Bezuinigen zonder garantie voor de patiënt?
PAPIER
VOOR UW PEN
GEEN OVE
Van den Bi
verbeterini
En toch leeft joods Breda
DE STEM EXTRA VRIJDAG 3 JUN11988
Brokx (I)
Brokx (2)
Tussentijds
Hoegen
.GÖ«N
.PE STEM BUITENLAN
Zuidafrika
Nu de daden
BORKEN (AP) - Ber
gingswerkers hebben
donderdag aan het eind
van de middag het
stoffelijk overschot ge
vonden van de 36ste
mijnwerker die is om
gekomen bij de explo
sie die zich heeft voor
gedaan in de bruin
koolmijn in Borken in
de Bondsrepubliek.
T48
OUD-STAATSSECRETA
RIS Gerrit Brokx is dik een
j aar doende Bert de Vries, of
als men wil het CDA, van
politieke sluipmoord te be
schuldigen. Hij heeft daar
mee het linkse kamp aardig
meegekregen. Wie weet?
Mogelijk levert het nog
stemmen op!
Maar de nuchtere burger
heeft al lang de conclusie
getrokken. Cruciaal in de
hele affaire is indertijd de
vertrouwelijke brief van de
CDA-fractieleider aan de
premier geweest. Zoals het
hoort, heeft Brokx daarvan
keurig een afschrift ontvan
gen.
Het is niet aannemelijk te
maken, dat Lubbers of De
Vries die brief heeft laten
uitlekken. De Stem of De
Gelderlander (Wie had echt
de primeur?) zal het nooit
prijsgeven. Maar het nuch
tere volksgevoel weet in
dergelijke situaties de kern
van de zaak in een smake
lijke verpakking doorgaans
onbarmhartig te raken. Dat
luidt in dit geval: „Gerrit
heeft de bewuste brief op
het nachtkastje van de VA-
RA-journaliste laten liggen.
Daarmee heeft de staatsse
cretaris zichzelf een rode
kaart gegeven".
Met zijn boek 'Naschrift
van een getuige' herhaalt
Brokx hetzelfde gebaar. Het
zal hem wellicht een poli
tieke schorsing voor het le
ven opleveren. Gerrit moet
dan wel zo sportief zijn de
schuld bij zichzelf te zoeken.
Breda
Willem Wouters
'Oud-staatssecretaris
Brokx blijft met mod
der gooien'
- fotooestem/johanvangurp
DE HEER G. Brokx, nog
maar amper burgemeester
van Tilburg, heeft gemeend
wraak te moeten nemen op
de oud-politieke collega's en
dan met name op fraktie-
voorzitter Bert de Vries.
Hij doet dat via het noemen
van geruchten en bedenk
sels in het boekje 'Naschrift
van een Getuige', zonder
overigens ook maar één be
wijs op tafel te leggen. Ik
denk dat 'onze Gerrit' zijn
hand heeft overspeeld.
'Onze Gerrit' is een oppor
tunist en 'zijn waarheid'
moet 'de waarheid' zijn. Wij
kennen hem in Oosterhout,
zijn geboorte- en woon
plaats van weleer, wat be
ter.
'Onze Gerrit' was mede
oprichter van een plaatse
lijke politieke groepering,
een club van oud-KVP'ers.
'Onze Gerrit' verliet deze
club tijdig omdat er voor
hem geen 'toekomst' in zat.
Hij sloot zich aan bij de
.KVP, maar het had ook
een andere partij kunnen
zijn.
'Onze Gerrit' werd wet
houder en wilde graag op
een plaats, waar dat verbo
den was, een huis bouwen.
Gelukkig voor hem hebben
anderen dat onmogelijk ge
maakt.
'Onze Gerrit' vertrok uit
eindelijk naar Den Haag. In
de woonsubsidie-zaak kreeg
Bert de Vries achteraf toch
gelijk. Het bewuste briefje
is volgens onze vrij alge
mene indruk, door Gerrit
zelf uitgelekt. Ons kent ons.
Weinig partijgenoten in
het zuiden springen voor
Gerrit in de bres: denk
maar terug aan het uitlek
ken van een geheime bij
eenkomst een tijdje terug in
Breda. In welke mate is
'Onze Gerrit' nog van 'ons'?
