'In zijn hart is iedere Chinees een superkapitalist'
Oorlog in Angola slokt een hele generatie mannen op
SOCIALIS1
Centrale
CASPER TIJHUIS EN NIEK DEN DAAS; ZAKENLUI IN CHINA
DE STEM EXTRA WOENSDAG 29 JUN11988
Recht
Situatie
Nieuwe AAW
belangrijk
voor de
gehuwde vrouw
Arbeid
Voorkomen
Voorstel
Bang
PESTEM BUITENL
DEN HAAG BRUSSEL*
Europa is aan de grenzen
wijl een verdubbeling vai
gingen in het j aar 2000 sta
EUROPESE TOP I]
T50
Door Peter de Leeuw
'WIE HET oerwoud niet
ingaat, zal nooit een tijger
vangen', zo luidt een Chi
nees gezegde. En dus ver
trokken anderhalfjaar ge
leden Casper den Daas en
Niek Tijhuis, studenten
economie aan de Erasmus-
universiteit in Rotterdam,
naar de Volksrepubliek
China om twee 'tijgers' te
vangen.
Zij wilden voor hun studie
antwoord op de vraag of
'zachte leningen' aan het land
van Deng Xiaoping de Neder
landse Chinahandel ten goede
zouden komen. Daarnaast
waren zij van plan ter plaatse
de mogelijkheden te onder
zoeken voor enkele vader
landse bedrijven. Van januari
tot juli 1987 reisden Tijhuis en
Den Daas door het Rijk van
het Midden.
Nog geen jaar na die reis
hebben zij hun universitaire
studie succesvol afgesloten. In
1988 staan beide bedrijfskun
digen, die ook een opleiding
aan Nijenrode achter de rug
hebben, aan het hoofd van
hun eigen management-ad-
viesbureau, dat zij Holon heb
ben gedoopt. Nog deze zomer
vertrekken ze voor hun vol
gende zakenreis naar China.
Maar de 'tijgers' zijn inmid
dels gevangen.
„De eerste kennismaking
met China was eigenlijk te
leurstellend. Als je van het
vliegveld in Peking naar je
hotel gaat, rijd je door nieuw
bouwwijken. Voor hetzelfde
geld rijd je door de Bijlmer.
De sfeer in China is heel
vriendelijk. Dat is in tegen
stelling tot bijvoorbeeld de
Sovjetunie. Ik heb me in
China nooit bedreigd gevoeld.
Zelfs de militairen maken in
hun te grote uniformen een
grappige indruk; ze lachen
ook", herinnert Den Daas zich
de eerste indrukken van zijn
bezoek aan de Volksrepu
bliek.
Na een verblijf van zes we
ken in de hoofdstad Peking
bezochten de twee studiege
noten een groot aantal steden,
waaronder Shanghai, Kanton
en Nanking. In Peking verze
kerden zij zich van de hulp
van een tolk. Daarnaast re
gelden ze in de hoofdstad dat
ze bij diverse bedrijven elders
in het land hun geloofsbrie
ven mochten aanbieden. „Je
hebt een introductie nodig,
want je kunt niet zo maar
binnenlopen bij een onderne-
Casper den Daas (links) en Niek Tijhuis bureaucratie is enorm
- FOTODESTEM/JOHANVANGURP
ming", licht Tijhuis toe.
Sinds leider Deng Xiaoping
in 1979 de deur van commu
nistisch China open zette,
werden in het Westen de ver
wachtingen zeer hoog gespan
nen. De Chinese markt telde
(en telt) in beginsel immers
meer dan een miljard klanten.
„Een miljard blikjes bier en
een miljard tandenborstels
blijven voorlopig buiten de
deur", stellen Tijhuis en Den
Daas echter vast in hun afstu
deerrapport.
China geeft de voorkeur
aan de import van hoogwaar
dige technologie. Japanse,
Amerikaanse en Europese be
drijven die voet aan de grond
willen krijgen in de Volksre
publiek moeten dat doen door
vormen van samenwerking
aan te gaan, bijvoorbeeld in
een joint-venture met een
Chinese onderneming. Tijhuis
en Den Daas hebben contac
ten gelegd voor hun Neder
landse klanten.
