4 Het labyrint van centraal Europa Herman Brood: 'Ik ben een hoer' 'De wereld op zak' voor jeugdige lezer AUGUST WILLEMSEN LEGT ZICH MEER EN MEER TOE OP SCHRIJVEN Klünplaatse DE STEM BOEKENGIDS ZATERDAG 30 APRIL 1988 August Willemsen in de boekhandel. Lang, ma ger, grijzend en hard toe aan een bezoek aan de kapper. En ruikend naar bier. Wie zijn 'Brazi liaanse Brieven' heeft gelezen, weet dat bier een van zijn grote liefdes is. De man of vrouw die het Willemsen een avond naar zijn zin kan maken zonder te schenken, moet nog geboren worden. Bekroond Afgesproken Koffie Voorbeelden Verklarend Omgekeerd Verhuisd 'Bajesboek': rechten van gedetineerde DOCUMENTAIRE ROMAN VAN JOHN DAVID MORLEY SF-schrijver Simak overleden DE STEM GIDS 3 VERSCHENEN 4 Mei Kinderen ete 3 [Suskeen Wiske: J G2 4De vertaler verliest altijd' Door Alex Ruitenbeek Maar wat doet een uiterlijk er toe als iemand zo sympathiek en helder is als August Willem sen? Met zijn licht hakkelende spreektrant en zijn onder koelde humor neemt hij zijn publiek onvoorwaardelijk voor zich in. Tijdens het signeren stelt hij brutale vragen. „Wilt U dit signeren voor Eva?" wordt niet alleen beantwoord met een opdracht, maar ook met de tegenvraag „Wie is dat?". „Je dochter? En wat doet je dochter, dat ze dit als nogal moeilijk betitelde boek krijgt?" „O, ze studeert Arabisch. Dan is mijn boek eeeh... peanuts voor haar". In kleine kring genoot August Willemsen al sinds de jaren zestig faam als vertaler van Portugese en Braziliaanse literatuur. Hij vertaalde de Portugese dichter Fernando Pessoa en maakte hem bekend. Hetzelfde gaat op voor de Bra ziliaanse schrijvers Dalton Trevisan, Guimaraes Rosa, Machado de Assis en Drum mond de Andrade. Met zijn na woorden bracht hij zijn lezers kennis van de Braziliaanse cul tuur en geschiedenis bij. Voor zijn vertalingen kreeg hij in 1984 de Martinus Nijhoffprijs. Voor het gros van de Neder landse lezers werd hij pas in 1985 bekend, toen zijn 'Brazi liaanse Brieven' werden uitge geven. De gebundelde weerslag van zijn ervaringen in Brazilië tussen 1967 en 1984, werd in 1986 bekroond met de Van der Hoogtprijs, een aanmoediging- prijs. Zijn bevlogenheid, hu mor, opmerkingsgave en zeker zijn stilistisch vermogen had den niet alleen indruk gemaakt op het grote publiek, maar ook op de critici. Willemsen nam de prijs voor nieuw literair talent op 49-ja- rige leeftijd in ontvangst. Zo iemand noem je dus een laat bloeier. Maar de literaire laat komer zet er nu de sokken in. Onlangs verscheen zijn tweede boek: 'De taal als bril'. Een bundel essays over het vertalen van Portugees en Spaans, over de dichter Fernando Pessoa en over Braziliaanse literatuur. Hoewel door hun onderwerp niet zo toegankelijk als 'Brazi liaanse Brieven' zijn ook de es says weer een genot om te le zen. Intelligent, helder, ont daan van bombast of kennis- spuiterij, humoristisch en be trokken... Willemsen heeft definitief naam gemaakt als schrijver. Schrijver? „Ik zou mezelf geen schrijver willen noemen, dat is zo iets hoogmoedigs," zegt hij, maar hij komt er in de loop van het gesprek niet on deruit zichzelf als schrijver te betitelen. „Het schrijven neemt steeds meer van mijn tijd in beslag, want steeds meer men sen doen een beroep op mij als schrijver. Daardoor brengt het schrijven het vertalen in het gedrang. De vanzelfsprekend heid van het vertalen in mijn vrije tijd is er van af." Toch zal Willemsen in de na