Hij is tegen wil en dank
van velen, gedropt in Til
burg. Zijn partij heeft zich
daar sterk voor gemaakt.
Toch blijft Gerrit met mod
der gooien.
Het zou wel eens als een
boemerang voor de heer
Brokx kunnen gaan wer
ken.
Oosterhout
A. M. Musters
IN HET artikel 'Wit genees
middel net zo goed, maar
een stuk goedkoper' (De
Stem 15 april 1988) diept He
len Goote de problematiek
uit over merkgeneesmidde
len versus merkloze genees
middelen (loco's). Ten on
rechte gaat Helen Goote er
vanuit dat wij hier te ma
ken hebben met geneesmid
delen die zonder meer on
derling uitwisselbaar zijn.
Velen leven in deze overtui
ging. Ondanks dat de ac
tieve stof scheikundig ge
zien dezelfde is, kan er bij
het verwerken tot een ge
neesmiddel, zoals bijvoor
beeld een tablet, verschil
ontstaan tussen merkge
neesmiddelen en loco's.
Doordat bijvoorbeeld vul-
en bindmiddelen, die de lo
cofabrikant gebruikt, qua
hoeveelheden kunnen wis
selen ten opzichte van het
originele merkgeneesmid
del, kan dit gevolgen hebben
voor de mate en de snelheid
van de opname van het ge
neesmiddel vanuit het
maagdarmkanaal in het
bloed. Als een geneesmiddel
ineens minder werkzaam is
of bijwerkingen geeft, is
men er dan ook niet meteen
op bedacht dat de patiënt
misschien een geneesmiddel
van een andere fabrikant
gekregen heeft.
Problemen kunnen met
name optreden als een pa
tiënt overschakelt van een
merkgeneesmiddel op een
loco, of van het ene op het
andere loco, of van een loco
op het merkgeneesmiddel.
En dit kan gebeuren zonder
dat de voorschrijvend arts
dat weet. Een paar voor
beelden:
1) Een patiënt kan voor een
geneesmiddel naar verschil
lende apotheken gaan, en
die kunnen bij verschillende
leveranciers inkopen.
2) Een en dezelfde apotheker
kan een geneesmiddel van
verschillende leveranciers
betrekken.
3) Als op het recept een loco
staat, en de apotheker heeft
dat niet in voorraad, dan
kan hij het merkgeneesmid
del leveren.
Het is bij therapie be
langrijk dat de hoeveelheid
geneesmiddel die vanuit het
maagdarmkanaal opgeno
men wordt in het bloed, bin
nen bepaalde grenzen blijft.
'In Nederland is kennelijk onvoldoende wettelijke garantie dat de werking van ge
neesmiddelen zoals loco's en merkgeneesmiddelen hetzelfde is' - foto archief de stem
Vooral bij bejaarden, baby's
en jonge kinderen is dit heel
belangrijk: een beetje te
weinig geeft geen respons
op de therapie en een beetje
te veel al snel bijwerkingea
Daarnaast zijn er aandoe
ningen zoals depressie, epi
lepsie of diabetes waarbij
het falen van een therapie
niet veranwoord is.
Dat het zonder meer
overschakelen problemen
kan opleveren, werd on
langs nog bevestigd door de
Reclame Code Commissie
(RCC) in een reactie op de
advertentie die de Ministe
ries van Welzijn, Volksge
zondheid en Cultuur en van
Economische Zaken, begin
januari 1988 in een groot
aantal landelijke en regio
nale dagbladen hebben ge
plaatst. In deze advertentie
werd onder andere meege
deeld dat de apotheker op
verzoek van de patiënt een
duurder (merk)produkt
door een goedkoper genees
middel van dezelfde samen
stelling (kan) vervangen.
Deze advertentie riep toen
heftige verontwaardiging
op van de farmaceutische
industrie en de artsenorga
nisatie.
De overkoepelende far
maceutische organisatie
(Nefarma) heeft het oordeel
over deze advertentie aan
de RCC gevraagd. De RCC
heeft op 8 maart 1988 haar
oordeel gegeven over de ad
vertentie van de ministeries
en ze deed dat in niet mis te
verstane bewoordingen.
