2 I de stem
DE ANGST VAN DE
BROEDERLANDEN
GAF DE DOORSLAG
P
V
Waar Brezjnev nog immer regeert
HAVELS VISIE
OP HUIDIGE
TSJECHISCHE
SITUATIE
ERDAG
US 1988
recies 20 jaar geleden, in de nacht
van 20 op 21 augustus 1968, drongen Sovjetrussi-
sche, Oostduitse, Poolse, Bulgaarse en Hongaarse
troepen Tsjechoslowakije binnen om een einde te ma
ken aan 'het socialisme met een menselijk gezicht'.
Acht maanden tevoren was de stalinistische partijlei
der Antonin Novotny vervangen door Alexander Dub-
cek. Binnen enkele weken was vrijwel alles in Tsje
choslowakije veranderd. De Tsjechoslowaakse com
munistische partij werd populair als nooit tevoren en
communistische hervormers als Dubcek, Smrkovsky,
Cernik en Svoboda voelden zich door de vrijheid van
het woord niet bedreigd maar juist gesteund. Doch in
Moskou, Oost-Berlijn, Warschau, Sofia en Budapest
groeide de angst voor deze vrijheid en na 33 weken
Praagse Lente sloegen de broederlanden toe.
Catastrofe
Naspel
Gevangenen
Meer durf
Ondergronds
J
:n deden wat ze kon-
ik een diep respect,
aren er niet, je werd
s totaal geen vertier,
ie in een dergelijke
en, zijn geen vrolijke
t. Humor heb ik wel,
i ik niet. Ik ben ern-
ren. Logisch, je hebt
;d overgeslagen",
las om te laten zien
rd andere jongens uit
lp naar toe gebracht
Naar het houthak-
et. Met gesloten wa
ar naar toe gebracht,
kerkje, een christen-
s kampje. Daar zaten
ere kampen, in totaal
Ier ben ik nog terugge-
~'s kun je nog zien dal
hout een verdieping
t kerkje. Anders kon
moesten ze de bossen
Zwaar werk was dat.
zwak, uitgeput. We
hout, dat is keihard
igen. In blokken zagen
an de kant van de weg
nog een kromme rug
We, mijn broertje
kandji te eten. Meel
as je zo weer kwijt. Er
;s. Geen water om te
wonden te behande-
in splinters, dat ging
vas verschrikkelijk".
23 augustus. Toen pas
bom was gevallen en
„Op die bewuste dag
aan. Hij gooide zijn
e heftig met zijn supe-
moesten we stoppen
aoesten alles laten lig-
I iet kamp. Vreemd was
vat liet liggen moest je
'ond en kreeg je slaag,
i we betere voeding".
lopend naar het sta-
n ze uren te wachten,
we een trein met Euro-
ar we slaagden er niet
;en. Dat werd ons ver-
i. We werden terugge-
"angkongkamp. Toen
at de oorlog voorbij
ds vliegtuig strooide
emarang uit. Toen zei
:ven ons over",
se keren teruggeweest
>k als marine-officier,
lader op. Straks ben ik
mthulling van dat mo-
ument voor dat ene
die jongenskampen.,
fdt eenzelfde beeld door
lOOgheid prins Bernard
leek. daar zijn we bij-'
"aarnaast verkopen we
eeldjes om de kosten
en. Overigens hebben
beeld in Indonesië zelf
>rs gevonden. De ove-
we uit eigen zak",
at er al veel geschreven
ampen. Over de vrou-
de mannenkampen,
ver de specifieke jon
gens die van hun moe
ien en gebruikt werden
;over we weten is dat
eurd". 22 September,
na de capitulatie van
[en tastbare herinnering
nagedachtenis aan alle
ende de Japanse over-
toenmaüg Nederlands
'de van 1944-1945, ge-
n moeder, in speciaal
de jongenskampen het
het monument staat:
jong'.
Door Leo van Vlijmen
Het was die 20e augustus de zesde
warme zomerdag op rij en de bierhuizen
in de Praagse binnenstad hadden een re
cord-omzet.
