POLITIONELE AKTIES GEVEN VERKEERD BEELD VAN WARE
Nederlandse koloniale rol in Indië
BEDOELINGEN
herzien
WAT EEUWEN VERBON
ZAL DE JAP NIET SCHEI
BUKMAN 1
S iirii
Luchthav
Roofstad
•Am
modebewu
met de ope
THE SOCIE
DE STEM EXTRA ZATERDAG 16 JUL11988
ONZE herinnering aan het Nederlandse
beleid in de periode 1945 - 1949 in Indonesië
wordt gedomineerd en gekleurd door de
heftige discussies vóór, tijdens en na de
twee politionele akties in juli '47 en decem
ber '48.
De gruwelijkheden die tijdens die Neder
landse strafexpedities werden gepleegd
bezorgen veel landgenoten tot vandaag de
dag slapeloze nachten. De eerloze Neder
landse afgang in Indië, de mislukking van
de Nederlandse diplomatie om de voorma
lige kolonie 'netjes' af te staan, maakt dat
we die periode nog steeds beleven als een
collectief trauma, diep weggestopt in ons
nationaal bewustzijn. Een trauma dat ja
ren later nog werd versterkt door het poli
tiek gestuntel in de kwestie Nieuw-Gui-
nea.
Maar was het alleen Nederland dat de
kansen miste in de dekolonisatie van In
dië? En wat weten we nu nog van de cru
ciale rol die zowel de Indonesische Repu
bliek, Groot-Brittanië als de VS speelden?
IN DE HELE geschiedenis zijn er over
winnaars en verliezers. En hoe je tegen
bepaalde gebeurtenissen in het verle
den aankijkt hangt er gewoon van af
aan welke kant je staat.
Dekolonisatie
Achterban
nE STEM BUITEN.
PEN HAAG/PARAM AR]
van ontwikkelingssamem
die aanstaande dinsdag v
zoek naar Paramaribo ve
vankelijk toegezegde bedr
den als noodhulp voor Su
ruim 50 miljoen.
Fouten
Roer moet om
Brandpunt
Overleg
Warschaupact
begonnen
Perdjuguan
De souvereiniteitsoverdracht van Nederlands-Indie in december '49.
Luitenant gouverneur-generaal dr. H. J. Van Mook.
RÉI
Door Mathieu Kothuis
Zo was het ook in het geval van Nederlands-
Indië. Wij waren de verliezers, de Indone
siërs de grote overwinnaars. En zo bekijken
we die periode dus, zo denken we er over en
zo schrijven we er over.
Maar het aardige van geschiedschrijving is dat we
(als het maar lang genoeg is geleden) de zaken ook
van twee kanten kunnen bekijken. Bij historici in
Nederland en ver daarbuiten bestaat ruim veertig
jaar na dato echter nog steeds de opvatting dat het
Nederlandse beleid en dus ook de politionele akties
alleen waren bedoeld om de Nederlandse koloniale
aanwezigheid in dat land voort te zetten. De politio
nele akties, niets meer of minder dan een regel
rechte oorlog met de Indonesische Republiek, bete
kenden volgens die historici een poging tot 'kolo
niale restauratie in een ander jasje'. Anders gezegd,
Nederland was er gewoon op uit zijn positie in In
donesië te handhaven.
In zijn boek 'Diplomatie of strijd', (met als onder
titel 'Het Nederlandse beleid tegenover de Indone
sische Revolutie 1945-1947') probeert J.J.P. de Jong
(niet te verwarren met dr. L. de Jong) dit beeld nu
recht te zetten. Hij betoogt dat de gangbare ge
schiedschrijving over de dekolonisatie van Indone
sië vooral is gericht op de bloei, de ontwikkeling en
uiteindelijke overwinning van de Indonesische Re
volutie. De geschiedschrijving van de verliezers, i.e.
de Nederlanders, bleef daarbij in de schaduw en be
perkt tot Nederland.
