Ooglens levenslange doe-het-zelver
PROF. HANS BLOEMENDAL: DE LENS VERZUURT MET DE MENS
Olifanten 'communiceren' met elkaar over lange afstanden
Washington - Olifanten kunnen zich fluisterend ver
staanbaar maken wanneer een schreeuw meer op zijn
plaats lijkt. Volgens Katherine Payne, die in het Etosha
Park in Namibië onderzoek heeft gedaan naar de commu
nicatie van de dikhuiden, kunnen olifanten zich tot vijf ki
lometer ver verstaanbaar maken wanneer zij 'praten'.
WETEN SCHAP
Darwin betovert tot
in de twintigste eeuv
DE RTEM WETENSCHAP VRIJDAG 24 JUN11988
De ooglens is een levenslange doe-het-zelver.
Een orgaan, gestoken in een stevig kapsel, dat
z'n zaakjes in hoge mate zelf regelt. Er lopen
geen bloedvaten en zenuwen door; de lens
wordt door vocht in de oogkamer gevoed.
Vol eiwit
Miljoen lenzen
Bouwstenen
Verrassingen
Ondertonen
Neanderthaler had forse neus
Atmosfeer naar de bliksem?
Laser inspecteert vliegtuigonderdelen
'Levensechte' wiskunde beter begrepen
NEDERLAND 1
NEDERLAND 3
DUITSLAND 2
iske en Wiske:
T48
Salaris krijgt hij sinds 1 maart niet
meer, maar prof. dr. Hans Bloemendal
werkt gewoon door. „Het kost me nu
geld", zegt de 65-jarige Nijmeegse
hoogleraar in de biochemie.
Het liefst had hij het bereiken van de
pensioengerechtigde leeftijd stil voorbij
laten gaan. Bloemendal heeft een hekel
aan festiviteiten, maar dit keer ont
kwam hij er niet aan. Op 17 juni hiel
den biochemici en celbiologen een in
ternationaal symposium aan de Katho
lieke Universiteit Nijmegen, ter gele
genheid van zijn 65-ste verjaardag en
de opening van een nieuw laborato
riumgebouw, het Trigon.
Als eerbetoon aan Bloemendal hebben
collega-wetenschappers de Stichting
Hans Bloemendal Lectures in het leven
geroepen. Eens in de twee j aar kent de
stichting een prijs toe voor bijzondere
prestaties in het moleculair biologisch
of chemisch onderzoek. De prijs werd
op 17 juni voor het eerst uitgereikt, aan
de Amerikaan Piatigorsky.
Eigenlijk had de hoogleraar dit jaar
weg gemoeten. Hoewel hij en zijn pro
fessorale generatiegenoten bij hun
aanstelling voorgespiegeld kregen dat
ze tot hun zeventigste konden doorwer
ken, maakte minister Deetman daar
vier jaar geleden een einde aan. Hoog
leraren moesten voortaan op hun 65-ste
opkrassen.
„Onbehoorlijk bestuur, een door de Ka
mer goedgekeurde contractbreuk", zegt
Bloemendal er nog steeds van. Hij blijft
gewoon zijn werk doen, al zal hij met
het universiteitstbestuur nog een rege
ling moeten treffen.
Bloemendal en zijn team van bioche
mici zijn in wetenschappelijke kringen
vermaard om hun onderzoek van
eiwitten in ooglenzen. De hoogleraar
ontving er hoge buitenlandse prijzen
voor, terwijl zijn in 1981 verschenen
boek over de ooglens inmiddels zelfs in
het Japans is vertaald.
De buitenwacht kent Hans Bloemendal
vooral ook als opper-voorzanger (chaz-
zanj van de Nederlands Israëlitische
hoofdsynagoge te Amsterdam. Zijn hel
dere stem is vastgelegd op vele platen,
en sinds kort ook op compact disk.
Daarnaast schrijft hij ook af en toe
kinderverhalen. En hij schildert.
