SEOUL
1988
wielercoach
andréboskamp
trekt zich terug
tie
robe,
wil rui
volleybalteam
als exportartikel
ron dek!
Weg in zweiw
Hennie Kuiper en
het drama in 1972
GRONINGEN - De populari
teit van bondscoach André
Boskamp mag dan in sommige
wielerkringen niet groot zijn,
aan zijn vakkennis kan nau
welijks worden getwijfeld.
UTRECHT - Nederland is te
klein geworden voor de volley
bal-internationals. Zij hebben
inmiddels de vaderlandse com
petitie afgezworen. Goeroe
Arie Selinger en zijn sekte zijn
grensverleggend bezig, ook in
de letterlijke zin van het
woord.
EINDHOVEN
Robert de
dream verwtj
kleine jongen;
hovenaar ziel
ogen: rijk wor<
DEVENTER
zwemmers heblj
anders dan anc
vormen een apE
zwem wereldje
omdat ze een
bruiken.
DE STEM dinsdag 13 september 1988 A54
ppgTEM dinsd;
Door Frans van der Mespel
Van de huidige Nederlandse beroepsren
ners, 85 in getal, heeft hij er niet minder
dan 46 in zijn selectie gehad en dat is een
ongekend hoog aantal. „Zoetemelk, Kuiper,
Knetemann en Raas heb ik net niet in een
selectie gehad, maar de meeste jongens die
nu vooraan rijden bij de profs, heb ik ooit
in een selectie gehad", zegt de Groninger
niet zonder trots.
Wat betreft de successen heeft Boskamp
ook een hoge score. In de bijna tien jaar dat
hij een nationale wielerselectie leidt, kwam
hij tot vijf wereldtitels. In 1979 was Teun
van Vliet de eerste, daarna volgden Cordes
('84), Meys ('85) en Zanoli ('86), steeds bij de
junioren op de weg. Bij de amateurs greep
Boskamp in '86 het goud in Colorado
Springs op de 100 kilometer tijdrit. „Daar
ben ik echt wel een beetje trots op", zegt
Boskamp. „Daarnaast heb ik ook nogal wat
zilver en brons binnengehaald. Ik mag best
tevreden zijn over de afgelopen tien jaar.
Er zullen weinig coaches zijn die zoveel
succes hebben gehad met een steeds wisse
lende ploeg."
De afsluiting, in de ogen van Boskamp
ook wel de Grote Afrekening, moet komen
in Seoul, waar hij na een langdurige en
kostbare voorbereiding renners aan de
start brengt voor de 100 kilometer tijdrit en
voor de individuele wegwedstrijd. Bos
kamp wil daar nog één keer schitteren. Het
vooruitzicht maakt hem niet nerveus. „Het
treintje staat goed op de rails", verzekert
hij. „Iedereen is gezond en we zijn allemaal
rustig en ontspannen."
Dat is redelijk verrassend, want Bos
kamp moet weten dat het succes hem aller
minst wordt gegund. Het moet hem bekend
zijn dat er hier en daar zelfs gehoopt wordt
op het falen van de Olympisch wieler-
equipe. Toch zegt hij„Ik heb best begrip
voor die kritiek. Maar laten ze niet verge
ten dat de nieuwe constructie (werken met
een vroeg geformeerde nationale selectie,
red.) een plan was van de KNWU en niet
van mij. Ik ben alleen maar de uitvoerder.
André Boskamp, de scheidende wit-
ler-bondscoach. „De eerste helft is ge
speeld, maar er zijn bommetjes op het
veld gegooid." - fotocorvos
Grote Afrekening in Seoul
Het mooiste was dat de ledenvergadering
van de KNWU een motie van wantrouwen
tegen de heer Elshof, de ontwerper van het
rapport, aannam, maar vervolgens diens
rapport accepteerde. Dat is natuurlijk niet
erg logisch, dat lijkt op een persoonlijke
wraakneming. Ik werd ingepast in dat
plan, maar dat heb ik nooit duidelijk kun
nen maken", zegt de bondscoach, die wel
eens het gevoel had door de KNWU in de
kou te zijn gezet, al maakt hij een uitzonde
ring voor sportcommissielid Harry van Ge
stel. „Het is echt ongelooflijk wat deze man
voor de sport doet. Hij is altijd een perfect
klankbord voor me geweest."