In het gebouw van het Centrale Comi
té, aan de oever van de Moldau, heerste
grote bedrijvigheid. Ondanks het vroege
avonduur waren de vensters verlicht. Op
de derde verdieping vergaderde het par
tijpresidium onder leiding van Alexan
der Dubcek. Hoofdpunten op de agenda
waren een boze brief van Leonid Brezj-
nev en een rapport over de politieke si
tuatie in het land. Dit was samengesteld
door Drahomir Kolder en Alois Indra,
beiden vertegenwoordigers van de dog
matische vleugel.
Het rapport stond vol kritiek op Dub-
ceks koers, maar de samenstellers con
stateerden ook, dat de bevolking niet ge
kant was tegen het socialistische sys
teem.
Tegen half tien was men het er in het
presidium over eens dat er niet gespro
ken kon worden over een 'contrarevolu
tionair gevaar', zoals Brezjnev in zijn
brief veronderstelde en zoals in Polen en
in de DDR werd beweerd.
Alexander Dubcek stond op het punt
de discussie af te ronden toen premier
Cernik uit de vergadering werd wegge
roepen. Enkele ogenblikken later keerde
hij doodsbleek terug. „Het is zover!",
stamelde hij, „de bezetting is begonnen".
En na zich vermand te hebben vertelde
hij wat hij zojuist had gehoord. Op de
Praagse luchthaven Ruzyne waren twee
Sovjetrussische militaire vliegtuigen ge
land; het vliegveld was hermetisch afge
grendeld. De Praagse Lente was haar
laatste
uren ingegaan.
De democratische revolutie die tot de
Praagse Lente had geleid was al in 1966
op de universiteiten begonnen, lang
voordat in Nanterre de studenten in op
stand kwamen, in Amsterdam het Maag
denhuis en in Tilburg de Hogeschool
werden bezet.
De meest drastische maatregel was de
opheffing van de perscensuur met het ge
volg dat de kranten werden overstelpt
met ingezonden brieven, klachten, ver
klaringen, resoluties en ideeën. Het cen
trale punt waar alles om draaide was
niet, zoals de dogmatici hadden ge
vreesd, afschaffing van het socialisme,
maar democratisering.
In Moskou was men bereid de nieuwe
leiding in Praag te dulden zolang de
communistische partij de baas bleef en
op alle punten een politiek voerde die
strookte met de belangen van de Sovjet
unie.
De 'grote drie' van de Praagse Lente,
Dubcek, Smrkovsky en Cerruk, waren
niet van plan om die belangen te dwars
bomen. integendeel, van begin januari
tot medio augustus 1968 wezen zij er
herhaaldelijk op dat Tsjechoslowakije
nooit het Oostblok zou verlaten of de
Sovjetunie de rug zou toekeren. Zij trok
ken ook altijd een lijn met Moskou tegen
de zelfstandige buitenlandse politiek van
de Roemenen en toonden zelfs begrip
voor de Russische achterdocht.
Ondanks herhaalde loyaliteitsverklarin
gen uit Praag bleef het gestook aanhou
den, vooral uit Oost-Berlijn en War
schau. De Poolse Lente van 1956 was al
lang voorbij en het Gomulka-bewind
had het aan de stok met hoogleraren en
studenten die inspiratie putten uit de ge
beurtenissen in Tsjechoslowakije. De
Tsjechische stenen tegen Russische tanks: de onmacht van een heel volk in augustus 1968.
De verstikte Praagse Lente
Oostduitse stalinistische partijleider
Walter Ulbricht vreesde vooral dat Tsje
choslowakije zich meer op de Bondsre
publiek zou gaan richten en dat dit ten
koste zou gaan van de betrekkingen met
de DDR.
De eerste confrontatie vond eind
maart in Dresden plaats op een confe
rentie van partijleiders. Dubcek kreeg de
wacht aangezegd in de vorm van een for
mele afbakening van de ruimte waarbin
nen hij mocht manoeuvreren.
