Zeven debutanten tonen
illusie en werkelijkheid
Archiefmateriaal met vraagtekens
m
Bij dejei
WEEK VAN HENK FIGEE, GUS IJLANDER, MARGRIET DE MOOR EN ANDEREN
Jongeren
tegen 'klei
Fantasietjes rond een
Indiaan en 'n Italiaan
Yuppie-pupj
DE STEM BOEKENGIDS ZATERDAG 4 JUN11988
Cryptisch
Handig
Proces
Illusies
CHRISTINE D'HAEN OYER GUIDO GEZELLE: WEER GEEN BIOGRAFIE
Rangschikking
Luchtbellen
Samenhang
w
mê?
Sleuteltje
Ruilen
?gSTEM GIDS 3
)uske en Wiske:
G2
Door Henk Egbers
DE nieuwswaarde van een
boek is zeer betrekkelijk.
Als Harry Mulisch een
slecht boek schrijft is dat
nieuws en komt dat direct
in de krant. Als pakweg
Rien Broere of Alfred Bir-
ney betere boeken schrijven
komen die zelden of nooit,
of veel later in de krant,
want niemand kent hen.
Het lot van de meeste debu
tanten, soms lukt het een
uitgever met een gelukkige
presentatie onmiddellijk
aandacht te vragen. Ook de
recensent zit binnen dit cir
cuit. Het lukt praktisch
geen debutant om puur op
basis van kwaliteit direct
aandacht te krijgen.
Illlusies. Het zijn niet deze illu
sies die Rien Broere bezig hiel
den in de gelijknamige roman.
De vader als goochelaar en de
zoon als poppenspeler houden
zich daarin staande met illu
sies. Deze spiegelen de fanto
men van hun eigen leven en
andere medespelers in het da
gelijkse bestaan. Broere debu
teert met een absurdistisch
'theaterstuk', waarbij vondsten
en flauwiteiten elkaar afwisse
len om met een soort psycholo
gisch symbolisme maatschap
pelijke en sociale verhoudingen
voor het voetlicht te brengen
De grootste truc van de va
der is dat hij zichzelf laat ver
dwijnen (uit het leven van zijn
vrouw en beide zoons). Moeder
gaat de hort op om de kost te
verdienen en omdat het oorlog
is speelt zij de moffenhoer (la
ter ingeruild voor Canadezen).
Zoontjes doen zielepieterig en
komen al of niet met poppen
aan de kost. Een van de jongens
sneuvelt onder het bed van de
buurvrouw en een kroelende
pater. De andere zoon werkt
daarna zijn vadercomplex uit.
Het eerste deel is uiterst
zwak met zinnen als 'Ernst
bleek een vlotte kruiper met
grijpgrage vingertjes...' en
goedkoop spektakel. Naarmate
de inhoud meer hallucinerend
wordt en Broere het psycholo
gische complex meer in zijn
macht krijgt wint het boek aan
geloofwaardigheid en accepta
tie. Althans bij mij.
Alfred Birney.
- f0t0knipscheer Henk Figee.
foto contact. Glenn Penock.
foto eis kirst
Hallucinerende illusies houden
ook Alfred Birney (1951) bezig
in 'Tamara's Lunapark'. Ster
ker geschreven en inhoudelijk
rijper; structureel knapper. De
dertigjarige tekenaar Leo San
ders tekent op de muren van
zijn flat een trappenlabyrinth
als weg naar de perfecte
schuilkelder. Deze symboliek
staat voor verwarrende levens
ervaringen die de behoefte aan
veiligheid oproepen. Het ge
heel, is weliswaar wat cryp
tisch, maar houdt toch vol
doende kontakt met de werke
lijkheid om - wat je zo vaak er
vaart bij een dergelijke opzet -
niet weg te zwemmen in een
soort SF-geschrijf dat zichzelf
passeert.
Sanders wil niet passen in
platgetreden leefpatronen,
maar heeft ook zijn bekomst
van samenlevingsvormen
relaties zoals die - om alles op
één hoop te gooien - in met
name de zeventiger j aren geëx
perimenteerd werden. Hij is in
zijn kontakten met Lora, Vic
tor en José vastgelopen. Hij
verkeert in verwarring, zoekt
wegen in een hoerachtige om
geving en beseft hoe weinig hij
zichzelf was. Daarop sluit aan
zijn heroriëntatie (binnen het
labyrinth) op zijn jeugd, die
zich met name afspeelde in
weeshuizen en pleeggezinnen.
