4
Het labyrint van centraal Europa
Herman Brood: 'Ik ben een hoer'
'De wereld op zak'
voor jeugdige lezer
AUGUST WILLEMSEN LEGT ZICH MEER EN MEER TOE OP SCHRIJVEN
Klünplaatse
DE STEM BOEKENGIDS ZATERDAG 30 APRIL 1988
August Willemsen in de boekhandel. Lang, ma
ger, grijzend en hard toe aan een bezoek aan de
kapper. En ruikend naar bier. Wie zijn 'Brazi
liaanse Brieven' heeft gelezen, weet dat bier een
van zijn grote liefdes is. De man of vrouw die het
Willemsen een avond naar zijn zin kan maken
zonder te schenken, moet nog geboren worden.
Bekroond
Afgesproken
Koffie
Voorbeelden
Verklarend
Omgekeerd
Verhuisd
'Bajesboek':
rechten van
gedetineerde
DOCUMENTAIRE ROMAN VAN JOHN DAVID MORLEY
SF-schrijver
Simak overleden
DE STEM GIDS 3
VERSCHENEN
4 Mei
Kinderen ete
3
[Suskeen Wiske: J
G2
4De vertaler verliest altijd'
Door Alex Ruitenbeek
Maar wat doet een uiterlijk er
toe als iemand zo sympathiek
en helder is als August Willem
sen? Met zijn licht hakkelende
spreektrant en zijn onder
koelde humor neemt hij zijn
publiek onvoorwaardelijk voor
zich in. Tijdens het signeren
stelt hij brutale vragen. „Wilt
U dit signeren voor Eva?"
wordt niet alleen beantwoord
met een opdracht, maar ook
met de tegenvraag „Wie is
dat?". „Je dochter? En wat doet
je dochter, dat ze dit als nogal
moeilijk betitelde boek krijgt?"
„O, ze studeert Arabisch. Dan
is mijn boek eeeh... peanuts
voor haar".
In kleine kring genoot
August Willemsen al sinds de
jaren zestig faam als vertaler
van Portugese en Braziliaanse
literatuur. Hij vertaalde de
Portugese dichter Fernando
Pessoa en maakte hem bekend.
Hetzelfde gaat op voor de Bra
ziliaanse schrijvers Dalton
Trevisan, Guimaraes Rosa,
Machado de Assis en Drum
mond de Andrade. Met zijn na
woorden bracht hij zijn lezers
kennis van de Braziliaanse cul
tuur en geschiedenis bij. Voor
zijn vertalingen kreeg hij in
1984 de Martinus Nijhoffprijs.
Voor het gros van de Neder
landse lezers werd hij pas in
1985 bekend, toen zijn 'Brazi
liaanse Brieven' werden uitge
geven. De gebundelde weerslag
van zijn ervaringen in Brazilië
tussen 1967 en 1984, werd in
1986 bekroond met de Van der
Hoogtprijs, een aanmoediging-
prijs. Zijn bevlogenheid, hu
mor, opmerkingsgave en zeker
zijn stilistisch vermogen had
den niet alleen indruk gemaakt
op het grote publiek, maar ook
op de critici.
Willemsen nam de prijs voor
nieuw literair talent op 49-ja-
rige leeftijd in ontvangst. Zo
iemand noem je dus een laat
bloeier. Maar de literaire laat
komer zet er nu de sokken in.
Onlangs verscheen zijn tweede
boek: 'De taal als bril'. Een
bundel essays over het vertalen
van Portugees en Spaans, over
de dichter Fernando Pessoa en
over Braziliaanse literatuur.
Hoewel door hun onderwerp
niet zo toegankelijk als 'Brazi
liaanse Brieven' zijn ook de es
says weer een genot om te le
zen. Intelligent, helder, ont
daan van bombast of kennis-
spuiterij, humoristisch en be
trokken... Willemsen heeft
definitief naam gemaakt als
schrijver.
Schrijver? „Ik zou mezelf
geen schrijver willen noemen,
dat is zo iets hoogmoedigs,"
zegt hij, maar hij komt er in de
loop van het gesprek niet on
deruit zichzelf als schrijver te
betitelen. „Het schrijven neemt
steeds meer van mijn tijd in
beslag, want steeds meer men
sen doen een beroep op mij als
schrijver. Daardoor brengt het
schrijven het vertalen in het
gedrang. De vanzelfsprekend
heid van het vertalen in mijn
vrije tijd is er van af."