Tien dagen na 'Dresden' werd in
Praag een actieprogram gepresenteerd
onder de titel „De weg van Tsjechoslo
wakije naar het socialisme". Er stond
vrijwel niets in wat niet eerder was gefor
muleerd. Ook de wens om de betrekkin
gen met de Bondsrepubliek te verbeteren
was vroeger al aan de orde geweest. Des
te verbaasder waren de Tsjechoslo
waakse leiders over de reactie van Rus
sen, Polen en Oostduitsers die spraken
over de ondermijning van Tsjechoslowa
kije en het Oostblok door het Duitse im
perialisme, maar die in feite het 'socia
lisme met een menselijk gezicht' afwe
zen.
Op 24 April besloot de partijleiding in
Praag het program voor modernisering
en humanisering te matigen, maar dat
bracht geen verandering teweeg in het
standpunt van de critici.
De zenuwoorlog van het Warschaupact
(zonder Roemenië) tegen Tsjechoslowa
kije was al in volle gang. Herhaaldelijk
moest Dubcek zich in Moskou komen
verantwoorden. Op 4 mei kreeg hij de
formele eis voorgelegd om zich ideolo
gisch te conformeren en de politieke
contacten met de Bondsrepubliek te ver
breken. Dubcek gaf niet toe.
De druk werd versterkt doordat de
militaire manoeuvres van het Warschau
pact (eveneens zonder Roemenië) die
volgens plan half mei aan de grenzen van
Tsjechoslowakije begonnen waren begin
juni onverwachts tot Tsjechoslowaaks
grondgebied werden uitgebreid.
Russen, Oostduitsers en Polen kenden
echter geen pardon. Half juli verzonden
de vijf partijen (van de overige landen
van het Warschaupact zonder Roeme
nië) een ultimatieve brief waarin zij van
Dubcek eisten dat hij zijn liberaliserings-
beleid zou ombuigen en met name de
persvrijheid ongedaan zou maken.
Op 29 juli kwam het voltallige Sovjet
russische Politburo naar het Slowaakse
grensplaatsje Cierna nad Tisou om met
het Tsjechoslowaakse presidium en pre
sident Svoboda overleg te plegen.
Na afloop van de conferentie van
Cierna kwamen de leiders van de vijf or
thodoxe partijen en Dubcek en de zijnen
in Bratislava bijeen om een overeen
komst te sluiten. Deze hield in dat Dub
cek zijn liberaliseringsprogram kon uit
voeren, maar dat hij zich nauwer zou
aansluiten bij het Warschaupact en bij
de Comecon en dat de Tsjechoslowaakse
publiciteitsmedia hun kritiek op de broe
derlanden zouden staken. Het leek er op
dat de druk van de ketel was en in Praag
haalde men opgelucht adem. De cata
strofe was echter al onafwendbaar. In de
nacht van 16 op 17 augustus nam het
Sovjetrussische Politburo het besluit
voor een militaire interventie.
Om zes uur in de ochtend van de 21e
augustus vroeg de bevelhebber van de
binnenrukkende Warschaupact-troepen,
generaal Pavlovski, belet aan bij presi
dent Svoboda. Hij werd vergezeld door
Alois Indra, die de avond tevoren met
vier andere leden van het partijpresi
dium tegen de protest-verklaring had ge
stemd.
Indra legde de president een lijst voor
met de namen van conservatieve partijle
den met wie hij een nieuwe regering
wilde vormen. Svoboda weigerde.
Het gebouw van het Centrale Comité
was inmiddels door Sovjetsoldaten be
zet. Dubcek werd gearresteerd toen hij in
zijn werkkamer aan het telefoneren was.
Ook Smrkovsky werd gearresteerd en
naar het vliegveld gebracht, waar pre
mier Cernik al was gearriveerd. Tijdens
de vlucht naar Moskou moest het drietal
geboeid op de vloer zitten. Naar
Smrkovsky later vertelde waren zij er alle
drie van overtuigd dat er in Moskou
korte metten met hen zou worden ge
maakt.
