'Caribische mens meest tragische schepsel op aarde' Clichés over jaren zestig en zeventig Het ware gezicht van de gekrenkte aarde MEESTERLIJKE ROMAN TIP MARUGG Panama en de Hilde Marti j nissen ging kapot aan deze wereld Herdruk Bomans aanloop tot bundeling Alan Paton: een bewogei strijder tegen apartheid DE STEM BOEKENGIDS ZATERDAG 16 APRIL 1988 Wonden Ontleden Volbracht AANGRIJPENDE KRONIEK VAN EDUARDO GALEANO Défilé Mythes ONTGOOCHELING IN 'EEN LEEG LANDSCHAP' VAN W. VAN TOORN VERSCHENEN E .STEM GIDS 3 ZATEF Verklaringen Stegosaurus had zoi jSuske en Wiske: De J'V G2 Door Henk Egbers Tip Marugg, tot voor kort alleen bekend in kleine kring, krijgt ineens de be langstelling die hem toe komt. Hij is genomineerd als één van de vijf kans hebbers voor de Ako-lite- ratuurprijs. Ik tip hem als de beste kanshebber. Aan zijn onbekendheid heeft hij overigens zelf meegewerkt, hetgeen enigszins tot uit drukking gebracht wordt in mijn volgende reactie op zijn jongste roman, aanlei ding tot de nominatie. Ik schreef deze regels voordat deze uitverkiezing bekend werd. „Alle dagen en jaren zijn ge leefd en vermolmd, ik sta in het spinsel van de laatste nacht, onzeker van de hemelse geluk zaligheid en de helse pijn die achter horizonnen schuilen." Zo begint Tip Marugg het laat ste hoofdstuk van zijn meester lijke roman 'De morgen loeit weer aan'. Deze auteur uit het Caribische gebied laat zelden van zich horen, maar als dat zo eens in de twintig, dertig jaar het geval is schenkt hij je een meesterwerk. De geciteerde zin verwijst een beetje naar de thematiek van deze roman: een terugblik vanuit een haat liefde verhouding op zijn eigen leven en op zijn Caraibisch eiland, Curasao, gedoemd om onder te gaan. Het toeval wil dat ik 'De morgen loeit weer aan' las na de jongste roman van Hugo Claus, 'Een zachte vernieling'. En dan moet ik zeggen, dat ik die van Marugg knapper en boeiender vind. Om iets van de kwaliteit aan te geven. Maar 'niemand' kent Marugg en Claus is bekend. Dat is de 'schuld' van Tip zelf. In 1958 verscheen van hem 'Weekend pelgrimage' (vorig jaar einde lijk herdrukt) en in 1967 'Tepal- ka'. De recensies waren voor treffelijk. Ook nu zal dat wel weer het geval zijn. Maar Ma rugg laat zich verder niet zien of horen. Toen ik twee jaar geleden, op de hoogte dat hij goede teksten in huis heeft, Marugg pro beerde te bezoeken voor een uitgever zei Frank Martinus Arion tegen me: „Je komt niet binnen. Hij leeft als een kluize naar, omgeven door grote hon den (wat overigens de meeste mensen op Curacao doen). Ik ga wel voor je." Dat beeld wordt in deze roman bevestigd, ge schreven in de ik-vorm. Een ouder wordende man zit nach ten lang op de stoep voor zijn huis, met zijn onafscheidelijke whisky-fles, te turen in de nacht en droomt en fantaseert over zijn jeugd, levenservarin gen, de Caribische mens en Cu racao. Dit is een nuchtere op somming. Marugg doet dat in een taal, die zó mooi en beel dend is, dat de sfeer van dit eiland op een geweldige manier wordt overgedragen als een herbelevenis voor hen die het ook (menen te) kennen, maar ongetwijfeld hen die Curacao niet kennen zal raken. „Het heeft geen enkele zin te likken aan wonden die nooit genezen, te rouwen om daden verricht of te snoeven op zon den die louter uit lafheid nim mer zijn bedreven", bedenkt de man. Toch zit hij als een soort geseculariseerde 'whisky- priest' (Greene) te turen in de nacht boven zijn