YLAGGENKUNST MARINUS BOEZEM OP NEELTJE JANS
SIPRI sceptisch over chemische wapens
VIJFTIG
Recor<
Nieuwe lenzen voor oude staar
Dichters en gedichten
Winnaars Stem-puzzels
DE STEM EXTRA OP MAANDAG 22 AUGUSTUS 1988
Kunst
Beweging
Idee
COKS
VAN EYSDEN
Vrouw op reis
LOSSE
FLODDERS
I van onze verslaggever
ICADZAND-BAD
I Thuis word ik ooh
[maar wind is, dat iè
[op het terras van stn
bad, onder een grauv
[hand de regen liet ne
(Hellevoetsluis zondag
|het in elkaar zetten
|vlieger, maar een Sai]
leen lijn.
Uitdokteren
T48
STOCKHOLM (RTR) - Het
gebruik van chemische wa
pens door Iraq in de oorlog
tegen Iran zou een overeen
komst over het uitbannen
van chemische wapens wel
eens onmogelijk kunnen
maken.
Dit is een van de belangrijkste
conclusies in het woensdag ge
publiceerde jaarboek 1988 van
het gezaghebbende Internatio
nale Instituut voor Vredeson
derzoek (SIPRI).
Het in Stockholm gevestigde
instituut bekritiseert het ont
breken van een internationale
veroordeling van Iraq en de af
wezigheid van doeltreffende
maatregelen om het Baghdad
onmogelijk te maken chemi
sche wapens aan te schaffen of
te produceren. De Verenigde
Naties hebben gegevens gepu
bliceerd over het herhaaldelijk
gebruik van chemische strijd
middelen door Iraq tegen
Iraanse troepen gedurende de
acht jaar durende Golfoorlog.
Volgens SIPRI beschikken
slechts zes a negen landen over
aanzienlijke chemische wape
narsenalen. Dat zijn de Ver
enigde Staten, de Sovjetunie,
Frankrijk, Iraq, Noordkorea,
Syrië, Afghanistan, Iran en
Vietnam. SIPRI verdenkt
eveneens een aantal andere
landen ervan te beschikken
over chemische strijdmiddelen.
Genoemd worden China, Egyp
te, Israël en Libië.
Het vredesinstituut verwel
komt het INF-verdrag dat vo
rig jaar tussen de Amerikaanse
president, Ronald Reagan, en
Sovjet-leider Michail Gorbats-
jov werd ondertekend. Het
INF-akkoord voorziet in de
vernietiging van nucleaire ra
ketten voor de middellange af
stand. SIPRI meent dat het ak
koord tussen de twee grootste
mogendheden en de vermin
derde spanning tussen Oost en
West een belangrijke bijdrage
kan vormen bij het zoeken
naar een oplossing voor een
groot aantal regionale conflic
ten.
Het INF-verdrag kan ook
een kostbare en gevaarlijke
wapenwedloop in de ruimte
helpen te voorkomen. Ook kan
het een stimulans zijn voor die
genen die vast willen houden
aan de beperkte uitleg van de
in 1972 gesloten ABM-verdrag
over raket-afweersystemen en'
die tegen Reagans Strategisch
Defensie Initiatief (SDI) zijn.
De gegevens waarover SI
PRI beschikt laten zien dat de
internationale wapenaankopen
in 1987 in geld uitgedrukt een
recordhoogte hebben bereikt
van 70 miljard gulden. Aan de
landen in de Derde Wereld
werd voor een bedrag van 50
miljard gulden verkocht.
„Maar het geringe aantal
nieuwe orders suggereert dat
de wapenverkopen in de toe
komst zullen verminderen. Als
de oorlogen in Afghanistan en
de Golf spoedig worden beëin
digd, kan de handel in zware
wapens aanzienlijk afnemen",
aldus het insituut.
Nederland staat als expor
teur van wapens met een be
drag van bijna 994 miljoen gul
den op de zevende plaats. In
1986 exporteerde Nederland
nog voor een bedrag van 480
miljoen gulden.
