destem DE SCHAAL IS ERG KLEIN EN WORDT NOOIT GROTER ZATERDAG I r\ 14 ME11988 \C iDER: „Ik denk jn jongetje gaat ie gaat bij een naar achten of sen. Hij gaat niet Is te leren. Hij die zes binnen te lie acht. ZATERDAG IQ 14 ME1198810 s er nog joods leven in Zuid-Neder land In 1984 schreef drs. E. van Voolen, medewer ker van het Joods Historisch Museum in Amsterdam en rabbijn in Arnhem, in het boekje 'De Mediene' over de geschiedenis van het joodse leven in de Neder landse provincie: „De moord op honderdduizend Ne derlandse joden heeft vrijwel definitief een einde ge maakt aan een kleurrijk joods leven in de Mediene" (het jiddische woord voor wat randstedelingen - soms neerbuigend - de provincie noemen). En in hetzelfde boekje gaat J. Stoutenbeek nog verder met te zeggen, dat de oorlogsjaren niet slechts een breekpunt, maar een afsluiting vormen van 350 jaar geschiedenis van de joden in de Medie ne. Is daarmee alles gezegd Of dienen zich na een te lange winter toch weer voorboden van een nieuwe lente aan De Mediene beneden de rivieren anno 1988. Tumult Wortels Isolement Sfeer Nieuwe cellen Toekomst Koosjer c: - FOTO MARCEL BEKKEN iden aan de school. „Ze een zekere graagte komen vindt hij. Het Kompas ker niet als een spijbelop- Wij hebben een school ;rken van een school." oofd is er voorstander van lel poeha iets proberen te jrobleem. „Ik heb van na- kel aan humbug. Je moet I >r aanpak erbij past. Zo is :wuste keuze om het Kom- l te profileren. Daarnaast luxe vrij kleinschalig te n. Zo kun je in de prakf g meer zus aanpakken en r zo." vak, heeft ook het onder- n. Zo zijn er leerlingen die rnpas 'terugstromen' naar „Daar gaan we ook kij- ;sen en praten. Er is een nenwerking. Een goede be- ;t enorm veel van de lera- evengoed gevangenen van Kfa al die jaren moet ik de tgenkomen die het vertikt aide knul nog verder iets te er die moe worden van de s regelgeving. Dat ze niet an met klassen zoals ze wil- ïout is aan de andere kant, sk nog nooit een leerling te- die helemaal niets meer wil. t maar zeer zelden dat ze voor zijn te motiveren. Bo- leerling die uit de band acht correctie. Ik wil niet te n, maar ik heb eens tegen gezegd dat hij recht had op pte het perfect." inden vult hem aan: „Leer- zich eraan als er niets aan hun spijbelen." en Elshout weer: „Leerlin- weten dat ze voor zichzelf gaan. Jongeren die weinig en gekregen, komen straks waar de klappen vallen. Ik hoeft het niet voor mij te mijn diploma al". it een vorstelijk geschenk allure aan te slepen, dan je niet op een grijpstuiver. tandenborstels en de nagel- iuiers in de koninklijke lo- irkamer hebben haartjes die x>gst zijn uit de schelp van oor van de geit. Nergens ter reld is beter haar te vinden. W E I ten, omdat er iets aan zijn joods-zijn mankeert. Of het tumult rond een to neelschooluitvoering van 'Het vuil, de stad en de dood' van Rainer Werner Fassbinder, dat culmineerde in het per soonlijke drama van een verzonnen ont voering van een beroemde joodse acteur. Is het dat Of dienen zich andere te kenen aan? Tekenen die - voorzichtig nog misschien - duiden op opleving, op terugkeer van joods leven in de Mediene beneden de rivieren? In april 1987 wordt de 'Stichting Synagoge Middelburg' op gericht. Men wil niet slechts de uit 1705 daterende synagoge in de Zeeuwse hoofdstad restaureren, maar met de res tauratie de joodse gemeenschap in Zee land weer een thuis te geven. Begin 1988 wordt door mensen van verschillende ge zindten uit West-Brabant de 'Stichting Herbouw