Toch zal Willemsen in de na
bije toekomst blijven vertalen.
„Ik moet nog twee romans ver
talen, een van Machado de As-
sis en een van Guimaraes Rosa.
Dat heb ik afgesproken met de
uitgever. Het is aan mij om de
tijd er voor te nemen."
Gelukkige omstandigheid is
dat hij per 1 september 'vrij
willig vervroegd' uittreedt bij
de Universiteit van Amster
dam. Dan komt er een eind aan
zijn baan als universitair do
cent bij de vakgroep Spaans en
Portugees. „Ik houd er vrijwil
lig en uit overtuiging mee op.
Ik heb het gevoel dat ik genoeg
geluld heb. En het komt me
goed uit met het oog op het
schrijven en het vertalen. Die
twee argumenten kunnen heel
goed samengaan. Ik denk: ik
schrijf het wel op, dan kunnen
ze het lezen."
August Willemen: laatbloeier.
'Gedicht voor Jaime Oval-
le'
Toen ik vanmorgen wakker
werd was het nog donker
(Ofschoon de ochtend al ge
vorderd was). Het regende.
Het regende een trieste re
gen van berusting Als
troost en tegenstelling tot
de onweershitte van de
nacht. Toen stond ik op, Ik
dronk de koffie die ik zelf
zette, Daarna ging ik weer
naar bed, stak een sigaret
op en bleef liggen den
ken. - deemoedig denken
aan het leven en de vrou
wen die ik ooit heb liefge
had.
Willemsen: „Het is een
prachtig gedicht van Manuel
Bandeira, uit 1948. Ik heb het in
1963 vertaald. Alleen die zin Uk
dronk de koffie die ik zelf zette'
snapte ik niet. Ik wist niet
waarom zij daar stond. Zoiets
betekent voor een Braziliaan
iets heel anders dan voor een
Nederlander. Een Nederlander
denkt: 'Goh, heeft hij dan geen
vrouw?', maar een Braziliaan
denkt: 'Goh, heeft hij geen per
soneel om koffie te zetten?'
Voor een Braziliaan van de be
tere stand is een empregada,
een meid, iets vanzelfspre
kends. De zin betekent dus:
kijk eens hoe zielig en arm ik
ben, want ik heb zelfs geen em
pregada om koffie te zetten."
Willemsen haalt het voorbeeld
aan om zijn stelling kracht bij
te zetten dat een vertaler de
maatschappij van de schrijver
moet kennen om goed te kun
nen vertalen. Voorbeelden te
over trouwens. „De Brazilianen
hebben nogal wat woorden
voor de huidskleuren van de
verschillende rassen die het
land herbergt. Zo hebben ze
Crioulo voor de creool, wat een
liefkozende bijbetekenis kan
hebben voor een gekleurde in
het algemeen. Negro voor de
neger heeft geen negatieve
bijklank, terwijl het afgeleide
nego ronduit een liefkozende
betekenis heeft. Dat zeg je zelfs
tegen een blanke die je dier
baar is. Mulato, voor een Brazi
liaanse halfbloed, kan daaren
tegen beledigend worden ge
bruikt. Hoe moet je dat verta
len?"
„Ook amigo levert proble
men op. Het woord betekent
vriend. Voor mij is een vriend
iemand met wie je gevoelsza-
ken-kunt bespreken. Maar voor
een: Braziliaan isi een vriend
iemand op wie je kunt rekenen,
een gabber. Je kunt in Brazilië
levenslang amigus zijn zonder
het ooit ergens over te hebben."
„Soms is zo'n woord verkla
rend, omschrijvend te vertalen,
maar als het in de titel staat, of
meermalen voorkomt in een
tekst dan kun je het maar beter
niet vertalen en in een noot
toelichten".
De vertaler moet de gangen
van de schrijver nagaan om
goed te kunnen vertalen, is
Willemsens stelling en hij heeft
zich daar altijd aan gehouden.
Hij leefde vier keer een tijd
lang in Brazilië, maakte de
treinreis naar de binnenlanden
van Brazilië die Euclides da
Cunha maakte, zocht Dalton
Trevisan op en correspon
deerde met andere schrijvers
die hij vertaalde. Maar hoe
goed de vertaler de schrijver
ook kent: „De vertaler verliest
altijd."