In 1987 waren er 36 conflic
ten. Dat is evenveel als in 1986,
dat door de Verenigde Naties
was uitgeroepen tot het inter
nationaal jaar van de vrede. Er
is vorig jaar geen enkel vredes
verdrag ondertekend, aldus het
19de jaarverslag van SIPRI.
Behalve de 'burgeroorlog' in
Noord-Ierland, die sinds 1969
aan zeker 2.500 mensen het le
ven heeft gekost, vonden alle
conflicten plaats in de Derde
Wereld. In het Midden-Oosten
werden zes conflicten uitge
vochten, vijf in Zuidazië, acht
in het Verre Oosten, elf in
Afrika en vijf in Latijns-Ame-
rika.
In totaal waren 5,5 miljoen
mensen en 41 landen betrokken
bij gewapende operaties. Aan
de conflicten lagen vooral bin
nenlandse problemen ten
grondslag en 'strijd om de poli
tieke macht'. Het rapport
noemt als voorbeelden: Nicara
gua, Guatemala, El Salvador,
Sudan, Sri Lanka, India, Pa
kistan, de Filipijnen en landen
in de Hoorn van Afrika.
Ondanks deze regionale con
flicten is met de ondertekening
van het INF-verdrag een be
langrijke stap gezet op weg
naar ontwapening, aldus SI
PRI.
Het instituut wijst er echter
op dat er verder geen enkel
verdrag tot stand is gekomen
dat het aantal andere kernwa
pens aan banden moet leggen.
'Ik wil rotsen laten wapperen'
Morgen opent minister Neelie Smit-Kroes op
het eiland Neeltje Jans de wereldpremière
van het internationale vlaggenproject Gran
Pavese.
Wat is dat?
Een tentoonstelling van vijftig vlaggen die
zijn ontworpen door beeldende kunstenaars
uit binnen- en buitenland.
Marinus Boezem (54) uit Middelburg is één
van de kunstenaars die hun werk morgen in
de Zeeuwse wind zien wapperen. Een ge
sprek over het artistieke vlagvertoon.
Door Mick Salet
Een vlag. Het is méér dan
een lapje textiel. Méér dan
een windvaantje. Een natio
nale vlag is een symbool
van saamhorigheid. Een va
derlandse vlag is een wap-
perlap die het patriottische
hart sneller doet kloppen.
„Hollands vlag, je bent mijn
glorie. Hollands vlag, je bent
mijn lust. Ik roep van louter
vreugd victorie, als ik je zie aan
vreemde kust."
Van welke politieke kleur je
ook bent, als Nederlander kom
je niet uit onder het rood-wit
blauw. Amsterdammers en
Rotterdammers, Hagenaars en
Hagenezen, Arnhemmers en
Nijmegenaren, Friezen en Lu
xemburgers, allemaal hebben
ze dezelfde driekleur. Al heb je
de vaderlandsliefde van een
wereldburger, de vlag van je
geboorteland is en blijft een
herkenningsteken. En een han
delsmerk. Ook al hebben de
meeste Nederlanders minder
eerbied voor de nationale
driekleur dan de Amerikanen
voor hun sterren en strepen,
toch zijn er maar weinig stuk
jes stof die in Nederland met
zoveel respect behandeld wor
den.
Vlaggen spreken ook een
eigen taal. Iedere soldaat weet
wat een witte vlag wil zeggen.
En iedere scheepsarts weet
welke vlag er gehezen moet
worden als aan boord de pest
uitbreekt. Vlaggen zijn symbo
len en signalen.
Kortom, hoe decoratief de
fleurige vaandels ook mogen
zijn, ze zijn in eerste instantie
niet bedoeld voor de versiering.
