'In zijn hart is iedere Chinees een superkapitalist' Oorlog in Angola slokt een hele generatie mannen op SOCIALIS1 Centrale CASPER TIJHUIS EN NIEK DEN DAAS; ZAKENLUI IN CHINA DE STEM EXTRA WOENSDAG 29 JUN11988 Recht Situatie Nieuwe AAW belangrijk voor de gehuwde vrouw Arbeid Voorkomen Voorstel Bang PESTEM BUITENL DEN HAAG BRUSSEL* Europa is aan de grenzen wijl een verdubbeling vai gingen in het j aar 2000 sta EUROPESE TOP I] T50 Door Peter de Leeuw 'WIE HET oerwoud niet ingaat, zal nooit een tijger vangen', zo luidt een Chi nees gezegde. En dus ver trokken anderhalfjaar ge leden Casper den Daas en Niek Tijhuis, studenten economie aan de Erasmus- universiteit in Rotterdam, naar de Volksrepubliek China om twee 'tijgers' te vangen. Zij wilden voor hun studie antwoord op de vraag of 'zachte leningen' aan het land van Deng Xiaoping de Neder landse Chinahandel ten goede zouden komen. Daarnaast waren zij van plan ter plaatse de mogelijkheden te onder zoeken voor enkele vader landse bedrijven. Van januari tot juli 1987 reisden Tijhuis en Den Daas door het Rijk van het Midden. Nog geen jaar na die reis hebben zij hun universitaire studie succesvol afgesloten. In 1988 staan beide bedrijfskun digen, die ook een opleiding aan Nijenrode achter de rug hebben, aan het hoofd van hun eigen management-ad- viesbureau, dat zij Holon heb ben gedoopt. Nog deze zomer vertrekken ze voor hun vol gende zakenreis naar China. Maar de 'tijgers' zijn inmid dels gevangen. „De eerste kennismaking met China was eigenlijk te leurstellend. Als je van het vliegveld in Peking naar je hotel gaat, rijd je door nieuw bouwwijken. Voor hetzelfde geld rijd je door de Bijlmer. De sfeer in China is heel vriendelijk. Dat is in tegen stelling tot bijvoorbeeld de Sovjetunie. Ik heb me in China nooit bedreigd gevoeld. Zelfs de militairen maken in hun te grote uniformen een grappige indruk; ze lachen ook", herinnert Den Daas zich de eerste indrukken van zijn bezoek aan de Volksrepu bliek. Na een verblijf van zes we ken in de hoofdstad Peking bezochten de twee studiege noten een groot aantal steden, waaronder Shanghai, Kanton en Nanking. In Peking verze kerden zij zich van de hulp van een tolk. Daarnaast re gelden ze in de hoofdstad dat ze bij diverse bedrijven elders in het land hun geloofsbrie ven mochten aanbieden. „Je hebt een introductie nodig, want je kunt niet zo maar binnenlopen bij een onderne- Casper den Daas (links) en Niek Tijhuis bureaucratie is enorm - FOTODESTEM/JOHANVANGURP ming", licht Tijhuis toe. Sinds leider Deng Xiaoping in 1979 de deur van commu nistisch China open zette, werden in het Westen de ver wachtingen zeer hoog gespan nen. De Chinese markt telde (en telt) in beginsel immers meer dan een miljard klanten. „Een miljard blikjes bier en een miljard tandenborstels blijven voorlopig buiten de deur", stellen Tijhuis en Den Daas echter vast in hun afstu deerrapport. China geeft de voorkeur aan de import van hoogwaar dige technologie. Japanse, Amerikaanse en Europese be drijven die voet aan de grond willen krijgen in de Volksre publiek moeten dat doen door vormen van samenwerking aan te gaan, bijvoorbeeld in een joint-venture met een Chinese onderneming. Tijhuis en Den Daas hebben contac ten gelegd voor hun Neder landse klanten. Tijhuis: „Het gaat om zui vel en kindervoeding. We kunnen echter niet op de za ken vooruitlopen. Handel drijven in China is een kwes tie van lange adem. Er is nooit één persoon die de eindver antwoordelijkheid draagt. Al tijd moet je Chinese gespreks partner terug voor overleg. Eén gesprek is niet voldoende. Nederlanders willen snel tot zaken komen; ze hebben hun terugreis al geboekt. Dat leidt niet tot succes. Als je de tijd neemt en de Chinezen de gele genheid geeft om te overleg gen, dan slagen de onderhan delingen wel." Een groot probleem is het gebrek aan harde valuta in China. Het is niet