4Ik geloof dat ik de Ronde kan winnen; kwaliteit heb ik er voor' 'Franse coureurs rijden rond met dikke nekken' De Tour is mijn terrein niet URS ZIMMERMANN MAAKT DE BALANS OP TEUN VAN VLIET OP NEGENTIG PROCENT VAN ZIJN KUNNEN J Herboren 'Jean-Frangois Bernard maakt indruk Geen idee Balans Lastig Gevaarlijk Verbijten Terugkeer r te voorspellen wie n het eindklassement innaar 1988 goed tipt, r het algemeen klas- oreerd met resp. 10 t eindklassement s vóór 10.00 uur bin- aarop u duidelijk lijk eindigen geldt de als beslissende ordt op de sportpa- onze lezerstour Staat u na een etappe ement, dan ontvangt Oosterstraat 11 ozendaal, tgravenstraat 27 65 uivelstraat 26 straat 7 senstraat 41 sh.weg 7 ivenstraat 149 at 26 Cruisstraat 32 traat 14 straat 52 28 imastraat 24 illem-I-straat, 29 Poppelstraat 94 nastraat 67 -ostraat 12 4 Alexanderstraat 4 klaan 50 4 pad 4 aestraat 77 itraat 14 ilenstraat 47 nstraat 86 kenlaan 15 ïout, Kasteellaan 26 straat 45 W. Gommerstraat 79 aat 2 yilhelminastraat 51 ippestraat 67 :nstraat 38 irkkant 1 traat 9 traat 25 38 raat 5 Dssestraat 134 :rkvaartstraat 26 werk 13 Den Engelsenstraat 1 of 1 aioet worden atgelegd, lUr Goddet lijkt als een in dat Frankrijk niet uit- het zout in de pap niet veer andere hoogtepun- om er maar 'ns eentje te an 'Goddet ■en dag! je die sportieve krant. 12.-, daarna beslis ik j I I I I 001 ingj ;em, I Door Jean Nelissen ZÜRICH - In de Ronde van Italië fietste hij drie dagen voor het einde twee uur lang in de rose trui. De laatste etappe door de Dolomieten, waarin 34 kilometer geklommen moest worden, greep Urs Zimmermann aan om een groot offensief te beginnen. Het was een aanval, die men nog maar zel den ziet. De klassementsrijders wagen zich tegenwoordig niet meer aan een vlucht over drie cols. De moderne prof wacht met z'n demarrage meestal tot de voet van de laatste berg. De actie van Urs Zimmermann in de Giro herinnerde aan de grote dagen van weleer, toen in de bergen enorme ver schillen ontstonden. 127 Kilometer al léén tegen allen. Met een 'dode' Italiaan, Stefano Giuliani, aan het achterwiel ge kleefd. Urs Zimmermann verloor die dag in de finale de Giro door een gecom bineerde actie van de ploegen 7 Eleven (Andrew Hampsten) en Panasonic (Erik Breukink). Hij eindigde, mede door een val in de afsluitende tijdrit, slechts als derde, op 2.45 minuut van winnaar An drew Hampsten. Voor de Tour de France geldt de Zwitser als een van de topfavorieten. „Ik geloof zelf ook dat ik de Ronde kan winnen. Ik heb er de kwaliteiten voor", meent Zim mermann. Hij is, na een totaal mislukt seizoen '87, als herboren uit de Ronde Urs Zimmermann in de Ronde van Italië op jacht naar de rose leiders trui. - foto ap van Italië gekomen. En hij heeft geleerd van zijn fouten in het verleden. Sinds Zimmermann in 1983 beroeps- renner werd, heeft hij heel goede seizoe nen afgewisseld met bar slechte. In 1984 won hij de Ronde van Zwitserland. Een paar weken later finishte hij in de Tour op een bescheiden 58ste plaats. 1986 Werd zijn beste jaar. Hij won de Dau- phiné Libéré en het Criterium Interna tional. Hij klom bovendien op de Champs Elysées als eerste Zwitser na 32 jaar weer op het podium van de Tour de France. Geklopt door Greg LeMond en Bernard Hinault. De Italiaanse jeansfa- brikant Carrera verdubbelde op slag z'n jaarsalaris. Vanaf dat moment leefde Zimmer mann in een stress-situatie. Hij trainde in de winter van '86-'87 als een bezetene. Elke maand legde hij in erbarmelijke weersomstandigheden tenminste 2000 kilometer af. In februari, toen het sei zoen begon, was hij sterk vermagerd. In maart begon de ellende. Hij werd ziek. Kreeg