Bezuinigen zonder garantie voor de patiënt? PAPIER VOOR UW PEN GEEN OVE Van den Bi verbeterini En toch leeft joods Breda DE STEM EXTRA VRIJDAG 3 JUN11988 Brokx (I) Brokx (2) Tussentijds Hoegen .GÖ«N .PE STEM BUITENLAN Zuidafrika Nu de daden BORKEN (AP) - Ber gingswerkers hebben donderdag aan het eind van de middag het stoffelijk overschot ge vonden van de 36ste mijnwerker die is om gekomen bij de explo sie die zich heeft voor gedaan in de bruin koolmijn in Borken in de Bondsrepubliek. T48 OUD-STAATSSECRETA RIS Gerrit Brokx is dik een j aar doende Bert de Vries, of als men wil het CDA, van politieke sluipmoord te be schuldigen. Hij heeft daar mee het linkse kamp aardig meegekregen. Wie weet? Mogelijk levert het nog stemmen op! Maar de nuchtere burger heeft al lang de conclusie getrokken. Cruciaal in de hele affaire is indertijd de vertrouwelijke brief van de CDA-fractieleider aan de premier geweest. Zoals het hoort, heeft Brokx daarvan keurig een afschrift ontvan gen. Het is niet aannemelijk te maken, dat Lubbers of De Vries die brief heeft laten uitlekken. De Stem of De Gelderlander (Wie had echt de primeur?) zal het nooit prijsgeven. Maar het nuch tere volksgevoel weet in dergelijke situaties de kern van de zaak in een smake lijke verpakking doorgaans onbarmhartig te raken. Dat luidt in dit geval: „Gerrit heeft de bewuste brief op het nachtkastje van de VA- RA-journaliste laten liggen. Daarmee heeft de staatsse cretaris zichzelf een rode kaart gegeven". Met zijn boek 'Naschrift van een getuige' herhaalt Brokx hetzelfde gebaar. Het zal hem wellicht een poli tieke schorsing voor het le ven opleveren. Gerrit moet dan wel zo sportief zijn de schuld bij zichzelf te zoeken. Breda Willem Wouters 'Oud-staatssecretaris Brokx blijft met mod der gooien' - fotooestem/johanvangurp DE HEER G. Brokx, nog maar amper burgemeester van Tilburg, heeft gemeend wraak te moeten nemen op de oud-politieke collega's en dan met name op fraktie- voorzitter Bert de Vries. Hij doet dat via het noemen van geruchten en bedenk sels in het boekje 'Naschrift van een Getuige', zonder overigens ook maar één be wijs op tafel te leggen. Ik denk dat 'onze Gerrit' zijn hand heeft overspeeld. 'Onze Gerrit' is een oppor tunist en 'zijn waarheid' moet 'de waarheid' zijn. Wij kennen hem in Oosterhout, zijn geboorte- en woon plaats van weleer, wat be ter. 'Onze Gerrit' was mede oprichter van een plaatse lijke politieke groepering, een club van oud-KVP'ers. 'Onze Gerrit' verliet deze club tijdig omdat er voor hem geen 'toekomst' in zat. Hij sloot zich aan bij de .KVP, maar het had ook een andere partij kunnen zijn. 'Onze Gerrit' werd wet houder en wilde graag op een plaats, waar dat verbo den was, een huis bouwen. Gelukkig voor hem hebben anderen dat onmogelijk ge maakt. 'Onze Gerrit' vertrok uit eindelijk naar Den Haag. In de woonsubsidie-zaak kreeg Bert de Vries achteraf toch gelijk. Het bewuste briefje is volgens onze vrij alge mene indruk, door Gerrit zelf uitgelekt. Ons kent ons. Weinig partijgenoten in het zuiden springen voor Gerrit in de bres: denk maar terug aan het uitlek ken van een geheime bij eenkomst een tijdje terug in Breda. In welke mate is 'Onze Gerrit' nog van 'ons'? Hij is tegen wil en dank van velen, gedropt in Til burg. Zijn partij heeft zich daar sterk voor gemaakt. Toch blijft Gerrit met mod der gooien. Het zou wel eens als een boemerang voor de heer Brokx kunnen gaan wer ken. Oosterhout A. M. Musters IN HET artikel 'Wit genees middel net zo goed, maar een