ZEINA UIT BAYRUT WIL STUDEREN ■DELFT MAAR ZE HEEFT GEEN GELD Banknummer 'Voor Zeina' yy js^ i S x Bergafwaarts Ongerust Kiezen Dromen Gok Hoop 'en teenager in verscheurd Bayrut. Achttien jaar oud, maar het woord vrede kent ze al leen uit verhalen. Een doorzetter. Als de elektriciteituit- valt, studeert ze bij kaarslicht. Ze wil naar de universi teit, maar dat lukt niet. Zeina is de dochter van Els en Najib Mounzer. Els komt uit West-Brabant, Najib is de kapper van de winkelstraat Al Hamra in het hart van Bayrut. Hij is weggeschoten uit zijn zaak, zit zonder werk en woont nu met Els en de kinderen in de heu vels buiten de stad. Zeina is Nederlandse. Ze wil ver der studeren. In Bayrut lukt dat niet, omdat vader Na jib geen partij wil kiezen. Kiezen betekent studiesteun, bescherming, maar ook bedreiging in de politieke slangenkuil die Libanon heet. De Technische Universi teit in Delft biedt Zeina een kans met een voorstudie jaar. Maar die kans kost 15.000 gulden. Najib en Els hebben dat geld niet. In West-Brabant is nu een actie gestart, ondersteund door de gemeente Woensdrecht, de kerken en de familie. 'Voor Zeina' heet die actie, want Zeina komt naar Nederland. £/s en NaJIb Mourner met de kinderen Zelna (uiterst rechts), Fady, Mada en Marwan. Zeina heeft 15 mille In 1973 komt de oliecrisis. Door de daar opvolgende economische recessie neemt de sociale onvrede in het toch al explo sieve Bayrut snel toe. In 1975 komt de uitbarsting. Een aanslag en een eindeloze reeks acties van wraak en weerwraak. In december mengt de PLO zich in de strijd. De burgeroorlog is een feit. Die burgeroorlog laat het gezin van Els en Najib niet onberoerd. De kinde ren kennen de inhoud van het woord vrede alleen uit verhalen. Ze groeien op in een stad waar bomaanslagen, beschie tingen en bombardementen het dagelijks geluidsdecor vormen. In 1977 vlucht Els met haar kinderen naar Nederland. Er is sprake van een noodsituatie. Hun huis in Bayrut wordt leeggeroofd. Najib drijft nog steeds zijn kapperszaak in het centrum. Dikwijls blijft hij er 's nachts, omdat de straatoor log hem ertoe dwingt en om z'n winkel te bewaken. Een jaar lang woont Els in Woens- drecht, niet bij de familie, maar in een huurwoning. En zo bezoeken Zeina en de andere kinderen de plaatselijke Ma- riaschool. Het jaar is een hel voor Els, niet in de eerste plaats omdat het gezin uiteengevallen is, maar vooral omdat ze via de Nederlandse televisie elke dag ge confronteerd wordt met de verschrikke lijke beelden van de burgeroorlog. Als de lucht in Libanon even opklaart, gaat ze terug. Al met al zullen Els, Najib en hun gezin in tien jaar tijd vijf keer verhuizen, steeds gedwongen door het oorlogsgeweld. Met Salon Fares, de kapperszaak aan de winkelstraat Al Hamra gaat het, door de oorlog, bergafwaarts. Najib houdt het lang vol. Elke dag rijdt hij, als de situatie het toelaat, op en neer van zijn huis in de Chamoun-heuvels in het zuid-oosten, naar het centrum van de stad, 20 kilome ter. Soms wordt hij aangehouden door gewapende mannen, soms vallen er gra naten langs de weg. Najib is geen chris- ten en geen moslim. Hij is middenstan der, doet z'n best om afzijdig te blijven. Begin februari 1987 bel ik hem voor een verhaal over Bayrut. Hij zegt dan: „Met de oorlog wil ik me niet bemoeien, maar de oorlog bemoeit zich met mij. Nie mand is veilig, niemand weet waar auto's exploderen en niemand weet wanneer de bommen vallen. De oorlog is overal. Bayrut sterft, arm Bayrut". In die tijd zit Najib vaak lange