DE STEM
HET DUBBELLEVEN
VAN EEN
KUNSTENAAR VAN
DE RODE REVOLUTIE
MODEMS
>latenbra;
Wi- r'
Analfabetisme
'Ondergronds'
Naar Den Haag
Geen twijfel
Esscher
ZATERDAG
20 AUGUSTUS 19881
Opgeroepen
e in 1900 geboren Gerd Arntz,
telg uit een Duitse ondernemersfamilie, koos al jong
voor de sociale strijd. Hij besloot de revolutie te die
nen als kunstenaar. Allereerst als de rechterhand van
de statisticus dr.Otto Neurath. Met deze Oostenrijker
ontwikkelde hij een symbolentaal om ook de ongelet
terde massa inzicht te geven in het reilen en zeilen van
de maatschappij. Arntz raakte zo betrokken bij de
economische planning van de politieke staalmeester
Stalin. In de jaren dertig bezocht de kunstenaar Rus
land viermaal. Door de burgeroorlog van 1934 uit We
nen verdreven, belandde hij in Den Haag. Voor en na
de oorlog illustreerde Arntz elk Nederlands econo
misch bericht dat daarvoor in aanmerking kwam. Eerst
als bureauchef van Neurath. Na 1945 bij de inmiddels
opgerichte Nederlandse Stichting voor Statistiek en bij
de Unesco. Maar ook op een tweede front was de
anti-fascist Arntz werkzaam. Vooral in houtsnedes
zette hij Hitler en Stalin te kijk. 'Niet te veel vertellen' is
het parool van Gerd Arntz geweest, die in feite een
dubbelleven leidde. Nadat hij in 1965 met pensioen
was gegaan, reageerden de mensen met wie hij jaren
samenwerkte ongelovig op wat ze druppelgewijs over
hem te horen kregen.
Mijn vrijheid
*-■■■
- j V 5'-s.
Ik heb heel braai mijn werk gedaan voor Stalln. Maar Je merkte toen al dat er ook Russen waren die er niet in geloolden. Dat kon ookniet anders als Je de werkelijkheli
- FOTO FOTOPERSBUREAU HENDRIKSEN-VAU
Gerd
Arntz
isns biu
Morgen begint in Am
modemakers. Ook coi
sprek met een kunste
modemakers ter wert
draagt.
zag. Met knipogen begreep Je elkaar.
Het geheim van
de kunst in wilde dan moest ik dat zelf
maar weten. Eén eis stelde hij wel: ik
moest leraar worden.
Zo is het de meeste van mijn latere
collega's ook vergaan. Allemaal hebben
ze een baan gehad. Alleen ben ik 'beeld
statisticus' geworden. Een groot geluk."
Op zijn weg trof Gerd Arntz de statis
ticus Otto Neurath uit Wenen. Die wilde
de gegevens waarmee hij werkte zicht
baar maken, voor iedereen zo begrijpe
lijk mogelijk. Arntz: „Toen Neurath
links en rechts informeerde wie hem zou
kunnen helpen werd er gezegd: 'Oh, er is
maar één, die dat zou kunnen: Gerd
Arntz uit Düsseldorf
Vanaf 1926 wordt Wenen zijn werk
terrein. De eerste pictogrammen vinden
in die tijd ook hun oorsprong; alleen
heetten ze toen nog niet zo.
Gerd Arntz: „Neurath zat met een
probleem. Hij reisde vaak. Op stations
moest hij zo nu en dan gebruik maken
van de wc. Vaak liep hij, onwetend, het
damenstoilet binnen. Daar werd hij dan
met de bezem uitgejaagd."
„Zo zijn we begonnen om ook voor
het dagelijkse leven een beeldtaal op te
zetten. Hoe we die symbolen noemden
weet ik eigenlijk niet meer. 'Isotypen',
geloof ik. Maar in elk geval functio
neerde het."
