YLAGGENKUNST MARINUS BOEZEM OP NEELTJE JANS SIPRI sceptisch over chemische wapens VIJFTIG Recor< Nieuwe lenzen voor oude staar Dichters en gedichten Winnaars Stem-puzzels DE STEM EXTRA OP MAANDAG 22 AUGUSTUS 1988 Kunst Beweging Idee COKS VAN EYSDEN Vrouw op reis LOSSE FLODDERS I van onze verslaggever ICADZAND-BAD I Thuis word ik ooh [maar wind is, dat iè [op het terras van stn bad, onder een grauv [hand de regen liet ne (Hellevoetsluis zondag |het in elkaar zetten |vlieger, maar een Sai] leen lijn. Uitdokteren T48 STOCKHOLM (RTR) - Het gebruik van chemische wa pens door Iraq in de oorlog tegen Iran zou een overeen komst over het uitbannen van chemische wapens wel eens onmogelijk kunnen maken. Dit is een van de belangrijkste conclusies in het woensdag ge publiceerde jaarboek 1988 van het gezaghebbende Internatio nale Instituut voor Vredeson derzoek (SIPRI). Het in Stockholm gevestigde instituut bekritiseert het ont breken van een internationale veroordeling van Iraq en de af wezigheid van doeltreffende maatregelen om het Baghdad onmogelijk te maken chemi sche wapens aan te schaffen of te produceren. De Verenigde Naties hebben gegevens gepu bliceerd over het herhaaldelijk gebruik van chemische strijd middelen door Iraq tegen Iraanse troepen gedurende de acht jaar durende Golfoorlog. Volgens SIPRI beschikken slechts zes a negen landen over aanzienlijke chemische wape narsenalen. Dat zijn de Ver enigde Staten, de Sovjetunie, Frankrijk, Iraq, Noordkorea, Syrië, Afghanistan, Iran en Vietnam. SIPRI verdenkt eveneens een aantal andere landen ervan te beschikken over chemische strijdmiddelen. Genoemd worden China, Egyp te, Israël en Libië. Het vredesinstituut verwel komt het INF-verdrag dat vo rig jaar tussen de Amerikaanse president, Ronald Reagan, en Sovjet-leider Michail Gorbats- jov werd ondertekend. Het INF-akkoord voorziet in de vernietiging van nucleaire ra ketten voor de middellange af stand. SIPRI meent dat het ak koord tussen de twee grootste mogendheden en de vermin derde spanning tussen Oost en West een belangrijke bijdrage kan vormen bij het zoeken naar een oplossing voor een groot aantal regionale conflic ten. Het INF-verdrag kan ook een kostbare en gevaarlijke wapenwedloop in de ruimte helpen te voorkomen. Ook kan het een stimulans zijn voor die genen die vast willen houden aan de beperkte uitleg van de in 1972 gesloten ABM-verdrag over raket-afweersystemen en' die tegen Reagans Strategisch Defensie Initiatief (SDI) zijn. De gegevens waarover SI PRI beschikt laten zien dat de internationale wapenaankopen in 1987 in geld uitgedrukt een recordhoogte hebben bereikt van 70 miljard gulden. Aan de landen in de Derde Wereld werd voor een bedrag van 50 miljard gulden verkocht. „Maar het geringe aantal nieuwe orders suggereert dat de wapenverkopen in de toe komst zullen verminderen. Als de oorlogen in Afghanistan en de Golf spoedig worden beëin digd, kan de handel in zware wapens aanzienlijk afnemen", aldus het insituut. Nederland staat als expor teur van wapens met een be drag van bijna 994 miljoen gul den op de zevende plaats. In 1986 exporteerde Nederland nog voor een bedrag van 480 miljoen gulden. In 1987 waren er 36 conflic ten. Dat is evenveel als in 1986, dat door de Verenigde Naties was uitgeroepen tot het inter nationaal jaar van de vrede. Er is vorig jaar geen enkel vredes verdrag ondertekend, aldus het 19de jaarverslag van SIPRI. Behalve de 'burgeroorlog' in Noord-Ierland, die sinds 1969 aan zeker 2.500 mensen het le ven heeft gekost, vonden alle conflicten plaats in de Derde Wereld. In het Midden-Oosten werden zes conflicten uitge vochten, vijf in Zuidazië, acht in