Ooglens levenslange doe-het-zelver PROF. HANS BLOEMENDAL: DE LENS VERZUURT MET DE MENS Olifanten 'communiceren' met elkaar over lange afstanden Washington - Olifanten kunnen zich fluisterend ver staanbaar maken wanneer een schreeuw meer op zijn plaats lijkt. Volgens Katherine Payne, die in het Etosha Park in Namibië onderzoek heeft gedaan naar de commu nicatie van de dikhuiden, kunnen olifanten zich tot vijf ki lometer ver verstaanbaar maken wanneer zij 'praten'. WETEN SCHAP Darwin betovert tot in de twintigste eeuv DE RTEM WETENSCHAP VRIJDAG 24 JUN11988 De ooglens is een levenslange doe-het-zelver. Een orgaan, gestoken in een stevig kapsel, dat z'n zaakjes in hoge mate zelf regelt. Er lopen geen bloedvaten en zenuwen door; de lens wordt door vocht in de oogkamer gevoed. Vol eiwit Miljoen lenzen Bouwstenen Verrassingen Ondertonen Neanderthaler had forse neus Atmosfeer naar de bliksem? Laser inspecteert vliegtuigonderdelen 'Levensechte' wiskunde beter begrepen NEDERLAND 1 NEDERLAND 3 DUITSLAND 2 iske en Wiske: T48 Salaris krijgt hij sinds 1 maart niet meer, maar prof. dr. Hans Bloemendal werkt gewoon door. „Het kost me nu geld", zegt de 65-jarige Nijmeegse hoogleraar in de biochemie. Het liefst had hij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd stil voorbij laten gaan. Bloemendal heeft een hekel aan festiviteiten, maar dit keer ont kwam hij er niet aan. Op 17 juni hiel den biochemici en celbiologen een in ternationaal symposium aan de Katho lieke Universiteit Nijmegen, ter gele genheid van zijn 65-ste verjaardag en de opening van een nieuw laborato riumgebouw, het Trigon. Als eerbetoon aan Bloemendal hebben collega-wetenschappers de Stichting Hans Bloemendal Lectures in het leven geroepen. Eens in de twee j aar kent de stichting een prijs toe voor bijzondere prestaties in het moleculair biologisch of chemisch onderzoek. De prijs werd op 17 juni voor het eerst uitgereikt, aan de Amerikaan Piatigorsky. Eigenlijk had de hoogleraar dit jaar weg gemoeten. Hoewel hij en zijn pro fessorale generatiegenoten bij hun aanstelling voorgespiegeld kregen dat ze tot hun zeventigste konden doorwer ken, maakte minister Deetman daar vier jaar geleden een einde aan. Hoog leraren moesten voortaan op hun 65-ste opkrassen. „Onbehoorlijk bestuur, een door de Ka mer goedgekeurde contractbreuk", zegt Bloemendal er nog steeds van. Hij blijft gewoon zijn werk doen, al zal hij met het universiteitstbestuur nog een rege ling moeten treffen. Bloemendal en zijn team van bioche mici zijn in wetenschappelijke kringen vermaard om hun onderzoek van eiwitten in ooglenzen. De hoogleraar ontving er hoge buitenlandse prijzen voor, terwijl zijn in 1981 verschenen boek over de ooglens inmiddels zelfs in het Japans is vertaald. De buitenwacht kent Hans Bloemendal vooral ook als opper-voorzanger (chaz- zanj van de Nederlands Israëlitische hoofdsynagoge te Amsterdam. Zijn hel dere stem is vastgelegd op vele platen, en sinds kort ook op compact disk. Daarnaast schrijft hij ook af en toe kinderverhalen. En hij schildert. „Dit wordt toch geen necrologie?" in formeert Bloemendal voorzichtig aan het begin van het gesprek. Nee, met de man die van geen ophouden wil weten, gaat het gesprek over zijn wetenschap pelijke oogappel. Door Kees Buijs Niet alleen bevat de ooglens bijzonder veel speciale, lichtdoorlatende eiwitten (ze maken negentig procent uit van het 'droge' gewicht van de lens); de cellen waaruit de lens is opgebouwd, sterven niet af. Dit laatste komt bij geen enkel ander orgaan voor. Andere cellen in ons lichaam delen zich voortdurend, en sterven tenslotte af. Bloedcel len leven nog vrij lang: 120 dagen. Maar de oudste cellen in onze ooglens stammen van vóór onze geboorte, en ze gaan pas dood wanneer wij dood gaan. Wel komen er steeds nieuwe ooglenscellen