„Dit wordt toch geen necrologie?" in
formeert Bloemendal voorzichtig aan
het begin van het gesprek. Nee, met de
man die van geen ophouden wil weten,
gaat het gesprek over zijn wetenschap
pelijke oogappel.
Door Kees Buijs
Niet alleen bevat de ooglens bijzonder veel speciale,
lichtdoorlatende eiwitten (ze maken negentig procent
uit van het 'droge' gewicht van de lens); de cellen
waaruit de lens is opgebouwd, sterven niet af. Dit
laatste komt bij geen enkel ander orgaan voor.
Andere cellen in ons lichaam
delen zich voortdurend, en
sterven tenslotte af. Bloedcel
len leven nog vrij lang: 120
dagen. Maar de oudste cellen
in onze ooglens stammen van
vóór onze geboorte, en ze gaan
pas dood wanneer wij dood
gaan.
Wel komen er steeds
nieuwe ooglenscellen bij
lange vezelcellen, die over de
oudere heen groeien en deze
naar binnen drukken. Tot je
vijfentwintigste jaar groeit de
lens, daarna wordt hij steeds
compacter en harder. De oog-
-i lens die we als embryo had-
- den, blijft de rest van ons la-
si ven als een steeds meer sa
mengeperst bolletj e in de kern
van de lens zitten.
„Net als bij de schillen van
i een ui kun je een ooglens laag
-uvoor laag pellen", zegt prof.
-ödr. Hans Bloemendal. „Dat
qi maakt de ooglens uniek voor
het bestuderen van de groei,
de differentiatie en de verou
dering van cellen."
-r In andere cellen in ons li-
1- chaam worden eiwitten
voortdurend afgebroken en
-i weer aangemaakt; in ooglens
cellen niet. Wel worden na
i; verloop van tijd bepaalde
stukjes van de eiwitten in de
vezelcellen afgesplitst. Er tre
den breuken op: niet wille-
v keurig, maar op vaste plaat
sen. En de eiwitten worden
letterlijk zuurder. De lens
verzuurt, de mens misschien
ook.
„Als je ziet dat bepaalde
stukjes van de eiwitten wor
den afgesplitst", zegt Bloe
mendal, „kun je er zeker van
zijn dat dit in andere cellen
ook gebeurt."
Door de verbrokkeling en
verzuring kan de ooglens
minder doorzichtig worden.
In extreme gevallen gaan de
eiwitten het uiterlijk aanne
men van een gekookt eitje.
Die vertroebeling noemen we
staar. Staar kan ook veroor
zaakt worden door voeding
met bepaalde suikers, door
gifstoffen als naftaleen, en
door röntgenstraling. „Maar
wat er precies na röntgen
straling in de ooglens gebeurt,
weten we nog niet. Het duurt
trouwens maanden voordat
het verschijnsel optreedt."
Een groot deel van zijn onder-
zoeksleven besteedde Bloe
mendal aan ooglenzen. Toen
hij in 1954 begon als assistent
bij het Anatomisch Laborato
rium in Amsterdam, dacht hij
dat de ooglens alleen maar vol
eiwit zat. Het bleek ingewik
kelder. De lens bevat langge
rekte vezelcellen, die op hun
beurt vol eiwit zitten, maar
niet uitsluitend eiwit.
Aanvankelijk was hij al
leen geïnteresseerd in eiwit
ten die oplosten in water:
eiwitten met de verzamel
naam crystallines. Die komen
vrijwel uitsluitend in de oog
lens voor, en zijn door hun op
losbaarheid gemakkelijk te
onderzoeken.
De niet-oplosbare eiwitten
-die het geraamte binnen de
cel en de celwanden vormen-
werden weggegooid. Pas veel
later, toen Bloemendal na een
onderzoeksbaan bij het Ne
derlands Kanker Instituut
hoogleraar biochemie aan de
Nijmeegse universiteit was
geworden, ging hij zich ook
interesseren voor de bouw
stoffen van het celgeraamte.
