W E E K E
DE POSITIE VAN DE
BUITENLANDERS IN
ONS LAND WORDT
ER NIET BETER OP
jk
ïdheidsredenen
It
ZATERDAG IQ
21 ME1198810
e positie van buitenlanders in Ne
derland is regelmatig in het nieuws. Vorige week nog
schreven achttien grote steden een brief naar de
Tweede Kamer. De steden, waar de meeste buitenlan
ders wonen, willen meer geld voor de bestrijding van
de problemen. Breda is zo'n stad. Ook daar proble
men te over. Werkloosheid en slechte huisvesting zijn
daarvan de meest in het oog springend voorbeelden.
Veel buitenlanders zitten bovendien klem tussen het
verlangen terug naar hun vaderland te gaan en de
praktische onmogelijkheid van dat verlangen. Daar
naast is er ook nog eens discriminatie. Veel buitenlan
ders zijn inmiddels in de problemen geraakt. Vaak zijn
dat psychische problemen. De toeloop van buitenlan
ders bij het RIAGG is schrikbarend toegenomen.
Zes kinderen
Uitgegleden
Herhaling
Achtergesteld
Somber
Remigratie
en met hun pogingen af te
gebeurt door over te stappen
r voedselpatroon. Niet per se
ar wel anders eten en drin-
idsters weten waarover
lat ze zelf de cursus doorlo-
Ze hebben zelf ook gevoch-
de bekoring van 'verboden
rtelt Schouten.
Wever van het Voorlich-
van de voeding vindt dat het
dieetkundig goed in elkaar
alleen sceptisch tegen de me-
)p afgevallen wordt.
temen 18.000 mensen, vrijwel
wen, deel aan de cursussen.
1 stijgt ieder jaar. Er heerst
m hyperslank te zijn en veel
besteden aan het uiterlijk,
'amen meer cursisten uit ge-
;denen, nu om een paar kilo
om aan het slankheidsideaal
aldus Schouten.
en vallen af voor hun uiter-
meer mannen uit gezond-
!n zouden moeten afvallen, is
van dokter Renate Rufer,
skundige van Hoffman-Laro-
el. „Vrouwen willen voldoen
ïld dat damesbladen en com-
opdringen". Uit een onder-
iet Centraal Bureau voor de
2BS) blijkt dat 30 tot 50 pro-
e vrouwen zich te dik vindt,
i te dik?
rdt de QI-index (Quetelet In-
ikt. Öie wordt gevonden door
t in kilo's te delen door het
/an de lengte in meters. Een
n 1.80 die 90 kilo weegt, heeft
90:(l,80xl,80) is 27,7. In dat
It gesproken van een matig
t. Een QI tussen 20 en 25 be-
normaal lichaamsgewicht,
het CBS heeft 34% van de
24% van de vrouwen een QI
n 30 en dus een matig overge-
een ernstig overgewicht (QI
10) kampt 4% van de mannen
de vrouwen.
overgewicht brengt een ver-
met zich mee voor allerlei
atig overwicht kan niet veel
ir de gezondheid. In samen-
een ongunstige vetverdeling
ge bloeddruk, suikerziekte of
en is het echter oppassen ge-
ex geeft aan wanneer je om ge
redenen moet lijnen. Dertien
m de Nederlanders vermagert
h voorschrift. Schattingen ge
it circa drie miljoen Nederlan-
afslankkuren voor kortere of
ermijn volgen. Volgens het
agsbureau voor de voeding
elk cijfe door een ander ver-
irden, omdat er weinig onder
gedaan is.
Rufer merkt op: „Dik zijn is in
restatie gerichte maatschappij
ardig. Dat geloven dikke men-
hun zelfvertrouwen daalt en
raken zelfs sociaal geïsoleerd,
deren worden al beïnvloed als
barbiepop spelen. Het hyper-
ia anorexia-achtige type is po-
dan de weldoorvoede baby-
kt ze cynisch op.
vas dik zijn een teken van
rijkdom en welvaart. Alleen
en konden in tijden van oorlog
snood dikke buiken kweken,
enoeg worden rijkdom en wel-
nwoordig verbonden met slank
westerse wereld is bijna ieder-
:erd van voldoende voeding".
onderzoeken valt 90 procent
jners terug in zijn oude voe-
wnten en komt binnen een jaar
f zelfs boven het oude gewicht.
