>ie
DE SCHERMEN
'West Side
Story moet
drie seizoenen mee'
'Het komt uit je benen'
LINDA LEPOMME
PTEMBERiop.
ERDAM
DE STEM VAN DONDERDAG 15 SEPTEMBER 1988
INTUÏTIE
GEMOTIVEERD
VOORSTELLINGEN
RESERVES
HET ENTHOUSIASME VAN CHOREOGRAFE YEN STOLK:
SPOTTEND
ERVARING
FORMIDABEL
Reinbert de Leeuw
prijzen voor mime'
jouden Theaterdag
andse Choreografie-
eprijs. Voor de musi!
n aanmerking 'Max
bs Brink, 'Evita' en
ren Theaterdansphjs
nomineerden: Cathé-
m Amyot en Fiona
iregen de belangstel-
rtistieke theater ten
valt natuurlijk nog te
en de KRO doen in
est om de 'wisselwer-
ubliek en de serieuze
vergroten'. De KRO
dat: „Nederland niet
de Verenigde Staten
:t bijzonder van Cali-
beperkt zij zich ook
g van het gala, maar
ld deze winter ook
en 'De getemde feeks'
uit in de brutale regie
glaamse theatermaker
ast dienstverband bij
- FOTO PAN SOK.
I t Kraaykamp en Nelly
en in een succes uit de
e Humorist' van John
Paul Steenbergen des-
De nieuwe Haagse
de uit oud-gedienden
Comedie, speelt 'The
Agatha Christie,
is weer terug te zien in
stuk, 'Separation'. Het
eep uit een kwalitatief
anbod, dat te zien zal
ibrabantse theaters.
godzijdank, de peiler
van de schouwburgen
moeite neemt om be-
>ok te luisteren, kan dit
it meer dan voorheen -
Ipelervaringen opdoen.
directrice KNS.
- FOTO ARCHIEF DE STEM
irpse schouwburg staan
se gastvoorstellingen oj>
a, zoals 'De Humorist'
lorne met John Kraay-
telrol en 'Jeanne d'Arc'
an Dalsum. Bovendien
bruari een Franse gast-
jegeven van 'Gengri
nry Bauchau; een thea-
geregisseerd door de
■Claude Drout en Pierre
t Théatre National de la
28 januari (15.00 uur)
tadsschouwburg van de
n grote kostuumverkoop
iet befaamde atelier van
ans. Toneelkostuums ult
i-voorstellingen worden
prijzen verkocht.
A52
Llnda Lepomme, directrice en ac
trice/zangeres bij Het Koninklijk Bal
let van Vlaanderen.
- FOTOJEAN-MARIEBOTTEQUIN
Op 14 oktober gaat in Antwerpen de Ne-
I derlandstalige versie van 'The Westside
Story' door het Koninklijk Ballet van
Vlaanderen in première. Daarna volgt een
toernee door Nederland en België, die drie
seizoenen zal worden voortgezet. De klas
siek geworden musical uit 1958 van Arthur
Laurents, Leonard Bernstein, Stephen
Sondheim en Jerome Robbins (choreogra
fie en regie) krijgt een geheel nieuw arran
gement van Max Smeets en en nieuwe cho
reografie van Yen Stolk. De regie is van de
Britse toneel-, musical- en operaregisseur
Stefan Janski. Er is een Vlaams-Neder
landse cast met 35 man. De hoofdrollen
worden gezongen en gedanst door Daan
van den Durpel als Tony en de jonge, klas
siek geschoolde zangeres Anne Clicteur als
Maria. Deze 26-jarige Brugse werd na een
hele reeks audities uitverkoren.
Het Koninklijk Ballet van Vlaanderen gaat
dit seizoen ook nog door met voorstellingen
van 'Evita', 'My fair lady' en 'Me and my
girl'. De musicalafdeling is samen met het
klassieke balletgezelschap gevestigd in twee
schitterende, 18e eeuwse panden in de Ant
werpse Keizerstraat, vlak naast de impo
sante woning van burgemeester Rockox, de
Antwerpse burgervader uit de tijd van Ru
bens. De dichtheid aan cultuurmonumen
ten is in deze buurt zeer groot. Barokke ker
ken en patriciërshuizen staan zij aan zij.
