itedt
>ES?TEM
MET RIJTUIG DOOR
VERKEER VEREIST
VEEL VAARDIGHEID
V "WAARSCHUWING
VERTRAGEN
STOPPEN
RECHTDOOR
LINKSAF
RECHTSAF
ZATERDAG IQ
4 JUN119881 O
laar wachten
aarschuwing. De Velocipedist
t zij gewaarschuwd, dat wanneer een paard en wagen
I nadert, hij van zijn voertuig stappe, zich terzijde van
de weg opstelle, en de stuurkruk met zijn jas bedekke,
opdat het paard niet schrikke. Het Gemeente be-
I stuur.Deze tekst stond op bordjes die het gemeen
tebestuur van Ginneken begin deze eeuw op verschil
lende plaatsen in het dorp langs de wegen had ge
plaatst. Over de herkomst van het bord is niets be-
1 kend, maar als blinkende sturen al paarden aan het
schrikken maken, hoe kunnen paarden dan nu zich
j nog door het glitter en lawaai van het verkeer bewe
gen zonder op hol te slaan. Zo af en toe komt het nog
'wel voor, zelfs bij zeer geroutineerde koetsiers en
paarden. 'Heilige koeien' en edele rossen, gaat dat
5 wel samen. Om eens te kijken hoe de loeiende paar-'
dekrachten van het gemotoriseerde verkeer en de
i twee paardekrachten van een tweespan zich met elk-
jaar verdragen, zijn we eens een tochtje met zo'n
[tweespan dwars door Breda gaan maken. Koetsier is
Jan de Roos en naast hem op de bok zit Walter Hage
naars, ook een paardenliefhebber in hart en nieren.
I Op de weg is dat anders. Iedereen mag
I zich met een paard in het verkeer bege-
ven. Is het besturen van bromfiets tot en
met autobus gebonden aan leeftijden,
I gels, die er voor de fietser gelden. Im-
Imers ook iedereen mag met een fiets de
I straat op. Een stukje tweeslachtigheid in
Zwaaien
I* ^en kijkje vanaf de bok.
Rust
Wennen
stuurórué met ?ijn jas det paard
Opkomst
w
nstel
voor aan de grens op de terug-
"s ze moeilijk doen over al die
coffers van ons, kunnen wij op
>to wijzen en zeggen: wij zijn een
familie, en dit zijn allemaal ge
en".
zullen wel iets moeten afstaan", I
aar echtgenoot. „Het liefst zouden
snlijk alles willen afpakken". Hij
een gebaar van achterover druk
pas sind die Kommunisten", zegt
ichtelijk snuivend.
:htpaar heeft twee maanden gelo-
bij de moeder van de man, die in I
~uitsland woont. Ze is negentig
ud, en heeft veertig jaar moeten
n op dit bezoek. Vol trots tonen
tgenoten mij de kleurenfoto's van
rblijf in Duitsland,
bij u in Holland alles ook zo I
vragen ze. „Zulke mooie huizen
in Duitsland zijn". Ik kan mijn i
inisme niet voor me houden: „Bij
het eigenlijk nóg mooier",
r benieuwd zijn ze naar de reli-
situatie in Nederland. „Zijn er bij
Mennonieten?" is hun vreemde I
Op mijn bevestigend antwoord
Ie vrouw verheugd: „Dat zijn wij.
onieten. En onze voorvaderen ko- I
oorspronkelijk uit de grensstreek
Nederland en Duitsland. Uit Vrie-
:en. De Mennonieten waren pacifis-
:n om aan de dienstplicht te ontko- I
zijn ze aan het begin van de negen-
e eeuw naar Rusland uitgeweken,
kenden ze vanwege de handelsrela-
ussen dat dorp en Rusland. In onze I
staan wij nog altijd bekend als
andski'."
verstrijken de uren in deze trein,
ongerieflijke trein vol mensen voor I
ongerief de dagelijkse praktijk is.
