Zeven debutanten tonen illusie en werkelijkheid Archiefmateriaal met vraagtekens m Bij dejei WEEK VAN HENK FIGEE, GUS IJLANDER, MARGRIET DE MOOR EN ANDEREN Jongeren tegen 'klei Fantasietjes rond een Indiaan en 'n Italiaan Yuppie-pupj DE STEM BOEKENGIDS ZATERDAG 4 JUN11988 Cryptisch Handig Proces Illusies CHRISTINE D'HAEN OYER GUIDO GEZELLE: WEER GEEN BIOGRAFIE Rangschikking Luchtbellen Samenhang w mê? Sleuteltje Ruilen ?gSTEM GIDS 3 )uske en Wiske: G2 Door Henk Egbers DE nieuwswaarde van een boek is zeer betrekkelijk. Als Harry Mulisch een slecht boek schrijft is dat nieuws en komt dat direct in de krant. Als pakweg Rien Broere of Alfred Bir- ney betere boeken schrijven komen die zelden of nooit, of veel later in de krant, want niemand kent hen. Het lot van de meeste debu tanten, soms lukt het een uitgever met een gelukkige presentatie onmiddellijk aandacht te vragen. Ook de recensent zit binnen dit cir cuit. Het lukt praktisch geen debutant om puur op basis van kwaliteit direct aandacht te krijgen. Illlusies. Het zijn niet deze illu sies die Rien Broere bezig hiel den in de gelijknamige roman. De vader als goochelaar en de zoon als poppenspeler houden zich daarin staande met illu sies. Deze spiegelen de fanto men van hun eigen leven en andere medespelers in het da gelijkse bestaan. Broere debu teert met een absurdistisch 'theaterstuk', waarbij vondsten en flauwiteiten elkaar afwisse len om met een soort psycholo gisch symbolisme maatschap pelijke en sociale verhoudingen voor het voetlicht te brengen De grootste truc van de va der is dat hij zichzelf laat ver dwijnen (uit het leven van zijn vrouw en beide zoons). Moeder gaat de hort op om de kost te verdienen en omdat het oorlog is speelt zij de moffenhoer (la ter ingeruild voor Canadezen). Zoontjes doen zielepieterig en komen al of niet met poppen aan de kost. Een van de jongens sneuvelt onder het bed van de buurvrouw en een kroelende pater. De andere zoon werkt daarna zijn vadercomplex uit. Het eerste deel is uiterst zwak met zinnen als 'Ernst bleek een vlotte kruiper met grijpgrage vingertjes...' en goedkoop spektakel. Naarmate de inhoud meer hallucinerend wordt en Broere het psycholo gische complex meer in zijn macht krijgt wint het boek aan geloofwaardigheid en accepta tie. Althans bij mij. Alfred Birney. - f0t0knipscheer Henk Figee. foto contact. Glenn Penock. foto eis kirst Hallucinerende illusies houden ook Alfred Birney (1951) bezig in 'Tamara's Lunapark'. Ster ker geschreven en inhoudelijk rijper; structureel knapper. De dertigjarige tekenaar Leo San ders tekent op de muren van zijn flat een trappenlabyrinth als weg naar de perfecte schuilkelder. Deze symboliek staat voor verwarrende levens ervaringen die de behoefte aan veiligheid oproepen. Het ge heel, is weliswaar wat cryp tisch, maar houdt toch vol doende kontakt met de werke lijkheid om - wat je zo vaak er vaart bij een dergelijke opzet - niet weg te zwemmen in een soort SF-geschrijf dat zichzelf passeert. Sanders wil niet passen in platgetreden leefpatronen, maar heeft ook zijn bekomst van samenlevingsvormen relaties zoals die - om alles op één hoop te gooien - in met name de zeventiger j aren geëx perimenteerd werden. Hij is in zijn kontakten met Lora, Vic tor en José vastgelopen. Hij verkeert in verwarring, zoekt wegen in een hoerachtige om geving en beseft hoe weinig hij zichzelf was. Daarop sluit aan zijn heroriëntatie (binnen het labyrinth) op zijn jeugd, die zich met name afspeelde in weeshuizen en pleeggezinnen. Zijn puberteit en het zoeken naar een plaats van de vrouw in zijn leven bepalen die mid denstuk van het boek dat ta melijk realistisch is en weer oplost in een hallucinerende Lunapark-scène. Birney schrijft met een ogenschijnlijk natuurlijk ge mak over ingewikkelde proces sen tussen mensen. Daarbij hanteert hij constructies die op een geheid prikkelende manier levensangsten voelbaar maken zonder maniëristische gemeen plaatsen. Veelbelovend heet dan zo'n debuut. Op het gevaar af lyrisch te worden: het derde debuut dat ik las overtreft weer de beide vorige. Glenn Pennock (1953) heeft met 'De weg van de Kat' een roman geschreven, die rijk is aan verbeelding van de wer kelijkheid. Pennock, die in Ne- derlands-Indië leefde en een beoefenaar van de Indone sische gevechtskunst is schreef een soort koloniale roman met een schrijnende lyriek. Het boek begint als een his torische avonturenroman over een Nederlandse expeditie, die heel soldatesk, met behulp van Javaanse en Ambonese man schappen, een deel van het wingewest Sumatra verkent en onder controle wil brengen. We hoeven maar te denken aan de oorlog die Nederland in dit ge bied gevoerd heeft om te weten dat dit niet zonder slag of stoot gegaan is. Pennock heeft on dermeer gebruik gemaakt van dagboeken om deze historische onderneming te romantiseren. Een keihard romantisch ver haal, waarbij Pennock een ta melijk barokke, maar wel mooie taal hanteert met beel dende uitschieters als 'Dat wilde maar één ding: de zware terugslag van het geweer in de borst voelen, de zaadlozing van de kogels - o, waren dat maar kanjers - herhalen, blijven herhalen...' Maar de spanning tussen de mannen, de natuur en hun be dreigers is heel fascinerend ge tekend. De fatale ontwikkeling lost op in een liefdesgeschiede nis, die vanuit een ik-stelling verteld wordt. Cliché's als 'in dat moment van evenwicht smolten twee harten tezamen' worden opgelost in de magi sche sfeer van een Indonesische kampong waar de witte Euro peaan deelgenoot wordt van een ander leefklimaat, dat heel poëtisch en met kennis van za ken wordt beschreven. Erotiek en magie met hun dreigende aziatische omarming. Een boze droom, die tenslotte weer Euro pees ontnuchterd wordt. Een fascinerend boek. Van een totaal andere orde is het debuut van Gijs IJlander: 'De Kapper'. De triviale titel wijst daar al op. IJlander is een handig schrijver, die vlot ver telt. Zijn hoofdfiguur, de kap per, is een nogal ongeloofwaar dige figuur; een kruising tus sen een haarvervormer en een postbode. Deze heeft zich bin nengedrongen bij oom Lou, die in de oorlog fout was, zoals dat heet. Oom is oud en wat in de war. Theo, de kapper, manipu leert diens oorlogsverleden om zichzelf aan hem te verrijken. Corrupt zoekt corrupt. Theo is mogelijk nog méér het slachtoffer van zichzelf dan oom Lou. Van de ene kant is Theo met zijn mes een soort guillotine op zijn verleden, an derzijds lijkt hij een grotere schurk dan de oorlogs-zwakke- ling. De verteller is een neef van de oom, leraar en juist ge scheiden. Hij heeft wat tijd om op oom te passen en verliefd te worden op zijn hulp Lydia. Het verhaalt krijgt een thrillerach tige ontknoping. Aardige va- kantie-lektuur. De frustraties van een redac teur of recensent, die als vak dagelijks nieuwe boeken moet beoordelen kan zijn dat hij zich zelf