Maar daar kan nu verandering
in komen. De Rotterdamse
stichting Gran Pavese wil de
vlag tot kunst met een grote K
verheffen. De stichting heeft
vijftig kunstenaars uit binnen-
en buitenland gevraagd een
vlag te ontwerpen. Van Rob
Scholte tot Robert Longo. En
van Nicola de Maria tot minder
klinkende namen. Morgen zul
len de kunstige vlaggen voor
het eerst tegelijk in de Zeeuwse
wind wapperen. In september
gaan ze naar Frankfurt.
Daarna verder naar Antwer
pen, de VS en Japan.
Wat is de bedoeling van het
vlaggenproject?
Peter van Beveren van Gran
Pavese: „Er is op het moment
een tendens om de kunst uit het
museum te halen. Om tentoon
stellingen buiten te houden.
Overal zie je beeldenroutes op
straat. Wij wilden iets nieuws
aan die trend toevoegen. Geen
driedimensionale kunst, maar
tweedimensionale kunst buiten
het museum. Vlaggen dus.
We hebben vijftig interna
tionale kunstenaars opdracht
gegeven om, voor vijfduizend
gulden, een vlag te ontwerpen.
Van ieder ontwerp hebben we
er in Nederland tien laten
drukken. Allemaal op hetzelfde
formaat. Twee bij drie meter.
De vlaggen zijn genummerd en
door de kunstenaar gesigneerd.
Ze zijn straks te koop. De
prijs? Dat hangt af van de
naamsbekendheid van de kun
stenaar. Maar globaal gaan ze
tussen de twee- en tienduizend
gulden kosten."
Marius Boender: „Ik heb vroeger wel gedacht dat het idee zelf voldoende was. Maar nu wil
ik alle dingen die ik verzin ook werkelijk uitwerken. Ik wil ze de wereld in brengen".
- FOTO GELDERLAND PERS
Eén van de vijftig kunstenaars
die een frisse wind door de
kunst laten waaien, is Marinus
Boezem uit Middelburg. Het is
niet de eerste keer dat hij een
doek van zichzelf in de wind
ziet wapperen. Drie jaar gele
den kreeg hij zijn eerste op
dracht voor een kunstige vlag.
Van het museum voor moderne
kunst in Genève.
Marinus Boezem ontwierp
toen een vlag met daarop een
Westeuropees weerkaartje met
hoge en lage drukgebieden.
Voor Gran Pavese heeft hij nu
een nieuwe vlag gemaakt.
Weer een weerkaart. Dit keer
met de luchtstromingen boven
de Atlantische Oceaan.
Wat is er voor een kunste
naar zo mooi aan een vlag?
Marinus Boezem: „Een vlag
heeft een aantal unieke eigen
schappen. Een vlag wappert in
de wind en ziet er dus steeds
anders uit. Omdat ook de om
geving, de lucht achter de vlag
bijvoorbeeld, steeds verandert,
kun je iedere duizendste van
een seconde een foto van een
vlag nemen die niet gelijk is
aan een vorige en volgende fo
to. Een vlag in de wind lijkt
eerder op een film.
Omdat de vlag blijft bewe
gen, zie je de vlag steeds an
ders. Dat maakt het voor een
kunstenaar erg interessant.
Het object, de platte vlag, blijft
gelijk, maar het kunstwerk dat
het oog in de ruimte ziet, is niet
statisch."
Een vlag is een wapperend
schilderij?
Marinus Boezem: „Dat mag
je wel zeggen, ja. Al noem ik
het zelf liever een bewegend
sculptuur.
Hij ontwerpt de vlaggen.
Maakt hij ze ook zelf?
Marinus Boezem: „Nee, het
zijn geen schilderijen. Ik heb,
net als de andere 49 kunste
naars, een ontwerp gemaakt
dat door specialisten is ge
drukt. Dat moet ook wel. Dat is
een apart vak. De vlag moet
goed gedrukt worden. Door en
door. Het ontwerp moet aan
twee kanten goed en duidelijk
zichtbaar zijn. Tja, dat het aan
één kant in spiegelschrift staat,
is wel vervelend, maar ik vind
het niet echt storend.
De vlag wordt gedrukt op
kunststof. Een soort polyester.