stuk goedkoper' (De Stem 15 april 1988) diept He len Goote de problematiek uit over merkgeneesmidde len versus merkloze genees middelen (loco's). Ten on rechte gaat Helen Goote er vanuit dat wij hier te ma ken hebben met geneesmid delen die zonder meer on derling uitwisselbaar zijn. Velen leven in deze overtui ging. Ondanks dat de ac tieve stof scheikundig ge zien dezelfde is, kan er bij het verwerken tot een ge neesmiddel, zoals bijvoor beeld een tablet, verschil ontstaan tussen merkge neesmiddelen en loco's. Doordat bijvoorbeeld vul- en bindmiddelen, die de lo cofabrikant gebruikt, qua hoeveelheden kunnen wis selen ten opzichte van het originele merkgeneesmid del, kan dit gevolgen hebben voor de mate en de snelheid van de opname van het ge neesmiddel vanuit het maagdarmkanaal in het bloed. Als een geneesmiddel ineens minder werkzaam is of bijwerkingen geeft, is men er dan ook niet meteen op bedacht dat de patiënt misschien een geneesmiddel van een andere fabrikant gekregen heeft. Problemen kunnen met name optreden als een pa tiënt overschakelt van een merkgeneesmiddel op een loco, of van het ene op het andere loco, of van een loco op het merkgeneesmiddel. En dit kan gebeuren zonder dat de voorschrijvend arts dat weet. Een paar voor beelden: 1) Een patiënt kan voor een geneesmiddel naar verschil lende apotheken gaan, en die kunnen bij verschillende leveranciers inkopen. 2) Een en dezelfde apotheker kan een geneesmiddel van verschillende leveranciers betrekken. 3) Als op het recept een loco staat, en de apotheker heeft dat niet in voorraad, dan kan hij het merkgeneesmid del leveren. Het is bij therapie be langrijk dat de hoeveelheid geneesmiddel die vanuit het maagdarmkanaal opgeno men wordt in het bloed, bin nen bepaalde grenzen blijft. 'In Nederland is kennelijk onvoldoende wettelijke garantie dat de werking van ge neesmiddelen zoals loco's en merkgeneesmiddelen hetzelfde is' - foto archief de stem Vooral bij bejaarden, baby's en jonge kinderen is dit heel belangrijk: een beetje te weinig geeft geen respons op de therapie en een beetje te veel al snel bijwerkingea Daarnaast zijn er aandoe ningen zoals depressie, epi lepsie of diabetes waarbij het falen van een therapie niet veranwoord is. Dat het zonder meer overschakelen problemen kan opleveren, werd on langs nog bevestigd door de Reclame Code Commissie (RCC) in een reactie op de advertentie die de Ministe ries van Welzijn, Volksge zondheid en Cultuur en van Economische Zaken, begin januari 1988 in een groot aantal landelijke en regio nale dagbladen hebben ge plaatst. In deze advertentie werd onder andere meege deeld dat de apotheker op verzoek van de patiënt een duurder (merk)produkt door een goedkoper genees middel van dezelfde samen stelling (kan) vervangen. Deze advertentie riep toen heftige verontwaardiging op van de farmaceutische industrie en de artsenorga nisatie. De overkoepelende far maceutische organisatie (Nefarma) heeft het oordeel over deze advertentie aan de RCC gevraagd. De RCC heeft op 8 maart 1988 haar oordeel gegeven over de ad vertentie van de ministeries en ze deed dat in niet mis te verstane bewoordingen. Volgens de RCC is de adver tentie op bepaalde onderde len onvolledig, misleidend, onjuist en tendentieus. Wat betreft de mededeling in de advertentie dat merkloze geneesmiddelen even be trouwbaar zijn als merkge neesmiddelen is de RCC van oordeel dat de gedachte kan doen postvatten dat beide geneesmiddelen ook de zelfde therapeutische wer king hebben. Volgens de 