maagklachten. Raakte betrokken bij een aanrijding. Hij viel in het Bas kenland en lag ter observatie in het zie kenhuis. Een aaneenschakeling van te genslagen. Wat een groot seizoen had moeten worden, eindigde in een nacht merrie. „Aanvankelijk had ik er geen idee van wat er met me aan de hand was. Pas la ter kwam ik er achter dat ik helemaal leeg was. Daardoor blokkeerde mijn li chaam. Te weinig rust. Te veel getraind. Te veel wedstrijden gereden. De afgelo- Urs Zimmermann aan kop van het peloton tijdens de Ronde van Frankrijk van vorig jaar. fotoap pen winter heb ik het roer omgegooid. Drie weken vakantie genomen. Heel weinig getraind. Op die manier ben ik de oude geworden". Sinds z'n terugkeer uit Italië heeft Urs Zimmermann opnieuw veel rust ge nomen. „De eerste week zat ik slechts twee uur per dag op de fiets. De tweede week heb ik de intensiviteit van de trai ning opgevoerd tot maximaal vijf uur per dag. En deze laatste week voor de Tour bouw ik de training weer af. Het heeft lang geduurd, maar ik begin m'n lichaam eindelijk te kennen". Gevraagd naar z'n tegenstanders maakt Urs Zimmermann een balans op. „Als ik wil winnen, zal ik vooral Jean-Frangois Bernard moeten ver slaan. Hij is de gevaarlijkste van de concurrenten. Ik heb hem in de Giro be studeerd. Hij maakte indruk op mij. An drew Hampsten kan ook ver komen. Die twee zie ik straks op het podium staan. Luis Herrera blijft een onzekere factor. De tijdritten zijn korter, de bergetappes zijn zwaar. Er liggen ditmaal geen keien in het parkoers. Herrera is op tijd in vorm gekomen. We mogen hem niet uit het oog verliezen. Na deze drie rijden Charly Mottet en Claude Criquiélion voor de ereplaatsen". „Erik Breukink vind ik nog niet com pleet genoeg. Hij rijdt fantastisch in koud weer, zoals op de Passo di Gavia. In juli, als het warm is, zie ik hem nog niet in de top van het klassement eindi gen. Voor Sean Kelly zijn de beklim mingen in de Tour te lang. Laurent Fig- non heeft sinds 1984 nooit meer bewezen dat hij een grote etappewedstrijd zonder inzinkingen „kan rijden. Het zegt mij niets dat hij Milaan-San Remo gewon nen heeft. Dat is één dag presteren. Fig- non kan in een bepaalde etappe, zoals het vorig jaar op weg naar La Plagne, nog enorm tekeer gaan. Maar drie we ken lang op topniveau rijden is heel an ders". - -/ - rmgr - t fn*% "W Teun van Vliet: „Erik Breukink is een kanjer". - foto de stem/ben steffen de kans krijg om een ritje mee te pik ken, zal ik het niet laten. Maar toch zie ik deze Tour meer als het in dienst rij den van Erik Breukink. Dat is een kan jer in rittenkoersen hoor. Die vent is niet van z'n stuk te krijgen. Ik wist al dat hij veel kon, maar in de Giro is mijn bewondering voor hem alleen maar gro ter geworden. Ik verwacht van mezelf dat ik pas door het rijden van de Tour de grote vorm terug kan krijgen. Dat na afloop de kleinere rondes, zoals die van Nederland en de najaarsklassiekers mijn doelen zullen worden". Teun van Vliet staat in het internatio nale peloton bekend als een coureur, die niet snel met z'n mond vol tanden staat. Met andere woorden: Van Vliet laat zich niet ondersneeuwen als er iets aan de hand is. Sommigen noemen hem zelfs lastig. „Ach, dat is overdreven, dat ik lastig zou zijn. Wel is het zo dat ik een eigen mening heb. Als iemand mij vraagt hoe ik over iets denk, zal ik altijd zo eerlijk mogelijk dat proberen te vertellen. Dan heb je in het peloton al gauw een grote bek, want veel coureurs zijn bang om hun nek uit te steken. Ik doe mijn mond wel open en dat wordt me niet altijd in dank afgenomen. Niet dat dat recht streeks in mijn gezicht gezegd wordt, nee. Er wordt achter