land, boven zijn leven. De drank maakt alles nog beleefbaar (het terugkerend element in zijn boeken): „Wat mij ertoe brengt om twee uur in de nacht op de stoep voor mijn woning de tijd en het le ven te verdrinken. Soms lukt het me even los te komen van tijd en ruimte, van binding en schuchterheid. De mensen en honden en zonden die mijn le ven zijn binnengedrongen ver wijderen zich als onreine stof fen en in de sacrale sfeer ben ik niet meer in tegenspraak met mijn eigen wezea Het bier en de whisky, die noodzakelijk waren om het proces op gang te brengen, raken overbodig wan neer het gasmengsel dat de aarde omgeeft een andere sa menstelling krijgt en vanuit het hoge hemeldak mij een koele wind van vrijheid en tijdloosheid toewaait, die de extatisch chemische derivaten van cactus, paddestoel en moe derkoren bevat.. Het even wichtsgevoel verzwakt en ik word bevangen door een duize ling die de illusie wekt dat diepten en leegten en oude angst kunnen worden uitge wist, dat levensgeluk simpel weg kan worden opgeroepea" In die stemming denkt hij aan zijn volk, eiland en zichzelf door de koloniale slavenge schiedenis gekenmerkt en ge radbraakt. „Soms wanneer de Om twee uur in de Curagaose nacht proberen de tijd en het leven te verdrinken. - foto archief de stem alcohol in voldoende mate naar mijn hoofd is gestegen, krijg ik in het'nachtelijke uur de nei ging om de Caribische Mens uit te hangen, althans de medebe woners van deze eilandengroep onder één noemer te brengen en ze te ontleden. Niet de jood maar de Caribische Mens is het meest tragische schepsel op aarde; zijn bestemming is niet Auschwitz, maar Disney World. Hij leeft ondergedoken, al weet hij dat de bezetting reeds lang voorbij is. Hij lijdt aan nachtblindheid en tuurt daarom de ganse dag in de zon. Zijn leven, een feest van lach en dans, is in werkelijkheid een weeklacht, gejammerd op ca lypso-, reggae- of merengue- tonen: zijn wantrouwen ge koesterd door ontgoocheling en de onwrikbaarheid van het lot, zijn fundamentele twijfel aan een goede uitslag. De intriges die zijn leven met rag bedek ken maken dat hij te ongecom pliceerd leeft en denkt en deze kokosnotenmentaliteit maakt van zijn leven een web waarin hij steeds dieper verstrikt raakt. De blanke is niet blank en de neger is niet zwart; bei den zijn uitlanders op het grondgebied waarin hun na velstreng begraven ligt." Een typering om je ogen bij uit Conflict te wrijven. Op het eind van het boek ziet hij dan ook het Cari bische gebied ten onder gaan. „Het is volbracht; de complete geschiedenis van het oude con tinent is geschreven. En om 03.00 uur precies komt er licht, want de zon wordt ontstoken. i Deze tropenzon, moordadig in plaats van levenwekkend, hangt als een haard van be smetting aan de prachtblauwe hemel die op elke grote natuur ramp volgt en bestraalt met strakke witheid de vermolmde dingen en de putrefactie." Een van de indringenste hoofdstukken binnen dit kader is die van zijn observatie in de vroege ochtend bij de rotswan den van het eiland, als vogels er zich tegen te pletter vliegen. Zelfmoord Naast zijn bed ligt een revolver. Hij schiet ermee in de ruimte voor het slapen gaan. En één keer raak. Als de aarde waarop hij leeft ten on der gaat voelt hij de adem van een jonge vrouw bij zich. De geur van een vrouw laat hem denken aan de wierook bij een mis op het schoolplein van de fratersschool, waarnaar hij, als protestantse jongen, op