'RCC heeft de Nefarma ech ter aannemelijk gemaakt dat chemisch/farmaceu tisch equivalente genees middelen niet ook therapeu tisch equivalent behoeven te zijn. In Nederland is er dus kennelijk onvoldoende wet telijke garantie dat de wer king van geneesmiddelen - zoals loco's en merkgenees middelen - hetzelfde is. In de VS bestaat een veel dui delijkere wetgeving. Toch vinden we in de medische li teratuur vele voorbeelden dat het ook daar misging. Wij kunnen ons niet voor stellen dat er in Nederland (of in andere EG-landen) met een soepelere regelge ving minder problemen zouden zijn, terwijl voor de patiënt, om wie het gaat, een loco of merkgeneesmiddel alleen maar bestaat in ter men van goedkoop en duur. Betere voorlichting aan de patiënt is daarom wense lijk; deze zal dan bovendien meer opletten of hij wel steeds hetzelfde geneesmid del krijgt. In deze discussie is echter nog een ander aspect, dat niet uit het oog verloren mag worden, namelijk de investering die de innover ende farmaceutische indu strie doet om tot nieuwe ge neesmiddelen te komen. Te genwoordig heeft een far maceutisch bedrijf zo'n 200 miljoen gulden geïnvesteerd in de ontwikkeling van een nieuw geneesmiddel, voor dat dat middel in de apo theek ligt. In I960 was dat nog maar een paar miljoen. Toen duurde het ook slechts een paar jaar voordat een geneesmiddel in de handel kwam. Terwijl dit tegen woordig 10 a 15 jaar duurt, omdat met name de veilig heidseisen veel strenger zijn geworden. En dat is op zich terecht. Maar de Rijksoc- trooiwet, die begin deze eeuw van kracht werd, is niet afgestemd op deze nieuwe ontwikkelingen. De Rijksoctrooiwet be oogde de uitvinder vol doende te beschermen, maar ook - gezonde - concurrentie mogelijk te maken. De uit vinder wordt in deze wet 20 jaar beschermd. Deze ter mijn van 20 j aar is echter nu met betrekking tot nieuwe geneesmiddelen volkomen achterhaald. Het deel van deze termijn waarin een farmaceutisch bedrijf zijn investering kan terugver dienen (de 'oogsttijd'), is te genwoordig nog maar 5a 7 jaar. Daarna kunnen ande ren het middel namaken, zonder enige investering van betekenis. Dat is geen kwestie meer van prikkelen, maar van ontmoedigen. Want wie wil nog jarenlang miljoenen guldens investe ren in de ontwikkeling van een nieuw geneesmiddel, dat pas na 10 a 15 jaar mis schien terugverdiend kan worden, en wat dan ook in een paar jaar gerealiseerd moet zijn? De oplossing ligt voor de hand: de octrooitermijn verlengen. Innoverende far maceutische bedrijven zul len dan met recht geprik keld worden de speurtocht naar nieuwe en betere ge neesmiddelen voort te zet ten. En die zijn nog steeds nodig, bijvoorbeeld als ge volg van de vergrijzing van de bevolking en nieuwe ziekten zoals AIDS. Het belang van de patiënt staat voorop. Dat betekent dat er 1) garanties moeten komen voor de gelijkwaardigheid van loco's en merkgenees middelen; 2) dat de research naar en de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen niet gestag neerd mag worden door be palingen in een wet uit het begin van deze eeuw. Tilburg Dr. Ir. P.J.M. Reijnders IN UW krant van 6 mei jl. besprak Hans Rooseboom mijn boek 'Tussentijds' on der de kop 'Ina in Nederland en Ina in Wonderland'. Twee van uw lezeressen waren zo vriendelijk mij het stuk toe te sturen nadat ze het met enige verontwaar diging hadden gelezen. Mede op hun verzoek geef ik een kort commentaar. Voorop staat dat een ieder natuurlijk een boek leest door een eigen bril (zoals dat ook bij het schrijven