Synagoge Breda' opgericht. Men wil het gebouw weer ter beschik king van de joodse gemeenschap in West-Brabant stellen. Uit genoemde plannen mag niet wor den afgeleid dat er weer betere dagen gloren voor joods leven in Zuid-Neder land, bezweert de heer de Goede. En ook mevr. J. Silverman en de heren R. van Ginkel en H. Vuijsje vinden dat. Deze drie zijn medewerkers van de in Amster dam gevestigde Federatie Instellingen Joodse Bejaardenzorg en Stichting Joods Maatschappelijk Werk, kortweg de joodse webajnsinstellingen genoemd. Door Jan Bouwman Het drama in één voorbeeld. De voor oorlogse Joodse Gemeente Breda, in 1942 nog 225 leden sterk, is bijna geheel aan de 'grote vernietiging' ten offer ge vallen. Tien waren er over na de oorlog. Berooid en onmachtig. Ze begonnen wel iswaar opnieuw, maar de synagoge heeft tot vandaag alles binnen zijn muren ge had, behalve een joodse gemeente. En ook voor het overige is er in de Baronie- stad van joodse aanwezigheid eigenlijk niets te merken. De kille cijfers staan in 'De Mediene', een boekje uit 1984 over de geschiedenis van het joodse leven in de Nederlandse provincie'. In Zeeland woonden in 1930 nog 193 joden, in 1947 slechts 39. In Noord-Brabant waren het er 1654 in 1930 en in 1947 nog maar 686. Berooid, maar bovenal machteloos. Vergelijk dat met de vitaliteit die spreekt uit een berichtje in het Nieuw Israelie- tisch Weekblad van 30 juni 1939 van de kleine joodse gemeente van Boxmeer. „Onze gemeente is klein, zeer klein, be staat slechts uit een zevental gezinnen, en nauwelijks hebben we minjan. Maar toch hebben wij een gazzen en een sjoeltje, dat onze trots vormt. Zeer aar dig gelegen achter lommerrijke bomen, met een klein schooltje er naast, maakt ons Godsgebouw een prettige indruk. Het ziet er wel onderhouden uit, mooi in de verf en met goed verzorgde muren. Maar vooral van binnen is ons Mikdosh Mengat een juweeltje, een grote gemeene waardig." Dit soort vitaal joods leven is het zuiden nagenoeg vreemd geworden. Met hoeve- len zijn ze nog? „In Zeeland, Noord- Brabant en Limburg samen ongeveer duizend mensen die zich als jood durven uitgeven", schat de heer F. de Goede, voorzitter van de Liberaal Joodse Ge meente Brabant. Nee joods leven is voor de zuiderling iets dat zich in Amsterdam, in elk geval in de randstad afspeelt. En wat daarvan via de media tot de zuider ling komt, is tumult. De affaire Aram Brucker bijvoor beeld, de 13-jarige jongen die niet tot het joodse MaimonidescoUege werd toegela- Dr. ir. E. Wikler, voorzitter van het Nieuw Israelietisch Kerkgenootschap (N.I.K.), zei onlangs dat joodse jongeren weer een sterkere binding met het joden dom hebben dan enige jaren geleden. Ze voelen zich hechter met het joodse volk verbonden, ze zoeken weer naar de wor tels van hun identiteit. Maar het beperkt zich niet tot de jongeren. Volgens Wikler houden zich weer meer joden bezig met joodse studie dan in vroegere tijden. Het percentage synagogebezoekers is in ver gelijking met voor de oorlog zeker ge groeid. En was het Nederlands Israelie tisch Seminarium 20 jaar geleden een ar moedige zaak, het is anno 1988 een flore rende school geworden. „Joden zijn zich weer zeer bewust van hun joodse waar den", aldus de N.I.K.