uren werkloos te wachten. Dan is er geen wa ter en geen elektriciteit. Nu, anderhalf jaar later, is Najib een werkloze kapper. Salon Fares is door het oorlogsgeweld vernield. Zeina, de oudste dochter, heeft onder tussen met goed gevolg de middelbare school doorlopen. Over haar schrijft Els in de brief die via Amerika kwam: „Op de school hier in Bayrut was ze de leer linge met het hoogste aantal punten. Haar studie is nu voor haar het belang rijkste. Ze wil graag doorgaan in de rich ting natuur- en wiskunde. In Bayrut is dat onmogelijk. Toch deed Zeina afgelo pen maand hier een toelatingsexamen aan de Amerikaanse universiteit, maar er zijn 30.000 Libanese leerlingen die pro beren toegelaten te worden. Er is plaats voor 1800. En dan praten we nog niet over oneerlijkheid bij de toelating, de politieke kleur en de godsdienst. Dat speelt allemaal mee". In zijn boerderij bij Woensdrecht voegt broer Ad Zandee daar aan toe: „Daar komt nog bij dat Zeina Neder landse is. De Libanezen gaan voor. Bo vendien, Najib wil zich niet inlaten met al die conflicten, want wie vandaag je vrienden zijn, zijn morgen je vijanden, maar om daar iets te bereiken, moet je wel partij kiezen". Els Zandee heeft gekozen voor Liba non, voor Najib en voor haar kinderen Zeina, Fady, Mada en Marwan. In haar brieven aan de familie in West-Brabant klinkt die keus steeds meer door. Ads vrouw Jenny haalt een doos met lucht postomslagen tevoorschijn: het archief van een gezin en veertien jaar burgeroor log. Schrijven is het enig mogelijke contact tussen Els en haar Nederlandse familie. Alleen, de laatste tijd komen de brieven met steeds grotere tussenpozen. Vijf eer dere brieven van Els zijn nooit in Neder land gearriveerd. De zesde is nu via Pittsburgh gekomen. Het is een roep om hulp van een moedige Nederlandse in een verscheurd land. Jenny, de schoonzus van Els: „Ik maak me ongerust. Els is een vrouw die de schouders er onder zet en Zeina heeft hetzelfde karakter, maar de oorlog raakt hen, komt steeds dichterbij. De strij dende partijen trekken. Ze willen de kin deren als rekruten voor de oorlog. Die oorlog is overal. Vorig jaar is er bij hun in het trapportaal nog een jongetje dood geschoten, gewoon geliquideerd. Els' kinderen stonden er bij, het was hun vriendje. Moet je je voorstellen wat een indruk dat op kinderen maakt". Ze vertelt hoe Els in haar brieven eigenlijk al afscheid heeft genomen van haar familie. Jenny Zandee: „Ze heeft gezegd: als er iets met me gebeurt dan zul je het pas veel later horen". Dat Najib en zijn vrouw zich niet inlaten met lokale politieke en religieuze tegen stellingen, wordt hun in de eigen omge ving niet in dank afgenomen. Immers, Najib is een Libanees, zijn dochter is achttien. Volgens Libanees-islamtische begrippen is dat de huwbare leeftijd. Wat moet zo'n meisje dan studeren, zo wordt geredeneerd. Jenny Zandee: „Zeina moet kiezen: trouwen of studeren. Ze kiest voor het laatste en dat is voor haar omgeving eigenlijk al heel vreemd. Meisjes horen niet te studeren. Zeina kent die opvattin gen, maar ze laat zich zo maar niet af schrikken. Ze wil verder". Jenny vertelt hoe er binnen het gezin van Najib uitgebreid is gesproken over de toekomst van Zeina: „Najib overlegt alles met zijn gezin. Hij is daar heel wes ters in. Met elkaar hebben ze vastgesteld dat er voor Zeina in Libanon geen toe komst is, dus hebben ze besloten om haar te laten gaan". Over de wilskracht van Zeina spreekt Jenny met bewondering: „Toen ze hier in Woensdrecht op school