bije toekomst blijven vertalen. „Ik moet nog twee romans ver talen, een van Machado de As- sis en een van Guimaraes Rosa. Dat heb ik afgesproken met de uitgever. Het is aan mij om de tijd er voor te nemen." Gelukkige omstandigheid is dat hij per 1 september 'vrij willig vervroegd' uittreedt bij de Universiteit van Amster dam. Dan komt er een eind aan zijn baan als universitair do cent bij de vakgroep Spaans en Portugees. „Ik houd er vrijwil lig en uit overtuiging mee op. Ik heb het gevoel dat ik genoeg geluld heb. En het komt me goed uit met het oog op het schrijven en het vertalen. Die twee argumenten kunnen heel goed samengaan. Ik denk: ik schrijf het wel op, dan kunnen ze het lezen." August Willemen: laatbloeier. 'Gedicht voor Jaime Oval- le' Toen ik vanmorgen wakker werd was het nog donker (Ofschoon de ochtend al ge vorderd was). Het regende. Het regende een trieste re gen van berusting Als troost en tegenstelling tot de onweershitte van de nacht. Toen stond ik op, Ik dronk de koffie die ik zelf zette, Daarna ging ik weer naar bed, stak een sigaret op en bleef liggen den ken. - deemoedig denken aan het leven en de vrou wen die ik ooit heb liefge had. Willemsen: „Het is een prachtig gedicht van Manuel Bandeira, uit 1948. Ik heb het in 1963 vertaald. Alleen die zin Uk dronk de koffie die ik zelf zette' snapte ik niet. Ik wist niet waarom zij daar stond. Zoiets betekent voor een Braziliaan iets heel anders dan voor een Nederlander. Een Nederlander denkt: 'Goh, heeft hij dan geen vrouw?', maar een Braziliaan denkt: 'Goh, heeft hij geen per soneel om koffie te zetten?' Voor een Braziliaan van de be tere stand is een empregada, een meid, iets vanzelfspre kends. De zin betekent dus: kijk eens hoe zielig en arm ik ben, want ik heb zelfs geen em pregada om koffie te zetten." Willemsen haalt het voorbeeld aan om zijn stelling kracht bij te zetten dat een vertaler de maatschappij van de schrijver moet kennen om goed te kun nen vertalen. Voorbeelden te over trouwens. „De Brazilianen hebben nogal wat woorden voor de huidskleuren van de verschillende rassen die het land herbergt. Zo hebben ze Crioulo voor de creool, wat een liefkozende bijbetekenis kan hebben voor een gekleurde in het algemeen. Negro voor de neger heeft geen negatieve bijklank, terwijl het afgeleide nego ronduit een liefkozende betekenis heeft. Dat zeg je zelfs tegen een blanke die je dier baar is. Mulato, voor een Brazi liaanse halfbloed, kan daaren tegen beledigend worden ge bruikt. Hoe moet je dat verta len?" „Ook amigo levert proble men op. Het woord betekent vriend. Voor mij is een vriend iemand met wie je gevoelsza- ken-kunt bespreken. Maar voor een: Braziliaan isi een vriend iemand op wie je kunt rekenen, een gabber. Je kunt in Brazilië levenslang amigus zijn zonder het ooit ergens over te hebben." „Soms is zo'n woord verkla rend, omschrijvend te vertalen, maar als het in de titel staat, of meermalen voorkomt in een tekst dan kun je het maar beter niet vertalen en in een noot toelichten". De vertaler moet de gangen van de schrijver nagaan om goed te kunnen vertalen, is Willemsens stelling en hij heeft zich daar altijd aan gehouden. Hij leefde vier keer een tijd lang in Brazilië, maakte de treinreis naar de binnenlanden van Brazilië die Euclides da Cunha maakte, zocht Dalton Trevisan op en correspon deerde met andere schrijvers die hij vertaalde. Maar hoe goed de vertaler de schrijver ook kent: „De vertaler verliest altijd." Willemsen is ook bezig met de omgekeerde wereld. Hij ver taalt Nederlanders in het Por tugees. De Portugese dichter Gongalves polijst de vertaling. Deze maand moet de bloemle zing van de Nederlandse poëzie in Porto uitkomen. Vier vijfti gers, twee zestigers en twee ze ventigers staan in de bloemle zing: Campert, Kouwenaar, Lucebert, Schierbeek, Faverey, Nooteboom, Bernlef en Arie van den Berg. Er zitten opval lend veel vijftigers tussen. Wil lemsen: „Vriendjespolitiek. Overigens zijn de vijftigers het makkelijkst te vertalen, omdat in Brazilië al in de jaren twin tig een vergelijkbare stroming bestond." Willemsens meestgelezen publicatie gaat echter niet over Brazilië of over zichzelf, maar over de Bijlmer. Vorig jaar verscheen in NRC/Handels- blad zijn lofzang op de Bijlmer, Nederlands meest verachte woonwijk, zeker in intellectue- lere kringen. De strekking was dat het de enige plek in Neder land is met allure door de men geling van rassen en culturen. De enige plek die op Sao Paolo lijkt en dus de aangewezen plek voor Willemsen om er te wonen. Zijn mededeling dat hij net verhuisd is, wekt dan ook ver wondering. De toelichting niet: „Binnen de Bijlmer. Er wonen verder geen schrijvers in de Bijlmer. Of toch, onlangs is de dichter Robert Anker er komen wonen. Hij schreef mij een zeer mooie brief die hij besloot met: 'Volgens mij moeten ze iedere xenofoob hier verplicht een maand laten wonen, dan is het over'." Tot slot een tip van August Willemsen voor collega-biblio fielen: „Op Schiermonnikoog is een goede boekhandel. Het vlot daar nooit zo erg met de ver koop van literatuur waardoor fraaie uitgaven daar veel lan ger blijven liggen dan elders." Een gevangene heeft rech ten. Om te beginnen heeft hij nagenoeg dezelfde grondrechten, vastgelegd in de grondwet, als ieder an der. Er zijn ook andere, spe cifieke, rechten: wat ge beurt er met inkomen tij dens detentie, hoe vaak mag er bezoek worden ontvan gen, hoe wordt er beklag ge daan? De politiek wil niet tomen aan rechten van de gevangen me demens. Heel nadrukkelijk hebben politici tijdens de be handeling van de nieuwe grondwet in het parlement zich uitgesproken voor handhaving van die rechten. Een straf voor een daad is tenslotte al erg ge noeg. In de praktische uitwerking wil de intentie van de politiek nog wel eens vervagen. Dan heeft de gedetineerde ineens te maken met ambtenaren en een langzaam draaiend, onper soonlijk bureaucratisch appa raat. Vandaar dat het zin heeft rechten van een enkeling niet uit het oog te verliezen. Zono dig dient zelfs openlijk de ge vangene in bescherming te worden genomen. Dat laatste gebeurt in het Bajesboek, een handleiding voor gedetineerden en ter be schikking gestelden. Zij en hun hulpverleners zouden het werkje als een 'gevangenisbij - bel' mogen beschouwen, waar uit mondigheid kan worden ge peurd. Hoe mondiger het indi vidu des te groter de kans op eerbiediging van zijn rechten. J.v.d.V. 