OOSTYAARDERSPLASSEN NA TWINTIG JAAR m Ons bizarre bre DE STEM EXTRA DINSDAG 14 JUN11988 j| DE STEM WETENSCHAP ZUIDERZEE WERKEN „Mensen moeten er maar aan wennen, dat er af en toe een geraamte in het grasland of het riet ligt. Dat is ook natuur. En het heeft nog een functie ook, want de huid van een Heek-rund blijft vrij lang intact en als een zak om de botten zitten. Wilde bijen hadden in de ribbenkast een nest ge bouwd." Bioloog en ambtenaar van het Ministerie van Landbouw Frans Vera loopt langs een brede sloot in Nederlands nieuwste en spontaanste natuurgebied, de Oost- vaardersplassen. Achter de dijk tussen Lelystad en Almere. Een zware hoosbui heeft het wei land doornat gemaakt, inclusief een dertigtal donkerbruine runderen met forse, omhoogge- kromde horens in het ge zelschap van beige kalf jes. Ingrijpen Reguleren N atuurboulevard jjET engelse meisje jane Goodall mocht be gin jaren zestig naar de chimpansees in Tanza nia gaan kijken. Meer dan twintig jaar is ze nu te vinden in het Gombe Stream-reser- vaat. Dian Fossey deed in de bergen op de grens tussen Zaïre en Ruanda de gorilla's, totdat ze in december 1985 door stropers werd vermoord. Biruté Gal- dikas uit Canada mocht in 1970 met de orang oetans op Borneo be ginnen. Meervoudig -Waddenzee: Fluessen- WIERINGEN; SUAer- '■■meer? :Stavoren' 'Wieringerwert- lemmer WIERINGERMEER==Z (1927-1930) \isse\meeT z=:NOORDOOSTPOLDER (1937-1^42) 48.000 ha Emmeloord)\ «öEnkhuizen: SCHOK- JJ LAND •y.e\eVmeet- 'Kampen rMARKERWAARD Lelystad /OOSTELIJK FLEVOLAND A (1950-1^57) J3 54.000 ha Purmerend ïVolendam: LMARKEP ^p^ZUIDELIJK FLEVOLAND Almerey7959 '968' V v 43.000 ha Zeewolde^ ©Amsterdam: :>v$Harderwijk' Huizen' Bussum 'Spakenburg Dieren en pompen sturen de natuur Drs. Frans Vera licht zijn boek toe. Door Laur Crouzen „Dat zijn nu de Heckrunde- ren. Ze zijn niet echt wild, ze lijken wel veel op het in de zeventiende eeuw uitge storven Europese oerrund. Deze dieren zijn het resul taat van een fokprogramma van twee zonen van een Berlijnse dierentuindirec teur, die in de twintiger ja ren uit primitieve rassen het oerrund wilden terug- fokken. Dat gaat dus niet, maar wild wil in elk geval niet zeggen, dat de dieren je aanvliegen of wegjagen. Zelfs de stieren doen dat niet. Wild wil zeggen, dat ze in dit gebied zichzelf kun nen redden." De Heckrunderen voegen even later hun optreden bij het woord van Vera, want ze rea geren heel rustig op de door tocht van zo'n twintig intensief kijkende en fotgraferende mensen. Dan buigt de wande ling linksaf, over een smal loopplankje een aanpalend weiland in. In de verte hinni ken de Konikpaardjes. Iets 'wilder' dan de Heek-koeien en -stieren, want ze stammen rechtstreeks af van de Poolse wilde Tarpan-paarden, die de negentiende eeuw nog een zes tigtal jaren mochten meema ken. Een jonge merrie laat on middellijk zien hoe mak ze wild kan zijn en komt uitge breid lucht nemen door uitge stoken handen te besnuffelen. Deze korte ervaringen doen onmiddellijk de vraag rijzen: hoe natuurlijk is het natuurge bied 'Oostvaardersplassen' eigenlijk? Hoe natuurlijk is wat de mens daar doet? De plassen - 3600 voetbalvel den open, ondiep water en moeras, beteugeld door een ka de, en nog eens 2000 hectare droog gras en rietland zijn te, danken aan een slordigheidje' van de beroemdste polderma kers ter wereld. Aan de afwa tering van wat als industrie gebied gepland was in de nieuwe polder, werd eind zesti ger jaren te weinig aandacht besteed. Bij het droogvallen van Zuidelijk Flevoland in 1968 