Boskamp herinnert aan een vertrouwe
lijk gesprek, dat hij en leden van de sport-
commissie een paar jaar geleden hebben
gehad met de ploegleiders van de voor
naamste sponsorploegen. „Toen is er open
en eerlijk gesproken. We zijn zelfs tot af
spraken gekomen over verschillende essen
tiële feiten in de hele opzet. Maar twee da
gen later hoorde ik een radio-interview
met Joop Atsma, de voorzitter van de
sportcommissie en een man met nog een
aantal functies, waarin hij zei weinig heil
in een dergelijk overleg te zien. Zo'n uit
spraak is dan toch het toppunt. Hoe denk je
dat die ploegleiders daarop gereageerd
hebben? Die wisten toch ook niet meer wie
ze moesten geloven."
Overigens wil Boskamp het belang van
de sponsorploegen ook niet overschatten.
„Die hebben geen basis, geen achtergrond
in de KNWU. Dat heeft een vereniging na
tuurlijk wel. Als een sponsor ermee stopt, is
het ook meteen met zo'n ploeg gedaan."
Maar hij heeft ook kritiek op de KNWU, tot
en met dit jaar zijn werkgever. „Naar het
voorbeeld van de amateurs, is er nu ook een
onafhankelijke selectie voor de dames.
Leuk, maar het was wel pijnlijk dat de
coördinator daar niets van wist."
Boskamp vindt dat hij de laatste maan
den steeds meer van zijn tijd moest beste
den aan het oplossen van strubbelingen
dan aan het wielrennen. Het ging hem te
genstaan. „Ook daarom heb ik concreet ge
vraagd naar de plannen voor 1989. Ik had
in de loop der jaren wat opgebouwd en ik
had geen zin om daarvan in te leveren. Het
zou betekenen dat we de aansluiting die we
nu net met de internationale amateurtop
aan het krijgen zijn, meteen weer verlie
zen. Het antwoord dat ik op mijn verzoek
kreeg, was niet naar mijn zin en daarom
stap ik op.
Er is geen sprake van dat Boskamp om
ziet in wrok. „Ik heb hele mooie periodes
gehad. Veel succes ook. Maar ik zie het als
een voetbalwedstrijd. De eerste helft is ge
speeld en er zijn bommetjes op het veld ge
gooid. Wil dat zeggen dat er ook slecht ge
speeld is? Natuurlijk niet. Maar ik heb een
beetje te vaak te maken gekregen met ja
loezie en frustratie en daar ben ik op afge
knapt."
Boskamp, kennelijk teleurgesteld in de
mensen, zoekt mogelijk zijn toekomst in de
dierenwereld. Hij heeft althans een aanbie
ding gekregen om op een grote stoeterij in
Colorado (Verenigde Staten) te gaan wer
ken als conditietrainer voor renpaarden.
„Dat is niet nieuw. De trainingsmethodie
ken voor mens of dier verschillen niet veel.
Henk Kraayenhof, de trainer van Nelli
Cooman, heeft ook paarden getraind. Een
beslissing neem ik echter pas na de Spe
len."
Door Marcel Luyckx
Het verblijf in Olympisch crisiscentrum
Seoul meegerekend, is het nationaal vol
leybalteam in een jaar tijd negentig dagen
van huis geweest. „Voor heimwee is geen
plaats", stelt technisch coördinator Peter
Murphy van de Nederlandse volleybal-
bond.
De bezoekjes van Oranje aan Seoul, Ja
pan, België, Hamburg, weer Japan, Argen
tinië, Bulgarije, Zweden en Karlsruhe in
nog geen twaalf maanden tijd komen niet
voort uit een ziekelijke neiging tot reizen.
Er zit een doortimmerde filosofie achter.
„Presteren in niet-huiselijke omstandighe
den", legt Peter Murphy uit. „WK, EK's en
Olympische Spelen spelen zich meestal af
in andere landen. Hoe verwerk je tijdsver
schillen? Hoe ga je met spanningen om?