Tijhuis: „Het gaat om zui
vel en kindervoeding. We
kunnen echter niet op de za
ken vooruitlopen. Handel
drijven in China is een kwes
tie van lange adem. Er is nooit
één persoon die de eindver
antwoordelijkheid draagt. Al
tijd moet je Chinese gespreks
partner terug voor overleg.
Eén gesprek is niet voldoende.
Nederlanders willen snel tot
zaken komen; ze hebben hun
terugreis al geboekt. Dat leidt
niet tot succes. Als je de tijd
neemt en de Chinezen de gele
genheid geeft om te overleg
gen, dan slagen de onderhan
delingen wel."
Een groot probleem is het
gebrek aan harde valuta in
China. Het is niet mogelijk om
met de Chinese munteenheid
technologie en know-how in
het Westen te kopen. Daarom
zoeken de Chinezen het in de
export naar landen die wel in
dollars kunnen betalen. Voor
westers vestigingen levert het
gebrek aan harde valuta een
extra probleem op. Die be
drijven kunnen hun Chinese
opbrengsten niet omzetten in
harde munt. „Veel onderne
mingen, die enkele jaren gele
den afgekomen zijn op die
markt van 1,2 miljard men
sen, hebben misgekleund in
China", weet Den Daas.
Hij kent ook bedrijven die
het wel goed gaat in het rijk
van Mao's opvolger Deng
Xiaoping: „Nestlé is een goed
voorbeeld. Die onderneming
heeft in Noord-China een fa
briek voor kindervoeding. Die
staat in de zuivelprovincie en
kan dus rekenen op de toevoer
van grondstof. Die fabriek
voorziet in een enorme be
hoefte en produceert voor de
lokale markt. Er wordt be
taald in Chinees geld. Nestlé
heeft dus voet aan de grond,
maar van die vestiging in
Noord-China stroomt er geen
geld naar de moedermaat
schappij. Nou zijn Nestlé en
de Chinese overheid overeen
gekomen dat het bedrijf een
fabriek voor oploskoffie be
gint op het zuidelij ke Hainan-
eiland. Die oploskoffie wordt
wel geëxporteerd en dat
brengt voor de onderneming
harde valuta in het laatje. Dat
is creatief, dat is nadenken."
Nederland exporteerde vo
rig jaar voor 368 miljoen gul
den naar China. Daarentegen
voerde ons land voor 711 mil
joen in uit de Volksrepubliek.
De handelsbalans gaf in 1987
voor Nederland dus een on
gunstig beeld te zien (-342
miljoen). In 1986 was dat
slechts een negatief resulaat
van -144 miljoen. En in 1985
(het jaar waarin de Chinese
economie oververhit raakte
en daarom eigenlijk geen
goed voorbeeld is) sloeg de
handelsbalans zelfs naar Ne
derlandse kant door: plus 187
miljoen gulden.
„Nederland doet het niet
goed", concludeert Den Daas.
„Maar", voegt hij daaraan toe,
„op import kun je ook verdie
nen. Bovendien is het een
schijntje op de Nederlandse
handelsbalans. Alleen de Ne
derlandse export van land-
bouwprodukten (over de hele
wereld) is groter dan de totale
uitvoer van China. Het is
maar om de verhoudingen
weer te geven."
„Maar er zit groei in de
Chinese economie. Kijk ook
maar naar Singapore, Tai
wan, Hong Kong en Zuid-Ko-
rea. Het zijn Chinezen die die
landen tot ontwikkeling bren
gen. In zijn hart is iedere Chi
nees een superkapitalist. Laat
hem vrij en hij bouwt een im
perium op", meent Den Daas.
