HOE MANAGERS EN VERKOPERS WORDEN GEKNEED BODY LANGUAGE H Een Belgisch café zonder drank KRO laai BRUSSELSE STUDIEDAGEN IN LEUVEN EN AMSTERDAM 'DRINKEN DOE JE SAMEN; NIET DRINKEN OOK' mÊÊKw Fij zit tegenover u en wrijft voortdu rend over haar kin, voelt aan haar oorlelletje en trekt aan haar neus. Een zenuwpees? Nee hoor, de vrouw voelt zich alleen niet op haar gemak en betast haar li chaam om een geruststellend houvast te krijgen. An der voorbeeld: „Prima idee", zegt de man, „dat zie ik wel zitten. Dat ga ik eens nader bestuderen". Maar zijn armen zijn over elkaar geslagen en zijn benen zijn van u weggekruist. Conclusie: meneer voelt er geen snars voor. Hij wil u zo gauw mogelijk de deur uit heb ben en u kunt rekenen op een afwijzing. Handpalm 800 Signalen Beklemmend Ziekenhuizen Misvatting Stimulans Mannen en vrouwen Treinen z Door Jan Handriks De onbewuste signalen die een mens uit zendt door houding, gebaren, en gezichts uitdrukkingen, verraden méér van wat er in zijn binnenste omgaat dan woorden. Lichaamstaal heet dat. Het is in feite de oudste woordloze communicatie die we kennen - en eigenlijk ook de meest eer lijke. Wie de lichaamstaal verstaat, kan soms dwars door iemand heen kijken. Psychologen maken er al langer ge bruik van; nu hebben ook uitgeslapen business-jongens zich meester gemaakt van deze wetenschap. De man die ze in Europa introduceerde als een methode om verkopers met meer succes op pad te sturen, is de Limburger André Nijssen (64). Een voormalig zakenman die op la tere leeftijd afstudeerde als econoom en sinds 15 jaar in het Belgische Leuven een adviesbureau en trainingscentrum voor het bedrijfsleven runt. Samen met zijn dochter Angela (27), die als psychologe en marketingdeskun dige aan zijn bedrijf is verbonden, heeft hij er een boek over geschreven: 'Verbale en non verbale verkoopkracht'Het is be stemd voor zeer ervaren commerciële mensen, die haarfijn krijgen uitgelegd hoe ze non verbale communicatie kun nen toepassen in zakengesprekken. Nijs sen geeft er ook cursussen en trainingen in en - zegt hij - de resultaten zijn verba zingwekkend. „Er zijn bedrijven die hun omzet meer dan verdubbeld zagen; het is een complete doorbraak!" De doorsnee-verkoper kletst te veel en let te weinig op zijn gesprekspartner, zo dat hij niet weet of zijn argumenten wel overtuigend overkomen. Nijssen Co leren hem te zien wat de klant denkt. „Als mensen er al in slagen hun echte emoties te verbergen achter een vriende lijk gezicht, dan zijn er toch maar weini gen die in staat zijn hun negatieve gevoe lens te verbergen in hun handgebaren", wordt hen voorgehouden. De handpalm speelt een heel belangrijke rol. Het tonen van open handpalmen is meestal een teken van sympathie, van openheid en eerlijkheid. Maar ook de houding van benen en armen spreekt vaak boekdelen. Zo is het aanraken van lichaamsdelen (auto-contactgedrag) een teken van spanning. Wie schijnbaar ge dachteloos in zijn wangen knijpt of over zijn kin wrijft, zit in spanning of twee strijd. „Bij twijfel heeft men behoefte aan steun, in de vorm van aan tederheid. Daarom streelt men zichzelf'. De armen beschermend voor de borst kruisen, in een halve soort zelfomhel- zing, is een barrière-signaal. Een verdedi gende slagboom, waarmee de gespreks partner zich wil beschermen. Rusteloos voetgewiebel, stijf tegen elk aar aangedrukte benen of benen die van de ander zijn weggekruist, zijn duidelijke signalen van afweer, net als in elkaar ge kruiste vingers. Daar moet de tegenpartij handig op inspelen en het over een an dere boeg gooien. Hij kan zijn partner al onbewust in een andere stemming bren gen door zelf een 'open' of ontspannen lichaamshouding aan te nemen. Zich naar de ander toebuigen, bijvoorbeeld, duidelijk zijn handpalmen laten zien. Hij mag in geen