-voorzitter. Overblijfselen van de synagoge In Middelburg. Er zijn plannen het gebouw te restaureren en tot monument te maken. Joden in Zuid-Nederland - FOTO WILLEM MIERAS De ervaring van Silverman en Van Ginkel is dat in Zuid-Nederland joden weer langer hoe meer uit de anonimiteit treden. Ze verschuilen zich niet langer, iets dat ze na de oorlog tientallen jaren hebben gedaan. Ze leefden immers geo grafisch en psychisch geïsoleerd. Voor zitter De Goede van de liberale ge meente Brabant waarschuwt echter voor overdrijving van deze ontwikkeling. De joodse welzijnsinstellingen zijn tot voor enige jaren nooit in staat geweest om in het zuiden actief te zijn. De moge lijkheid diende zich aan toen de overheid begon met haar zogeheten 'flankerend ouderenbeleid'. Oudere mensen moeten zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blij ven functioneren in hun vertrouwde om geving. In dit kader kreeg mevr. Silver man Zeeland en Noord-Brabant als werkterrein en de heer Van Ginkel Lim burg. De heer Vuijsje is algemeen coör dinator. De joodse instellingen hebben aan dat flankerend ouderenbeleid een eigen in vulling mogen geven. Het sociale isole ment van joden in het zuiden opheffen is een hoofddoel van het joodse welzijns werk beneden de rivieren. Dit wil men bereiken door joodse ouderen in groepen bijeen te brengen voor onderlinge steun en hulpverlening. Deze groepen moeten dan geleidelijk zelfstandig gaan functio neren. In Zeeland en West-Brabant is hiermee een jaar geleden begonnen, in Limburg al eerder. Men probeert vooral die joden te bereiken, die geen binding hebben met een joodse gemeente of enig ander joods verband. Het project lijkt een verrassende wen ding te krijgen. Want wat voor oudere mensen is opgezet, blijkt zich spontaan uit te breiden tot alle leeftijdsgroepen. Door het project is een latente behoefte aan onderling joods contact manifest ge worden. Niet dat joden in het zuiden H- Vuistje, J. Silverman en R. van Ginkel van de Joodse welzijnsinstellingen: nieuw bewustzijn onder de Jongeren- FOTO ANEFO buiten de dorpse of stedelijke gemeen schap staan, verzekeren de welzijnswer kers. Niet dat ze er geen vrienden heb ben en niet volop aan het sociale leven deelnemen. Maar toch voelen ze zich eenzaam. Precies in hun jood-zijn. Velen zijn in het zuiden terecht gekomen om dat ze daar ondergedoken waren. De meesten hebben in die tijd hun hele fa milie verloren, hebben geïsoleerd van elke joodse gemeenschap geleefd en kin deren zijn zonder joodse bindingen op gegroeid. Deze eenzaamheid hebben de meeste jo den voor zich gehouden. „Leg dit ook maar eens uit aan de niet-joodse vrien den", zegt Vuijsje. „Die zullen reageren met: je hebt ons toch. En dat is zo. Joden in het zuiden voelen zich in hun buurt, dorp of stad heel goed thuis. Ze zijn niet ongelukkig. Maar wat ze precies niet hebben, is de joodse sfeer. En dan gaat het vaak om de kleine dingen van het le ven. Jood zijn is kennelijk niet uit te leg gen. Maar overal gebeurt hetzelfde. Op het moment dat wij komen en zeggen: zullen we eens bij elkaar komen, want we voelen ons met jood-zijn verbonden, dan komen ze." En Van Ginkel: „Je ziet mensen op bloeien. Er wordt naar bijeenkomsten uitgekeken. Wat ik verbazend vind, is dat mensen uit allerlei plaatsen en van alle standen het met elkaar blijken te kunnen vinden en heel gemakkelijk be reid zijn samen iets te ondernemen. Sa men eten bijvoorbeeld of samen een reisje maken." Silverman: „Of samen naar een concert gaan. Ik zie ook dat mensen elkaar buiten de georganiseerde bijeenkomsten opzoeken, in kleine groepjes thuis. Dat vind ik belangrijker nog. En joodse kinderen gaan elkaar op zoeken. Het heeft een sneeuwbaleffect." Waarom nu deze herleving van joods bewustzijn in Zuid-Nederland