afstand keek. Dood en leven, ze ver smelten in een identieke geur op zijn eiland. Marugg ver koopt geen blè-blè over kosmi sche gebeurtenissen e.d., hij stelt ze present met zijn beeld rijke taal. Tussendoor strooit hij anekdo tische gebeurtenissen uit zijn leven. Maar het blijven geen anekdotes. Ze illustreren zijn conflict Eugenio, ex-onderwij zer en dorpsgek; zijn sectari- sche-evangelist-oom in Vene zuela met zijn corrupte vrouw; Tochi die op het eiland de toe risten bij de neus pakt en Shon Joshi (reuzerijk en met een reuzepiemel) die de meisjes pakt; de legende van padre Placido die de bewoners pakt met de maankoortswind. „Soms moet ik dronken zijn om de dingen te begrijpen", be kent hij. „Ik voel me als een hoofdspeler in een toneelstuk... Ik ga op mijn oude plaats op de stoep zitten en vlij mij in de schoot van mijn zwarte vrouw, die mijn wederverschijning lij delijk heeft ingewacht. Zij is de allerbegrijpende Heilige Cari bische Moeder, de slet die al menige hagelblanke penis gre tig heeft ontvangen in haar zwarte schoot". Mama Baran- ka 1 Het delirium van de waar heid wordt door Tip Marugg pijnlijk-troostend gevat in een taal die niet hoort bij zijn volk. Hijheeft deze zich meesterlijk aangemeten om te overleven, zoals de slaven het Papiamentu uitvonden om hun slavendrij vers te overleven. De dood die Tip Marugg zijn land en zijn volk toedicht in dit boek draagt alle kiemen in zich van nieuw leven. Een prachtige roman. Tl pp Marugg: 'De morgen loeit weer aan'. Uitg. De Bezige Bij, prij» 24,50. Door Anton Theunissen Eduardo Galeano wil geen historicus zijn, ook al schrijft hij over de geschiedenis. Hij vergaapt zich aan de werke lijkheid die voor hem 'een onuitputtelijke bron van schitte ringen en verschrikkingen, van drek en wonderen' is. Om meer over die werkelijkheid te weten te komen, stort hij zich op de geschiedenis van zijn continent, van Latijnsa- merika. Dat heeft geresulteerd in werken als 'De Aderla ting van een continent' en de magnifieke triologie 'Kroniek van het vuur'. In de Kroniek schetst Galeano, zelf geboren in Uruguay, de gschiedenis van de Ameri kaanse continenten van Alaska tot Vuurland, en van de preco- lumbiaanse dagen tot de jaren tachtig van deze eeuw. Hij doet dat in een eindeloze reeks korte verhaaltjes, in zijn inmiddels befaamde, weergaloze stijl, die de fragmenten tot kleine ju weeltjes maakt. De geschiede nis wordt verteld via de bloem lezing uit volksverhalen, reis verslagen, kronieken, fictie, brieven, gedichten en krante artikelen. Galeano bewijst dat geschiedenis niet saai en ver velend hoeft te zijn. Hij maakt 'zijn' geschiedenis, die van de Amerika's, spannend, opwin- derd, actueel, aangrijpend en gewoon leuk. Zijn verteltrant spreekt tot de verbeelding, want hij heeft oog voor kleur rijke en veelzeggende details en anecdotes. In het net vertaalde tweede deel van de Kroniek, 'Gezich ten en maskers', behandelt Ga leano de achttiende en negen tiende eeuw: de periode van het ineenstorten van het Spaanse imperium, dat verdwijnt als dé machtsfactor van Latijnsame- rika, en de opkomst van de we reldrijken Engeland en de Ver enigde Staten. Galeano vertelt het verhaal heel persoonlijk, prijst de weinig dapperen en ontmaskert de vele nietsnutten uit de hogere kringen. In zijn boek laat hij grote, kleine, opvallende, knappe, domme, aardige, corrupte en macabere figuren uit alle gele dingen van de samenlevingen defileren: Simón Bolivar, José Marti, Darwin, Lincoln, Mel ville, Billy the Kid, Mark Twain, president McKinley en Calamity Jane, de vrouw van wie wordt gezegd dat 'zij slaapt met haar revolvers aan een stijl van haar bed', dat zij 'de mannen overtreft in het poke ren, drinken en vloeken', dat 'zij altijd een broek aan had en dat zij die vaak uittrok en dat er in de saloons geen guller of schaamtelozer vrouw was in de liefde en de leugen'. Veel ruimte geeft Galeano op nieuw aan de Indiaanse my thes, die alle goede en kwade heersers van Latijnsamerika overleven. Zoals in het ope ningsverhaal over de Guarani- indianen, die geloven dat de aarde zal sterven door toedoen van de blauwe tijger en dat een nieuwe paradijselijke aarde geboren zal worden. Een belofte van hoop en opti misme: „De blauwe tijger zal de wereld breken. De andere aarde, zonder kwaad, zonder dood, zal uit de vernietiging van deze aarde geboren wor den. Dat vraagt zij. Zij vraagt te sterven, zij vraagt geboren te Eduardo Galeano. foto van gennep worden, deze oude, gekrenkte aarde. Zij is doodmoe en blind van het traanloos wenen. Ster vend doorloopt zij, afval van de tijd, de dagen en 's nachts werkt zij het medelijden van de sterren op. Spoedig zal de Eer ste Vader de smeekbeden van de wereld, aarde die een andere aarde wil zijn, verhoren en dan zal hij de blauwe tijger, die on der zijn hangmat slaapt, losla ten". Aan het einde van het boek, tweehonderd later, slaapt de blauwe tijger nog altijd. Zal hij in het laatste deel van de trilo gie worden losgelaten? 'Kro niek van het vuur' kan zonder aarzelen het meesterwerk wor den genoemd van een geënge- geerd, misschien zelfs activis tisch schrijver, die de geca moufleerde werkelijkheid, de geschiedenis geschreven door overwinnaars en lakeien van de elite, voorziet van de ware gezichten en ontdoet van de valse maskers. Eduardo Galeano: 'Gezichten en maskers', deel II van 'Kroniek van het vuur*. Uitg. Novib/Van Gen nep, prijs 34,50. Door Henk Egbers Eén van de vijf genomineerden voor de Ako-literatuur- prijs is Willem van Toorn met 'Een leeg landschap'. In 1981 kreeg hij de Jan Campertprijs voor de dichtbundel 'Het landleven'. De hoofdpersoon van deze roman is Van Toorns alter ego, Erik Leeman, schrijver-redacteur en liefhebber van het landleven. Als hij de prijs krijgt zal dit niet zijn voor al het gemopper in dit boek, maar voor zijn vloeiend proza. Bij mijn oordeel over 'Een leeg landschap' dien ik vorm en in houd goed uit elkaar te houden, of beter gezegd: mijn waarde ring voor de vorm niet onderuit te halen met mijn degoüt voor wat er inhoudelijk verteld wordt. Soms heb je bij een kunstwerk wel eens dat afzich telijkheid schoonheid wordt, maar dat is hier niet het geval. Het gaat om het verhaal van een teleurgestelde man. Hij is ontgoocheld over de maat schappelijke (r)evolutie van de jaren zestig en zeventig. Niets deugt er meer van. Via opper vlakkig gemopper gebruikt hij de jaren tachtig om weer een egocentrische fatsoensrakker te worden of beter: zijn vernis van de laatste twintig jaar af te krabben. Als veel stedelingen is hij in de zestiger jaren de stad ont vlucht om zich, jong getrouwd, op het zogeheten platteland te vestigen. Inmiddels verandert het dorp ook. Er wordt bijge- Uitgeverij Amber in Am sterdam heeft plannen voor het bezorgen van het verza meld werk van Godfried Bomans in de jaren negen tig. Een project, zo zegt de uitgeverij, waarmee