Neurath werkte met zijn bureau interna
tionaal. Er was vooral ook een contact
met het nieuwe communistische bewind
in Rusland. Gerd Arntz: „Daar heerste
een ontzettend analfabetisme. Maar Sta
lin wilde dat iedereen zou weten tot
welke goede werken hij zich in staat
achtte."
Viermaal werd de beeldspecialist uit
gezonden naar Moskou. Een ontoegan
kelijk land voor wie er niets te zoeken
had. Gerd Arntz: „Je zag er ook vrese
lijke dingen gebeuren. Mensen die van
de honger omvielen; een dagelijkse wer
kelijkheid."
„Ik heb heel braaf mijn werk gedaan
voor Stalin. Maar je merkte toen al dat
er ook Russen waren die er niet in ge
loofden. Dat kon ook niet anders als je
de werkelijkheid zag. Met knipogen be
greep je elkaar."
Er zijn Russische beelden die Arntz
moeilijk kan vergeten. Als beloning werd
hem een vakantie in de Kaukasus aange
boden. Tijdens de dagenlange reis zag hij
hoe groepen verweesde jongeren clan
destien buiten op de trein meereisden.
Ze sprongen er bij het wegrijden op. Zij
hadden een leider zonder benen, die tel
kens het eerst op de trein werd gewerkt.
De anderen sprongen hem na. Bij elk
station maakten ze, nog voor het binnen
rijden, dat ze weg waren. Vanwege de
controles."
Rusland, zoals het ook was. Gerd Arntz
komt te spreken over zijn 'ondergrondse'
activiteiten. „In prenten, die in het wes
ten werden gepubliceerd, heb ik mijn
kritiek geuit op Stalin. Ik maakte ze on
der schuilnaam. 'Dubois' meestal; het
waren tenslotte houtsneden."
Prenten van Arntz zijn wereldbe
roemd geworden. De maker: „Ik maakte
ze al vroeg, om kritiek te leveren op de
sociale misstanden in Duitsland. Pas
veel later werden ze voor het eerst gepu
bliceerd."
„Waarom zo laat? Ach, ik hoefde er
niet van te leven dus liep ik er niet zo
hard achteraan. Inmiddels staan ze in
alle schoolboeken die over die tijd han
delen."
„De fabriek heb ik vaak als thema ge
bruikt. Het is mijn milieu geweest. Colle
ga's hebben het voor hun inspiratie altijd
met foto's moeten doen, Ik heb er geke
ken, en geroken."
„Ik ben niet alleen tussen fabrieken
opgevoed, maar ook tussen klassetegen
stellingen. Als jong mens heb ik mijn
stempel moeten bepalen. Ik voelde me
zelf voor de vraag gesteld: 'Waar ben ik
voor?'."
„Zonder het aanvankelijk te begrijpen,
voelde ik dat de wereld er anders uitzag
dan ze thuis wilden laten geloven. Later
zijn er in mijn leven veel dingen bij elk
aar gekomen. In de kunst nam ik ook die
klassetegenstellingen waar. De kunst die
me interesseerde werd gemaakt door
mensen, die ook anders waren dan de
rijke mensne."
Typerend voor veel maatschappij-kri
tische prenten is de directeur die boven
in beeld zetelt. De arbeiders zijn onderin
getekend, op de werkvloer.
Gerd Arntz: „Ik had een wat aparte
kijk. Ook op de politieke partijen; met
geen heb ik me echt verbonden. Ik heb
ook geen karikaturen gemaakt, zoals
Daumier of Georg Gross. Nooit heb ik
dan ook een kapitalist willen voorstellen
door middel van een dikke pens. Ik vond
het niet zo belangrijk hoe hij er uit zag.
Een kapitalist met een dikke buik, dat is
voor mij geen klassestrijd. Dat is ook
geen zinnig argument in een discussie."
Een burgeroorlog in Wenen, in 1934,
maakte dat Neurath en zijn staf moesten
uitwijken. De socialisten werden uit het
stadsbestuur gejaagd. Arntz die vanwege
zijn werk voor de gemeente een dienst
woning had werd uit zijn huis gezet.