It het jojo-effect genoemd,
sns heeft een eigen ideaal ge-
irnaar het lichaam streeft. Je
1 op het ideale gewicht blijven
:1e leven op je voedingspatroon
negebruik te letten. Voldoende
is eveneens onmisbaar", zegt
ïfer. „De eeuwige lijner herken
niet, omdat hij of zij het ideale
:ft. Dat vindt althans de bui-
maar het lichaam zelf niet".
It dat in sommige gevallen ge
inschappers zoals psychologen
ien dan een diëtist me een ver-
skuur. „Emotioneel eten is een
e factor bij overgewicht of on-
it (anorexia nervosa). Mensen
ïrveling, kwaadheid of verdriet,
mensen eten hun bord leeg ook
ze geen honger. In hun kinder
ben ze geleerd dat mammie al-
vas met een leeg bord".
't Hart zegt het zo in NRC
lad (22 augustus 1987): „Lij-
slechtste manier om overtollig
;ewicht kwijt te raken. N'e'
ijnt zich te realiseren dat dikte
gswaarde heeft. In tijden van
honger en oorlog hebben
msen een grotere overlevings-
magere figuren. Het is niet ver-
k dat hetlichaam er helemaal
ebrand is die waardevolle ver-
ad prijs te geven,
nand begint te lijnen, is dat voor
am een teken dat tijden van
zijn aangebroken. Daar is hel
bewaard. Zodra de lijner beslo-
om zijn vermageringsdieet 'e
:n, begint het lichaam weer 'e
k
E
D
Door Michel Theeuwen
Deze week vierden de moslims het einde
van de 40-daagse vasten, de Ramadan.
Maandag hadden de Marokkanen en
dinsdag de Turken hun Suikerfeest. Na
een eigen lichamelijke en geestelijke zui
vering, worden op die dag de kwade
geesten verdreven. Iedereen bezoekt die
dag zijn familie in een vastgestelde volg
orde: eerst de ouders, dan de oudste
broer van je vader, daarna je eigen
broers. De gasten worden onthaald op
veel suikergoed. Vandaar de naam.
Het is een groot feest voor de moslims.
Maar het is ook typisch een dag waarop
maar weer ëens duidelijk wordt dat ze
niet in hun eigen land wonen. Moham-
Mauklikha (56) dacht maandag
juist aan de manier waarop ze het thuis
in Marokko vieren. Hij heeft geen fami
lie in Nederland en moest zich dus be
helpen met vrienden en kennissen. Maar
dat liep niet echt lekker, want iedereen
wil bezoek hebben. De rol van gastheer
is de meest begeerde. Het uitdelen van
het suikergoed geeft het meeste aanzien.
Het lekkers krijgen is niet zo'n gewaar
deerde rol: het zijn thuis immers altijd
de minderen die op bezoek gaan.
Mauklikha vertelt zijn verhaal via M.
Rerhioui, een Marokkaanse maatschap
pelijk werker van het Instituut voor
Maatschappelijk Welzijn in Breda. Ne
derlands verstaat Mohammed een klein
beetje, maar „discussiëren of uitleg ge
ven zou niet kunnen", zegt Rerhioui. De
vragen in het Nederlands leveren alleen
een bescheiden glimlach en een door
knikken begeleid „ja, ja" op. Maar dat
wil niet zeggen dat de man zijn verhaal
niet kan vertellen. Druk gebarend met
zijn handen en gebruikmakend van zijn
mimiek maakt hij hetgeen hij te zeggen
heeft duidelijk aan de maatschappelijk
werker.
Later komt Fatima, 11 jaar oud en daar
mee de oudste van de zes kinderen van
Mauklikha, binnen. Normaal helpt zij
haar vader bij contacten met de sociale
dienst en het invullen van formulieren,
zoals haar 'eigen' kinderbijslagbiljet.
De kinderen zijn een bron van vreug
de. Als zijn zoontje van drie uit de tuin
"aar binnen komt, straalt er een brede
glimlach over het gezicht van Mauklik-
lia. De trotse vader knuffelt zijn jongste
'dg. Het jongetje drukt zich in een stoel,
handje in vaders grote hand, en bekijkt
van daaruit het vreemde bezoek met
grote kijkers en serieus gezichtje. Later
komen ook drie van de vijf dochters bin
nen.
