'Caribische mens
meest tragische
schepsel op aarde'
Clichés over jaren
zestig en zeventig
Het ware gezicht van
de gekrenkte aarde
MEESTERLIJKE ROMAN TIP MARUGG
Panama en de
Hilde Marti j nissen ging
kapot aan deze wereld
Herdruk Bomans aanloop tot bundeling
Alan Paton: een bewogei
strijder tegen apartheid
DE STEM BOEKENGIDS ZATERDAG 16 APRIL 1988
Wonden
Ontleden
Volbracht
AANGRIJPENDE KRONIEK VAN EDUARDO GALEANO
Défilé
Mythes
ONTGOOCHELING IN 'EEN LEEG LANDSCHAP' VAN W. VAN TOORN
VERSCHENEN
E .STEM GIDS 3 ZATEF
Verklaringen
Stegosaurus had zoi
jSuske en Wiske: De
J'V
G2
Door Henk Egbers
Tip Marugg, tot voor kort
alleen bekend in kleine
kring, krijgt ineens de be
langstelling die hem toe
komt. Hij is genomineerd
als één van de vijf kans
hebbers voor de Ako-lite-
ratuurprijs. Ik tip hem als
de beste kanshebber. Aan
zijn onbekendheid heeft hij
overigens zelf meegewerkt,
hetgeen enigszins tot uit
drukking gebracht wordt
in mijn volgende reactie op
zijn jongste roman, aanlei
ding tot de nominatie. Ik
schreef deze regels voordat
deze uitverkiezing bekend
werd.
„Alle dagen en jaren zijn ge
leefd en vermolmd, ik sta in het
spinsel van de laatste nacht,
onzeker van de hemelse geluk
zaligheid en de helse pijn die
achter horizonnen schuilen."
Zo begint Tip Marugg het laat
ste hoofdstuk van zijn meester
lijke roman 'De morgen loeit
weer aan'. Deze auteur uit het
Caribische gebied laat zelden
van zich horen, maar als dat zo
eens in de twintig, dertig jaar
het geval is schenkt hij je een
meesterwerk. De geciteerde zin
verwijst een beetje naar de
thematiek van deze roman: een
terugblik vanuit een haat
liefde verhouding op zijn eigen
leven en op zijn Caraibisch
eiland, Curasao, gedoemd om
onder te gaan.
Het toeval wil dat ik 'De
morgen loeit weer aan' las na
de jongste roman van Hugo
Claus, 'Een zachte vernieling'.
En dan moet ik zeggen, dat ik
die van Marugg knapper en
boeiender vind. Om iets van de
kwaliteit aan te geven. Maar
'niemand' kent Marugg en
Claus is bekend. Dat is de
'schuld' van Tip zelf. In 1958
verscheen van hem 'Weekend
pelgrimage' (vorig jaar einde
lijk herdrukt) en in 1967 'Tepal-
ka'. De recensies waren voor
treffelijk. Ook nu zal dat wel
weer het geval zijn. Maar Ma
rugg laat zich verder niet zien
of horen.
Toen ik twee jaar geleden, op
de hoogte dat hij goede teksten
in huis heeft, Marugg pro
beerde te bezoeken voor een
uitgever zei Frank Martinus
Arion tegen me: „Je komt niet
binnen. Hij leeft als een kluize
naar, omgeven door grote hon
den (wat overigens de meeste
mensen op Curacao doen). Ik ga
wel voor je." Dat beeld wordt
in deze roman bevestigd, ge
schreven in de ik-vorm. Een
ouder wordende man zit nach
ten lang op de stoep voor zijn
huis, met zijn onafscheidelijke
whisky-fles, te turen in de
nacht en droomt en fantaseert
over zijn jeugd, levenservarin
gen, de Caribische mens en Cu
racao. Dit is een nuchtere op
somming. Marugg doet dat in
een taal, die zó mooi en beel
dend is, dat de sfeer van dit
eiland op een geweldige manier
wordt overgedragen als een
herbelevenis voor hen die het
ook (menen te) kennen, maar
ongetwijfeld hen die Curacao
niet kennen zal raken.
