dbStem
BRAKS VOL LOF
OVER PIONIERS
DE LANDBOUW
W.
'Na één bezoek ben je al verkocht'
I
ÏÜJN
BRAZILIË:
RUIMTE, GEEN
BEPERKINGEN
ZATERDAGI
fEMBER 19881
3on o**
32
32
32
32
Si
3!
k ben loei-enthousiast over Neder
landse emigranten die het goed doen. Het is goeie
landbouw die ze daar in Brazilië bedrijven, goeie fami
liale verhoudingen, gemeenschapsgeest. Het was net
of ik thuis in een Brabants dorp een boerenvergade-
ringen toesprak. Grote belangstelling".
Minister Gerrit Braks van Landbouw en Visserij heeft
de laatste week van juli een bezoek gebracht aan Ne
derlandse landbouwgemeenschappen in Brazilië. Di
recte aanleiding was het veertigjarig bestaan van de
landbouwkolonie Holambra I, op veertig kilometer af
stand van Sao Paulo.
Protestanten
Uitstraling
Onderwijs
Exporteurs
hakelen en Ingrijpen, alt
- FOTO ANEFO
e
k. Wat zielig, wat heb je?
)h."
an de hallo-hallo's op alle
labbelboxen onmiskenbaar
jruikte woord. Ik meen de
n baas te herkennen, maar
weg. Als iemand stevig
n de anderen in: héé, hou
etjes! Een baby huilt hart-
op de achtergrond om aan-
act.
begint net uit te leggen hoe
irretelles zijn, als ze moet
acht even, mijn ouders ko-
Op de Gay Line, een échte
gen twee jongens voorzich-
oel contact. Nigel vertelt,
eer zoveel uit stappen gaat,
ïdt hem te oud. „Hoe oud
„Nou, 32." „Is de jouwe
mpen soms?" De operator
over naar een andere box.
ervice-exploitant George
nstraffen meldt de telefo-
ind al een paar uur op de
n toe roept van „holle bo
men, eikebomen, dennebo-
aar maakt diepe indruk op
Inemers, als hij meldt dat
ee uur in de middag) al
gen die ochtend ononder-
aet. „Ik hoef de rekening
etalen." De operator waar
naar grinnikt slechts: tjees,
innenstem een schoolmeisje
e kleren van het lijf vraagt,
de andere deelnemers in:
:ilen". Een stem in de verte
eutse bomen".
pchts live sex. (50 ct p.min.)
fijn of sexy zijn...
Klets Lijn
Jg
H
eze voorzomer voor het eerst
:ndhal-syndroom, vernoemd
se schrijver, die in 1817 Flo~
en Napels bezocht.
t Croce van Florence werd hij
oor een grote paniek, een on-
flrtslag en het gevoel alsof het
i lichaam wegebde. Hij her-
>or de kerk ijlings te verlaten
ankje verzen van Foscolo te
joethe, Henri James en Sig'
Waren bekende lijders aan het
ark Twain had er totaal geen
begint zijn vermaard reisver-
met de zin: „Florenc e was
1 leuk." U ziet het, ook in de
t de overmaat gestraft. Gene-
Stendhal-syndroom vergt drie
rust en tedere zorg.
Door Keet den Exter
De minister gaat er eens goed voor zit
ten, achter zijn bureau dat overladen is
met boeken, foto's, kranteknipsel en an
der papieren spul dat hij heeft meege
sjouwd uit Brazilë. Hij heeft er een lek
kere week achter de rug, dat is duidelijk:
„Ze vieren er oogstdankfeesten, net als
de boeren in Brabant doen. Op zo'n feest
daar ben ik gastspreker geweest, net als
afgelopen zondag in Someren-Heide. En
die Hollanders daar maken Mona-
toetjes, op basis van het procédé dat hier
in Woerden ontwikkeld is".