Volgens de RCC is de adver
tentie op bepaalde onderde
len onvolledig, misleidend,
onjuist en tendentieus. Wat
betreft de mededeling in de
advertentie dat merkloze
geneesmiddelen even be
trouwbaar zijn als merkge
neesmiddelen is de RCC van
oordeel dat de gedachte kan
doen postvatten dat beide
geneesmiddelen ook de
zelfde therapeutische wer
king hebben. Volgens de
'RCC heeft de Nefarma ech
ter aannemelijk gemaakt
dat chemisch/farmaceu
tisch equivalente genees
middelen niet ook therapeu
tisch equivalent behoeven te
zijn.
In Nederland is er dus
kennelijk onvoldoende wet
telijke garantie dat de wer
king van geneesmiddelen -
zoals loco's en merkgenees
middelen - hetzelfde is. In
de VS bestaat een veel dui
delijkere wetgeving. Toch
vinden we in de medische li
teratuur vele voorbeelden
dat het ook daar misging.
Wij kunnen ons niet voor
stellen dat er in Nederland
(of in andere EG-landen)
met een soepelere regelge
ving minder problemen
zouden zijn, terwijl voor de
patiënt, om wie het gaat, een
loco of merkgeneesmiddel
alleen maar bestaat in ter
men van goedkoop en duur.
Betere voorlichting aan de
patiënt is daarom wense
lijk; deze zal dan bovendien
meer opletten of hij wel
steeds hetzelfde geneesmid
del krijgt.
In deze discussie is echter
nog een ander aspect, dat
niet uit het oog verloren
mag worden, namelijk de
investering die de innover
ende farmaceutische indu
strie doet om tot nieuwe ge
neesmiddelen te komen. Te
genwoordig heeft een far
maceutisch bedrijf zo'n 200
miljoen gulden geïnvesteerd
in de ontwikkeling van een
nieuw geneesmiddel, voor
dat dat middel in de apo
theek ligt. In I960 was dat
nog maar een paar miljoen.
Toen duurde het ook slechts
een paar jaar voordat een
geneesmiddel in de handel
kwam. Terwijl dit tegen
woordig 10 a 15 jaar duurt,
omdat met name de veilig
heidseisen veel strenger zijn
geworden. En dat is op zich
terecht. Maar de Rijksoc-
trooiwet, die begin deze
eeuw van kracht werd, is
niet afgestemd op deze
nieuwe ontwikkelingen.
De Rijksoctrooiwet be
oogde de uitvinder vol
doende te beschermen, maar
ook - gezonde - concurrentie
mogelijk te maken. De uit
vinder wordt in deze wet 20
jaar beschermd. Deze ter
mijn van 20 j aar is echter nu
met betrekking tot nieuwe
geneesmiddelen volkomen
achterhaald. Het deel van
deze termijn waarin een
farmaceutisch bedrijf zijn
investering kan terugver
dienen (de 'oogsttijd'), is te
genwoordig nog maar 5a 7
jaar. Daarna kunnen ande
ren het middel namaken,
zonder enige investering
van betekenis. Dat is geen
kwestie meer van prikkelen,
maar van ontmoedigen.
Want wie wil nog jarenlang
miljoenen guldens investe
ren in de ontwikkeling van
een nieuw geneesmiddel,
dat pas na 10 a 15 jaar mis
schien terugverdiend kan
worden, en wat dan ook in
een paar jaar gerealiseerd
moet zijn?
De oplossing ligt voor de
hand: de octrooitermijn
verlengen. Innoverende far
maceutische bedrijven zul
len dan met recht geprik
keld worden de speurtocht
naar nieuwe en betere ge
neesmiddelen voort te zet
ten. En die zijn nog steeds
nodig, bijvoorbeeld als ge
volg van de vergrijzing van
de bevolking en nieuwe
ziekten zoals AIDS.
Het belang van de patiënt
staat voorop. Dat betekent
dat er
1) garanties moeten komen
voor de gelijkwaardigheid
van loco's en merkgenees
middelen;
2) dat de research naar en de
ontwikkeling van nieuwe
geneesmiddelen niet gestag
neerd mag worden door be
palingen in een wet uit het
begin van deze eeuw.
Tilburg
Dr. Ir. P.J.M. Reijnders
IN UW krant van 6 mei jl.
besprak Hans Rooseboom
mijn boek 'Tussentijds' on
der de kop 'Ina in Nederland
en Ina in Wonderland'.