geval in een echo-hou ding gaan zitten, d.w.z. de houding van de tegenpartij weerspiegelen. Zoiets gebeurt haast automatisch. Als de een zijn benen van elkaar afhaalt maakt de ander onbe wust dezelfde beweging. In rollenspellen voor tv-camera's werd aangetoond dat een bepaalde houding onmiddellijk door de ander wordt overgenomen. „Meer dan de helft van wat wij een an der willen mededelen brengen we over zonder woorden", zegt Nijssen. „In elk gesprek van een half uur worden onge veer 800 non verbale boodschappen uit gezonden. Dat betekent dat niet-verbale communicatie in een verkoopgesprek zó belangrijk is, dat het een gesprek kan maken of breken. Toch worden prak tisch al die signalen over het hoofd ge zien omdat een Europees verkoper er nooit in getraind werd om ze op te van gen". W E André NIJssen: Volkomen onbewust handelt ledereen precies hetzelfde, zonder dat hij of zij dit ooit van zijn ouders heeft geleerd. - FOTO FRANS WELTERS Lichaamstekens liegen niet Ter gelegenheid van zijn 15-jarig be staan houdt het Advice and Training Centre ATC twee studiedagen over -li chaamstaal, en wel op vrijdag 21 okto ber in het Paleis voor Congressen in Leuven (met simultaanvertalingen in het Frans) en op vrijdag 4 november in het RAI Congrescentrum in Amster dam. Zes inleiders belichten acht ver schillende aspecten van het thema 'Li chaamstaal als non verbale verkoop kracht'. André Nijssen zelf houdt drie lezingen. Voor meer informatie: ATC, 's-Herto- genlaan 66, B 3000 Leuven, tel.09- 32 16 23 10 35. Zelfs de afstand die men tot elkaar houdt is al een vorm van communicatie. Net als de dieren beschermen ook wij ons territorium tegen buitenstaanders. Mensen die elkaar niet goed kennen zul len nooit dichter bij elkaar komen dan 50 centimeter. Wie die cirkel doorbreekt, wordt gezien als een indringer. Nijssen: „Daarop wordt door de ander automa tisch lichamelijk gereageerd. Hij gaat weg of achteruit om meer ruimte te krij gen, draait zijn lichaam af of laat op een andere manier zijn afkeuring blijken". Vandaar dat wij ons in ruimtes, waar we noodgedwongen dicht op elkaar zitte- n - in een trein of wachtkamer, bijvoor beeld-niet al te prettig voelen. Onbe wust worden dan bepaalde gedragsregels in acht genomen, waarbij men zich zo stijf mogelijk houdt en probeert de buren niet aan te raken. Gebeurt dat toch, dan zal men zich meestal snel verontschuldi gen, om aan te geven dat men de privacy van de ander niet wil schenden. Die kortstondige intimiteit werkt be klemmend. Dat zie je ook aan het liftge- drag in grotere gebouwen. Bij het instap pen wordt hooguit een groet gemompeld, maar verder blijft het doodstil. Iedereen staart naar het paneel dat de etages aan geeft en neemt een houding aan van be leefde onverschilligheid. De mensen wis selen neutrale blikken of wenden het ge zicht discreet af. Beleefde onoplettend heid heet dat. Dit ritueel luistert zeer nauw. Al te nadrukkelijk groeten is een pijnlijke inbreuk op de anonimiteit, maar iemand compleet negeren is even eens ongepast. Nijssen: „Volkomen on bewust handelt iedereen precies hetzelf de, zonder dat hij of zij dit ooit van zijn ouders heeft geleerd". Op feesten staan mensen doorgaans tussen 50 en 75 centimeter uit elkaar. Op die afstand kun je prettig converseren en toch eikaars territoriumgrens eerbiedi gen. Bij zakelijke gesprekken, die staande gebeuren, wordt meestal een af stand van 75 cm tot 1.50 meter aange houden. Nijssen: „Komt een vertegen woordiger dichterbij, dan zal de klant dat als onaangenaam ervaren, waardoor de verhouding vertroebeld en de zaak verknoeid kan worden". De begroeting - en zeker bij een eerste zakelijke kennismaking- heeft ook zo zijn eigen psychisch ritueel. Men kijkt elkaar aan, maar direct daarna zwerft de blik weer weg, want iemand