„We zijn naar Den Haag gegaanm,
waar we ook een bureau hadden. Het
was me liever geweest wanneer Neurath
in was gegaan op een aanbod om naar
Genève te komen. Hij wilde het niet,
want dan zou hij zijn positie als eigen
baas kwijt zijn geraakt."
„Ik stond daar anders tegenover. Mijn
idee was, dat je maar beter in de krant
dat als ik meegegaan was ik afhankelijl
was gebleven. In zekere zin ervoer ik ha
,y£rtrg^ van Neurath als een bevrijdiiw
opk.al zaten we in de moeilijkheden."
De bevrijding van Europa, zo d(
Arntz toegejuicht, moest hij als sold:
van zijn eigen tegenpartij ondergaan. „1
zat als chauffeur in Normandië. Als
geschoten moest worden heb ik nooit gal
schoten in de richting waar ik iemat:
vermoedde. Ik heb dus ook nooit iemaii
doodgeschoten. Er werd wel heel doelgt
richt op mij geschoten. Daar ben ik di
goed vanaf gekomen
„Op het eerste het beste moment
dat mogelijk was heb ik me overgegevt
aan de Franse verzetsbeweging. En hi
wonderlijk: mijn zoon heeft in Italië de
zelfde weg gevolgd."
„De enige die heel erg onder de
beurtenissen gebukt is gegaan was n
vrouw. Toen ik opgeroepen werd is
door een aantal mensen in de steek ff
Door Mick Salet
Néé, Frans Molenaar i
's morgens niet gelijk
nieuwste blazerblauw
jasje met zes bruine bf
knopen, kleine zijspliti
klepzakken, opgesnedi
vers, een beetje breder
schouders en een lichtt
lering.
„Als ik uit bed kom trek
irst een lekkere oude br
een T-shirt aan. Ik hoef t
geen driedelig pak aan te
om mijn hond uit te later
:offie te drinken?
Ik kleed me pas netjes aa
ik uit bad kom. Dan kijk
mijn agenda wat er op ht
•amma staat. Van de af
;en die ik heb, hangt het
elke kleren ik aantrek,
iedelig pak? Een blaze
een leuk overhemd? Of e<
ipijkerbroek? Het hangt
le dingen die ik moet dot
le mensen die ik ga ontir
'ee, ik trek niet zómaar
at er nog van de vorige
gt. Ik doe altijd iets schi
an en kies ook echt spec
lets uit. Keuze genoeg. D;
ik bijna niet anders. Me
petten er op wat ik draag,
noet me wel goed kleden
[is reclame voor mezelf".
{ijkt hij ook kritisch ht
dere mensen in de klere
keil?
Lik kijk er wel naar. Ik v
liet leuk om te zien als mi
goed gekleed zijn. Maar i
ordeel mensen niet op h
leding. Helemaal niet.
feaat niet om de kleren, hc
bm de mensen die er in zi
Iedereen moet zichzelf zi;
Iemand vindt dat een bep
lasje hem erg leuk staat,
vertrek, en door wat er op volgde."
ten. Ze is in 1974 overleden. Haar leve
zou bepaald blijven door ons gedwonge luttele maanden n,
spectaculaire actie va
itie en Buma/Stemra
's lands grootste orgai
Zelf is Gerd Arntz via tewerkstelling, landelarenlfn-mu^fel
en kampen m 1946 teruggekomen,
was geen discussie over zijn rol. Het ot
recht dat zijn vrouw aangedaan was tt
hem niet. Direct meldden zich de juis
mensen om hem vrij te pleiten van
heulen met de vijand. De enkele ingew
den in het dubbelleven van deze wondt
lijke man.
jbonafide handi
Gerd Arntz heeft zijn mond openf baarbij de laatsten
daan tegen het fascisme. Maar waakte t"
tevens voor daar met betrekking tot ziel
zelf roem voor te vergaren. En dat zei
op momenten waarop hij zich niet n® le helling gaat. „Ned
echt het vuilnisv;
Europa als het om au
"echten gaat", aldus
lirecteur Rob Ed'
woordvoerder van d
higde platenmaat
en in ons land.
bedreigd hoefde te voelen.