bij lange vezelcellen, die over de oudere heen groeien en deze naar binnen drukken. Tot je vijfentwintigste jaar groeit de lens, daarna wordt hij steeds compacter en harder. De oog- -i lens die we als embryo had- - den, blijft de rest van ons la- si ven als een steeds meer sa mengeperst bolletj e in de kern van de lens zitten. „Net als bij de schillen van i een ui kun je een ooglens laag -uvoor laag pellen", zegt prof. -ödr. Hans Bloemendal. „Dat qi maakt de ooglens uniek voor het bestuderen van de groei, de differentiatie en de verou dering van cellen." -r In andere cellen in ons li- 1- chaam worden eiwitten voortdurend afgebroken en -i weer aangemaakt; in ooglens cellen niet. Wel worden na i; verloop van tijd bepaalde stukjes van de eiwitten in de vezelcellen afgesplitst. Er tre den breuken op: niet wille- v keurig, maar op vaste plaat sen. En de eiwitten worden letterlijk zuurder. De lens verzuurt, de mens misschien ook. „Als je ziet dat bepaalde stukjes van de eiwitten wor den afgesplitst", zegt Bloe mendal, „kun je er zeker van zijn dat dit in andere cellen ook gebeurt." Door de verbrokkeling en verzuring kan de ooglens minder doorzichtig worden. In extreme gevallen gaan de eiwitten het uiterlijk aanne men van een gekookt eitje. Die vertroebeling noemen we staar. Staar kan ook veroor zaakt worden door voeding met bepaalde suikers, door gifstoffen als naftaleen, en door röntgenstraling. „Maar wat er precies na röntgen straling in de ooglens gebeurt, weten we nog niet. Het duurt trouwens maanden voordat het verschijnsel optreedt." Een groot deel van zijn onder- zoeksleven besteedde Bloe mendal aan ooglenzen. Toen hij in 1954 begon als assistent bij het Anatomisch Laborato rium in Amsterdam, dacht hij dat de ooglens alleen maar vol eiwit zat. Het bleek ingewik kelder. De lens bevat langge rekte vezelcellen, die op hun beurt vol eiwit zitten, maar niet uitsluitend eiwit. Aanvankelijk was hij al leen geïnteresseerd in eiwit ten die oplosten in water: eiwitten met de verzamel naam crystallines. Die komen vrijwel uitsluitend in de oog lens voor, en zijn door hun op losbaarheid gemakkelijk te onderzoeken. De niet-oplosbare eiwitten -die het geraamte binnen de cel en de celwanden vormen- werden weggegooid. Pas veel later, toen Bloemendal na een onderzoeksbaan bij het Ne derlands Kanker Instituut hoogleraar biochemie aan de Nijmeegse universiteit was geworden, ging hij zich ook interesseren voor de bouw stoffen van het celgeraamte. Dit zogeheten cytoskelet speelt een rol bij allerlei cel- Lensvezels in dwarsdoorsnede Prof. dr. Hans Bloemendal. processen, en het houdt de ïens flexibei, waardoor hij platter en boller kan worden; accomoderen heet dat. Karrevrachten ogen zijn voor Bloemendals onderzoek van het slachthuis naar de univer siteit gebracht; vooral van kalveren. Werkstudenten knipten er de lenzen uit, tegen een aantrekkelijk stukloon. De lenzen gingen vervolgens een oplosvloeistof of een kweekvloeistof in. Breng je een ooglens namelijk in een geschikte kweekvloeistof, dan gaat hij vrolijk door met al- - FOTO THEO VAN ZWAM lerlei biochemische processen. Van 1966 tot 1977 verbruikte hij een miljoen lenzen uit kalfsogen. „Dat was in de rijke tijd van de universiteit", zegt Bloemendal. „Vaak wa ren het wel tweeduizend len zen per week. Wilde je een klein beetje boodschapper- RNA isoleren om erfelijke in formatie in handen te krijgen, dan had je al gauw honderd tot tweehonderd lenzen no dig." Tegenwoordig zijn de methoden verfijnder, dus kan het onderzoek met minder ogen toe. Voor het vergelijkend on derzoek werkt de biochemicus ook met ooglenzen van konij nen en andere zoogdieren, en Celhechtingsnaad op voorste lensoppervlak soms van mensen, die him ogen na hun overlijden aan de wetenschap afstaan. De bijzondere