Dit zogeheten cytoskelet
speelt een rol bij allerlei cel-
Lensvezels in
dwarsdoorsnede
Prof. dr. Hans Bloemendal.
processen, en het houdt de
ïens flexibei, waardoor hij
platter en boller kan worden;
accomoderen heet dat.
Karrevrachten ogen zijn voor
Bloemendals onderzoek van
het slachthuis naar de univer
siteit gebracht; vooral van
kalveren. Werkstudenten
knipten er de lenzen uit, tegen
een aantrekkelijk stukloon.
De lenzen gingen vervolgens
een oplosvloeistof of een
kweekvloeistof in. Breng je
een ooglens namelijk in een
geschikte kweekvloeistof, dan
gaat hij vrolijk door met al-
- FOTO THEO VAN ZWAM
lerlei biochemische processen.
Van 1966 tot 1977 verbruikte
hij een miljoen lenzen uit
kalfsogen. „Dat was in de
rijke tijd van de universiteit",
zegt Bloemendal. „Vaak wa
ren het wel tweeduizend len
zen per week. Wilde je een
klein beetje boodschapper-
RNA isoleren om erfelijke in
formatie in handen te krijgen,
dan had je al gauw honderd
tot tweehonderd lenzen no
dig." Tegenwoordig zijn de
methoden verfijnder, dus kan
het onderzoek met minder
ogen toe.
Voor het vergelijkend on
derzoek werkt de biochemicus
ook met ooglenzen van konij
nen en andere zoogdieren, en
Celhechtingsnaad op
voorste lensoppervlak
soms van mensen, die him
ogen na hun overlijden aan de
wetenschap afstaan.
De bijzondere eiwitten in de
ooglens verdeelt men in groe
pen. Zoogdieren, en dus ook
mensen, hebben globaal drie
verschillende groepen
crystallines. Op hun beurt
zijn crystallines opgebouwd
uit ongeveer twintig verschil
lende soorten kleinere eenhe
den.
Wat doen die eiwitten pre
cies in de ooglens?
Bloemendal: „Ze bouwen
de lens op. Ze zorgen ervoor
dat het licht in de lens breekt.
Door hun bijzondere eigen
schappen laten ze licht door.
Verder weten we er eigenlijk
nog niets over."
Met behulp van DNA-on-
derzoek hebben wetenschap
pers ook de genen achterhaald
die de informatie bevatten
voor de eiwitten die het skelet
vormen van cellen, dus ook
van ooglenscellen. „Nu de
verantwoordelijke genen zijn
geïsoleerd, maken we allerlei
constructen. We koppelen een
fragment van een bepaald gen
aan een stuk van een ander
gen, en kijken dan of het nog
een skelet kan vormen. We
willen weten hoe die verschil
lende taken worden geregeld.
Dat is het eigenlijke oogmerk
van het onderzoek."
Het ooglensonderzoek heeft
de laatste jaren enkele ver
rassingen opgeleverd, die men
overigens niet kan verklaren.
Zo bleek, dat een bepaalde
groep crystallines sterk ver
want is met eiwitten die een
lichaamscel gaat maken bij
'groot alarm'. Loopt de tempe
ratuur in een cel op tot 42 a 43
graden, dan gaat hij zogehe
ten 'heat shock' eiwitten aan
maken. „Waardoor lijken die
eiwitten zo sterk op crystalli
nes? We weten het niet. Er is
iets in de evolutie gebeurd,
maar wat, en waarom?"
Verder is gebleken dat be
paalde crystallines gelijk zijn
aan bepaalde enzymen. Enzy
men zijn katalysatoren in cel
len -ze versnellen reacties-
en komen er in heel kleine
hoeveelheden in voor. Maar
hoe komt het dat de identieke
crystallines in zulke krank
zinnige hoeveelheden in de
ooglens zitten?
„Ik kan me nauwelijks
voorstellen dat die crystalli
nes in het oog een enzymfunc
tie vervullen. Misschien zijn
ze in de lens gerecruteerd om
dat die een stabiele structuur
nodig heeft." Alweer zo'n on
beantwoorde vraag.