sen die geleerd hebben om het onge-
en de tegenslag gelaten te onder-
Ik, verwende westerling, heb daar
meer moeite mee.
jg eenmaal spreek ik mijn Poolse
vrouw. Als ik voorzichtig naar haar 1
vallen vraag, zegt zij dat haar hele
lie in de oorlog is omgekomen. Ze
de handen voor haar gezicht en
it in haar compartiment.
ntraal-Europa is in deze eeuw niets I
aard gebleven, en er is aan de misère
lang geen eind gekomen. Deze trein I
ol getuigen van die misère. Het is om j
an te worden,
s de trein stopt op het station van I
ran, stap ik met mijn koffer uit. Ik I
d overvallen door een horde bagage-1
,ers en taxichauffeurs,
in Polen.
Door Edo Sauren
I 'A horse! A horse! My kingdom for a
horse'! roept Richard III zelfs tot twee
I keer toe uit in Shakespeare's 'Live and
I death of king Richard III'. Een konink-
I rijk in ruil voor een paard gaat me nou
net iets te ver, maar üt kan me voorstel-
I len dat mensen met een paard zich de
I koning te rijk voelen. Op een paard door
I de natuur trekken of met paard en wa-
j gen tochten maken, brengt je veel dich-
I ter bij die natuur dan in ronkende paar-
I dekrachten rondtoeren. Nu kun je in Ne-
I derland niet echt vrij met je paard de na-
I tuur in trekken. Ruiterpaden geven
nauwkeurig de routes aan en wijk je daar
I vanaf, dan loop je kans op een fikse be-
I keuring.
het berijden van een paard of van paard
en wagen kun je gelijk stellen met de re-
de wetgeving dus; enerzijds wordt het
I verantwoordelijkheidsgevoel aan de
I mensen zelf overgelaten en anderzijds
I probeert de wet dat te reguleren. Nie-
mand zal echter een vijfjarige kleuter op
Izijn fietsje dwars door het drukke ver-
Ikeer laten rijden en zo zal de ruiter of
I koetsier zich ook niet meteen in de
drukte storten.
Er is wel zoiets als een 'koetsiersbe-
vijs' en een 'ruiterbewijs', maar die zijn
I beide (nog) niet verplicht. „Zo'n koet
siersbewijs zou je eigenlijk wel moeten
I lebben. Je bent dan ook meteen verze-
Ikerd. Als je met paard en wagen drie
I auto's ramt, en zoiets is al eens voorge
komen, dan zit goed fout als je niet ver
eerd bent. Geen weldenkend mens zal
omaar met zijn paarden de weg opgaan.
Ijk heb ook eerst mijn koetsierbewijs ge
snaaid en een mencursus gevolgd. Daar
lieer bijvoorbeeld het Aschenbach-sys-
Iteem voor snelle noodstoppen. De leid
sels losjes in de linkerhand en dan met je
rechterhand zo'n 30 centimeter daarvoor
- FOTO'S DE STEM/JOHAN VAN GURP
De paarden komen terug
Verkeerstekens voor koetsiers.
de teugels ineens naar beneden trekken.
Dan wollen de paarden wel snel stoppen.
Een ruiterbewijs is ook nog niet ver
plicht. In het Mastbos wel, maar daar
gaat het om een proef', vertelt Walter
Hagenaars.