Onder stress weten wat je aan elkaar hebt,
daar komt het in feite op neer."
Even een stukje moderne geschiedenis.
Als bondscoach van de dames zette Peter
Murphy drie jaar geleden de koers uit voor
het vernieuwende topsportbeleid van de
Nederlandse volleybalbond. Murphy's mei
den pakten toen in Arnhem brons op het
Europees kampioenschap. Nu, als technisch
coördinator houdt Murphy onder meer toe
zicht op de nationale topteams en heeft hij
een goed overzicht over de uitgaande en
binnenkomende vluchten van Oranje.
„We moesten bijvoorbeeld van Japan
naar Argentinië. Normaal kun je doorvlie
gen van Japan via de Verenigde Staten.
Maar wij zijn, noodgedwongen, teruggeko
men naar Europa, naar Frankfurt. Een dag
overgebleven en toen door naar Argentinië.
Wat krijg je? Die groep leert onder moei
lijke omstandigheden toch optimaal rende
ment uit zo'n trip te halen. Dat is afzien
met elkaar. Groepsproces. We proberen al
het onbekende weg te halen. Ze zijn al in
Korea geweest, hebben al in die hal ge
speeld. Anders kom je voor het eerst in zo'n
hal. Olympische Spelen. Jeetje, wat is dat
allemaal? Begrijp je."
Na het behalen van de vijfde plaats op
het EK vorig jaar oktober in België stond
Seoul centraal. Met dien verstande, dat
eerst in Amsterdam nog de kwalificatie af
gedwongen moest worden. Inmiddels heeft
het Nederlands team 67 oefenwedstrijden
achter de rug. Bij bijna de helft van het
Peter Murphy, technisch coördinator
van de NeVoBo. „Het Nederlands team is
een groeiend kind. We zien wel hoe
groot het wordt." foto jan verhoeff
De nieuwe nomaden
aantal oefeninterlands, 35 om precies te
zijn, was Nederland elders te gast. Murphy:
„In kilometers gerekend heeft de ploeg wel
anderhalve keer de aarde rondgereisd. Vol
leybal is op dit niveau niet langer een spel
letje meer, het is een beroep geworden."
Selinger deed op weg naar Seoul een be-
,roep op niet meer dan dertien spelers. Bert
Goedkoop was de enige afvaller. De aan
voerder koos voor een loopbaan als hoofd
trainer bij landskampioen Brother Marti-
nus, waar hij feitelijk de opvolger is van
Arie Selinger. Teun Buys leverde wegens
privé-omstandigheden zijn Oranje-uitrus
ting in, maar keerde al gauw op zijn schre
den terug.
Murphy: „Die jongens hebben allemaal
één doel in hun hoofd zitten. Ze willen zo
hoog mogelijk volleybal spelen. Het is de
gedrevenheid van de groep. Dat is ook onze
filosofie. De spelers moeten laten zien waar
we naar toe kunnen gaan. Wij kunnen de
doelen bepalen, maar als je daar de spelers
niet in kunt passen, heeft het geen zin. De
Afsluitdijk is ook eerst in een proeflabora-
torium nagebouwd."
Het Nederlands volleybalteam begint als
outsider aan de Olympiade (Murphy:
„Seoul zat aanvankelijk niet in de plan
ning. Maar nu we zover zijn, moeten we er
maar het beste van zien te maken"). Hoe
het Oranje ook vergaat in de Olympische
arena, na Seoul zal Nederland zeker voor
vol aangezien worden. „Vorig jaar nog
stuurden de Russen een B-team naar ons
land voor een serie wedstrijden. Die dingen
zijn voorbij. Wij willen alleen de sterkste
teams ontvangen. Anders accepteren we ze
niet. Het Nederlands team is een groeiend
kind. We zien wel hoe groot het wordt", be
sluit peetvader Murphy.
Door Giel Hendrix
Men kan niet zeg,
daarna zijn verderf
Maar ze is steeds ii
ven hangen en is
menton, steeds tot
Eindhovense tienkaij
mer winnend kan
jeugddroom werkel
naar liggen de contrjj
straat.