het Verre Oosten, elf in Afrika en vijf in Latijns-Ame- rika. In totaal waren 5,5 miljoen mensen en 41 landen betrokken bij gewapende operaties. Aan de conflicten lagen vooral bin nenlandse problemen ten grondslag en 'strijd om de poli tieke macht'. Het rapport noemt als voorbeelden: Nicara gua, Guatemala, El Salvador, Sudan, Sri Lanka, India, Pa kistan, de Filipijnen en landen in de Hoorn van Afrika. Ondanks deze regionale con flicten is met de ondertekening van het INF-verdrag een be langrijke stap gezet op weg naar ontwapening, aldus SI PRI. Het instituut wijst er echter op dat er verder geen enkel verdrag tot stand is gekomen dat het aantal andere kernwa pens aan banden moet leggen. 'Ik wil rotsen laten wapperen' Morgen opent minister Neelie Smit-Kroes op het eiland Neeltje Jans de wereldpremière van het internationale vlaggenproject Gran Pavese. Wat is dat? Een tentoonstelling van vijftig vlaggen die zijn ontworpen door beeldende kunstenaars uit binnen- en buitenland. Marinus Boezem (54) uit Middelburg is één van de kunstenaars die hun werk morgen in de Zeeuwse wind zien wapperen. Een ge sprek over het artistieke vlagvertoon. Door Mick Salet Een vlag. Het is méér dan een lapje textiel. Méér dan een windvaantje. Een natio nale vlag is een symbool van saamhorigheid. Een va derlandse vlag is een wap- perlap die het patriottische hart sneller doet kloppen. „Hollands vlag, je bent mijn glorie. Hollands vlag, je bent mijn lust. Ik roep van louter vreugd victorie, als ik je zie aan vreemde kust." Van welke politieke kleur je ook bent, als Nederlander kom je niet uit onder het rood-wit blauw. Amsterdammers en Rotterdammers, Hagenaars en Hagenezen, Arnhemmers en Nijmegenaren, Friezen en Lu xemburgers, allemaal hebben ze dezelfde driekleur. Al heb je de vaderlandsliefde van een wereldburger, de vlag van je geboorteland is en blijft een herkenningsteken. En een han delsmerk. Ook al hebben de meeste Nederlanders minder eerbied voor de nationale driekleur dan de Amerikanen voor hun sterren en strepen, toch zijn er maar weinig stuk jes stof die in Nederland met zoveel respect behandeld wor den. Vlaggen spreken ook een eigen taal. Iedere soldaat weet wat een witte vlag wil zeggen. En iedere scheepsarts weet welke vlag er gehezen moet worden als aan boord de pest uitbreekt. Vlaggen zijn symbo len en signalen. Kortom, hoe decoratief de fleurige vaandels ook mogen zijn, ze zijn in eerste instantie niet bedoeld voor de versiering. Maar daar kan nu verandering in komen. De Rotterdamse stichting Gran Pavese wil de vlag tot kunst met een grote K verheffen. De stichting heeft vijftig kunstenaars uit binnen- en buitenland gevraagd een vlag te ontwerpen. Van Rob Scholte tot Robert Longo. En van Nicola de Maria tot minder klinkende namen. Morgen zul len de kunstige vlaggen voor het eerst tegelijk in de Zeeuwse wind wapperen. In september gaan ze naar Frankfurt. Daarna verder naar Antwer pen, de VS en Japan. Wat is de bedoeling van het vlaggenproject? Peter van Beveren van Gran Pavese: „Er is op het moment een tendens om de kunst uit het museum te halen. Om tentoon stellingen buiten te houden. Overal zie je beeldenroutes op straat. Wij wilden iets nieuws aan die trend toevoegen. Geen driedimensionale kunst, maar tweedimensionale kunst buiten het museum. Vlaggen dus. We hebben vijftig interna tionale kunstenaars opdracht gegeven om, voor vijfduizend gulden, een vlag te ontwerpen. Van ieder ontwerp hebben we er in Nederland tien laten drukken. Allemaal op hetzelfde formaat. Twee bij drie meter. De vlaggen zijn genummerd en door de kunstenaar gesigneerd. Ze zijn straks te koop. De prijs? Dat hangt af