Zijn puberteit en het zoeken
naar een plaats van de vrouw
in zijn leven bepalen die mid
denstuk van het boek dat ta
melijk realistisch is en weer
oplost in een hallucinerende
Lunapark-scène.
Birney schrijft met een
ogenschijnlijk natuurlijk ge
mak over ingewikkelde proces
sen tussen mensen. Daarbij
hanteert hij constructies die op
een geheid prikkelende manier
levensangsten voelbaar maken
zonder maniëristische gemeen
plaatsen. Veelbelovend heet
dan zo'n debuut.
Op het gevaar af lyrisch te
worden: het derde debuut dat
ik las overtreft weer de beide
vorige. Glenn Pennock (1953)
heeft met 'De weg van de Kat'
een roman geschreven, die rijk
is aan verbeelding van de wer
kelijkheid. Pennock, die in Ne-
derlands-Indië leefde en een
beoefenaar van de Indone
sische gevechtskunst is schreef
een soort koloniale roman met
een schrijnende lyriek.
Het boek begint als een his
torische avonturenroman over
een Nederlandse expeditie, die
heel soldatesk, met behulp van
Javaanse en Ambonese man
schappen, een deel van het
wingewest Sumatra verkent en
onder controle wil brengen. We
hoeven maar te denken aan de
oorlog die Nederland in dit ge
bied gevoerd heeft om te weten
dat dit niet zonder slag of stoot
gegaan is. Pennock heeft on
dermeer gebruik gemaakt van
dagboeken om deze historische
onderneming te romantiseren.
Een keihard romantisch ver
haal, waarbij Pennock een ta
melijk barokke, maar wel
mooie taal hanteert met beel
dende uitschieters als 'Dat
wilde maar één ding: de zware
terugslag van het geweer in de
borst voelen, de zaadlozing van
de kogels - o, waren dat maar
kanjers - herhalen, blijven
herhalen...'
Maar de spanning tussen de
mannen, de natuur en hun be
dreigers is heel fascinerend ge
tekend. De fatale ontwikkeling
lost op in een liefdesgeschiede
nis, die vanuit een ik-stelling
verteld wordt. Cliché's als 'in
dat moment van evenwicht
smolten twee harten tezamen'
worden opgelost in de magi
sche sfeer van een Indonesische
kampong waar de witte Euro
peaan deelgenoot wordt van
een ander leefklimaat, dat heel
poëtisch en met kennis van za
ken wordt beschreven. Erotiek
en magie met hun dreigende
aziatische omarming. Een boze
droom, die tenslotte weer Euro
pees ontnuchterd wordt. Een
fascinerend boek.
Van een totaal andere orde is
het debuut van Gijs IJlander:
'De Kapper'. De triviale titel
wijst daar al op. IJlander is een
handig schrijver, die vlot ver
telt. Zijn hoofdfiguur, de kap
per, is een nogal ongeloofwaar
dige figuur; een kruising tus
sen een haarvervormer en een
postbode. Deze heeft zich bin
nengedrongen bij oom Lou, die
in de oorlog fout was, zoals dat
heet. Oom is oud en wat in de
war. Theo, de kapper, manipu
leert diens oorlogsverleden om
zichzelf aan hem te verrijken.
Corrupt zoekt corrupt.
Theo is mogelijk nog méér
het slachtoffer van zichzelf dan
oom Lou. Van de ene kant is
Theo met zijn mes een soort
guillotine op zijn verleden, an
derzijds lijkt hij een grotere
schurk dan de oorlogs-zwakke-
ling. De verteller is een neef
van de oom, leraar en juist ge
scheiden. Hij heeft wat tijd om
op oom te passen en verliefd te
worden op zijn hulp Lydia. Het
verhaalt krijgt een thrillerach
tige ontknoping. Aardige va-
kantie-lektuur.
