ït zware kruis van Jozef Geldhof
9'We hadden eerder
apen dan kinderen'
[eetkerkse pastoor vecht voor meer humor in de kerk
berta en dick venema:
DAG 8 APRIL W I
E gTgM EXTRA VRIJDAG 8 APRIL 1988
.EETKERKE - Een
titgesproken lande-
fcke omgeving, met
tiaar hier en daar zo'n
pisch Westvlaamse
-oerderij. Aan het eind
van het steeds smallere
Veggetje een pietepeu
terig klein kerkje, om
geven door een ring
vormige begraafplaats.
Bespotting
Onschuldig
Misvormd
Hygiëne
Azijnpissers
Celibaat
e Kritiese Filmer
Groep
Afwijking
Gratis
T50
Juut). Een verliefde)
i wordt daar geher„
Allen in film van
uur). Thriller van SfeJ
enaars, die na tien ja;
Met Terence Stamp
('nieuwe Britse cinema'
1984, Did 1, 23.45 uii
leen dertienjarig mei
levaarlijke wolven
rah Patterson, Ang^
(USA 1972, Did. 2.
^t kind van dr. Cornel^
en-opstand de revolt
[Don Murray.
2/83, Did 3 WDF, 20
bpdracht een jonge mo<
fjd meent hij in haar 1
nen. Thriller met Mie)
zie 1,16.00 uur). Musical]
de zangrgroep de Harve
d 1973, Did. 1, 20.15 uur)
Reling genoeg van om ali
pakt haar koffer. jjl
Le Lieve Heer heeft vreemde kostgangers, maar Jozef.
Lidhof (62) is wel een heel bijzondere. Behalve ezels
feken en 'op' café gaan doet deze pastoor van het West-
Haamse Meetkerke (vlakbij Brugge) niks liever dan
Lopen tappen, tot onder de preek toe. De kerk is daar
niet altijd even gelukkig mee, maar Geldhof zelf is zich
ban geen kwaad bewust: „Wij brengen de Blijde Bood-
fchap Mag er dan af en toe ook even gelachen worden?"
correspondent Frans Boogaard
led 2,16.20 uur). Oorlogsfl
I de Duitse aanval op Rus
|ionagekomedie van Davü|
5, Did. 1, 23.00 uur).
romance met twee Russi|
(haar Pjotr niet vergeten
Alexandra Pigg en Mart
1. 2,19.30 uur). Privé-dete
id Benji op aarde terug q
ane Seymour vertolkt de n
led. 1, 15.30 uur). DisnejJ
I hulpeloze advocaat, die
tt na het lezen van een I
1,19.45 uur). De liefdesge
tchillende studenten, eenp
•onderboy'. Film van Sydi
n Robert Redford.
2, 20.15 uur). Elizabeth Ta)
getrouwde man de vent v
rol kreeg ze haar eerste 0
[erk, kerkhof en de door
»n fors-bemeten tuin om-
igde pastorie zijn het do-
lein van Jozef Geldhof
jen twintig jaar al is hij
jochieherder van het 500 in-
oners tellende Meetkerke;
jids vier jaar ook van het on-
feveer even grote Houtave.
Normaal gaat een mens met 58
p pré-pensioen, maar een
jiester krijgt op die leeftijd
yerk bij. Wij hebben geen vak-
iond nodig die zich over de
erkloosheid beklaagt", grijnst
lldhof.
[Een twee meter hoge muur
heidt het kerkhof van zijn
oning. Vooraf heeft hij ge-
aarschuwd: „Ge kunt over de
igraafplaats komen. Maar als
daar schrik van hebt, neemt
i beter de garagepoort. Daar
aat wel een ezel, maar die is
daardig."
i 1983 Did. 1, 23.00 uur),
er een eenzame cassière v
slagen. Ze krijgt een vr«
3 WDF, 20.00 uur). Jak
eft vermoord, geeft een vi
^r minnaar te zoeken, niet'
is, die hij zoekt. Thriller
lland.
3, België 2,20.15 uur). Een 1
iijd leert een meisje ker
i tegen betaling een stripti
en. Film van de in Nederla
eldhof is, zoals ze in Vlaande
ren zeggen, een 'plezante'. Een
ie grap op zijn tijd vindt hij
even belangrijk als zijn da-
jkse pint, en die geneugten
levens gunt hij ook andere
adaars.