eiwitten in de ooglens verdeelt men in groe pen. Zoogdieren, en dus ook mensen, hebben globaal drie verschillende groepen crystallines. Op hun beurt zijn crystallines opgebouwd uit ongeveer twintig verschil lende soorten kleinere eenhe den. Wat doen die eiwitten pre cies in de ooglens? Bloemendal: „Ze bouwen de lens op. Ze zorgen ervoor dat het licht in de lens breekt. Door hun bijzondere eigen schappen laten ze licht door. Verder weten we er eigenlijk nog niets over." Met behulp van DNA-on- derzoek hebben wetenschap pers ook de genen achterhaald die de informatie bevatten voor de eiwitten die het skelet vormen van cellen, dus ook van ooglenscellen. „Nu de verantwoordelijke genen zijn geïsoleerd, maken we allerlei constructen. We koppelen een fragment van een bepaald gen aan een stuk van een ander gen, en kijken dan of het nog een skelet kan vormen. We willen weten hoe die verschil lende taken worden geregeld. Dat is het eigenlijke oogmerk van het onderzoek." Het ooglensonderzoek heeft de laatste jaren enkele ver rassingen opgeleverd, die men overigens niet kan verklaren. Zo bleek, dat een bepaalde groep crystallines sterk ver want is met eiwitten die een lichaamscel gaat maken bij 'groot alarm'. Loopt de tempe ratuur in een cel op tot 42 a 43 graden, dan gaat hij zogehe ten 'heat shock' eiwitten aan maken. „Waardoor lijken die eiwitten zo sterk op crystalli nes? We weten het niet. Er is iets in de evolutie gebeurd, maar wat, en waarom?" Verder is gebleken dat be paalde crystallines gelijk zijn aan bepaalde enzymen. Enzy men zijn katalysatoren in cel len -ze versnellen reacties- en komen er in heel kleine hoeveelheden in voor. Maar hoe komt het dat de identieke crystallines in zulke krank zinnige hoeveelheden in de ooglens zitten? „Ik kan me nauwelijks voorstellen dat die crystalli nes in het oog een enzymfunc tie vervullen. Misschien zijn ze in de lens gerecruteerd om dat die een stabiele structuur nodig heeft." Alweer zo'n on beantwoorde vraag. „Je kunt je afvragen waarom bijvoorbeeld een hartcel geen crystalline maakt", zegt Bloemendal met twinkelende ogen. „Wel, pas heeft men ontdekt dat de hartcel óók een crystalline vormt. Daar kijk je van op. Maar een verklaring hebben we nog niet." Jaren geleden heeft de Nij meegse hoogleraar eens ge klaagd dat er zo weinig on derzoek aan ooglenzen ge beurde. Maar tegenwoordig zijn er zeer veel wetenschap pers mee bezig, niet sterke on derzoeksgroepen in de Ver enigde Staten en Japan. Ook ons land -en met name de Katholieke Universiteit Nij megen- heeft een sterke on derzoeksgroep. „Het is bijna altijd werk in teamverband", benadrukt Bloemendal, die in elk geval zijn mede-onderzoeker dr. W. de Jong en zijn collega-hoog leraren en vroegere mede werkers Hoenders en Schoen makers wil noemen. Lenskapsel Delende cellen Embryonale lens In lengte aangesneden lensvezels Naad op achterste lensoppervlak Driedimensionale tekening van een aangesneden lens van een volwassene. glasachtig lichaam Schematische voorstelling van het oog. Door Carl Hartman, Associated Press uitsluitend te verlopen via in- frasone geluidssignalen. Maar olifanten zijn de eerste land dieren waarbij dat vermogen wordt waargenomen. „Deze communicatie kan mede verklaren hoe olifanten hun sociale groep over lange afstanden organiseren", aldus Payne in een resumé van haar onderzoek. Ze heeft een tiental verschillende geluiden in kaart gebracht, zoals de begroeting van een groep vrouwtjes die een stier tegenkomen. „De stie ren kunnen elkaar zaken mee delen als 'Dat is het groepje van Caroline daar' of 'In die richting is een grote agressieve stier'," zegt zij. „Het is eenvou dige begripscommunicatie, niet een echte taal". Andere herkenbare geluiden worden geproduceerd door ba- Mkar de meeste geluiden die zij produceren kunnen