eerst echter nog even een zijsprong. John O'Mill, die u kent van de Losse Flodders die al bijna sinds mensenheuge nis wekelijks in deze krant staan, had een moeder die de familiemnaam Voezenek droeg. Zijn moeder, schrijft O'Mill, verkeerde in de heilige veron derstelling dat die naam van adellijke en Hongaarse oor sprong was. Vader en zoon sta ken daar de draak mee en de zoon, die al op jeugdige leeftijd een woordgrappenmaker moet zijn geweest, bedacht dat de voorvaderlijke edelman dan wel een zigeunerkoning zou zijn geweest. Hij bedacht zelfs een naam voor hem: Lajos Veuzèn- nek, eerste violist en koning der zigeuners. Na de dood van zijn moeder is John O'Mill (pseudoniem, dat weet u wel) wat serieuzer maar blijkbaar zonder veel vasthou dendheid op zoek gegaan naar de oorsprong van de familie naam Voezenek. In Huizinga's Encyclopaedie van (Neder landse en Vlaamse) achterna men komt de naam niet voor, waaruit O'Mill concludeerde dat de naam een buitenlandse oorsprong moest hebben. Con tacten met Poolse officieren, vlak na de bevrijding, leerden hem dat de naam ook in Polen voorkomt, maar ook daar wordt beschouwd als afkomstig uit het buitenland. Tot zijn grote verrassing spraken de Po len de naam precies hetzelfde uit als vroeger zijn spottende vader en hijzelf toen hij de zi geunerkoning bedacht: Veuzen- nek, met de klemtoon om de middelste 'e'. Ook de Poolse of ficieren dachten dat de naam van Hongaarse oorsprong was. Dat was dus een steuntje voor moeders theorie. Verder is John O'Mill nooit gekomen. Daarom wendt hij zich nu tot de lezers van deze rubriek, onder wie, meent hij, ongetwijfeld Voezeneks of Foe- seneks schuilen. Op hen in het bijzonder doet hij een beroep: „is er niet een onder hen die ge vonden heeft wat ik nog steeds zoek: wat voor een nek is een Voeze- of Foesenek en waar komen die nekken vandaan?" (Reacties aan Even Uitblazen, Postbus 3229,4800 MB Breda). Op 9 september hadden we het over de vooral in Oost-Bra bant gebezigde uitdrukking ap prensie maken in de betekenis van 'aanstalten maken'. In West-Brabant spreekt men in dat geval van klarantie maken. In de vorige aflevering werd al duidelijk dat 'apprensie maken' ook in het spraakgebruik wel iets meer kon betekenen dan al leen 'opschieten', 'aanstalten maken' etc. Mevrouw R. Kees uit Oosterhout wees op het Franse apparance, dat (o.m.) 'schijn' betekent. Het Zuidne derlands Woordenboek kent ap- prentie (met een 't') alleen maar in die specifieke betekenis. Voorbeeld (citaat van Claes): WIMKOCK 'Broeder portier schijnt een goed hart te hebben, want geen ap- prentie van nijdigheid.' Geen schijn van nijdigheid dus. Uit de post blijkt dat het woord 'apprentie' in deze laat ste betekenis over een breed ge bied wordt gebruikt, reikend van Antwerpen tot Maastricht. Mevrouw R. Burger citeert uit dr. H.J.E Endepols' Diksjenaer van 't Mestreechs (Maastrichts Woordenboek) de volgende voorbeelden: Dao is gein apprensie van regen - het ziet er niet naar uit dat het gaat regenen. Zoonder apprensie te maken van te koope- aanstalten maken, op een of andere manier tonen dat men wil kopen. Nora Horemans herinnert zich de uitdrukking uit Antwer pen, waar zij als kind te horen kreeg, als ze iets wilde hebben of doen: Geen apprengsie van!. Verzoek met klem afgewezen dus. Geen schijn van kans op. Opvallend is dat in dit tweede golfje brieven over 'ap prensie maken' (om u niet no deloos op te winden met mijn wisselende spelling van het woord: Van Dale schrijft het met een 's'; het ZNWB met een 