^Onlangs verscheen bij de
jgse uitgeverij Marc van de
[iele zijn eerste verzameling
"igieuze moppen.
titel van het boekje, 'Hu-
or in de kerk', is wat neutra-
dan wat de auteur zich aan-
selijk had voorgesteld,
aar 'Honderd kosters, 99 gek-
1' schoot een lid van deze be-
epsgroep uit Gent dermate in
ft verkeerde keelgat, dat
ddhof een brief ontving die
minder christelijke naas-
lefde getuigde dan voor een
bkelijk dienaar gebruikelijk
(„Hij schreef dat ik er net zo
goed 'Honderd pastoors, 99 ho
mofielen' boven had kunnen
zetten, en daar zit natuurlijk
wel wat in", geeft Geldhof ach
teraf ruimhartig toe. „Ik heb
dan maar voor een wat minder
straffe titel gekozen. Dat kon
makkelijk, omdat Lannoo, de
uitgever die mijn boekje eerst
op de markt zou brengen, op de
laatste dag weigerde."
Een woordvoerder van Lan
noo geeft als reden dat 'het
huis' de grappen van Geldhof
bij nader inzien te flauw vond,
maar de auteur zelf ziet er de
hand van de kerk in. „Bij Lan
noo is ook het geloofsboek over
het pausbezoek uitgegeven. Zij
hebben dus contacten met de
geestelijkheid. Ik vermoed dat
daar de pijn zat."
Geldhof geeft toe dat zijn
grappen niet van het type zijn
dat lachkrampen veroorzaakt,
maar daarbij moet wel worden
bedacht dat humor in de kerk
nog steeds even gangbaar is als
een non in een sexclub.
„Bij de hogere autoriteiten in
de kerkelijke hiërarchie is de
bekoring groot om alles heel
ernstig te nemen", kritiseert
Geldhof voorzichtig. „Grappen
over het ambt worden daar al
snel als een bespotting gezien.
Ik ben daarmee niet akkoord.
Grappen over de kerk, als die
niet te hard zijn, moeten wor
den gezien als een feitelijke at
tentie aan haar bestaan."
Terwijl de fotokopiëermachine
in het studeervertrek van de
Meetkerkse pastoor grappen
uitbraakt in een tempo dat
Wim Kan in zijn beste dagen
niet heeft gehaald, legt Geldhof
op zijn gemakje uit hoe zijn
roeping tot kerkelijk moppen
tapper tot stand is gekomen.
„Ik gaf vroeger een jaar
boekje uit over de pastoors die
hier in de regio overleden wa
ren. 'Ne Pereant', heetten die,
'Opdat hun nagedachtenis niet
verloren ga'; een soort necrolo-
gisch jaarboek der geestelijk
heid uit het bisdom Brugge dus.
Ik heb daar veel stof in gevon
den, want er zaten soms ple
zante kerels bij. Maar in die
boekjes kon ik daar niks mee,
en zodoende ben ik dan de ple
zantere dingen gaan gebruiken
in voordrachten bij vereni
gingen en aan diners. Ik had
daar veel sukses mee, en dat
De titel van het boekje, 'Humor in de kerk', is wat neutraler dan wat de auteur zich aan
vankelijk had voorgesteld, maar 'Honderd kosters, 99 gekken' kon geen genade vinden in de
- FOTO'S DANN
geestelijking van het lichaam
die de kerk altijd heeft opge
legd. De geest telt, het lichaam
niet. Dat werd altijd zo vorme
loos mogelijk onder de toog ge
stopt. Ik ben daar niet mee ak
koord, want het lichaam biedt
ook vreugde. Het is van belang
dat het in goede conditie is, al
was het maar om uw werk be
ter te doen. En daarbij: God
heeft ons geschapen, al die din
gen zitten er toch niet voor niks
aan? Wij missen al de vrou
wen, laten we dan op zijn minst
van andere dingen genieten.
Van goed eten en drinken,
maar ook van humor, want hu
mor is eigenlijk liefde.
In het Duits is daar een
spreekwoord voor: 'Was sich
liebt, dass neckt sich'. Mensen
die van mekaar houden, doen
dat. En pastoors doen dat on
derling, als reactie op de over
dreven onderdrukking van het
lichaam. Onder pastoors wórdt
ook veel gelachen, maar bij het
publiek mag dat liefst niet te
veel bekend zijn. Dat is een
beetje hypocriet, want op die
manier komt het publiek niet
aan zijn trekken. In de kerk
mag nog steeds niet gelachen
worden, en dat terwijl wij dan
nog wel over de Blijde Bood
schap praten. Het gaat alle
maal nog te stroef, te cerebraal,
en dat is niet goed. Ook niet
voor de geloofsbeleving van de
parochianen."
ogen van deze beroepsgroep.
heeft mij ertoe aangezet die
grappige gebeurtenissen syste
matisch uit te werken. Ge moet
bedenken dat wanneer mensen
bijeenkomen ze er niet meer
van houden om zwaarwegende
onderwerpen te bespreken. Dat
is de jacht van het leven. Enfin,
vorig jaar heb ik een hartin
farct gehad, en sindsdien ga ik
er zelf ook niet meer zoveel op
uit. Ik heb dan gedacht er een
boekje van te maken, om de
mensen hier en elders er toch
mee te plezieren."