alleen door soortgenoten worden waarge nomen, omdat zij te laag zijn om door het menselijke oor te worden gehoord. „Maar als je di£ht genoeg bij de olifant kómt kun je de geluidstrillin- geh voelen", zegt de mede werkster van de Amerikaanse Cdrnell Universiteit wier on derzoek financieel wordt ge steund door het Wereld Na- tujorfonds. „Het lijkt op donder of: alsof je in de kerk bij de laagste pijp van het orgel zit". Van duiven en parelhoenders is bekend dat zij dergelijke 'on dertonen' kunnen horen. Het Aziatische auerhoen produ ceert er zelf enkele en de com municatie van walvissen lijkt Andere herkenbare geluiden worden geproduceerd door baby-olifanten en hun moeders. Er zijn aanwijzingen dat een kalf en een koe elkaar mede door hun geluiden kunnen her kennen. - FOTO EO by-olifanten en hun moeders. Er zijn aanwijzingen dat een kalf en een koe elkaar mede door hun geluiden kunnen her kennen. Aan de bovenkant van de slurf tussen de ogen ligt een dikke huidplooi die duidelijk waar neembaar begint te trillen wanneer een geluid wordt ge produceerd. Om het effect van de geluidscommunicatie te tes ten werd de roep van een toch tige koe op de band opgenomen en later voor een groep stieren afgedraaid. Eenvoudig was dat overigens niet, want een vrouwtjesolifant is gemiddeld maar een keer in de vier jaar loops. In een speciaal gebouwde to ren lieten leden van haar team via een verborgen luidspreker de geluiden van het loopse vrouwtje horen aan twee jonge stieren die bij een drenkplaats verschenen. Toen zij de gelui den opvingen, staakten zij on middellijk hun spel en bleven volledig stil staan, iets wat oli fanten zelden doen. Ze zetten hun grote oren uit, draaiden zich om en begaven zich in de richting van het geluid. „De jongens bij de luidspre kers deden een schietgebedje", vertelt Payne. „De stieren kwamen dicht in de buurt, maar zij liepen gelukkig verder in dezelfde richting, ik weet niet hoever. Als zij werkelijk een vrouwtje hadden aange troffen, waren de twee stieren waarschijnlijk met elkaar in gevecht gegaan". NIEUWSFEITEN De Neanderthalers hadden opvallend grote neuzen, vergeleken met zowel de oudere voorlopers van de mens als met de huidig, mens. Men wist dat ze groot van stuk waren en brede hoofde, hadden. Maar wat hun neus voorstelde, was tot voor kort onbe! kend. Aan (stukken) schedels zitten nu eenmaal geen neuzen maar hooguit gaten. Twee Amerikaanse speurneuzen van de universiteit van Nieuw Mexico gingen botten bekijken van Neanderthalers uit Noord- en Zuid-Europa en het oostelijke Middellandse Zeege. bied. Deze voorloper van de mens leefde er omtrent vijftigdui- zend jaar geleden. Gelet op de bouw van de schedel ziet het ei naar uit, dat de Neanderthaler een grote vooruitstekende en brede neus had, waar heel wat lucht doorheen kon tijdens het in- en uitademen. Dit gold zowel voor de koude als de warme streken. Volgens de onderzoekers Franciscus en Trinkaus pasten de Neanderthalers zich dankzij hun omvangrijke neus aan de koude en warme omstandigheden aan. Bij warmte en inspan, ning gaven hun neusholtes voldoende warmte af aan de bui. tenlucht, en bij kou hield de neus juist vocht en warmte vast. De bliksem zou wel eens de oorzaak kunnen zijn van de helft van alle stikstofverbindingen in de atmosfeer. Dit is vijf maai zoveel als totnutoe werd aangenomen, aldus twee scheikundig onderzoekers van het Instituut voor mijnbouw en technologie in Socorro in de Amerikaanse staat Nieuw Mexico. Zure regen bestaat doorgaans uit een coctail van schadelijke scheikundige verbindingen. Belangrijke boosdoeners zijn de verbindingen van stikstof en zuurstof, de zogeheten stikstofo. xyden. De mens brengt die in de atmosfeer via onder meer het verkeer, verbrandingsinstallaties en (kunst)mest. Ze ontstaan ook bij bliksemflitsen. Totnutoe