't') de reacties van Oostbraban ders ontbreken. Mogen we daaruit concluderen dat in hun dialectgebied het woord 'ap prensie' exclusief in het ver band met 'aanstalten maken' wordt gebezigd en niet in de betekenis van 'schijn'? Dat zou een heel interessant verschijnsel zijn en misschien zelfs steun be tekenen voor de eerder hier ver melde theorie van mevrouw Kees, namelijk dat de Oostbra banders het woord hebben overgenomen van Franse sol daten die het hadden over het verzorgen van hun voorkomen alvorens uit te gaan. Avoir de l'apparance - een goed voorko men hebben, er goed uitzien.) Een verband tussen 'aanstalten maken' en een zich voor het passagieren opdoffende soldaat is verleidelijk gemakkelijk te vinden. Ik hoor er graag meer over. Spreekwoorden HET is al drie jaar geleden dat in deze rubriek de serie 'Bij wijze van spreken' begon. Een serie over spreekwoorden, uit drukkingen en gezegden, waar voor van lezerszijde veel be langstelling werd getoond. Als basis gold de vrijwel klassieke, tweedelige Nederlandse Spreek woorden, Spreekwijzen, Uit drukkingen en Gezegden van dr. F.A. Stoett. A. Dijk uit Bier vliet meldt nu dat dit naslag werk is herdrukt. Daaraan kan ik toevoegen dat ik de in rood gebonden tweeling inmiddels op de plank bij de boekhandel heb zien staan. Ik dacht dat menige, in taal geïnteresseerde lezer deze tip op prijs zal stel len. Uitgave van uitgeversmaatschappij De Stem b.v. Directie: drs. J.H.M. Brader. Hoofdredactie: H. Coumans - hoofdredacteur. A. Theunissen en H. Vermeulen adjunct-hoofdredacteuren. Hoofdkantoor: Spinveld 55, Breda. Postadres: Postbus 3229, 4800 MB Breda. 076-236911 Telex 54176 Telefax 076-236405. Centrale redactie Breda: Nieuwsdienst 076-236452. Sportredactie 076-236236. Telefax redactie 076-236309. Rayonkantoren: Bergen op Zoom, Zuivelstraat 26, 01640-36850. Postadres: Postbus 65, 4600 AB Bergen op Zoom. Breda, Nw. Ginnekenstr. 41236326. Voor bezorgklachten: 236888. Postadres: Postbus 3229,4800 MB Breda. Etten-Leur, Markt 28, 01608-21550. Postadres: Postbus 363,4870 AJ Etten-Leur. Goes, Klokstraat 101100-28030. Postadres: Postbus 13, 4460 AA Goes. Hulst, Steenstraat 14, 01140-13751. Postadres: Postbus 62, 4560 AB Hulst. Oosterhout, Arendstraat 14, 01620-54957. Postadres: Postbus 4023, 4900 CA Oosterhout. Roosendaal, Molenstraat 45, 01650-37150. Postadres: Postbus 35, 4700 AA Roosendaal. Terneuzen, Nieuwstraat 9, 01150-17920. Postadres: Postbus 145,4530 AC Terneuzen Vlissingen, Torenstraat 5, 01184-19910. Postadres: Postbus 50514380 KB Vlissingen. Openingstijden: Breda en Oosterhout 8.30-17.00 uur; overige kantoren 8.30-12.30 en 13.30-17.00 uur Abonnementsprijzen bij vooruitbetaling te voldoen: 24,90 per maand; 71,85 per kwartaal of J 279,15 per jaar. Bij automatische betaling geldt een korting van resp. J 1,- per maand, 1,90 per kwartaal, J 7,60 per jaar. Prijzen: inclusief 6% B.T.W. Voor posttoezending geldt een toeslag. Losse nummers: ma. t/m zat. f 1,25. Service-afdeling abonnementen: 076-236472, ma. t/m vrijd. 