De frustraties van een redac
teur of recensent, die als vak
dagelijks nieuwe boeken moet
beoordelen kan zijn dat hij zich
zelf enkel als kritisch doorgeef
luik ervaart en zijn persoon
lijke creativiteit niet kan ont
plooien. Uitgeverij-redacteur
Henk Figee (1948) heeft daar
aan iets gedaan door zelf een
roman te schrijven:
'Brandglas'. Simon een conser
vatorium-student onderbreekt
zijn studie en relatie om tijde
lijk naar zijn geboortehuis te
rug te keren in verband met
een proces waarbij hij gehoord
zal worden. Acht jaar geleden
is hij met enkele vrienden be
trokken geweest bij een brand
op het terrein van een autoslo
perij, waar zij speelden. Op
nieuw wordt hij geconfron
teerd met die tijd, zijn vrienden
van toen en zijn ouders.
Inmiddels hebben in de le
vens van deze mensen allerlei
ontwikkelingen plaatsgevon
den en kijkt Simon er ook an
ders tegen aan; merkt dat hij
anders reageert op zijn verle
den. Er gebeuren schrijnende
dingen. Hij komt tot de conclu
sie: 'We moeten het verleden
vergeten en begraven'. En:
'Wat in één keer niet te be
schrijven is, laat zich niet van
gen door een alledaagse taai
truc'. Zonder deze roman een
taaitruc te willen noemen: het
boek zit keurig in elkaar. Hij
weet hoe je 'componeert'. Hij
weet te beschrijven en elemen
ten in te voegen die het verhaal
draagkracht geven Maar de
psychologische ontwikkeling
van binnenuit blijft steken in
dat vlakke (niet oppervlakkige)
maakwerk. Er zit méér in dit
boek dan eruit komt. Een de
buut om uit te bouwen en., om
te lezen. Toch.
Een goed en boeiend debuut is
het boek 'Kort oponhoud' van
Cees Verburg (1958). Hij heeft
een interessante vorm gevon
den voor de weergave van een
psychologisch proces, dat zeer
herkenbaar is. Het huwelijk
van Hans en Esther zit vast;
Hans zit vast. „Ik wil een half
jaar om tot bezinning te ko
men", zegt hij.
Een bijna tot cliché verwor
den zin in de geschiedenis van
het huwelijk de laatste twintig
jaar. Hij kan van alles beteke
nen. Hans gebruikt hem om
zijn jongensdroom, een reis
door Azië, te realiseren. Onder
weg hoort hij dat zijn zoon
Niels een ongeluk kreeg en
even later sterft Hij besluit te
rug te gaan. „Afscheid nemen
wil ik niet, Nog niet", schrijft
Esther.Als ik terug ben in Ne
derland zal ik zeker weer een
thuis willen vinden, maar niet
dat wat ik heb achtergelaten;
we lieten elkaar nooit de
ruimte - ieder van ons eiste die
alleen maar voor zichzelf op."
Verburg laat in deze roman
twee tijden tegen elkaar in
stromen. Hij is weer op weg
naar huis vanuit het Nepalese
Kadmandu en via flash backs
maken we intussen de heenreis
mee. Op die terugreis naar
Niels, die ten onder dreigt te
gaan, levert hij strijd met de
dood als hij probeert een jonge
vrouw die een ongeluk kreeg te
redden. Dat leidt tot hallucina
ties en schizofrene situaties. Op
een symbolische wijze rekent
hij af met de Aziatische wereld
waarin hij zijn toevlucht zocht.
Een kameraadschappelijke re
latie met een vrouw uit Nieuw
Zeeland peutert ook aan zijn
zicht op de man-vrouw relatie.
Deze goed geschreven roman
had door een nog grotere so
berheid aan zuiverheid kunnen
winnen. Om één voorbeeld te
noemen: de zelfmoord van de
Amerikaanse op de heenreis
stoort me in dit verhaal dat
soms de gespannenheid van
Erlkönig bereikt.
Margriet de Moor (1941) is een
naam om in de gaten te houden
Haar debuut op het literaire
pad bestaat uit een bundel met
zeven verhalen. Haar achter
grond zijn opleidingen in piano
en solozang (conservatorium)
alsmede kunstgeschiedenis en
archeologie. Haar wereld (in
het boek) bestaat uit illusies,
hier en daar gekleurd door
haar persoonlijke achtergrond.