Een stevige stof die er voor
zorgt dat de vlag niet zo snel
gaat rafelen. De stof moet bo
vendien zo licht zijn dat de vlag
bij een klein zuchtje wind al
gaat bewegen."
Worden de vlaggen een
nieuwe trend in de kunst?
Marinus Boezem: „Oh nee,
dat geloof ik niet. Het is ge
woon een aardig idee. Een
nieuw middel voor kunste
naars om te zeggen wat ze wil
len zeggen. Maar zelf heb ik
verder niets speciaals met
vlaggen. Voor mij is het ont
werpen van zo'n vlag een aar
dige opdracht. Maar ik doe het
alleen als een aanvulling op
mijn oeuvre. Ik ga niet verder
met het maken van vlaggen.
Ik heb eigenlijk maar één
ander idee voor een vlag die ik
ooit nog wel eens wil maken.
Een vlag met een rotsblok erop.
Dat lijkt me wel iets. Een rots
laten wapperen in de wind. Is
dat geen mooie manier om de
zwaartekracht op te heffen?"
Op papier is het een aardig
idee. Is het altijd nodig om zo'n
idee ook werkelijk uit te voe
ren?
Marinus Boezem: „Ik heb
vroeger wel gedacht dat het
idee zelf voldoende was. Maar
nu wil ik alle dingen die ik ver
zin ook werkelijk uitwerken. Ik
wil ze de wereld in brengen.
In de jaren zestig dacht ik,
net als andere kunstenaars, dat
de distributie van ideeën vol
doende zou zijn. Als alle Chine
zen tegelijkertijd dertig centi
meter in de lucht springen, heb
je even daarna een kleine aard
beving. Een leuk idee. Dat niet
uitgevoerd hoefde te worden.
Maar nu geloof ik dat je een
idee moet realiseren om het
daarmee de maximale werking
te geven.
Een idee alléén is niet vol
doende. Een schilderij in je
hoofd is geen écht schilderij.
Het bestaat pas als je het schil
dert. Dan kunnen de mensen
pas zien wat je als kunstenaar
te zeggen hebt."
Zijn de vlaggen van Gran
Pavese alleen bedoelt als lucht-
verfrissing?
Marinus Boezem: „Het zijn
eigenlijk geen doeken die in
een museum moeten hangen,
maar kunstwerken die buiten
in de wind moeten wapperen.
Die altijd in beweging moeten
zijn. Maar ik zou het wel leuk
vinden als die vijftig vlaggen
een positieve invloed zouden
hebben op de vormgeving van
de vlaggen in de wereld. Op dat
gebied mag best eens een frisse
wind waaien."
Houdt Marinus Boezem
eigenlijk van vlaggen? Zwelt
zijn borst van trots als hij de
Nederlandse vlag ziet wappe
ren? Vindt hij het een mooie
vlag?
Marinus Boezem: „Nee. De
Nederlandse vlag doet me
niets. Helemaal niets."
Door Jan Paalman
DE AARDIGSTE medi
sche nieuwtjes komen
soms uit onverwachte
hoek. Zo is er een dokter,
dr. D. Hoogendoorn uit
Wijhe, die niets anders
doet dan medische cijfers
omspitten. Die dorre cij
fers zijn voor hem een
goudmijn waaruit hij re
gelmatig medisch nieuws
opdelft. Dat het aantal
hartinfarcten aan het da
len is, of dat operaties de
laatste tien jaar stukken
veiliger zijn geworden, en
hoeveel veiliger precies, en
daar schrijft hij dan een
soms opzienbarend stuk
over in het Nederlands
Tijdschrift voor Genees
kunde.
Zijn laatste nieuwtje is dit: in
Nederland is het aantal staar
operaties de laatste tien jaar
enorm toegenomen. Op zich is
dat niet zo raar, want staar
komt vooral op oudere leeftijd
voor en Nederland vergrijst.
Maar als je met die vergrij
zing rekening houdt, dan
blijkt het aantal staaropera
ties nog steeds sterk te stijgen.