enkel als kritisch doorgeef luik ervaart en zijn persoon lijke creativiteit niet kan ont plooien. Uitgeverij-redacteur Henk Figee (1948) heeft daar aan iets gedaan door zelf een roman te schrijven: 'Brandglas'. Simon een conser vatorium-student onderbreekt zijn studie en relatie om tijde lijk naar zijn geboortehuis te rug te keren in verband met een proces waarbij hij gehoord zal worden. Acht jaar geleden is hij met enkele vrienden be trokken geweest bij een brand op het terrein van een autoslo perij, waar zij speelden. Op nieuw wordt hij geconfron teerd met die tijd, zijn vrienden van toen en zijn ouders. Inmiddels hebben in de le vens van deze mensen allerlei ontwikkelingen plaatsgevon den en kijkt Simon er ook an ders tegen aan; merkt dat hij anders reageert op zijn verle den. Er gebeuren schrijnende dingen. Hij komt tot de conclu sie: 'We moeten het verleden vergeten en begraven'. En: 'Wat in één keer niet te be schrijven is, laat zich niet van gen door een alledaagse taai truc'. Zonder deze roman een taaitruc te willen noemen: het boek zit keurig in elkaar. Hij weet hoe je 'componeert'. Hij weet te beschrijven en elemen ten in te voegen die het verhaal draagkracht geven Maar de psychologische ontwikkeling van binnenuit blijft steken in dat vlakke (niet oppervlakkige) maakwerk. Er zit méér in dit boek dan eruit komt. Een de buut om uit te bouwen en., om te lezen. Toch. Een goed en boeiend debuut is het boek 'Kort oponhoud' van Cees Verburg (1958). Hij heeft een interessante vorm gevon den voor de weergave van een psychologisch proces, dat zeer herkenbaar is. Het huwelijk van Hans en Esther zit vast; Hans zit vast. „Ik wil een half jaar om tot bezinning te ko men", zegt hij. Een bijna tot cliché verwor den zin in de geschiedenis van het huwelijk de laatste twintig jaar. Hij kan van alles beteke nen. Hans gebruikt hem om zijn jongensdroom, een reis door Azië, te realiseren. Onder weg hoort hij dat zijn zoon Niels een ongeluk kreeg en even later sterft Hij besluit te rug te gaan. „Afscheid nemen wil ik niet, Nog niet", schrijft Esther.Als ik terug ben in Ne derland zal ik zeker weer een thuis willen vinden, maar niet dat wat ik heb achtergelaten; we lieten elkaar nooit de ruimte - ieder van ons eiste die alleen maar voor zichzelf op." Verburg laat in deze roman twee tijden tegen elkaar in stromen. Hij is weer op weg naar huis vanuit het Nepalese Kadmandu en via flash backs maken we intussen de heenreis mee. Op die terugreis naar Niels, die ten onder dreigt te gaan, levert hij strijd met de dood als hij probeert een jonge vrouw die een ongeluk kreeg te redden. Dat leidt tot hallucina ties en schizofrene situaties. Op een symbolische wijze rekent hij af met de Aziatische wereld waarin hij zijn toevlucht zocht. Een kameraadschappelijke re latie met een vrouw uit Nieuw Zeeland peutert ook aan zijn zicht op de man-vrouw relatie. Deze goed geschreven roman had door een nog grotere so berheid aan zuiverheid kunnen winnen. Om één voorbeeld te noemen: de zelfmoord van de Amerikaanse op de heenreis stoort me in dit verhaal dat soms de gespannenheid van Erlkönig bereikt. Margriet de Moor (1941) is een naam om in de gaten te houden Haar debuut op het literaire pad bestaat uit een bundel met zeven verhalen. Haar achter grond zijn opleidingen in piano en solozang (conservatorium) alsmede kunstgeschiedenis en archeologie. Haar wereld (in het boek) bestaat