Vooral in de Indonesische, Amerikaanse en
Australische literatuur wordt de Indonesische Re
volutie als een positieve zaak gezien en het Neder
landse beleid als een verkapt streven de positie van
vóór de oorlog terug te winnen. De oorlog tussen
Nederland en de Republiek was volgens De Jong
echter de uiteindelijke maar onvermijdelijke uit
komst van de frustratie van de Nederlandse rege
ring en diplomatie om het conflict door middel van
overleg met de Republiek op te lossen. Het beeld
van de agressieve kolonisator die 'koloniale restau
ratie in een ander jasje' nastreefde, klopt volgens
hem niet. „Hoe populair ook, de visie dat Nederland
uit was op een stap terug, is onjuist", aldus het oor
deel van De Jong.
Nederland was dus wel degelijk uit op dekoloni
satie, het overdragen van de macht aan de Repu
bliek. „De dekolonisatie was jarenlang geleid en in
gezet door een betrekkelijk kleine groep beleidsbe
palers. Deze hadden zich ingezet voor een geleide
lijke dekolonisatie, tegen allerlei obstakels en groot
verzet in Nederland in. Ze hadden hierin succes
maar het beleid liep stuk op de Indonesische reali
teit", aldus De Jong. Kortom, Nederland wilde de
macht wel overdragen maar dat lukte niet door de
grote conflicten en interne strijd aan Indonesische
kant.
De Jong benadrukt in zijn boek de cruciale rol
van zowel Van Mook (luitenant gouverneur-gene
raal in Nederlands-Indië) en Sutan Sjahrir, premier
van de Republiek Indonesië. Opvallend is dat De
Jong in zijn boek betrekkelijk weinig plaats in
ruimt voor Sukarno. Diens steun aan de Japanners
in de Tweede Wereldoorlog werd hem vooral ook in
Indonesië ernstig kwalijk genomen.
Het is volgens De Jong vooral aan Van Mook en
Sjahrir te danken dat er tussen de Republiek en Ne
derland vanaf december '45 en december '49 een
voortdurende discussie plaatsvond over de machts
overdracht aan Indonesië. De discussie ging al lang
niet meer over het principe van dekolonisatie, maar
over de manier waarop. Beide hoofdrolspelers leg
den daarvoor het fundament tijdens de befaamde
Hoge Veluwe-conferentie en vervolgens met de
Linggadj ati-overeenkomst.
Een echte doorbraak in de bestudering van de na
oorlogse periode in Indië vormde de publicatie van
de 'Officiële Bescheiden inzake de Nederlands-In
donesische Betrekkingen 1945-1950' waarvan in '71
het eerste deel verscheen. De Jong put zijn informa
tie uit de veertien delen van die bescheiden die
sindsdien zijn gepubliceerd. Naast die nieuwe en
belangrijke officiële gegevens heeft De Jong de ge
brekkige Indonesische informatie aangevuld met
gegevens uit zijn interviews met Indonesische oud
hoofdrolspelers, waaronder oud-generaal Nasution,
de politici Soebadio Sastrasotomo, Mohamed Roem
en Raden Abdoelkadir Widjojoatmodjo. Hiermee is
De Jong's 'Diplomatie of strijd' een integrale studie
geworden van het drama Nederlands-Indië.
Diplomatie en strijd ('Diplomasi' en 'perdjuan-
gan') zijn tevens de twee kernbegrippen van deze
nieuwe studie. De 'perdjuangan', de strijd van Re-
publiekeinse kant, werd uiteindelijk een falikante
mislukking omdat het Republikeinse leger geen
partij vormde voor de Nederlandse strijdkrachten.
De 'diplomasi' faalde evenzeer. Aan Nederlandse
Een aanplakbiljet
uit '46.- FOTO ARCHIEF DE STEM
.vfï'VÊ.
Een Nederlandse pa
trouille tijdens de eer
ste politionele aktie.
FOTO ANP
Nederland heeft bovendien de
de Wereldbank bij de uitvoeri
verdrag 'volledig laten vallen'
ringskringen in Paramaribo,
ministerie van ontwikkelin,
Haag wilde hierop 'geen comm
Suriname heeft de Wereldbank
zelf al ingeschakeld. Een dele
gatie van de internationale or
ganisatie had Suriname be
zocht nog voor minister Buk
man in mei dit jaar voor het
eerst naar Paramaribo kwam.
Een andere delegatie wordt
volgende maand verwacht.
n
MOSKOU (RTR) - Stakers
hebben de luchthaven van
Jerevan, de hoofdstad van
de Sovjet-republiek Arme
nië, weer bezet.