Zij zijn allemaal tweetalig: op school
leren ze Nederlands, thuis Marokkaans.
Maar diezelfde kinderen vormen ook nu
d een bron van zorgen. Met de RWW-
mtkering van 1492 gulden kan
Mauklikha zijn kinderen niet vee! bie
den. Als oudere man kan hij zich nog wel
neerleggen bij een lager inkomen, maar
de kinderen eisen meer. Goede kleding
bijvoorbeeld. Maar op de kwaliteit van
de kleding kan niet gelet worden, het
gaat er alleen om het goedkoopste te vin
den. Het gevoel tekort te schieten Hink*
door in Mauklikha's woorden.
Dat geldt ook voor de inrichting van
bet huis. Die bestaat voor het overgrote
deel uit tweedehans meubeltjes en afge
trapte vloerbedekking. Een aantal para-
depaardjes uit het geboorteland moeten
bet gebrek aan luxe vergoeden: de rijk
fersierde klok, het wandtapijt met ren
tende paarden, de schilderijtjes met
"oestijntaferelen.
Maar het geldgebrek leidt tot meer pro
blemen. Het huis in het Heuvelkwartier
in Breda is met zijn drie slaapkamers al
lang te klein; de vier middelste meisjes
slapen op een kamer, Fatima, de oudste
heeft een eigen kamertje en het zoontje
van drie slaapt bij zijn ouders. Om geld
uit te sparen, zocht hij geen grotere,
duurdere woning. Nu brengt hij maande
lijks 246 gulden naar de gemeente. De
huursubsidie doet daar nog eens 40 gul
den bovenop. Maar die huursubsidie is
een te onzekere factor, vindt Mauklikha;
elk jaar betaalde hij voor dit huis al
meer. Hoe moet dat gaan als hij een
duurdere woning betrekt. Hij zag er dus
van af. Tot hij er een half jaar geleden
achter kwam dat wat hij met de goedko
pe, maar slecht onderhouden woning uit
spaarde, meteen overgemaakt kon wor
den naar de energiebedrijven. Dat geld
vliegt door de kierende ramen naar bui
ten. Sindsdien staat het gezin ingeschre
ven voor een ander huis. Dat zal nog wel
even duren vertelt Rerhioui, want juist
de woningen voor grotere gezinnen zijn
zeer schaars, ook in Breda.
Met de problemen op het gebied van
de huisvesting kwam de Marokkaanse
man bij het maatschappelijk werk te
recht. Maar er is veel meer aan de hand.
De contacten met de familie, zo belang
rijk in de Marokkaanse cultuur, leiden
ernstig onder het geldgebrek. De bij veel
buitenlanders gebruikelijke jaarlijkse va
kantie zit er niet aan. Een vliegreis voor
acht personen of een grote, goede auto
kan Mauklikha niet betalen. De morele
ondersteuning door de familie heeft hij
node gemist sinds hij op 19 oktober 1969
Marokko verliet. De datum lijkt, zoals
bij zoveel buitenlanders, in zijn geheugen
gegrift.
Het doel van zijn komst was duidelijk:
hard werken om geld te sparen, terug
gaan en daar een fietsen- en brommer-
winkel annex werkplaats openen. Het is
er nooit van gekomen. Toen Mohammed
nog zoveel mogelijk overuren maakte en
ploegendienst draaide onderhield hij zijn
familie thuis van dat geld. Maar in Hol
land werd alles duurder en bovendien
ging het mis. In de winter van 1975 gleed
Mauklikha uit toen hij de fabriek uit
kwam. Met zijn heup klapte hij op de
stoeprand. Na twee operaties en zes
maanden rust werd hij afgekeurd voor
het zware sjouwen en lang staan. Aange
past werk op de fabriek was er niet al
tijd. Zodat hij toch weer te zwaar werk
deed.