Twee van uw lezeressen
waren zo vriendelijk mij het
stuk toe te sturen nadat ze
het met enige verontwaar
diging hadden gelezen.
Mede op hun verzoek geef ik
een kort commentaar.
Voorop staat dat een ieder
natuurlijk een boek leest
door een eigen bril (zoals
dat ook bij het schrijven ge
beurt). Recensies zijn, net
als politieke meningen, ge
kleurd door de eigen opvat
ting en de eigen ervaring
maar het wordt wel erg
vreemd als het tegenoverge
stelde wordt beweerd van
wat te lezen valt. Zo stelt de
heer Rooseboom dat in mijn
boek verbijstering over
heerst over de ontwikkelin
gen in Nederland aan het
eind van de jaren '80: 'Ver
geleken met 1968 is de we
reld op zijn kop gezet'
klaagt zij.'
In werkelijkheid heb ik in
het boek getracht aan te ge
ven dat er de afgelopen
twintig jaar veel is veran
derd; in het produktieproces
bijvoorbeeld, in het denken
over zaken als kernwapens
en het milieu of in de ma
nier waarop mensen (sa
menleven. Geen enkel klas
siek politiek antwoord vol
doet daarom meer. Veel
meer mensen dan in de zes
tiger jaren zijn overtuigd
van de noodzaak tot ontwa
pening of van de bescher
ming van het milieu, zoals
de meesten er ook van uit
gaan dat de emancipatie
van vrouwen een voldongen
feit is. In het CDA-pro-
gramma tref je deze punten
bijvoorbeeld ook aan. Dat
kun je een succes noemen
voor de progressieve bewe
gingen en tegelijkertijd een
vervaging van het traditio
nele onderscheid tussen
links en rechts.
In ieder geval heeft het
politieke gevolgen, zeker
voor links. Die constatering
doe ik in mijn boek; niet
meer en niet minder. Dat is
geen verbijstering maar
eerder een poging de veran
derde verhoudingen in de
samenleving in kaart te
brengen en de gevolgen er
van voor de politiek. Was
:Ina Brouwer: „Ik weiger te denken in de 'goeden hier' en de 'kwaden daar'. De wer
kelijkheid is nu eenmaal anders - foto anp
het in de recensie daarbij
gebleven, dan had ik deze
reactie niet geschreven. Er
gerlijk wordt de suggestieve
benadering van de heer
Rooseboom echter als hij
zich buigt over mijn dag
boekaantekeningen uit de
Sowjet Unie. 'Zo kritisch en
fundamenteel protest-min-
ded als Ina in Nederland is'
schijft hij 'zo toegeeflijk is
zij tegenover de grootste po
litiestaat ter wereld'. Hier
overschrijdt de heer Roose
boom de regels van het
(schrijvers)fatsoen. Op geen
enkele wijze kan hij deze
bewering onderbouwea
Wie mijn dagboekaanteke
ningen goed leest, treft een
kritische houding aan te
genover de Sowjet Unie. Dat
is overigens helemaal niet
nieuw.
Meermalen heb ik als ka
merlid voor de CPN bij di
verse ambassades geprotes
teerd voor democratie en
mensenrechten. Het was
zelfs op initiatief van de
CPN-fractie dat kamerle
den per open brief aan Gor-
batsjow verzochten de toen
malige verbanning van Sa-
charow op te heffen. De
CPN koos in 1984 doelbe
wust voor een nieuw partij
program waarin socialisme
onverbrekelijk werd ver
bonden met democratie en
mensenrechten. In precies
dezelfde lijn schrijf ik dan
ook in mijn boek 'Tussen
tijds': 'Angst voor willekeur
en angst voor arrestatie
smoren nu eenmaal een de
mocratie en maken mensen
op den duur passief.
Daarom is het te hopen dat
men zich ook hier gaat rea
liseren hoe belangrijk het is
het recht op oppositie
grondwettelijk vast te leg-
gea' Die uitspraak citeert
de heer Rooseboom echter
niet, evenmin als mijn op
merking dat een open poli
tiek debat nodig is in de
Sowjet Unie maar ook het
afbreken van het stereo
tiepe beeld in het westen
van de Sowjet Unie als 'het
rijk van het kwaad.' Voor
het zover is, zie ik nog vele
obstakels op deze, overigens
noodzakelijke, weg.