De tijd is er blijkbaar rijp voor, ruim 40 jaar na de oorlog. De ouderen willen hun een zaamheid toch doorbreken. Ze hebben de oorlog meegemaakt, voelen in hun le vensavond de emoties en het verdriet te rugkomen en hebben geen familie of naaste vrienden om het te delen. De ge neratie die na de oorlog is geboren, heeft nu zelf opgroeiende kinderen. Deze ge neratie zoekt haar identiteit: waar hoor ik bij Ze weet weinig van de eigen ge schiedenis en heeft grote behoefte aan informatie over haar joodse achtergrond. En ze staat voor de opgave haar kinde ren een identiteit te verschaffen: waar wil ik dat mijn kinderen bij horen Hernieuwd joods bewustzijn, dat zich versterkt. Die ontwikkeling ontwaren de welzijnsmedewerkers in Zuid-Neder land. Dat oplevende bewustzijn mag echter niet per se godsdienstig verstaan worden, hoewel dat er voor sommigen mee gepaard gaat. Jood zijn staat of valt echter niet met de joodse religie aanhan gen, zo wordt in het gesprek diverse ke ren onderlijnd. Er groeien nieuwe cellen van joods sociaal en cultureel leven. En men heeft er wat voor over. Mensen zijn bereid grote afstanden af te leggen om mede-joden te ontmoeten. „Er moet een innerlijke drijfveer en behoefte zijn om dit te doen, los van een religieuze be hoefte", constateert Vuijsje. Voorzitter De Goede van de liberale gemeente Brabant is wat terughouden der. Een gerestaureerde synagoge in Middelburg betekent slechts een monu ment meer in de Zeeuwse hoofdstad en niet een nieuw levend joods centrum. Want volgens de Halacha (joodse wet ten) zijn er minstens tien mannen van boven de dertien jaar nodig om synago gebijeenkomsten te kunnen houden. „Die tien zijn in Zeeland niet te vinden, nu niet en in de toekomst niet", stelt De Goede. West-Brabant bezit evenmin po tentieel voor de toekomst. In zijn eigen woonplaats Oosterhout zijn er op de 50.000 inwoners zegge en schrijve twee gezinnen die volgens de Halacha echt joods zijn. De Liberale Joodse Gemeente Bra bant, een van de zes die er zijn in Neder land, bestrijkt heel Zeeland, Noord-Bra bant en Limburg. Ze werd acht jaar gele den opgericht. Ze bestaat anno 1988 uit veertig gezinnen. Ze heeft tijdelijk onder dak in het gebouw van de Antilliaanse gemeenschap in Tilburg. In 1990 hoopt ze de gerestaureerde synagoge van Zalt- bommel met 125 zitplaatsen in gebruik te kunnen nemen. In Arnhem is ook een liberale gemeente. Voor het overige zijn er in het zuiden N.I.K.-gemeenten (tra ditioneel jodendom) in Breda ('ver grijsd'), Den Bosch ('penibele toestand'), Nijmegen ('bestaat nauwelijks meer'), Tilburg ('als Nijmegen'), Eindhoven ('ook weinig'). Maastricht ziet er beter uit. De onderlinge verhoudingen tussen libe rale en traditionele joden vallen in het zuiden best mee, vindt De Goede: „Er zijn meer zaken die ons binden dan scheiden." Twee belangrijke verschillen tussen beide richtingen zijn, dat bij de li beralen meer ruimte is voor persoonlijke interpretaties van de joodse wetten en zij zich dus meer kunnen veroorloven. En dat zij minder rigoreus de wet hanteren dat alleen kinderen van een joodse móe der echte joden zijn. Niettemin struikelt ook volgens de heer De Goede een be tere toekomst voor joods leven in Zuid- Nederland over het feit, dat de meeste joden beneden de rivieren gemengd ge huwd zijn. „Toen wij tien jaar geleden in Brabant kwamen wonen", vertelt De Goede, „waren er geen joodse contacten, was er eigenlijk niets meer. In Breda was een orthodoxe gemeente. De gemiddelde leeftijd daar was