ge beurt). Recensies zijn, net als politieke meningen, ge kleurd door de eigen opvat ting en de eigen ervaring maar het wordt wel erg vreemd als het tegenoverge stelde wordt beweerd van wat te lezen valt. Zo stelt de heer Rooseboom dat in mijn boek verbijstering over heerst over de ontwikkelin gen in Nederland aan het eind van de jaren '80: 'Ver geleken met 1968 is de we reld op zijn kop gezet' klaagt zij.' In werkelijkheid heb ik in het boek getracht aan te ge ven dat er de afgelopen twintig jaar veel is veran derd; in het produktieproces bijvoorbeeld, in het denken over zaken als kernwapens en het milieu of in de ma nier waarop mensen (sa menleven. Geen enkel klas siek politiek antwoord vol doet daarom meer. Veel meer mensen dan in de zes tiger jaren zijn overtuigd van de noodzaak tot ontwa pening of van de bescher ming van het milieu, zoals de meesten er ook van uit gaan dat de emancipatie van vrouwen een voldongen feit is. In het CDA-pro- gramma tref je deze punten bijvoorbeeld ook aan. Dat kun je een succes noemen voor de progressieve bewe gingen en tegelijkertijd een vervaging van het traditio nele onderscheid tussen links en rechts. In ieder geval heeft het politieke gevolgen, zeker voor links. Die constatering doe ik in mijn boek; niet meer en niet minder. Dat is geen verbijstering maar eerder een poging de veran derde verhoudingen in de samenleving in kaart te brengen en de gevolgen er van voor de politiek. Was :Ina Brouwer: „Ik weiger te denken in de 'goeden hier' en de 'kwaden daar'. De wer kelijkheid is nu eenmaal anders - foto anp het in de recensie daarbij gebleven, dan had ik deze reactie niet geschreven. Er gerlijk wordt de suggestieve benadering van de heer Rooseboom echter als hij zich buigt over mijn dag boekaantekeningen uit de Sowjet Unie. 'Zo kritisch en fundamenteel protest-min- ded als Ina in Nederland is' schijft hij 'zo toegeeflijk is zij tegenover de grootste po litiestaat ter wereld'. Hier overschrijdt de heer Roose boom de regels van het (schrijvers)fatsoen. Op geen enkele wijze kan hij deze bewering onderbouwea Wie mijn dagboekaanteke ningen goed leest, treft een kritische houding aan te genover de Sowjet Unie. Dat is overigens helemaal niet nieuw. Meermalen heb ik als ka merlid voor de CPN bij di verse ambassades geprotes teerd voor democratie en mensenrechten. Het was zelfs op initiatief van de CPN-fractie dat kamerle den per open brief aan Gor- batsjow verzochten de toen malige verbanning van Sa- charow op te heffen. De CPN koos in 1984 doelbe wust voor een nieuw partij program waarin socialisme onverbrekelijk werd ver bonden met democratie en mensenrechten. In precies dezelfde lijn schrijf ik dan ook in mijn boek 'Tussen tijds': 'Angst voor willekeur en angst voor arrestatie smoren nu eenmaal een de mocratie en maken mensen op den duur passief. Daarom is het te hopen dat men zich ook hier gaat rea liseren hoe belangrijk het is het recht op oppositie grondwettelijk vast te leg- gea' Die uitspraak citeert de heer Rooseboom echter niet, evenmin als mijn op merking dat een open poli tiek debat nodig is in de Sowjet Unie maar ook het afbreken van het stereo tiepe beeld in het westen van de Sowjet Unie als 'het rijk van het kwaad.' Voor het zover is, zie ik nog vele obstakels op deze, overigens noodzakelijke, weg. We kunnen echter niet met de armen over elkaar gaan zitten om te kijken hoe ze het er déar afbrengen. Ook hier zijn crisisver schijnselen, zoals een hard nekkige werkloosheid en een cynisch ongeloof