van de naamsbekendheid van de kun stenaar. Maar globaal gaan ze tussen de twee- en tienduizend gulden kosten." Marius Boender: „Ik heb vroeger wel gedacht dat het idee zelf voldoende was. Maar nu wil ik alle dingen die ik verzin ook werkelijk uitwerken. Ik wil ze de wereld in brengen". - FOTO GELDERLAND PERS Eén van de vijftig kunstenaars die een frisse wind door de kunst laten waaien, is Marinus Boezem uit Middelburg. Het is niet de eerste keer dat hij een doek van zichzelf in de wind ziet wapperen. Drie jaar gele den kreeg hij zijn eerste op dracht voor een kunstige vlag. Van het museum voor moderne kunst in Genève. Marinus Boezem ontwierp toen een vlag met daarop een Westeuropees weerkaartje met hoge en lage drukgebieden. Voor Gran Pavese heeft hij nu een nieuwe vlag gemaakt. Weer een weerkaart. Dit keer met de luchtstromingen boven de Atlantische Oceaan. Wat is er voor een kunste naar zo mooi aan een vlag? Marinus Boezem: „Een vlag heeft een aantal unieke eigen schappen. Een vlag wappert in de wind en ziet er dus steeds anders uit. Omdat ook de om geving, de lucht achter de vlag bijvoorbeeld, steeds verandert, kun je iedere duizendste van een seconde een foto van een vlag nemen die niet gelijk is aan een vorige en volgende fo to. Een vlag in de wind lijkt eerder op een film. Omdat de vlag blijft bewe gen, zie je de vlag steeds an ders. Dat maakt het voor een kunstenaar erg interessant. Het object, de platte vlag, blijft gelijk, maar het kunstwerk dat het oog in de ruimte ziet, is niet statisch." Een vlag is een wapperend schilderij? Marinus Boezem: „Dat mag je wel zeggen, ja. Al noem ik het zelf liever een bewegend sculptuur. Hij ontwerpt de vlaggen. Maakt hij ze ook zelf? Marinus Boezem: „Nee, het zijn geen schilderijen. Ik heb, net als de andere 49 kunste naars, een ontwerp gemaakt dat door specialisten is ge drukt. Dat moet ook wel. Dat is een apart vak. De vlag moet goed gedrukt worden. Door en door. Het ontwerp moet aan twee kanten goed en duidelijk zichtbaar zijn. Tja, dat het aan één kant in spiegelschrift staat, is wel vervelend, maar ik vind het niet echt storend. De vlag wordt gedrukt op kunststof. Een soort polyester. Een stevige stof die er voor zorgt dat de vlag niet zo snel gaat rafelen. De stof moet bo vendien zo licht zijn dat de vlag bij een klein zuchtje wind al gaat bewegen." Worden de vlaggen een nieuwe trend in de kunst? Marinus Boezem: „Oh nee, dat geloof ik niet. Het is ge woon een aardig idee. Een nieuw middel voor kunste naars om te zeggen wat ze wil len zeggen. Maar zelf heb ik verder niets speciaals met vlaggen. Voor mij is het ont werpen van zo'n vlag een aar dige opdracht. Maar ik doe het alleen als een aanvulling op mijn oeuvre. Ik ga niet verder met het maken van vlaggen. Ik heb eigenlijk maar één ander idee voor een vlag die ik ooit nog wel eens wil maken. Een vlag met een rotsblok erop. Dat lijkt me wel iets. Een rots laten wapperen in de wind. Is dat geen mooie manier om de zwaartekracht op te heffen?" Op papier is het een aardig idee. Is het altijd nodig om zo'n idee ook werkelijk uit te voe ren? Marinus Boezem: „Ik heb vroeger wel gedacht dat het idee zelf voldoende was. Maar nu wil ik alle dingen die ik ver zin ook werkelijk uitwerken. Ik wil ze de wereld in brengen. In de jaren zestig dacht ik, net als andere kunstenaars, dat de distributie van ideeën vol doende zou zijn. Als alle Chine zen tegelijkertijd dertig centi meter in de lucht springen, heb je even daarna een kleine aard beving. Een leuk idee. Dat niet uitgevoerd hoefde te worden. Maar nu geloof ik dat je een idee moet realiseren om het daarmee de maximale werking te geven. Een