Braks kwam er ook tal bekende na
men tegen: „Met mijn medewerkers had
ik de grap uitgehaald dat, als de emi
granten zich voorstelden, ik zou zeggen
waar ze vandaan kwamen. In driekwart
van de gevallen had ik het bij het juiste
eind. Segeren, die moest uit Made en
Drimmelen komen. Is nu bestuurslid van
Holambra I. Kragge en Wit, dat moest
uit de omgeving van Hoorn zijn. Een van
de Nederlanders daar heeft me met zijn
eigen vliegtuig van de ene naar de andere
kolonie gebracht. Sommigen maken het
daar héél goed. Ze komen nog wel eens
graag naar Nederland, voor een familie
feest. Dat missen ze. Ik sprak een man
die in vier dagen op en neer was geweest
naar Nederland om een familiefeest bij
te wonen. Maar voor het overige is heim
wee een gesloten boek, al merk je dat het
terugkomt bij de ouderen."
Holambra I bestond in juni veertig
jaar. „Dat hebben ze daar uitbundig ge
vierd. Ik was uitgenodigd, maar kon er
vanwege de begrotingsbesprekingen in
het kabinet niet bij zijn. Ik moest wat la
ter gaan. Ze hebben het veertigjarig be
staan uitbundig gevierd, omdat niet ze
ker is dat alle pioniers het vijftigjarig be
staan nog zullen meemaken. Het feit ook
dat er inmiddels een generatiewisseling
heeft plaatsgevonden was voor de men
sen daar aanleiding om de Nederlandse
minister uit te nodigen".
Brazilië wordt als emigratieland vaak
over het hoofd gezien, in vergelijking tot
Australië, Amerika, Canada en ook
Frankrijk. Minister Braks weet wel hoe
dat komt: Ik denk dat dat komt omdat
het niet in de Angelsaksische invloeds
sfeer ligt, een land in ontwikkeling is,
een land ook met een heel andere cultu
rele achtergrond dan de andere emigra-
tielanden.
Daarom heeft Brazilië ook veel min
der voor de hand gelegen bij het maken
van een keuze. En daarom ook heeft
naar dat land alleen groepsemigratie
plaatsgevonden. Men is in grote groepen
naar bepaalde gebieden getrokken, heeft
daar zélf corporaties opgericht en is daar
als het ware een Nederlandse gemeen
schap gebleven. Alle namen van het Bra
bantse platteland kom je er tegen. Een
zoon van Jan de Quay is een grote fruit
kweker in Holambra II. Je hoort daar
nog de dialecten die Nederlandse streken
kenmerken".
Die grote groepsemigratie is aanvanke
lijk opgezet door de Katholieke Neder
landse Boeren en Tuindersbond
KNBTB. Uit Holambra I is Holambra II
uit voortgevloeid. De protestants-
christelijke emigratie is al in het begin
van deze eeuw begonnen. Vaak uit ideële
motieven toen. Maar ook die is in de ja
ren vijftig flink uitgegroeid. Naast de
twee katholieke Holambra's zijn er zo
ook drie kolonies van protestants-
christelijke signatuur: Carambei, Castro-
landa en Arapoti. In het zuiden van Bra
zilië wonen al met al duizenden Neder
landse gezinnen.
De heer Braks over de situatie waarin
de Nederlandse kolonisten zich nu be
vinden: „Al die kolonies zijn stuk voor
stuk moeizaam tot stand gekomen, maar
nu zijn ze, naar Braziliaanse maatstaven
genomen, zeer florissant. Ze zitten in de
buurt bij zeer grote consumentenconcen-
Het echtpaar Braks, op bezoek bij de Nederlandse familie Peters In Brazilië.
Brabant in Brazilië
FOTO'S ARCHIEF DE STEM
trades, die met name de afgelopen dertig
jaar sterk gegroeid zijn. Als je alleen al
aan Rio de Janeiro en Sao Paulo denkt.
Maar ook een minder bekende stad als
Campinas telt altijd nog een miljoen in
woners.
Het zijn bovendien relatief rijke ste
den. De Nederlandse boeren hebben
momenteel de wind wat tegen. In de af
gelopen maand juni had Brazilië een in
flatie van 24 procent. Men rekent daar
met een inflatie van ruim één procent
per dag, ongeveer 500 procent per jaar.
En men kan dat niet helemaal compen
seren via bijvoorbeeld indexering, met
als gevolg dat de koopkracht van zeer
brede lagen van de bevolking afneemt.