aanstaren komt bijzonder onsympathiek over. Te weinig oogcontact is ook weer fout. Wie voortdurend langs de ander heen kijkt of op zijn papieren tuurt, geeft daardoor verlegenheid aan, straalt onzekerheid uit, maar brengt soms ook argwaan over. ATC beperkt zich niet tot de commer ciële sector, want volgens Nijssen wordt er op alle terreinen van het maatschap pelijk leven „onstellend mis gecommuni ceerd". „Wij trainen bijvoorbeeld ook de rijksuniversiteit in Maastricht", zegt hij. „Voorlichters, professoren, telefonistes, allemaal moeten ze toch iets kunnen overdragen. Nou, dan is zo'n cursus in moderne communicatie-technieken geen overbodige luxe. De universiteit van Groningen heeft ons ook gevraagd. We zijn nu bezig een training op te zetten voor ziekenhuizen, want vooral in de me dische wereld denkt ieder in zijn eigen discipline en kan men zich maar moeiüjk verplaatsen in de wereld van een ander. De mensen zelf geloven vaak niet dat 't zo is, maar als we ze aan de hand van rollenspellen met video laten zien hoe snel je communicatie-stoornissen krijgt, raken ze laaiend enthousiast." Mooi, maar is dat geen gepreek voor eigen parochie? Training zus, training zo, het is - net als alle mogelijke thera pieën - een modeverschijnsel geworden, waar psychologen en instituten als ATC klinkende munt uitslaan. Neem de li chaamstaal: je hebt toch geroutineerde topverkopers, die nauwelijks scholing hebben gehad, maar topomzetten maken omdat ze een natuurlijke feeling hebben voor de omgang met mensen. Wat heb ben zij nou nog aan een dergelijke trai ning? Nijssen glimlacht. „Ik geloof niet in natuurtalenten. Ook die moeten getraind en ontwikkeld worden, De beste talenten moeten zelfs het meest getraind worden, kijk maar naar Cruyff. Iemand kan er wel gevoel voor hebben, maar hij staat toch sterker als hij de technieken be heerst. Het non verbale is overigens maar een onderdeel van de skills, van de vakkennis dus. Het is een extra dimensie die wij eraan toevoegen. In Amerika worden zelfs rechters getraind in body language, want daar kunnen ze in de rechtszaal hun voordeel mee doen, Spreekt iemand zich tegen, let dan eens op zijn non verbale signalen, die zijn het eerlijkst. Dat geldt ook voor andere si tuaties, sollicitatie-gesprekken bijvoor beeld. In onze selectie-afdeling, waar we veel mensen doorlichten voor alle moge lijke bedrijven, merken we dat er vaak gelogen wordt dat het barst. Als we er niet zeker van zijn dat een kandidaat de waarheid zegt, letten wij op zijn non-ver- bale houding. Dan komen de oneerlijk heden er heel duidelijk uit. Dat geven de sollicitanten non verbaal aan-en daar kun je gebruik van maken". Tenzij je iemand tegenover je krijgt, die ook getraind is in lichaamstaal. „Nee, dat heb je nauwelijks onder controle. Dat zijn onbewuste houdingen, die laten zich niet maskeren". Hij zegt het met open blik, maar schuift toch wat ongemakkelijk op zijn stoel. Spreekt hij de waarheid? Kom daar maar eens achter als je geen training hebt gehad. r oeveel er in België zijn, weet hij niet; wel dat elke alco holist er één te veel is. Jean Canivet (42), zelf ex-drinker, is nu barman in Brussel. In een café zonder bier, waar probleemdrinkers elkaar van hun kwaal afhelpen. Door Frans Boogaard „Het moeilijkste van stoppen met drin ken is het juiste moment daarvoor kie zen. Je moet willen, het moet helemaal uit jezelf komen. En dan nog heb je veel steun van anderen nodig. Die steun pro beren we elkaar hier te geven." Jean Canivet, ex-alcoholist, zakenman en in zijn vrije tijd onbezoldigd barkee per, schenkt met vaste hand twee koffie m. Samen met drie andere ex-drinkers bedient hij bij toerbeurt de bezoekers van 'Het Andere Café', een voor België unieke drankgelegenheid in de Brusselse Marollenwijk. Een praatgroep van