8.30-17.00 uur. Heeft u de krant niet ontvangen? Onze excuses. Bel voor nabezorging tijdens kantooruren uw rayonkantoor. Lezersservice: Centrale reclame-afdeling 076-236911 Fotoservice 076-236573. Advertenties (tijdens kantooruren 8.30-17.00 uur): Rubrieksadvertenties 't Kleintje 076-236882. Grote advertenties uitsluitend 076-236881 Geboorte- en overlijdensadvertenties 076-236442. (Buiten kantooruren maandag t/m vrijdag van 19.00 tot 20.30 uur en zondag van 18.30 tot 21.30 uur 076-236394/236911 Bankrelaties: Postgiro 1114111 - ABN rek. 520538447. NCB rek. 230301584 - Rabo rek. 101053738. lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllinilllllllllllllllllllllllllllllllllllllir Door Jo Wijnen DE TWEE Amerikaanse presidentskandidaten George Bush en Michael Dukakis maken zich op voor de laatste ronde van hun gevecht om het Witte Huis. Het staat nu al vast dat dat gevecht te lang heeft geduurd, de kiezers heeft afgeschrikt en poli tiek hoegenaamd niets heeft opgeleverd. Vanavond staat het tweetal andermaal tegenover elkaar tijdens het tweede tv-debat dat door ettelijke miljoenen Amerikaanse kiezers zal wor den gevolgd, maar dat wel licht niet meer van beslis sende invloed zal zijn op de resultaten van de 8ste novem ber. Daarna beginnen de laat ste drie weken van een cam pagne die niet snel genoeg beëindigd en vergeten kan worden. Het belangrijkste kenmerk van de verkiezingsstrijd lijkt tot dusver te zijn geweest dat twee fatsoenlijke en zacht moedige politici zich hebben laten verleiden tot het gooien met modder, tot het debiteren van halve waarheden, tot het met een grote boog heenlopen waarom het werkelijk gaat en tot verdachtmakingen die geen hout snijden. Dat heeft een van de zwakste, minst overtuigende en laag-bij-de- grondse presidentscampagnes van de na-oorlogse jaren op geleverd. Geen wonder dat de New York Times, na 200 interviews met Amerikanen in het gehele land, tot de conclusie moest komen dat de kiezers vinden dat Bush en Dukakis eigenlijk niet geschikt zijn voor het presidentschap, niet over echt nieuwe ideëen beschikken en bang zijn de echt moeilijke vraagstukken in het oog te vatten. De hoofdoorzaak van deze electorale malaise moet waar schijnlijk gezocht worden in het feit dat de kandidaten zich te nadrukkelijk hebben ver scholen achter een rol die hen door de omstandigheden en door hun campagneteams is opgedrongen. Hun werkelijke zwakte is dat ze zich aldus hebben laten manipuleren, met als gevolg dat nog steeds niemand weet wie ze echt zijn en wat ze werkelijk voor staan. De democratische kandi daat voor het vice-president- schap LLoyd Bentsen - de enige in dit gevecht die zijn waardigheid volledig over eind heeft kunnen houden - vatte het probleem als volgt samen: „George Bush heeft zichzelf laten omvormen tot iets wat hij in werkelijk niet is. Ondanks al zijn verdraai ingen van de feiten en zijn Michael Du kakis (Demo craat) - FOTO AP George Bush (republi kein) - FOTO AP kwaadaardige aanvallen, is hij altijd een aardige kerel ge weest". Hetzelfde zou moeite loos van Michael Dukakis kunnen worden gezegd. De situatie waarin beide kandidaten zich nu bevinden, geeft ook aan dat er iets mis is met de manier waarop Ame rika zijn president kiest. De campagne duurt veel te lang. Er staat te veel op het spel. De verdeeldheid van de kiezers is zo groot dat een kandidaat kost wat kost moet voorko men dat hij allerlei indivi duen en groepen tegen de ha ren in strijkt. De mentaliteitsverschillen in de geografisch soms zeer ver van elkaar gelegen delen van de VS zijn zo aanzienlijk, dat een noorderling in het zuiden eenvoudig niet meer kan winnen, en een zuiderling in het noorden evenzeer kans loos is. Slechts met compro missen, vage beloften en veel theater kunnen de kandidaten het 'nationale' karakter van hun campagne overeind hou den. Bush en Dukakis hebben al te hardnekkig geprobeerd de geografische en mentali teitsverschillen te overbrug gen, met als gevolg dat ze niet over de echte vraagstukken hebben durven