De bundel opent met een
pianolerares die in 'Variations
pathétiques' een illusoire liefde
probeert op te bouwen met de
vader van een van haar zeer
begaafde leerlingen. Van brille
is ook al sprake in haar tweede
verhaal, dat gaat over een ex
peditie naar een dinosauriër in
Afrika, maar evenzeer van il
lusie. In het titelverhaal 'Op de
rug gezien' ondergaat het
schoolmeisje Sonja de lief desil
lusie die haar schoolrector haar
aandoet. Ze stamt uit een hu
welijk dat ook stuk liep op fan
tasie zonder realiteit, gesymbo
liseerd door de tekening op de
rug gezien, die haar vader van
haar moeder maakte.
„Ze wendde haar hoofd af.
De rector had de fijngevoelig
heid zijn hand op zijn eigen
knie te leggen." Dat is een zin
uit dit verhaal, die aangeeft
hoe raak De Moor vaak detail
leert. Maar een zin als 'Vluch
tige blikken van verstandhou
ding worden haar toegewor
pen' detoneert. Deze hoekig
heid sluipt vaker binnen in een
stijl die zich overigens gemak
kelijk laat lezen.
Het verhaal Come-back,
over een naar Australië geëmi
greerde vrouw, die op 16-jarige
leeftijd niet goed vertrok en het
afscheid komt overdoen, is
brokkelig van opbouw maar
maakt heel goed de sfeer van
leugenachtigeheid in levens
voelbaar. In alle verhalen
wordt de worsteling om greep
te krijgen op het eigen leven,
laat staan op dat van anderen,
goed tot sterk gekarakteri
seerd. De werkelijkheidsvraag
geeft aan deze verhalen een
eigen, door Margriet de Moor
persoonlijk in geklemd, karak
ter.
Rien Broere: Illusies'. Uitg. De
Harmonie, prijs 27,50.
Alfred Birney: Tamara's Luna
park'. Uitg. In de Knipscheer, prijs
J 25,--
Glenn Pennock: 'De weg van de
kaf. Uitg. In de Knipscheer, prijs
J 29,50.
Gijs IJlander: 'De Kapper*, uitg.
Veen, prijs 24,50.
Henk Figee: "Brandglas'. Uitg.
Contact, prijs j 2250.
Cees Verburg: 'Kort oponthoud'.
Uitg. Amber, prijs 2250.
Margriet de Moor: 'Op de rug ge
zien'. Uitg. Contact, prijs 22,90.
Door Gerard van Herpen
Veertien jaar lang heeft
Christine d'Haen archief
arbeid verricht voor haar
zo genoemde biografie
over de Vlaamse dichter
Guido Gezelle. De com
plete titel van het 480 pagi
na's tellende boekwerk
luidt: 'De wonde in 't Hert.
Guido Gezelle: een dich-
tersbiografie'.
De lerares, dichteres, Gezelle-
archivaris Christine d'Haen
etaleert ons in die titel, zonder
risico van misverstand, dat in
de dichtersbiografie opening
van zaken mag worden ver
wacht over de dramatiek in
Gezelles leven. Al in de eerste
zin van haar voorwoord ont
neemt de schrijfster de lezer
de illusie dat er eindelijk ook
een objectieve Gezelle-bio-
grafie mag worden verwacht.
Die lezer, die het een halve
eeuw en langer heeft moeten
doen met de onvoltooide of
subjectief geschreven biogra
fieën van Alois Walgrave,
prof. Baur of met de schetsen
van neef Caesar Gezelle,
wordt opnieuw de woestijn
ingestuurd met een biografie
die alle kenmerken van een
uitgebreid Gezelle-spoorboek
draagt.
Een biografie is fictie, een
verhaal, zo oordeelt de
schrijfster en een verhaal wil
en kan zij niet schrijven. Een
fictionele biografie, zoals die
over Kafka, over Tsjechow of
over Couperus zijn geschre
ven, apprecieert zij heus wel,
maar zij voelt er zich zelf niet
toe geroepen. In de ogen van
Christine d'Haen is een bio
grafie de geschiedenis van
Gezelle's gedichten, wat hij
schreef, in welk jaar, in welke
wisselwerkingen met de an
dere teksten en in welke ont-
wikkelingen. Die geschiedenis
over Gezelles leven en werken
kan, zo zegt Chrstine d'Hhaen
nadrukklijk, niet schrijven.