De militaire bezetters zochten in Tsje
choslowakije tevergeefs naar bewijzen
voor een contrarevolutie. In plaats daar
van stuitten zij op het lijdelijk verzet van
de bevolking.
Op 23 augustus besloot president Svo
boda, die nog steeds geen nieuwe rege
ring had beëdigd, naar Moskou te reizen
om met de Russische leiders te praten.
De bejaarde generaal stond bekend als
een vriend van de Russen. Des te groter
was de teleurstelling van Brezjnev toen
Svoboda eiste dat de gearresteerde lei
ders in vrijheid zouden worden gesteld
en aan de besprekingen zouden deelne
men. In Praag werd verteld, dat Svoboda
gedreigd had zichzelf voor de ogen van
Brezjnev een kogel door het hoofd te
schieten indien zijn eis niet zou worden
ingewilligd.
In elk geval kon de Tsjechoslowaakse
president op 24 augustus in een bood
schap aan zijn volk meedelen dat hij sa
men met Dubcek, Smrkovsky en Cernik
besprekingen voerde met de Sovjetlei
ders.
Er behoefden geen directe wijzigingen
in de partijtop te worden aangebracht,
maar de besluiten van Cierna en Bratis
lava moesten worden aanvaard. De be
zetting zou pas worden teruggetrokken
wanneer de situatie in Tsjechoslowakije
zou zijn genormaliseerd. Tsjechoslowa
kije moest de VN verzoeken de interven
tie niet in de Veiligheidheidsraad te be
handelen.
Wat niet in het officiële communiqué
stond was de bepaling, dat de censuur
met onmiddellijke ingang weer zou wor
den ingevoerd en dat de politieke clubs
ontbonden zouden worden.
In maart 1969 versloeg de Tsjechoslo
waakse ijshockeyploeg het team van de
Sovjetunie. Dat leidde tot een massale
uitbarsting van vreugde in Praag, het
geen uitmondde in de bestorming van
het kantoor van de Russische luchtvaart
maatschappij Aeroflot. Dit incident
werd de directe aanleiding voor de ver
vanging van Alexander Dubcek door
Gustav Husak. Dubcek wordt ambassa
deur in Ankara, maar moet spoedig naar
Praag terugkeren en wordt uit de partij
gezet.
ft:
r-i
•- '*ii
W acl;
ïciiieke jongenskampen
- FOTO'S WILLEM MIE1"15
W aclav Havel be
schrijft zijn gevoelens over de toe
stand twintig jaar na de Russische
inval in Tsjechoslowakije in 1968.
De auteur heeft zelf gevangen ge
zeten voor zijn activiteiten in de
1 sjechisch beweging voor de men
senrechten, Charta '77. Havel
i Kfeeg in 1986 de Erasmusprijs. Hij
i woont momenteel in Praag.
I Door Véclav Havel
Op 21 augustus 1968, nu 20 jaar geleden,
de Sovjetunie Tsjechoslowakije bin
nen naar aanleiding van de Tsjechische
pogingen tot hervorming van het sys-
,eem' üjdens de Praagse Lente. De kliek
le daarna de macht overnam stond vol-
omen achter de invasie en accepteerde
onder enige terughoudendheid de Sov-
ten °P Tsjechische experimen-
.,0e leden betitelden de bezetting als
roederlijke bijstand' en eisten geleide-
J aan ^at de rest van de samenleving,
e als zij, instemming zou betuigen met
die 'bijstand'. De tienduizenden voor
standers van de hervormingen, de libe
raal denkende mensen en de mensen die
zich niet leenden voor een dergelijke ver
klaring, werden en worden op brute
wijze vervolgd door de bewindvoerders.