einde lijk recht wordt gedaan aan de kwaliteit van Bomans' schrijven. Als aanloop tot dat omvang rijke werk wordt in de ko mende maanden en jaren een aantal bundels met verhalen en essays van Bomans uitgegeven, steeds aangevuld met niet eer der gepubliceerde teksten en gerangschikt naar thema. Die reeks is intussen met twee bundels geopend en wel 'Adviezen van een oude rot en ander sportief proza' en 'Pok- kenvrij de lucht in en andere reisverhalen'. Uitgeverij Am ber stelt nog ongeveer tien bundels in het vooruitzicht. Godfried Bomans. - foto vara Met zijn virtuoos taalge bruik en zijn originele manier van denken heeft Bomans des tijds op een heel eigen, meestal zeer fijnzinnige manier aan al lerlei heilige huisjes geram meld. De typische Bomans taal blijkt het over het algemeen nog goed te doen en zijn afstan delijke kijk op veel alledaagse en niet-alledaagse verschijnse len heeft niet ingeboet aan ori ginaliteit. Wel zijn -en dat met name in de bundel 'sportief proza'- sommige opstellen te- zeer gedateerd. Wanneer Bomans stoeide met de prestaties van de wie- Ierhelden van zijn tijd, dan he kelde hij daarmee de naar zijn mening belachelijke taal van sportjournalisten. Om daar nu nog ten volle van te kunnen ge nieten moet je weten hoe die wielerhelden held zijn gewor den. Of je moet weten op het lijf van welke legendarische voetballer Bomans destijds het verhaal over Arie Knekelbast geschreven heeft. Godfrief Bomans: 'Adviezen van een oude rot en ander sportief proza' en 'Pokken- vrij de lucht in en andere reisverhalen'. Uitg. Amber, prijs 17,50. T.K. bouwd en bevlogen bestuur ders of plattelandspotentaten geven het dorp ook stadse allu res. De stadsimmigranten voe len zich bedreigd: ze hebben zich nooit kunnen integreren met de dorpsbevolking en de gezochte rust wordt teniet ge daan. De autochtonen van het dorp proberen er een slaatje uit te slaan en zijn de gebeten hond. Ik woon zelf in een dorp, dat zondags letterlijk door 'de stadsen' onder de voet wordt gelopen; Van Toorn schreef wat dat betreft een levensechte roman. Daarbij speelt zich een ander proces af. De nieuwe dorpelin gen wilden niet alleen wel eens wat anders wat het wonen be treft, maar ook met hun al of niet huwelijkse relaties gaan ze als vogeltjes in de natuur om. Van Toorn bouwt daarbij het 'proces van ouder worden en de angst voor de dood plastisch in. Ook op deze manier blijft dit (semi-)intellectuele gezelschap een wat vreemde eend in de bijt van het dorp, want zij zijn niet helemaal zo stiekem als de allochtonen. Het thema is niet nieuw. Dat is zeker ook niet de manier waarop Willem van Toorn er mee omgegaan is. Hij hanteert namelijk alle mogelijke clichés over genoemde periode waar van het 'Volksempfinden' der jaren tachtig bol staat Het gaat niet over de echte binnen kant van die jaren, maar over de gemakkelijke buitenkant Het is te simpel; ja, te gemak kelijk. Teleurgestelde ironie of sarcasme blijft er dan als enig wapen over. Erik trekt zich mokkend in de stad, Amster dam, terug; kennissen verdwij nen naar andere dorpen, waar de stad nog niet heeft toegesla gen. Het misgelopen huwelijk lijkt ermee te maken te hebben, maar heeft andere niet uitge werkte oorzaken. „Ik draaide om en liep naar mijn auto en reed terug, als van een uitstapje naar de jaren zes tig en zeventig, toen we daar allemaal waren komen wonen Louise Erdrich: 'De suiker bieten koningin'. Uitg. De Prom, prijs 