bleef het laagste deel binnen de dijk onder water staan. „Kan nog wel effe, zo hoor" dachten de droogmalers en terrein-uit gevers, omdat de industriëlen niet stonden te trappelen om in de modder te duiken. In dat on bewaakte moment van mense lijke onverschilligheid sloeg de natuur keihard toe. Eerst ontplofte langs het open water de rietzaad-bom- men, die vanuit vliegtuigjes ge dropt werden. Vervolgens mar cheerde de moerasandijvie en boterbloem in rotten van veel meer dan drie de mislukte pol der in. Toen kwamen de mui zen in allerlei soorten. De gan zen, oeverlopers, de steltlopers als reigers, lepelaars, de hazen, aalscholvers en allerhande zin gend en piepend kleingoed. Roofvogels als de kiekendief in drie kleuren, de sperwer, de havik, de buizerd en zelfs de zee-arend zweven er nu - twin tig jaar na datum - boven de wateren en de ruigten. De riet orchissen staan als leden van de hoogst-ontwikkelde plan- tenfamilie aan de dijk te drin gen om een plekje. Wat er in de Oostvaarders plassen is gebeurd, omdat de mens er niet zoveel in zag, lijkt een beetje op het scheppings verhaal. Met dat verschil, dat er geen echte wonderen zijn ge beurd, maar de overal in West- Europa in de knel zittende na tuur met kracht een stuk rest- land opgeëist heeft. En met zo veel kracht, dat de dwars door het gebied geplande spoorlijn is kromgetrokken, in een bad kuip-lijn keurig om de natuur heen. En dat alle plannenma kers voor landbouw en indu strie hun kop niet meer uit ambtelijke laden durfden te steken. De Minister van Land bouw brengt op 28 oktober 1986 het hele gebied zelfs onder de Natuurbeschermingswet en verheft het daarmee tot Staats- natuurmonument. Bioloog Frans Vera doet meer dan met belangstellenden door weilanden soppen. Hij schreef het boek „De Oostvaar dersplassen, van spontane na- tuuruitbarsting tot gerichte natuurontwikkeling." Een ge combineerd initiatief van het Instituut voor Natuurbescher mingseducatie en het Maand blad 'Grasduinen'. De Heek-kudde in het droge deel van de Oostvaardersplassen met op de voorgrond de leidende koe. Plassenbeheerder Victor Wigbeis: .wij sturen, maar»j op afstand Het boek komt op een omslag punt. De vogels, insecten, vis sen, en kleine knaagdieren zijn opgevolgd door de mens, on dersoort natuurbeheerder, met in zijn kielzog de 'wilde' paar den en runderen. Natuurlijk zijn de Oostvaardersplassen niet puur natuur, schrijft Vera ergens in zijn boek. Een nuance in zijn 'evolutie-verhaal', waarin op meeslepende manier de verovering van moeras en polder door de natuur is be schreven. Maar een belangrij ke, want na 20 jaar bijna niets doen wil de mens de plassen en het omringend gebied zo in richten, dat er zich zoveel mo gelijk verschillende soorten en planten handhaven kunnen. En dat betekent toch ingrijpen, re gelen. „Dat klopt, zegt Vincent Wigbeis van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, „maar wel op afstand, via de grauwe gans, de Heckrunde ren, de Konik-paarden en de waterstand in het gebied bin nen de kade." Wigbeis mag met genoemde instrumenten God spelen in de Oostvaardersplas sen maar wel in overleg met de biologen van de eigen dienst en van de Rijksuniversiteit van Groningen. De grauwe ganzen komen bij tienduizenden hun slagpennen verliezen tussen Lelystad en Almere. Ze ver stoppen zich daarom tussen het riet, omdat ze in mei en juni niet kunnen vliegen. Daarbij vreten ze wel enorme hoeveel heden riet op en houden zo het moeras en het open water in stand. De paarden en runderen hebben ook een