idee alléén is niet vol doende. Een schilderij in je hoofd is geen écht schilderij. Het bestaat pas als je het schil dert. Dan kunnen de mensen pas zien wat je als kunstenaar te zeggen hebt." Zijn de vlaggen van Gran Pavese alleen bedoelt als lucht- verfrissing? Marinus Boezem: „Het zijn eigenlijk geen doeken die in een museum moeten hangen, maar kunstwerken die buiten in de wind moeten wapperen. Die altijd in beweging moeten zijn. Maar ik zou het wel leuk vinden als die vijftig vlaggen een positieve invloed zouden hebben op de vormgeving van de vlaggen in de wereld. Op dat gebied mag best eens een frisse wind waaien." Houdt Marinus Boezem eigenlijk van vlaggen? Zwelt zijn borst van trots als hij de Nederlandse vlag ziet wappe ren? Vindt hij het een mooie vlag? Marinus Boezem: „Nee. De Nederlandse vlag doet me niets. Helemaal niets." Door Jan Paalman DE AARDIGSTE medi sche nieuwtjes komen soms uit onverwachte hoek. Zo is er een dokter, dr. D. Hoogendoorn uit Wijhe, die niets anders doet dan medische cijfers omspitten. Die dorre cij fers zijn voor hem een goudmijn waaruit hij re gelmatig medisch nieuws opdelft. Dat het aantal hartinfarcten aan het da len is, of dat operaties de laatste tien jaar stukken veiliger zijn geworden, en hoeveel veiliger precies, en daar schrijft hij dan een soms opzienbarend stuk over in het Nederlands Tijdschrift voor Genees kunde. Zijn laatste nieuwtje is dit: in Nederland is het aantal staar operaties de laatste tien jaar enorm toegenomen. Op zich is dat niet zo raar, want staar komt vooral op oudere leeftijd voor en Nederland vergrijst. Maar als je met die vergrij zing rekening houdt, dan blijkt het aantal staaropera ties nog steeds sterk te stijgen. De operatie is tegenwoordig zo veilig en het resultaat zo goed, dat men veel eerder opereert dan een jaar of vijf, zes geleden. Staar, om precies te zijn grauwe staar, is wereldwijd de belangrijkste oorzaak van blindheid. Waarom het pre cies ontstaat weet men niet, ook niet hoe je het zou kunnen voorkomen, maar wel is het zeker dat deze oogziekte hoort bij de oude dag. Hoe ouder, hoe meer kans op staar dus. Om onbegrijpelijke redenen raken dan steeds meer delen van de ooglens vertroebeld, totdat op een slechte dag het oog op een gekookt visseoog lijkt: dan ben je aan dat oog blind. Maar het aangedane oog geeft al veel eerder last. Bij fel licht vangen de on doorzichtige stukjes in de lens het licht en laten het explode ren in een oogverblindend vuurwerk van lichteffecten. Vandaar dat mensen met staar zich vaak wapenen met een zonneklep en het beste kunnen zien wanneer het schemert. Wat daartegen te doen? Medicijnen zijn er niet tegen staar, zodat operatief verwij deren van de ondoorzichtige lens als enige mogelijkheid over blijft. Deze staaroperatie heeft een lange geschiedenis. Een Indiase tekst van Susruta uit de vijfde eeuw voor Chris tus meldt al een staaroperatie, de zogeheten staarstreek. Dat ging zo. Zonder verdoving stak men een gloeiende kope ren naald in het oog van de patiënt en drukte dan de troe bele lens uit zijn hengsels, een uiterst pijnlijke operatie die nog steeds in delen van Tibet schijnt te worden uitgevoerd. Tot zo ongeveer 1950 was de moderne oogheelkunde afge zien van het toepassen van narcose, niet zo echt veel ver der gevorderd. In die tijd moest je na de operatie een tot twee weken met bedekte ogen bewegingloos plat in bed lig gen. Daar werden zoveel mensen zo stapelgek van, dat het-Leerboek der psychiatrie' van die tijd het ondergaan van een staaroperatie als een belangrijke oorzaak van post operatieve psychose zag. Tegenwoordig heb je twee manieren om een troebele lens