mogelijk om met de Chinese munteenheid technologie en know-how in het Westen te kopen. Daarom zoeken de Chinezen het in de export naar landen die wel in dollars kunnen betalen. Voor westers vestigingen levert het gebrek aan harde valuta een extra probleem op. Die be drijven kunnen hun Chinese opbrengsten niet omzetten in harde munt. „Veel onderne mingen, die enkele jaren gele den afgekomen zijn op die markt van 1,2 miljard men sen, hebben misgekleund in China", weet Den Daas. Hij kent ook bedrijven die het wel goed gaat in het rijk van Mao's opvolger Deng Xiaoping: „Nestlé is een goed voorbeeld. Die onderneming heeft in Noord-China een fa briek voor kindervoeding. Die staat in de zuivelprovincie en kan dus rekenen op de toevoer van grondstof. Die fabriek voorziet in een enorme be hoefte en produceert voor de lokale markt. Er wordt be taald in Chinees geld. Nestlé heeft dus voet aan de grond, maar van die vestiging in Noord-China stroomt er geen geld naar de moedermaat schappij. Nou zijn Nestlé en de Chinese overheid overeen gekomen dat het bedrijf een fabriek voor oploskoffie be gint op het zuidelij ke Hainan- eiland. Die oploskoffie wordt wel geëxporteerd en dat brengt voor de onderneming harde valuta in het laatje. Dat is creatief, dat is nadenken." Nederland exporteerde vo rig jaar voor 368 miljoen gul den naar China. Daarentegen voerde ons land voor 711 mil joen in uit de Volksrepubliek. De handelsbalans gaf in 1987 voor Nederland dus een on gunstig beeld te zien (-342 miljoen). In 1986 was dat slechts een negatief resulaat van -144 miljoen. En in 1985 (het jaar waarin de Chinese economie oververhit raakte en daarom eigenlijk geen goed voorbeeld is) sloeg de handelsbalans zelfs naar Ne derlandse kant door: plus 187 miljoen gulden. „Nederland doet het niet goed", concludeert Den Daas. „Maar", voegt hij daaraan toe, „op import kun je ook verdie nen. Bovendien is het een schijntje op de Nederlandse handelsbalans. Alleen de Ne derlandse export van land- bouwprodukten (over de hele wereld) is groter dan de totale uitvoer van China. Het is maar om de verhoudingen weer te geven." „Maar er zit groei in de Chinese economie. Kijk ook maar naar Singapore, Tai wan, Hong Kong en Zuid-Ko- rea. Het zijn Chinezen die die landen tot ontwikkeling bren gen. In zijn hart is iedere Chi nees een superkapitalist. Laat hem vrij en hij bouwt een im perium op", meent Den Daas. Tijhuis vult aan: „We moe ten niet arrogant zijn. Wes terse standpunten moet je daar verlaten. Het werkt er anders. Chinezen hebben ge kozen voor een communis tisch systeem. Dat functio neert niet altijd even goed, maar dat doet ons systeem nezen niet kwalijk nemen dat ook niet altijd. Bovendien ze om steeds gunstiger voor- moet je je niet vergissen. waarden vragen, dat zijn ge- „Directeuren van fabrieken mogen bepalen wat er wordt geproduceerd. Dat betekent dat de man van de communis tische partij macht af moet staan. Dat zijn de hervormin gen op lokaal niveau. Het land ontwikkelt zich op een eigen manier. Het is te hopen dat het zijn cultuur voor een deel vast kan houden. In Japan bijvoorbeeld zie je dat er in feite overgeschakeld is op de westerse manier van produ ceren. Nou, als je de stress ziet die dat oplevert. Dan is China een oase van rust. Het volk is echter vastbesloten om er iets van te maken", aldus Tijhuis. Hij en Den Daas onder zochten of 'zachte leningen' of 'gemengde kredieten' gunstig zijn voor het bedrijfsleven van het land dat zo'n krediet aan China verstrekt. Op het oog is dat het geval, België en Denemarken zijn landen die zo succes hebben. Maar we tenschappelijk is het verband tussen dat resultaat en de ge mengde kredieten niet aan te tonen, volgens de twee econo men. Een gemengd krediet wordt voor een deel op commerciële voorwaarden gegeven. Daar naast financieert de overheid van het donorland het andere (zachte) deel van het krediet, tegen een lage rente en andere gunstige voorwaarden. „Het effect van gemengde kredieten is op de lange duur averechts", menen Tijhuis en Den Daas. „Als het eenmaal de gewoonte is van een land om zachte leningen te geven, dan ondervindt een volgend bedrijf uit dat land moeilijk heden als het zich in China wil vestigen. De Chinezen ko men dan namelijk met een onderhandelingsteam op de proppen, dat de strikte op dracht heeft om een gemengd krediet in de wacht te slepen. Nou moet je weten dat je je in de Chinese cultuur geen ge zichtsverlies kunt veroorlo ven. Met die Chinese onder handelaars kom je dus nooit tot een overeenkomst als je geen gunstige voorwaarden aan kunt bieden. Nog een stap verder en je geeft exportsub sidies. Dat leidt tot RSV-toe- standen. Je kunt het de Chi- China wordt als sinds duizen den jaren bestuurd vanuit één punt. Er is sprake van een enorme bureaucratie. Maar dat in wezen natuurlijk een orde. Wat dat betreft is er sinds het keizerrijk niet veel veranderd. De laatste jaren verandert er wel iets." woon goede zakenlui. Maar eigenlijk moet je geen ge mengde kredieten geven. Ne derland doet dat inmiddels wel." De Daas: „Onze conclusie is dat je veel problemen tegen komt in China. Maar voor al les is een oplossing te vinden." Door Wim Bossema (IPS) IN ANGOLA loopt de grote meerderheid van de jonge mannen in uniform. In de hoofdstad Luanda slenteren ze langs markt stalletjes, hangen in hotels rond of zitten op bankjes langs de baai. Ze zijn op verlof en komen bij van het oorlogsgeweld in het binnenland. Een hele gene ratie mannen, tussen de 15 en 45 jaar, is onder de wa penen. De algehele mobilisatie drukt een zwaar stempel op Angola. Elk gezin heeft een echtgenoot of zoon in dienst. „Mijn zoon is officier. Hij mag eens in de maand een weekje naar huis, omdat hij dicht aan het front gelegerd is, bij de stad Me- nongue in het zuiden. Er wordt daar verschrikkelijk gevochten tegen de Zuidafri kanen. Hij vertelt er niet veel over", zegt een vader. Hijzelf werkt op het ministerie van Defensie. Het leger kost de Angolese regering kapitalen. Het eigen lijk zo rijke land, met een keur aan delfstoffen en goede landbouwgrond, leeft daar door in armoede. Vorig jaar ging officieel veertig procent van de landsbegroting naar Defensie. Maar door de tegen vallende olieopbrengsten is dat percentage veel hoger uit gevallen. Want Angola bezui nigt niet op het leger, priori teit nummer een. Angola heeft een van de grootste le gers van Afrika. Officieel zijn 53.000 mannen onder de wape nen, waarschijnlijk ligt dit aantal duizenden hoger. In de dorpen lopen nog eens 50.000, meest oudere, mannen rond met wapens. Zij zijn leden van de volksmilitie en moeten de bevolking beschermen te gen overvallen door de rebel len van Unita (Nationale Unie voor de Totale Onafhanke lijkheid van Angola). Nog eens 320.000 Angolezen hebben de taak om in de volkswijken te letten op Unita-infiltran- ten. De hevige oorlog waarin Angola is verwikkeld, duurt al dertien jaar. Enkele maan den voor de onafhankelijk heid in november 1975 viel het Zuidafrikaanse leger Angola binnen in een poging te voor komen dat de marxistische MPLA (Volksbeweging voor de Bevrijding van Angola) aan de macht zou komen. De invasie liep uit op een fiasco, omdat tienduizenden Cuba nen de MPLA te hulp schoten. Nu steunen nog steeds onge veer 40.000 Cubaanse soldaten Angola in de strijd tegen Zuidafrika en Unita. Unita is met Zuidafri kaanse en Amerikaanse steun uitgegroeid tot een verzetsbe weging die het grootste deel van het Angolese platteland onveilig maakt door overval len en het leggen van mijnen op de landwegen. De terreur is effectief: de landbouwpro- duktie is schrikbarend terug gelopen. Een miljoen Angole zen, een negende deel van de bevolking, is op de vlucht. Maar ook het regeringsle ger heeft enorm aan