„Je kunt je afvragen
waarom bijvoorbeeld een
hartcel geen crystalline
maakt", zegt Bloemendal met
twinkelende ogen. „Wel, pas
heeft men ontdekt dat de
hartcel óók een crystalline
vormt. Daar kijk je van op.
Maar een verklaring hebben
we nog niet."
Jaren geleden heeft de Nij
meegse hoogleraar eens ge
klaagd dat er zo weinig on
derzoek aan ooglenzen ge
beurde. Maar tegenwoordig
zijn er zeer veel wetenschap
pers mee bezig, niet sterke on
derzoeksgroepen in de Ver
enigde Staten en Japan. Ook
ons land -en met name de
Katholieke Universiteit Nij
megen- heeft een sterke on
derzoeksgroep.
„Het is bijna altijd werk in
teamverband", benadrukt
Bloemendal, die in elk geval
zijn mede-onderzoeker dr. W.
de Jong en zijn collega-hoog
leraren en vroegere mede
werkers Hoenders en Schoen
makers wil noemen.
Lenskapsel
Delende cellen
Embryonale lens
In lengte aangesneden lensvezels
Naad op achterste lensoppervlak
Driedimensionale tekening van een aangesneden lens van een volwassene.
glasachtig
lichaam
Schematische voorstelling van het oog.
Door Carl Hartman, Associated Press
uitsluitend te verlopen via in-
frasone geluidssignalen. Maar
olifanten zijn de eerste land
dieren waarbij dat vermogen
wordt waargenomen.
„Deze communicatie kan
mede verklaren hoe olifanten
hun sociale groep over lange
afstanden organiseren", aldus
Payne in een resumé van haar
onderzoek. Ze heeft een tiental
verschillende geluiden in kaart
gebracht, zoals de begroeting
van een groep vrouwtjes die
een stier tegenkomen. „De stie
ren kunnen elkaar zaken mee
delen als 'Dat is het groepje
van Caroline daar' of 'In die
richting is een grote agressieve
stier'," zegt zij. „Het is eenvou
dige begripscommunicatie, niet
een echte taal".
Andere herkenbare geluiden
worden geproduceerd door ba-
Mkar de meeste geluiden die zij
produceren kunnen alleen door
soortgenoten worden waarge
nomen, omdat zij te laag zijn
om door het menselijke oor te
worden gehoord. „Maar als je
di£ht genoeg bij de olifant
kómt kun je de geluidstrillin-
geh voelen", zegt de mede
werkster van de Amerikaanse
Cdrnell Universiteit wier on
derzoek financieel wordt ge
steund door het Wereld Na-
tujorfonds. „Het lijkt op donder
of: alsof je in de kerk bij de
laagste pijp van het orgel zit".
Van duiven en parelhoenders is
bekend dat zij dergelijke 'on
dertonen' kunnen horen. Het
Aziatische auerhoen produ
ceert er zelf enkele en de com
municatie van walvissen lijkt
Andere herkenbare geluiden worden geproduceerd door baby-olifanten en hun moeders.
Er zijn aanwijzingen dat een kalf en een koe elkaar mede door hun geluiden kunnen her
kennen. - FOTO EO
by-olifanten en hun moeders.
Er zijn aanwijzingen dat een
kalf en een koe elkaar mede
door hun geluiden kunnen her
kennen.
Aan de bovenkant van de slurf
tussen de ogen ligt een dikke
huidplooi die duidelijk waar
neembaar begint te trillen
wanneer een geluid wordt ge
produceerd. Om het effect van
de geluidscommunicatie te tes
ten werd de roep van een toch
tige koe op de band opgenomen
en later voor een groep stieren
afgedraaid. Eenvoudig was dat
overigens niet, want een
vrouwtjesolifant is gemiddeld
maar een keer in de vier jaar
loops.