nam men aan dat bliksems j aarlij ks zorgen voor tii procent van de totale hopeveelheid stikstofverbindingen in de lucht. Uit zichzelf reageren stikstofmoleculen niet met zuui- stof moleculen, maar wel als ze een handje worden geholpen door bijvoorbeeld elektrische ontladingen. Over de hele wereld hebben elke seconde gemiddeld honderd bliksemontladingeii plaats. Volgens berekeningen van de onderzoekers nemen natuurverschijnselen de helft van alle stikstofverbindingen voor hun rekening. De rol van de mens als stikstof producent ii volgens hen zwaar overschat. Wat niet wil zeggen, dat wij dus maar gewoon kunnen doorgaan met het vervuilen van dt lucht. Lasers helpen bij de inspectie van onderdelen in de lucht- er. ruimtevaartindustrie. Dat gaat sneller, en bovendien is er min der kans op verontreiniging, omdat het onderdeel niet meet hoeft te worden aangeraakt. Lockheed in de Verenigde Staten gebruikt een zogeheten lasei holografische interferometer om een hologram -een driedi mensionale afbeelding - te maken van de te testen constructie Vervolgens stelt men het onderdeel bloot aan een hitteschok Het hologram, geprojecteerd op een videoscherm, laat zwakke plekken in het materiaal zien, zoals loslatende lagen en fouten in lijm verbindingen. Zo kan men zelfs onderdelen van bijna tien meter lang inspecteren. pR] STEM GIDS 2 Clske 20.30 I oe Rat Ook van Guido Pieters suc cesvolle speelfilm 'Ciske de gat' niet Danny de Munk fferd een tv-bewerking ge maakt. De KRO zendt de versie in twee afleveringen ajt. Vanavond in het eerste deel maakt de kijker kennis met de U-jarige Ciske Vrij- moetb. In de jaren dertig groeit hij onder armoedige omstandigheden op. Hij woont met zijn moeder, zijn tante en zijn broertje en misje in een van de Amster damse volksbuurten. Vader Vrijmoeth vaart en zit meestal op zee, maar hij is wel de enige met wie Ciske overweg kan. Eind goed, al goed Als nachtfilm brengt de EO opnieuw de tv-film 'Eind goed, al goed'. Dit drama ver telt het relaas van vier kin deren, die na het overlijden van hun moeder alleen ko men te staan. De rechtbank wijst de kinderen aan een oom en tante toe, maar de oudste, de 18-jarige Jimmy, wil zelf voor zijn broertje en zusjes zorgen. Hij moet ech ter eerst bewijzen, dat hij daartoe in staat is. Leerlingen die gebruik maken van het nieuwe lesprogrammi werken, die te horen zal zijn 'wiskunde voor iedereen' boeken betere leerresultaten leerlingen die werken volgens traditionele wiskundeprogram- ma's. 'Wiskunde voor iedereen' heeft ook een gunstige invloed op de houding van leerlingen ten opzichte van de leerkracht er. het vak wiskunde. Dit blijkt uit onderzoek van de vakgroep onderwijskunde aai .f7' JP Deela 8ff>racnt. de Rijksuniversiteit Utrecht, in opdracht van het Instituut «nsluitend aan dit pro voor Qpderzoek Opderwijs. M^e'^r w^n ot Vest, dat Ravel in 1924 ihreef. 20.30 Ravel De Franse componist Ravel sou nooit zo bekend zijn ge weest als hij de Bolero niet bad geschreven. Zelf ge loofde hij niet in het werk. Bij meende dat het geen lang leven beschoren zou zijn. Vanavond brengt de NOS een speciaal Ravel-program- ma, dat de kijker 'dichter bij bet moeilijk grijpbare leven van de componist' wil bren gen. De Bolero is een van de onder leiding van de compo nist zelf. Met een mozaïek van vertolkingen, getuige- en filmdocumenten wordt het leven van Ravel Door Laur Crouzen lit 'Der Al te' presenteert het ®F vanavond de aflevering Darwin heeft de natuur en zijn lezers gevangen in een ma grief van een dode' Op een gische cirkel. Zijn in 1859 gepubliceerde werk 'Origintvond arriveert Eckard Ma- Species' oftewel 'De oorsprong der Soorten', waarin de evo |uhn, secretaris van bestsel- lutie van leven op onze aardbol voor het eerst samenhan gend wordt beschreven, staat vol betoverende