ex- drankverslaafden in het nabijgelegen Saint Pierre-ziekenhuis nam er op voor stel van een paar artsen het initiatief voor, en inmiddels heeft 'Het Andere Café' er zijn eerste zes maanden opzit ten. In een land dat pronkt met zeshon derd biersoorten van eigen bodem is het een bijna profane instelling, want iets sterkers dan koffie of cola is hier niet te krijgen. Maar toch trekt 'Het Andere Café' viermaal per week tientallen be zoekers, die in de witgeschilderde ruimte aan de Rue de l'Abricotier komen scrab belen, een kaartje komen leggen, en vooralkomen praten. Over hoe mooi een leven zonder drank kan zijn. En hoe moeilijk het is dat te bereiken. De Marollenwijk in Brussel is een typi sche probleemwijk. Verkrotting, veel werklozen, grote aantallen buitenlanders en een vanouds sterk sociaal leven, dat zich wel grotendeels in de cafés afspeelt. Die omstandigheden noden tot drinken. Toch is het volgens de barman van 'Het Andere Café' een enorme misvatting te denken dat zware drinkers per definitie probleemdrinkers zijn. „Het omgekeerde klopt. Wie drinkt neeft problemen. Op het werk, in het gezin, of financieel. Maar het is zeker niet zo dat drankmis bruik altijd het gevolg van persoonlijke moeilijkheden is. Je hebt er een aanleg voor, of niet - zo simpel is het." Jean Canivet zelf had die aanleg. Op zijn zestiende begon hij met drinken, en zestien jaar lang hield hij stug vol. „Zon der reden. Ik was opgegroeid in een nor maal milieu. Niet rijk, maar genoeg te eten. We werden niet geslagen. En toch ben ik zestien jaar alcoholist geweest. Tien jaar geleden ben ik voor de eerste keer gestopt en vier jaar geleden, nadat ik was herbegonnen, voor de tweede keer. Achteraf besef ik dat het de drang om te leven was, maar op het moment dat ik stopte, wist ik niet wat mij be woog. Voor veel mensen houdt het leven, op als ze stoppen met drinken. Voor mij begon het toen pas." Volgens Canivet went het lichaam heel snel aan een leven zonder drank - „in twee weken ben je schoon" - maar heeft de geest meer moeite zich aan de nieuwe situatie aan te passen. „In je eentje van de drank afgaan is uitgesproken moei lijk, bijna onmogelijk. Daarom is deze bistro zo belangrijk. Praten met mensen die ook aan het ontwennen zijn of daar( al in geslaagd zijn, kan een enorme sti mulans zijn. Bovendien is hier niets ver plicht. Je loopt binnen en bestelt wat, en je kijkt rond. Vragen worden hier niet gesteld." De artsen van het nabijgelegen Saint Pierre-ziekenhuis, aldus Canivet, bieden slechts hulp op verzoek, en dat geldt ook voor het Openbaar Centrum voor Maat schappelijk Welzijn, dat het pandje aan de Abrikozenboomstraat beschikbaar stelde. Canivet: „De artsen die ons bege leiden gaan ervan uit dat alcoholici het best door ex-alcoholici kunnen worden opgevangen, en dat is een zeer juiste op vatting. Maar tegelijk is het een hele ge ruststelling dat ze beschikbaar zijn. Veel andere dokters weten gewoonweg niet wat ze met probleemdrinkers aanmoe ten. Die schrijven dan bijvoorbeeld me dicijnen voor die in combinatie met drank levensgevaarlijk zijn. Als je dat een keer hebt meegemaakt, denk je de tweede keer wel na voordat je zo'n dok ter weer eens opzoekt." In 'Het Andere Café' is het nu rustig. Een overjarige radio strooit op de ach tergrond wat populaire klanken uit. Drie vrouwen zoeken in de bioscooprubriek Jean Canivet serveert koffie in zijn drankloos café: „Er is hier begrip, en een mate die alleen ex-drlnkers voor drinkers kunnen opbrengen - foto oaW van de 'Soir' naar een geschikte film. Volgens Canivet is het aantal mannen en vrouwen met een drankprobleem onge veer gelijk. Op de tafels pakjes Choco- drink, Cola, Seven-Up en Sirope de Menthe. 