Tijhuis vult aan: „We moe
ten niet arrogant zijn. Wes
terse standpunten moet je
daar verlaten. Het werkt er
anders. Chinezen hebben ge
kozen voor een communis
tisch systeem. Dat functio
neert niet altijd even goed,
maar dat doet ons systeem nezen niet kwalijk nemen dat
ook niet altijd. Bovendien ze om steeds gunstiger voor-
moet je je niet vergissen. waarden vragen, dat zijn ge-
„Directeuren van fabrieken
mogen bepalen wat er wordt
geproduceerd. Dat betekent
dat de man van de communis
tische partij macht af moet
staan. Dat zijn de hervormin
gen op lokaal niveau. Het land
ontwikkelt zich op een eigen
manier. Het is te hopen dat
het zijn cultuur voor een deel
vast kan houden. In Japan
bijvoorbeeld zie je dat er in
feite overgeschakeld is op de
westerse manier van produ
ceren. Nou, als je de stress ziet
die dat oplevert. Dan is China
een oase van rust. Het volk is
echter vastbesloten om er iets
van te maken", aldus Tijhuis.
Hij en Den Daas onder
zochten of 'zachte leningen' of
'gemengde kredieten' gunstig
zijn voor het bedrijfsleven
van het land dat zo'n krediet
aan China verstrekt. Op het
oog is dat het geval, België en
Denemarken zijn landen die
zo succes hebben. Maar we
tenschappelijk is het verband
tussen dat resultaat en de ge
mengde kredieten niet aan te
tonen, volgens de twee econo
men.
Een gemengd krediet wordt
voor een deel op commerciële
voorwaarden gegeven. Daar
naast financieert de overheid
van het donorland het andere
(zachte) deel van het krediet,
tegen een lage rente en andere
gunstige voorwaarden.
„Het effect van gemengde
kredieten is op de lange duur
averechts", menen Tijhuis en
Den Daas. „Als het eenmaal
de gewoonte is van een land
om zachte leningen te geven,
dan ondervindt een volgend
bedrijf uit dat land moeilijk
heden als het zich in China
wil vestigen. De Chinezen ko
men dan namelijk met een
onderhandelingsteam op de
proppen, dat de strikte op
dracht heeft om een gemengd
krediet in de wacht te slepen.
Nou moet je weten dat je je in
de Chinese cultuur geen ge
zichtsverlies kunt veroorlo
ven. Met die Chinese onder
handelaars kom je dus nooit
tot een overeenkomst als je
geen gunstige voorwaarden
aan kunt bieden. Nog een stap
verder en je geeft exportsub
sidies. Dat leidt tot RSV-toe-
standen. Je kunt het de Chi-
China wordt als sinds duizen
den jaren bestuurd vanuit één
punt. Er is sprake van een
enorme bureaucratie. Maar
dat in wezen natuurlijk een
orde. Wat dat betreft is er
sinds het keizerrijk niet veel
veranderd. De laatste jaren
verandert er wel iets."
woon goede zakenlui. Maar
eigenlijk moet je geen ge
mengde kredieten geven. Ne
derland doet dat inmiddels
wel."
De Daas: „Onze conclusie is
dat je veel problemen tegen
komt in China. Maar voor al
les is een oplossing te vinden."
Door Wim Bossema (IPS)
IN ANGOLA loopt de
grote meerderheid van de
jonge mannen in uniform.
In de hoofdstad Luanda
slenteren ze langs markt
stalletjes, hangen in hotels
rond of zitten op bankjes
langs de baai. Ze zijn op
verlof en komen bij van
het oorlogsgeweld in het
binnenland. Een hele gene
ratie mannen, tussen de 15
en 45 jaar, is onder de wa
penen.
De algehele mobilisatie drukt
een zwaar stempel op Angola.
Elk gezin heeft een echtgenoot
of zoon in dienst. „Mijn zoon is
officier. Hij mag eens in de
maand een weekje naar huis,
omdat hij dicht aan het front
gelegerd is, bij de stad Me-
nongue in het zuiden. Er
wordt daar verschrikkelijk
gevochten tegen de Zuidafri
kanen. Hij vertelt er niet veel
over", zegt een vader. Hijzelf
werkt op het ministerie van
Defensie.