hoog. Er was maar één joods kind. De komst van een nieuwe li berale gemeente werd niettemin als con currentie gezien. Nog meer versnippe ring werd gevreesd door de bestaande, noodlijdende gemeenten. Toch heeft onze gemeente een stimulerende uitwer king gehad." Veertig gezinnen, van Middelburg tot Maastricht, zijn actief. Dat houdt in: kinderen op de joodse les, leerbijeen- komsten en synagogediensten bezoeken, onderlinge sociale contacten ontwikke len. Van de 35 kinderen die ervoor in aanmerking komen, zitten er 25 op de joodse les in Tilburg. Ze krijgen er niet alleen godsdienstles, maar ook he breeuws en onderricht in de joodse cul tuur. „Veel liberale joden in het zuiden hebben het financieel niet breed," zegt De Goede. „Maar ze hebben er heel veel voor over om hun jood-zijn te kunnen beleven. De kinderen moeten elke zon dag maar weer naar Tilburg worden ge bracht en opgehaald. En ze doen het trouw. Jodendom leeft het beste als er kinderen zijn, want daar doe je het voor." Kun je in Zuid-Nederland wel echt vol uit als jood leven De Goede: „Nee, dan moet je hier niet wonen. In het zuiden zijn geen mensen die echt koosjer eten, want dan moet je alles uit Amsterdam of Antwerpen halen. In ons gezin houden we ons aan de spijswetten: wat we niet mogen eten, doen we ook niet. Maar dan nog kunnen we niet koosjer eten, want daarvoor moeten voedingsmiddelen on der rabbinaal toezicht zijn bereid. We kunnen de spijswetten dus maar half na leven. Als gemeente kopen we weer cen traal matzes (ongedesemd brood) en wijn in, die nodig zijn voor rituelen thuis. Een ander probleem is dat een handjevol mensen nooit een rabbijn kan bekostigen. Met een rabbijn gebeurt er veel meer in een gemeente. Maar je hebt ook de gewone problemen. Voor je kin deren op school: schoolfeesten zijn bij voorbeeld bijna altijd op vrijdagavond. Een traktatie als een knakworstje op een veijaardagsfeeste, waarvoor je kind dan bedankt: 'Wij eten geen varkensvlees, mevrouw'. En op zaterdag niet sporten. Als je kinderen je zeggen: 'Wij kunnen hier niet als jood functioneren, wij willen later naar Israël', dan hebben ze het dus opgepikt." Zijn er naast de zojuist genoemde in terne hindernissen ook externe factoren, die het joodse leven in het zuiden be moeilijken De Goede op een 'vertel mij wat'toon: „Alle joden hebben hele lange tenen. In de tien jaar dat ik in Brabant woon, heb ik echter zelden iets van anti semitisme gemerkt. Wel ervaren we soms tegenstrijdigheden. Wij voerden bijvoor beeld een actie voor onze gemeente en kregen steun van bisschop Ernst. In Oos terhout wilden we het 40-jarig bestaan van Israël herdenken en de plaatselijk katholieke kerk wilde niet meedoen, om dat de paus Israël niet erkend heeft. En hoewel het minder wordt, tref je in Zuid- Nederland nog altijd mensen die de gek ste verhalen geloven als het joden be treft. Men kent het joodse leven niet." Gloort er nieuw joods leven beneden de rivieren Voorzitter De Goede van de Brabantse liberale gemeente signaleert een averechts effect van een goede joodse opvoeding. „De generatie die na de oorlog geboren is, wordt zich inder daad van haar joodse identiteit bewust en komt er nu voor uit jood te zijn. Maar de kinderen van die naoorlogse generatie die bewust als jood worden opgevoed, ik schat dat die kinderen voor hun vijfen twintigste jaar allemaal vertrokken zijn. Naar Israël of Amsterdam. Die hebben hier dan namelijk niets meer te zoeken."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 27