Willemsen is ook bezig met de
omgekeerde wereld. Hij ver
taalt Nederlanders in het Por
tugees. De Portugese dichter
Gongalves polijst de vertaling.
Deze maand moet de bloemle
zing van de Nederlandse poëzie
in Porto uitkomen. Vier vijfti
gers, twee zestigers en twee ze
ventigers staan in de bloemle
zing: Campert, Kouwenaar,
Lucebert, Schierbeek, Faverey,
Nooteboom, Bernlef en Arie
van den Berg. Er zitten opval
lend veel vijftigers tussen. Wil
lemsen: „Vriendjespolitiek.
Overigens zijn de vijftigers het
makkelijkst te vertalen, omdat
in Brazilië al in de jaren twin
tig een vergelijkbare stroming
bestond."
Willemsens meestgelezen
publicatie gaat echter niet over
Brazilië of over zichzelf, maar
over de Bijlmer. Vorig jaar
verscheen in NRC/Handels-
blad zijn lofzang op de Bijlmer,
Nederlands meest verachte
woonwijk, zeker in intellectue-
lere kringen. De strekking was
dat het de enige plek in Neder
land is met allure door de men
geling van rassen en culturen.
De enige plek die op Sao Paolo
lijkt en dus de aangewezen
plek voor Willemsen om er te
wonen.
Zijn mededeling dat hij net
verhuisd is, wekt dan ook ver
wondering. De toelichting niet:
„Binnen de Bijlmer. Er wonen
verder geen schrijvers in de
Bijlmer. Of toch, onlangs is de
dichter Robert Anker er komen
wonen. Hij schreef mij een zeer
mooie brief die hij besloot met:
'Volgens mij moeten ze iedere
xenofoob hier verplicht een
maand laten wonen, dan is het
over'."
Tot slot een tip van August
Willemsen voor collega-biblio
fielen: „Op Schiermonnikoog is
een goede boekhandel. Het vlot
daar nooit zo erg met de ver
koop van literatuur waardoor
fraaie uitgaven daar veel lan
ger blijven liggen dan elders."
Een gevangene heeft rech
ten. Om te beginnen heeft
hij nagenoeg dezelfde
grondrechten, vastgelegd in
de grondwet, als ieder an
der. Er zijn ook andere, spe
cifieke, rechten: wat ge
beurt er met inkomen tij
dens detentie, hoe vaak mag
er bezoek worden ontvan
gen, hoe wordt er beklag ge
daan?
De politiek wil niet tomen aan
rechten van de gevangen me
demens. Heel nadrukkelijk
hebben politici tijdens de be
handeling van de nieuwe
grondwet in het parlement zich
uitgesproken voor handhaving
van die rechten. Een straf voor
een daad is tenslotte al erg ge
noeg.
In de praktische uitwerking
wil de intentie van de politiek
nog wel eens vervagen. Dan
heeft de gedetineerde ineens te
maken met ambtenaren en een
langzaam draaiend, onper
soonlijk bureaucratisch appa
raat. Vandaar dat het zin heeft
rechten van een enkeling niet
uit het oog te verliezen. Zono
dig dient zelfs openlijk de ge
vangene in bescherming te
worden genomen.
Dat laatste gebeurt in het
Bajesboek, een handleiding
voor gedetineerden en ter be
schikking gestelden. Zij en hun
hulpverleners zouden het
werkje als een 'gevangenisbij -
bel' mogen beschouwen, waar
uit mondigheid kan worden ge
peurd. Hoe mondiger het indi
vidu des te groter de kans op
eerbiediging van zijn rechten.
J.v.d.V.
'Bajesboek'. Uitg. Papleren Tijger,
prijs 25.
FOTO COACH AGENCY
Door Hans Rooseboom
Toen de Tweede Wereldoor
log voorbij was brak voor
West-Europa een periode
van opluchting, wederop
bouw, vrijheid, welvaart en
optimisme aan, kortom
vrede in veiligheid. Nog
iedere dag zouden wij
eigenlijk allemaal van deze
kostbare zegeningen door
drongen moeten zijn.
Voor een ander deel van
Europa is de periode van bezet
ting en militaire onderdruk
king nooit geëindigd. Uitgere
kend dat deel van het oude con
tinent dat al zo lang werd ge
plaagd door oorlog, onderdruk
king en etnische conflicten,
werd na 1945 rust, vrijheid en
voorspoed ontzegd.