Het leger kost de Angolese
regering kapitalen. Het eigen
lijk zo rijke land, met een
keur aan delfstoffen en goede
landbouwgrond, leeft daar
door in armoede. Vorig jaar
ging officieel veertig procent
van de landsbegroting naar
Defensie. Maar door de tegen
vallende olieopbrengsten is
dat percentage veel hoger uit
gevallen. Want Angola bezui
nigt niet op het leger, priori
teit nummer een. Angola
heeft een van de grootste le
gers van Afrika. Officieel zijn
53.000 mannen onder de wape
nen, waarschijnlijk ligt dit
aantal duizenden hoger. In de
dorpen lopen nog eens 50.000,
meest oudere, mannen rond
met wapens. Zij zijn leden
van de volksmilitie en moeten
de bevolking beschermen te
gen overvallen door de rebel
len van Unita (Nationale Unie
voor de Totale Onafhanke
lijkheid van Angola). Nog
eens 320.000 Angolezen hebben
de taak om in de volkswijken
te letten op Unita-infiltran-
ten.
De hevige oorlog waarin
Angola is verwikkeld, duurt
al dertien jaar. Enkele maan
den voor de onafhankelijk
heid in november 1975 viel het
Zuidafrikaanse leger Angola
binnen in een poging te voor
komen dat de marxistische
MPLA (Volksbeweging voor
de Bevrijding van Angola)
aan de macht zou komen. De
invasie liep uit op een fiasco,
omdat tienduizenden Cuba
nen de MPLA te hulp schoten.
Nu steunen nog steeds onge
veer 40.000 Cubaanse soldaten
Angola in de strijd tegen
Zuidafrika en Unita.
Unita is met Zuidafri
kaanse en Amerikaanse steun
uitgegroeid tot een verzetsbe
weging die het grootste deel
van het Angolese platteland
onveilig maakt door overval
len en het leggen van mijnen
op de landwegen. De terreur
is effectief: de landbouwpro-
duktie is schrikbarend terug
gelopen. Een miljoen Angole
zen, een negende deel van de
bevolking, is op de vlucht.
Maar ook het regeringsle
ger heeft enorm aan slag
kracht gewonnen. Met het
geld dat Luanda aan de olie
verdient, zijn duizenden Sov
jet-tanks gekocht en de ge
vreesde MIG-23 gevechsvlieg-
tuigen. De Zuidafrikaanse
luchtmacht heeft aan het zui
delijke front het overwicht in
de lucht verloren. De Zuid
afrikaanse opmars met tanks,
die eind vorig jaar begon, is
vastgelopen. Het lukt de
Zuidafrikanen niet om het
Angolese garnizoensstadje
Cuito Cunavale te nemen. De
maandenlange belegering
heeft Pretoria een fortuin aan
bommen gekost en tientallen
mensenlevens.
Angolese soldaten zijn trots
op dit militaire succes. Vol
gens een officier op verlof in
Luanda is dat de reden
waarom Pretoria nu bereid is
tot onderhandelen. In mei was
de eerste kennismaking tus
sen Angola, Zuidafrika, de
Verenigde Staten en Cuba.
Het afgelopen weekeinde
volgde de eerste echte bespre
kingen in Cairo. Het belang
rijkste resultaat was dat er
verder wordt onderhandeld,
de volgende keer in de Ver
enigde Staten.
In de zuidelijke provincie
Huila is het front met het
Zuidafrikaanse leger dichtbij.
Buitenlanders mogen er al
leen onder bescherming van
een vrachtwagen met solda
ten rondreizen. De militairen
in ons convooi maken een
zelfverzekerde indruk. Voor
velen is het uniform het beste
pak dat ze ooit gehad hebben.
Ze zijn stuk voor stuk goed
bewapend, met moderne ma
chinegeweren, bazooka's en
een mitrailleur op statief.
De soldaten zijn opvallend
jong. Sommigen lijken niet
veel ouder dan een jaar of
veertien, hoewel de dienst
plichtige leeftijd bij achttien
begint. Volgens een officier
zijn het recruten, die nog niet
klaar zijn voor de zware ge
vechten. Met de leeftijd kun je
het niet zo nauw nemen, vindt
hij„Dat heb j e in een oorlog."
Bij het ronselen van man
kracht gaat het er soms ruw
aan toe. Brieven versturen
met een oproep voor militaire
dienst is onmogelijk in een
land als Angola, waar de
grote meerderheid van de
stadsbevolking illegaal in
zelfgebouwde sloppenwijken,
de 'musseques', woont. In de
vroege morgen grendelt het
leger een deel van de musse
ques af en gaat van huis tot
huis op zoek naar mannen in
de dienstplichtige leeftijd.