Dat voelen de Nederlandse boeren na
tuurlijk. De andere kant van de medaille
is dat de arbeidskrachten er heel goed
koop zijn".
De Nederlandse invloed is nog van alle
kanten merkbaar: „Ik heb alle kolonies
De meeste Neder
landse kolonisten
bevinden zich In de
zuidelijke deelstaten
Sao Paulo en Para-
né.
bezocht, heb er veel gepraat, bedrijven
bekeken. Het is opvallend hoe sterk hun
kennis gebaseerd is op het moederland.
Nederlandse vakbladen worden er stuk
gelezen. Ik heb frappante staaltjes ge
zien. Hoe ze uit advertenties en artikelen
over bedrijfsuitrusting daar allerlei din
gen nabouwen. Landbouwbladen als 'De
Boerderij' en 'Boer en Tuinder' worden
daar massaal gelezen. Ik heb ook een ge
sprek gehad met de Braziliaanse minister
van Landbouw, Iris Resende. Het was
niets dan lof over de kwaliteit van de
Nederlandse kolonies. De coöperatie van
de protestantse gemeenschappen, die
verkopen hun melk ook onder een merk
als Frau Antje, Batavus, over heel Brazi
lë. Commercials op de televisie: Batavus,
dat is gezonde melk".
Ook op andere manieren proberen de
Hollandse boeren kennis uit hun oude
moederland vandaan te krijgen: „We
hebben zeer veel uitwisseling van studen
ten. Er zijn veel Nederlandse studenten
at bezielt een
boer om naar Brazilië te emigreren?
Die vraag is voor de aanstaande
landverhuizer Jan van Vliet niet
moeilijk te beantwoorden. „Het is
oie hele donderse klerezooi hier.
Die zijn we spuugzat".
"oor Jan van Zullen
fan van Vliet drukt zich voor zijn doen
"°g fatsoenlijk uit als hij zijn gal spuwt
over zaken als superheffing, meststoffen-
Wet en hinderwetvergunning, maar
vooral over de ambtenarij daaromheen.
»fe kunt hier in Nederland nog geen
stneet laten of je hebt al met twintig
ambtenaren van doen. Strontziek word
daarvan".
Vandaar emigratie naar Brazilië,
daarom de keus op dit land is gevallen
ran Jan van Vliet (51), die samen met
Jjn zoon Dick (25) op een melkveehou-
rij in het Betuwse Waardenburg boert,
tUet onder woorden brengen. „Wat ik
*el weet is dat je na één bezoek aan dat
land al bent verkocht. Dan wil je nergens
Anders meer heen".
Van Vliet en zijn vrouw Jo hebben in-
®ddels twee keer een bezoek aan Brazi-
le gebracht om zich te oriënteren op de
"^gelijkheden daar. Een ding staat vast.
Jan van Vliet (rechts) met zijn zoon Dlck en diens vrouw.
Ze gaan naar een van de Nederlandse
kolonies in het zuidoosten van Brazilië:
„Zomaar in de rimboe iets gaan pionie
ren, daar beginnen we zeker niet aan".
Zoon Dick is ook tweemaal in Brazilië
geweest. Eerst alleen, als jongen van ne
gentien. „Toen voelde hij er nog niets
voor. Mij niet gezien in dat apenland, zei
hij", vertelt zijn vader. Na een tweede
bezoek, samen met zijn vrouw Willy is
Dick ook overstag. „Hij is nu zelf boer,
dat scheelt. Hij is uit hetzelfde hout als
ik, moet u denken. Hij kan ook niet te
gen dat gedonder hier".
Tijdens hun bezoek aan Brazilië heb
ben de Van Vlieten contacten gelegd in
de Nederlandse kolonies. „Je hebt daar
plaatselijke commissies van emigranten,
Nederlanders die er al jaren zitten. Die
kunnen veel voor je doen. Zij hebben
voor ons een zogenaamde welkoms
verklaring afgelegd. Die heb je nodig om
een visum te krijgen", verklaart Van
Vliet.