„Er is over dat onderwerp nog
veel te weinig studie ver
richt".
Wat kan zij na veertien
jaar studie dan wel? De ge
dichten die zij van belang
acht kan zij chronologisch
plaatsen en bij elk gedicht
kan zij de oppervlakkige the
matiek noteren. Het gevolg is
dat de lezer een droge opsom
ming van de titels van Gezel
le's gedichten krijgt voorge
zet, soms enkele beginregels,
die door de schrijfster dan
voorzien zijn van toch ook
heel persoonlijke kantteke
ningen, zoals „Snelle bewe
ging" of „De poezie is vrij".
De schrijfster heeft natuur
lijk het volste recht om haar
wetenschappelijke speurar-
beid van veertien jaren lang
te beperken tot een in
drukwekkende reeks gege
vens, zoals die plegen voor te
voorkomen op steekkaarten
in de kartotheek, maar als de
schrijfster niet bereid is om al
die feiten en feitjes in een for
mule van leesbare taal om te
zetten, dan is het toch te
dwaas om los te lopen dat
schrijfster en uitgever de
moed hebben om deze rang
schikking een dichtersbiogra
fie te noemen.
Als wetenschappers door
zoveel faalangst worden ge
kweld dat zij de resultaten
Guido Gezelle.
van hun onderzoek niet aan
de helderheid van de taal dur
ven prijs te geven, dan is het
misschien toch beter om al het
materiaal, dat door archief
studie over Gezelle te voor
schijn is gekomen, maar een
voudigweg op te slaan in de
archieven van wetenschappe
lijke instituten. De gebruike
lijke schakels, uitgeverij
boekhandel-lezer, behoeven
dan niet te worden benut.
Er is niets leesbaars tot stand
gebracht. Pas in haar 'Besluit'
ontpopt de ijverige archivaris
zich toch weer als de dichte
res, die in lyrisch proza pro
beert om het wezen van de
mens Gezelle, de grootste
dichter van het Nederlands
taalgebied tussen 1830 en 1880,
in de weefsels van haar taal
kunst te vangen. Vierhonderd
en zeventig pagina's lang
heeft de lezer door dat woud
van feiten, jaartallen, titels en
namen gedraafd, om zich uit
eindelijk in een dichterlijk
'Besluit' te mogen laven aan
een poëtische impressie die
vol is van bloemkelken, ho
ning en nevelsluiers rond onze
dichter.
De bijna herkenbare ge
heimzinnigheid keert weer in
het slothoofdstukje dat als
titel draagt 'Er blijft een ge
heim Gezelle'. De schrijfster
die zelf geen enkel geheim
ontsluiert, gaat dan aan vroe
gere biografen vragen stellen.
Waarom schreef in 1930 prof.
Frank Baur het tweede deel
van zijn Gezelle-biografie
niet en wat gebeurde er met
het ijzeren koffertje met Ge-
zelle-documenten, waarom
bleef Gezelle onder-pastoor
en wat mocht de leerling van
Gezelle, Hugo Verriest niet
zeggen? Waarom werd de
vriendschap tussen mgr. Faict
en Gezelle afgebroken toen
deze bisschop werd in 1864
Toen ik die vragen las,
dacht ik heel ordinair: Je
moet als wetenschapper toch
maar lef hebben. Zelf niet de
moed hebben om geheimen in
leven en werk van Gezelle te
ontsluieren, uit angst fictief
bezig te zijn, maar toch wel de
oude, eerbiedwaardige knar
ren verwijten dat zij hun
werk niet naar behoren heb
ben afgerond!
Wie vijftig jaar na de laatst
verschenen Gezelle-biografie
een dichtersbiografie koopt,
mag toch onderdehand wel
eens een duidelijk profiel ver
wachten van mens en dichter
Guido Gezelle. Die wordt toch
afgescheept met luchtbellen
in deze slotzin: „Hij is de anti
held, verborgen en miskend,
en toch alles wetend", zoals
Chesterton's Father Brown en
Hercule Poirot.