'Bajesboek'. Uitg. Papleren Tijger, prijs 25. FOTO COACH AGENCY Door Hans Rooseboom Toen de Tweede Wereldoor log voorbij was brak voor West-Europa een periode van opluchting, wederop bouw, vrijheid, welvaart en optimisme aan, kortom vrede in veiligheid. Nog iedere dag zouden wij eigenlijk allemaal van deze kostbare zegeningen door drongen moeten zijn. Voor een ander deel van Europa is de periode van bezet ting en militaire onderdruk king nooit geëindigd. Uitgere kend dat deel van het oude con tinent dat al zo lang werd ge plaagd door oorlog, onderdruk king en etnische conflicten, werd na 1945 rust, vrijheid en voorspoed ontzegd. Het dringt tot steeds meer mensen door welke tragedie de volkeren van Oost-Europa na 1945 is overkomen, na de cata strofes die voor '45 al hadden gewoed. De jonge Britse schrij ver John David Morley (geb. 1948) beschrijft in zijn docu mentaire roman 'In het laby rint' een paar facetten van die tragedie. Morley's hoofdpersoon Jo seph Pallehner is een slachtof fer van de geschiedenis, de ge schiedenis die vooral voor cen traal Europa zo hardvochtig was en is. Joseph Pallehner is een etni sche Duitser uit Slowakije (Bratislava), met Hongaars als voertaal. Tijdens de oorlog ves tigt hij zich in München, na de bevrijding wordt hij door het Amerikaanse bezettingsleger gearresteerd en wegens ver meende collaboratie uitgele verd aan het inmiddels onaf hankelijk geworden Tsjecho- slowakije. Daar belandt hij in de be ruchte Leopoldov-gevangenis diep in Slowakije, waar zijn si tuatie na de communistische machtsovername in 1948 hele maal uitzichtloos wordt. Joseph Pallehner is een illu stratie van de onvoorstelbaar gecompliceerde midden-Euro- pese problematiek. Zijn ge boortestad Bratislava, midden in het continentale 'labyrint', heeft drie namen: Poszony in het Hongaars, Pressburg in het Duits en Bratislava in het Slo- waaks. In 1930 woonden er in Slowakije (waarvan Bratislava de hoofdstad is) twee miljoen Slowaken, een half miljoen Hongaren, 150.000 Duitsers, 80.000 joden en grote aantallen Polen en Oekraïners. Tot 1918 behoorde Slowakije tot de Oostenrijk-Hongaarse monarchie, vanaf 1918 was het onderdeel van de nieuwe repu bliek Tsjechoslowakije, samen met Bohemen en Moravië. In 1939 werden beide laatstge noemde gebieden Duitse 'pro tectoraten', en Moravië een on afhankelijke fascistische staat, een aanhangsel van het Duitse Rijk. In 1945 werd Tsjechoslo wakije weer een zelfstandig geheel, tot in 1948 de definitieve 'Anschluss' door de Sovjetunie volgde. John David Morley be schrijft niet alleen het histori sche en etnische 'labyrint' waarin de Oosteuropese mens is verdwaald. Hij schildert ook het 'labyrint in het labyrint': het gesloten universum van justitie, gevangenissen, dos siers en bureaucratie waarin ontelbaren verstrikt raken in een land als Tsjechoslowakije. De onafzienbare lugubere doolhof van het onderdruk kingsapparaat der staatsorga nen. John David Morley: 'In het labyrint'. Uitg. Contact, prijs 29,90. Door Henk Egbers Het fenomeen Herman Brood trekt veel naar zich toe, maar scheidt ook het nodige af. Behalve muziek en schilderwerk produceert hij nu ook publiekelijk 'dichtkunst'. In de serie BBPoëzie - de titel schijnt het te zeggen - werden ne gentig pagina's van zijn dichtgebroed aan de open baarheid prijsgegeven in heus gedrukte letters. En dat onder het motto 'k ben een hoer/tevens me eige pooier'. Brood zegt dat alles wat hij produceert uit jatwerk bestaat. Zo heeft hij gezien, dat tegen woordig heel wat mensen min of meer ritmisch zinnetjes on der elkaar zetten, daaraan ti tels geven als parlando-poëzie etcetera. Hij moet gedacht heb ben: dat kan ik ook! En dat is dan ook zo. In zijn slierten slo gans en kreten draagt hij het vaandel van zijn leven de keu rige wereld binnen. Wie deze 'gedichten' achter elkaar leest wordt onderge dompeld in zijn spel met de zelfkant van