Het dringt tot steeds meer
mensen door welke tragedie de
volkeren van Oost-Europa na
1945 is overkomen, na de cata
strofes die voor '45 al hadden
gewoed. De jonge Britse schrij
ver John David Morley (geb.
1948) beschrijft in zijn docu
mentaire roman 'In het laby
rint' een paar facetten van die
tragedie.
Morley's hoofdpersoon Jo
seph Pallehner is een slachtof
fer van de geschiedenis, de ge
schiedenis die vooral voor cen
traal Europa zo hardvochtig
was en is.
Joseph Pallehner is een etni
sche Duitser uit Slowakije
(Bratislava), met Hongaars als
voertaal. Tijdens de oorlog ves
tigt hij zich in München, na de
bevrijding wordt hij door het
Amerikaanse bezettingsleger
gearresteerd en wegens ver
meende collaboratie uitgele
verd aan het inmiddels onaf
hankelijk geworden Tsjecho-
slowakije.
Daar belandt hij in de be
ruchte Leopoldov-gevangenis
diep in Slowakije, waar zijn si
tuatie na de communistische
machtsovername in 1948 hele
maal uitzichtloos wordt.
Joseph Pallehner is een illu
stratie van de onvoorstelbaar
gecompliceerde midden-Euro-
pese problematiek. Zijn ge
boortestad Bratislava, midden
in het continentale 'labyrint',
heeft drie namen: Poszony in
het Hongaars, Pressburg in het
Duits en Bratislava in het Slo-
waaks. In 1930 woonden er in
Slowakije (waarvan Bratislava
de hoofdstad is) twee miljoen
Slowaken, een half miljoen
Hongaren, 150.000 Duitsers,
80.000 joden en grote aantallen
Polen en Oekraïners.
Tot 1918 behoorde Slowakije
tot de Oostenrijk-Hongaarse
monarchie, vanaf 1918 was het
onderdeel van de nieuwe repu
bliek Tsjechoslowakije, samen
met Bohemen en Moravië. In
1939 werden beide laatstge
noemde gebieden Duitse 'pro
tectoraten', en Moravië een on
afhankelijke fascistische staat,
een aanhangsel van het Duitse
Rijk. In 1945 werd Tsjechoslo
wakije weer een zelfstandig
geheel, tot in 1948 de definitieve
'Anschluss' door de Sovjetunie
volgde.
John David Morley be
schrijft niet alleen het histori
sche en etnische 'labyrint'
waarin de Oosteuropese mens
is verdwaald. Hij schildert ook
het 'labyrint in het labyrint':
het gesloten universum van
justitie, gevangenissen, dos
siers en bureaucratie waarin
ontelbaren verstrikt raken in
een land als Tsjechoslowakije.
De onafzienbare lugubere
doolhof van het onderdruk
kingsapparaat der staatsorga
nen.
John David Morley: 'In het
labyrint'. Uitg. Contact,
prijs 29,90.
Door Henk Egbers
Het fenomeen Herman
Brood trekt veel naar zich
toe, maar scheidt ook het
nodige af. Behalve muziek
en schilderwerk produceert
hij nu ook publiekelijk
'dichtkunst'. In de serie
BBPoëzie - de titel schijnt
het te zeggen - werden ne
gentig pagina's van zijn
dichtgebroed aan de open
baarheid prijsgegeven in
heus gedrukte letters. En
dat onder het motto 'k ben
een hoer/tevens me eige
pooier'.
Brood zegt dat alles wat hij
produceert uit jatwerk bestaat.
Zo heeft hij gezien, dat tegen
woordig heel wat mensen min
of meer ritmisch zinnetjes on
der elkaar zetten, daaraan ti
tels geven als parlando-poëzie
etcetera. Hij moet gedacht heb
ben: dat kan ik ook! En dat is
dan ook zo. In zijn slierten slo
gans en kreten draagt hij het
vaandel van zijn leven de keu
rige wereld binnen.
Wie deze 'gedichten' achter
elkaar leest wordt onderge
dompeld in zijn spel met de
zelfkant van de maatschappij.
De bundel 'Zoon van alle moe
ders' levert een aardig zelfpor
tret op; of beter: het geeft een
beeld van zijn opgebouwde
image. Dit soort image-buil
ding is een bekend verschijnsel.