Adjunct-directrice van het Koninklijke Bal
let voor de musicalafdeling is de 33-jarig
zangeres en actrice Linda Lepomme, zelf
Eliza Doolittle in 'My fair lady' en ook 'un
derstudy' voor de Maria-rol (plaatsvervang
ster wanneer Anne Clicteur mocht uitval
len), Hoewel uiterst tenger en bleek legt zij
een gigantische werkzaamheid aan de dag.
Terwijl wij met haar praten, klinken uit de
diverse studioruimtes in de Keizerstraat al
lerlei soorten klassieke balletmuziek. Vla
gen uit 'I feel pretty' door hoge meisjes
stemmen dringen iets moeilijker tot haar
kantoor door. Iedere vijf minuten gaat de
telefoon voor 'mevrouw de adjunct-directri
ce'. Het bemoeilijkt het gesprek. Maar
Linda Lepomme büjft kalm.
Door Marjan Mea
IN maart 1985 vertegenwoordigde de
Belgische zangeres Linda Lepomme
haar land op het Eurovisie Songfestival
met het liedje 'Laat me nu gaan'. In
juni van datzelfde jaar werd zij be
noemd tot adjunct-directrice van Het
Koninklijke Ballet van Vlaanderen en
artistiek leidster van de musicalafde
ling.
Maar zij had dan ook al een rijke musi
calervaring achter de rug bij Arena in
Gent. Daar had zij Eliza Doolittle in
'My fair lady' gezongen en hoofdrollen
in tal van andere muzikale produkties.
Arena ging failliet omdat slechts in
kleine zalen kon worden opgetreden
voor amper driehonderd man.
Een betreurenswaardige afloop van
een inmiddels zo aardig begonnen mu
sicaltraditie in Vlaanderen. Dat von
den ook directeur Van der Bruggen en
de voorzitter van de raad van beheer
van Het Koninklijk Ballet van Vlaan
deren. Als rechtgeaarde musicallief
hebbers kwamen zij op het gouden
idee om een deel van Arena organisa
torisch en financieel onder te brengen
bij hun gesubsidieerde balletgezel
schap. Zes mensen van Arena kwamen
in vaste dienst. Voor het overige zou
gebruik worden gemaakt van middels
audities aan te trekken Nederlands en
Vlaams talent. De ambitieuze Linda
Lepomme kreeg de artistieke leiding,
waaraan zij zelf de voorwaarde ver
bond dat ze mocht blijven optreden.
„Ik kan niet leven zonder te spelen.
Dat kunnen ze me niet afnemen", zegt
zij. „Ik houd van uitdagingen. Dat
Anne Clicteur en Daan van den
Durpel spelen de rollen van Maria en
Tony In de 'West Side Story'.
- FOTOJEAN-MARIEBOTTEQUIN
heeft te maken met mijn temperament.
Ik ben altijd al een bezige bij geweest.
Ik vind mijzelf te jong om alleen op
een directeursstoel te zitten. Ik heb al
tijd al willen dansen en zingen. Op
mijn twaalfde wist ik dat ik niets an
ders wilde doen. Als kind was ik al gek
op films waarin gedanst werd. En
waarin alles een beetje romantisch was
en goed afliep. Dat is altijd zo geble
ven. Ik ben misschien wat lichtgevoe
lig. Ik zie niet graag dat mensen pijn en
ellende hebben. Dat gevoel vind je ook
terug in de grote musicals. Hoewel... in
'Evita' niet natuurlijk. En de 'West
Side Story' eindigt ook droevig."
„Die musical was een keuze van mij
zelf. Ik kies ons repetoire op mijn in
tuïtie. Ik volg mijn neus en hoop dan
dat ik op tijd plotselinge veranderin
gen in trends voor kan blijven. Die
keuze heeft ook te maken met een
tijdsgevoel. Vandaar ook het succes. Ik
had het gevoel dat de tijd rijp was voor
het uitbrengen van die oude musical
successen, die Broadway-evergreens.
Het is geen uitgesproken beleidspoli-
tiek, maar meer een manier om een be
gin te maken met een musicaltraditie,
die we hier niet hebben. Een pianist
"moet ook eerst toonladders oefenen
voordat hij aan Bach en Mozart begint.
In onze twee landen zijn weinig men
sen die dit vak kennen, een opleiding
en ervaring hebben. Daarom zijn wij
begonnen met musicals die hun kwali
teit niet meer behoeven te bewijzen,
maar waarin we ons helemaal kunnen
concentreren op de uitvoering."