zat, wilde ze al de beste zijn". Ze pakt de brief van Els weer en leest voor: „Zeina is een zelf standig type, een harde werkster. Als ze in Holland kan studeren, dan wil ze overdag werken en 's avonds leren, als ze op die manier haar doel kan bereiken. In Bayrut is die mogelijkheid er niet, in Ne derland misschien wel". En Zeina zelf? In dezelfde brief laat het. meisje weten: „Als ik in Nederland geen kans krijg dan sluit ik me toch bij een politieke partij aan. Als je lid wordt, geeft de politieke partij studiebeurzen om in Rusland te studeren. Je gaat naar Moskou, eerst een jaar om de taal te le ren en daarna de studie. Eten, kleding en verblijf zijn allemaal gratis. Als het moet dan moet het. Ik wil er alles aan doen om m'n dromen waar te laten worden, zelfs al heb ik in de situatie, waarin ik hier in Libanon leef, niet veel mooie dro men. Alles is grijs door de rook van de beschietingen en de bombardementen. Alles is grijs, zelfs onze dromen". Met de laatste brief van Els zijn Ad en Jenny en Ads broer Kees met zijn vrouw aan net werk gegaan; informeren bij Ne derlandse onderwijs-instanties. Jenny: „Zeina wil wis- en natuurkunde doen. Ze spreekt drie talen: Engels, Frans en Ara bisch. De Technische Universiteit in Delft wil haar een kans geven, maar dan moet ze eerst een overbruggingsjaar doen om goed Nederlands te leren en om een introductie in leerstof te krijgen. De kosten van zo'n overbruggingsjaar zijn 15.000 gulden. Toen we dat wisten, zijn we gaan uitzoeken of het mogelijk was financiële steun te krijgen, want haar ouders kunnen dat bedrag niet betalen en wij hebben het ook niet. We hebben ervaren dat Zeina als ze hier komt, pre cies overal uit de boot valt. Ze is Neder landse, maar een aanvraag om een beurs wordt niet eens in behandeling genomen. Ze moet eerst Nederlands leren is het ar gument van het ministerie. Nou, dan is net cirkeltje rond, maar geld komt er niet". Ad en Jenny Zandee zijn ook te rade gegaan bij de gemeente Woensdrecht. Hier een welwillend oor, maar, zegt wet houder Greet Koulmans van sociale za ken en onderwijs: „Het geval van Zeina is typisch zo'n geval waar geen enkele re geling op past. Ze valt tussen kaai en schip. Ik heb ook het ministerie gebeld, maar kreeg nul op het rekest. Die over bruggingsperiode is een service van de universiteit van Delft en geen erkend jaar. Na dat jaar heeft ze wel recht op een beurs, net als ieder ander". Volgens wethouder Koulmans komt Zeina straks wel in aanmerking voor kinderbijslag: „Tenminste, als ze wordt ingeschreven als pleegkind". Zeina komt naar Nederland. In ieder ge val. Zoals het er nu naar uitziet, stapt ze begin juli in Bayrut op het vliegtuig. De datum is afhankelijk van de politieke si tuatie: gaan er wel of geen vliegtuigen? Dat Zeina naar Nederland reist, is een beetje een gok van Jenny en Ad Zandee. Gesteund door de gemeente Woens drecht en de kerken in hun woonplaats zijn ze een actie gestart om hun Liba- nees-Nederlandse nicht een toekomst te geven. Die toekomst kost 15.000 gulden.' Door geldinzameling bij bedrijven en particulieren willen Ad en Jenny dat be drag bij elkaar brengen. De actie heet eenvoudig 'Voor Zeina'. Over de actie zegt Jenny Zandee: „Zeina is door al die jaren heen in al dat oorlogsgeweld met alle angst en verdriet een meisje met doorzettingsvermogen ge bleken. In de lange winters die heel koud waren, omdat er geen verwarming in huis was, ging ze met haar jas aan in bed zitten studeren om warm te blijven en zo toch haar tijd en haar