In een speciaal gebouwde to
ren lieten leden van haar team
via een verborgen luidspreker
de geluiden van het loopse
vrouwtje horen aan twee jonge
stieren die bij een drenkplaats
verschenen. Toen zij de gelui
den opvingen, staakten zij on
middellijk hun spel en bleven
volledig stil staan, iets wat oli
fanten zelden doen. Ze zetten
hun grote oren uit, draaiden
zich om en begaven zich in de
richting van het geluid.
„De jongens bij de luidspre
kers deden een schietgebedje",
vertelt Payne. „De stieren
kwamen dicht in de buurt,
maar zij liepen gelukkig verder
in dezelfde richting, ik weet
niet hoever. Als zij werkelijk
een vrouwtje hadden aange
troffen, waren de twee stieren
waarschijnlijk met elkaar in
gevecht gegaan".
NIEUWSFEITEN
De Neanderthalers hadden opvallend grote neuzen, vergeleken
met zowel de oudere voorlopers van de mens als met de huidig,
mens. Men wist dat ze groot van stuk waren en brede hoofde,
hadden. Maar wat hun neus voorstelde, was tot voor kort onbe!
kend. Aan (stukken) schedels zitten nu eenmaal geen neuzen
maar hooguit gaten.
Twee Amerikaanse speurneuzen van de universiteit van
Nieuw Mexico gingen botten bekijken van Neanderthalers uit
Noord- en Zuid-Europa en het oostelijke Middellandse Zeege.
bied. Deze voorloper van de mens leefde er omtrent vijftigdui-
zend jaar geleden. Gelet op de bouw van de schedel ziet het ei
naar uit, dat de Neanderthaler een grote vooruitstekende en
brede neus had, waar heel wat lucht doorheen kon tijdens het
in- en uitademen. Dit gold zowel voor de koude als de warme
streken.
Volgens de onderzoekers Franciscus en Trinkaus pasten de
Neanderthalers zich dankzij hun omvangrijke neus aan de
koude en warme omstandigheden aan. Bij warmte en inspan,
ning gaven hun neusholtes voldoende warmte af aan de bui.
tenlucht, en bij kou hield de neus juist vocht en warmte vast.
De bliksem zou wel eens de oorzaak kunnen zijn van de helft
van alle stikstofverbindingen in de atmosfeer. Dit is vijf maai
zoveel als totnutoe werd aangenomen, aldus twee scheikundig
onderzoekers van het Instituut voor mijnbouw en technologie
in Socorro in de Amerikaanse staat Nieuw Mexico.
Zure regen bestaat doorgaans uit een coctail van schadelijke
scheikundige verbindingen. Belangrijke boosdoeners zijn de
verbindingen van stikstof en zuurstof, de zogeheten stikstofo.
xyden. De mens brengt die in de atmosfeer via onder meer het
verkeer, verbrandingsinstallaties en (kunst)mest. Ze ontstaan
ook bij bliksemflitsen.
Totnutoe nam men aan dat bliksems j aarlij ks zorgen voor tii
procent van de totale hopeveelheid stikstofverbindingen in de
lucht. Uit zichzelf reageren stikstofmoleculen niet met zuui-
stof moleculen, maar wel als ze een handje worden geholpen
door bijvoorbeeld elektrische ontladingen. Over de hele wereld
hebben elke seconde gemiddeld honderd bliksemontladingeii
plaats. Volgens berekeningen van de onderzoekers nemen
natuurverschijnselen de helft van alle stikstofverbindingen
voor hun rekening. De rol van de mens als stikstof producent ii
volgens hen zwaar overschat. Wat niet wil zeggen, dat wij dus
maar gewoon kunnen doorgaan met het vervuilen van dt
lucht.
Lasers helpen bij de inspectie van onderdelen in de lucht- er.
ruimtevaartindustrie. Dat gaat sneller, en bovendien is er min
der kans op verontreiniging, omdat het onderdeel niet meet
hoeft te worden aangeraakt.