De humor in het al driftig
gekuiste werkje van Geldhof is
onschuldig, want veel verder
dan lichte spot over kerkelijke
gebruiken, geloofsbeleving en
de strakke leer die vooral de
kerk van vroeger kenmerkte, is
er niet in terug te vinden.
De grap over het jonge
paartje dat onderweg naar de
huwelijksmis verongelukt is er
een voorbeeld van.
Het verloofde stel klopt aan
de hemelpoort aan, en wil daar
alsnog trouwen, omdat 'hok
ken' in de hemel niet kan.
'Is er hier geen pastoor die
ons kan trouwen?', vragen ze.
'Nee,' zegt Sint Pieter na lang
zoeken, 'in de hemel is geen en
kele pastoor te vinden.'
Dat soort milde zelfspot gaat
soms de kerk, maar ging ook de
door en door katholieke uitge
verij Lannoo al te ver.
„Het is", zegt Geldhof met
iets van spijt, „een goede illu
stratie dat men humor niet
vanzelfsprekend vindt. En dat
is jammer, want het is een on
derdeel van het leven."
Geldhof, in zijn jongere jaren
een niet onverdienstelijk
auteur van kerkgeschiedenis -
hij schreef eerder een stan
daardwerk over het Brugse
Sint Lodewijkscollege waar hij
zestien jaar studiemeester was,
en stelde ook de avonturen van
'Pelgrims, dulle lieden en von
delingen in Brugge' te boek -
gaat er nu even voor zitten.
„Het verdriet van de geeste
lijkheid", zegt hij, „is altijd de
overdreven gezagssituatie ge
weest waarmee wij als lagere
geestelijken te maken hadden.
Sommigen, hoger in de kerke
lijke hiërarchie, zijn het noor
den verloren door hoogmoed,
door zelfingenomenheid. Dat is
niet alleen hun schuld, maar
ook die van hun slippendra-
gers. Er zijn er steeds meer die
de belachelijkheid van al die
waardigheid inzien, maar som
migen leven nog steeds in een
droomwereld. Zij missen de
contacten met het gewone volk,
en staan daardoor een beetje
buiten de realiteit. Voor een ge
wone patoor in een gewone pa
rochie zoals ik er één ben, is dat
nooit een punt geweest, want
wij staan tussen het volk. Maar
wij pastoors hebben daardoor
onze eigen problemen. Wij zijn
door onze opleiding misvormd.
Pastoors gaan in tegenstelling
tot andere mensen niet uit, ze
zitten niet in een vrolijk gezel
schap. Ze komen veel affectie
tekort".
„De belangrijkste oorzaak
daarvan is de overdreven ver-
Geldhof zelf heeft afgerekend
met die 'hypocrisie', en zeker
met die van vroeger, die er m
wat dikker bovenop lag dan in
de tegenwoordige kerk het ge
val is. Hij komt nog even terug
op de zorg voor het lichaam, die
in het leven van de geestelijke,
of dat nu een man of vrouw
was, altijd sterk onderbelicht
was, zodanig dat zelfs een re
gelmatig bad al als lichtzinnig
werd bestempeld. „Hygiëne",
zegt hij„was een onbekend be
grip. Men ging pas in bad als
laatste mogelijkheid om een
huidziekte te voorkomen, en
dan nog niet naakt, maar met
een overgooier aan. Geen won
der dat de geur van heiligheid
die in veel kloosters en rond
veel godgewijde maagden
zweefde eigenlijk alleen maar
stank was."
Er is, geeft ook Geldhof toe,
in de kerk al heel wat veran
derd, maar een beetje meer
tempo zou wat hem betreft
geen kwaad kunnen. Met in
stemming verwijst hij naar de
diensten in het Rijnland, waar
de tijd wat minder heeft stilge
staan dan in het bisdom Brug
ge.
Enthousiast: „Men hanteert
daar de spreektaal, èn men
stopt humor in de preek. Dat is
precies wat ik ook doe. Het
maakt nou eenmaal een groot
verschil of ge als voorganger
enkel maar uit de zak klapt, zo
als ze hier zeggen, of dat men
de gevoelige snaar weet te ra
ken. De vorige bisschop hier in
Brugge, De Smedt, was daar
een meester in, een ware volks
tribuun. Wij denken te veel dat
de mensen die naar de kerk ko
men verplicht zijn om te luiste
ren naar al die interessante
praat. Dat is een misvatting.