32,50. Na 'Lief desmedicijn' de tweede ro man van Louise Errich, die op originele wijze de historie van de Amerikaanse 'mid west' beschrijft. Ze is deels van Duitse en deels van in diaanse afkomst. Het boek volgt vanaf 1932 de geharde Mary Adare, haar veel zwak kere broer Karl, haar jaloerse nicht Sita en haar half-in- diaanse vriendin Celestine. Steeds vertelt een van de per sonen in de ik-vorm een deel van de werkelijkheid en dat geeft het verhaal steeds nieuwe energie. Veel indruk maken de gedetaillerde be schrijvingen van kleine men sen en hun pogingen te over leven in een groot, kil land schap. Peter van Straaten: 'Ag nes moet verder*. Uitg. De Harmonie, prijs 19,90. Ver volg op 'Agnes' van de be kende tekenaar, die luchtige stukjes is gaan schrijven. Peter Handke: 'De her haling*. Uitg. Arbeiderspers, prijs 39,50. Man gaat op zoek naar zijn broer die in de oorlog verdwenen is. Hij be schikt over aantekeningen die zijn broer maakte. Het is een zoektocht naar de beteke nis achter beelden en woor den, door Handke beschreven op een heldere, dwingende, maar ook vervreemdende manier. Ralph Ellison: 'Onzicht bare man'. Uitg. Arbeiders pers, prijs 59,50. De eerste Nederlandse vertaling van het boek van Ellison, dat in 1952 in Amerika veel indruk Louise Erdrich. maakte. Een ongewone k op het leven van zwarte Am, rikanen: „Ik ben onzichtbs; omdat de mensen me ij, willen zien". J. Goudsbloem: Taal sociale werkelijkheid Uitg. Meulenhoff, Tekening van Michel den Hamer (S 1. Panama scholen - - - - 08 ai tien maanden dicht. De leraren, maar ook andere hebben ken' van Goudsbloem, die ontwikeling van ma: pelijke machtverhouding volgt en constateert dat j taal die ontwikkeling weerspiegelt en bekrachtigt Jim Carroll: 'Dagboel, van een lijmsnuivertjt Uitg. Amber, prijs 25. boek van een straatjongen uit New dat in 1978 in de VS een satie betekende. Jim Can;; begon op 13-jarige leeftijdt noteren wat hij zag en voelt Zijn stijl is ongepolijst en or, bedorven en zijn taal is j spreektaal van de straat uitgever heeft het boek opvallende, smalle vorm geven. Carroll heeft inmij dels een vervolg op zijn ij eerste dagboeken geschrevei Door Henk Egbers „Hilde Marijnissen beëindigde haar leven in juni 1986.1 hebben haar begraven bij haar en onze vriend Tilmai Rexroth, op het Hauptfriedhof van Frankfurt am Mail Het staat er zo simpel als nawoord in een posthuum uitgs geven boekwerkje van de Bredase Hilde Marijnisse: 'Zit len we doen dat er muziek uitkomt?' 4dS Willem van Toorn - FOTO QUERIDO en eikaars kinderen naar het zwembad en de muziekschool brachten en in eikaars tuinen zaten en die taal, dat dialect, hadden geleerd om te begrijpen wat we tegen elkaar zeiden over boeken, muziek, Vietnam, de vergiftiging van de aarde. Toen we nog dachten dat we daar samen oud zouden wor den". „De nieuwe tijd, je kan je wel blijven ergeren", zegt een oude dame. „Wat al die plannenma kers schijnen te vergeten is dat verleden het enige is wat wij kennen. Daar moeten we alles mee doen. We bestaan uit ver leden. Als ze ons teveel verle den afnemen, kunnen we niet meer over de toekomst den ken", peinst Erik. En zo ergert iedereen zich letterlijk en fi guurlijk dood in deze roman. Niemand beleeft ook maar er gens plezier aan; niemand ziet ook maar iets positiefs in het geen zich de laatste twintig jaar binnen ons maatschappe lijk leven voltrokken heeft. Een auteur is uiteraard vrij zo te denken