„Het heeft geen enkele zin te
likken aan wonden die nooit
genezen, te rouwen om daden
verricht of te snoeven op zon
den die louter uit lafheid nim
mer zijn bedreven", bedenkt de
man. Toch zit hij als een soort
geseculariseerde 'whisky-
priest' (Greene) te turen in de
nacht boven zijn land, boven
zijn leven.
De drank maakt alles nog
beleefbaar (het terugkerend
element in zijn boeken): „Wat
mij ertoe brengt om twee uur
in de nacht op de stoep voor
mijn woning de tijd en het le
ven te verdrinken. Soms lukt
het me even los te komen van
tijd en ruimte, van binding en
schuchterheid. De mensen en
honden en zonden die mijn le
ven zijn binnengedrongen ver
wijderen zich als onreine stof
fen en in de sacrale sfeer ben ik
niet meer in tegenspraak met
mijn eigen wezea Het bier en
de whisky, die noodzakelijk
waren om het proces op gang te
brengen, raken overbodig wan
neer het gasmengsel dat de
aarde omgeeft een andere sa
menstelling krijgt en vanuit
het hoge hemeldak mij een
koele wind van vrijheid en
tijdloosheid toewaait, die de
extatisch chemische derivaten
van cactus, paddestoel en moe
derkoren bevat.. Het even
wichtsgevoel verzwakt en ik
word bevangen door een duize
ling die de illusie wekt dat
diepten en leegten en oude
angst kunnen worden uitge
wist, dat levensgeluk simpel
weg kan worden opgeroepea"
In die stemming denkt hij aan
zijn volk, eiland en zichzelf
door de koloniale slavenge
schiedenis gekenmerkt en ge
radbraakt. „Soms wanneer de
Om twee uur in de Curagaose nacht proberen de tijd en het leven te verdrinken.
- foto archief de stem
alcohol in voldoende mate naar
mijn hoofd is gestegen, krijg ik
in het'nachtelijke uur de nei
ging om de Caribische Mens uit
te hangen, althans de medebe
woners van deze eilandengroep
onder één noemer te brengen
en ze te ontleden. Niet de jood
maar de Caribische Mens is het
meest tragische schepsel op
aarde; zijn bestemming is niet
Auschwitz, maar Disney
World.
Hij leeft ondergedoken, al
weet hij dat de bezetting reeds
lang voorbij is. Hij lijdt aan
nachtblindheid en tuurt
daarom de ganse dag in de zon.
Zijn leven, een feest van lach
en dans, is in werkelijkheid een
weeklacht, gejammerd op ca
lypso-, reggae- of merengue-
tonen: zijn wantrouwen ge
koesterd door ontgoocheling en
de onwrikbaarheid van het lot,
zijn fundamentele twijfel aan
een goede uitslag. De intriges
die zijn leven met rag bedek
ken maken dat hij te ongecom
pliceerd leeft en denkt en deze
kokosnotenmentaliteit maakt
van zijn leven een web waarin
hij steeds dieper verstrikt
raakt. De blanke is niet blank
en de neger is niet zwart; bei
den zijn uitlanders op het
grondgebied waarin hun na
velstreng begraven ligt."
Een typering om je ogen bij uit Conflict
te wrijven. Op het eind van het
boek ziet hij dan ook het Cari
bische gebied ten onder gaan.
„Het is volbracht; de complete
geschiedenis van het oude con
tinent is geschreven. En om
03.00 uur precies komt er licht,
want de zon wordt ontstoken.
i
Deze tropenzon, moordadig in
plaats van levenwekkend,
hangt als een haard van be
smetting aan de prachtblauwe
hemel die op elke grote natuur
ramp volgt en bestraalt met
strakke witheid de vermolmde
dingen en de putrefactie."
Een van de indringenste
hoofdstukken binnen dit kader
is die van zijn observatie in de
vroege ochtend bij de rotswan
den van het eiland, als vogels
er zich tegen te pletter vliegen.
Zelfmoord Naast zijn bed ligt
een revolver. Hij schiet ermee
in de ruimte voor het slapen
gaan. En één keer raak. Als de
aarde waarop hij leeft ten on
der gaat voelt hij de adem van
een jonge vrouw bij zich. De
geur van een vrouw laat hem
denken aan de wierook bij een
mis op het schoolplein van de
fratersschool, waarnaar hij, als
protestantse jongen, op afstand
keek. Dood en leven, ze ver
smelten in een identieke geur
op zijn eiland. Marugg ver
koopt geen blè-blè over kosmi
sche gebeurtenissen e.d., hij
stelt ze present met zijn beeld
rijke taal.