Het blijkt nu ook dat ook Neura
nooit geweten heeft van Arntz' politiek
prenten. Gerd Arntz: „Nee, stel je vofl
die man zou zich doodgeschrokken zij
Aan mensen die het inzicht hebben
zich dood te schrikken heb je op crucial
momenten niets. Dat neem ik niema!
kwalijk. Maar het maakt dat ik alt
mijn mond heb gehouden. En dat is
ker niet onverstandig geweest. Want a
ders had ik hier niet gezeten."
Ik geef mijn indruk over hem bloot,
lijkt me iemand, die zich vroeg of laat
tijd terugtrekt uit de groep.
Na een stilte: „Ja, dat is waar. Ik t*
gauw op mezelf teruggetrokken. Ik k
altijd een grote familie gehad, maar
zijn geen contacten. Ik heb tussen art®
ders gezeten zonder echt in die kring'
verzeild geraakt te zijn. En voor kunst
naarsgroeperingen geldt eigenlijk b'
zelfde."
„De graficus Esscher heb ik ook 6
kend. Hij was ook zo'n Einzelgang'
Nog zonderlinger dan ik overigens. T#
kreeg ik ooit een prent van hem voorzi(
van een opdracht 'Met gevoelens
vriendschap'."
En met een lichte twinkeling in
ogen trekt hij zich op ditzelfde mom" 'andel die met de be:
ook uit die vriendschap terug.
Door Leo Nierse
Dpnieuw toe. Ditmat
grijpbaar voor justiti
s de zoveelste zet
strijd om de snelle
stuiver. Een gevecht i
toste gaat van arties
le
enlang aan het korts
rekken. Net zolang
vaderlandse auteurst
'e actie in maart, in I
Roosendaal, heette een
Jgende slag' voor de p
zijn. De twee grootste
landelaren in ons land
'an hun bed gelicht, 14
werkers aangehouden ei
Legale lp's in beslag ge
,e oedrij fsgeheimen v
■landestiene postorder
;n zrjn schemerige han
aties lagen op straat.
Maar het schrikeffect
cue is verbazend sne
leebd: de collega-pirat
wesbehalve ontmoedig
"gebreide videopiratt
andel in clandestiene n
assettes buiten beschi
.elaten, verschijnen er
olop witte lp's op de
barkt. Zoals pal na d
A,al de eerste echt
otleg-CD via Mexico
■wam Hierbij betreft I
■Uteurswet in de hand
oigen is. De nieuwe Cl
s dat niet.
Je moet nooit a
stoppen. Want wa
carrière?
Dweezll Zappa, de
Een van de bekendste anti-Hltlerprenten: in veel schoolboekjes.
kon lezen dat de oorlog was uitgebroken,
dan dat je daarin nu verzeild zou raken.
Maar zo liep het niet."
„Toen het in 1940 heel dreigend werd
telegrafeerde Neurath vanuit Amerika,
waar hij was, dat we naar Noorwegen
moesten uitwijken. Zelf kwam hij nog te
rug. Op dat moment werd Noorwegen
bezet. Een maand later volgde de over
rompeling van Westeuropa."
Dat de oorlog vijf tot zes jaar zou du
ren stond voor Neurath en Arntz vast.
Ze hadden zich dan ook aan die voor
spelling gewaagd. Daarbij waren ze uit
gegaan van het economisch potentieel in
beide kampen, hoewel op dat moment
nog niet vaststond wie bij de strijd be
trokken zou raken. Gerd Arntz: „Ons
verhaal is in die dagen nog door de New
York Times gepubliceerd."
De kunstenaar zegt in de eerste maanden
van de Duitse bezetting heel bang ge
weest te zijn. Arntz: „Na 1932 was tk uit
veiligheidsoverwegingen uit Duitsland
weggebleven. Mijn prenten publiceerde
ik dan wel onder pseudoniem, maar mijn
levenswandel pleitte niet voor me. En ik
kon ook niet weten wat zij van mij wis
ten. Maar het werd me duidelijk dat ze
wel iets anders te doen hadden, zoals het
leegroven van Nederland."