maai-functie, maar dan vooral voor het gras op het droge terrein, waardoor sneller interessantere, mooier bloeiende planten een plekje kunnen vinden. Veel jong gras steekt ook de kop op en daar profiteren de ganzen weer van, als ze uitge- ruid zijn. Een vierde instru ment zijn de pompen, die de waterstand reguleren. In 1975 heeft men kunstmatig de wa terstand verhoogd: veel plan ten verdwenen, wat kiekendie ven, baardmannetjes en win tertalingen niet zo leuk vonden. Daarom heeft men sinds kort een soort dam dwars door het natte gebied gelegd en in het westelijke deel van de plassen het water weer laten zakken. Dat deel van de plassen is zo goed als drooggelegd en ziet er uit als een bedrieglijk zand strand. Het is in feite een zom pige modderbak. Vera verdedigt die ingrepen- op-afstand in zijn boek, omdat beheerders van alle natuurge bieden in Nederland daarvan kunnen leren. Ook de mensen, die plannen voor de Veluwe maken, voor het Meinwegge- bied bij Roermond, voor de Grevelingen. Nuttig lesmate riaal is het ook voor het tijd stip, waarop de functie van de Limburgse Maasplassen mis schien van zelf wat meer van recreatie naar natuurgebied verschuift. Vera ziet de plassen ook als reserve-gebied, van- waaruit de versnipperde na- tuur-postzegels in de rest van Nederland opnieuw bevolkt kunnen worden vooral met vo gels. Hij geeft indrukwekkende voorbeelden over het broeden van zeldzame vogels tot in Zweden, Noorwegen en Dene marken toe. Vera ziet ook plek voor honderd elanden in het plassengebied en voor enkele honderden edelherten. Reeën komen er vanzelf wel. Voor wilde zwijnen, die Vera een kruising tussen een ploeg en een bulldozer noemt, ziet hij ook een toekomst. Evenals voor bevers, visotters en dassen. Vera legt zich erbij neer, dat in Nederland grotere roofdieren als beren, lynxen 'en wolven onbespreekbaar zijn. Voor grote buffels als de wisent is de bodem te drassig: het dier zou wegzakken en omkomen. Als je niets doet in het plas sengebied, is het stukje polder snel verland en bereikt het zijn hoogtepunt in een eentonig bos. Dat staat zo vast als een huis. Daarom Heckrunderen en Koniks en ganzen. Die zijn al tijd nog natuurlijker dan naar de grenzen van het gebied op rukkende tuinders, die in Am sterdam wegmoesten vanwege de bouw van het Olympische dorp. Beter dan ambtenaren van Landbouw en Visserij, die misschien in 1995 het beheer van Wigbeis en zijn collega's gaan overnemen, als de Ver eniging tot behoud van Na tuurmonumenten het niet mag doen. En nog altijd minder bang dan waterschapsbestuur ders, die de kaden in het gebied officieel willen gaan bewaken met zeggenschap over de wa terstanden, omdat ze een over stroming vrezen. Het publiek kan maar in be perkte mate genieten van de gestuurde natuur. Tot novem ber zijn alle excursies in gebied - twee per dag, maj maal 50 personen - helen»! volgeboekt. Wel is het mogelij vanaf de Knardijk bij LelysJ de vele soorten vogels te bei ken en een observatie-hut' bezoeken, overigens zonder] runderen en paarden te Binnenkort komen er in westen en het zuiden van'1 gebied nog twee vrij toeganj lijke observatie-punten Naar schatting 30.000 mensj per jaar bezoeken de Knar®! die in de volksmond al de tuurboulevard' heet. Daar"' de ANWB ook een graantje" meepikken tot woede vaflj Vogelbescherming. De dot' pende Knardijk mag niet in toeristische autoroute van ANWB. Genieten van de' tuur moet eindelijk ook zonder het geronk van keren auto's kunnen. De plassen f nog niet helemaal veilig. Drs. Frans Vera, „De