Tussendoor strooit hij anekdo
tische gebeurtenissen uit zijn
leven. Maar het blijven geen
anekdotes. Ze illustreren zijn
conflict Eugenio, ex-onderwij
zer en dorpsgek; zijn sectari-
sche-evangelist-oom in Vene
zuela met zijn corrupte vrouw;
Tochi die op het eiland de toe
risten bij de neus pakt en Shon
Joshi (reuzerijk en met een
reuzepiemel) die de meisjes
pakt; de legende van padre
Placido die de bewoners pakt
met de maankoortswind.
„Soms moet ik dronken zijn
om de dingen te begrijpen", be
kent hij. „Ik voel me als een
hoofdspeler in een toneelstuk...
Ik ga op mijn oude plaats op de
stoep zitten en vlij mij in de
schoot van mijn zwarte vrouw,
die mijn wederverschijning lij
delijk heeft ingewacht. Zij is de
allerbegrijpende Heilige Cari
bische Moeder, de slet die al
menige hagelblanke penis gre
tig heeft ontvangen in haar
zwarte schoot". Mama Baran-
ka 1
Het delirium van de waar
heid wordt door Tip Marugg
pijnlijk-troostend gevat in een
taal die niet hoort bij zijn volk.
Hijheeft deze zich meesterlijk
aangemeten om te overleven,
zoals de slaven het Papiamentu
uitvonden om hun slavendrij
vers te overleven. De dood die
Tip Marugg zijn land en zijn
volk toedicht in dit boek draagt
alle kiemen in zich van nieuw
leven. Een prachtige roman.
Tl pp Marugg: 'De morgen loeit
weer aan'. Uitg. De Bezige Bij,
prij» 24,50.
Door Anton Theunissen
Eduardo Galeano wil geen historicus zijn, ook al schrijft
hij over de geschiedenis. Hij vergaapt zich aan de werke
lijkheid die voor hem 'een onuitputtelijke bron van schitte
ringen en verschrikkingen, van drek en wonderen' is. Om
meer over die werkelijkheid te weten te komen, stort hij
zich op de geschiedenis van zijn continent, van Latijnsa-
merika. Dat heeft geresulteerd in werken als 'De Aderla
ting van een continent' en de magnifieke triologie 'Kroniek
van het vuur'.
In de Kroniek schetst Galeano,
zelf geboren in Uruguay, de
gschiedenis van de Ameri
kaanse continenten van Alaska
tot Vuurland, en van de preco-
lumbiaanse dagen tot de jaren
tachtig van deze eeuw. Hij doet
dat in een eindeloze reeks korte
verhaaltjes, in zijn inmiddels
befaamde, weergaloze stijl, die
de fragmenten tot kleine ju
weeltjes maakt. De geschiede
nis wordt verteld via de bloem
lezing uit volksverhalen, reis
verslagen, kronieken, fictie,
brieven, gedichten en krante
artikelen. Galeano bewijst dat
geschiedenis niet saai en ver
velend hoeft te zijn. Hij maakt
'zijn' geschiedenis, die van de
Amerika's, spannend, opwin-
derd, actueel, aangrijpend en
gewoon leuk. Zijn verteltrant
spreekt tot de verbeelding,
want hij heeft oog voor kleur
rijke en veelzeggende details
en anecdotes.
In het net vertaalde tweede
deel van de Kroniek, 'Gezich
ten en maskers', behandelt Ga
leano de achttiende en negen
tiende eeuw: de periode van het
ineenstorten van het Spaanse
imperium, dat verdwijnt als dé
machtsfactor van Latijnsame-
rika, en de opkomst van de we
reldrijken Engeland en de Ver
enigde Staten. Galeano vertelt
het verhaal heel persoonlijk,
prijst de weinig dapperen en
ontmaskert de vele nietsnutten
uit de hogere kringen.