De actie is bedoeld als protest
tegen een tv-programma,
waarin volgens de stakers de
rellen die vorige week bij de
luchthaven plaatsvonden, een
zijdig werden belicht.
In het programma kwamen
militairen aan het woord die
naar de luchthaven waren ge
stuurd. Zij schilderden zich af
als slachtoffers van Armeense
'relschoppers'. Er werden geen
kant omdat Nederland gedurende de Tweede We
reldoorlog, in '45 en opnieuw in '46 en '47 teveel kan
sen miste om het conflict nog in juiste banen te lei
den. Aan Indonesische kant omdat Sjahrir niet op
gewassen bleek tegen de tegenkrachten van de In
donesische Revolutie.
Nog voordat de Tweede Wereldoorlog was beëin
digd had Nederland in zijn relatie met Nederlands-
Indië volgens De Jong al een aantal cruciale fouten
begaan. Zo was de rede van koningin Wilhelmina
(december '42) over de gewenste na-oorlogse situa
tie in Indië 'te laat' en 'te vaag'. Daarmee werd een
historische kans gemist om de Indonesiërs, in ruil
voor politieke concessies, in te schakelen bij de Ne
derlandse strijd tegen de Japanners. Het prestige
van Nederland als machthebber in Indië had toen al
een flinke knauw gekregen door de nederlaag tegen
de Japanners.
Maar Nederland maakte ook andere belangrijke
fouten. Zo gaf Nederland de voorkeur aan de Brit
ten in plaats van de Amerikanen bij het overnemen
van het bestuur in Indië na de oorlog en voor het
trainen van Nederlandse troepen. Het resultaat
daarvan was dat er na de Japanse capitulatie geen
Britse maar óók geen Nederlandse troepen op Java
konden landen. De Britten hadden het nog veel te
druk met hun militaire akties in Burma en Malak-
ka.
Daardoor werd een politiek vacuüm geschapen
dat de revolutionairen in de kaart speelde. De Brit
ten maakten bovendien een kapitale fout door de
inmiddels gevestigde Indonesische Republiek te er
kennen waarna de verslagen Japanners hun wa
pens massaal bij de Indonesische strijdgroepen (pe-
muda's) inleverden. Daardoor werd de Indonesische
Revolutie een revolutie van het volk, anarchistisch
en gewelddadig van aard.
Dit chaotisch karakter van de Indonesische revolu
tie, zo schrijft De Jong, vormde gedurende de pe
riode '45-'50 in feite hét centrale probleem voor de
geallieerde en republikeinse politici. De Britten en
Van Mook konden alleen maar reageren met voor
stellen voor onderhandelingen met de republikeinse
leiders. Pogingen die echter weinig uithaalden met
de anarchie op de achtergrond.
In de naoorlogse jaren werd het Nederlandse be
leid in Indië vooral gefrustreerd door een tweetal
factoren. Tot november '47 was de Nederlands-Indi
sche regering militair volkomen afhankelijk van
Britse troepen. De Nederlandse doelstelling (een ge
leidelijke overdracht van de macht in Indië) kon al
leen worden bereikt met Britse hulp. De regering in
Den Haag onderkende dit probleem aanvankelijk
nauwelijks. De vorming van een nieuw Nederlands
leger in Indië werd te lang uitgesteld. En toen de
Britten zich terugtrokken en de Nederlanders voor
het eerst militair zelfstandig konden optreden,
gooide de financiële crisis in Nederland (april '46)
roet in het eten. De Republiek Indonesië was toen
politiek al zo sterk geworden dat alleen nog met
Britse en Amerikaanse hulp een (internationale)
oplossing kon worden bereikt.
De andere factor die het Nederlandse beleid beïn
vloedde betrof de binnenlandse politieke situatie in
Nederland. De Nederlandse publieke opinie was on
voorbereid op de revolutionaire ontwikkelingen in
Indonesië. Die verwarring uitte zich in politieke ru
zies binnen parlement en kabinet. Vooral de KVP
leidde de brede maatschappelijke oppositie tegen de
dekolonisatie van Nederlands-Indië die in principe
werd overeengekomen tijdens de Hoge Veluwe-
conferentie. In '48 werd die rol van de KVP overge
nomen door de WD onder de leus 'Het roer moet
om'.