uit illusies, hier en daar gekleurd door haar persoonlijke achtergrond. De bundel opent met een pianolerares die in 'Variations pathétiques' een illusoire liefde probeert op te bouwen met de vader van een van haar zeer begaafde leerlingen. Van brille is ook al sprake in haar tweede verhaal, dat gaat over een ex peditie naar een dinosauriër in Afrika, maar evenzeer van il lusie. In het titelverhaal 'Op de rug gezien' ondergaat het schoolmeisje Sonja de lief desil lusie die haar schoolrector haar aandoet. Ze stamt uit een hu welijk dat ook stuk liep op fan tasie zonder realiteit, gesymbo liseerd door de tekening op de rug gezien, die haar vader van haar moeder maakte. „Ze wendde haar hoofd af. De rector had de fijngevoelig heid zijn hand op zijn eigen knie te leggen." Dat is een zin uit dit verhaal, die aangeeft hoe raak De Moor vaak detail leert. Maar een zin als 'Vluch tige blikken van verstandhou ding worden haar toegewor pen' detoneert. Deze hoekig heid sluipt vaker binnen in een stijl die zich overigens gemak kelijk laat lezen. Het verhaal Come-back, over een naar Australië geëmi greerde vrouw, die op 16-jarige leeftijd niet goed vertrok en het afscheid komt overdoen, is brokkelig van opbouw maar maakt heel goed de sfeer van leugenachtigeheid in levens voelbaar. In alle verhalen wordt de worsteling om greep te krijgen op het eigen leven, laat staan op dat van anderen, goed tot sterk gekarakteri seerd. De werkelijkheidsvraag geeft aan deze verhalen een eigen, door Margriet de Moor persoonlijk in geklemd, karak ter. Rien Broere: Illusies'. Uitg. De Harmonie, prijs 27,50. Alfred Birney: Tamara's Luna park'. Uitg. In de Knipscheer, prijs J 25,-- Glenn Pennock: 'De weg van de kaf. Uitg. In de Knipscheer, prijs J 29,50. Gijs IJlander: 'De Kapper*, uitg. Veen, prijs 24,50. Henk Figee: "Brandglas'. Uitg. Contact, prijs j 2250. Cees Verburg: 'Kort oponthoud'. Uitg. Amber, prijs 2250. Margriet de Moor: 'Op de rug ge zien'. Uitg. Contact, prijs 22,90. Door Gerard van Herpen Veertien jaar lang heeft Christine d'Haen archief arbeid verricht voor haar zo genoemde biografie over de Vlaamse dichter Guido Gezelle. De com plete titel van het 480 pagi na's tellende boekwerk luidt: 'De wonde in 't Hert. Guido Gezelle: een dich- tersbiografie'. De lerares, dichteres, Gezelle- archivaris Christine d'Haen etaleert ons in die titel, zonder risico van misverstand, dat in de dichtersbiografie opening van zaken mag worden ver wacht over de dramatiek in Gezelles leven. Al in de eerste zin van haar voorwoord ont neemt de schrijfster de lezer de illusie dat er eindelijk ook een objectieve Gezelle-bio- grafie mag worden verwacht. Die lezer, die het een halve eeuw en langer heeft moeten doen met de onvoltooide of subjectief geschreven biogra fieën van Alois Walgrave, prof. Baur of met de schetsen van neef Caesar Gezelle, wordt opnieuw de woestijn ingestuurd met een biografie die alle kenmerken van een uitgebreid Gezelle-spoorboek draagt. Een biografie is fictie, een verhaal, zo oordeelt de schrijfster en een verhaal wil en kan zij niet schrijven. Een fictionele biografie, zoals die over Kafka, over Tsjechow of over Couperus zijn geschre ven, apprecieert zij heus wel, maar zij voelt er zich zelf niet toe geroepen. In de ogen van Christine d'Haen is een bio grafie de geschiedenis van Gezelle's gedichten, wat hij schreef, in welk jaar, in welke wisselwerkingen met de