praten en niet echt hebben laten blijken wie ze werkelijk zijn. Hun poli tieke voorzichtigheid is daarom verworden tot een soort lafheid. Een en ander heeft overi gens ook te maken met het feit dat de gemiddelde Ameri kaan steeds minder geneigd is de sociale, economische en po litieke realiteiten van zijn land onder ogen te zien. Hij wil eenvoudig geen slecht nieuws horen. Hij is - de enorme begrotingstekorten ten spijt - niet bereid een cent belasting meer te betalen. Hij weigert te sparen en koopt liever de massa's geïmpor teerde goederen die de han delsbalans van zijn land zo ernstig hebben verstoord. Toen Walter Mondale vier jaar geleden aankondigde dat hij, als hij tot president zou worden gekozen, de belastin gen onmiddellijk zou verho gen, bracht hij zijn campagne de doodsteek toe. Van dat dilemma zijn Bush en Dukakis zich natuurlijk terdege bewust. Maar in plaats van de politieke moed op te brengen zich tegen het defaitisme en de valse hoop van miljoenen Amerikanen te verzetten, lopen ze met een grote boog om Amerika's meest nijpende problemen heen. Het staat nu al vast dat de Amerikaanse kiezer die hou ding zal afstraffen met een lage opkomst op 8 november, scepsis tegenover zijn leiders en algemene politieke passivi teit. Met andere woorden: Bush en Dukakis hebben, met de manier waarop ze deze campagne voeren, de Ameri kaanse democratie geen dienst bewezen. Maar met even goed recht zou men kun nen zeggen dat de Ameri kaanse kiezers zijn opgeza deld met kandidaten die ze, meer dan ooit, hebben ver diend. De conclusie lijkt boven dien onontkoombaar dat het niet aflatende optimisme van Ronald Reagan eveneens belangrijke factor is in j, houding van de Amerikaanse kiezers. Reagan is nooit de brenger van een slechte bood. schap geweest. Hij is de meest bittere realiteiten met een soms zeer onterecht opti. misme tegemoet getreden. Ej hij verborg de onaangename kanten van menig vraagstuk achter een retoriek die er bij een meerderheid van de Ame- rikanen in ging als koek. Rea. gans optimisme heeft een nieuwe opleving van Ameri- ka's zelfvertrouwen tot gevolg gehad. Bush noch Dukakis heeft nu de moed die ge- moedsgesteldheid te versto ren. Als ze dan al zouden doen, zouden ze zeker van het politiek toneel worden wegge- vaagd. Het enig positieve is dat Bush - die tot dusver de beste kansen heeft - en Dukakis na 8 november zonder twijfel weer zichzelf worden Het praktische verschil tussen beide mannen is niet bijzon der groot. Ze voelen zich het meeste thuis in het politieke midden. Ze hebben in hun loopbanen een reputatie van gematigdheid, bedachtzaam heid en geduld opgebouwd. Ze zullen Amerika niet opnieuw te lijf gaan met een 'keizer lijk' presidentschap, zoals Reagan dat heeft gedaan. Ze hebben beiden geen hang naar de luisterrijke aspecten van het Witte Huis. En ze zijn zich allebei bewust van de grote beperkingen die nu een maal aan het ambt kleven. Na de verkiezingscampgane ko men de onverbiddelijke reali teiten. Die realiteiten hebben - zo heeft de geschiedenis ge leerd - van menig zwak kan didaat een groot president ge maakt. Op 28 februari 1975 sloten in Lo mé, de hoofdstad van de West- afrikaanse staat Togo, de Euro pese Gemeenschap en 46 van haar voormalige koloniën een vijfjarige hulpovereenkomst af. Het zeer succesvolle samenwer kingsverdrag is sindsdien al tweemaal vernieuwd. Eind vol gend j aar moeten de EG en haar inmiddels 66 gesprekspartners in Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan het eens zijn over Lomé-IV, waarover