In zijn boek laat hij grote,
kleine, opvallende, knappe,
domme, aardige, corrupte en
macabere figuren uit alle gele
dingen van de samenlevingen
defileren: Simón Bolivar, José
Marti, Darwin, Lincoln, Mel
ville, Billy the Kid, Mark
Twain, president McKinley en
Calamity Jane, de vrouw van
wie wordt gezegd dat 'zij slaapt
met haar revolvers aan een
stijl van haar bed', dat zij 'de
mannen overtreft in het poke
ren, drinken en vloeken', dat
'zij altijd een broek aan had en
dat zij die vaak uittrok en dat
er in de saloons geen guller of
schaamtelozer vrouw was in de
liefde en de leugen'.
Veel ruimte geeft Galeano op
nieuw aan de Indiaanse my
thes, die alle goede en kwade
heersers van Latijnsamerika
overleven. Zoals in het ope
ningsverhaal over de Guarani-
indianen, die geloven dat de
aarde zal sterven door toedoen
van de blauwe tijger en dat een
nieuwe paradijselijke aarde
geboren zal worden.
Een belofte van hoop en opti
misme: „De blauwe tijger zal
de wereld breken. De andere
aarde, zonder kwaad, zonder
dood, zal uit de vernietiging
van deze aarde geboren wor
den. Dat vraagt zij. Zij vraagt
te sterven, zij vraagt geboren te
Eduardo Galeano.
foto van gennep
worden, deze oude, gekrenkte
aarde. Zij is doodmoe en blind
van het traanloos wenen. Ster
vend doorloopt zij, afval van de
tijd, de dagen en 's nachts
werkt zij het medelijden van de
sterren op. Spoedig zal de Eer
ste Vader de smeekbeden van
de wereld, aarde die een andere
aarde wil zijn, verhoren en dan
zal hij de blauwe tijger, die on
der zijn hangmat slaapt, losla
ten".
Aan het einde van het boek,
tweehonderd later, slaapt de
blauwe tijger nog altijd. Zal hij
in het laatste deel van de trilo
gie worden losgelaten? 'Kro
niek van het vuur' kan zonder
aarzelen het meesterwerk wor
den genoemd van een geënge-
geerd, misschien zelfs activis
tisch schrijver, die de geca
moufleerde werkelijkheid, de
geschiedenis geschreven door
overwinnaars en lakeien van
de elite, voorziet van de ware
gezichten en ontdoet van de
valse maskers.
Eduardo Galeano: 'Gezichten en
maskers', deel II van 'Kroniek van
het vuur*. Uitg. Novib/Van Gen
nep, prijs 34,50.
Door Henk Egbers
Eén van de vijf genomineerden voor de Ako-literatuur-
prijs is Willem van Toorn met 'Een leeg landschap'. In 1981
kreeg hij de Jan Campertprijs voor de dichtbundel 'Het
landleven'. De hoofdpersoon van deze roman is Van Toorns
alter ego, Erik Leeman, schrijver-redacteur en liefhebber
van het landleven. Als hij de prijs krijgt zal dit niet zijn
voor al het gemopper in dit boek, maar voor zijn vloeiend
proza.
Bij mijn oordeel over 'Een leeg
landschap' dien ik vorm en in
houd goed uit elkaar te houden,
of beter gezegd: mijn waarde
ring voor de vorm niet onderuit
te halen met mijn degoüt voor
wat er inhoudelijk verteld
wordt. Soms heb je bij een
kunstwerk wel eens dat afzich
telijkheid schoonheid wordt,
maar dat is hier niet het geval.
Het gaat om het verhaal van
een teleurgestelde man. Hij is
ontgoocheld over de maat
schappelijke (r)evolutie van de
jaren zestig en zeventig. Niets
deugt er meer van. Via opper
vlakkig gemopper gebruikt hij
de jaren tachtig om weer een
egocentrische fatsoensrakker
te worden of beter: zijn vernis
van de laatste twintig jaar af te
krabben.
Als veel stedelingen is hij in
de zestiger jaren de stad ont
vlucht om zich, jong getrouwd,
op het zogeheten platteland te
vestigen. Inmiddels verandert
het dorp ook. Er wordt bijge-
Uitgeverij Amber in Am
sterdam heeft plannen voor
het bezorgen van het verza
meld werk van Godfried
Bomans in de jaren negen
tig. Een project, zo zegt de
uitgeverij, waarmee einde
lijk recht wordt gedaan aan
de kwaliteit van Bomans'
schrijven.