Temidden van dit rumoer, zowel in Nederland als
in Indonesië, ontwikkelde luitenant gouverneur-ge
neraal Van Mook samen met de Britten een politiek
van onderhandelingen en militaire druk om daar
mee de positie van de Republikeinse voormannen te
versterken. Het nieuwe kabinet-Sjahrir dat in no
vember '45 werd gevormd leek goede vooruitzichten
te bieden om tot zaken te komen. Britse militaire
akties om dit kabinet vooral tegenover de revolutio
naire achterban te versterken mislukten echter. De
Britten stonden onder sterke druk van India om
hun militaire aanwezigheid in Nederlands-Indië te
beëindigen. De regering in Londen gooide het roer
om, de militaire druk op de Republiek nam af en de
Britse regering kondigde het vertrek van de Britse
troepen uit Nederlands-Indië aan. De pogingen om
de positie van het Indonesische kabinet te verster
ken waren daarmee mislukt.
In de daaropvolgende maanden trad zowel in Ne
derland, de Republiek als in Groot-Brittanië een
koersverandering in het beleid op. In Nederland
had de regering, ondanks sterke oppositie, inmid
dels bereikt dat werd gekozen voor geleidelijke de
kolonisatie. De Britten herstelden hun samenwer
king met Nederland en lieten de eerste Nederlandse
troepen op Java toe. De Republikeinse minister
president Sjahrir zette (tegen de sterke oppositie
van zijn achterban in) door in zijn onderhandelin
gen met Nederland. De Hoge Veluwe-overeenkomst
werd door de revolutionaire achterban echter ge
zien als verraad aan de revolutie en de weg van
verdere onderhandelingen werd gaandeweg ge
blokkeerd. De strijd, 'perdjuangan', ging verder.
een dergelijke stap niet in staat. Het Engelse vit
beeld in India vond men in Nederland 'afschuwe
en onverantwoordelijk'. Nederland kon Indores
niet zomaar aan zijn lot overlaten.
De periode na de eerste politionele aktie tot
de soevereiniteitsoverdracht (in december
werd een geschiedenis van herhalingen. Inzet bl
in feite de discussie over de overgangsperiode en
condities waaronder een interim-regering zou ra
ten worden gevormd. Het akkoord van Renville
januari '48 was een duplicaat van de Linggadj
overeenkomst maar van een algemene bereidk
tot concessies was toen, zowel in Nederland
Indonesië, geen sprake meer.
De eerste politionele aktie in juli '47 en de
volgende interventie van de Veiligheidsraad zet
Indonesië en het Nederlands beleid in het brafl
punt van de internationale aandacht. Het inter* Nu die kwestie achter de rug is
tionale oordeel over Nederland viel bijzonder net kan de aandacht worden ge-
tief uit. Dat de kern van het probleem in de
bliek lag en dat militaire aktie een instrument
WARSCHAU (AP) - De lei
ders van de zeven landen
van het Warschaupact heb
ben vrijdag in Polen achter
gesloten deuren met elkaar
vergaderd.
De bijeenkomst is in het bij
zonder gewijd aan ontwape
ningsvraagstukken en de dia
loog tussen Oost en West.
Voor Sovjet-partijleider
Gorbatsjov biedt de bijeen
komst tevens een mogelijkheid
zijn bondgenoten in te lichten
over de ontwikkeling van zijn
perestrojka-beleid sinds de
spectaculaire partij conferentie
in Moskou.
Gorbatsjovs echtgenote
Raisa reisde vrijdag naar het
voormalige concentratiekamp
Auschwitz, waar zij de eer be
wees aan de slachtoffers van de
nazi-terreur. Mevrouw Gor
batsjov was zichtbaar ontroerd
toen zij na het bezoek de pers te
woord stond.
De bijeenkomst van de poli-
tiek-consultatieve raad van het
Warschaupact is de eerste
sinds Gorbatsjov en de Ameri
kaanse president Reagan tij
dens hun top in Moskou het
INF-akkoord ondertekenden.
v
h
n
d
s
b
li
h
sf
g'
V
b
o
V
d
ii
richt op vermindering van de
conventionele strijdkrachten in
zijn om een vrij liberaal beleid te realiseren, klo Europa. Gorbatsjov heeft ge-
volgens De Jong uiterst ongeloofwaardig.