„Wij hebben op de eerste plaats de
taak om zo'n musical goed uit te voe
ren. In een later stadium kunnen we
misschien nieuwe musicals gaan creë
ren. Rome en Parijs zijn ook niet op
één dag gebouwd. Ik heb regelmatig
contact met schrijvers en componisten
uit Nederland en België. Als ik werke
lijk iets goeds krijg aangeboden dan
sluit ik het niet uit dat we ook eigen
tijdse musicals gaan spelen."
Waar komt dat enorme succes nog
meer vandaan Tenslotte zijn alle
voorstellingen van het KBVV, het
enige repertoiregezelschap op musical-
gebied, voortdurend uitverkocht.
Vooral in Nederland.
„Ik denk", aldus Linda Lepomme,
„dat de enorme inzet en het enthou
siasme van de medewerkers afstraalt.
Iedereen is zo ontzettend gemotiveerd.
En dan hoor ik wel honderd keer dat er
zo'n Vlaamse warmte van ons afstraalt.
Jonge artiesten poseren als de 'Sharks' uit de 'Westside Story' bij Het Koninklijk Ballet van Vlaanderen.
Als dat zo is, moeten we die zeker blij
ven meebrengen. Zonder de Neder
landse schouwburgen zouden wij trou
wens nauwelijks bestaansrecht hebben.
Wij hebben hier maar tien grote
schouwburgen. Jullie hebben er wel ze
ventig; allemaal mooie, grote zalen
waar we met onze produkties gemak
kelijk kunnen staan. Bij ons zijn er en
kel culturele centra, van die turnzalen
waar basketbal wordt gespeeld en waar
's avonds een volkszanger mag optre
den. Polyvalente zalen, noemen ze dat.
Een woord dat niets dekt, want het is
gewoon rampzalig."
„Onze taakstelling is om reisvoorstel-
lingen te maken. Aangezien ons pro-
dukt Nederlandstalig is, zijn we wel
aangewezen op onze Noorderburen.
Als we dit succes in Nederland niet
hadden gehad dan was de kans groot
geweest dat we niet eens meer beston
den. De subsidies dekken de loonkos
ten niet eens, laat staan de produktie-
en reiskosten. We moeten tenminste
honderd voorstellingen van één pro-
duktie geven om een effectief afschrij
vingsproces te ontwikkelen. Ik denk
dat de West side Story alles bijelkaar
vier miljoen gulden gaat kosten.
Daarom moet rnj ook drie seizoenen
mee."
Linda Lepomme bekent dat de vo
rige musicalsuccessen er de oorzaak
van zijn dat er nu zo halsreikend naar
de West Side Story wordt uitgekeken,
dat het haar bijna benauwt.
„Wij voelen ons net als een voetbal
club die de wereldcup heeft gewonnen
Met zo'n verovering valt moeilijk te 1'
ven omdat je weet dat je niet meer c_
der die kwaliteit mag komen. Dat geeft
een grote druk. Toen wij met 'Evita'
begonnen, hadden Nederlandse vak
mensen nogal wat reserves. Zoiets kon
toch niet hier. Maar nu is 'Evita' geno
mineerd voor de Nederlandse musical-
prijs. Van de Westside Story werd eerst
ook gevonden dat het eigenlijk niet
kon. Stel je voor, zo'n klassiek meester
werk."
Is het doelbewust dat er in iedere
KBW-musical ook een aantal Neder
landse artiesten optreedt
„Ik vertrek niet van het standpunt
dat er per se Nederlanders bij moeten.
Ik laat me niet onder druk zetten.
- FOTO J.M. BOTTEQUIN
Maar we hebben nu eenmaal wel zes
miljoen Nederlands sprekenden in ons
gebied, dus is het logisch dat er ook
Nederlanders meedoen. Maar het gaat
mij op de eerste plaats om de kwaliteit
en niet om de nationaliteit."
Linda Lepomme lijkt lichtelijk gepi
keerd als we de verstaanbaarheid van
sommige Vlaamse artiesten ter sprake
brengen.