Inmiddels kwam zijn vrouw over, om
hem te verzorgen toen hij het bed moest
houden. Na vijf jaar ziek zijn, werken,
weer ziek zijn en nog eens werken werd
Mohammed Mauklikha bij een reorgani-
satieronde ontslagen. Zo kwam hij in een
bijstandsuitkering terecht. Iets waar hij
geen genoegen mee neemt. „Daarvoor
ben ik niet gekomen. Ik heb de premies
betaald aan de bedrijfsvereniging. Mocht
er iets gebeuren dan ben je verzekerd,
krijg je daar iets voor terug". Er was nog
genoeg ander werk dat hij kon doen vol
gens de arbeidsdeskundige van het
GAK. Een tijdje zocht de Marokkaan
nog naar die baantjes,
wijzingen gaf hij het
jes. Na een aantal af-
- 'J
werk meer voor hem. Ook het Geweste-
op; er was geen
lijk Arbeidsbureau liet niets van zich ho
ren. Tot, een jaar geleden, Mauklikha 55
jaar werd. Toen schreef het GAB dat hij
in de 'bak' onbemiddelbaar terecht was
gekomen. Onbemiddelbaar staat voor
geen kans op werk, staat voor hopeloos
geval.
Erdal Denlz (24), Artf östürk (23) en Murat Parmakslz (21). Erdal en Arlf zien hun toekomst somber In. Als ze de kans krijgen gaan ze terug naar Turkije.
- FOTO MARCEL BEKKEN
'Als ik de lotto win, ga ik'
Murat Parmakslz slaagde er na veel omwegen In om In Nederland verder te gaan
studeren. HIJ zit nu voor de tentamens van het eerste Jaar van de HBO Verpleeg
kunde. - fOTO DE STEM/JOHAN VAN GURP
Het is het verhaal van zoveel buitenlan
ders die in de jaren zestig en zeventig
naar ons land kwamen om hier hard te
werken. Nu is naar schatting 50 procent
werkloos of arbeidsongeschikt. Ze wer
den destijds gehaald door fabrieken als
Enka, Philips en Hoogovens. Later werd
de werving van arbeiders een zaak van
de Nederlandse regering.
In de landen rond de Middellandse
Zee werden immigratiebureaus opgericht
die jonge en gezonde werkers aantrok
ken. Ze kwamen hier tijdelijk werken,
dat dachten ze zelf en dat dacht ook de
regering. Na een tijdje zouden ze terug
gaan, met het gespaarde geld. Het zou
anders lopen. De mannen lijden onder
het alleen zijn, zijn vaker ziek, werken
minder goed. Vanaf 1970 lieten ze hun
vrouwen en kinderen overkomen. Zo
kwamen ook de Turkse jongens Murat
Parmaksiz (21), Erdal Deniz (24) en Arif
Östiirk (23) in Breda.
Alle drie zijn ze nu 8 jaar in Neder
land. Ze hadden heel andere plannen
dan hun ouders. Na de middelbare
school en het Turkse lyceum, vergelijk
baar met de HAVO, wilden ze verder
studeren desnoods in Nederland. Alleen
Murat is daar in geslaagd. Hij zit nu
voor de tentamens van het eerste jaar
van de HBO Verpleegkunde.
Als dertienjarige werd hij door zijn
ouders naar Breda gehaald. Hij wilde
niet. Zijn studie kwam in gevaar omdat
hij het Nederlands niet machtig was. Hij
kreeg bijna gelijk. Na een jaar lagere
school en een jaar op de Internationale
Schakelklas van de mavo kreeg hij het
advies naar de ITO te gaan. Bij het toela
tingsexamen kreeg hij het advies toch
maar naar de mavo te gaan. Murat pro
beerde het een half jaar.
„De stof was alleen een herhaling van
wat ik al wist, maar dan in een andere
taal. Ik zette door en mocht naar de ha
vo. Het niveau bleef te laag. Inmiddels
was ik de oudste leerling van de school.
Mijn zusje van 15 dat eerder naar Neder
land kwam, zat ook op de havo, terwijl
ik haar al lang had moeten inhalen. In
het vierde jaar wilde ik niet meer. In
Turkije zou ik al lang op de universiteit
gezeten hebben om medicijnen te stude
ren, mijn ideaal. Nu was ik nog steeds
niet verder dan de havo, die ik ook in
Turkije al gedaan had. Dat deed pijn".
Via een docent van Sociale Academie
Markendaal en iemand van het Centrum
Buitenlanders kwam Murat uiteindelijk
terecht op de HBO-V. De decaan daar
wees hem de weg naar het ministerie van
Onderwijs, waar hij een ontheffing
kreeg. Met hulp van school en bekenden
lijkt Murat het te gaan halen. Volgende
week krijgt hij de uitslag van de tenta
mens voor het eerste jaar.