de maatschappij. De bundel 'Zoon van alle moe ders' levert een aardig zelfpor tret op; of beter: het geeft een beeld van zijn opgebouwde image. Dit soort image-buil ding is een bekend verschijnsel. Zo werd Ischa Mijer indertijd een bekend door als toneel-cri ticus konsekwent alles de grond in te boren wat hij zag. Zo is momenteel Herman Brus selmans bezig zich als schrijver te profileren door zich aan te dienen als mooie god om alle andere auteurs af te troeven. Zo gebruikt Brood de zelf kant van de maatschappij om zichzelf in de kijker te spelen. Drie voorbeelden van artisten Herman Brood. die zichzelf, over de rug van anderen, beroemd proberen te maken. Ik ben geen bewonde raar van deze methodiek, maar je moet hem natuurlijk wel kunnen hanteren. Dat is ook een 'kunst'. Brood kan dat; om dat hij natuurlijk zelf wel het een en ander in zijn mars heeft. Dat wordt ook duidelijk in deze bundel. Eén voorbeeld: 'Moe zitte/koepel Breda/pot vol metadon/wor gelijk in beslag- genome/'k zit op de 5e ring/ dichtbij het mooiste plafon/dak ooit moch zien/van binne- kant.//Bewaarder/ik maak het nie//(zieligste gezicht availe- bel)/ik móe medicijne hebbe/ anders spring 'k naar bene- de!/Nie doen jonge/'k heb d'r zoveel zien gaan/je spring uit mekaar als een/tomaatje.//Ge- lijkgeneze'. Eerlijk gezegd weet ik niet zo goed wat ik met dit boek moet. Bekijken als voer voor psycho logen? Meegiechelen met allen die het 'te gek' vinden? Of bij zetten als tijdsdocument? Je kunt het in ieder geval niet ne geren. Dus lees het toch maar en bepaal dan zelf maar in welke categorie het voor uzelf thuis hoort. Herman Brood: 'Zoon van alle moeders'. Uitg. De Bezige Bij, prijs 25. MINNEAPOLIS (RTR) - Clifford Simak, een grote naam in science fiction-lite- ratuur, is op 83-jarige leef tijd in Minneapolis in Min nesota overleden. Simaks werk is in meer dan twaalf talen vertaald en de auteur kreeg vele prijzen, waaronder drie Hugo's, de 'Os car' van science fiction. Onder zijn populairste romans zijn 'City', 'Way Station' en 'The Vi sitors'. Hij was meer geïnteresseerd in de metafysica van de mense lijke conditie dan in de mon sters met uitpuilende ogen en futuristische avonturen. „Ik stel veel meer belang in hart en geest van de mens dan in de menselijke prestatie", schreef hij eens. „Ik heb gepro beerd de mens te plaatsen in perspectief tegen de achter grond van de uitgestrektheid van universele tijd en ruimte. Ik heb me beziggehouden met waar wij als ras op weg naar toe zouden kunnen zijn en wat ons doel in het universele schema zou kunnen zijn - als wij al een doel hebben." Osiris Anubis Hathor Illustratie uit 'De schatten van de farao's'. Door Muriel Boll Kinderen zijn van nature nieuwsgierig en het was dj vreemd dat er tot voor kort weinig goede informatie^ kinderboeken waren. Een paar jaar geleden startten! geverij Meulenhoff een serie dierenboeken. Ze zien J goed uit, zijn stevig en de tekst is geen saaie rimrami» moeilijke woorden, maar goed levendig geschreventj heel belangrijk, er staat niet teveel tekst in. Elk deel staat boordevol foto's die kinderen graag bekijken, omdat ze zo een nauwkeurige indruk krijgen van de omge ving van dieren, hun afme ting, de pasgeboren kleintjes enz. Inmiddels zijn ruim twintig delen verschenen die variëren van mieren en spin nen, padden en vlinders tot koala's. De laatst uitgekomen boe ken heten Mustangs, De Dassenburcht en Het He renboek. Een ideale