Lockheed in de Verenigde Staten gebruikt een zogeheten lasei
holografische interferometer om een hologram -een driedi
mensionale afbeelding - te maken van de te testen constructie
Vervolgens stelt men het onderdeel bloot aan een hitteschok
Het hologram, geprojecteerd op een videoscherm, laat zwakke
plekken in het materiaal zien, zoals loslatende lagen en fouten
in lijm verbindingen. Zo kan men zelfs onderdelen van bijna
tien meter lang inspecteren.
pR] STEM GIDS 2
Clske
20.30 I oe Rat
Ook van Guido Pieters suc
cesvolle speelfilm 'Ciske de
gat' niet Danny de Munk
fferd een tv-bewerking ge
maakt. De KRO zendt de
versie in twee afleveringen
ajt. Vanavond in het eerste
deel maakt de kijker kennis
met de U-jarige Ciske Vrij-
moetb. In de jaren dertig
groeit hij onder armoedige
omstandigheden op. Hij
woont met zijn moeder, zijn
tante en zijn broertje en
misje in een van de Amster
damse volksbuurten. Vader
Vrijmoeth vaart en zit
meestal op zee, maar hij is
wel de enige met wie Ciske
overweg kan.
Eind goed,
al goed
Als nachtfilm brengt de EO
opnieuw de tv-film 'Eind
goed, al goed'. Dit drama ver
telt het relaas van vier kin
deren, die na het overlijden
van hun moeder alleen ko
men te staan. De rechtbank
wijst de kinderen aan een
oom en tante toe, maar de
oudste, de 18-jarige Jimmy,
wil zelf voor zijn broertje en
zusjes zorgen. Hij moet ech
ter eerst bewijzen, dat hij
daartoe in staat is.
Leerlingen die gebruik maken van het nieuwe lesprogrammi werken, die te horen zal zijn
'wiskunde voor iedereen' boeken betere leerresultaten
leerlingen die werken volgens traditionele wiskundeprogram-
ma's. 'Wiskunde voor iedereen' heeft ook een gunstige invloed
op de houding van leerlingen ten opzichte van de leerkracht er.
het vak wiskunde.
Dit blijkt uit onderzoek van de vakgroep onderwijskunde aai .f7' JP Deela 8ff>racnt.
de Rijksuniversiteit Utrecht, in opdracht van het Instituut «nsluitend aan dit pro
voor Qpderzoek Opderwijs. M^e'^r w^n ot
Vest, dat Ravel in 1924
ihreef.
20.30
Ravel
De Franse componist Ravel
sou nooit zo bekend zijn ge
weest als hij de Bolero niet
bad geschreven. Zelf ge
loofde hij niet in het werk.
Bij meende dat het geen lang
leven beschoren zou zijn.
Vanavond brengt de NOS
een speciaal Ravel-program-
ma, dat de kijker 'dichter bij
bet moeilijk grijpbare leven
van de componist' wil bren
gen. De Bolero is een van de
onder leiding van de compo
nist zelf. Met een mozaïek
van vertolkingen, getuige-
en filmdocumenten
wordt het leven van Ravel
Door Laur Crouzen
lit 'Der Al te' presenteert het
®F vanavond de aflevering
Darwin heeft de natuur en zijn lezers gevangen in een ma grief van een dode' Op een
gische cirkel. Zijn in 1859 gepubliceerde werk 'Origintvond arriveert Eckard Ma-
Species' oftewel 'De oorsprong der Soorten', waarin de evo |uhn, secretaris van bestsel-
lutie van leven op onze aardbol voor het eerst samenhan
gend wordt beschreven, staat vol betoverende wetenschap
20.15
Der Alte
Dat is het antwoord van de
Utrechtse universitietstheologe
Ilse Bulhof op de vraag,
waarom de evolutie-stelling
van Charles Darwin zo'n ge
weldige ontvangst heeft gekre
gen. En nog steeds beschouwd
wordt als een van de grootste
prestaties van de wetenschap,
zowel door hoogleraar als door
de leek.