Zo werd Ischa Mijer indertijd
een bekend door als toneel-cri
ticus konsekwent alles de
grond in te boren wat hij zag.
Zo is momenteel Herman Brus
selmans bezig zich als schrijver
te profileren door zich aan te
dienen als mooie god om alle
andere auteurs af te troeven.
Zo gebruikt Brood de zelf
kant van de maatschappij om
zichzelf in de kijker te spelen.
Drie voorbeelden van artisten
Herman Brood.
die zichzelf, over de rug van
anderen, beroemd proberen te
maken. Ik ben geen bewonde
raar van deze methodiek, maar
je moet hem natuurlijk wel
kunnen hanteren. Dat is ook
een 'kunst'. Brood kan dat; om
dat hij natuurlijk zelf wel het
een en ander in zijn mars heeft.
Dat wordt ook duidelijk in
deze bundel. Eén voorbeeld:
'Moe zitte/koepel Breda/pot vol
metadon/wor gelijk in beslag-
genome/'k zit op de 5e ring/
dichtbij het mooiste plafon/dak
ooit moch zien/van binne-
kant.//Bewaarder/ik maak het
nie//(zieligste gezicht availe-
bel)/ik móe medicijne hebbe/
anders spring 'k naar bene-
de!/Nie doen jonge/'k heb d'r
zoveel zien gaan/je spring uit
mekaar als een/tomaatje.//Ge-
lijkgeneze'.
Eerlijk gezegd weet ik niet zo
goed wat ik met dit boek moet.
Bekijken als voer voor psycho
logen? Meegiechelen met allen
die het 'te gek' vinden? Of bij
zetten als tijdsdocument? Je
kunt het in ieder geval niet ne
geren. Dus lees het toch maar
en bepaal dan zelf maar in
welke categorie het voor uzelf
thuis hoort.
Herman Brood: 'Zoon van alle
moeders'. Uitg. De Bezige Bij, prijs
25.
MINNEAPOLIS (RTR) -
Clifford Simak, een grote
naam in science fiction-lite-
ratuur, is op 83-jarige leef
tijd in Minneapolis in Min
nesota overleden.
Simaks werk is in meer dan
twaalf talen vertaald en de
auteur kreeg vele prijzen,
waaronder drie Hugo's, de 'Os
car' van science fiction. Onder
zijn populairste romans zijn
'City', 'Way Station' en 'The Vi
sitors'.
Hij was meer geïnteresseerd
in de metafysica van de mense
lijke conditie dan in de mon
sters met uitpuilende ogen en
futuristische avonturen.
„Ik stel veel meer belang in
hart en geest van de mens dan
in de menselijke prestatie",
schreef hij eens. „Ik heb gepro
beerd de mens te plaatsen in
perspectief tegen de achter
grond van de uitgestrektheid
van universele tijd en ruimte.
Ik heb me beziggehouden met
waar wij als ras op weg naar
toe zouden kunnen zijn en wat
ons doel in het universele
schema zou kunnen zijn - als
wij al een doel hebben."
Osiris
Anubis Hathor
Illustratie uit 'De schatten van de farao's'.
Door Muriel Boll
Kinderen zijn van nature nieuwsgierig en het was dj
vreemd dat er tot voor kort weinig goede informatie^
kinderboeken waren. Een paar jaar geleden startten!
geverij Meulenhoff een serie dierenboeken. Ze zien J
goed uit, zijn stevig en de tekst is geen saaie rimrami»
moeilijke woorden, maar goed levendig geschreventj
heel belangrijk, er staat niet teveel tekst in.
Elk deel staat boordevol foto's
die kinderen graag bekijken,
omdat ze zo een nauwkeurige
indruk krijgen van de omge
ving van dieren, hun afme
ting, de pasgeboren kleintjes
enz. Inmiddels zijn ruim
twintig delen verschenen die
variëren van mieren en spin
nen, padden en vlinders tot
koala's.
De laatst uitgekomen boe
ken heten Mustangs, De
Dassenburcht en Het He
renboek. Een ideale serie om
bij spreekbeurten te gebrui
ken en die in bibliotheken en
documentatielokalen hoort.
Zelfs kinderen die niet zo van
lezen houden kijken deze boe
ken graag in.