Vergist U zich vooral niet!,
alles uit het werkzame leven
van Guido Gezelle wordt aan
gestipt en opgedist in dit uit
voerige boekwerk. De namen
van zijn vrienden, de namen
van zijn leraren, de jaartallen
van hun levens, de spirituele
achtergronden van Gezelle's
werk, zijn filologische arbeid,
zijn journalistieke activitei
ten, de titels van zijn belang
rijkste gedichten en de namen
van buitenlandse dichters
wier invloeden hij mogelij
kerwijs heeft ondergaan.
Naar een sluitend relaas is
Christine d'Haen dus niet op
zoek; zij zet alle archivalische
vondsten als knikkers op een
rijtje en als de lezer daar geen
weg of geen verband in vindt,
dan zal dat de schrijfster een
fictieve zorg zijn.
Niemand die op deze wijze
kan nagaan wat overbodig is
in de opsommingen van Ja
panse, Zweedse, Russische en
Ijslandse dichters van Gezel
les tijd. Wat de lezer wel kan
nagaan is dat er op heel es
sentiële punten informatie
ontbreekt. Waarom lezen wij
nergens hoe lang het redac
teurschap van Gezelle bij
'Rond den Heerd' heeft ge
duurd en in een samenvatting
onder het kopje 'Verwijdering
uit Brugge', wordt, juist door
een gebrek aan samenhang in
dit boek, niet helder wat er
zich rond de affaire Smith en
Gezelle precies heeft voorge
daan.
Welke wetenschappelijke
benadering ligt er ten grond
slag aan de foto-beschrijvin
gen van pastoors, onderpas
toors en pastoor-dekens in dit
boek? Zij worden immers be
oordeeld aan de hand van hun
uiterlijk! 'Volgens foto:
zwaar, lastig, moeilijk voor
zichzelf. Die toevoegingen,
variërend van 'mooi man',
'scheel' of 'nogal zacht', vind
ik in een boek van iemand die
beweert zich niet aan de fictie
van een verhaal te willen wa
gen, je reinste kullekoek en
dus zo onbetrouwbaar als fo
tografie maar kan zijn.
Dit boek van Christine
d'Haen over Guido Gezelle is
geen biografie, het voegt 478
pagina's archiefmateriaal toe
aan alles wat we over Gezelle
al weten en het eindigt met
dezelfde vragen waar het
boek mee is begonnen. Voor
een helder licht op alle ge
heimzinnigheden in het leven
en werk van Gezelle voelt de
schrijfster zich kennelijk niet
ingehuurd. Vandaar mijn ad
vies om maar gewoon terug te
vallen op alle ouderwetse en
subjectief geschreven levens
beschrijvingen, zoals die bij
Gezellefeesten en jubilea zijn
gepubliceerd. Triest is die
verwijzing anno 1988 zeker
wel en toch ook zonde van al
het verrichte archiefwerk.
Christine d'Haen: 'De wonde in 't
Hert, Guido Gezelle: een dich
tersbiografie'. Uitg. Lannoo,
Helt, prijs 115,-
Door Muriel Boll
Meisjes lezen meer dan
jongens. Leerlingen die
geen moeite hebben met
lezen, lezen meer dan
leerlingen die dat wel
hebben. Jongens op pro-
testantse-chr istelij ke
scholen lezen meer dan
andere jongens. Die con
clusies waren al langer
bekend uit eerder onder
zoek, maar werden twee
jaar geleden nog eens
bevestigd door Saskia
Tellegen in 'Waarom zou
je lezen'. Een boek dat is
voortgekomen uit haar
wetenschappelijk onder
zoek.
Teilegen heeft ook gepro
beerd te onderzoeken
waarom kinderen lezen.
Vaak doen ze dat als ze in
een vervelende stemming
zijn en door te lezen hun
boosheid of verdriet willen
vergeten Een andere reden
is om wat op te steken uit
boeken. Dat geloof ik graag,
maar één van de belang
rijkste redenen om in een
boek onder te duiken, lijkt
me toch het beleven van
spanning en opwinding die
je in het echt nauwelijks
meemaakt. Wegdromen
van je huiswerk, je overbe-
zorgde ouders (die trou
wens graag wegdromen in
de Boeketreeks). Om je
daarvan los te maken heb
je fantasie nodig.