Als aanloop tot dat omvang
rijke werk wordt in de ko
mende maanden en jaren een
aantal bundels met verhalen en
essays van Bomans uitgegeven,
steeds aangevuld met niet eer
der gepubliceerde teksten en
gerangschikt naar thema.
Die reeks is intussen met
twee bundels geopend en wel
'Adviezen van een oude rot en
ander sportief proza' en 'Pok-
kenvrij de lucht in en andere
reisverhalen'. Uitgeverij Am
ber stelt nog ongeveer tien
bundels in het vooruitzicht.
Godfried Bomans. - foto vara
Met zijn virtuoos taalge
bruik en zijn originele manier
van denken heeft Bomans des
tijds op een heel eigen, meestal
zeer fijnzinnige manier aan al
lerlei heilige huisjes geram
meld. De typische Bomans taal
blijkt het over het algemeen
nog goed te doen en zijn afstan
delijke kijk op veel alledaagse
en niet-alledaagse verschijnse
len heeft niet ingeboet aan ori
ginaliteit. Wel zijn -en dat met
name in de bundel 'sportief
proza'- sommige opstellen te-
zeer gedateerd.
Wanneer Bomans stoeide
met de prestaties van de wie-
Ierhelden van zijn tijd, dan he
kelde hij daarmee de naar zijn
mening belachelijke taal van
sportjournalisten. Om daar nu
nog ten volle van te kunnen ge
nieten moet je weten hoe die
wielerhelden held zijn gewor
den. Of je moet weten op het
lijf van welke legendarische
voetballer Bomans destijds het
verhaal over Arie Knekelbast
geschreven heeft.
Godfrief Bomans: 'Adviezen
van een oude rot en ander
sportief proza' en 'Pokken-
vrij de lucht in en andere
reisverhalen'. Uitg. Amber,
prijs 17,50. T.K.
bouwd en bevlogen bestuur
ders of plattelandspotentaten
geven het dorp ook stadse allu
res. De stadsimmigranten voe
len zich bedreigd: ze hebben
zich nooit kunnen integreren
met de dorpsbevolking en de
gezochte rust wordt teniet ge
daan. De autochtonen van het
dorp proberen er een slaatje uit
te slaan en zijn de gebeten
hond. Ik woon zelf in een dorp,
dat zondags letterlijk door 'de
stadsen' onder de voet wordt
gelopen; Van Toorn schreef
wat dat betreft een levensechte
roman.
Daarbij speelt zich een ander
proces af. De nieuwe dorpelin
gen wilden niet alleen wel eens
wat anders wat het wonen be
treft, maar ook met hun al of
niet huwelijkse relaties gaan ze
als vogeltjes in de natuur om.
Van Toorn bouwt daarbij het
'proces van ouder worden en de
angst voor de dood plastisch in.
Ook op deze manier blijft dit
(semi-)intellectuele gezelschap
een wat vreemde eend in de
bijt van het dorp, want zij zijn
niet helemaal zo stiekem als de
allochtonen.
Het thema is niet nieuw. Dat
is zeker ook niet de manier
waarop Willem van Toorn er
mee omgegaan is. Hij hanteert
namelijk alle mogelijke clichés
over genoemde periode waar
van het 'Volksempfinden' der
jaren tachtig bol staat Het
gaat niet over de echte binnen
kant van die jaren, maar over
de gemakkelijke buitenkant
Het is te simpel; ja, te gemak
kelijk. Teleurgestelde ironie of
sarcasme blijft er dan als enig
wapen over. Erik trekt zich
mokkend in de stad, Amster
dam, terug; kennissen verdwij
nen naar andere dorpen, waar
de stad nog niet heeft toegesla
gen. Het misgelopen huwelijk
lijkt ermee te maken te hebben,
maar heeft andere niet uitge
werkte oorzaken.
„Ik draaide om en liep naar
mijn auto en reed terug, als van
een uitstapje naar de jaren zes
tig en zeventig, toen we daar
allemaal waren komen wonen
Louise Erdrich: 'De suiker
bieten koningin'. Uitg. De
Prom, prijs 32,50. Na 'Lief
desmedicijn' de tweede ro
man van Louise Errich, die op
originele wijze de historie
van de Amerikaanse 'mid
west' beschrijft. Ze is deels
van Duitse en deels van in
diaanse afkomst. Het boek
volgt vanaf 1932 de geharde
Mary Adare, haar veel zwak
kere broer Karl, haar jaloerse
nicht Sita en haar half-in-
diaanse vriendin Celestine.