te verwijderen. Bij de eerste methode wordt de hele lens verwijderd, en bij de tweede peutert men langzaam de lens uit zijn kapsel en laat vervolgens dat kapsel in het oog achter. Die tweede manier is veiliger, geeft minder ern stige bijwerkingen, maar is helaas ook veel moeilijker. Toch, zo weet Hoogendoorn uit zijn cijfers te puren, heeft deze veilige maar moeilijke manier de andere vrijwel ge heel verdrongen. Dat komt nou door de medische voor uitgang: steeds meer oogart sen kunnen microchirurgies opereren, waarbij ze zichzelf tijdens de operatie met een enorme microscoop op de vin gers kijken om met piepkleine hechttangeljes zeepbeldunne vliesjes aan elkaar te hechten. Deze microchirurgie heeft de laatste tien jaar zo'n vlucht genomen dat de meeste oog artsen dat moeilijkere uitpei len van de troebele lens in hun vingers hebben. Maar er is meer. Nadat de lens weg is, moet iets anders de werking van die lens vervangen, want an ders zie wel meer licht maar kun je in feite helemaal niets zien. Tot niet zo heel lang ge leden kreeg men na een staar operatie altijd een zogeheten 'staarbril' aangemeten. Dat is een tamelijk onhanteerbaar kijktoestel met glazen als jampotbodems, waardoor je ook nog 'groter' ziet dan voor heen. Dat laatste maakte een eenzijdige operatie onmoge lijk omdat het 'te grote' beeld van het ene oog zich niet liet samensmelten met het zicht van het andere oog. Dit lukt wel als de troebele staarlens wordt vervangen door een kunstlens. Tijdens de oorlog kwam het nog al eens voor dat piloten bij luchtgevechten splinters perspexglas in hun oog kre gen. Bij toeval ontdekte men toen dat het oog perspex goed verdraagt en niet, zoals je zou verwachten, onmiddellijk af stoot. De Engelsman Reidley maakte van die wetenschap gebruik en zette in 1949 als eerste een kunstlens van per spex in bij een staarpatiënt. Toch zou het nog tientallen jaren duren voordat het in- planteren van een kunstlens routine werd. In het begin vooral was het optreden van infecties het grootste pro bleem, en bovendien werd de lens verwijderd met een ge vaarlijker (en makkelijker) techniek. Pas een jaar of zes zeven geleden grepen twee ontwik kelingen in elkaar die samen zorgden voor een explosie aan staaroperaties waarbij ook een nieuwe lens wordt inge zet. De oogartsen beheersten steeds beter de moeilijker maar veiliger methode om een troebele lens te verwijderen, en intussen waren de kunst lenzen aardig geperfectio neerd. Dit maakte de operatie in feite tot een kleine ingreep die desgewenst onder plaatse lijk verdoving kan gebeuren, en zo veilig dat desnoods hon derdjarigen zich zonder be zwaar kunnen laten opereren. WAT hou ik toch van vrouwen. Van die types die zichzelf in het nekvel grijpen: „Vooruit meid, nu doe je dat maar even en geen gezeur". Soms zie je het ze niet aan, alsof ze krampachtig hun kracht en karakter camoefle- ren. Maar dat gebeurt niet be wust. Het is van geen belang, ze zijn wie ze zijn. Uiterlijk is slechts verpakking - funktio- nele vormgeving. Zo zei ze het letterlijk, die vrouw in de auto trein naar Milaan. Een prak tisch broekpak: „kan tegen een stootje en een vuiltje, kan ik desnoods in slapen". Naar vrienden bij Florence ging ze, in één ruk van Milaan met de auto daar naar toe, een weekje samen en dan in d'r eentje wat rondzwerven en in etappes te rug naar Nederland, ,,'k Heb dikke sokken bij me voor de kou in Zwitserland, ha-ha", met een stem als van een direc trice van een opvoedingsge sticht. Kostelijk mens. Nóóit vergeet ik haar verstoorde blik toen we in het gangpad hoorden opspe len tegen de conducteur: „dat kén toch niet, man, geen res tauratiewagen en dat