wetenschap 20.15 Der Alte Dat is het antwoord van de Utrechtse universitietstheologe Ilse Bulhof op de vraag, waarom de evolutie-stelling van Charles Darwin zo'n ge weldige ontvangst heeft gekre gen. En nog steeds beschouwd wordt als een van de grootste prestaties van de wetenschap, zowel door hoogleraar als door de leek. „Darwins Origin of Species, betoverende wetenschap" is dan ook de titel van het bij Ambo verschenen boek, waarin Bulhof haar persoonlijke ken nismaking met de Britse na tuurvorser beschrijft en ont leedt. Na bijna 130 jaar neemt iemand nog de moeite om een wetenschappelijk boek hoofd stuk voor hoofdstuk door te ne men en er zelf weer een boek over te schrijven. Van hoeveel negentiende-eeuwse werken kan dat gezegd worden? Maar Darwins start was dan ook veelbelovend, ook al had hij nog zoveel aarzelingen over publicatie van zijn tekst. In nauwelijks een dag waren de eerste 1250 exemplaren van de eerste druk van het boek begin november 1859 uitverkocht. Hoe is dat toch mogelijk ge weest, vraagt Bulhof zich af. Of het idee van de evolutie echt brandnieuw was in die tijd, betwijfelt de schrijfster. Zij geeft een buitengemeen in teressant overzicht van het denken over schepping, het ontstaan van dieren en planten en van de aardgeschiedenis in het Nederland rond 1850. Vooral de inaugurele rede van de Utrechtse hoogleraar F.C. Donders in het politieke revo lutie-jaar 1848 laat zien dat Darwin lang niet als enige met de natuur worstelde. Iedere diersoort wordt ver anderd door de permanente condities waaronder het leeft, bracht Donders in zijn rede naar voren. Een duidelijker vooruitlopen op Darwins ideeën van natuurlijke selectie is niet mogelijk. Ook andere Nederlandse wetenschappers waren intussen ervan over tuigd, dat de aarde ouder moet zijn dan de 4000 jaar, die men er-auteur Heinrich Schil ing, op de camping waar hij ijn caravan heeft staan. uit de Bijbel meende te moeta lort daarop volgt een explo- afleiden. Zelfs mensen Abraham Kuyper aanvaardi de evolutie-gedachte als hypo these, een nog te bewijzen vei', onderstelling. Voor Bulhof staat vast, dl Darwins succes niet alleen zijn kwaliteiten als wel schapper te danken is gew< Hij was tegelijkertijd ook rair zeer begaafd, zo blijkt ii| zijn taalgebruik in de 'Origin- Darwin gebruikt schittert vergelijkingen, zoals die van boom van het leven met groene twijgen als de huidii levensvormen en de dode en ali gebroken takken als de fossi len. Darwin begint zijn bel ook met te vertellen over duij venmelkers, dierenfokkers plantenkwekers. Een wei van duivenpieten en hondenj liefhebbers die iedereen zee: bekend was. Van de selecte rende mens komt hij op de se| lecterende natuur. Bulhof vraagt zich af mooie stijlfiguren, literair taalt gebruik en toegankelijkhi ook iets toevoegt aan de wet schap. Of dat alleen strei harde teksten vol formules met ingewikkelde definities wetenschap verder hel] Haar antwoord op die vrai gaat ondermeer over waf kli sieke en middeleeuwse fik fen achter woorden zochten is minder goed te volgen Darwins populaire boek. Bulhofs beschouwing is de ontleding van Darwins en lezersvriendelijkheid treft een grote uitnodiging de oorspronkelijke tekst in duiken. Omdat Darwin helder schreef, is dat wat betreft geen probleem. V< wie Engels leest zijn er kope uitgaven in de Pengui» reeks of de Everyman's Libra ry. Afgezien van een bewer king van Richard Leaky zijn6 in het Nederlandse taalgebif recent geen echte Darwin-vej talingen meer verschenen. dat is jammer. Ilse N. Bulhof, „Darwins gin of Species: betoverende tenschap", Uitgeverij Am' Baarn, f 39,50. de. Aanvankelijk denkt men ian een ongeval, maar reeds n de vroege morgenuurtjes larmeert een brand-expert ommissaris Kress en zijn tollega's.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 22