Zo waren de precieze ontwikkelingen rond del
donesische problematiek in de maanden vóór de]
litionele aktie en vooral de verschillende, ui#
frustrerende stadia van diplomatiek overleg v
bekend.
zegd dat dit onderwerp hoog
staat genoteerd op de agenda.
Komende herfst worden in
Wenen de besprekingen over
de conventionele bewapening
hervat. Gorbatsjov heeft
Die 'perdjuguan' mislukte, niet alleen omdat het
Nederlandse leger inmiddels te sterk was geworden
maar vooral onder de druk van de herstelde Brits-
Nederlandse alliantie. Sjahrirs interne positie werd
weer versterkt en dat leidde in november '46 tot de
Linggadj atti-overeenkomst; het plan tot vorming
van een Verenigde Staten van Indonesië en een Ne
derlands-Indonesische Unie.
De militaire situatie in Indonesië bleef echter een
kruitvat. Het Republikeinse leger en de strijdgroe
pen waren in hun hart tegen de Linggadjati-over-
eenkomst, evenals het Nederlandse leger onder lei
ding van generaal Spoor. Spoor c.s. wilden het mili
taire overwicht op de Republiek liever uitbuiten
met een snelle militaire overwinning.
De Jong: „De zwakheid van het Republikeinse
kabinet vormde hét centrale probleem. Volop was
gebleken dat een oplossing via onderhandelingen,
via hechte samenwerking met andere landen op dit
probleem afketste. De militaire aanpak bleef in
feite over".
De eerste politionele aktie was een feit. Maar op
nieuw, als gevolg van een hopeloos verdeeld parle
ment en kabinet in Den Haag, liet Nederland een
kans lopen om de positie van het Republikeinse ka
binet te versterken om zo tot overeenstemming te
komen. Het Nederlandse leger stootte niet door naar
de Republikeinse regeringszetel in Djojakarta.
Een laatste kans was verkeken, vertrek uit Indië
(zoals de Britten uit India waren vertrokken) was
toen in feite nog het enige Nederlandse alternatief.
Maar volgens De Jong waren de Nederlanders tot
Het Nederlandse imago werd ernstig gesel» maandag in Polen gepleit voor
informeel overleg om de be
sprekingen een nieuwe impuls
«geven.
Er ontstond een beeld van Nederland als een
krompen, reactionair land, koppig uit op vernif
ging van de Republiek.
Er is, zo zegt De Jong, een tendens om deze a
pak: een geleidelijke vorm van dekolonisatie
volkomen fout te zien. „Er moet echter op ge
worden dat de gekozen vorm heel valabel was.'
de Britten en de Fransen kozen voor dit model'
hele idee van een interim-regering (in Nederla»
Indië) werd aan de Britten ontleend. Er moet eet
ook op geattendeerd worden dat deze aanpak i»1
drie gevallen mislukte. De Fransen buitten der;
ling met de Republiek Vietnam uit om hun gezaf
herstellen. Een langdurige koloniale oorlog was'
gevolg. Het Britse model tot geleidelijke dekot
satie (van India) liep stuk op verzet van en on®
heid binnen de Congress Party en Muslim iM
De Indiase nationalisten moesten zelf maar b®
ten hoe het toekomstig India er uit zou zien. Dei
matische verdeling in India, een immens blow
(een half miljoen doden) en miljoenen ontwort»
mensen waren het gevolg".
Volgens De Jong waren de Nederlanders, nel
min als Fransen of Britten, in staat hun dekolo®
tiemodel te realiseren. Zowel in India als in
was het resultaat hetzelfde: het vertrek va»
vroegere machthebbers. Met één groot verschil®
ter: de Britten trokken zelf hun conclusie, de Nd
landers werden ertoe gedwongen.
Diplomatie of strijd
door J. J. P. de Jong
Uitgeverij Boom, Meppel
Prijs: 68,50
K
B
k
k
li
u
f(
N
R
P
V
w
zc
k
7(
g'
ir
n
ir
(AD VERTE