Een Nederlandse ontwik
kelingswerker vertelt dat hij
zijn werknemers om de ha
verklap in bescherming moet
nemen tegen militairen die
hen op een vrachtwagen wil
len afvoeren. Een jongetje van
veertien redde hij tot twee
maal toe tut handen van de
ronselaars. De oudere jongens
op de bouwplaats duiken on
der zodra het gerucht door de
stad waart dat er weer man
nen worden ingelijfd.
Een van de werknemers
verdween op een morgen. Een
half jaar later kwam hij hem
in uniform tegen, hij had het
tot sergeant geschopt aan het
zuidelijk front. Een ander was
gedeserteerd en was op de
vlucht naar het noordelijke
buurland Zaïre. Een stel
bouwvakkers had een origi
nele oplossing gevonden om
niet naar het front te hoeven:
zij speelden in de band van de
kerk en meldden zich als le
den van de militaire kapel.
Ondertussen zat het bouw
project zonder arbeiders.
Heel Angola kampt met een
gebrek aan arbeidskracht
omdat de mannen naar het le
ger zijn verdwenen. Vrouwen
houden de economie draaien
de. „Het leven van vrouwen is
een stuk zwaarder gewor
den", zegt Rodeth dos Santos,
minister van Sociale Zaken.
Naast hun dagelijkse werk
thuis krijgen vrouwen steeds
meer verantwoordelijke func
ties.
Vrouwen kijken uit naar de
terugkomst van hun mannen
en zijn trots dat zij hen onder
dak kunnen bieden. Maar
vaak loopt het uit op een te
leurstelling. Militairen met
verlof merken dat het gezin
ook zonder hen doordraait, en
dat krenkt hen, aldus de mi
nister. „Ze voelen zich over
bodig en willen een echtschei
ding."
In het leger waren zij be
langrijk, maar tijdens de
lange jaren van militaire
dienst hebben zij geen oplei
ding kunnen volgen. In de
burgermaatschappij is hun
militaire kennis waardeloos.
Rodeth dos Santos: „Als de
oorlog ooit afloopt, zal de ver
houding tussen mannen en
vrouwen grondig veranderd
blijken. Vrouwen zullen hun
verworven posities nooit meer
inleveren."
Een nog veel groter pro
bleem vormt de eventuele te
rugkeer naar het burgerleven
van de naar schatting 26.000
strijders van Unita. Wat moet
er gebeuren met die jonge
mannen die jarenlang in het
bos hebben geleefd, dorpen
hebben geplunderd en men
sen hebben vermoord?
De MPLA heeft amnestie
afgekondigd voor Unita-re-
bellen die zich overgeven. De
respons lijkt niet overweldi
gend. Maar er zijn gevallen
bekend van Unita-comman-
danten die nu officier zijn in
het regeringsleger. Anderen
zijn burgemeester. De rebel
lenleiders moeten eerst een
'heropvoeding' ondergaan.
Daarvoor zijn speciale kam
pen ingericht.
„Voor een deel krijgen ze
natuurlijk straf, ze moeten
dwangarbeid verrichten",
zegt Lopo de Nasciemento,
provinciaal commissaris van
Huila. Daarnaast krijgen ze
politieke scholing. „We willen
weer vaderlandslievende
mensen van hen maken. Ze
hoeven echt geen overtuigde
marxisten te worden. Als ze
inzien dat ze door Zuidafrika
zijn gebruikt voor een ver
keerde zaak, zijn we al tevre
den."
Een oude man in een vluch-
telingendorp in Huila vertelt
dat zijn zonen aan de kant
van Unita strijden. Hij heeft
hen in jaren niet gezien en
hoopt dat ze gebruik zullen
maken van de amnestie. Ze
kunnen bij hem terugkomen
want hij is ervan overtuigd
dat Unita hen dwingt te vech
ten.
Ook andere Angolezen to
nen een verbazingwekkend
vertrouwen in de toekomst.
De methodistische bisschop
Emilio de Carvalho zegt: „In
andere landen waar oorlog
heeft gewoed, komt een mo
ment dat de strijdende par
tijen zich verzoenen, dus
waarom zou dat hier anders
gaan?."