Steeds vertelt een van de per
sonen in de ik-vorm een deel
van de werkelijkheid en dat
geeft het verhaal steeds
nieuwe energie. Veel indruk
maken de gedetaillerde be
schrijvingen van kleine men
sen en hun pogingen te over
leven in een groot, kil land
schap.
Peter van Straaten: 'Ag
nes moet verder*. Uitg. De
Harmonie, prijs 19,90. Ver
volg op 'Agnes' van de be
kende tekenaar, die luchtige
stukjes is gaan schrijven.
Peter Handke: 'De her
haling*. Uitg. Arbeiderspers,
prijs 39,50. Man gaat op
zoek naar zijn broer die in de
oorlog verdwenen is. Hij be
schikt over aantekeningen
die zijn broer maakte. Het is
een zoektocht naar de beteke
nis achter beelden en woor
den, door Handke beschreven
op een heldere, dwingende,
maar ook vervreemdende
manier.
Ralph Ellison: 'Onzicht
bare man'. Uitg. Arbeiders
pers, prijs 59,50. De eerste
Nederlandse vertaling van
het boek van Ellison, dat in
1952 in Amerika veel indruk
Louise Erdrich.
maakte. Een ongewone k
op het leven van zwarte Am,
rikanen: „Ik ben onzichtbs;
omdat de mensen me ij,
willen zien".
J. Goudsbloem: Taal
sociale werkelijkheid
Uitg. Meulenhoff,
Tekening van Michel den Hamer (S
1. Panama scholen
- - - - 08 ai tien maanden dicht. De
leraren, maar ook andere
hebben
ken' van Goudsbloem, die
ontwikeling van ma:
pelijke machtverhouding
volgt en constateert dat j
taal die ontwikkeling
weerspiegelt en bekrachtigt
Jim Carroll: 'Dagboel,
van een lijmsnuivertjt
Uitg. Amber, prijs 25.
boek van een
straatjongen uit New
dat in 1978 in de VS een
satie betekende. Jim Can;;
begon op 13-jarige leeftijdt
noteren wat hij zag en voelt
Zijn stijl is ongepolijst en or,
bedorven en zijn taal is j
spreektaal van de straat
uitgever heeft het boek
opvallende, smalle vorm
geven. Carroll heeft inmij
dels een vervolg op zijn ij
eerste dagboeken geschrevei
Door Henk Egbers
„Hilde Marijnissen beëindigde haar leven in juni 1986.1
hebben haar begraven bij haar en onze vriend Tilmai
Rexroth, op het Hauptfriedhof van Frankfurt am Mail
Het staat er zo simpel als nawoord in een posthuum uitgs
geven boekwerkje van de Bredase Hilde Marijnisse: 'Zit
len we doen dat er muziek uitkomt?'
4dS
Willem van Toorn
- FOTO QUERIDO
en eikaars kinderen naar het
zwembad en de muziekschool
brachten en in eikaars tuinen
zaten en die taal, dat dialect,
hadden geleerd om te begrijpen
wat we tegen elkaar zeiden
over boeken, muziek, Vietnam,
de vergiftiging van de aarde.
Toen we nog dachten dat we
daar samen oud zouden wor
den".
„De nieuwe tijd, je kan je wel
blijven ergeren", zegt een oude
dame. „Wat al die plannenma
kers schijnen te vergeten is dat
verleden het enige is wat wij
kennen. Daar moeten we alles
mee doen. We bestaan uit ver
leden. Als ze ons teveel verle
den afnemen, kunnen we niet
meer over de toekomst den
ken", peinst Erik. En zo ergert
iedereen zich letterlijk en fi
guurlijk dood in deze roman.
Niemand beleeft ook maar er
gens plezier aan; niemand ziet
ook maar iets positiefs in het
geen zich de laatste twintig
jaar binnen ons maatschappe
lijk leven voltrokken heeft.
Een auteur is uiteraard vrij
zo te denken en te schrijven,
mits hij er iets goeds mee doet.