in de toekomst. In plaats van de huidige technocratische en boek houdkundige manier van politiek bedrijven is een open debat nodig over onze problemen en over de fouten en het falen van het eigen systeem. In die zin, schrijf ik in mijn boek, ligt de Sow jet Unie een straatlengte voor. Met deze genuanceerde benadering weiger ik te denken in de 'goeden hier' en de 'kwaden daar'. Een wijze van denken die de be trekkingen tussen oost en west jammer genoeg al te lang heeft beheerst. De re den van mijn weigering is een simpele: de werkelijk heid is nu eenmaal anders Jammer dat Hans Roose boom dat niet heeft begre pen. Misschien kan hij mijn boek nog eens overlezen Amsterdam Ina Brouwer ONDER de titel 'de 8 mei beweging' wordt door de heer Hoegen de vloer aan geveegd met deze organisa tie. Volgens deze theoloog wil deze alles ondergeschikt maken, zelfs de paus naar deze heren richten! Met als conclusie: een kameel gaat eerder de hemelpoort bin nen dan deze. Als leek ben ik niet zo goed op de hoogte met wat in het eindoordeel zal worden gezegd. Wel vraag ik mij, is deze heer soms aangesteld als rechter om te oordelen. Al komt deze heer uit Oosterhout, er is een zegswijze dat de wij zen niet uit het oosten hoe ven te komen. Met waarde ring zag ik het artikel in de krant over pastoor De Bok uit St. Willebrord. Deze priester oordeelt niet maar staat als herder tussen zijn parochianen om te helpen waar nodig is. Misschien kan de rechter uit Ooster- hout nog iets leren van deze priester, die niet als een fa rizeeër de Heer dankt dat hij niet is zoals de anderen. Als er in het verleden velen teleurgesteld de kerk heb ben verlaten, dan is de oor zaak vooral gelegen in de autoritaire wijze van de lei ding, die het alleen weet. Als deze zeer geleerde het evan gelie leest, dan kan hij we ten dat de maatstaf van Christus anders is dan van deze heren. Ik wil niet goed praten dat er misstanden zijn, maar nog altijd geldt het oordeel 'oordeel niet op dat gij niet geoordeeld wordt' en verdachtmaking en laster zijn niet de beste methoden om in liefde een gemeenschap op te bouwen. Maar degene die zonder zonden is, werpe de eerste steen. Langeweg H. Beljaars IIË22 OPOE- sT0A N/OOK NOU-' RU**' ZATERDAG 14 mei ver scheen er een paginagroot artikel in de weekendbij lage van De Stem onder de titel 'Joden in Zuid-Neder land'. Door de innige ver menging van citaten en me ningen van velen, die niet op de hoogte zijn van de Bre dase en Westbrabantse si tuatie ontstaat een beeld over het joodse leven in Breda wat op zijn minst op gespannen voet staat met de werkelijkheid. Vreemd ge noeg werd, om een meer realistisch beeld te schep pen, niet gevraagd naar de mening van de enige en springlevende Bredase joodse gemeenschap. Ik ci teer uit de krant: „Het drama in één voorbeeld. De vooroorlogse joodse ge meente Breda, in 1942 nog 225 leden sterk, is bijna ge heel aan de grote vernieti ging ten offer gevallen. Tien waren er over na de oorlog. Berooid en onmachtig. Ze begonnen weliswaar op nieuw, maar de synagoge heeft tot vandaag alles bin nen zijn muren gehad, be halve een joodse gemeente. En ook' voor het overige is er in de Baroniestad van joodse aanwezigheid eigen lijk niets te merken." „Begin 1988 wordt door mensen van verschillende gezindten uit West-Brabant de stichting Herbouw Synagoge Breda opgericht. Men wil het ge bouw weer ter beschikking stellen van de joodse ge meenschap in West-Bra bant. Uit genoemde plannen mag niet worden afgeleid dat er weer betere dagen gloren