an dere teksten en in welke ont- wikkelingen. Die geschiedenis over Gezelles leven en werken kan, zo zegt Chrstine d'Hhaen nadrukklijk, niet schrijven. „Er is over dat onderwerp nog veel te weinig studie ver richt". Wat kan zij na veertien jaar studie dan wel? De ge dichten die zij van belang acht kan zij chronologisch plaatsen en bij elk gedicht kan zij de oppervlakkige the matiek noteren. Het gevolg is dat de lezer een droge opsom ming van de titels van Gezel le's gedichten krijgt voorge zet, soms enkele beginregels, die door de schrijfster dan voorzien zijn van toch ook heel persoonlijke kantteke ningen, zoals „Snelle bewe ging" of „De poezie is vrij". De schrijfster heeft natuur lijk het volste recht om haar wetenschappelijke speurar- beid van veertien jaren lang te beperken tot een in drukwekkende reeks gege vens, zoals die plegen voor te voorkomen op steekkaarten in de kartotheek, maar als de schrijfster niet bereid is om al die feiten en feitjes in een for mule van leesbare taal om te zetten, dan is het toch te dwaas om los te lopen dat schrijfster en uitgever de moed hebben om deze rang schikking een dichtersbiogra fie te noemen. Als wetenschappers door zoveel faalangst worden ge kweld dat zij de resultaten Guido Gezelle. van hun onderzoek niet aan de helderheid van de taal dur ven prijs te geven, dan is het misschien toch beter om al het materiaal, dat door archief studie over Gezelle te voor schijn is gekomen, maar een voudigweg op te slaan in de archieven van wetenschappe lijke instituten. De gebruike lijke schakels, uitgeverij boekhandel-lezer, behoeven dan niet te worden benut. Er is niets leesbaars tot stand gebracht. Pas in haar 'Besluit' ontpopt de ijverige archivaris zich toch weer als de dichte res, die in lyrisch proza pro beert om het wezen van de mens Gezelle, de grootste dichter van het Nederlands taalgebied tussen 1830 en 1880, in de weefsels van haar taal kunst te vangen. Vierhonderd en zeventig pagina's lang heeft de lezer door dat woud van feiten, jaartallen, titels en namen gedraafd, om zich uit eindelijk in een dichterlijk 'Besluit' te mogen laven aan een poëtische impressie die vol is van bloemkelken, ho ning en nevelsluiers rond onze dichter. De bijna herkenbare ge heimzinnigheid keert weer in het slothoofdstukje dat als titel draagt 'Er blijft een ge heim Gezelle'. De schrijfster die zelf geen enkel geheim ontsluiert, gaat dan aan vroe gere biografen vragen stellen. Waarom schreef in 1930 prof. Frank Baur het tweede deel van zijn Gezelle-biografie niet en wat gebeurde er met het ijzeren koffertje met Ge- zelle-documenten, waarom bleef Gezelle onder-pastoor en wat mocht de leerling van Gezelle, Hugo Verriest niet zeggen? Waarom werd de vriendschap tussen mgr. Faict en Gezelle afgebroken toen deze bisschop werd in 1864 Toen ik die vragen las, dacht ik heel ordinair: Je moet als wetenschapper toch maar lef hebben. Zelf niet de moed hebben om geheimen in leven en werk van Gezelle te ontsluieren, uit angst fictief bezig te zijn, maar toch wel de oude, eerbiedwaardige knar ren verwijten dat zij hun werk niet naar behoren heb ben afgerond! Wie vijftig jaar na de laatst verschenen Gezelle-biografie een dichtersbiografie koopt, mag toch onderdehand wel eens een duidelijk profiel ver wachten van mens en dichter Guido Gezelle. Die wordt toch afgescheept met luchtbellen in deze slotzin: „Hij is de anti held, verborgen en