Paard en wagen komen weer terug in het
verkeer, tenminste als je de paardenlief
hebbers mag geloven. Walter Hagenaars
is zo'n liefhebber. Hij ziet het paard weer
helemaal terug als een vertrouwd beeld
in het verkeer. Dat vertrouwde beeld zal
nog wel even duren. Je met een tweespan
in het verkeer begeven is heel wat anders
dan het karretje op de zandweg met een
voerman, die zich te ruste legt. De koet
sier is continu bezig. Hij heeft geen stuur
in zijn handen waarmee hij het voertuig
naar believen links en rechts kan laten
draaien. Hij werkt met levend materiaal,
met dieren die ook nog een eigen wil
hebben. De leidsels moeten losjes in de
hand liggen en het vereist 'Fingerspit-
liiil
it uit de Sovjetunie. Achter ons ver-
- FOTO ANP
\r,'
zengefühl' om de paarden goed te bestu
ren. Hij moet heel fijn alle bewegingen
van de paarden aanvoelen. Het is net als
de zeiler die met het touw, waarmee de
zeilen bediend worden in de hand elk
zuchtje wind moet proberen op te van
gen.
Daarbij komt dat de overige verkeers
deelnemers vaak niet in de gaten hebben
dat er ook nog levende paardekrachten
aan het verkeer deelnemen. Welke 'ge
wone' verkeersdeelnemer kent de tekens,
die de koetsier geeft. Naar de koetsier,
die zijn hand opsteekt, wordt vrolijk te-
ruggezwaaid. De koetsier zit echter niet
de hele tijd om zich heen te zwaaien. Hij
geeft met zijn opgestoken hand aan dat
hij wil stoppen. En dat stoppen gaat ook
niet zo abrupt als bij het indrukken van
een rempedaal.
Het vertrekpunt voor onze tocht door
Breda ligt bij het Hippisch Centrum aan
de Overakkerstraat. Als de twee Oosten
rijkse Haflingers Alex en Marco 's mor
gens omstreeks halftien op het hippisch
centrum klaarstaan, heeft koetsier Jan de
Roos er al bijna een halve dagtaak opzit
ten. De paarden voeren, verzorgen, bor
stelen, de wagen in orde maken enz.
Kortom, het is niet zomaar even een
sleutel in het contact steken en weg ben
je. „Dat is nu net het grote verschil in het
verkeer. Met paarden kun je niet zomaar
even vlug-vlug de straat op. Het komt al
lemaal heel nauw, het inspannen, zorgen
dat je materiaal in orde is, even een
Ïiroefrondje om te kijken of alles goed
oopt en dat moet je allemaal heel rustig
doen. Het stelt de paarden op hun ge
mak en jezelf ook. De paarden voelen
heel snel aan of de voerman nerveus, on
zeker of gespannen is. Ze gaan zichzelf
dan ook zo gedragen", vertelt Jan de
Roos. Hij is de rust zelf, hij praat met
zijn paarden en het is duidelijk dat ze
hem vertrouwen.
Een rustig begin is belangrijk. Eerst wat
straatjes door de woonwijk, dan kunnen
j
br Vélecipeelisl! }ij gewaarschuwd, clat vaaneer
een paard en vaejen nadevt, dy van ?ijn voerfcutcj
$Üappe. jicfi yan de véy ojJsfceÜe, en
naell Wriéée /- l.
Het bordje dat vroeger In de gemeente Ginneken hing.
de paarden al wat wennen aan het ver
keer. Onder het viaduct van de Zuide
lijke Rondweg door gaat het ook prima.
„Dat valt me best mee. Gelukkig viel het
lawaai mee. Paarden willen nog wel eens
schrikken van het boven hen langsra-
zende verkeer en je moet ook niet plotse
ling een flink knetterende brommer on
der het viaduct krijgen", vertelt Jan.
Het zijn vooral de plotselinge en on
verwachte gebeurtenissen die paarden
aan het schrikken maken. Bijvoorbeeld
Een auto of brommer die naast de paar
den even flink optrekt of zelfs toetert,
een vrachtwagen die je inhaalt. De paar
den zien dan ineens iets groots naast zich
opdoemen. „Dat is ook de reden dat ze
oogkleppen dragen. Toch heb ik ze ge
leerd om naar het 'gevaar' te kijken, het
in de gaten te houden", vertelt Jan de
Roos. En om zijn woorden te staven, zie
ik Alex en Marco enige tijd later nauw
gezet de bewegingen van een bulldozer
langs de weg in de gaten houden. Hun
hoofden helemaal opzij gebogen tot ze er
voorbij zijn. Jan de Roos zorgt er met
zijn leidsels wel voor dat ze rechtdoor
bhjven lopen.