leven nuttig in te richten". De dochter van de kapper uit Bayrut mag dan een wilskrachtig meisje zijn, soms, als er weer granaten vallen, ver liest ze zich in de uitzichtloosheid van haar directe omgeving. „Moeder wat moet ik wensen, waar moet ik nog voor leven?", antwoordde ze haar moeder, toen die vroeg wat ze voor zeventiende verjaardag wilde hebben. Zeina zelf beseft maar al te goed dat voor haar als meisje in het Libanon van 1988 geen toekomst is: „De strijd hier in Libanon en in Bayrut heeft een hele ge neratie aangetast. De oorlog perst het laatste restje menselijk gevoel uit onze ziel. Veel mensen worden harteloos, ken nen geen hoop meer in hun leven. Ze le ven niet voor een toekomst, ze leven niet eens met de dag, maar met het uur". In een wat bittere overdenking, eindi gend in een soort smeekbede, schrijft Zeina: „Wij zijn niet trots op Libanon. De hele wereld heeft, omdat we hier elk aar elke dag beschieten, een minder waardige dunk van de Libanezen gekre- ;en. Maar is Holland beter? 2- laten ons ier ook onze eigen boo. doppen. Kunnen wij trots zijn op Holland? In de tijd dat we alleen gekookte aardappelen als warme maaltijd aten, klaagden we niet. Wij zijn teenagers, maar een avondje bioscoop, vakantie of uitgaan is er niet bij. Als er geen elektriciteit is, stu deren we bij kaarslicht. Alle Hollandse kinderen hebben goed onderwijs. Heb ben wij er als kinderen met een Hol landse nationaliteit dan geen recht op? Ik hoop dat jullie alles in het werk kun nen stellen om te helpen. Misschien dat we zo het kleine zonnestraaltje van hoop op een toekomst niet verhezen". OM HET Zeina Mounzer moge lijk te maken een voorstudiejaar te doen aan de Technische Universi teit te Delft, is er 15.000 gulden nodig. Met steun van de gemeente Woensdrecht en de plaatsehjke kerken is een actie op gang geko men om Zeina aan een toekomst te helpen. Wie mee wil helpen, kan geld storten op nummer 42 50 41 034 van de Amrobank in Woens drecht, met daarbij de vermelding: 'Voor Zeina Mounzer'. jver miljoenen, gebruikt wordt ns en munitie aan te schaffen, ld komt dat aantoonbaar wordt voor de hervorming, heeft de [daar heus geen bezwaar tegen." vindt dat bestrijders van de 1 te vaak hun ongeduld laten in geweld. „Als je naar de ge- is kijkt, zie je dat de Zuidafri- itaat in vijftig jaar veranderde oer-conservatieve staat met aris- he trekjes in een aangepaste van de rassenverschillen afwil, e ziet dat?" olgt met argusogen - en anders lewerkers wel - wat er in de Ne- >e media verschijnt over hun va- of wat er in het parlement wordt en over Zuidafrika. Tegenover espect voor minister Van den et diens gematigde opstelling, Quint an snel kritische noten adres van 'links', een politieke die hem onder alle omstandighe- vieze smaak in de mond geeft. ij beelden over Zuidafrika worden j letterlijk - met een loep bezien, lm als Cry Freedom over anti- iidsstrijder Steve Biko die in een pel de dood vond, is volgens Quint |hande'. Niet omdat de apartheid j kaak wordt gesteld, maar omdat van Steve Biko niet tot zijn recht iQuint hoont de schrijver van het dat als script diende - die alleen ligen roem zocht; een nieuw voor- ran omdraaiing van feiten. rbaast Quint dat zoveel Nederlan- le film gingen zien. „De kaartjes toch niet gratis", vraagt hij cy- [Nee, maar dat wist hij wel. Quint trouwens opvallend veel - „Ik las |ies" - over de inhoud van de door ermaledijde film die overigens bin- Irt ongecensureerd te zien zal zijn pisocopen van Zuidafrika. zit dr. Frank Quint dwars