Kinderboekenschrijvers
hoeven maar te beginnen
met 'er was eensom
hun lezers naar een onbe
kende fantasiewereld mee
te nemen. Soms is dat niet
meer dan een kunstje en
bestaat het verhaal uit niet
meer dan een paar bij elk
aar geraapte verzinsels en
clichés zonder enige logi
sche samenhang; De kunst
is juist om fantasie werke
lijk te laten zijn.
In Indiaan in de kast' van
Lynne Reid Banks is een
sleuteltje aan een rood
koord de sleutel tot een fan
tastisch verhaal. Tommie
krijgt op zijn verjaardag
een plastic indiaantje van
zijn vriendje Patrick, van
zijn broer een gevonden
medicijnkastje en zijn moe
der heeft een sleuteltje dat
daar precies op past. Tom
mie stopt het indiaantje een
nacht in het kastje en tot
zijn schrik vindt hij de vol
gende ochtend een
piepklein maar springle
vend Irokese Indiaan terug:
Kleine Stier.
Kleine Stier heeft in zijn
leven wel dertig mensen
gescalpeerd, hij weet pre
cies hoe de tipi's van zijn
stam gemaakt en beschil
derd moeten worden. Hij
roept zichzelf uit tot opper
hoofd en eist een paard, ge
roosterd vlees en een vrouw
om maïs te planten en mo
cassins te naaien. Hij stamt
uit de vorige eeuw en snapt
dus niets van Tommie's le
ven. Leer je op school over
stamwetten, voorouders
eren, alles over geesten?
Tommie wil zijn ontdek
king geheim houden want
als iedereen van alles in
zijn kastje levend maakt,
gebeuren er natuurlijk vre-
Tekening van Ie|j|
Rijnsburger in 'Indiaa\
in de kast'.
selijke dingen. Eén vriend;!
komt achter Tommies ge|
heim en hij mag een p'
cowboypoppetje in
kastje doen. De gevolg*
liggen voor de hand, kogel*]
en pijlen vliegen in
rond. Tommie heeft doo
dat de betovering moet op|
houden om ergere brok
te voorkomen. Een hei
mooi, bijzonder verhail
waarin fantasie werke!ij|
heid is geworden.
In 'Alfonso Bonzo' word;
ook een fantastisch verhail
verteld, maar dat blijft o:|
geloofwaardig hoe leuk h
verder ook is. Bobbie Vinil
is dol op ruilen: knikkecl
valse snorren, witte muil
zen, strips je kunt hetif
gek niet bedenken of 1
bie ziet er handel in.
Op een dag ontmoet
Alfonso Bonzo, een Ital
liaanse student op een uit|
wisselingsprogramma,
ruilstudent. Alfonso hee
dezelfde hobby als Bobbl
en ze ruilen direct hit"
schooltas. Een uitstekend
ruil, want de volgende d
zit Bobbies huiswerk
'muizenproject' er kante
klaar in!
Door ruilen komt Bobt:|
in het bezit van
vreemde televisie. Je hoe
maar een bepaalde knop il
te drukken of je zit mid|
denin de gekste avonti
zelfs zijn ouders ontkom
daar niet aan. Het wore
steeds gekker, maar
griezeliger, want het laatsl
ruilvoorstel van Alfonso i|
'zullen we onszelf ruiles|
Dat gaat te ver, vindt I
bie en zo redt hij zichzelf. I
VERSCHENEN
Dejeugdarts,
dat is een apart
geval
Hij kijkt naar je ogen
Hij ruikt aan j e neus.
Hij luistert naar je oren.
Hij nummertje tien tenen
en telt je twee benen.
Ook jij bent een geval apart.
Uit: Het veterdiploma' van
Wiel Kusters.
Tekening: Joep Bertrams.
Woensdag hebben onge
veer vijfduizend Amster
damse scholieren gestaakt.
Zo proteesterden zij tegen
de nieuwe kabinetsplan
nen met de studiefinancie
ring.