vol gende week woensdag de onder handelingen beginnen. Volgens EG-diplomaten wordt het een zware onderhandelingsronde. Door Frans Boogaard DE EERSTE winst is binnen. Een kleine week voordat in Luxemburg de Europese Commissie, twaalf EG- ministers en vertegenwoordigers van de 66 ontwikkelingslanden met elk aar aan tafel schuiven om te praten over een nieuw vijfjarig hulpver drag, zijn in ieder geval de EG-lan- den onderling het eens geworden over hun onderhandelingsmandaat. Op het nippertje, want Griekenland, dat deze zes maanden de ministerra den van de EG voorzit, hield al reke ning met een extra-vergadering woensdagmorgen vroeg. Lomé-IV, dat in februari 1990 in werking moet treden en waarvoor woensdag de officiële onderhande lingen begonnen, is vooraf overscha duwd door forse meningsverschillen, die nog steeds niet echt uit de weg geruimd zijn. Het principe van de hulpverlening is niet in het geding, want over de voortzetting daarvan zijn de twaalf het na bijna drie Lomé-termijnen roerend eens. Maar de vraag hoeveel landen uit de EG-fondsen mogen putten, en onder welke voorwaarden, zijn binnen de EG steeds aanleiding tot felle disputen. Deze keer spitste Spanje, dat op 1 januari het EG- voorzitterschap van Griekenland overneemt en dus als zodanig ook zes maanden lang de Lomé-gesprekken moet leiden, het debat toe op de toe treding van de Dominicaanse Repu bliek en Haïti. Binnen de EG is men het erover eens dat een terughoudend beleid op zijn plaats is. Via Lomé worden nu al 66 landen gesteund. Dat is meer dan de helft van de totaal 123 bij de Ver enigde Naties aangesloten landen die in principe voor hulpverlening in aanmerking komen. Hulprelaties met te veel ontwikkelingslanden te gelijk betekenen niet alleen finan cieel een zware last voor de EG, maar ook administratief. Een uitzondering maakt Brussel voor Namibia, dat nu nog onder de invloedssfeer van Zuidafrika valt, maar dat volgens de secretaris-gene raal van de VN, Perez de Cuellar, wellicht in juni volgend jaar onaf hankelijk wordt. Elf EG-landen vin den dat Namibia dan net als elk an der Afrikaans land in de koek mag delen, maar Spanje vindt dat op het zelfde moment ook voor Haïti en de Dominicaanse Republiek de deur moet worden opengezet. De opzet van Madrid is duidelijk: via de Do minicaanse Republiek hoopt het ook met andere Spaahssprekende landen de banden nauwer aan te halen. Maar om precies dezelfde reden zeggen de andere elf nee: de toetre ding van vrijwel heel Latijns Ame rika is hen een te zware last. Spanje is er lang op uit geweest Haïti en de Dominicaanse Republiek de status van waarnemer te geven, maar om dat die normaal is voorbehouden aan kandidaat-Lomé-landen, ging ook dat de andere elf te ver. Voorlopig hebben de twaalf elkaar nu gevon den op het inrichten van een 'diplo matieke tribune'. Vertegenwoordi gers van Haïti en de Dominicaanse Republiek, alsmede die van andere derde landen, kunnen daarop plaats nemen zonder dat ze daar enig rechtsgevolg aan kunnen ontlenen. De vindingrijke aanpak van dit meningsverschil heeft bij de twaalf EG-landen model gestaan voor het tijdelijk 'oplossen' van een paar an dere meningsverschillen die binnen de twaalf nog moeten worden opge ruimd. Eén daarvan betreft de voor waarden waaronder Lomé-landen hun producten kunnen afzetten op de gemeenschappelijke markt. Van alle landbouwproducten uit de zoge naamde ACS-landen kan nu 96 pro cent zonder enige belemmering op de Westeuropese markt worden afgezet De Europese Commissie en ver