je rug gemompeld. Zoals vorig jaar toen PDM en Supercon- fex overduidelijk tegen Panasonic sa menspanden. Die mannen hadden een lol als ze gewonnen hadden en ons weer eens een loer hadden gedraaid. Als je ze dan de dag daarop weer tegen kwam, speelden ze de toffe jongens, terwijl ik wist dat ze achter onze ruggen in hun vuisten zaten te lachen. Ik kon die gas ten wel het graf inkijken. Dat kwam er bij mij uit in de Tour met die sprint met Van Poppel in Bordeaux. Ik was zo kwaad dat niemand van dat gekonkel van die twee ploegen iets zei, dat ik zelf wat wilde ondernemen. Dus toen ben ik in de sprint met Van Poppel meegegaan. Die gasten schrokken zich dood, want ik ben natuurlijk geen lieverdje. Knete- mann werd later nog boos op me. Hij vroeg zich af wat ik in een massasprint had te zoeken. Ik heb hem met een an dere vraag geantwoord. „Wat heeft Knetemann nog te zoeken op een WK", zo vroeg ik hem. „Toen was het stil". Een getergde Van Vliet is een gevaar lijke Van Vliet voor de concurrentie. Niet dat 'Teuntje' lang kwaad blijft. „Als ik eenmaal heb kunnen zeggen hoe ik over iemand denk, ben ik het kwijt. Alleen aan Franse coureurs heb ik vaak de pest. Die rijden allemaal met dikke nekken rond. Die Bernard denkt dat hij God van Frankrijk is. Fignon, die in zijn carrière toch heel wat meer heeft gepresteerd dan dat manneke, is nog de normaalste. Er zit bij die Fran sen geen greintje humor in. Dat merk je in zo'n Tour de France heel erg goed. Strakke koppen met oogkleppen voor. Bah". Teun van Vliet heeft vertrouwen in de aanpak van zijn ploegleider Peter Post voor deze Ronde van Frankrijk. „Post is een grote. Ik heb enorm veel respect voor hem. Een echte knokker. Hoe diep hij ook in het dal zit; op eigen kracht komt hij er altijd weer uit. Dat probeert hij ook op ons, de renners over te brengen. Ik weet nog dat toen ik bij Post kwam dat ik dacht: vanaf nu gaat het allemaal vanzelf bij deze super- ploeg. Nou, niets gaat vanzelf. Daar ben ik door Post wel op gewezen. Na die 24 dagen vol ellende ben ik fel gaan vech ten. Ik wil van dit seizoen nog iets goeds maken. Als het in de Tour al lukt, zou het me eerlijk gezegd enorm meevallen. Op negentig procent van je kracht kun je niet dagen achter elkaar voorop in een klassieker rijden. En' de Ronde van Frankrijk is elke dag een klassieker. Dus voor mij moeten de successen later komen. Het is helaas niet anders". Inderdaad een wereld van verschil. Door Rob van Deursen BAARLE-HERTOG - Een wereld van verschil. Vorig jaar rond deze tijd zo vlak voor de Ronde van Frankrijk voelde Teun van Vliet zich spekkoper. Twee belangrijke overwinningen (Om loop Het Volk en Gent-Wevelgem) schonken hem het vedettendom. 'Teunfje' straalde zelfvertrouwen uit als een zomerkoning. Vandaag de dag ligt dat wel even an ders. Een rugblessure kostte hem tien dagen verplicht thuis zitten knarsetan den en tot overmaat van ramp kreeg die blessure een vervolg met twee weken ziekenhuis in Breda met darmklachten. Juist in de tijd van dé periode van Teun van Vliet, waarin de voorjaarsklassie kers werden verreden. De 24 dagen vol tegenslag sloopten niet alleen de krachten in Van Vliets toch zo tengere lichaam, maar ook z'n moraal. Vooral op de momenten dat hij in het ziekenhuis naar de verrichtingen van zijn collega's in de klassiekers op de televisie zat te kijken, waren voor Teun van Vliet moeilijk. „Je zit je te verbijten. Steeds denk je: 'daar had ik verdomme moeten koersen. Dat zijn mijn wedstrijden'. Ik voelde me zo slap als een vaatdoek. Ook omdat ze niet precies wisten wat ik mankeerde. Het leert je wel relativeren. Wij profs leven vaak in een afgeschermd