miskend, en toch alles wetend", zoals Chesterton's Father Brown en Hercule Poirot. Vergist U zich vooral niet!, alles uit het werkzame leven van Guido Gezelle wordt aan gestipt en opgedist in dit uit voerige boekwerk. De namen van zijn vrienden, de namen van zijn leraren, de jaartallen van hun levens, de spirituele achtergronden van Gezelle's werk, zijn filologische arbeid, zijn journalistieke activitei ten, de titels van zijn belang rijkste gedichten en de namen van buitenlandse dichters wier invloeden hij mogelij kerwijs heeft ondergaan. Naar een sluitend relaas is Christine d'Haen dus niet op zoek; zij zet alle archivalische vondsten als knikkers op een rijtje en als de lezer daar geen weg of geen verband in vindt, dan zal dat de schrijfster een fictieve zorg zijn. Niemand die op deze wijze kan nagaan wat overbodig is in de opsommingen van Ja panse, Zweedse, Russische en Ijslandse dichters van Gezel les tijd. Wat de lezer wel kan nagaan is dat er op heel es sentiële punten informatie ontbreekt. Waarom lezen wij nergens hoe lang het redac teurschap van Gezelle bij 'Rond den Heerd' heeft ge duurd en in een samenvatting onder het kopje 'Verwijdering uit Brugge', wordt, juist door een gebrek aan samenhang in dit boek, niet helder wat er zich rond de affaire Smith en Gezelle precies heeft voorge daan. Welke wetenschappelijke benadering ligt er ten grond slag aan de foto-beschrijvin gen van pastoors, onderpas toors en pastoor-dekens in dit boek? Zij worden immers be oordeeld aan de hand van hun uiterlijk! 'Volgens foto: zwaar, lastig, moeilijk voor zichzelf. Die toevoegingen, variërend van 'mooi man', 'scheel' of 'nogal zacht', vind ik in een boek van iemand die beweert zich niet aan de fictie van een verhaal te willen wa gen, je reinste kullekoek en dus zo onbetrouwbaar als fo tografie maar kan zijn. Dit boek van Christine d'Haen over Guido Gezelle is geen biografie, het voegt 478 pagina's archiefmateriaal toe aan alles wat we over Gezelle al weten en het eindigt met dezelfde vragen waar het boek mee is begonnen. Voor een helder licht op alle ge heimzinnigheden in het leven en werk van Gezelle voelt de schrijfster zich kennelijk niet ingehuurd. Vandaar mijn ad vies om maar gewoon terug te vallen op alle ouderwetse en subjectief geschreven levens beschrijvingen, zoals die bij Gezellefeesten en jubilea zijn gepubliceerd. Triest is die verwijzing anno 1988 zeker wel en toch ook zonde van al het verrichte archiefwerk. Christine d'Haen: 'De wonde in 't Hert, Guido Gezelle: een dich tersbiografie'. Uitg. Lannoo, Helt, prijs 115,- Door Muriel Boll Meisjes lezen meer dan jongens. Leerlingen die geen moeite hebben met lezen, lezen meer dan leerlingen die dat wel hebben. Jongens op pro- testantse-chr istelij ke scholen lezen meer dan andere jongens. Die con clusies waren al langer bekend uit eerder onder zoek, maar werden twee jaar geleden nog eens bevestigd door Saskia Tellegen in 'Waarom zou je lezen'. Een boek dat is voortgekomen uit haar wetenschappelijk onder zoek. Teilegen heeft ook gepro beerd te onderzoeken waarom kinderen lezen. Vaak doen ze dat als ze in een vervelende stemming zijn en door te lezen hun boosheid of verdriet willen vergeten Een andere reden is om wat op te steken uit boeken. Dat geloof ik graag, maar één van de belang rijkste redenen om in een boek onder te duiken, lijkt me toch het beleven van spanning en opwinding die je in het