'Het Andere Café' is geen kuuroord, maar verschillende ex-drinkers die in Malmédy een ontwenningskuur hebben gevolgd bezoeken graag deze risikoloze gelegenheid vol lotgenoten. Canivet: „Er is begrip, en dat in eer' mate die alleen ex-drinkers voor driniö' kunnen opbrengen. Hoewel bij son®11' gen die herbegonnen zijn de schaamte® groot is, dat ze ook hier niet meer durve» komen. Die mensen zijn reddeloos. Das' kunnen zelfs wij niks meer aan doen." Het Andere Café, Abrikozenboomstraat 3, Bnss4 elke maandag, donderdag, vrijdag en zaterdag van tot half negen. Tel.: 09/322 51172 92. „In België bekruipt me gevoel dat ik zo vierkan zo hard en druk pr Rla Groe i.ï...•..iriiïiiiiiiii.lriiiViii.ii MORGEN precies tien jaar gé leed in kamer 305 van het Bobi kenhuis in Parijs de Brusselse nier Jacques Brei. Tien jaar nt door longkanker na een letter] brand leven, spoelt een golf va Door Frans Boogaard BRUSSEL - Deze maand nog krijgt hij in België zijn eigen postzegel, een eer die hij deelt met het staatshoofd. In Berlijn, Parijs, Londen, Tokio en New York worden of zijn tentoon stellingen aan hem gewijd. De Chinese radio draait bijna da gelijks zijn chansons, waarvan de teksten begin dit jaar in het Russisch zijn uitgegeven. En in het Brel-museum in Brussel komen nog elke week honder den fans hun idool opzoeken. Brei een fenomeen? Het lijkt een understatement. Zijn biograaf Johan Anthie- rens noemt hem 'de laatste Bel gische aardbeving', zijn vriend Franz Jacobs 'het leven zelf'. Maar hoe te verklaren is dat de Brusselse zanger tien jaar na zijn dood nog steeds zoveel emoties oproept, zelfs bij men sen die hem nooit levend heb ben aanschouwd, weet nie mand. Zijn tweiede dochter France aarzelt niet haar vader 'de meest complexe mens ter wereld' te noemen. Een vat vol tegenstrijdigheden, altijd op zoek naar het onvindbare. Morgen is het tien jaar gele den dat Jacques Brei overleed, aan longkanker na een letter lijk opgebrand levea Drank en Gauloises maakten daar deel van uit, naast hard werken om iedere keer weer het onbereik bare te bereiken. Brei was een natuurtalent, zeggen veel van zijn bewonderaars, maar Brei zelf wist beter. „Talent is zin hebben om iets te doen," zei hij in 1967 tegen zijn vriend Henri Lemaire. „Al de rest is zweet en discipline. Kunst? Ik weet niet wat dat is. En kunstenaars? Ik ken ze niet. Ik geloof alleen maar dat er mensen zijn die hard aan iets werken. Het toeval van de na tuur, daar geloof ik niet in. Praktisch niet." Brei, jongste uit een gezin met twee kinderen, werd 8 april 1929 in Brussel geboren. Zijn jeugd is somber, stil en ver stard. „Ik wilde een trein ne men die ik nog nooit had geno men," zingt hij in 'Mon enfan- ce'. In heel Brels oeuvre komen nogal wat treinen voor, sym bool van zijn onstuitbare drang tot reizen. Op school gaat het slecht, en Brei begint al op zijn achttiende te werken in het fa miliebedrijf, de kartonfabriek Vanneste en Brei'. Het werk ligt hem niet, en al snel zoekt hij een andere baan. «gin '53 neemt hij in Brussel Ain eerste 78-toerenplaat op, me hem in contact brengt met Jacques Canetti, directeur van net Parijse Theatre des Trois Baudets. Brei wijkt uit naar «rijs, maar moet toch nog zes laar sappelen voor hij met 'Ne me quitte pas' de Rive Gauche Plat krijgt. In eigen land is hij dan al ja ren beroemd. In het Casino van Door Jan Koesen HILVERSUM - Enige ja- geleden maakte de KRO twee televisieseries ?ver het thema 'Ik hou van Een cameraploegje Sihg mensen vragen waarom en hoeveel ze van mkaar hielden. Dat werd ontroerende televisie. Het was een idee van Nipkow- wmnaar Kees Boomkes, ore kort daarna overleed. In zijn stijl, en te zijner herinnering, heeft de KRO een vergelijkbare serie ge maakt. ^an je familie moet je het nebben' is gemaakt door ?°°rnkes' redactieleden Erik «tour (thans producer) en

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 24