De operatie is tegenwoordig
zo veilig en het resultaat zo
goed, dat men veel eerder
opereert dan een jaar of vijf,
zes geleden.
Staar, om precies te zijn
grauwe staar, is wereldwijd
de belangrijkste oorzaak van
blindheid. Waarom het pre
cies ontstaat weet men niet,
ook niet hoe je het zou kunnen
voorkomen, maar wel is het
zeker dat deze oogziekte hoort
bij de oude dag. Hoe ouder,
hoe meer kans op staar dus.
Om onbegrijpelijke redenen
raken dan steeds meer delen
van de ooglens vertroebeld,
totdat op een slechte dag het
oog op een gekookt visseoog
lijkt: dan ben je aan dat oog
blind. Maar het aangedane
oog geeft al veel eerder last.
Bij fel licht vangen de on
doorzichtige stukjes in de lens
het licht en laten het explode
ren in een oogverblindend
vuurwerk van lichteffecten.
Vandaar dat mensen met
staar zich vaak wapenen met
een zonneklep en het beste
kunnen zien wanneer het
schemert.
Wat daartegen te doen?
Medicijnen zijn er niet tegen
staar, zodat operatief verwij
deren van de ondoorzichtige
lens als enige mogelijkheid
over blijft. Deze staaroperatie
heeft een lange geschiedenis.
Een Indiase tekst van Susruta
uit de vijfde eeuw voor Chris
tus meldt al een staaroperatie,
de zogeheten staarstreek. Dat
ging zo. Zonder verdoving
stak men een gloeiende kope
ren naald in het oog van de
patiënt en drukte dan de troe
bele lens uit zijn hengsels, een
uiterst pijnlijke operatie die
nog steeds in delen van Tibet
schijnt te worden uitgevoerd.
Tot zo ongeveer 1950 was de
moderne oogheelkunde afge
zien van het toepassen van
narcose, niet zo echt veel ver
der gevorderd. In die tijd
moest je na de operatie een tot
twee weken met bedekte ogen
bewegingloos plat in bed lig
gen. Daar werden zoveel
mensen zo stapelgek van, dat
het-Leerboek der psychiatrie'
van die tijd het ondergaan
van een staaroperatie als een
belangrijke oorzaak van post
operatieve psychose zag.
Tegenwoordig heb je twee
manieren om een troebele
lens te verwijderen. Bij de
eerste methode wordt de hele
lens verwijderd, en bij de
tweede peutert men langzaam
de lens uit zijn kapsel en laat
vervolgens dat kapsel in het
oog achter. Die tweede manier
is veiliger, geeft minder ern
stige bijwerkingen, maar is
helaas ook veel moeilijker.
Toch, zo weet Hoogendoorn
uit zijn cijfers te puren, heeft
deze veilige maar moeilijke
manier de andere vrijwel ge
heel verdrongen. Dat komt
nou door de medische voor
uitgang: steeds meer oogart
sen kunnen microchirurgies
opereren, waarbij ze zichzelf
tijdens de operatie met een
enorme microscoop op de vin
gers kijken om met piepkleine
hechttangeljes zeepbeldunne
vliesjes aan elkaar te hechten.
Deze microchirurgie heeft de
laatste tien jaar zo'n vlucht
genomen dat de meeste oog
artsen dat moeilijkere uitpei
len van de troebele lens in
hun vingers hebben. Maar er
is meer.
Nadat de lens weg is, moet
iets anders de werking van
die lens vervangen, want an
ders zie wel meer licht maar
kun je in feite helemaal niets
zien. Tot niet zo heel lang ge
leden kreeg men na een staar
operatie altijd een zogeheten
'staarbril' aangemeten. Dat is
een tamelijk onhanteerbaar
kijktoestel met glazen als
jampotbodems, waardoor je
ook nog 'groter' ziet dan voor
heen. Dat laatste maakte een
eenzijdige operatie onmoge
lijk omdat het 'te grote' beeld
van het ene oog zich niet liet
samensmelten met het zicht
van het andere oog. Dit lukt
wel als de troebele staarlens
wordt vervangen door een
kunstlens.