en te schrijven, mits hij er iets goeds mee doet. Willem van Toorn is vakman genoeg om dat te kunnen en te doen. Hij wisselt met tijden en personen heel handig, zodat heden en verleden in elkaar opgaan en tegen elkaar uitge speeld worden. Hij formuleert mooi en met een ogenschijnlijk groot gemak, zodat je het alle maal lekker wegleest Hij is een prima observator en kan zijn waarnemingen scherp weergeven. Een roman is ver der geen dissertatie, maar Van Toorn moet in staat geacht worden om ook in een roman zo'n, toch wel boeiende, periode als de jaren zestig en zeventig meer inhoud te geven dan vlot neergeschreven clichés. Willen van Toorn: 'Een leeg landschap'. Uitg. Querido, prijs 29.90. Het bevat tien zeer persoon lijke schetsen van haar hand. Deze getuigen van een bewust levende vrouw, die goed schreef en voor het leven be houden haar drie vrienden, met wie ze een schrijfclub had en die dit boekje uitgaven, 'ver bijstering, ongeloof, verdriet, woede en radeloosheid' had kunnen besparen. De tien teksten zijn ontstaan tussen 1984 en 1986. Hilde Ma rijnissen studeerde en werkte sedert 1967 in Nijmegen, maar in verschillende 'verhalen' is haar Bredase afkomst te proe ven. Bijvoorbeeld in de bij drage 'Simone de Beauvoir: een afscheid'. Je leest: „Vier H.B.S. De leraar Nederlands - goeie, schorre Haans, tufjes sigarenas morsend op zijn groezelige pak, hoofdschuddend dat de wereld zo dom en literatuur zo mooi is, dood, al lang dood - vraagt: Weet iemand wie Simone de Beauvoir is?" Frits Haans is hier zo karak teristiek neergezet, dat Hilde Marijnissen een goed observa tor geweest moet zijn. Tevens een aanstekelijke doordenk ster. Daarvan getuigt haar re actie op De Beauvoir, die ze laat vallen omdat zij naar haar gevoel niet doordringt tot ker nen, maar de buitenkant be schrijft „Nou word ik echt driftig. Zijn die twee (De B. en Sartre HE) gek geworden? Wat een grotesk gepraat Je onver mogen in een filosofisch jasje steken en dan als vrijheid aan prijzen!' In 'Geweten en geweld' rea geert ze ontwapenend op haar innerlijke verwardheid, die ontstaan is op basis van een rooms-kerkse opvoeding (al zegt ze dat niet met dezelfde woorden). Haar woede tegen de 'verbiedende autoriteit' lost op in de konklusie dat 'een mild geweten alleen door zonde is te verkrijgen'. Is dat misschien ambtenaren, nebben in geen tijden salaris ontvan gen. In plaats van geld kregen ze waardebonnen en dat pikken ze niet lan ger. Waardebonnen zijn in Panama niets waard, want de winkels zijn leeg. Winkeliers kunnen bij de banken geen geld opne men om in te kopen, want de banken zijn ook blut. Het land zit zonder geld, want Amerika betaalt geen huur meer voor het Panamaka naal. President Reagan heeft bovendien aan de Amerika nen gevraagd hun Panamese rekeningen niet meer te beta len Er komt geen Ameri kaanse dollar Panama meer in en daar was het land van afhankelijk. Reagan wil op deze manier Noriega, de sterke man van Panama, op de knieën krij gen Noriega, de opperbevel hebber van het leger, wordt door tegenstanders de Ana nas genoemd omdat hij zoveel pukkels heeft. De Ananas is betrokken bij de handel in verdovende middelen en heeft daar scheppen geld mee verdiend. Met zo'n misdadi ger wil Amerika niets te ma ken hebben, ook al is hij de baas. een herkenningspunt voorn len - het aan flarden scheun van het autoritair geladen 1( grip 'zonde' - zodat de eers druk van dit boekje binnen maand