echt nauwelijks meemaakt. Wegdromen van je huiswerk, je overbe- zorgde ouders (die trou wens graag wegdromen in de Boeketreeks). Om je daarvan los te maken heb je fantasie nodig. Kinderboekenschrijvers hoeven maar te beginnen met 'er was eensom hun lezers naar een onbe kende fantasiewereld mee te nemen. Soms is dat niet meer dan een kunstje en bestaat het verhaal uit niet meer dan een paar bij elk aar geraapte verzinsels en clichés zonder enige logi sche samenhang; De kunst is juist om fantasie werke lijk te laten zijn. In Indiaan in de kast' van Lynne Reid Banks is een sleuteltje aan een rood koord de sleutel tot een fan tastisch verhaal. Tommie krijgt op zijn verjaardag een plastic indiaantje van zijn vriendje Patrick, van zijn broer een gevonden medicijnkastje en zijn moe der heeft een sleuteltje dat daar precies op past. Tom mie stopt het indiaantje een nacht in het kastje en tot zijn schrik vindt hij de vol gende ochtend een piepklein maar springle vend Irokese Indiaan terug: Kleine Stier. Kleine Stier heeft in zijn leven wel dertig mensen gescalpeerd, hij weet pre cies hoe de tipi's van zijn stam gemaakt en beschil derd moeten worden. Hij roept zichzelf uit tot opper hoofd en eist een paard, ge roosterd vlees en een vrouw om maïs te planten en mo cassins te naaien. Hij stamt uit de vorige eeuw en snapt dus niets van Tommie's le ven. Leer je op school over stamwetten, voorouders eren, alles over geesten? Tommie wil zijn ontdek king geheim houden want als iedereen van alles in zijn kastje levend maakt, gebeuren er natuurlijk vre- Tekening van Ie|j| Rijnsburger in 'Indiaa\ in de kast'. selijke dingen. Eén vriend;! komt achter Tommies ge| heim en hij mag een p' cowboypoppetje in kastje doen. De gevolg* liggen voor de hand, kogel*] en pijlen vliegen in rond. Tommie heeft doo dat de betovering moet op| houden om ergere brok te voorkomen. Een hei mooi, bijzonder verhail waarin fantasie werke!ij| heid is geworden. In 'Alfonso Bonzo' word; ook een fantastisch verhail verteld, maar dat blijft o:| geloofwaardig hoe leuk h verder ook is. Bobbie Vinil is dol op ruilen: knikkecl valse snorren, witte muil zen, strips je kunt hetif gek niet bedenken of 1 bie ziet er handel in. Op een dag ontmoet Alfonso Bonzo, een Ital liaanse student op een uit| wisselingsprogramma, ruilstudent. Alfonso hee dezelfde hobby als Bobbl en ze ruilen direct hit" schooltas. Een uitstekend ruil, want de volgende d zit Bobbies huiswerk 'muizenproject' er kante klaar in! Door ruilen komt Bobt:| in het bezit van vreemde televisie. Je hoe maar een bepaalde knop il te drukken of je zit mid| denin de gekste avonti zelfs zijn ouders ontkom daar niet aan. Het wore steeds gekker, maar griezeliger, want het laatsl ruilvoorstel van Alfonso i| 'zullen we onszelf ruiles| Dat gaat te ver, vindt I bie en zo redt hij zichzelf. I VERSCHENEN Dejeugdarts, dat is een apart geval Hij kijkt naar je ogen Hij ruikt aan j e neus. Hij luistert naar je oren. Hij nummertje tien tenen en telt je twee benen. Ook jij bent een geval apart. Uit: Het veterdiploma' van Wiel Kusters. Tekening: Joep Bertrams. Woensdag hebben onge veer vijfduizend Amster damse scholieren gestaakt. Zo proteesterden zij tegen de nieuwe kabinetsplan nen met de studiefinancie ring. Weinig studenten kunnen met het geld van de financie ring alleen rondkomen. Som migen krijgen extra geld van hun ouders, de meesten kon den tot nu toe