WIM VERWEY
SOCIAAL»^
BEKEKEN
Door Wim Verwey
In een vorig artikel dat
handelde over de WWV
(Wet Werkloosheids
voorziening), heb ik al
aangekondigd terug te
zullen komen op een an
dere wetswijziging, die
belangrijk is voor ge
huwde vrouwen aan wie
vroeger een AAW-uit-
kering (Algemene Ar
beidsongeschiktheids
wet) werd geweigerd.
Ook in het geval van de
AAW speelt de interna
tionale wetgeving een
grote rol.
Het is namelijk de Centrale
Raad van Beroep geweest,
die op 5 januari 1988 een
aantal uitspraken deed,
waarin werd vastgesteld,
dat in het kader van gelijke
uitkeringsrechten voor
mannen en vrouwen in de
Algemene Arbeidsonge
schiktheidswet geen reke
ning werd gehouden met
artikel 26 van het Interna-'
tionale Verdrag inzake
burgelij ke en politieke
rechten, het zogenaamde
BUPO-verdrag.
De uitspraken van de CR
v B leidden ertoe, dat zon
der nadere maatregelen het
recht op uitkering krach
tens de AAW voor personen
die arbeidsongeschikt zijn
geworden vóór 1 januari
1979 zou kunnen ontstaan.
Dit ongeacht de vraag of in
het jaar voorafgaande aan
het intreden van de ar
beidsongeschiktheid inko
men is gederfd. Dat bete
kent dat een grote groep
vrouwen, die in het jaar
voorafgaande aan het in
treden van arbeidsonge
schiktheid, geen inkomen
uit arbeid of beroep hebben
verworven, nu in beginsel
wel recht op een uitkering
op grond van de AAW zou
kunnen verkrijgen.
Een reële inkomensder
ving was in eerste instantie
bij de toepassing van de
oorspronkelijke AAW niet
vereist. Wat betreft man
nen (gehuwd en ongehuwd)
en ongehuwde vrouwen
werd het derven van inko
men verondersteld. De ge-r-
huwde vrouw werd van dat
recht op uitkering uitgeslo
ten, omdat de regering des
tijds meende nog uit te
kunnen gaan van de tradi
tionele rolverdeling binnen
het huwelijk, waarbij de
man kostwinner was en de
vrouw de huishoudelijke en
gezinstaken vervulde. Dat
betekende dat de gehuwde
vrouw geen recht had op
een uitkering. Als de vrouw
trouwde werd de aan haar
toegekende premie inge
trokken. Mooier staaltje
van discriminatie was
haast niet denkbaar. Maar
de tijden veranderen.
Vanaf 1 januari 1979
kwam de eerste verande
ring: Bij arbeidsonge
schiktheid die was ingetre
den tussen 1 oktober 1975 en
1 januari januari 1979 kreeg
de gehuwde vrouw wel
recht op een AAW-uitke-
ring als er in het referte
jaar (het jaar vóór het be
gin van de arbeidsonge
schiktheid) voldoende inko
men was verworven. Maar
de ongelijkheid tussen
mannen en vrouwen bleef
toch nog aanwezig: Want
mannen en ongehuwde
vrouwen hebben zonder
nadere voorwaarden (inko-
menstoets) recht op een uit
kering, gehuwde vrouwen
hebben alleen recht als ze
dan de inkomenseis vol
doen.
Als nu de situatie ten
aanzien van de gehuwde
vrouwen naar aanleiding
van de uitspraken van de
Centrale Raad zou worden
uitgevoerd, zou dat miljar
den guldens vragen, al
thans wanneer dit met te
rugwerkende kracht zou
worden toegepast.
Het is daarom logisch dat
de regering poogt om onder
deze uiterst kostbare ope
ratie uit te komen. Daarom
stelt de regering voor om
aan degenen die vóór 1 ja
nuari 1979 arbeidsonge
schiktheid zijn geworden,
alsnog de eis van feitelijke
inkomensderving te stellen.
Dit betekent dus: gehuwde
vrouwen krijgen alsnog
recht op uitkering als ze in
het jaar voorafgaande aan
het intreden van de ar
beidsongeschiktheid, inko
men hebben verworven.