We kunnen echter niet
met de armen over elkaar
gaan zitten om te kijken hoe
ze het er déar afbrengen.
Ook hier zijn crisisver
schijnselen, zoals een hard
nekkige werkloosheid en
een cynisch ongeloof in de
toekomst.
In plaats van de huidige
technocratische en boek
houdkundige manier van
politiek bedrijven is een
open debat nodig over onze
problemen en over de fouten
en het falen van het eigen
systeem. In die zin, schrijf
ik in mijn boek, ligt de Sow
jet Unie een straatlengte
voor.
Met deze genuanceerde
benadering weiger ik te
denken in de 'goeden hier'
en de 'kwaden daar'. Een
wijze van denken die de be
trekkingen tussen oost en
west jammer genoeg al te
lang heeft beheerst. De re
den van mijn weigering is
een simpele: de werkelijk
heid is nu eenmaal anders
Jammer dat Hans Roose
boom dat niet heeft begre
pen. Misschien kan hij mijn
boek nog eens overlezen
Amsterdam
Ina Brouwer
ONDER de titel 'de 8 mei
beweging' wordt door de
heer Hoegen de vloer aan
geveegd met deze organisa
tie. Volgens deze theoloog
wil deze alles ondergeschikt
maken, zelfs de paus naar
deze heren richten! Met als
conclusie: een kameel gaat
eerder de hemelpoort bin
nen dan deze. Als leek ben
ik niet zo goed op de hoogte
met wat in het eindoordeel
zal worden gezegd. Wel
vraag ik mij, is deze heer
soms aangesteld als rechter
om te oordelen. Al komt
deze heer uit Oosterhout, er
is een zegswijze dat de wij
zen niet uit het oosten hoe
ven te komen. Met waarde
ring zag ik het artikel in de
krant over pastoor De Bok
uit St. Willebrord. Deze
priester oordeelt niet maar
staat als herder tussen zijn
parochianen om te helpen
waar nodig is. Misschien
kan de rechter uit Ooster-
hout nog iets leren van deze
priester, die niet als een fa
rizeeër de Heer dankt dat
hij niet is zoals de anderen.
Als er in het verleden velen
teleurgesteld de kerk heb
ben verlaten, dan is de oor
zaak vooral gelegen in de
autoritaire wijze van de lei
ding, die het alleen weet. Als
deze zeer geleerde het evan
gelie leest, dan kan hij we
ten dat de maatstaf van
Christus anders is dan van
deze heren. Ik wil niet goed
praten dat er misstanden
zijn, maar nog altijd geldt
het oordeel 'oordeel niet op
dat gij niet geoordeeld
wordt' en verdachtmaking
en laster zijn niet de beste
methoden om in liefde een
gemeenschap op te bouwen.
Maar degene die zonder
zonden is, werpe de eerste
steen.
Langeweg
H. Beljaars
IIË22
OPOE-
sT0A
N/OOK
NOU-'
RU**'
ZATERDAG 14 mei ver
scheen er een paginagroot
artikel in de weekendbij
lage van De Stem onder de
titel 'Joden in Zuid-Neder
land'. Door de innige ver
menging van citaten en me
ningen van velen, die niet op
de hoogte zijn van de Bre
dase en Westbrabantse si
tuatie ontstaat een beeld
over het joodse leven in
Breda wat op zijn minst op
gespannen voet staat met de
werkelijkheid. Vreemd ge
noeg werd, om een meer
realistisch beeld te schep
pen, niet gevraagd naar de
mening van de enige en
springlevende Bredase
joodse gemeenschap. Ik ci
teer uit de krant: „Het
drama in één voorbeeld. De
vooroorlogse joodse ge
meente Breda, in 1942 nog
225 leden sterk, is bijna ge
heel aan de grote vernieti
ging ten offer gevallen. Tien
waren er over na de oorlog.
Berooid en onmachtig. Ze
begonnen weliswaar op
nieuw, maar de synagoge
heeft tot vandaag alles bin
nen zijn muren gehad, be
halve een joodse gemeente.