„Darwins Origin of Species,
betoverende wetenschap" is
dan ook de titel van het bij
Ambo verschenen boek, waarin
Bulhof haar persoonlijke ken
nismaking met de Britse na
tuurvorser beschrijft en ont
leedt. Na bijna 130 jaar neemt
iemand nog de moeite om een
wetenschappelijk boek hoofd
stuk voor hoofdstuk door te ne
men en er zelf weer een boek
over te schrijven. Van hoeveel
negentiende-eeuwse werken
kan dat gezegd worden?
Maar Darwins start was dan
ook veelbelovend, ook al had
hij nog zoveel aarzelingen over
publicatie van zijn tekst. In
nauwelijks een dag waren de
eerste 1250 exemplaren van de
eerste druk van het boek begin
november 1859 uitverkocht.
Hoe is dat toch mogelijk ge
weest, vraagt Bulhof zich af.
Of het idee van de evolutie
echt brandnieuw was in die
tijd, betwijfelt de schrijfster.
Zij geeft een buitengemeen in
teressant overzicht van het
denken over schepping, het
ontstaan van dieren en planten
en van de aardgeschiedenis in
het Nederland rond 1850.
Vooral de inaugurele rede van
de Utrechtse hoogleraar F.C.
Donders in het politieke revo
lutie-jaar 1848 laat zien dat
Darwin lang niet als enige met
de natuur worstelde.
Iedere diersoort wordt ver
anderd door de permanente
condities waaronder het leeft,
bracht Donders in zijn rede
naar voren. Een duidelijker
vooruitlopen op Darwins
ideeën van natuurlijke selectie
is niet mogelijk. Ook andere
Nederlandse wetenschappers
waren intussen ervan over
tuigd, dat de aarde ouder moet
zijn dan de 4000 jaar, die men
er-auteur Heinrich Schil
ing, op de camping waar hij
ijn caravan heeft staan.
uit de Bijbel meende te moeta lort daarop volgt een explo-
afleiden. Zelfs mensen
Abraham Kuyper aanvaardi
de evolutie-gedachte als hypo
these, een nog te bewijzen vei',
onderstelling.
Voor Bulhof staat vast, dl
Darwins succes niet alleen
zijn kwaliteiten als wel
schapper te danken is gew<
Hij was tegelijkertijd ook
rair zeer begaafd, zo blijkt ii|
zijn taalgebruik in de 'Origin-
Darwin gebruikt schittert
vergelijkingen, zoals die van
boom van het leven met
groene twijgen als de huidii
levensvormen en de dode en ali
gebroken takken als de fossi
len. Darwin begint zijn bel
ook met te vertellen over duij
venmelkers, dierenfokkers
plantenkwekers. Een wei
van duivenpieten en hondenj
liefhebbers die iedereen zee:
bekend was. Van de selecte
rende mens komt hij op de se|
lecterende natuur.
Bulhof vraagt zich af
mooie stijlfiguren, literair taalt
gebruik en toegankelijkhi
ook iets toevoegt aan de wet
schap. Of dat alleen strei
harde teksten vol formules
met ingewikkelde definities
wetenschap verder hel]
Haar antwoord op die vrai
gaat ondermeer over waf kli
sieke en middeleeuwse fik
fen achter woorden zochten
is minder goed te volgen
Darwins populaire boek.
Bulhofs beschouwing is
de ontleding van Darwins
en lezersvriendelijkheid
treft een grote uitnodiging
de oorspronkelijke tekst in
duiken. Omdat Darwin
helder schreef, is dat wat
betreft geen probleem. V<
wie Engels leest zijn er
kope uitgaven in de Pengui»
reeks of de Everyman's Libra
ry. Afgezien van een bewer
king van Richard Leaky zijn6
in het Nederlandse taalgebif
recent geen echte Darwin-vej
talingen meer verschenen.
dat is jammer.
Ilse N. Bulhof, „Darwins
gin of Species: betoverende
tenschap", Uitgeverij Am'
Baarn, f 39,50.
de. Aanvankelijk denkt men
ian een ongeval, maar reeds
n de vroege morgenuurtjes
larmeert een brand-expert
ommissaris Kress en zijn
tollega's.