Tijdens de oorlog kwam het
nog al eens voor dat piloten
bij luchtgevechten splinters
perspexglas in hun oog kre
gen. Bij toeval ontdekte men
toen dat het oog perspex goed
verdraagt en niet, zoals je zou
verwachten, onmiddellijk af
stoot. De Engelsman Reidley
maakte van die wetenschap
gebruik en zette in 1949 als
eerste een kunstlens van per
spex in bij een staarpatiënt.
Toch zou het nog tientallen
jaren duren voordat het in-
planteren van een kunstlens
routine werd. In het begin
vooral was het optreden van
infecties het grootste pro
bleem, en bovendien werd de
lens verwijderd met een ge
vaarlijker (en makkelijker)
techniek.
Pas een jaar of zes zeven
geleden grepen twee ontwik
kelingen in elkaar die samen
zorgden voor een explosie aan
staaroperaties waarbij ook
een nieuwe lens wordt inge
zet. De oogartsen beheersten
steeds beter de moeilijker
maar veiliger methode om een
troebele lens te verwijderen,
en intussen waren de kunst
lenzen aardig geperfectio
neerd. Dit maakte de operatie
in feite tot een kleine ingreep
die desgewenst onder plaatse
lijk verdoving kan gebeuren,
en zo veilig dat desnoods hon
derdjarigen zich zonder be
zwaar kunnen laten opereren.
WAT hou ik toch
van vrouwen.
Van die types die
zichzelf in het nekvel grijpen:
„Vooruit meid, nu doe je dat
maar even en geen gezeur".
Soms zie je het ze niet aan,
alsof ze krampachtig hun
kracht en karakter camoefle-
ren. Maar dat gebeurt niet be
wust. Het is van geen belang, ze
zijn wie ze zijn. Uiterlijk is
slechts verpakking - funktio-
nele vormgeving. Zo zei ze het
letterlijk, die vrouw in de auto
trein naar Milaan. Een prak
tisch broekpak: „kan tegen een
stootje en een vuiltje, kan ik
desnoods in slapen". Naar
vrienden bij Florence ging ze,
in één ruk van Milaan met de
auto daar naar toe, een weekje
samen en dan in d'r eentje wat
rondzwerven en in etappes te
rug naar Nederland, ,,'k Heb
dikke sokken bij me voor de
kou in Zwitserland, ha-ha",
met een stem als van een direc
trice van een opvoedingsge
sticht.
Kostelijk mens. Nóóit vergeet
ik haar verstoorde blik toen we
in het gangpad hoorden opspe
len tegen de conducteur: „dat
kén toch niet, man, geen res
tauratiewagen en dat in deze
tijd". Ze schoof resoluut de
coupé-deur open: „Och me-
vrouw-meneer, u komt er zon
der problemen en is die warme
hap dan zo belangrijk?" Zelf
had ze broodjes bij zich en pak
jes sap. In Milaan accepteerde
ze graag onze geplette krente-
bollen voor onderweg. „Scheelt
een half uur voor stoppen en
een paar duizend lires, ha-ha".
We wijfden haar na, de direc
trice - hard toeterend, arm
zwaai uit het raampje, bocht te
ruim: „Arrivederci".
Zo sta ik nu op een Neder
landse stoep te zwaaien: „Dag
Anke, dag Eva, veel plezier en
goeie reis". Twee middelbare
vrouwen, ik kijk ze na tot het
zwarte eendje met de fietsen
bovenop niet méér is dan een
bromvlieg tegen de horizon.