Willem van Toorn is vakman
genoeg om dat te kunnen en te
doen. Hij wisselt met tijden en
personen heel handig, zodat
heden en verleden in elkaar
opgaan en tegen elkaar uitge
speeld worden. Hij formuleert
mooi en met een ogenschijnlijk
groot gemak, zodat je het alle
maal lekker wegleest Hij is
een prima observator en kan
zijn waarnemingen scherp
weergeven. Een roman is ver
der geen dissertatie, maar Van
Toorn moet in staat geacht
worden om ook in een roman
zo'n, toch wel boeiende, periode
als de jaren zestig en zeventig
meer inhoud te geven dan vlot
neergeschreven clichés.
Willen van Toorn: 'Een leeg
landschap'. Uitg. Querido,
prijs 29.90.
Het bevat tien zeer persoon
lijke schetsen van haar hand.
Deze getuigen van een bewust
levende vrouw, die goed
schreef en voor het leven be
houden haar drie vrienden, met
wie ze een schrijfclub had en
die dit boekje uitgaven, 'ver
bijstering, ongeloof, verdriet,
woede en radeloosheid' had
kunnen besparen.
De tien teksten zijn ontstaan
tussen 1984 en 1986. Hilde Ma
rijnissen studeerde en werkte
sedert 1967 in Nijmegen, maar
in verschillende 'verhalen' is
haar Bredase afkomst te proe
ven. Bijvoorbeeld in de bij
drage 'Simone de Beauvoir: een
afscheid'. Je leest: „Vier H.B.S.
De leraar Nederlands - goeie,
schorre Haans, tufjes sigarenas
morsend op zijn groezelige pak,
hoofdschuddend dat de wereld
zo dom en literatuur zo mooi is,
dood, al lang dood - vraagt:
Weet iemand wie Simone de
Beauvoir is?"
Frits Haans is hier zo karak
teristiek neergezet, dat Hilde
Marijnissen een goed observa
tor geweest moet zijn. Tevens
een aanstekelijke doordenk
ster. Daarvan getuigt haar re
actie op De Beauvoir, die ze
laat vallen omdat zij naar haar
gevoel niet doordringt tot ker
nen, maar de buitenkant be
schrijft „Nou word ik echt
driftig. Zijn die twee (De B. en
Sartre HE) gek geworden? Wat
een grotesk gepraat Je onver
mogen in een filosofisch jasje
steken en dan als vrijheid aan
prijzen!'
In 'Geweten en geweld' rea
geert ze ontwapenend op haar
innerlijke verwardheid, die
ontstaan is op basis van een
rooms-kerkse opvoeding (al
zegt ze dat niet met dezelfde
woorden). Haar woede tegen de
'verbiedende autoriteit' lost op
in de konklusie dat 'een mild
geweten alleen door zonde is te
verkrijgen'. Is dat misschien
ambtenaren, nebben in
geen tijden salaris ontvan
gen. In plaats van geld
kregen ze waardebonnen
en dat pikken ze niet lan
ger. Waardebonnen zijn in
Panama niets waard,
want de winkels zijn leeg.
Winkeliers kunnen bij de
banken geen geld opne
men om in te kopen, want
de banken zijn ook blut.
Het land zit zonder geld, want
Amerika betaalt geen huur
meer voor het Panamaka
naal. President Reagan heeft
bovendien aan de Amerika
nen gevraagd hun Panamese
rekeningen niet meer te beta
len Er komt geen Ameri
kaanse dollar Panama meer
in en daar was het land van
afhankelijk.
Reagan wil op deze manier
Noriega, de sterke man van
Panama, op de knieën krij
gen Noriega, de opperbevel
hebber van het leger, wordt
door tegenstanders de Ana
nas genoemd omdat hij zoveel
pukkels heeft. De Ananas is
betrokken bij de handel in
verdovende middelen en
heeft daar scheppen geld mee
verdiend. Met zo'n misdadi
ger wil Amerika niets te ma
ken hebben, ook al is hij de
baas.
een herkenningspunt voorn
len - het aan flarden scheun
van het autoritair geladen 1(
grip 'zonde' - zodat de eers
druk van dit boekje binnen
maand uitverkocht was.