serie om bij spreekbeurten te gebrui ken en die in bibliotheken en documentatielokalen hoort. Zelfs kinderen die niet zo van lezen houden kijken deze boe ken graag in. Dat geldt ook voor de nieuwe informatieve serie 'De wereld op zak' van uit geverij Zwijsen. Die begon gelijk goed en bracht in een klap twaalf deeltjes uit. Het zijn stevig gebonden boekjes van bescheiden formaat die je makkelijk in de hand houdt. De onderwerpen lopen sterk uiteen: 'Bang voor de boze wolf', 'Plastic maak je van olie', 'Eskimo's leven in sneeuw en ijs', 'De schatten van de farao's'. In 34 pagina's wordt een onderwerp boeiend besproken in kleine brokjes tekst. Kinderen van nu zijn sterk ingesteld op het via beelden verwerken van informatie en in 'De wereld op zak' is alles gedaan om op een visuele ma nier de aandacht van kinde ren te vangen en vast te hou den. Elk stukje tekst begint met een vetgedrukte regel die duidelijk maakt waar het over gaat; zo wordt het thema kort maar van alle kanten be sproken. De boekjes staan vol helder gekleurde illustraties, soms paginagroot, en heel veel kleine details staan ver spreid op de pagina en geven informatie uit de tekst. De te keningen lijken bijna foto's en geven zelfs onderwerpen uit het verre verleden een ac tueel tintje. De tekst heeft geen moeilijke woorden en is geschreven in de tegenwoor dige tijd die veel directer aanspreekt dan de verleden tijd. Om misverstanden te voor komen wordt bijvoorbeeld wel vermeld dat het om het Egypte van drieduizend jaar geleden gaat. De laatste twee pagina's! ben een extraatje: een dicht, een stukje proza of» als in het wolvenboekje t uitdrukkingen waarin wolf een rol speelt, vondst om informatie op(j manier achtergrond en s te geven en tegelijkertijd! deren kennis te laten met poëzie en proza vanj] veau. De boekjes geven antw op de gekste vragen: beer doet een dutje in een#] kospalm, hoeveel ving heeft de panda, hoe wordlj kajak gemaakt en ha honden trekken een Eskia lee, hoe beschermde men li vroeger tegen wolven en J verbergen wolven kleintjes? 'De schatten van de far* vind ik een van de aantreül lijkste delen. Het hele 1 ogliefenalfabet staat a!l beeld, met een beetje oefeJ wordt dat een prachtige heimtaal. De verschilli hoofdtooien van goden zi<| je leest welke kinderen! naar school gingen, spelletjes ze deden en speelgoed ze hadden, wonder van de Nijl komtl de orde... elke zomer alil zon fel schijnt, stijgt de t j en treedt buiten haar i Drie maanden later trekl| zich weer terug. De serie is oorspronkt Frans en verscheen bij èf kende uitgeverij Gallin de Nederlandse versie begeleid door een NeK landse adviesraad waariti aardrijkskundige, een hl ricus en een bioloog zitten| neerlandicus Mooren zorgde de extraatjes. Infl najaar komen nog eensif delen uit, de hele serie 1 uit 48 boekjes, die peril 10,95 kosten. Een ideale pj voor een cadeautje en kinderen om af en toe zel(| aflevering te kopen. 'De wereld op zak' isl must voor scholen en biïl theken en maakt kina wijzer èn nieuwsigerig.j enorme verdienste vanj miniboekjes. De dierenboeken van S lenhoff kosten 22,90 j stuk. 'De wereld op zak' van i verij Zwijsen 10,985 j stuk; aan de serie werkti verse auteurs en illusbi ren. John Jakes: 'Fakkels in de storm'. Uitg. Het Spectrum, prijs ƒ49,90. Het vervolg op 'Noord en Zuid', bekend van de tv-serie, en 'Liefde en oorlog'. Weer een pil van ruim 500 blad zijden vol romantiek en oorlog in het tijdperk van de Ameri kaanse Burgeroorlog. Er zijn nog twee delen in aantocht. Trudy Kunz: 'Morgen ben ik oud'. Uitg. Michon, prijs 22,50. Gesprekken met ouderen door Libelle-redactrice, die zich zelf liet schminken als bejaarde dame. 