Net over de grens zal de auto
vakantie krijgen. Daar gaan ze
op de fiets verder: „schitte-
rende route door Denemaik»
tien dagen rond dan zijn
weer terug bij af". Hotels t
mer met ontbijt? Kom
een tentje en slaapzakken,
doe je dat. Ja hoor, dat 1
makkelijk op de fietsen.
jaar deden ze op die mai
Schotland, weet je nog
Geen goeie voorbeelden, n
u. Dit gaat over ondernemen
vrouwen met een auto
met geld, ofwel met een
gestemde vriendin. Goed,
ik oude dagboeknotities *J
een groepsreis naar Spa
„Zaterdag, 3 uur: - in ons
gezelschap van 32 perse
met 5 echtparen, 20 dames ej|
heren, voorlopig al 3 I
vrouwen gedetermineerd,
vielen op door prettig-zell.
zekerde houding, niet doou
ligheid, dèt heel beslist niet".
En uit m'n geheugen plull
het volgende: „Ik zou het na
ten doen, ik weet het, maan
heb er de moed niet voor",
zegt mijn tafelheer aan he
neetje, een alom gekend ent
waardeerd man, veel relatie
internationale contakten.
beetje losgeweekt door
sherry en de wijn bekent
„ik uürf het helees niet, all«
op reis te gaan, zelfs niet a
een gezelschap". Vrouwen -i
még ze wel (al zijn er trutten»
heksen bij). Ondernemend e
creatief, ook in hun vrije ti"
En kom me niet aan met
drogreden, dat je op reis
weinig losse mannen ontm
door het vrouwenoverschot,
durven ze daarom niet
Zin 1. Ik ben dichter bij het
graf dan gisteren. Toen was
ik er verder af.
Zin 2. Het meisje dat in de
lege dorpsstraaat van een
frans dorpje met een blanco
vel papier op schoot zit en
daarop autonummers no
teert zegt, als je haar
vraagt waarom ze dat doet:
„Ah, ?a, e'est pour passer le
temps, monsieur."
Zin 3. Wij leven in een bezeten wereld en we weten het. Het
zou voor niemand van ons onverwacht komen als
eensklaps de waanzin uitbrak in een razernij, waaruit deze
arme Europese mensheid achterbleef in verstomping en
verdwazing, de motoren nog draaiende, de vlaggen nog
wapperende maar de geest geweken.
Deze drie prozaïsche mededelingen hebben één ding ge
meen: ze zijn ook poëzie en kunnen verschijnen als gedicht.
Nummer 1. als volgt:
Ik ben dichter.
Ik ben dichter.
Ik ben dichter bij het graf.
Ik ben dichter bij het graf dan gister.
Toen was ik er verder af.
Het is nu onmiskenbaar een gedicht met ritme en rijm en
de verrassing in regel drie waar het zelfstandig naam
woord 'dichter' overgaat in het bijwoord 'dichter'. De dich
ter heet Herman Pieter Schönfeld Wichers U wellicht be
ter bekend onder de italiaanse vertaling van schön en
Feld: Belcampo.
Zin 2. Als gedicht ziet er zo uit:
Het meisje dat in de lege
dorpsstraat met een leeg
papier op de schoot zit
om autonummers te noteren
zegt als je vraagt waarom:
„Ah, ?a, e'est pour passer le te temps, monsieur."
Als gedicht staat het in de grote poëzie bloemlezing 'IV
liet je Leven' Citroenpers. Eindhoven. De dichter heet Bert
Voeten, geen pseudoniem.
Zin 3. Beginregels van Prof. J. Huizinga's boek 'In de Scha
duwen van Morgen' in 1936 verschenen bij Tjeeenk Wil
link, Haarlem, ziet er als gedicht, als volgt uit.
We leven in een bezeten wereld.
En we weten het
Het zou voor niemand onverwacht komen,
Als eensklaps de waanzin uitbrak in een razernij
Waaruit deze arme Europese mensheid achterbleef
In verstomping en verdwazing;
De motoren nog draaiende, de vlaggen nog wapperende,
Maar de geest geweken
Deze keer heb ik de zin in ongelijke stukken geknipt en die
onder elkaar gezet. Het is dus geen gedicht. Rijm en ritme
ontbreken. Die ontbreken ook in gedicht nummer 2.