extra geld le nen van de regering. Een deel daarvan kregen ze cadeau, over de rest moesten ze rente betalen. Die rente ging pas lo pen als de studenten klaar waren met hun studie. Dat kost teveel geld vindt de rege ring. Studenten moeten maar naar een gewone bank om geld te lenen. Dus tegen ge wone rente die bovendien in gaat zodra je geld leent. Als je dan klaar bent met je studie moet je een veel hoger bedrag aflossen dan toen je het geld nog bij Deetman kon lenen. Actiegroep 'De weerbare Je weet wat yuppies zijn: jong* een flitsende carrière maken ei dat ze op elk uur van de dag In Amerika zijn er nu ook Dat zijn kinderen van tien a op zak de nieuwste rollerskates Ze betalen met een pasje en dal kening opent bij een kinderbs slim, hun kantoren meestal in rekening opent, moet je er wel f op storten anders gaat het pasje Meestal gaat het om kindere ken. Die verdienen veel geld ma het uit te geven. Als er in het ge een nieuwe wasmachine of daarom hun kinderen uitvissen ligste is. Een tienjarige jongen kocht 3 nadat hij eerst uit tientallen fol beste zou zijn. Een echte yuppie Je geld goed beheren is niet g| niet en zeker niet voor kinderen en omdat er steeds meer kinden in Amerika nu speciale zomerl leren hoe ze met geld moeten c anders dan een surfkamp, maar Een grappig verhaal, e variatie op Faust eigenü;<| werd geschreven door drew Davies dat je met pltj zier leest, maar mij iff minder boeide dan de 1 diaan omdat de fanta hier geen enkele bindi met de werkelijkheid heeftl Lynne Reid Bank: 'Indiaan de kast'. UI. Ietje Rljnsb* Uitg. Hans Elzinga, 128,50, vanaf 12 jaar Andrew Davies: 'Alfonso B» zo'. 111. Tony Ross. Uitg. 1' Goor, prijs 1850, vanal jaar I fit wit dit smtriït frittin Ithhtrdtr tit. limivltts, sttrhtiynI Shere Hite: 'Vrouwen en liefde'. Uitg. Anthos, prijs boek heeft als ondertitel 'een culturele revolutie in on* en is het derde (en laatste) rapport van de Amerikaanse Hite in een serie die tracht het liefdesleven van mannen en wen in Amerika in kaart te brengen. Hite deed weer ui' onderzoek: 4500 vrouwen werden ondervraagd. Ze komt persoonlijke ontboezemingen tot de conclusie dat 98% vrouwen in Amerika ontevreden is met de huidige relatie fundamenteel wil veranderen. Het boek telt ruim 800 waarvan 100 gevuld zijn met statistische gegevens. Bruno Ernst: "25 eeuwen tijdmeting'. Uitg. Aramith, 32,50. Bruno Ernst geeft een overzicht van onze pogingen op de tijd te krijgen. In korte, geïllustreerde hoofdstukken' delt hij de zon als klok, mechanische uurwerken, het kwartshorloge, de atoomklok en bijzondere uurwerken al henge. Jan Michael: 'Een bundeltje mirre'. Uitg. Contact, prijs f Het poëtische verhaal springt heen en weer van de Sep naar Amsterdam. De schrijfster werkt als literair agent inN' land en bracht haar eerste levensjaren door op de Seychellen Hans Achterhuis: 'Het rijk van de schaarste'. Uitg. Ambo. 45. De auteur van o.a. 'De markt van welzijn en geluk' z<* dit boek naar de oorzaken van de schaarste in onze maatscK Via Thomas Hobbes, John Locke, Rousseau, Karl Marx enü Foucault komt hij bij de schaarste van nu: tekorten in deg® heidszorg, de honger in Derde Wereld. Hubert Lampo: 'Oorlogsjaren. Drie romans'. Uitg. Meutó1 prijs 39,50. Bundeling van boeken die spelen in de Tweed' reldoorlog, 'De ruiter op de wolken', 'De prins van Magonia' eerste sneeuw van het jaar'.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 34