dat ktsjov meer sympathie oogst dan de ifrikaanse leider. Herhaaldelijk l hij erop terug. „En waarom wor- lussische sporters overal ter wereld jmoedigd mee te doen aan evene- :n, terwijl onze sporters overal ge it worden. Botha krijgt stank voor lang aan zijn zadel sneed dat er geen gram leer meer aanzat. Die man heeft drie dagen lang „en danseuse" gefietst. La ter, tijdens een bloedhete Pyre- neëenrit, werd hij geteisterd door hevige kiespijn. Hij was bang van tandartsen en toen men hem in de volgauto s hoorde brullen als een gewonde stier kwam een mecanicien hem tehulp met een tang, waarmee de Belg eigenhandig drie kiezen trok tijdens een afdaling. Hop pa! Gól! Bingo. We kunnen s alle prijzen winnen in de ko- n mende weken, mits we bereid a zijn om echt af te zien en uit de o bol te treden. E Door Paul de Schipper „Ja mamma, als er Hollandse mensen komen, ontvang je ze vriendelijk. Je doet ze uitgebreid verslag van de oorlog, van de angst, van het geweld en van het steeds maar moeten vluchten. Ze hebben gezien hoe we in Bayrut een jaar lang bi vakeerden. Het komt in Holland in de krant en op de televisie. Ze weten daar dat de kapperszaak beschadigd is, dat pappa geen werk meer heeft. Maar wat doet Holland voor jou, mamma, en voor je gezin, voor onsWij zijn toch ook Hollanders". De laatste brief draagt het poststem- Pittsburgh. Een kennis van Najib en Js die naar de VS moest heeft 'm daar op de post gedaan. Dat is de kortste weg. De rechtstreekse postverbindingen met Bayrut werken niet. In die brief beschrijft Els (50) hoe haar kinderen over de situatie denken. De kinderen hebben gehoord hoe hun moe der altijd aan bezoekers uit Europa heeft verteld over de verschrikkingen van de Libanese burgeroorlog. Nu zit Els met haar gezin in de problemen. Haar man kan niet meer werken. Haar kinderen kunnen niet verder studeren. Waar blij ven al die meelevende mensen nou, vra gen die kinderen zich verbitterd af. Het is allemaal zo mooi begonnen. Voor dat begin moeten we terug naar 1965. Els Zandee uit Woensdrecht werkt op dat moment in Rotterdam. Via haar werk komt ze in contact met een gezin, waarvan de man bij Shell werkt. Die man krijgt werk in Libanon. Els wordt gevraagd of ze mee naar Libanon gaat als kinderoppas. Zo komt Els in Bayrut terecht. Als kinderoppas moet ze op ge zette tijden met de kinderen naar de kap per. Die kapper heet Najib Mounzer. De rest is gauw verteld. In 1969 trouwen Najib en Els. Bayrut is in die jaren de belangrijkste stad van het Midden-Oosten. De stad schittert als uitgaans- en handelscentrum met fraaie villa's, dure hotels en zonover goten boulevards met palmbomen. Maar schijnwelvaart en glitter camoufleren scherpe maatschappelijke tegenstellin gen. In het centrum van Bayrut bloeit het mondaine leven. Leidende families gaan zich te buiten aan zelfverrijking, maar ondertussen trekken werkloze pau pers uit Noord- en Zuidlibanon naar de stad. Onder hen zijn veel Palestijnse vluchtelingen. In sloppenwijken vinden radicale ideeën een rijke voedingsbodem. Op 1 februari 1970 krijgen Els en Na jib hun eerste kind, een meisje. Ze noe men haar Zeina. Dat is het Arabische woord voor 'zon'. In de volgende jaren zullen ze nog drie kinderen krijgen: twee jongens en een meisje. Zelna Mounzer wil graag In Nederland studeren: „Ik hoop dat lullle alles In het *ark kunnen stelten om te helpen. Misschien dat we zo het kleine zonnestraaltje van hoop op een toekomst niet verliezen".

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 31