Zelf krijg ik het gevoel
genoemde hoofdstukken
aanwijzing geven bij deve
bijsterende vraag in het i
woord: „Wat doe je als een
geliefd vriendin opeens a
streep onder haar leven z
Het antwoord luidt 'Ni
maar toch zoek je naar verkil
ringen. Ze geeft ze zelf in de
opstellen, die geschreven zj rijen op zijn rug stonden, de
De
kunne
vriend
verteg
hielp
valle i
van
sident.
chaos,
om n<
betalen
drijve
St.
dat N(j
ven
salar
kunt
leuk.
Toen de Stegosaurus ge
vonden werd dachten de
geleerden dat de grote
harde platen op zijn rug
plat zijn rug lagen als
dakpannen. Zijn naam be
tekent dan ook 'hagedis
met dak'.
Anderen dachten dat de pla
ten achter elkaar in een rij
stonden. Nu is men er zeker De
van dat de platen in twee lang.
met een talent dat niet
op 'het boekje', maar wel w
wachtingen opriep.
Hilde schreef over haar V8
blijf in de Jelgersmaklinieli
een goed verstaanbaar etc
over haar werk in een kinds
crèche in Frankfurt, over te
ervaringen in Nicaragua, ob
de zorg voor Polisario-Sahan
kinderen op vakantie in Nede
land en haar arbeid op
groentenmarkt in Frankf»
waar allochtone vrouwen coc
fronteren. De thema's wij:
op een vrouw die de wei
waarin het onrecht welig tic
aan haar hart drukte en.,
zelf kapot aan ging.
Het boekje dat in eigen
heer werd uitgegeven is
menteel verkrijgbaar in
Bredase boekhandel of ai
bij Marie-José Buck,
Slichtenhorststr. 54, 65:
Nijmegen (tel. 080 - 221091).
vermelden dat, omdat
we doen dat er muziek
komt?' de regionale betekf
ver overstijgt.
Hilde Marijnissen: 'Zuilen wel*
dat er muziek uit komt?'. 010
J. Buck, giro 2427688 NijnHP
prijs 17,90.
ene een beetje voor de andere.
Die rare platen op de rug
van de Stegosaurus zaten niet
vast aan zijn geraamte maar
gewoon in zijn vel. Waar
schijnlijk dienden ze om de li
chaamstemperatuur te rege
len. Misschien liepen er
bloedvaten door. Als ze naar
de zon gekeerd stonden, kon
den ze de zonnewarmte vast
houden als zonnepanelen en
zijn bloed verwarmen. Naar
de wind gekeerd brachten ze
verkoeling.
gend^
kunj
ware
metef
zym
NUtttlopi
'MS.
JOHANNESBURG/DUR
BAN (RTR/AFP) - Alan
Paton, de nestor van de
Zuidafrikaanse literatuur
en zijn leven lang een bewo
gen strijder tegen de apart
heid in zijn land, is deze
week op 85-jarige leeftijd in
zijn woning bij Durban aan
kanker overleden.
De liberale schrijver maakte in
1948 internationaal naam met
zijn roman 'Cry, the beloved
country' (Tranen over Johan
nesburg). Hierin beschreef hij
hoe zwarten van het platteland
geconfronteerd werden met de
hardheid van het geïndustria
liseerde stadsleven en met ra
cisme. Het boek, dat een best
seller Werd, was één van de
eerste romans die de wereld
bewust maakten van de ras
senproblemen in Zuidafrika.
Alan Stewart Paton weri
11 januari 1903 in Pieterman
burg. Hij leidde dertien i'
lang een opvoedingsgest®
voor jeugdige, zwarte
quenten in JohannesW]
Daar maakte hij kennis i
het grimmige lot van zwaï
die geen schijn van kans'
ken onder de 'blanke' wet.
Patton begon zich toen c
zetten voor rassengelijtó'-
Hij liberaliseerde het instit-
wat hem bijzonder k#®
werd genomen door de toen®
lige hoofdredacteur Hen1*
Verwoerd, de latere premie
Patton was in 1953
de oprichters van de niet--'
ciale Liberale Partij van V
afrika, die opheffing van
apartheid voorstond. Hij Wj
deze partij totdat zij in
werd verboden.
Lr
'-O-/
Ucimbone.
H/i r (j DE
OF D/B
BE2EMK,