Om het klaar te zeggen: u moet
de aandacht verdienen, want u
krijgt ze niet. En voor mij
houdt dat in dat ik oratorische
kunstgrepen mag toepassen.
Als de aandacht verslapt, als ik
er op zeker moment twee zie
indommelen of met elkaar zie
babbelen, dan vertel ik een
mop. En gegarandeerd dat ze
daarna weer tien minuten luis
teren. Ge moet dat natuurlijk
opbouwen, met ook weer een
dieptepunt erin, want anders
komt zo'n mop niet tot zijn
recht. Het kan te ver gaan,
want nu al bellen mensen mij
op, en zeggen ze: Meneer pas
toor, gaat u ook aanstaande
zondag weer moppen vertel
len? Ik waarschuw ze dan al
tijd dat ik dat niet vooraf weet.
Pas op, hè, ik ben precies geen
clown, en we gaan er in de kerk
geen circus van maken. Maar
het moet toch al erg zijn dat
men als gelovige naar zoiets op
zoek is. Dat moet toch te den
ken geven."
Wat bitter stelt Geldhof vast
Een uitgesproken landelijke omgeving, met maar hier en
daar zo'n typisch Westvlaamse boerderij. Aan het eind van
het steeds smallere weggetje een pietepeuterig klein kerkje,
omgeven door een ringvormige begraafplaats.
dat 'er natuurlijk altijd zuurp
ruimen en azijnpissers zijn' die
dit afkeuren, maar hijzelf
vaart wel bij zijn wat minder
conformistische aanpak. „Het
belangrijkste", zegt hij, „is niet
te veel bagage te willen meege
ven. Als je een zware preek van
een uur houdt, en je zegt op het
eind: volgende week doe ik de
tweede helft, dan is dat de
beste manier om de mensen uit
de kerk te houden. Ik zeg altijd:
mensen, we zijn hier niet voor
ons plezier, laten we het kort en
vrolijk houden. Dan komen de
mensen terug, en ik vertel ze
toch wat ik ze wil vertellen. Ik
doe ook veel huwelijken, want
de kerk hier ligt heel mooi,
middenin de polders en vlak bij
een beek. En soms komen ze
ook van een andere parochie,
omdat het meisje al in ver
wachting is, of de jongen bene
den zijn stand trouwt. Ik zeg
dan altijd tegen de jong-ge-
huwden: dit is een vrolijke dag,
en ge moogt hier lachen. Soms
help ik ook bij de geburen, in
een andere parochie, en dan
somt zo'n pastoor allemaal op
wat ge niet moogt doen als ge
getrouwd zijt.
Wel, als ge dat
omdraait hebt ge de beste
handleiding om meteen weer te
scheiden."
Geldhof heeft ondertussen
nog wat in zijn boekenkast
staan rommelen, en komt terug
met een paar boekjes Duitse
kerkhumor die hem zeer aan
spreekt. Op één cartoon kust
een apostel de hand van Jezus,
op een andere, tweeduizend
jaar later, kust een priester een
non vol op de mond. Geldhof
geniet ervan als een Neder
landse vrijgezel van Veronica's
Pin-Up club. Op een andere
bladzij leest een engel de Play
boy. Geldhof, vergenoegd:
„Kijk hem eens genieten! Zijn
heilig kroontje smelt van ge
not!"
Het celibataire leven valt hem
zelf zwaarder dan hij openlijk
wil toegeven. Indirect geeft hij
dat ook weer aan als hij vertelt
over vrienden die hem soms
bezoeken, en die hem vertellen
dat hij toch wel heel gelukkig
moet zijn: een mooie en ruime
woning in een landelijke omge
ving, nooit een vrouw die hem,
als hij 's avonds laat nog even
'op café' gaat, verwijtend na
roept: 'En op tijd thuis, hè?
Gisteren was het ook al over
drieën!' Geldhof: „Soms zou je
willen dat die vrouw er wèl is,
om je dat na te roepen."
De parochieherder van
Meetkerke en Houtave beëin
digt met zachte drang het on
derhoud.
De pastoorskring
wacht, en hij is, vindt hij zelf,
al openhartig genoeg geweest.
Misschien al wel té openhartig
voor zijn kerkelijke meerderen,
en zeker voor hen die nog
steeds naar de banvloek in
plaats van naar de humor grij
pen om de weldaad van God's
oneindige liefde er bij de gelo
vigen in te rammen.