Dat geldt ook voor de
nieuwe informatieve serie
'De wereld op zak' van uit
geverij Zwijsen. Die begon
gelijk goed en bracht in een
klap twaalf deeltjes uit. Het
zijn stevig gebonden boekjes
van bescheiden formaat die je
makkelijk in de hand houdt.
De onderwerpen lopen sterk
uiteen: 'Bang voor de boze
wolf', 'Plastic maak je van
olie', 'Eskimo's leven in
sneeuw en ijs', 'De schatten
van de farao's'. In 34 pagina's
wordt een onderwerp boeiend
besproken in kleine brokjes
tekst.
Kinderen van nu zijn sterk
ingesteld op het via beelden
verwerken van informatie en
in 'De wereld op zak' is alles
gedaan om op een visuele ma
nier de aandacht van kinde
ren te vangen en vast te hou
den. Elk stukje tekst begint
met een vetgedrukte regel die
duidelijk maakt waar het
over gaat; zo wordt het thema
kort maar van alle kanten be
sproken. De boekjes staan vol
helder gekleurde illustraties,
soms paginagroot, en heel
veel kleine details staan ver
spreid op de pagina en geven
informatie uit de tekst. De te
keningen lijken bijna foto's
en geven zelfs onderwerpen
uit het verre verleden een ac
tueel tintje. De tekst heeft
geen moeilijke woorden en is
geschreven in de tegenwoor
dige tijd die veel directer
aanspreekt dan de verleden
tijd.
Om misverstanden te voor
komen wordt bijvoorbeeld
wel vermeld dat het om het
Egypte van drieduizend jaar
geleden gaat.
De laatste twee pagina's!
ben een extraatje: een
dicht, een stukje proza of»
als in het wolvenboekje t
uitdrukkingen waarin
wolf een rol speelt,
vondst om informatie op(j
manier achtergrond en s
te geven en tegelijkertijd!
deren kennis te laten
met poëzie en proza vanj]
veau.
De boekjes geven antw
op de gekste vragen:
beer doet een dutje in een#]
kospalm, hoeveel ving
heeft de panda, hoe wordlj
kajak gemaakt en ha
honden trekken een Eskia
lee, hoe beschermde men li
vroeger tegen wolven en J
verbergen wolven
kleintjes?
'De schatten van de far*
vind ik een van de aantreül
lijkste delen. Het hele 1
ogliefenalfabet staat a!l
beeld, met een beetje oefeJ
wordt dat een prachtige
heimtaal. De verschilli
hoofdtooien van goden zi<|
je leest welke kinderen!
naar school gingen,
spelletjes ze deden en
speelgoed ze hadden,
wonder van de Nijl komtl
de orde... elke zomer alil
zon fel schijnt, stijgt de t j
en treedt buiten haar i
Drie maanden later trekl|
zich weer terug.
De serie is oorspronkt
Frans en verscheen bij èf
kende uitgeverij Gallin
de Nederlandse versie
begeleid door een NeK
landse adviesraad waariti
aardrijkskundige, een hl
ricus en een bioloog zitten|
neerlandicus Mooren
zorgde de extraatjes. Infl
najaar komen nog eensif
delen uit, de hele serie 1
uit 48 boekjes, die peril
10,95 kosten. Een ideale pj
voor een cadeautje en
kinderen om af en toe zel(|
aflevering te kopen.
'De wereld op zak' isl
must voor scholen en biïl
theken en maakt kina
wijzer èn nieuwsigerig.j
enorme verdienste vanj
miniboekjes.
De dierenboeken van S
lenhoff kosten 22,90 j
stuk.
'De wereld op zak' van i
verij Zwijsen 10,985 j
stuk; aan de serie werkti
verse auteurs en illusbi
ren.
John Jakes: 'Fakkels in de
storm'. Uitg. Het Spectrum,
prijs ƒ49,90. Het vervolg op
'Noord en Zuid', bekend van de
tv-serie, en 'Liefde en oorlog'.
Weer een pil van ruim 500 blad
zijden vol romantiek en oorlog
in het tijdperk van de Ameri
kaanse Burgeroorlog. Er zijn
nog twee delen in aantocht.
Trudy Kunz: 'Morgen ben
ik oud'. Uitg. Michon, prijs
22,50. Gesprekken met ouderen
door Libelle-redactrice, die zich
zelf liet schminken als bejaarde
dame.