„Mijn zoon was inmiddels oud genoeg
om in dienst te moeten; daar kwam hij
als Duits burger niet onderuit. In 1943
werd ook ik opgeroepen. Zowel Hitier
als Stalin had ik in mijn werk te kijk ge
zet. Voor Stalin had ik gewerkt. Nu
moest ik voor Hitier tegen Stalin vech
ten. Ik had kunnen onderduiken, maar
onderduikadressen waren schaars. En ik
vond dat ik geen direct gevaar liep.
Daarom wilde ik geen adres voor een an
der bezet houden."
„Bovendien zouden we plotseling ver
dacht zijn geworden als ik ondergedoken
was. Dan zou het kantoor uit elkaar ge
vallen zijn en dat wilde ik niet. Neurath
was er niet meer. Hij was alsnog in de
meidagen van 1940 met een reddings
boot uitgeweken naar Engeland. 'Zee-
manshoop' heette die sloep. Ik weet niet
wie er beter af was, want hij werd in En
geland geïnterneerd."
Het verhaal lijkt op de 'vlucht' van Ko
ningin Wilhelmina. De baas is weg, het
volk blijft achter. Was er toch geen boos
heid?
Gerd Arntz: „Beslist niet. Ik voelde
D
Vroege 'pictogrammen'
uit Wenen.
vrouw getrouwd was. Die broer heeft er
voor gezorgd dat ik er niet in kwam. 'Die
rode zoon van jou moet ik niet', vond'hij".'J
Mijn vader heeft voor zijn rijke brroe¥-jje-r
kozen."
Het milieu eiste ook nog een andere
tol, merkte Gerd Arntz. „Ouders namen
in die tijd alle belangrijke beslissingen
voor hun kinderen. Mijn vader had in
Wenen een collega ontmoet met wie hij
een handeltje sloot. Zijn oudste zoon, ik
dus, zou moeten trouwen met de oudste
dochter van zijn collega. Min of meer
een kwestie van je geld goed beleggen.
Dat heb ik niet geaccepteerd."
Gerd Arntz: „Uiteindelijk kwam ik
aanzetten met de dochter van een spoor-
man; één uit een gezin met dertien kin
deren. De grootste misdaad was wel dat
ze katholiek was; wij waren Luthers.
Mijn tantes hebben me nooit meer willen
zien."
„Ik was in die dagen betrokken bij de
linkse onlusten die je overal had. Vader
was zelf ook ontsteld over deze linkse
keuze, maar ik kreeg mijn vrijheid. Als ik
Doorkoos Tuitjer
Gerd Arntz is kort geleden uit het zie
kenhuis ontslagen. „Weken heb ik geen
gewoon gesprek kunnen voeren," mop
pert hij later. De operatie betrof een
achillespees. Maar onvermoeid draaft hij
nu op een neer in zijn Haagse flat, met
uitzicht op de Koninklijke achtertuin.
„U moet uw glas wat sneller leegdrin
ken," vindt hij telkens. Van iedereen die
bij hem was hoor ik dat hij borrelaars
bijzonder op prijs stelt. Na vier uren
doet hij zelf ook mee, tijdens de boter
ham.
Een klein mannetje. Wel bejaard,
maar niet oud. Zegt voortdurend dat-ie
'dit of dat' al wel vaker verteld heeft, in
de trant van 'moet dat nou echt?'. Maar
elk verhaal wordt toch verteld.
Zoals over de tijd waarin het Duitse
Keizerrijk ter ziele was gegaan. Deze pe
riode direct na 1918 noemt hij vanuit een
zekere hoek „een mooie tijd." Er heerste
een sfeer van opnieuw beginnen.
Van de fabriek was de deur inmiddels
achter hem dichtgegooid. Gerd Arntz:
„Mijn vader had in zijn bedrijf ook een
broer opgenomen die met een zeer rijke