voor joods leven in Zuid-Nederland, bezweert de heer De Goede." En ver der: „Een gerestaureerde synagoge in Middelburg be tekent slechts een monu ment meer in de Zeeuwse hoofdstad en niet een nieuw levend joods centrum. West- Brabant bezit evenmin po tentieel voor de toekomst." „Toen wij tien jaar geleden in Brabant kwamen wonen, vertelt de heer De Goede waren er geen joodse con tacten, was er eigenlijk niets meer." Uit deze citaten komt het beeld naar voren van een nauwelijks be staande, nauwelijks levende joodse gemeenschap in de regio Breda. Niets is minder waar. Maar dat de heer De Goede toen niet goed wist hoe hij contacten moest leg gen, dat was ons reeds be kend en is ook nu weer schrijnend gebleken. Wat is wel de situatie? Na de grote ramp hebben zij, die ons resten, met de moed der wanhoop de zaak van het traditionele jodendom staande gehouden. Natuur lijk met weinigen, natuur lijk met beperkte mogelijk heden, maar men heeft de zaak draaiende gehouden, voor continuïteit gezorgd en initiatieven genomen, zoals het bouwen van een nieuwe synagogeruimte in 1972. In het laatste decennium heb ben de activiteiten zich al leen maar uitgebreid. Bij eenkomsten op bijna alle joodse feestdagen, sjabbat- diensten, leren uit de Torah, Hebreeuwse lessen, zieken bezoek, sociale contacten tussen de leden zijn een veelkleurig palet van een levende joodse gemeen schap. Daarin is ook geen plaats voor een kunstmatig onderscheid tussen sociale en religieuze activiteiten, daarvoor is het joodse leven te veel verweven, het een ondersteunt het ander, het ander ondersteunt het een. Maar natuurlijk in absolute WAT IS eigenlijk het verschil tussen het racisme van conser vatieve blanken in Zuid-Afrika en dat van CDA, PvdA en WD. Zowel apartheid als de steun aan het marxistische ANC lijken mij gebaseerd op de racistische doctrine dat de 'onder ontwikkelde' zwarten prima passen in de 'vrede en gerechtig heid' van een socialistische eenpartijstaat Het is immers naïef om te veronderstellen dat een socialistische eenpartij staat slechts een tijdelijke fase is in de ontwikkeling van een 'bevrijd' land. Als Afrikaners en andere stammen bij 'een man, een stem', bang zijn voor de grote meerderheid moeten zij evenals bijvoorbeeld de Tamils op Sri Lanka een vorm van zelfbestuur eisen. Daarover wil het ANC echter niet onder handelen. Kruisland L. Nelen 36 zin beperkt (geen AntwerJ pen of Amsterdam), maat M relatieve zin zeer levend zeker niet vergrijsd, met eg] grote solidariteit om de er fenis van het verleden voorl te dragen. En het is die meenschap die dan gecon- fronteerd wordt met spon-l tane actie vanuit organise] ties, burgerij en gemeentel bestuur om te komen herinrichting van de syna- goge op de historische piet] waar sinds 1945 de synagc van Breda was gevestij En wij schrijven dan op juli 1986 aan het gemeentel bestuur: en als het dan moj gelijk kan zijn dat de hui] dige Bredase joodse meenschap, als erfgen; van de vertrokkenen, hu culturele en religieuze id< titelt kunnen continui op diezelfde historh plek, dan is dat een waai monument ter nagedacht nis, omdat het getuigt onze wil door te gaan, geschonden ook, op schier eindeloze weg, die door onze voorouders gewezen. En wat kt wij ons beter wensen een levend monument nagedachtenis? En het dan triest te moeten coi teren hoe anderen niet hinderd door een teveel kennis, door hun opmerkii gen proberen weloverwt plannen te torpederen hun eigen positie prober op te poetsen. Het zal joodse gemeente Breda niet