schillende lidstaten (Engeland, West Duitsland, Nederland) willen dat percentage tot honderd optrekken, maar Italië en vooral Spanje verzet ten zich daartegen. Alweer om nieuwe conflicten voor te zijn, komt een eventuele verdere liberalisering van de landbouwexport nu later nog aan de orde. Datzelfde geldt voor de verplichting voor ACP-landen om in - 'goede' jaren de bedragen terug te betalen die ze in minder goede jaren hebben gekregen uit -een speciaal EG-potje voor tegenvallende resul taten uit de export van grondstoffen. Korthals Altes - FOTO DE STEM /J0HAN VAN GURP Het adviesorgaan van de be structurele maatregelen oir nilieu te stuiten. )e raad dringt bij minister gijpels aan op een heroverwe- png van het anti-verzurings- jeleid. Voorts acht hij in 1989 /erdergaande maatregelen no dig ten aanzien van de vermes- ing, het voorkomen van afval stoffen en de bodembescher ming dan de minister in zijn milieuprogramma aankondigt. De Milieuraad proeft in het leleidsstuk enige moedeloos- ïeid. „Diverse teksten maken jen matte, laconieke, vage, ver- lullende en weinig inspire rende indruk", aldus de raad in rijn commentaar op het milieu- jrogramma. „Het stuk is veelal e vaag en te vrijblijvend." toorts maakt de raad zich zor- ;en over de voortdurende ver- lindering van het aandeel van e overheid in de totale milieu- ;osten. Hij vindt dit in tegen- praak met de uitspraak bij het antreden van het huidige ka- inet, dat het milieu de vierde ijler van het overheidsbeleid De originele Brabantse Zult van Merkx geeft smaak en variatie aan brood, zuurkool, boerenkool of zelfgemaakte stamppotten. Geu rige, verfijnde bouillon dient als basis, subtiele tuinkruiden ge ven de heerlijke smaak. Vraag J naar ons receptenboekje of stuur even een kaartje. De democratie lijkt geen lang leven meer bescho ren. Als we filosofen mo gen geloven, ondanks hun uiteenlopende gedachten leidt de optelsom van het denken tot een logische toekomstvisie, staan we aan de vooravond van een vorm van dictatuur. Een dagelijks leven vol vrij heid blijheid voor ieder een behoort dan tot het verleden. Er komt, naar te verwachten is, een sys teem dat zich richt op het eerlijker overleven van iedereen. Door Jan van de Ven WE DRINGEN onszelf een dictatuur op. Niemand kan voorspellen, wanneer de stem van het volk (democratie) verstomt. Dat hangt af van de mate, waarin de mens zijn wereld opsoupeert. Versterkte verpesting van grond, water, lucht; gewetenloos opmaken van grondstoffen; negeren van armoe, dat alles drijft de zeggenschap over eigen doen en laten weg. De Nederlandse taal kent het gezegde: alleen een matig mens is zijn vrijheid waard. Alom valt waar te nemen, dat matiging niet wordt nage streefd. Iedereen wil wat de buren hebben, liefst meer. Be- drijven denken er niet aan een pas op de plaats te maken, omdat het streven naar winst geen grenzen kent. Overheden zijn eveneens grote slokops. Terugdringen van overheids uitgaven blijkt een nauwe lijks uit te voeren doel. Toch heeft de goegemeente de mond vol over het noodza kelijke stapje terug. Zure re gen, gaten in de ozonlaag, verdwijnen van regenwoud, gigantische overstromingen door ontbossing zijn stuk voor stuk ernstige signalen. De wil om te veranderen is er wel, maar wie komt ertoe de auto te laten staan en geen hard houten kozijnen aan te schaf fen? Dat beetje luxe heet geoorloofd, maar zal uiteinde lijk de oorzaak ervan zijn dat de onmatige mens zijn vrij heid verliest. Sla de grote denkers er maar op na. Hobbes, Locke, Rousseau, Marx, Foucault