wereld je. Tijd voor nadenken is er meestal niet. Nu, dat heb ik thuis en in dat ziekenhuis voeldoende kunnen doen. De dingen op een rijtje zetten. Het vak van wielren ner doorgronden". Kenners van het spektakel van de Tour de France verwachten een 'gekke' ronde. Eén mogelijk vol verrassingen. Immers, soms met die korte etappes en met niet minder dan negen ritten vol bergen kan een Franse frank raar rol len. „Ik geloof daar niet in", zegt Teun van Vliet met nadruk. De coureur uit Baarle-Hertog keerde juist terug van een koers in België. Op de vraag wat hij daarin geworden is, klinkt het simpel: „Moe, heel moe." En dan weer over de Ronde van Frankrijk: „Het parkoers is wel anders dan anders, maar de grote jongens zullen toch wel weer naar voren komen. Misschien dat je net als in de klassiekers een paar ritwinnaars krijgt, die niemand verwacht, maar het alge meen klassement wordt volgens mij toch door de favorieten neergezet. Man nen als Bernard, Mottet, Hampsten en misschien Fignon en naar ik hoop ook Erik Breukink. Je moet ook afwachten wat de Colombianen dit jaar gaan doen. Een vent als Luis Herrera kan er ineens staan. Het probleem volgens mij wordt Teun van Vliet viert zijn verjaardag in het ziekenhuis. Een periode vol tegenslagen voor de coureur uit Baarle-Hertog. fotoanp in deze Tour dat er te veel kopmannen rondrijden, die qua kracht aan elkaar gewaagd zijn. Ik reken daartoe bijvoor beeld ook Pedro Delgado. Veel kansheb bers geeft veel onrust in de wedstrijd. Al verwacht hij ook vooral van de ploegen van Systeme U en van Mottet en Fignon en van Toshiba van Bernard controle van de koers. Dat kan in het voordeel van Panasonic werken. Dat scheelt een stuk werk". Vorig jaar verraste Teun van Vliet vriend en vijand door in de Pyreneeën plotseling zich te etaleren als klimmer. In een driest avontuur daverde hij voor de meute uit over de top van de Tourmalet. De uit het Westland afkom stige Van Vliet bereikte als eerste de voet van de klim naar Luz-Ardiden, be gon ook noest aan het karwei, maar kwam toen zich zelf tegen. Als een dood vogeltje op de fiets duwde hij zijn afge matte lichaam naar boven, terwijl links en rechts coureurs hem passeerden. Op de streep boven bleek dat precies 51 con currenten hem in die laatste kilometers berg-op voorbij waren gegaan. „Een uit de hand gelopen grap", zo noemt Teun van Vliet zijn solo van toen nu. Van Vliet denkt niet dat hij in deze uitgave van de Tour dat huzarenstukje zal kunnen herhalen. „Het zou dom van me zijn om, als het niet nodig is, tot op het bot te gaan. In de Ronde van Italië heb ik ook soms voorzichtig gereden. Natuurlijk, waar mogelijk steunde ik Breukink, maar ik merkte toch dat ik nog niet honderd procent was. Nu schat ik dat ik op negentig procent van mijn topvorm zit". In topsport komt het voor dat mensen, die verplicht rust moesten pakken we gens blessures of ziekte bij de terugkeer in competitie op voordeel staan, omdat de concurrentie wel in wedstrijd bleef en inspanningen leverde. De maand december vorig jaar van Yvonne van Gennip, die op de Winter spelen van Calgary heel verrassend drie gouden plakken van de prij zentafel griste, is daar een goed voorbeeld van. Volgens Teun van Vliet echter gaat die stelling voor hem niet op. „Nee, ik ken mijn lijf. Die ziekte kun je niet zo maar wegdraaien. En het vervelende is dat ik in koersen moest terugkomen. Dus gelijk vol aan de bak. Dan moet je je wel eens forceren en dat is natuurlijk niet goed. Vergeet ook niet dat de Ronde van Frankrijk in principe helemaal mijn wedstrijd niet is. Uiteraard, als ik

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 25