kan zijn> Terneuzen, de derde havenstad van Nederland, viert 17,18 en 19 juni voor de achtste keer havenfeesten. De kneu terigheid van de beginperiode, waarin «et zoeken was naar de juiste formule, «laakt geleidelijk aan plaats voor een Professionele benadering van Terneu- zens belangrijkste promotiefeest Ech ter, net op het moment dat het bedrijfs- jeven in de Kanaalzone de havenfees- en steeds meer begint te zien als het pddel om zich aan de regio te presen ten, haken de middenstanders van de A*elsestraat af. Zij vinden hun inves tering niet in hun portemonnee terug. „Doodzonde", zegt Pierre Eysackers, coördinator van de feesten die onder de paraplu van de VW Terneuzen zijn opgezet, over die kortzichtigheid. „We waren heel goed op weg. Heel Terneu zen deed mee, en dat missen we nu". Als het aan hem ligt, draaien de haven feesten dit jaar voor de laatste keer met het 'magere' budget van 20.000 gulden. Een andere aanpak en meer financiële steun van gemeente en bedrijven moe ten qyooyjprgen dat de havenfeesten uitgroeien tot een publiekstrekker van nationale allure. „Ik ben ervan over tuigd dat we groter moeten gaan den ken. Anders wordt het een braderie. We doen te weinig met de mogelijkhe den die Terneuzen biedt. Wat is de uit straling van Terneuzen nu als derde havenstad van Nederland naar de an dere gemeenten toe?". Van gemeentezijde wordt momenteel de laatste hand gelegd aan een promo tiebeleid waarin ook de havenfeesten een belangrijke rol spelen. Het uit gangspunt daarbij is om al het geld dat in Terneuzen aan promotie-activiteiten wordt uitgegeven op een hoop te vegen en daar effectiever mee om te springen. „Om versnippering van de daadkracht te voorkomen", zegt wethouder Johan van Rooijen. Over de mogelijk- en on mogelijkheden Terneuzen in promotio nele zin op een hoger plan te tillen gaat deze bijlage. Ideeën daarvoor worden aangedragen door voorziter Johan van Rooijen van de VW Terneuzen, diens opvolger Freek Riem Vis en Pierre Eysackers, coördinator van de feesten. OP NAAR NATIONALE ALLURE

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 15