„Jullie doen niet veel moeite om ons
te verstaan. Je moet even je oren open
stellen. Je hoort zelden klachten over
Urbanus en die spreekt toch ook geen
hoog-Nederlands. Als ik naar 'Cats' ga
kijken - en die heb ik driemaal gezien
- dan versta ik er geen woord van.
Maar ik vind het wel een schitterende
produktie."
Dat brengt ons op Linda's overvolle
bestaan waarin behalve het directoraat
ook optredens en het bezoek aan voor
stellingen van collega's een ruime
plaats innemen. „Ik spendeer al mijn
spaarcentjes aan musicalbezoek in
Londen. Daar ga ik om de drie of vijf
maanden naartoe. Verder zie ik veel in
Nederland; toneel, opera, operette van
Froum. Ik heb geen privéleven, neen.
Dit is mijn leven. Nou ja, een heel
klein beetje privé is er wel."
Door Mar/an Mes
OVER choreografe Yen Stolk van 'The
West Side Stor/ zegt Linda Lepomme,
dat ze beter in Amerika of Engeland
geboren had kunnen zijn. Omdat ze
dan wellicht nu een internationale be
roemdheid op haar vakgebied was ge
weest.
Zelf is de 42-jarige Vlaamse, voormalig
klassieke balletdanseres, jazzdocente
en choreografe wat bescheidener. Zij
lacht veel, praat heel wat minder en
doet - haar beroep eigen - erg veel met
gebarentaal. Ze houdt haar zinnen
graag kort. Liever zou ze helemaal niet
spreken en alles fysiek uitbeelden. Ver
legen is ze ook. Achter een 'pintje' in
een theatercafé bij de Antwerpse
schouwburg straalt ze echter een op
vallend groot enthousiasme voor haar
werk en de de medewerkers aan 'The
West Side Story' uit.
Samen met de Britse regisseur Ste
fan Janski was zij eerder verantwoor
delijk voor de beweging van 'My fair
lad/. 'Me and my girl' werd ook door
haar gechoreografeerd. Met Janski
werkt zij nu samen aan de totstandko
ming van The Westside Story'. Pas nu
dringt het eigenlijk tot haar door welke
verantwoordelijkheid op haar rust.
„Bij My Fair Lady," zegt zij, „was ik
me daar nog niet zo van bewust. Maar
na alle vorige successen van het Ko
ninklijk Ballet wordt er met zulke
hooggespannen verwachtingen uitge
zien naar 'The West Side Story', dat ik
er bijna nerveus van zou worden. Ik zet
me daar goed overheen. Alleen het
tijdgebrek maakt me wel een beetje
angstig. Tien weken voor de repetities
is weinig. Maar het is altijd te weinig.
Dan denk ik maar aan mijn grote leer
meesteres, Jeanne Brabants. Die zei al
tijd: 'Dat kind moet op tijd geboren
worden. Dat moet er dus maar zijn'.
En zo is het natuurlijk ook. Er is ten
slotte nog nooit een première niet door
kunnen gaan."
Yen Stolk reageert een tikkeltje spot
tend als wij veronderstellen dat deze
eerste Nederlandstalige 'West Side
Story' een kopie wordt van de Broad-
way- en filmversie van choreograaf/re
gisseur Jerome Robbins. „Geen sprake
van. Geen haar op mijn hoofd die er
aan denkt om naar het grote voorbeeld
te kijken. Ik wil zo creatief mogelijk
blijven. Ik vertik het om ook maar één
pas van een ander te gebruiken. In de
film zag je dansfragmenten. Hier moe
ten wij die dans invullen, omdat je in
het theater niet even een ensemblestuk
kunt afwisselen met een close-up.
Het idiote is dat ik die film wel prak
tisch uit mijn hoofd ken. Als zestienja
rige dansstudente stopte ik al mijn
spaarcentjes in het bioscoopbezoek
aan The Westside Story'. Ik was er he
lemaal gek van. Ik moet echt mijn best
doen om die film uit mijn hoofd te
bannen. De choreografie van Robbins
ken ik bijna van buiten. Ik moet heel
goed oppassen dat ik niets herhaal."