De omschrijving van de 'bewindvoer
ders' zou moeten luiden dat het mensen
zijn van wie het gedrag bepaald wordt
door hun afkeer van veranderingen en
door hun collaborerende houding tijdens
Brezjnevs gewapende overval op Tsje
choslowakije. De grondigheid waarmee
zij met Brezjnev samenspanden tegen
mogelijke hervormingen, kwam voort uit
de enigszins onlogische veronderstelling
dat Brezjnev de Sovjetunie voor altijd en
eeuwig zou aanvoeren.
Die veronderstelling is inmiddels onjuist
gebleken, zoals u weet. De bewindvoer
ders hebben zich nu in een genante posi
tie gemanoeuvreerd. Zij zijn de gevange
nen van de door hen zelf bepaalde hou
ding; nog steeds gedoemd telkens weer
hetzelfde verhaal af te draaien waarmee
ze twintig jaar geleden aan de macht
kwamen. Zij moeten nu, als trouwe aan
hangers van de centrale politiek van de
Sovjetunie hun eigen, tegen hervormin
gen gerichte, bewind verloochenen en de
perestrojka aanhangen.
Lichtelijk in verlegenheid gebracht,
tasten ze nu diep in de rhetorische tru
cendoos, om deze klinkklare nonsens te
verantwoorden. Ze zeggen dat de huidige
veranderingen in de Sovjetunie niet ver
gelijkbaar zijn met wat men in 1968 in
Tsjechoslowakije voor ogen had; dat de
Vaclav Havel: Het is bijzonder ver
makelijk om te zien hoe zij, die hun
hele leven de vrijheid onderdrukt heb
ben, zich nu verliezen In een verbale
verdediging van de vrijheid, die geen
ander doel heeft haar In werkelijkheid
te blijven onderdrukken.
- FOTO LEO VAN VLIJMEN
huidige halfbakken Tsjechische pere
strojka evenmin iets te maken heeft met
de hervormingen van 1968; en dat de de
toenmalige inmenging van de Sovjetunie
volkomen terecht was.
Ik betwijfel of de huidige Sovjetleiders
overmatig dankbaar zijn voor deze onge
lukkige verdediging van de arrogante
grootmachten-politiek van Brezjnev. Ze
moeten echter noodgedwongen - uit so
lidariteit en loyaliteit met hun Tsjechi
sche bondgenoten - dezelfde houding
aannemen. De Sovjetunie kan het
'nieuwe denken' uiteraard niet net als
het 'oude denken' per tank exporteren.
Nu zitten we dus met de paradoxale si
tuatie dat de Tsjechische gevangenen
van de Brezjnev-ideologie, in een geval
als dit, ook van iemand als Gorbatsjov
een gevangene kunnen maken van de
zelfde ideologie. Gorbatsjov heeft im
mers voldoende problemen en zal niet
het risico willen lopen dat er een nieuw
spanningsveld binnen de Russische in
vloedssfeer ontstaat. Hij is genoodzaakt
een knarsetandend stilzwijgen te bewa
ren over de zaak 1968 en geeft zich over
aan broederlijke omhelzingen met de
Tsjechische partijleider Milos Jakes.
De bevolking van Tsjechoslowakije kijkt
met zichtbaar genoegen naar de politieke
koorddanserij van de socialistische lei
ders. Het is natuurlijk ook bijzonder ver
makelijk om te zien hoe zij, die hun hele
leven de vrijheid onderdrukt hebben,
zich nu verliezen in een verbale verdedi
ging van de vrijheid, die geen ander doel
heeft haar in werkelijkheid te blijven on
derdrukken. Iedereen weet hoe de vork
in de steel zit: Als zij de vrijheid toelaten
in hun land zullen zij zelf als eersten
weggeveegd worden met de nieuwe be
zems.
De bevolking vermaakt zich welis
waar, maar zij is nog kilometers verwij
derd van actie. De mensen in Tsjechoslo
wakije zijn heel, heel, voorzichtig. Als wij
van Charta '77 eens een ontmoeting heb
ben met onze Poolse vrienden van Soli
dariteit, aan de Pools-Tsjechische grens,
en ze vragen hoeveel mensen ons steu
nen, heb ik zin om te zeggen dat wij in
tegenstelling tot Solidariteit, met haar
miljoenen openlijke aanhangers, slechts
een miljoenen-gehóór hebben.