Het overige verkeer is uiterst galant voor
ons. De buschauffeur remt wat af en
rijdt ons heel rustig tegemoet, even tegen
zijn denkbeeldige pet tikkend bij het
passeren. Auto's passeren behoedzaam,
brommers maken geen overdreven la
waai, kortom, de rit door Breda verloopt
voortreffelijk. De Claudius Prinsenlaan
oversteken gaat zelfs moeiteloos.
„Dat is toch vaak een probleem, zo'n
vierbaansweg met een middenberm. Je
moet allebei de banen vrij hebben, want
je kunt in het midden niet of nauwelijks
stoppen. Je kunt vanuit stilstand ook
niet even vlug oversteken. De paarden
moeten de wagen eerst op gang trekken
en dan duurt het toch wel even voordat
je de weg over bent. Het is wel eens las
tig voor het verkeer dat dan achter je
staat te wachten, maar meestal hebben
de mensen er wel begrip voor", zegt Walt
Hagenaars.
De koetsier moet continu op zijn
hoede zijn. Hij moet meer dan de andere
verkeersdeelnemers een vooruitziende
blik hebben. Al ruim tevoren moet de
koetsier in de gaten hebben dat er iets op
of langs de weg gebeurt, waar de paar
den van zouden kunnen schrikken. La
waaierige werkzaamheden langs de weg
moet hij voorzichtig naderen. „Je ziet
bijvoorbeeld bij bouwwerkzaamheden
dat een vrachtwagen zijn laadbak om
hoog heft om puin te lossen. Dat gaat
meestal met veel geraas gepaard.- Als je
dat niet in de gaten hebt en c
ment dat je passeert breekt
hol
geraas
dat niet in de gaten hebt en op het mo-
dat
los, dan is op hol slaan zo gebeurd. Maar
ook van kleinere dingen kunnen ze van
streek raken. Ze schnkken bijvoorbeeld
van het plotselinge gesis dat ontstaat,
wanneer vrachtwagens remmen", vertelt
Jan de Roos.
Het paard is in opkomst, zowel onder de
man of vrouw (ruiters dus) als in aange
spannen vorm. Maar eer het als volks
sport of als algemeen 'vervoermiddel' in
gebruik zal raken, zal er nog heel wat ha
ver gezaaid moeten worden. Door mani
festaties als Breda Paard en de vele men
wedstrijden wordt het paard steeds po
pulairder. Ook onder de agrariërs, die
zo'n dertig jaar geleden hun paarden in
ruilden voor tractoren, zie je steeds meer
mensen, die het paard weer in ere her
stellen. Nu niet als werkpaard, maar als
hobby. Je moet er wel wat voor over heb
ben om zelf paarden te houden.
„Och", zegt Walter Hagenaars, „het is
net als een hobby en die kost geld. De
een koopt dure auto's, de andere dure
elektronica en weer een ander houdt
dure vakanties. Ik ben bijvoorbeeld al ja
ren niet meer op vakantie geweest. Dat
wil zeggen, geen vakantie zoals de
meeste mensen dat zien. Ik verzorg mijn
paard, ga er een eind mee rijden, doe
mee aan menwedstrijden en ook dat is
allemaal vakantie voor mij. Het is ge
woon een keuze die je maakt".
Jan de Roos combineert zijn hobby
met vakantie. „Wij gaan meestal met z'n
vieren, vier tweespannen, jaarlijks een of
twee weken een tocht maken. Vorig jaar
hebben we de Veluwe gehad. Een andere
keer nemen we Drente. Zo hebben we
jaarlijks een heerlijke vakantie, samen
met de paarden".