slag kracht gewonnen. Met het geld dat Luanda aan de olie verdient, zijn duizenden Sov jet-tanks gekocht en de ge vreesde MIG-23 gevechsvlieg- tuigen. De Zuidafrikaanse luchtmacht heeft aan het zui delijke front het overwicht in de lucht verloren. De Zuid afrikaanse opmars met tanks, die eind vorig jaar begon, is vastgelopen. Het lukt de Zuidafrikanen niet om het Angolese garnizoensstadje Cuito Cunavale te nemen. De maandenlange belegering heeft Pretoria een fortuin aan bommen gekost en tientallen mensenlevens. Angolese soldaten zijn trots op dit militaire succes. Vol gens een officier op verlof in Luanda is dat de reden waarom Pretoria nu bereid is tot onderhandelen. In mei was de eerste kennismaking tus sen Angola, Zuidafrika, de Verenigde Staten en Cuba. Het afgelopen weekeinde volgde de eerste echte bespre kingen in Cairo. Het belang rijkste resultaat was dat er verder wordt onderhandeld, de volgende keer in de Ver enigde Staten. In de zuidelijke provincie Huila is het front met het Zuidafrikaanse leger dichtbij. Buitenlanders mogen er al leen onder bescherming van een vrachtwagen met solda ten rondreizen. De militairen in ons convooi maken een zelfverzekerde indruk. Voor velen is het uniform het beste pak dat ze ooit gehad hebben. Ze zijn stuk voor stuk goed bewapend, met moderne ma chinegeweren, bazooka's en een mitrailleur op statief. De soldaten zijn opvallend jong. Sommigen lijken niet veel ouder dan een jaar of veertien, hoewel de dienst plichtige leeftijd bij achttien begint. Volgens een officier zijn het recruten, die nog niet klaar zijn voor de zware ge vechten. Met de leeftijd kun je het niet zo nauw nemen, vindt hij„Dat heb j e in een oorlog." Bij het ronselen van man kracht gaat het er soms ruw aan toe. Brieven versturen met een oproep voor militaire dienst is onmogelijk in een land als Angola, waar de grote meerderheid van de stadsbevolking illegaal in zelfgebouwde sloppenwijken, de 'musseques', woont. In de vroege morgen grendelt het leger een deel van de musse ques af en gaat van huis tot huis op zoek naar mannen in de dienstplichtige leeftijd. Een Nederlandse ontwik kelingswerker vertelt dat hij zijn werknemers om de ha verklap in bescherming moet nemen tegen militairen die hen op een vrachtwagen wil len afvoeren. Een jongetje van veertien redde hij tot twee maal toe tut handen van de ronselaars. De oudere jongens op de bouwplaats duiken on der zodra het gerucht door de stad waart dat er weer man nen worden ingelijfd. Een van de werknemers verdween op een morgen. Een half jaar later kwam hij hem in uniform tegen, hij had het tot sergeant geschopt aan het zuidelijk front. Een ander was gedeserteerd en was op de vlucht naar het noordelijke buurland Zaïre. Een stel bouwvakkers had een origi nele oplossing gevonden om niet naar het front te hoeven: zij speelden in de band van de kerk en meldden zich als le den van de militaire kapel. Ondertussen zat het bouw project zonder arbeiders. Heel Angola kampt met een gebrek aan arbeidskracht omdat de mannen naar het le ger zijn verdwenen. Vrouwen houden de economie draaien de. „Het leven van vrouwen is een stuk zwaarder gewor den", zegt Rodeth dos Santos, minister van Sociale Zaken. Naast hun dagelijkse werk thuis krijgen vrouwen steeds meer verantwoordelijke func ties. Vrouwen kijken uit naar de terugkomst van hun mannen en zijn trots dat zij hen onder dak kunnen bieden. Maar vaak loopt het uit op een te leurstelling. Militairen met verlof merken dat het gezin ook zonder hen doordraait, en dat krenkt hen, aldus de mi nister. „Ze voelen zich over bodig en willen een echtschei ding." In het leger waren zij be langrijk, maar tijdens de lange jaren van militaire dienst hebben zij geen oplei ding kunnen volgen. In de burgermaatschappij is hun militaire kennis waardeloos. Rodeth dos Santos: „Als de oorlog ooit afloopt, zal de ver houding