Oostv' derspiassen", uitgave IVN/Cj duinen, f 44,50. Een nieuwsgierige Konik-.meme. v. vollenhove Door Laur Crouzen De grote man achter deze drie vrouwen was de oude Louis Leakey, vader van Richard, die geheel in fa milie-traditie faam ver wierf met het zoeken en vinden van onze fossiele, aapmens-achtige voorou ders. Louis Leakey wilde via studie en observatie van moderne mensapen meer over de oeroude aap mensen te weten komen. Jan Goodall schreef over chim pansees als haar vrienden en familie-leden: heel emotioneel en betrokken. Dian Fossey ver dedigde haar berggorilla's te vuur en te zwaard tegen de hebzucht en jachtlust van stro pers. Biruté Galdikas zegt - in het juni-nummer van het maandblad 'Grasduinen' - dat orang oetans kluizenaars zijn en alleen maar talen naar eten en sex. In dit rijtje van beroemde ape-kijksters past ook een Ne derlandse man met een heel andere stijl: Herman Rjjksen. •Hij promoveerde in 1980 aan de Landbouw-universiteit van Wageningen op een proef schrift over het leven van de laatste orang oetans in het re genwoud van Noord-west-Su- matra. Sinds 1975 heeft hij sa men met zijn vrouw Ans in het Gunung Leuser-reservaat de Orangs bekeken. Rijksens me- ning over de orang oetan en de mensaap in het algemeen voegt heel wat nuances toe aan de totnutoe gepubliceerde bevin- I dingen. voor eei Dat blijkt uit het bij de gaan. Maastrichtse uitgeverij Natuur Maar en Techniek verschenen boek een teg( 'Orang Oetans, de laatste bos- sey en mensen'. Dat is een door Conny tematisi I Sykora omgewerkte versie van Rijksen Rijksen proefschrift, rijkelijk zame voorzien met prachtige jungle- oetans. foto's en mensaap-portretten, leiding Iedere promovendus zou ver- het dier plicht moeten worden zo met schrijft zijn wetenschappelijk werk dierenle' De Door Kees Buijs Ons brein is een onoverzichtelijk, en niet erg deugdelijk apparaat. Hei de grootste moeite om onze geest ii dwang te houden. Toch hebben de meeste mensen zoveel g verstand, dat de modernste 'zelfden computerprogramma's hiermee verg maar knoeiers zijn. Hoe kan onze geest zo boordevol tekc mingen zitten, zo griezelig gemakkelijk invloeden zijn, en tegelijk zo vindingrijl Waarschij nlijk is de zwakheid van het seiijk brein tevens zijn kracht. Onze gee: kelt van de ene toestand naar de ande onderweg allerlei stukjes uit Daa hebben we soms van die rare, onverwach vallen. Maar vaak kiezen we niet het j stukje geest op het juiste tijdstip. Zo komi van misverstanden en problemen in di reld. Amerikaanse psychologiehoogleraa hert Ornstein schreef er een bijzonder I en aansprekend boek over: Ons meerv ?ein,?en nieuwe kijk op het menselij nrag- Ornstein haalt zijn gegevens en heelden uit het onderzoek naar de bouw werking van onze hersenen, uit de psychi ff ,m).ervaringen met hypnose. Het boel je in een adem uit. ?ffe. Seest is niet één geheel, zoals de g» f iange tijd dachten. Evenmin is de in a ve^"eenheid> waarbij het rationele Imker hersenhelft en het intuïtieve der S werkelijkheid is veel ingewi! die' n Ortistein: onze geest is mee: mrL<TTT lnh°ud van het brein is een me mnn+' bfmn bestaat uit afzonderlijke onnfn.' met hun eisen doel, maar m« lit>Jff „aar samenspel. Onze talent-) hersen^cho6 geplooide Sestikte deken var thknten tegei5fcbben 1066308 3' door^ gang. wordt nauwlettend bev simn«ifn a.ntuig-portier, die een aantal gevr»u vuistregels hanteert. Zo is hij u voo^i vLV00r recente informatie. Ook zen. voorPaginakoppen van de krant

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 24