Maar daar staat tegenover
dat mannen en ongehuwde
vrouwen hun recht op uit
kering verliezen als zij in
het jaar voorafgaande aan
het intreden van de ar
beidsongeschiktheid geen
inkomen hebben verwor
ven.
Het inkomen, dat onmid
dellijk voorafgaande aan
het intreden van de ar
beidsongeschiktheid wordt
verkregen met arbeid in het
bedrijfs- of beroepsleven
wordt elk jaar vastgesteld.
Momenteel bedraagt dat
inkomen minimaal
4.403,53 (bruto). In 1980 be
droeg dat ƒ3.686,28. In be
paalde gevallen worden
verzekerden die duidelijk
tot de werkers in het be
drijfs- of beroepsleven be
horen of nog in opleiding
zijn, zonder meer geacht
bedoeld inkomen te hebben
genoten. Voor jeugdgehan-
dicapten geldt de inkome-
neis uiteraard niet.
Let wel het gaat hierbij
pas om een voorstel van de
regering. Als deze wetswij
ziging door de Tweede en
Eerste Kamer is aanvaard,
kan er daadwerkelijk uit
voering aan de plannen
worden gegeven. Maar nu
reeds heeft de regering
aangekondigd dat het vol
doen aan de inkomenseis
alleen wordt gehonoreerd
als de eerste vraag om een
AAW-uitkering wordt in
gediend na 1 januari 1988.
Dat is zo gesteld, om mis
bruik van eventuele voor
wetenschap te voorkomen.
De aanvragen kunnen bij
de meeste bedrijfsvereni
gingen reeds nu worden in
gediend. Dit - hoewel er dus
nog geen wetswijziging is.
Maar er moet door de be
drijfsverenigingen als uit
voeringsorganen van deze
wet heel wat worden uitge
zocht. (Bijvoorbeeld ten
aanzien van de mate van
arbeidsongeschiktheid en
de hoogte van het inko
men). Die gegevens zijn niet
zomaar beschikbaar, dat
wordt een heel uitzoekwerk
en daar is tijd mee gemoeid.
Resumerend komt het er
op neer, dat gehuwde vrou
wen die vroeger arbeidson
geschikt werden verklaard
binnen afzienbare tijd mo
gelijk toch recht krijgen op
een uitkering. De voor
naamste eis is dat zij voor
dat zij arbeidsongeschikt
werden een zeker inkomen
hebben verworven. Ook
vrouwen, die in het verle
den met een afwijzing of
intrekking wegens huwe
lijk te maken hebben gehad
kunnen in aanmerking ko
men. Zij moeten de be
drijfsvereniging vragen de
oude beslissingen ongedaan
te maken en het 'oude' recht
weer toe te passen.
Daar tegenover staat, dat
er nu een voorstel ligt
waarbij mannen die nu een
AAW-uitkering ontvangen,
maar niet aan de inkome-
neis voldaan hebben, hun
uitkering kwijt raken - zij
het met een overgangster
mijn van een jaar. Ik ver
wacht niet dat de Tweede
Kamer dit zonder meer zal
slikken. Tenslotte is het een
inbreuk op verkregen rech
ten. Dat veroorzaakt een
gevoel van rechts-onzeker-
heid bij de sociale wetge
ving. En dat is een kwalijke
zaak, die niet opweegt te
gen de financiële conse
quenties voor de regering.
Tenslotte nog een opmer
king: Toen de AAW pas
was ingesteld (1976) gold
dat een huisvrouw die ar
beidsongeschikt werd ook
voor een uitkering in aan
merking kwam. Dat vond
ik een heel redelijke rege
ling. Als een huisvrouw of
huisman door invaliditeit
uitvalt kost dat in de
meeste gevallen het gezin
geld. Dat in die gevallen
recht ontstond op een uit
kering van de AAW, bood
dat tenminste enig soelaas.
Dit recht bestaat niet meer.
Maar de regering heeft toe
gezegd advies te vragen
aan de Sociaal Economische
Raad (SER). Emancipa-
tieraad en a male Verze
keringsraad deze pro
blematiek.