Zijn vrienden Erdal en Arif zijn niet
zo fortuinlijk geweest. „Ik was 16 jaar",
vertelt Erdal in gebrekkig Nederlands,
„toen mijn vader mij met mijn broer
hierheen haalde om te komen werken. Ik
had de leeftijd om mee te werken voor de
familie. De baas zei: taal is niet nodig. Je
hoeft alleen te werken, niet te praten.
Net als een robot".
Zo leerde hij nauwelijks Nederlands
en kon hij zijn studie wel vergeten. Sinds
bijna twee jaar is hij bovendien werk
loos. De Turkse heftruckchauffeur wilde
het vervelende klusje dat zijn baas hem
opdroeg niet uitvoeren. Werkweigering
concludeerde zijn chef en ontsloeg hem
op staande voet. Pogingen om ergens an
ders aan de slag te komen liepen op niets
uit. Nu werkt hij af en toe via een uit-
zendburau.
Daarbij kwamen nog eens problemen
thuis. Vier jaar geleden trouwde Erdal
met het nichtje dat zijn ouders voor hem
gekozen hadden. Dat was tijdens een va
kantie thuis in Turkije. Het jonge paar
trok in bij vader in Breda. Op drie slaap
kamers woonde, behalve Erdal en zijn
vader, ook nog zijn oudste broer met
vrouw en kinderen. Dat past in de fami
lietraditie: je vader voedt je op en zorgt
voor je. Daarna moetje iets terug doen.
Maar de Turkse jongeren in Neder
land gaan daar anders over denken. „Als
je getrouwd bent, wil je je eigen huis
hebben, je eigen verantwoordelijkheid.
Onze ouders denken nog steeds dat wij
niet zonder hen kunnen". Erdals vader
accepteerde niet dat zijn zoon hem zou
verlaten. En dus ging Erdal met ruzie
weg uit zijn ouderlijk huis. Een maand
geleden kreeg hij een huisje in Kesteren
toegewezen.
Ook Arif was volgens zijn vader oud ge
noeg om te gaan werken. Ook hij wilde
gaan studeren. Het verhaal is echter wat
gecompliceerder. Hij voelt zich gediscri
mineerd. „Toen ik begon met de grond-
cursus lassen bij het Centrum voor Vak
opleidingen Volwassenen zeiden ze al: je
haalt het toch niet. Dan denken ze na
tuurlijk, die buitenlanders zijn alleen
goed om te werken, studeren hoeft niet.
Maar ik heb mijn diploma wél gehaald.
Nu wacht ik al één jaar op de vervolg
cursus fotolassen. De Nederlandse jon
gens konden allemaal meteen door
gaan".
In hoeverre er op de arbeidsmarkt en
op scholen bewust gediscrimineerd
wordt is moeilijk te zeggen. Het Cen
trum Buitenlanders in Breda probeert de
achterstelling met cijfers aan te tonen.
Onder de buitenlanders in de stad is de
werkloosheid hoger, ongacht of ze ge
schoold, ongeschoold, man, vrouw, jon
ger of ouder zijn. Om de hoge werkloos
heid onder buitenlandse jongeren (in
1985 nog 32 procent) te bestrijden, komt
het Centrum Buitenlanders met een
scholings- en arbeidsproject. De jonge
ren krijgen een opleiding, maar zijn tege
lijk ook al bijna zeker van een baan.
Daarvoor is wel de medewerking van het
bedrijfsleven vereist. Het grote voor
beeld is Helmond, waar een dergelijk
project al 150 Nederlandse en buiten
landse jongeren aan het werk heeft ge
holpen.
In het onderwijs ligt het wat subtieler.
Daar is bijvoorbeeld de CITO-toets een
doorn in het oog van het Centrum. „Met
de uitslag van die toets wordt bepaald
naar welke school een kind kan gaan.