Die oriënterende bezoeken hebben
Van Vliet naar zijn zeggen voldoende
vertrouwen gekregen in de mogelijkhe
den van Brazilië. „Je hebt er in elk geval
de ruimte en je hebt er nauwelijks beper
kingen. Daar een boerderij beginnen is
een kwestie van een stuk grond kopen en
betalen. Verder kun je er ongehinderd je
gang gaan. Geen ambtenaar die je een
strobreed in de weg legt".
Wat ze precies gaan doen? Van Vliet:
„In elk geval weer melken. Verder zien
we wel. Misschien varkens houden. Mo
menteel gaat het in Brazilië namelijk erg
slecht met de varkens. Het boerenver
stand zegt dat je er dan juist aan moet
beginnen".
Het, geld. Van Vliet: „Nauwelijks iets
zinnigs over te zeggen. Ze zeggen dat je
er gemiddeld voor zo'n twintig procent
van watje in Nederland moet investeren,
al terecht kunt. Maar dat zal ook wel af
hangen van het soort bedrijf dat je wilt
beginnen. De inflatie is er in elk geval
schrikbarend hoog. Wat je vandaag wis
selt, is morgen misschien nog maar de
helft waard. Daarom moet je je dollars
tot het laatste moment op zak houden".
De Van Vlieten gaan met zijn vieren,
vader en moeder, zoon en schoondoch
ter. Kinderen laten ze niet achter, want
Dick is hun enige. Niet bang voor heim
wee? Van Vliet: „Als je je daar nu al zor
gen over maakt, kun je beter meteen
thuisblijven".
De emigratieplannen verkeren in het
laatste stadium. Het wachten is op de
visa. De aanvragen daarvoor liggen nu
bij een ambtenaar op het bureau in Bra
silia, de hoofdstad van Brazilië. Verge
zeld van ondermeer een medische verkla
ring („Ja, we zijn ook op Aids getest,
want met Aids kom je er niet in") en een
verklaring van goed gedrag. Pas als de
visa binnen zijn gaat Van Vliet kopen en
zijn huidige bedrijf verkopen.
Hoe lang het nu nog duurt? Vader
Van Vliet durft er geen slag naar te
slaan. „Ambtelijke molens zullen in Bra
zilië niet anders draaien dan in Neder
land. Verdomde langzaam dus. Maar we
rekenen er op dat we hier onze laatste
winter hebben gehad".
die daar op stage gaan. En de meeste
jonge Brazilianen brengen hier een tijdje
door. Jarenlang hebben we daar consu
lenten gehad, Nederlandse consulenten
die zij betalen. Er is ongelooflijk de lof
trompet gestoken, hoeveel ze daar van
geleerd hadden. Veel van die emigranten
gingen ongeschoold die kant uit. Een
van die boeren vertelde mij letterlijk dat
hij van een consulent heeft moeten leren
wat de basismeststoffen zijn.
Nu nog hebben ze ingenieurs uit Ne
derland in dienst die hun informatie ge
heel stoelen op hun Nederlandse oplei
ding. Een ingenieur Peelen heeft daar
een nieuw systeem van grondbewerking
ingevoerd, waardoor de erosie, die een
bedreiging was voor het voortbestaan
van de kolonies, in tien jaar tijd geheel
bestreden is".
De Brabantse boerenzoon die het bracht
tot minister van landbouw steekt zijn ge
voelens van trots niet onder stoelen of
banken: „De minister van landbouw in
de staat Parana, de staat waarin de kolo
nies Carambei, Castrolanda en Arapoti
liggen, heb ik uitvoerig gesproken. Ik zei
hem dat ik niet kon geloven dat een land
kan overleven met een inflatie van 500
procent per jaar. Hij zei ook niet geloofd
te hebben geloven dat er landbouwers
zijn die 7000 kilogram tarwe van een
hectare kunnen halen. Maar dat doen
daar de Nederlanders. Op beperkte
schaal hebben die kennis en pioniers
geest grote en gewaardeerde uitstraling
op de Braziliaanse landbouwers. Maar
het land is zo onmetelijk groot dat die
betrekkelijk kleine vonk niet over heel
het land kan aanslaan. Die ingenieur
Peelen wordt door heel het land ge
vraagd lezingen te geven. Die man is
nooit thuis".