En ook' voor het overige is er
in de Baroniestad van
joodse aanwezigheid eigen
lijk niets te merken." „Begin
1988 wordt door mensen van
verschillende gezindten uit
West-Brabant de stichting
Herbouw Synagoge Breda
opgericht. Men wil het ge
bouw weer ter beschikking
stellen van de joodse ge
meenschap in West-Bra
bant. Uit genoemde plannen
mag niet worden afgeleid
dat er weer betere dagen
gloren voor joods leven in
Zuid-Nederland, bezweert
de heer De Goede." En ver
der: „Een gerestaureerde
synagoge in Middelburg be
tekent slechts een monu
ment meer in de Zeeuwse
hoofdstad en niet een nieuw
levend joods centrum. West-
Brabant bezit evenmin po
tentieel voor de toekomst."
„Toen wij tien jaar geleden
in Brabant kwamen wonen,
vertelt de heer De Goede
waren er geen joodse con
tacten, was er eigenlijk
niets meer." Uit deze citaten
komt het beeld naar voren
van een nauwelijks be
staande, nauwelijks levende
joodse gemeenschap in de
regio Breda. Niets is minder
waar. Maar dat de heer De
Goede toen niet goed wist
hoe hij contacten moest leg
gen, dat was ons reeds be
kend en is ook nu weer
schrijnend gebleken. Wat is
wel de situatie? Na de grote
ramp hebben zij, die ons
resten, met de moed der
wanhoop de zaak van het
traditionele jodendom
staande gehouden. Natuur
lijk met weinigen, natuur
lijk met beperkte mogelijk
heden, maar men heeft de
zaak draaiende gehouden,
voor continuïteit gezorgd en
initiatieven genomen, zoals
het bouwen van een nieuwe
synagogeruimte in 1972. In
het laatste decennium heb
ben de activiteiten zich al
leen maar uitgebreid. Bij
eenkomsten op bijna alle
joodse feestdagen, sjabbat-
diensten, leren uit de Torah,
Hebreeuwse lessen, zieken
bezoek, sociale contacten
tussen de leden zijn een
veelkleurig palet van een
levende joodse gemeen
schap. Daarin is ook geen
plaats voor een kunstmatig
onderscheid tussen sociale
en religieuze activiteiten,
daarvoor is het joodse leven
te veel verweven, het een
ondersteunt het ander, het
ander ondersteunt het een.
Maar natuurlijk in absolute
WAT IS eigenlijk het verschil tussen het racisme van conser
vatieve blanken in Zuid-Afrika en dat van CDA, PvdA en
WD. Zowel apartheid als de steun aan het marxistische ANC
lijken mij gebaseerd op de racistische doctrine dat de 'onder
ontwikkelde' zwarten prima passen in de 'vrede en gerechtig
heid' van een socialistische eenpartijstaat Het is immers
naïef om te veronderstellen dat een socialistische eenpartij
staat slechts een tijdelijke fase is in de ontwikkeling van een
'bevrijd' land. Als Afrikaners en andere stammen bij 'een
man, een stem', bang zijn voor de grote meerderheid moeten
zij evenals bijvoorbeeld de Tamils op Sri Lanka een vorm van
zelfbestuur eisen. Daarover wil het ANC echter niet onder
handelen.
Kruisland
L. Nelen
36
zin beperkt (geen AntwerJ
pen of Amsterdam), maat M
relatieve zin zeer levend
zeker niet vergrijsd, met eg]
grote solidariteit om de er
fenis van het verleden voorl
te dragen. En het is die
meenschap die dan gecon-
fronteerd wordt met spon-l
tane actie vanuit organise]
ties, burgerij en gemeentel
bestuur om te komen
herinrichting van de syna-
goge op de historische piet]
waar sinds 1945 de synagc
van Breda was gevestij
En wij schrijven dan op
juli 1986 aan het gemeentel
bestuur: en als het dan moj
gelijk kan zijn dat de hui]
dige Bredase joodse
meenschap, als erfgen;
van de vertrokkenen, hu
culturele en religieuze id<
titelt kunnen continui
op diezelfde historh
plek, dan is dat een waai
monument ter nagedacht
nis, omdat het getuigt
onze wil door te gaan,
geschonden ook, op
schier eindeloze weg, die
door onze voorouders
gewezen. En wat kt
wij ons beter wensen
een levend monument
nagedachtenis? En het
dan triest te moeten coi
teren hoe anderen niet
hinderd door een teveel
kennis, door hun opmerkii
gen proberen weloverwt
plannen te torpederen
hun eigen positie prober
op te poetsen. Het zal
joodse gemeente Breda
niet verhinderen de ing<
gen weg naar een levt
en nog steeds groeiende
meenschap te vervolj
Daarin past niet een
mistische en onjoodse
die zich van de toekomst al]
keert en onze onderga
aankondigt. In dat kat
past wel de inrinrichtti
van een nieuw huis van
menkomst op die emotior
en historische plek, in
centrum van Breda naar'
hopen met hulp van veli
uit de Bredase geme
schap. Het is jammer
het nodig was de £c
beeldvorming over ji
Breda, die spreekt uit
Stem-artikel, te moeten
rigeren. Dit had ki
worden vermeden door
deze meer ter zake
dige personen te raadple
en dan had de evidente aa
wezigheid van de joodse
meente Breda in het
evenwichtiger kader
het overzichtsartikel
nen worden geplaatst
op zichzelf lovenswaardi
tiatief.