in deze tijd". Ze schoof resoluut de coupé-deur open: „Och me- vrouw-meneer, u komt er zon der problemen en is die warme hap dan zo belangrijk?" Zelf had ze broodjes bij zich en pak jes sap. In Milaan accepteerde ze graag onze geplette krente- bollen voor onderweg. „Scheelt een half uur voor stoppen en een paar duizend lires, ha-ha". We wijfden haar na, de direc trice - hard toeterend, arm zwaai uit het raampje, bocht te ruim: „Arrivederci". Zo sta ik nu op een Neder landse stoep te zwaaien: „Dag Anke, dag Eva, veel plezier en goeie reis". Twee middelbare vrouwen, ik kijk ze na tot het zwarte eendje met de fietsen bovenop niet méér is dan een bromvlieg tegen de horizon. Net over de grens zal de auto vakantie krijgen. Daar gaan ze op de fiets verder: „schitte- rende route door Denemaik» tien dagen rond dan zijn weer terug bij af". Hotels t mer met ontbijt? Kom een tentje en slaapzakken, doe je dat. Ja hoor, dat 1 makkelijk op de fietsen. jaar deden ze op die mai Schotland, weet je nog Geen goeie voorbeelden, n u. Dit gaat over ondernemen vrouwen met een auto met geld, ofwel met een gestemde vriendin. Goed, ik oude dagboeknotities *J een groepsreis naar Spa „Zaterdag, 3 uur: - in ons gezelschap van 32 perse met 5 echtparen, 20 dames ej| heren, voorlopig al 3 I vrouwen gedetermineerd, vielen op door prettig-zell. zekerde houding, niet doou ligheid, dèt heel beslist niet". En uit m'n geheugen plull het volgende: „Ik zou het na ten doen, ik weet het, maan heb er de moed niet voor", zegt mijn tafelheer aan he neetje, een alom gekend ent waardeerd man, veel relatie internationale contakten. beetje losgeweekt door sherry en de wijn bekent „ik uürf het helees niet, all« op reis te gaan, zelfs niet a een gezelschap". Vrouwen -i még ze wel (al zijn er trutten» heksen bij). Ondernemend e creatief, ook in hun vrije ti" En kom me niet aan met drogreden, dat je op reis weinig losse mannen ontm door het vrouwenoverschot, durven ze daarom niet Zin 1. Ik ben dichter bij het graf dan gisteren. Toen was ik er verder af. Zin 2. Het meisje dat in de lege dorpsstraaat van een frans dorpje met een blanco vel papier op schoot zit en daarop autonummers no teert zegt, als je haar vraagt waarom ze dat doet: „Ah, ?a, e'est pour passer le temps, monsieur." Zin 3. Wij leven in een bezeten wereld en we weten het. Het zou voor niemand van ons onverwacht komen als eensklaps de waanzin uitbrak in een razernij, waaruit deze arme Europese mensheid achterbleef in verstomping en verdwazing, de motoren nog draaiende, de vlaggen nog wapperende maar de geest geweken. Deze drie prozaïsche mededelingen hebben één ding ge meen: ze zijn ook poëzie en kunnen verschijnen als gedicht. Nummer 1. als volgt: Ik ben dichter. Ik ben dichter. Ik ben dichter bij het graf. Ik ben dichter bij het graf dan gister. Toen was ik er verder af. Het is nu onmiskenbaar een gedicht met ritme en rijm en de verrassing in regel drie waar het zelfstandig naam woord 'dichter' overgaat in het bijwoord 'dichter'. De dich ter heet Herman Pieter Schönfeld Wichers U wellicht be ter bekend onder de italiaanse vertaling van schön en Feld: Belcampo. Zin 2. Als gedicht ziet er zo uit: Het meisje dat in de lege dorpsstraat met een leeg papier op de schoot zit om autonummers te noteren zegt als je vraagt waarom: „Ah, ?a, e'est pour passer le te temps, monsieur." Als gedicht staat het in de grote poëzie bloemlezing 'IV liet je Leven' Citroenpers. Eindhoven. De dichter heet Bert Voeten, geen pseudoniem. Zin 3. Beginregels van Prof. J. Huizinga's boek 'In de Scha duwen van Morgen' in 1936 verschenen bij Tjeeenk Wil link, Haarlem, ziet er als gedicht, als volgt