Op de vraag of er parallelen zijn tus
sen de Nederlandse coöperaties en het
Brabantse platteland met zijn coöpera
tieve Rabobank, zijn CHV, Campina en
NCB zegt ingenieur Braks: „Er is ginds
een absolute leveringsplicht aan de coö
peratie en de coöperatie bemoeit zich
met alles. Die hebben de kerk gebouwd,
het gemeenschapshuis, het zwembad
aangelegd. Er was namehjk niks. De
coöperatie houdt zich bezig met alle acti
viteiten van en rond het bedrijf. Het is
daar de NCB en de CHV tegelijk, mét de
varkenscentrale van Boxtel en de veiling
in Breda. Niks sectorgewijs verdeeld, al
les in één hand.
Ze benoemen een directeur en ze heb
ben een bestuur. En ze hebben als coö
peratie een vrij grote staf, want er is veel
werk. Het model zoals dat daar gehan
teerd wordt werkt, vooral omdat ze daar
bij wijze van spreken van de rimboe
landbouwbedrijven hebben moeten ma
ken. Ze hebben ook verschil van mening
over het beleid van de coöperatie en er
zijn ook leden die uittreden en zelf de
markt benaderen. Maar de gemiddelde
Nederlander daar kon dat in het verle
den niet. Hij kende de gewoonten, de
taal, de financieringsmethoden niet. De
coöperatie was eerst een door de nood
gedwongen middel, nu plukt men van
dat middel de vruchten."
Heeft de minister ook nog verlanglijstjes
meegekregen? „Jazeker. Zij vragen niet
zozeer financiële steun, alswel vaste af
spraken om hun jongelui een tijdlang in
het Nederlandse onderwijs te kunnen la
ten meelopen, met name op onze agrari
sche praktijkscholen. Plaatsnamen als
Barneveld, Horst en Oenkerk zijn namen
die daar net zo gemakkelijk in de mond
liggen als hier, misschien nog wel gemak
kelijker. Daar willen ze allemaal naar toe
als ze de kans krijgen, maar dat geeft wel
een financieel probleem. Vooral als ze
Braziliaans onderdaan zijn kunnen ze
hier geen studiebeurs krijgen en dan
staan ze met de zwakke Brazilaanse cru
zeiro tegenover de sterke Nederlandse
gulden. Dat is in zijn algemeenheid trou
wens een probleem en dat zeggen ze ook.
In Brazilië zijn ze redelijk welvarend,
maar in relatie tot Nederland zijn het
arme donders, want dat Braziliaanse
geld is niet zo veel waard. Bij gelegen
heid van mijn aanwezigheid daar zijn de
vijf grote en een aantal kleinere coöpera
ties bijeengekomen en die hebben een
gezamenlijke intentieverklaring onderte
kend, om hun belangen gemeenschappe
lijk te gaan beheren. Dat deden ze lang
niet altijd. Dat gezamenlijk optreden zal
zich zowel richten naar hun oude moe
derland als naar de Braziliaanse autori
teiten. Op basis daarvan heb ik gevraagd
voortdurend hun problemen aan ons
voor te leggen.
Ik bemoei er me overigens niet alleen
mee, want de emigratiecentrales, zowel
de katholieke als de protestantse, zijn
zeer druk met de begeleiding van deze
kolonies bezig. Maar rk kan dit probleem
natuurlijk niet geïsoleerd aanpakken. Als
ik studieregelingen tref voor deze Brazi
lianen, want dat zijn het, staat morgen
hier de stoep vol. Maar ze zeggen ook
dat het hen niet in eerste instantie om
geld te doen is. Wie emigreert kiest voor
de sociaal-economische structuur van
het land waar men naar toe trekt en
neemt men afscheid van de structuur die
we hier hebben. Je kunt daar geen com
promis in sluiten, want waar is dan het
einde?"
Is Brazilië de ontsnappingsmogelijkheid
voor de jonge agrariërs die in ons land fi
nancieel niet bij machte zijn een bedrijf
van de grond te krijgen? Minister Braks:
„Nee, ik denk dat het perspectief van de
gemiddelde jonge Nederlander hier gro
ter is dan in Brazilië. Maar het ligt er
maar net aan in welke situatie je zit. We
hebben in Nederland 125.000 boerenbe
drijven. Ik denk dat zeventig tot tachtig
procent geschikt is om overgenomen te
worden. En dat zal ook gebeuren.