Waarom is twee wel een gedicht en drie niet. Van Dale de
finieert een gedicht als: een in dicht-of versmaat ofwel in
dichterlijke stijl opgesteld stuk.
Misschien is nummer 2 in dichterlijke stijl opgesteld en
drie niet. Zou het dat zijn
John O'Mill
P.S. „Please Sir, How do we know this is a poem Would it
be in our Book of Poetry, Charles, if it wasn't uit Jan
Mark's 'Zeno was Here'.
In onze laatste Zomereditie van 13-8 j .1. waren nog prij zen te v
nen met 'Even piekeren' en 'De kleine moeite'.
De Stern-verrassingspakketten van 'Even piekeren' gaan naar:
C.J. Nagtzaam, Waldhoornlaan in Etten-Leur
J. Reniers-Van Oosterhout, Fresia Flat 55 in Made
Mevr. Oooninck-Timmermans, Tilburgseweg 84 in Breda
De stripboeken die met De Kleine Moeite waren te winnen i
gegaan naar:
Cindy Rombouts, Klaverpolderseweg 4 in Moerdijk
Bas van de Veeke, Gelderlandlaan 4 in Lage Zwaluwe
Pascal Boënne, Dui venhoeksestraat 34 in Kloosterzande
Parai
Leasin
4903 F
4W:
Enigszins mistroostig kei
I nald wel naar de schui
koppen van de aanrc
Noordzee. Want hoew
graag wind heeft, was hq
elf uur toch iets te ve
hem. Zijn lichte postuil
niet bestand zijn teg
krachten die windkracht
de 22 klapperende zeiltji
i uitoefenen. Zijn veel zw
gebouwde buurman na
karwei op zich. Even lat
de trein een speelbal v
elementen. En buurmaij
zich schrap. Uitgerust i
soort trapeze, waarvan I
zich bedienen en waart
vlieger was bevestigd!
beerde hij het gevaarte
dwang te houden.
En ondanks zijn gev
krachtsinspanning we£
door de vlieger in een kv
tijd toch van het ene na
andere paalhoofd gesleep
wijl zijn voeten diepe
nalieten in het natte zan<3
„Een prachtige sportj
even later Oostburger Ja
duijn. „Heel leuk om
doen en heel leuk voor i
i schouwers. En echt een}
Want als je een kwartie
probeert zo'n gevaarte
lucht te houden, heb je to
j even tijd nodig om w|
adem te komen".
Jan Verduijn is nog niet
I dat hij zelf zijn vliegers
zoals de meesten van de
deelnemers die zich zon
IS HET Nederland
bliek eigenlijk nog
geïnteresseerd in o|
verdediging ter lar
vraag kan sinds zal
met een volmondig;:
worden beantwoor-
Bijna zestigduizend
sen, een record-aar
bezochten, aangemi
door ideale weersoi
digheden, de j aarlij
open dag van de lar
macht. Dit maal via
eer weer eens te bei
aan de Generaal-rr
De Ruyter van Ste\
ninckkazerne in Oi
de grootste legerpl;
van het land.
Door Jeroen Roth
VOOR de één is het ee
uit met het gezin, voo
der een gelegenheid o
herinneringen uit d
dienstperiode op te h
een derde geniet, het
stel in de aanslag, i
van alle moderne sni
het leger te bieden hee
Een eensluidende mo
om al dat landmach
komen bekijken is s
Duidelijk is wel dat I
nog altijd een onmis
aantrekkingskracht
sen uitoefent. Of zc
standhouder van d
('het bouwbedrijf var
ger') het uitdrukt: „H
heeft nu eenmaal ie
heks, dat de mensen
gierig maakt. En als 1
de kans geboden w
van dichtbij te kome
ken en er in sommig
len zelfs aan deel te;
wordt daar gretig
van gemaakt".
Aan dat laatste is
veel gezegd. Op het
hectare metende kaz
rein worden perm
demonstraties van r
activiteiten gegevei
hame het heli-veld, v
hcopters af en aan vli
gewonden te transp