Weinig studenten kunnen
met het geld van de financie
ring alleen rondkomen. Som
migen krijgen extra geld van
hun ouders, de meesten kon
den tot nu toe extra geld le
nen van de regering. Een deel
daarvan kregen ze cadeau,
over de rest moesten ze rente
betalen. Die rente ging pas lo
pen als de studenten klaar
waren met hun studie. Dat
kost teveel geld vindt de rege
ring. Studenten moeten maar
naar een gewone bank om
geld te lenen. Dus tegen ge
wone rente die bovendien in
gaat zodra je geld leent. Als je
dan klaar bent met je studie
moet je een veel hoger bedrag
aflossen dan toen je het geld
nog bij Deetman kon lenen.
Actiegroep 'De weerbare
Je weet wat yuppies zijn: jong*
een flitsende carrière maken ei
dat ze op elk uur van de dag
In Amerika zijn er nu ook
Dat zijn kinderen van tien a
op zak de nieuwste rollerskates
Ze betalen met een pasje en dal
kening opent bij een kinderbs
slim, hun kantoren meestal in
rekening opent, moet je er wel f
op storten anders gaat het pasje
Meestal gaat het om kindere
ken. Die verdienen veel geld ma
het uit te geven. Als er in het ge
een nieuwe wasmachine of
daarom hun kinderen uitvissen
ligste is.
Een tienjarige jongen kocht 3
nadat hij eerst uit tientallen fol
beste zou zijn. Een echte yuppie
Je geld goed beheren is niet g|
niet en zeker niet voor kinderen
en omdat er steeds meer kinden
in Amerika nu speciale zomerl
leren hoe ze met geld moeten c
anders dan een surfkamp, maar
Een grappig verhaal, e
variatie op Faust eigenü;<|
werd geschreven door
drew Davies dat je met pltj
zier leest, maar mij iff
minder boeide dan de 1
diaan omdat de fanta
hier geen enkele bindi
met de werkelijkheid heeftl
Lynne Reid Bank: 'Indiaan
de kast'. UI. Ietje Rljnsb*
Uitg. Hans Elzinga,
128,50, vanaf 12 jaar
Andrew Davies: 'Alfonso B»
zo'. 111. Tony Ross. Uitg. 1'
Goor, prijs 1850, vanal
jaar
I fit wit dit smtriït frittin Ithhtrdtr tit.
limivltts, sttrhtiynI
Shere Hite: 'Vrouwen en liefde'. Uitg. Anthos, prijs
boek heeft als ondertitel 'een culturele revolutie in on*
en is het derde (en laatste) rapport van de Amerikaanse
Hite in een serie die tracht het liefdesleven van mannen en
wen in Amerika in kaart te brengen. Hite deed weer ui'
onderzoek: 4500 vrouwen werden ondervraagd. Ze komt
persoonlijke ontboezemingen tot de conclusie dat 98%
vrouwen in Amerika ontevreden is met de huidige relatie
fundamenteel wil veranderen. Het boek telt ruim 800
waarvan 100 gevuld zijn met statistische gegevens.
Bruno Ernst: "25 eeuwen tijdmeting'. Uitg. Aramith,
32,50. Bruno Ernst geeft een overzicht van onze pogingen
op de tijd te krijgen. In korte, geïllustreerde hoofdstukken'
delt hij de zon als klok, mechanische uurwerken, het
kwartshorloge, de atoomklok en bijzondere uurwerken al
henge.
Jan Michael: 'Een bundeltje mirre'. Uitg. Contact, prijs f
Het poëtische verhaal springt heen en weer van de Sep
naar Amsterdam. De schrijfster werkt als literair agent inN'
land en bracht haar eerste levensjaren door op de Seychellen
Hans Achterhuis: 'Het rijk van de schaarste'. Uitg. Ambo.
45. De auteur van o.a. 'De markt van welzijn en geluk' z<*
dit boek naar de oorzaken van de schaarste in onze maatscK
Via Thomas Hobbes, John Locke, Rousseau, Karl Marx enü
Foucault komt hij bij de schaarste van nu: tekorten in deg®
heidszorg, de honger in Derde Wereld.
Hubert Lampo: 'Oorlogsjaren. Drie romans'. Uitg. Meutó1
prijs 39,50. Bundeling van boeken die spelen in de Tweed'
reldoorlog, 'De ruiter op de wolken', 'De prins van Magonia'
eerste sneeuw van het jaar'.