Gelet op het feit dat je tegenwoordig
kleine gezinnen hebt met vaak maar één
opvolger hoeft dat geen probleem op te
leveren. En het gebeurt. Maar wie hier
de regelgeving te beperkend vindt, die
moet gewoon het avontuur wagen, net
als al die anderen die dat vóór hem ge
daan hebben. Ik wil daar geen propa
ganda voor maken. Het is immers niet
alleen een keuze, omdat je boer wilt wor
den. Je neemt ook afscheid van familie,
van bekenden, van je land. Dat is nog al
een ingrijpende keuze. Daar zit men te
wachten op jonge Nederlanders, om de
structuur van de coöperaties te verster
ken.
Men heeft behoefte aan aanvulling.
Graag geschoold en hoe meer geschoold
hoe beter. En graag ook met medebren-
ging van enig kapitaal. De indruk dat
men daar zonder enig kapitaal zou kun
nen beginnen is een verkeerde. Mét kapi
taal overbrugt men veel sneller de aan
loopperiode naar zelfstandigheid. Het
klimaat is er fantastisch. Denk maar aan
de omgeving van de Middellandse Zee.
Je hebt er verschillende oogsten per
jaar"
Minister Braks reisde vanuit Brazilië
door naar Nieuw Zeeland en Australië.
Met onder meer Canada maken deze
drie landen deel uit van de zogenaamde
Cairnsgroep. Minister Braks: „De EG is
een grote exporteur en wij zoeken een zo
goed mogelijke samenwerking met an
dere groepen. De Cairnsgroep is er daar
een van; stuk voor stuk allemaal grote
landbouw-exporteurs en ze hebben ge
meenschappelijk hun positie gezet, en
kele jaren geleden in de Noordaustrali-
sche stad Cairns. Australië heeft de lei
ding in die groep.
Om met die mensen te kijken of we ge
meenschappelijke opvattingen hebben,
reizen veel van mijn collega's momenteel
rond, voor die belangrijke landbouw
handelsbesprekingen. Maar wij hebben
momenteel het voorzitterschap van die
GATT-besprekingen. (GATT is een in
ternationale overeenkomst tussen 98 lan
den over de tarieven voor goederen,
KdE) Daarom heb ik mijn vakantiepe
riode besteed aan een bezoek aan
Australië, Nieuw Zeeland en Brazilië."
Minister Braks over de intentie van de
besprekingen: „De Cairnsgroep en de
EG zijn voor een grotere vrijheid voor de
handel, voor verdere beperking van de
subsidies en voor het wegnemen van an
dere import-beperkende maatregelen.
Wat ik de Brazilianen wel heb moeten
zeggen is dat als je voor vrijhandel bent,
dat dat dan tweezijdig is. Zij redeneren
wel erg sterk dat als er vrijhandel, dat zij
dan nog meer moeten kunnen exporte
ren.
Naar mijn mening moet vrijhandel
ook betekenen dat je meer import zult
moeten accepteren. Dat doen ze op dit
moment nauwelijks. Met die hoge infla
tie hebben ze nu een reden. Maar als zij
een exportland willen zijn zullen ze toch
hun binnenlandse politiek zodanig moe
ten inrichten dat ze ook import aankun
nen. Eenzijdige export kan voor geen en
kel land. Gelet op de huidige omstandig
heden is het een beetje gênant dat je dat
tegen Brazilië moet zeggen. Maar je bent
bezig met wereldhandelsbesprekingen en
dan moet je iedereen over een kam sche
ren.
Zij hebben een belangrijke herstructu
reringsperiode nodig, waarin ze hun eco
nomie beter in de hand houden. Daar
moeten ze hard aan werken. Ik ben daar
een beetje bezorgd om. Ten tijde van ons
bezoek waren grondwetswijzigingen in
discussie. Ze wülen toe naar een hele
korte werktijd en ze willen de rente af
schaffen. Dat wijkt nog al af van het
Westerse handelspatroon."