tussen mannen en vrouwen grondig veranderd blijken. Vrouwen zullen hun verworven posities nooit meer inleveren." Een nog veel groter pro bleem vormt de eventuele te rugkeer naar het burgerleven van de naar schatting 26.000 strijders van Unita. Wat moet er gebeuren met die jonge mannen die jarenlang in het bos hebben geleefd, dorpen hebben geplunderd en men sen hebben vermoord? De MPLA heeft amnestie afgekondigd voor Unita-re- bellen die zich overgeven. De respons lijkt niet overweldi gend. Maar er zijn gevallen bekend van Unita-comman- danten die nu officier zijn in het regeringsleger. Anderen zijn burgemeester. De rebel lenleiders moeten eerst een 'heropvoeding' ondergaan. Daarvoor zijn speciale kam pen ingericht. „Voor een deel krijgen ze natuurlijk straf, ze moeten dwangarbeid verrichten", zegt Lopo de Nasciemento, provinciaal commissaris van Huila. Daarnaast krijgen ze politieke scholing. „We willen weer vaderlandslievende mensen van hen maken. Ze hoeven echt geen overtuigde marxisten te worden. Als ze inzien dat ze door Zuidafrika zijn gebruikt voor een ver keerde zaak, zijn we al tevre den." Een oude man in een vluch- telingendorp in Huila vertelt dat zijn zonen aan de kant van Unita strijden. Hij heeft hen in jaren niet gezien en hoopt dat ze gebruik zullen maken van de amnestie. Ze kunnen bij hem terugkomen want hij is ervan overtuigd dat Unita hen dwingt te vech ten. Ook andere Angolezen to nen een verbazingwekkend vertrouwen in de toekomst. De methodistische bisschop Emilio de Carvalho zegt: „In andere landen waar oorlog heeft gewoed, komt een mo ment dat de strijdende par tijen zich verzoenen, dus waarom zou dat hier anders gaan?." WIM VERWEY SOCIAAL»^ BEKEKEN Door Wim Verwey In een vorig artikel dat handelde over de WWV (Wet Werkloosheids voorziening), heb ik al aangekondigd terug te zullen komen op een an dere wetswijziging, die belangrijk is voor ge huwde vrouwen aan wie vroeger een AAW-uit- kering (Algemene Ar beidsongeschiktheids wet) werd geweigerd. Ook in het geval van de AAW speelt de interna tionale wetgeving een grote rol. Het is namelijk de Centrale Raad van Beroep geweest, die op 5 januari 1988 een aantal uitspraken deed, waarin werd vastgesteld, dat in het kader van gelijke uitkeringsrechten voor mannen en vrouwen in de Algemene Arbeidsonge schiktheidswet geen reke ning werd gehouden met artikel 26 van het Interna-' tionale Verdrag inzake burgelij ke en politieke rechten, het zogenaamde BUPO-verdrag. De uitspraken van de CR v B leidden ertoe, dat zon der nadere maatregelen het recht op uitkering krach tens de AAW voor personen die arbeidsongeschikt zijn geworden vóór 1 januari 1979 zou kunnen ontstaan. Dit ongeacht de vraag of in het jaar voorafgaande aan het intreden van de ar beidsongeschiktheid inko men is gederfd. Dat bete kent dat een grote groep vrouwen, die in het jaar voorafgaande aan het in treden van arbeidsonge schiktheid, geen inkomen uit arbeid of beroep hebben verworven, nu in beginsel wel recht op een uitkering op grond van de AAW zou kunnen verkrijgen. Een reële inkomensder ving was in eerste instantie bij de toepassing van de oorspronkelijke AAW niet vereist. Wat betreft man nen (gehuwd en ongehuwd) en ongehuwde vrouwen werd het derven van inko men verondersteld. De ge-r- huwde vrouw werd van dat recht op uitkering uitgeslo ten, omdat de regering des tijds meende nog uit te kunnen gaan van de tradi tionele rolverdeling binnen het huwelijk, waarbij de man kostwinner was en de vrouw de huishoudelijke en gezinstaken vervulde. Dat betekende dat de gehuwde vrouw geen recht had op een uitkering. Als de vrouw trouwde werd de aan haar toegekende premie inge trokken. Mooier staaltje van discriminatie was haast niet denkbaar. Maar de tijden veranderen. Vanaf 1 januari 1979 kwam de eerste verande ring: Bij arbeidsonge schiktheid die was ingetre den tussen 