en nog enkele anderen meer: Hans Achterhuis heeft hun erfgoed bijeengebracht in 'Het rijk van de schaarste', een door. Ambo in Baarn uit gegeven overzicht van het menselijk handelen. Doen en laten drijven op economie: ge bruik of verbruik van schaarse middelea Het begrip schaarste ontstaat zodra twee of meer mensen hetzelfde wil len hebben. Of het nu een nieuw bankstel betreft of de lucht, die we inademen, groei van de wereldbevolking, maakt, dat alles kostbaar en voor velen onbetaalbaar is ge worden. De vader van 'vrijheid, ge lijkheid, broederschap', de Fransman Rousseau, heeft het 200 jaar geleden al in zijn geschriften duidelijk ge maakt. De verworvenheden van de Verlichting gaan ver loren als de maatschappelijke ongelijkheid, het mateloos verwerven van macht (grond, geld, aanzien) niet ophoudt. Rousseau stelt zijn lezers voor de keus: terug naar de na tuurstaat van de tevreden ge bruiker of verloren raken in despotisme. Rousseau stond niet alleen mede aan de wieg van een nieuwe, nog steeds voortdu rende, tijd; als geen ander worstelde hij echter met de voor hem zichtbare afloop. Na hem hebben vele denkers de kop gebroken over de vraag hoe het schijnbaar onafwend bare kan worden voorkomen. Zeg maar: het kwijtraken van democratische verworvenhe den: vrijheid, gelijkheid, broederschap. Niemand voelde of voelt ervoor de eigen zeggenschap (vrijheid) in te leveren. Desondanks glijdt de ark van de mensheid stuur loos naar de waterval, totdat iemand resoluut het roer grijpt. In naam van de broe derschap? Dat element van de Verlichting is tot dusver wei nig in de praktijk toegepast. Ooit ging het zo goed. Tot na de middeleeuwen, de ken tering vindt in de vijftiende, zestiende eeuw plaats, kent de Europese gemeenschap van volkeren - de toenmalig be kende wereld - nauwelijks armoe. Kleine samenlevingen (buurtschappen) hebben de beschikking over een stuk grond, waarvan zij het nodige mogen oogsten: groente, fruit, graan en hout om te stoken. Vee mag op het gemene deel grazen. En iedereen is tevre den. Er ligt een geheim achter de gemeenschappelijke ruimte: de meent, (deze meent komt nog in verschillende gedaan ten aan de orde) Elk lid van het groepje mag eraf halen wat hij voor direct gebruik nodig heeft. Daar wordt strikt de hand aan gehouden. De voorvaderen leven met de ge dachte, dat het nageslacht ook van de grond moet kunnen le ven. Zodoende lenen zij de aarde van hun kroost en ha len eraf wat het gezin op kan. En iedereen heeft te eten. Sterft een gebruiker gezins hoofd, dan gaan zijn rechten over op het achterblijvende gezin. Gemeenschappelijke grond, de meent, voorkomt honger. De vraag naar meer komt niet op. Aan de maatschappij van het complete evenwicht komt een einde als grond plotseling waarde krijgt. Adel neemt het in bezit en verdrijft het ge wone volk. Op dat moment ontstaat gebrek: werkloos heid, armoe, honger. Volk trekt naar stedelijke gebieden en verpaupert. Sindsdien zijn er tegenstel lingen: arm en rijk, bezitter en bezitloze, macht en on macht. Tot groot verdriet van denkers, die allemaal weten dat het afglijden naar de on dergang (het goede der aarde verbruiken in plaats van ge bruiken) begint met het af schaffen van de meent. Wat zij zich vooral afvragen is: hoe kan de mensheid het in stituut van de meent herstel len zonder in dagdromen weg te zinken. Herstel van het ge meenschappelijke gebruik van grond zou een dagdroom zijn. De klok laat zich niet te rugdraaien. Vandaag de dag zijn er teveel mensen om nog in