Yen Stolk noemt zich met enige trots
'de eerste vrouwelijke choreografe van
'The Westside Story'. „Maar de dan
sers zijn blij met hun mannelijke bewe
ging," zegt zij. „Voor de gevechten tus
sen de Sharks en de Jets heb ik me
trouwens laten adviseren door deskun
digen, want daar weet ik niets van. Ik
weet trouwens zeker dat ik dit nooit op
mijn 25ste had aangedurfd. Nu kan ik
het wel. Nu ben ik er rijp voor. Kan ik
putten uit vak- en levenservaring. Ten
slotte heb ik op dansgebied bijna alle
Choreografe Yen Stolk van 'The
West Side Story'; Geen kopie van
oude versie. - foto kon. ballet
genres en technieken doorlopen. Het
maken van zo'n grote musical is echt
teamwork. Eén grote familie met zijn
allen. Een formidabele groep, die zes
uur per dag repeteert. Wij van de artis
tieke staf komen wel op twaalf uur per
dag."
Yen Stolk schrijft niets uit. Geen be
weging komt op papier. Ze had voor
dat ze aan 'The Westside Story' begon
het concept in grote lijnen voor ogen.
Tijdens de repetities werden de details
uitgewerkt. „De dansers," vertelt zij,
„inspireren mij ook. Doordat zij be
paalde dingen doen, krijg ik weer
nieuwe ideeën. Bovendien moet je je
aanpassen aan de dramaturgische eisen
van de regisseur. Eigenlijk is het een
raadsel hoe zoiets groeit. Het komt uit
je benen en je armen. Het is een gevoel.
Je moet muzikaal zijn en dan ontstaat
het allemaal al doende."
„Wel heb ik van tevoren wekenlang
op de partituur van Leonard Bernstein
zitten studeren en naar de eigen orkest-
band van Max Smeets geluisterd. Die
heb ik stuk gedraaid. Die muziek is zo
ontzaggelijk gecompliceerd. Je kunt
bijna geen danspas afmaken, omdat de
ritmes en maatsoorten zo snel verande
ren. Je moet voortdurend op je hoede
zijn voor de tegenritmes. De uitdaging
is dat we uitgaan van een heel nieuw
muziekarrangement en van een heel
andere klankkleur dan in de oorspron
kelijke versie."
„De mensen realiseren zich dat meestal
niet zo, maar de muziek en dans van
toen zijn natuurlijk toch enigszins ge
dateerd. De jazzdans en geluidstech
niek zijn in 25 jaar zo geëvolueerd, dat
je nooit zou kunnen volstaan met een
kopie. Met~een orkest van vijftien man
kunnen we thans door de elektronica
een sound creëren die lijkt op een sym
fonieorkest met zestig mensen. De
stappen van Jerome Robbins zijn nog
altijd formidabel, maar inmiddels is er
nog zoveel meer bij gekomen.
Stefan Janski wilde ook geen stap
pen uit 1958. Hij dacht zelfs eerst aan
een Westside Story anno 1988 in een
Nederlandse of Belgische situering.
Maar daarvoor is het verhaal toch te
zeer gebonden aan de Newyorkse si
tuatie in de jaren vijftig. Aan een echte
klassieker moet je niet teveel gaan sleu
telen. Het grappige is dat 99 procent
van het publiek altijd zegt: als je tien
minuten in de zaal zit, ben je de film
helemaal vergeten. Een live-gebeuren
is zo heel anders. In de film zong alleen
Rita Moreno. Natalie Wood zong als
Maria niet eens zelf."
Bij Yen Stolk sloeg het jazzdansvirus
toe toen zij als jonge klassieke dansstu
dente een cursus bij Kurt Jooss had ge
volgd. Hoewel zij later zelf danste bij
o.a. de Koninklijke Vlaamse Opera
werd zij choreografe van televisieshows
van de BRT, waarin ze tevens zelf op
trad. In 1971 werd zij de eerste jazz-
dansdocente van Vlaanderen. Ze was
haar Nederlandse collega's ver voor.
Behalve klassieke balletstukken, o.a.
voor solist Koen Onzia, maakte zij ook
de danscomposities van twee prijswin
nende Belgische tv-produkties op het
festival van Montreux. Op revue-ge
bied was Jos Brabants haar grote voor
beeld, de Vlaamse pionier op dit ter
rein. Regelmatig gaat Yen in Londen
naar musicalprodukties kijken om bij
te blijven „Waar het om gaat," zegt ze„
„is datje nooit moet denken datje vol
leerd bent. Je moet je blijven ontwik
kelen, want in de balletwereld veran
dert alles heel snel."