uit. We leven in een bezeten wereld. En we weten het Het zou voor niemand onverwacht komen, Als eensklaps de waanzin uitbrak in een razernij Waaruit deze arme Europese mensheid achterbleef In verstomping en verdwazing; De motoren nog draaiende, de vlaggen nog wapperende, Maar de geest geweken Deze keer heb ik de zin in ongelijke stukken geknipt en die onder elkaar gezet. Het is dus geen gedicht. Rijm en ritme ontbreken. Die ontbreken ook in gedicht nummer 2. Waarom is twee wel een gedicht en drie niet. Van Dale de finieert een gedicht als: een in dicht-of versmaat ofwel in dichterlijke stijl opgesteld stuk. Misschien is nummer 2 in dichterlijke stijl opgesteld en drie niet. Zou het dat zijn John O'Mill P.S. „Please Sir, How do we know this is a poem Would it be in our Book of Poetry, Charles, if it wasn't uit Jan Mark's 'Zeno was Here'. In onze laatste Zomereditie van 13-8 j .1. waren nog prij zen te v nen met 'Even piekeren' en 'De kleine moeite'. De Stern-verrassingspakketten van 'Even piekeren' gaan naar: C.J. Nagtzaam, Waldhoornlaan in Etten-Leur J. Reniers-Van Oosterhout, Fresia Flat 55 in Made Mevr. Oooninck-Timmermans, Tilburgseweg 84 in Breda De stripboeken die met De Kleine Moeite waren te winnen i gegaan naar: Cindy Rombouts, Klaverpolderseweg 4 in Moerdijk Bas van de Veeke, Gelderlandlaan 4 in Lage Zwaluwe Pascal Boënne, Dui venhoeksestraat 34 in Kloosterzande Parai Leasin 4903 F 4W: Enigszins mistroostig kei I nald wel naar de schui koppen van de aanrc Noordzee. Want hoew graag wind heeft, was hq elf uur toch iets te ve hem. Zijn lichte postuil niet bestand zijn teg krachten die windkracht de 22 klapperende zeiltji i uitoefenen. Zijn veel zw gebouwde buurman na karwei op zich. Even lat de trein een speelbal v elementen. En buurmaij zich schrap. Uitgerust i soort trapeze, waarvan I zich bedienen en waart vlieger was bevestigd! beerde hij het gevaarte dwang te houden. En ondanks zijn gev krachtsinspanning we£ door de vlieger in een kv tijd toch van het ene na andere paalhoofd gesleep wijl zijn voeten diepe nalieten in het natte zan<3 „Een prachtige sportj even later Oostburger Ja duijn. „Heel leuk om doen en heel leuk voor i i schouwers. En echt een} Want als je een kwartie probeert zo'n gevaarte lucht te houden, heb je to j even tijd nodig om w| adem te komen". Jan Verduijn is nog niet I dat hij zelf zijn vliegers zoals de meesten van de deelnemers die zich zon IS HET Nederland bliek eigenlijk nog geïnteresseerd in o| verdediging ter lar vraag kan sinds zal met een volmondig;: worden beantwoor- Bijna zestigduizend sen, een record-aar bezochten, aangemi door ideale weersoi digheden, de j aarlij open dag van de lar macht. Dit maal via eer weer eens te bei aan de Generaal-rr De Ruyter van Ste\ ninckkazerne in Oi de grootste legerpl; van het land. Door Jeroen Roth VOOR de één is het ee uit met het gezin, voo der een gelegenheid o herinneringen uit d dienstperiode op te h een derde geniet, het stel in de aanslag, i van alle moderne sni het leger te bieden hee Een eensluidende mo om al dat landmach komen bekijken is s Duidelijk is wel dat I nog altijd een onmis aantrekkingskracht sen uitoefent. Of zc standhouder van d ('het bouwbedrijf var ger') het uitdrukt: „H heeft nu eenmaal ie heks, dat de mensen gierig maakt. En als 1 de kans geboden w van dichtbij te kome ken en er in sommig len zelfs aan deel te; wordt daar gretig van gemaakt". Aan dat laatste is veel gezegd. Op het hectare metende kaz rein worden perm demonstraties van r activiteiten gegevei hame het heli-veld, v hcopters af en aan vli gewonden te transp

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 4