1 oktober 1975 en 1 januari januari 1979 kreeg de gehuwde vrouw wel recht op een AAW-uitke- ring als er in het referte jaar (het jaar vóór het be gin van de arbeidsonge schiktheid) voldoende inko men was verworven. Maar de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen bleef toch nog aanwezig: Want mannen en ongehuwde vrouwen hebben zonder nadere voorwaarden (inko- menstoets) recht op een uit kering, gehuwde vrouwen hebben alleen recht als ze dan de inkomenseis vol doen. Als nu de situatie ten aanzien van de gehuwde vrouwen naar aanleiding van de uitspraken van de Centrale Raad zou worden uitgevoerd, zou dat miljar den guldens vragen, al thans wanneer dit met te rugwerkende kracht zou worden toegepast. Het is daarom logisch dat de regering poogt om onder deze uiterst kostbare ope ratie uit te komen. Daarom stelt de regering voor om aan degenen die vóór 1 ja nuari 1979 arbeidsonge schiktheid zijn geworden, alsnog de eis van feitelijke inkomensderving te stellen. Dit betekent dus: gehuwde vrouwen krijgen alsnog recht op uitkering als ze in het jaar voorafgaande aan het intreden van de ar beidsongeschiktheid, inko men hebben verworven. Maar daar staat tegenover dat mannen en ongehuwde vrouwen hun recht op uit kering verliezen als zij in het jaar voorafgaande aan het intreden van de ar beidsongeschiktheid geen inkomen hebben verwor ven. Het inkomen, dat onmid dellijk voorafgaande aan het intreden van de ar beidsongeschiktheid wordt verkregen met arbeid in het bedrijfs- of beroepsleven wordt elk jaar vastgesteld. Momenteel bedraagt dat inkomen minimaal 4.403,53 (bruto). In 1980 be droeg dat ƒ3.686,28. In be paalde gevallen worden verzekerden die duidelijk tot de werkers in het be drijfs- of beroepsleven be horen of nog in opleiding zijn, zonder meer geacht bedoeld inkomen te hebben genoten. Voor jeugdgehan- dicapten geldt de inkome- neis uiteraard niet. Let wel het gaat hierbij pas om een voorstel van de regering. Als deze wetswij ziging door de Tweede en Eerste Kamer is aanvaard, kan er daadwerkelijk uit voering aan de plannen worden gegeven. Maar nu reeds heeft de regering aangekondigd dat het vol doen aan de inkomenseis alleen wordt gehonoreerd als de eerste vraag om een AAW-uitkering wordt in gediend na 1 januari 1988. Dat is zo gesteld, om mis bruik van eventuele voor wetenschap te voorkomen. De aanvragen kunnen bij de meeste bedrijfsvereni gingen reeds nu worden in gediend. Dit - hoewel er dus nog geen wetswijziging is. Maar er moet door de be drijfsverenigingen als uit voeringsorganen van deze wet heel wat worden uitge zocht. (Bijvoorbeeld ten aanzien van de mate van arbeidsongeschiktheid en de hoogte van het inko men). Die gegevens zijn niet zomaar beschikbaar, dat wordt een heel uitzoekwerk en daar is tijd mee gemoeid. Resumerend komt het er op neer, dat gehuwde vrou wen die vroeger arbeidson geschikt werden verklaard binnen afzienbare tijd mo gelijk toch recht krijgen op een uitkering. De voor naamste eis is dat zij voor dat zij arbeidsongeschikt werden een zeker inkomen hebben verworven. Ook vrouwen, die in het verle den met een afwijzing of intrekking wegens huwe lijk te maken hebben gehad kunnen in aanmerking ko men. Zij moeten de be drijfsvereniging vragen de oude beslissingen ongedaan te maken en het 'oude' recht weer toe te passen. Daar tegenover staat, dat er nu een voorstel ligt waarbij mannen die nu een AAW-uitkering ontvangen, maar niet aan de inkome- neis voldaan hebben, hun uitkering kwijt raken - zij het met een overgangster mijn van een jaar. Ik ver wacht niet dat de Tweede Kamer dit zonder meer zal slikken. Tenslotte is het een inbreuk op verkregen rech ten. Dat veroorzaakt een gevoel van rechts-onzeker- heid bij de sociale wetge ving. En dat is een kwalijke zaak, die niet opweegt te gen de financiële conse quenties voor de regering. Tenslotte nog een opmer king: Toen de AAW pas was ingesteld (1976) gold dat een huisvrouw die ar beidsongeschikt werd ook voor een uitkering in aan merking kwam. Dat vond ik een heel redelijke rege ling. Als een huisvrouw of huisman door invaliditeit uitvalt kost dat in de meeste gevallen het gezin geld. Dat in die gevallen recht ontstond op een uit kering van de AAW, bood dat tenminste enig soelaas. Dit recht bestaat niet meer. Maar de regering heeft toe gezegd advies te vragen aan de Sociaal Economische Raad (SER). Emancipa- tieraad en a male Verze keringsraad deze pro blematiek. Maar ik ben bang, dat het plan weer zal stuklopen op de centjes. Maar als nu eens gekozen wordt voor een tij delijke voorziening, zolang er nog kinderen in het gezin zijn, behoeven de hierdoor ontstane meerdere uitga ven, denk ik niet uit de pan te rijzen. LucE Van onze Haagse redactie De Europese Commissie, het EG, mag daarom niet langer nemen om de steeds gevaarlij hand te houden. De socialisten in het Europese Parlement dienen vandaag in Straatsburg een resolutie in over de groeiende onveiligheid in het luchtruim. De fractie is boos op de EG omdat vorig jaar gedane beloften over spoedige maatregelen niet zijn ingelost. De Nederlandse Europarle mentariër Ben Visser lichtte gisteren in Den Haag toe waarom zijn fractie een resolu tie indient. „Alle luchthavens luiden de noodklok. Zij kunnen het vluchtaanbod niet meer ver werken. Het aantal reizigers binnen de EG-landen groeide van 1984 tot 1986 met 20 miljoen tot 233 miljoen per jaar. Het aantal vliegbewegingen nam toe met van 2,8 miljoen per jaar tot 3 miljoen. Door het wegval len van de handelsgrenzen in 1992 zal de groei veel sneller toenemen maar de capaciteit daarvoor ontbreekt". Visser benadrukte het grote aantal bijna-ongelukken in het Europese luchtruim. „Het is puur geluk dat in verhouding zo weinig rampen gebeuren". De socialisten wijten de on gelukken en bijna-ongelukken aan menselijk falen. Recent onderzoek toonde aan dat 87 procent van de vliegongevallen wordt veroorzaakt door men sen die last hebben van stress en oververmoeidheid. Deze ongelukken waren te voorkomen geweest als de be manning de modernste oplei dingen had gevolgd en de EG- landen allemaal eigentijdse ap paratuur hadden gehad. De socialisten willen daarom dat de EG wettelijk regelt dat alle lidstaten dezelfde eisen stellen aan opleidingen en vlieguren. Ook moet de EG de veiligheid van de luchthavens beoordelen en zorgen dat de re- Van onzecorrespondent HANNOVER - De instelling van een centrale bank in Europa met vergaande be voegdheden op monetair gebied wordt een belang rijke krachtproef voor de Europese Gemeenschap. De opvattingen van de Fransen ea Britten over zo'n bank staan vooralsnog haaks op elkaar. Dat bleek gisteren op de EG- °P in Hannover, die bij wijze van voorlopig compromis tot ^n 'zware' studie besloot. Bin- nen een jaar moeten de EG- vommissarissen Delors en An dnessen, bijgestaan door de Presidenten van de twaalf na tionale banken en drie externe deskundigen, de regeringslei ders berichten hoe en tot welk niveau op Europees vlak ook de monetaire samenwerking kan worden versterkt. Zeker politiek wordt dat een nuitengewoon zware opgave, premier Thatcher, na afloop van de top: „We hebben geen jturopese munt en zeker geen Europese bank nodig om de monetaire eenheid te verster ken". President Mitterrand: „Ik i JITu Hkt dat het mogelijk is m het vrije kapitaalverkeer te J KONGO Spoorweg AFRIKA CABIN DA :CabindaSL M'banza Damba Congo Chitato Caungula Lucapa N'dalatando Saurimo o| D^dö-Mjfnie Cambundi- Gabela £Y Catembo Porto Amboimj»JN^' :Sumbe^ Waku Kungo •AndDlo Bailundo Huambo^>=<Kuito/ —Lob ito; iBenguela*^ Cangamba Lumbala N'guimbo Menongue Lubango ZAMBIA ^Namibej iTombüa7 Cuito Cuanavale Cassinga Mavinga Chiange Xangongo Calueque >Cuangar

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 4