Zo heel gek is de i
tienkamp kan winnt
geen gevolg van eenl
kleurd chauvinisme!
nestelde De Wit zich"
gen niet voor niets
reldranglijst. Hij is
een drie anderen v|
blijft toch tot de besj
ren.
„Het verschil ti
niem. Eén slecht oni
zijn", zegt De Wit
in Seoul. Hij vei
plaats te noemen. D
stemd voor de Bri
Thompson? De Wit:
kingen. Ik heb laat
Daley gesproken en
niet geloofde in een I
Daley zou niet zo st
dat kan ook taktiek
Duitsers zand in de
dan wel goud pakt?
zeggen. In Hingsen t
geval ook niet zoveel
Een Olympische i
bert de Wit eigenlij i
moment komen. Hi
een belangrijk kruis
studie natuurkunde
een scriptie na) afge
Eindhovenaar zijn
nuttige invulling mc
pen zeven jaar, in de
jongeren genieten v
waren de dagen val
studeren, trainen en
eens een avondje op
uitbundig feest viere
de sleur breken, mr~
uit. „Topsport en s
combineren. Na het
de HTS was me dat
ik alom medewer!
Hennie Kuiper.
foto de stem/ ben steffen
Hennie Kuiper werd in 1972 Olympisch kampioen op*
weg. Zijn Olympische triomf werd echter overschaduwd
door het drama dat zich enkele dagen voordien afspeel
de. Op de 5de september overvielen Palestijnse terroris
ten de onderkomens waarin de Israëlische sporters wa
ren ondergebracht, doodden ter plaatse twee van hen e#
namen negen Israëliërs in gijzeling. Die kwamen later om
het leven bij de vergeefse reddingspoging op het Mün-
chense vliegveld Fürstenfeldbruck.
'The games must go on', verordonneerde de toenmaligs
IOC-voorzitter Avery Brundage, die in 1936 ook niets
wilde weten van een boycot van de Spelen in Nazi-Duits-
land. Maar van het sportfeest was weinig meer over. Kui
per: „De verblijven van de Iraeliërs waren misschien 300
meter van ons vandaan. Op de rampdag kon je die terro
risten door de kamers zien lopen. Het wemelde van
scherpschutters in het Olympisch dorp, maar toch ging
het drama voor een goed deel langs me heen. Hoe rot dat
misschien ook klinkt. Ik had een enorme drang om
presteren. Ik gaf mezelf ook een goede kans, had veertien
overwinningen behaald dat seizoen en had in de Milkrace
zelfs de sprinters geklopt."
Er was geen taktiek afgesproken. Niet meer dan dat de
Nederlanders - Den Hertog, Priem, Van Katwijk en Kuip®
- niet tegen elkaar zouden rijden. „Priem en ik hebben#1
een grote kopgroep gezeten. Ik herinner me dat Moser
Maertens daar ook bij waren. We werden teruggepakte#
toen ben ik meteen opnieuw gedemarreerd. Ze heb#
me even willen laten rijden en dat was goed stom van dis
mannen, want ik voelde me ongelooflijk sterk die dag
Maertens heeft het nog twee keer geprobeerd, maar dia
werd door Priem teruggehaald. Daardoor kon ik weg#
ven."
Het was het Olympisch kampioenschap, waarover The®
Koomen, de nog steeds betreurde radioreporter, naar h®
vaderland riep. 'Ik weet heus wel wat er gebeurd is. Ma®
als U me niet wil horen, dan moet U nu de radio afzetten,
want binnen vijf seconden ga ik het uitschreeuwen d®
Hennie Kuiper Olympisch goud heeft veroverd."
nders
Üan de
ndere
Door Frans van der Me
Ron Dekker vormt
ring. Hij verschilt zei]
van zijn schoolslag-*
vaak zeer gespierd i
clame voor de beoef
ding, oogt Ron Dekke;
geen door zijn Ier
benadrukt wordt.
Maar vergis je nie|
van de betere schools
reld. Dankzij zijn
keertechhiek, die uita
bassins het best