Maar ik ben bang, dat het
plan weer zal stuklopen op
de centjes. Maar als nu eens
gekozen wordt voor een tij
delijke voorziening, zolang
er nog kinderen in het gezin
zijn, behoeven de hierdoor
ontstane meerdere uitga
ven, denk ik niet uit de pan
te rijzen.
LucE
Van onze Haagse redactie
De Europese Commissie, het
EG, mag daarom niet langer
nemen om de steeds gevaarlij
hand te houden.
De socialisten in het Europese
Parlement dienen vandaag in
Straatsburg een resolutie in
over de groeiende onveiligheid
in het luchtruim. De fractie is
boos op de EG omdat vorig jaar
gedane beloften over spoedige
maatregelen niet zijn ingelost.
De Nederlandse Europarle
mentariër Ben Visser lichtte
gisteren in Den Haag toe
waarom zijn fractie een resolu
tie indient.
„Alle luchthavens luiden de
noodklok. Zij kunnen het
vluchtaanbod niet meer ver
werken. Het aantal reizigers
binnen de EG-landen groeide
van 1984 tot 1986 met 20 miljoen
tot 233 miljoen per jaar. Het
aantal vliegbewegingen nam
toe met van 2,8 miljoen per jaar
tot 3 miljoen. Door het wegval
len van de handelsgrenzen in
1992 zal de groei veel sneller
toenemen maar de capaciteit
daarvoor ontbreekt".
Visser benadrukte het grote
aantal bijna-ongelukken in het
Europese luchtruim. „Het is
puur geluk dat in verhouding
zo weinig rampen gebeuren".
De socialisten wijten de on
gelukken en bijna-ongelukken
aan menselijk falen. Recent
onderzoek toonde aan dat 87
procent van de vliegongevallen
wordt veroorzaakt door men
sen die last hebben van stress
en oververmoeidheid.
Deze ongelukken waren te
voorkomen geweest als de be
manning de modernste oplei
dingen had gevolgd en de EG-
landen allemaal eigentijdse ap
paratuur hadden gehad.
De socialisten willen daarom
dat de EG wettelijk regelt dat
alle lidstaten dezelfde eisen
stellen aan opleidingen en
vlieguren. Ook moet de EG de
veiligheid van de luchthavens
beoordelen en zorgen dat de re-
Van onzecorrespondent
HANNOVER - De instelling
van een centrale bank in
Europa met vergaande be
voegdheden op monetair
gebied wordt een belang
rijke krachtproef voor de
Europese Gemeenschap.
De opvattingen van de Fransen
ea Britten over zo'n bank staan
vooralsnog haaks op elkaar.
Dat bleek gisteren op de EG-
°P in Hannover, die bij wijze
van voorlopig compromis tot
^n 'zware' studie besloot. Bin-
nen een jaar moeten de EG-
vommissarissen Delors en An
dnessen, bijgestaan door de
Presidenten van de twaalf na
tionale banken en drie externe
deskundigen, de regeringslei
ders berichten hoe en tot welk
niveau op Europees vlak ook de
monetaire samenwerking kan
worden versterkt.
Zeker politiek wordt dat een
nuitengewoon zware opgave,
premier Thatcher, na afloop
van de top: „We hebben geen
jturopese munt en zeker geen
Europese bank nodig om de
monetaire eenheid te verster
ken".
President Mitterrand: „Ik i
JITu Hkt dat het mogelijk is
m het vrije kapitaalverkeer te J
KONGO
Spoorweg
AFRIKA
CABIN DA
:CabindaSL
M'banza Damba
Congo
Chitato
Caungula Lucapa
N'dalatando
Saurimo o|
D^dö-Mjfnie
Cambundi-
Gabela £Y Catembo
Porto Amboimj»JN^'
:Sumbe^
Waku Kungo •AndDlo
Bailundo
Huambo^>=<Kuito/
—Lob ito;
iBenguela*^
Cangamba
Lumbala
N'guimbo
Menongue
Lubango
ZAMBIA
^Namibej
iTombüa7
Cuito
Cuanavale
Cassinga
Mavinga
Chiange
Xangongo
Calueque
>Cuangar