'Literatuur voor de zomer'.
Uitgeverij Meulenhoff bracht
vijf bestsellers opnieuw en nu
goedkoper op de markt. Sylvia
Weve maakte met een compu
ter, de grafische paintbox, de
omslagen. Het zijn 'Dood op kre
diet' 18,90) van Céline, 'Cassa-
blanca' 12,90) van Adriaan
van Dis, 'Mystiek lichaam'
13,90) van Frans kellendonk,
'De kus' (ƒ14,90) van Jan Wol
kers en 'Liefde in tijden van
cholera' 22,90) van Mérquez.
Yaél Koren en Constant
Vecht: 'Verzonken heimwee -
Joods hier, Israëlisch daar'.
Uitg. Balans, prijs 27,50. Ge
sprekken met joodse Nederlan
ders die naar Israël vertrokken
en die hier bleven. De IKON
zond onlangs de tv-versie uit
Dr.H. Galjaard e.a.: 'Den
kers over dilemma's'. Uitg.
Balans, prijs ƒ22,50. Gedachten
over euthanasie, abortus en an
dere hedendaagse vraagstuk
ken.
Sophie en Joop Citroen:
'Duet pathétique'. Uitg. Veen,
prijs ƒ34,90. Twee mensen leg
den hun oorlogservaringen vast
en lieten het lezen aan Karei
van het Reve, die onmidi
een uitgever zocht.
Robert Omstein:
meervoudig brein'. Uitg.
mer Keuning, prijs
Een nieuwe kijk op het m«
lijk gedrag. Onze geest is
één supercomputer, maari
een heel netwerk van col
ters.
Peter Cuijpers: 'Er
eens een boer in Timboel
Uitg. Van Holkema
dorf, prijs 14,90. De on1
ling van de limerick met
voor de doe-het-zelver.
Erich Hackl: 'Aurora'
len'. Uitg. Amber, prijs
Debuut van Oostenrijkse
ster gebaseerd op waar
beurde geschiedi
Aurora Rodrigeuz die in
haar dochter doodschoot,
haar dochter werden mai
ressen van de Spaanse
wenbeweging.
Nieuwe Salamanders.
Querido, prijs per boek
'Vroeger kon je lachen' v;
mon Carmiggelt, 'Nach
van Jan Siebelink, 'De mi
van Hella S. Haasse,
New York' van F. Springer.
E.M. Forster: 'Mai
Uitg. Veen, prijs 24,90. V<
van een erotische verhol
van twee studenten in Camt
ge, geschreven door E.M. F<
in 1914, maar pas in 1971
geven. Net als 'Room wit
view' wordt ook dit verhaal|
Forster verfilmd.
Michel Foucault:
geen pijp'. Uitg. Aramith,
19,90. Franse filosoof si'
merkwaardig boekje op
van de surrealistische scl
rijen van René Magritte.
Juist toen hij wiJ
'maar iedereen v
problemen, net n
te kijken naar ee
beter leven'
vielen de stille m
Motoren werden
kerkklokken hie
en vogels, zwem*
suizelden over hc
Wind schraapte
markiezen flapp<
kraakten en piep
En in de lege lucf
knalden de vlagg
JUDITH HERZBE
Otters zijn bijzondere diere
selketen. Ze eten dus ander
gegeten. Aan zulke dieren 1
vuild is. Omdat otters watt
ken hoe het met het water i.
Na de oorlog waren er onj
Chemische afvalstoffen dii
ben ervoor gezorgd dat de
Bovendien worden er
kunnen tegenwoordig mi
gaat een otter 's nachts op
worden beekjes vaak afgesj
nen ze niet bij elkaar kome
mi
ïoe
op
Onderzoekers hebben ee
Er moeten otterpaden kon
wegen gekruist worden. O'
paden gebruikt en 's wintel
Langs rivieren en kanal
bouwd worden. Als het nie
plaats' komen. Behalve dez
de vrouw te brengen is er
onderzoek geopend. Daar
ters eten en poepen, hoe ze
kers meer weten van het
schermingsplannen bedenl
tuur.
DE Nederlandse Hartstic
ting besteedt dit jaar ext
aandacht aan het "jon
hart'. Zelfs bij jongen kind
ren worden afwijkingen a:
de bloedvaten gevondc