verhinderen de ing< gen weg naar een levt en nog steeds groeiende meenschap te vervolj Daarin past niet een mistische en onjoodse die zich van de toekomst al] keert en onze onderga aankondigt. In dat kat past wel de inrinrichtti van een nieuw huis van menkomst op die emotior en historische plek, in centrum van Breda naar' hopen met hulp van veli uit de Bredase geme schap. Het is jammer het nodig was de £c beeldvorming over ji Breda, die spreekt uit Stem-artikel, te moeten rigeren. Dit had ki worden vermeden door deze meer ter zake dige personen te raadple en dan had de evidente aa wezigheid van de joodse meente Breda in het evenwichtiger kader het overzichtsartikel nen worden geplaatst op zichzelf lovenswaardi tiatief. Breda dr. I. Heertje, voorzitter joodse gemi Breda GEHANDICAPTEN zitH in een hoek van de schappij waar de klappen vallen. Ik heb ren dat het heel moeilijl om daadwerkelijke voor onze hulpbehoevi omstandigheden te krijt Overal vind je een syraf thiek oor, maar als het verbetering der dingen komt word je nogal eens Ieurgesteld. Zou er bijvi beeld voor de gehandicai geen betere plaats genu kunnen worden bij Ta! en bij andere feestelijke beurtenissen waai Breda in de zomer zo rijkj Ik heb allerlei instanties! schreven, van de oude ningin tot en met buij meester Feij van Breda heb van allen positieve woorden gehad. Ik wacht] op de positieve daden. Breda A. Strybos Er worden nu nog 21 mijn werkers vermist, en de autoriteiten gaan ervan uit dat zij allen zijn omgeko men. Elf omgekomen mijnwerkers, die in de buurt van de schacht opening lagen, worden nu naar de oppervlakte gebracht. De reddingwerkers stelden don derdag alles in het werk om de lichamen van zeven omgeko men mijnwerkers, die door we zq De president en zijn vrouw Na- BRUSSEL (ANP) - Minister Van den Broek van Buiten landse Zaken meent datde Moskouse topconferentie heeft bijgedragen tot een verdere verbetering van de betrekkingen tussen oost en west. Na het verslag dat de Ameri kaanse minister van Buiten landse Zaken George Shultz donderdag in Brussel zijn NA- VO-collega's uitbracht, ver klaarde de Nederlandse be windsman het resultaat van het overleg tussen president Reagan en partijleider Gor- batsjov vooral van belang te achten voor het politieke kli maat tussen de twee super machten. De minister toonde zich niet bezorgd over berichten over te leurstelling over de geringe concrete resultaten, en irritatie van Sovjetzijde over de manier 'aarop de president de men- inrechten ter sprake heeft ge- -racht. i.Je moet proberen daar uoorheen te kijken", aldus de ""'"'ster. „Ook in de Sovjetunie JEW YORK (RTR/ANP) - >P de Newyorkse effecten- "ïurs circuleren geruchten ,at Koninklijke/Shell uoep de Amerikaanse olie- laatschappij Texaco heeft "ïnaderd over het uitbren- 'en van een vriendelijk Jvernemingsbod. ^at zou hoger moeten uitvallen lan het door Texaco afgewezen van grootaandeelhouder -ari Icahn. Woordvoerders van ie twee concerns wilden geen commentaar geven op de ge dichten. I<*hn, met een belang van K 1Procent de grootste aan deelhouder van Texaco, bracht tenge week een bod uit van "ïstig dollar per aandeel. Daar- ïee wordt het concern ge- raardeerd op 14,5 miljard dol lar. Texaco heeft het bod als 'il- usionair' van de hand gewe en. Het concern twijfelt sterk ian Icahns financiële qkheden. moge- Vol geiis de geruchten op vall Street wil Shell 64 dollar er aandeel betalen. „Shell is in aat en bereid op te treden als

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 4