uitverkocht was. Zelf krijg ik het gevoel genoemde hoofdstukken aanwijzing geven bij deve bijsterende vraag in het i woord: „Wat doe je als een geliefd vriendin opeens a streep onder haar leven z Het antwoord luidt 'Ni maar toch zoek je naar verkil ringen. Ze geeft ze zelf in de opstellen, die geschreven zj rijen op zijn rug stonden, de De kunne vriend verteg hielp valle i van sident. chaos, om n< betalen drijve St. dat N(j ven salar kunt leuk. Toen de Stegosaurus ge vonden werd dachten de geleerden dat de grote harde platen op zijn rug plat zijn rug lagen als dakpannen. Zijn naam be tekent dan ook 'hagedis met dak'. Anderen dachten dat de pla ten achter elkaar in een rij stonden. Nu is men er zeker De van dat de platen in twee lang. met een talent dat niet op 'het boekje', maar wel w wachtingen opriep. Hilde schreef over haar V8 blijf in de Jelgersmaklinieli een goed verstaanbaar etc over haar werk in een kinds crèche in Frankfurt, over te ervaringen in Nicaragua, ob de zorg voor Polisario-Sahan kinderen op vakantie in Nede land en haar arbeid op groentenmarkt in Frankf» waar allochtone vrouwen coc fronteren. De thema's wij: op een vrouw die de wei waarin het onrecht welig tic aan haar hart drukte en., zelf kapot aan ging. Het boekje dat in eigen heer werd uitgegeven is menteel verkrijgbaar in Bredase boekhandel of ai bij Marie-José Buck, Slichtenhorststr. 54, 65: Nijmegen (tel. 080 - 221091). vermelden dat, omdat we doen dat er muziek komt?' de regionale betekf ver overstijgt. Hilde Marijnissen: 'Zuilen wel* dat er muziek uit komt?'. 010 J. Buck, giro 2427688 NijnHP prijs 17,90. ene een beetje voor de andere. Die rare platen op de rug van de Stegosaurus zaten niet vast aan zijn geraamte maar gewoon in zijn vel. Waar schijnlijk dienden ze om de li chaamstemperatuur te rege len. Misschien liepen er bloedvaten door. Als ze naar de zon gekeerd stonden, kon den ze de zonnewarmte vast houden als zonnepanelen en zijn bloed verwarmen. Naar de wind gekeerd brachten ze verkoeling. gend^ kunj ware metef zym NUtttlopi 'MS. JOHANNESBURG/DUR BAN (RTR/AFP) - Alan Paton, de nestor van de Zuidafrikaanse literatuur en zijn leven lang een bewo gen strijder tegen de apart heid in zijn land, is deze week op 85-jarige leeftijd in zijn woning bij Durban aan kanker overleden. De liberale schrijver maakte in 1948 internationaal naam met zijn roman 'Cry, the beloved country' (Tranen over Johan nesburg). Hierin beschreef hij hoe zwarten van het platteland geconfronteerd werden met de hardheid van het geïndustria liseerde stadsleven en met ra cisme. Het boek, dat een best seller Werd, was één van de eerste romans die de wereld bewust maakten van de ras senproblemen in Zuidafrika. Alan Stewart Paton weri 11 januari 1903 in Pieterman burg. Hij leidde dertien i' lang een opvoedingsgest® voor jeugdige, zwarte quenten in JohannesW] Daar maakte hij kennis i het grimmige lot van zwaï die geen schijn van kans' ken onder de 'blanke' wet. Patton begon zich toen c zetten voor rassengelijtó'- Hij liberaliseerde het instit- wat hem bijzonder k#® werd genomen door de toen® lige hoofdredacteur Hen1* Verwoerd, de latere premie Patton was in 1953 de oprichters van de niet--' ciale Liberale Partij van V afrika, die opheffing van apartheid voorstond. Hij Wj deze partij totdat zij in werd verboden. Lr '-O-/ Ucimbone. H/i r (j DE OF D/B BE2EMK,

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 34