Daar staan dan bijvoorbeeld vragen in
over de 80-jarige Oorlog. De buiten
landse kinderen kunnen daar niets van
afweten, want dat hebben ze in Turkije
natuurlijk niet geleerd. Het gevolg is dat
de kinderen vaak lager ingeschat worden
en dus niet veel verder komen dan de
LTS of de LHNO", vertelt Huib Bloem-
hard, de Bredase consulent van het Cen
trum voor Midden-Brabant. „Wij probe
ren vooral de leerkrachten te laten inzien
dat ze andere maatstaven aan moeten
leggen bij buitenlandse kinderen. We
hebben daarbij het geluk dat Breda extra
subsidie krijgt voor het onderwijsvoor-
rangsprojekt. Zo hebben we de contact
persoon tussen scholen en Marokkaanse
en Turkse ouders, waar eigenlijk geen
geld meer voor was, kunnen behouden",
aldus Bloemhard.
Op langere termijn kunnen dit soort op
lossingen misschien vruchten afwerpen.
Erdal en Arif zien hun toekomst somber
in. De jongeren verwachten niets meer
van Nederland. „De Nederlanders willen
ons niet meer", roepen ze in koor. Bij de
Sociale Dienst, bij het Arbeidsbureau
voelen ze zich slecht behandeld. „Daar
zijn wij 5e klas burgers", zegt Erdal. „Als
ik op straat loop, kijken alle Nederlan
ders naar mij. Ik voel dat ze mij weg wil
len hebben uit hun land". Net als Mo
hammed Mauklikha voelt ook deze
tweede generatie zich niet thuis in het
letterlijk en figuurlijk koude Nederland.
En dan komt de terugkeer naar het ge
boorteland om de hoek kijken.
„Ik speel mee in de Lotto. Als ik win
ga ik terug", zegt Erdal. Hij kan er nog
om lachen. Maar zijn uitspraak typeert
de situatie. Het geld dat ze hier wilden
sparen om er in Turkije of Marokko een
bedrijfje te beginnen, is opgegaan toen
ze werkloos of arbeidsongeschikt wer
den. In het land van herkomst is geen
werk of ze zijn te oud en te ziek om het
daar te redden.
En ook de remigratieregeling 1985 is
geen oplossing, zo blijkt uit de gesprek
ken. De buitenlander zou kunnen terug
keren met een maandelijkse uitkering
van tussen de 950 en 1080 gulden. Maar
er zijn veel nadelen. Mauklikha zette ze
op een rijtje, toen hij er steeds meer over
dacht terug te keren naar zijn familie: hij
verliest de kinderbijslag, tegemoetko
ming in de studiekosten, ziekenfondsver
zekering en de huursubsidie. Bovendien
gaat er dan ook nog eens het verhaal dat
de remigratie-uitkering niet aankwam bij
de teruggekeerde buitenlanders. Een ver
haal dat, waar of niet, zich snel ver
spreidt.
En dan zijn er nog de emotionele pro
blemen te overwinnen. Zeker de oudere
kinderen willen niet mee. Ze hebben hier
hun vrienden, hun school, een zekere
welvaart en een zekere vrijheid. Of de
ouders gunnen hun kinderen dat en blij
ven hier zitten kniezen, of er ontstaat een
conflict waarvan het einde nog niet in
zicht is. Nu op proef gaan en als blijkt
dat het niet lukt terugkomen is er niet
bij. Wie in aanmerking wil komen voor
de uitkering in het geboorteland moet,
zwart op wit, beloven niet meer terug te
komen.
Dat durven veel buitenlanders niet
aan, gezien de financiële en emotionele
problemen. En dus blijven ze in een land
waar ze geen toekomst hebben, waar ze
door velen met de nek aangekeken wor
den en waar ze liefst zo snel mogelijk
weg zouden gaan. De vader van Murat
heeft een maagzweer. Dat is een licha
melijke kwaal met een geestelijke oor
sprong. De man wordt gekweld door
heimwee. Mohammed Mauklikha zegt
als 'man' en hoofd van een familie het
hoofd boven water te willen houden. Hij
wil niet in een psychiatrische inrichting
terecht komen. Zijn maatschappelijk
werker vertelt dat de toeloop van buiten
landers naar de Regionale Instellingen
voor Ambulante Geestelijke Gezond
heidszorg (RIAGG) schrikbarend toe
neemt. Hij zucht. Met Mauklikha moet
hij een route uitstippelen voor de toe
komst. Het pad heeft veel weg van een
cirkel. Een cirkel die spiraalsgewijze naar
beneden draait.