Door te luisteren naar buitenlandse
uitzendingen op de radio, volgt de bevol
king het werk van Charta '77 (en niet al
leen van Charta) met belangstelling en
sympathie. Maar de mensen zullen zich
wel drie keer bedenken, voor zij publie
kelijk hun steun aan Charta betuigen, of,
überhaupt hun mening geven in het
openbaar.
Tsjechen en Slowaken zijn niet zo
heetgebakerd. Ze winden zich niet snel
op. In 1968 konden ze zich daadwerke
lijk ergens over opwinden en gedroegen
zij zich als mondige burgers. Daar zijn
zij twintig jaar lang om vervolgd. Na die
bittere ervaring, is hun huidige bedacht
zaamheid op zijn zachtst gezegd begrij
pelijk. Ik zou echter niet willen beweren
dat de mentaliteit in twintig jaar onver
anderd is gebleven.
De mensen beginnen duidelijk meer te
durven. Daarvan zijn talloze voorbeel
den te vinden, variërend van de enorme
opleving van allerlei onofficële activitei
ten op cultureel gebied, tot het inzame
len van een half miljoen handtekeningen
voor meer religieuze vrijheid. De gebeur
tenissen in de Sovjetunie, Hongarije en
zelfs Polen, zijn bemoedigend.
De aanblik van de Tsjechisch leiders,
die op hun tenen door een mijnenveld
moeten -en niet bepaald overkomen
alsof zij zelf zoveel vertrouwen hebben in
het eigen totalitaire bewind- levert het
bewijs van hun verwarring en paniek en
is, derhalve, eveneens bemoedigend. Het
is gemakkelijker in verzet te komen te
gen een meelijwekkend heerser, die het
zelf ook allemaal niet meer weet, dan te
gen een heerser die de mensen in de
greep van de angst heeft.
De kloof die aan het ontstaan is tussen
de politiek van de leiders in de Sovjet
unie en die van de leiders in Tsjechoslo
wakije, wordt breder en breder. Tegelij
kertijd ontstaat een eveneens breder
wordende kloof tussen de ideologie van
het huidige bewind in Tsjechoslowakije
en wat de bevolking bezielt.
Beide kloven zullen nog wel een tijdje
doorgaan met breder worden, maar eens
moet daar een eind aan komen. Vroeg of
laat moet er ergens toegegeven worden.
De regering van een ontwikkeld en cul
tureel bewust land in het hart van
Europa kan niet tot in de eeuwigheid te
gen de stroom der gebeurtenissen in blij
ven zwemmen. Daar is ook de wil van de
bevolking niet naar.
Wat er precies te gebeuren staat, en wan
neer, en hoe, weet niemand. Er zijn geen
betrouwbare voorspellingen te doen in
een totalitaire staat. De werkelijke activi
teit van de bevolking speelt zich onder
gronds af, diep onder het oppervlak van
de zichtbare gebeurtenissen. Niemand
kan zeggen welk steentje een complete
lawine zal veroorzaken.
Ook het regime kan geen voorspelling
doen. Daarom ziet de staatspolitie ieder
steentje aan voor de veroorzaker van een
lawine en daarom wordt er zo vaak
alarm geslagen. De alarmfase waarin
men zich nu bevindt, is veroorzaakt door
het twintigjarig jubileum van de Sovjet-
inval. Ik betwijfel of met de viering van
zo'n simpel feit nu juist het bewuste
steentje zal rollen. Maar zelfs in dit geval
zie ik de verontrusting van de leiders als
een gunstig voorteken. Het toont aan dat
zelfs in deze betrekkelijk oninteressante
satellietstaat enig gerommel mogelijk is.
Copyright The Tjfp.es