Breda
dr. I. Heertje,
voorzitter joodse gemi
Breda
GEHANDICAPTEN zitH
in een hoek van de
schappij waar de
klappen vallen. Ik heb
ren dat het heel moeilijl
om daadwerkelijke
voor onze hulpbehoevi
omstandigheden te krijt
Overal vind je een syraf
thiek oor, maar als het
verbetering der dingen
komt word je nogal eens
Ieurgesteld. Zou er bijvi
beeld voor de gehandicai
geen betere plaats genu
kunnen worden bij Ta!
en bij andere feestelijke
beurtenissen waai
Breda in de zomer zo rijkj
Ik heb allerlei instanties!
schreven, van de oude
ningin tot en met buij
meester Feij van Breda
heb van allen positieve
woorden gehad. Ik wacht]
op de positieve daden.
Breda
A. Strybos
Er worden nu nog 21 mijn
werkers vermist, en de
autoriteiten gaan ervan uit
dat zij allen zijn omgeko
men.
Elf omgekomen mijnwerkers,
die in de buurt van de schacht
opening lagen, worden nu naar
de oppervlakte gebracht. De
reddingwerkers stelden don
derdag alles in het werk om de
lichamen van zeven omgeko
men mijnwerkers, die door
we
zq
De president en zijn vrouw Na-
BRUSSEL (ANP) - Minister
Van den Broek van Buiten
landse Zaken meent datde
Moskouse topconferentie
heeft bijgedragen tot een
verdere verbetering van de
betrekkingen tussen oost en
west.
Na het verslag dat de Ameri
kaanse minister van Buiten
landse Zaken George Shultz
donderdag in Brussel zijn NA-
VO-collega's uitbracht, ver
klaarde de Nederlandse be
windsman het resultaat van
het overleg tussen president
Reagan en partijleider Gor-
batsjov vooral van belang te
achten voor het politieke kli
maat tussen de twee super
machten.
De minister toonde zich niet
bezorgd over berichten over te
leurstelling over de geringe
concrete resultaten, en irritatie
van Sovjetzijde over de manier
'aarop de president de men-
inrechten ter sprake heeft ge-
-racht.
i.Je moet proberen daar
uoorheen te kijken", aldus de
""'"'ster. „Ook in de Sovjetunie
JEW YORK (RTR/ANP) -
>P de Newyorkse effecten-
"ïurs circuleren geruchten
,at Koninklijke/Shell
uoep de Amerikaanse olie-
laatschappij Texaco heeft
"ïnaderd over het uitbren-
'en van een vriendelijk
Jvernemingsbod.
^at zou hoger moeten uitvallen
lan het door Texaco afgewezen
van grootaandeelhouder
-ari Icahn. Woordvoerders van
ie twee concerns wilden geen
commentaar geven op de ge
dichten.
I<*hn, met een belang van
K 1Procent de grootste aan
deelhouder van Texaco, bracht
tenge week een bod uit van
"ïstig dollar per aandeel. Daar-
ïee wordt het concern ge-
raardeerd op 14,5 miljard dol
lar. Texaco heeft het bod als 'il-
usionair' van de hand gewe
en. Het concern twijfelt sterk
ian Icahns financiële
qkheden.
moge-
Vol geiis de geruchten op
vall Street wil Shell 64 dollar
er aandeel betalen. „Shell is in
aat en bereid op te treden als