'Literatuur voor de zomer'. Uitgeverij Meulenhoff bracht vijf bestsellers opnieuw en nu goedkoper op de markt. Sylvia Weve maakte met een compu ter, de grafische paintbox, de omslagen. Het zijn 'Dood op kre diet' 18,90) van Céline, 'Cassa- blanca' 12,90) van Adriaan van Dis, 'Mystiek lichaam' 13,90) van Frans kellendonk, 'De kus' (ƒ14,90) van Jan Wol kers en 'Liefde in tijden van cholera' 22,90) van Mérquez. Yaél Koren en Constant Vecht: 'Verzonken heimwee - Joods hier, Israëlisch daar'. Uitg. Balans, prijs 27,50. Ge sprekken met joodse Nederlan ders die naar Israël vertrokken en die hier bleven. De IKON zond onlangs de tv-versie uit Dr.H. Galjaard e.a.: 'Den kers over dilemma's'. Uitg. Balans, prijs ƒ22,50. Gedachten over euthanasie, abortus en an dere hedendaagse vraagstuk ken. Sophie en Joop Citroen: 'Duet pathétique'. Uitg. Veen, prijs ƒ34,90. Twee mensen leg den hun oorlogservaringen vast en lieten het lezen aan Karei van het Reve, die onmidi een uitgever zocht. Robert Omstein: meervoudig brein'. Uitg. mer Keuning, prijs Een nieuwe kijk op het m« lijk gedrag. Onze geest is één supercomputer, maari een heel netwerk van col ters. Peter Cuijpers: 'Er eens een boer in Timboel Uitg. Van Holkema dorf, prijs 14,90. De on1 ling van de limerick met voor de doe-het-zelver. Erich Hackl: 'Aurora' len'. Uitg. Amber, prijs Debuut van Oostenrijkse ster gebaseerd op waar beurde geschiedi Aurora Rodrigeuz die in haar dochter doodschoot, haar dochter werden mai ressen van de Spaanse wenbeweging. Nieuwe Salamanders. Querido, prijs per boek 'Vroeger kon je lachen' v; mon Carmiggelt, 'Nach van Jan Siebelink, 'De mi van Hella S. Haasse, New York' van F. Springer. E.M. Forster: 'Mai Uitg. Veen, prijs 24,90. V< van een erotische verhol van twee studenten in Camt ge, geschreven door E.M. F< in 1914, maar pas in 1971 geven. Net als 'Room wit view' wordt ook dit verhaal| Forster verfilmd. Michel Foucault: geen pijp'. Uitg. Aramith, 19,90. Franse filosoof si' merkwaardig boekje op van de surrealistische scl rijen van René Magritte. Juist toen hij wiJ 'maar iedereen v problemen, net n te kijken naar ee beter leven' vielen de stille m Motoren werden kerkklokken hie en vogels, zwem* suizelden over hc Wind schraapte markiezen flapp< kraakten en piep En in de lege lucf knalden de vlagg JUDITH HERZBE Otters zijn bijzondere diere selketen. Ze eten dus ander gegeten. Aan zulke dieren 1 vuild is. Omdat otters watt ken hoe het met het water i. Na de oorlog waren er onj Chemische afvalstoffen dii ben ervoor gezorgd dat de Bovendien worden er kunnen tegenwoordig mi gaat een otter 's nachts op worden beekjes vaak afgesj nen ze niet bij elkaar kome mi ïoe op Onderzoekers hebben ee Er moeten otterpaden kon wegen gekruist worden. O' paden gebruikt en 's wintel Langs rivieren en kanal bouwd worden. Als het nie plaats' komen. Behalve dez de vrouw te brengen is er onderzoek geopend. Daar ters eten en poepen, hoe ze kers meer weten van het schermingsplannen bedenl tuur. DE Nederlandse Hartstic ting besteedt dit jaar ext aandacht aan het "jon hart'. Zelfs bij jongen kind ren worden afwijkingen a: de bloedvaten gevondc

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 34