middeleeuwse termen te kunnen denken. Er moet toch een uitweg zijn? Vele mogelijkheden zijn in de afgelopen eeuwen tot ideologie verheven en in praktijk gebracht. In het beste geval brengt een nieuwe zienswijze voor even verlich ting, maar uiteindelijk schie ten de pogingen tekort om de economie, het rijk van de schaarste, een andere wen ding te geven. Sinds Rousseau zijn vele denkers opgestaan om de vermanende vinger te heffen: hou op met het verga ren van meer dan u nodig heeft. Hans Achterhuis is een man van deze tijd. Toch zegt hij in navolging van de be roemde Fransman: verbeter de wereld, begin bij uzelf. Voor de omschakeling van de 'economie van het genoeg' naar de 'markt van vraag en aanbod' ging het toch goed. Na zo'n omschakeling zou we derom een omwenteling in ge drag niet al te moeilijk moe ten zijn. Geen video meer, omdat de buurman er een heeft. Minder de auto gebruiken en dat din? tot de draad verslijten. Glas in de glasbak en chemisch af val gescheiden inleveren. Weg met de vrieskist, die tot ham steren aanzet. De wederop standing van de verstandigs mens. Stel, het onverwachte ge beurt. Net als in de campagne tegen het roken krijgen de niet-rokers de overhand Overal staan bewust levende mensen op. Zij putten grond stoffen niet langer uit, verzie ken de aardbol niet lange-' met vaste en uitgestoten af val, gebruiken in plaats van verbruiken. Zij verbeteren de wereld door bij zichzelf te be ginnen. Daarmee staat a" minst vast, dat het geva® voor de dictatuur navenant afneemt. De toestand van de wereld is al hopeloos: rivieren bevat ten nauwelijks leven, vuilig heid hoopt zich op in oceanen, kwaliteit van drinkwat® loopt schrikbarend terug, grond raakt uitgeput. Plaatselijke verandering van mentaliteit helpt proble men van continenten niet op lossen. En continentale aan pak komt (per definitie) m® tot stand in onderlinge sa menwerking tussen regerin gen. Haar besluitvorming W te lang op zich wachten. De tijd dringt. Om iets leer baars van de wereld over6 houden zal er snel iets moet®1 gebeuren. Eerste aflevering van driede lige serie. len neer iet 1UPSJE NOOITGENOEG is de til 'en kinderboek van Eric Carle, t meer gegeten had, zonder o zaterdag chocoladetaart, eer -'r. Dat is te veel en het krijgt ■-' het een groen blaadje en toer ■ich in en wordt een wonderschoi gemier Lubbers moet dit soort DQo Gezweefd toen hij konin liet zeggen: „Het land is de jen^Dat geldt met name lucht er De ferme aanhanger en vurig marktdenken, in zichzelf redelijk eia waarin voor een goed milieu i reerde weer eens een paar par manier: We hebben een krachttoc oh yersterken - applaus van d ,uk mee, dat we niet al te scl Jrc en- Eerst centen, dan de ipKKn dam..het milieu. Nu we c' moeten we onze inspar iiiiferen Lubbers gelooft met ai jeu weer 'een wonderschone v °en hii echter gisteren tijdens neo et kon worden, gaf hij nie .me'de verwijten van de soci (nk - verhaal hadden. Jarer zijn we gebrandmerkt als po ipr«i ruikt de miljarden-meeva fen! 'y®1 om de ons bedreige ®n- Nee, het kabinet doet aar iet pi u beschikbaar voor meer totiJn e mil'eu nog zwaarder. 1 ve?i n 9es|agen. Conclusie Yf'^ger handen Ie rir o S wees deze opvatting v riilipn' X zAn eigen fractie gevra^ iq- vn"®J toezeggen. Hij zei 'pril ievnoHr d®.argumenten, maar d< Zn Kr-n dienen de rijksbegrotin linriprp <yen we kortzichtig boek lit jaa 0 die Lubbers laat ron >ie vp de gevatte D66-leic eiri n k, l,nen niet meer in een °P Nederland na.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 2