Geldhof: „De deken heeft mij
al een keer bij zich geroepen,
om te zeggen dat hij zowel eens
wat hoorde, en dat ik er geen al
te folkloristische doening van
mocht maken. Ik heb hem ge
zegd dat ik de humor nodig
heb, en dat ik er echt geen zot-
tekot van maak, ook al ga ik
dan af en toe weieens op café.
Maar dat doe ik ook maar net
als de deftige mensen. Altijd na
het werk."
(•en Spielberg blijft in Ciné:
Van een 12-jarige Engelse jon
rs bezette China in 1941. Rea
liet geheel overtuigende wjij
ntbreken evenwel niet in
1 de schrijver Ballard.
Attenborough is geprolongt-
>elend filmepos over de vriei» I-
jjheidsstrijder Steve Biko en«"y"
(at doen mensen die met een aap in hun maag zitten?
ims krijgen de ongewenste dieren een spuitje.
ims verhuizen ze naar een asiel voor apen. Er zijn er twee in Nederland. De een in Amstelveen. De ander in Barne-
sn bezoek aan De Apenhof van Berta en Dick Venema uit Barneveld.
and en Martin'Ritt gaat vie^
a. Boeiend psycho-dirama t
[ger wal geraakte vrouw, 1
ig slachtoffer blijkt te zijl
is zij helemaal niet, zoals
ven.
ërtolucci is nog steeds te zien jf
actueel 1 in Bergen op Zoom
erend filmepos over het tos
t (John Lone).
verder in Grand Theater in Bi*
idenberg, Roxy 2 in Bergen
^geland in Hulst.
laas blijft in Mignon en Cines
ertruidenberg, City 1 in Ro"
[rgen op Zoom en De Koning v
nysterie in en om de Amste
de.
overspel bleodig wordt getraftj
osendaal, Cinem'actueel 3 in r°
van Engeland in Hulst.
f familiekomedie 'Radio Days'
mhuis Oosterhout, zondag 10 aP*j
Ise familie in New York gaat in°!
1 het radio-amusement.
n vooroordelen uit de buiten'
rol.
de muren' worden twee vrouv
len gevolgd, Ria en Loes. Ria
alleen voor te staan en maaktW
n over het door hem gepleegde1
volgen die dat voor haar en M
Et Zo wordt zij geconfronteerd
mg. De camera volgt haar naar
aring waar zij haar man bezoek'
bestemd voor verhuur aan gekf
tellingen en instanties. Voor in®
en terecht bij de Stichting Werk
De Kritiese filmers, telefoon 1
emière in Breda is op donderdag'
0 en 20.00 uur in Theater Achter®11
lor Mick Salet
Beeft u nog plaats voor een
gewenste aap?"
'tis is het iemand die ooit
1 alleraardigst aaibaar
pje heeft gekocht en na
pen merkt dat het diertje
tKing Kong begint te lij-
n. Soms is het de politie
i een aap, verboden bezit,
beslag heeft genomen.
|ak is het een laborato-
m dat de beesten niet
er nodig heeft voor expe-
penten.
bar bijna altijd is het ant-
7>rd van Berta en Dick Ve
te positief. Alleen voor
Jdzieke en zwaar gestoorde
P is geen plek in hun asiel,
der zijn alle andere apen
kom.
wij ze niet zouden opne-
1, dan zouden ze een spuitje
flgen. En dat willen we niet.
(proberen de apen gezond en
r 1?eer in een groep te krij-
Dan kunnen ze in een die-
(tem verder leven."
Woe komen Berta en Dick zo
orlli'I naa?t bun winkel en
Jm, alle vrije tijd in een ape-
pel testoppen?
Perta: „Bij mijn ouders thuis
pen we maar huisdier.
L, 3,'' Voor mij was dat
piijk wei genoeg Maar
ik met hem trouwde,
ik er noodgewongen een
R drerenfamilie bij. We had-
9 eerder apen dan kinderea"
'ck: „Ik ben altijd gek op
geweest. Het eerste dat
na ons huwelijk in huis
pe, was een vos."
,rta: „Moet je je voorstel-
len. We waren pas getrouwd.
We hadden alles net nieuw.
Meubels. Vaste vloerbedek
king. En dan haalt hij een vos
in huis...Jaren later kon je dat
nog ruikea
Eerlijk gezegd vond ik het
toen wel zonde van al onze
mooie nieuwe spulletjes. Nu
geef ik er niet meer om. Een
hond die op de vloer plast? Een
kat die aan de bank krabt? Een
aap die in de gordijnen klimt?
Een leeuw in de tuin? Daar
kijk ik niet meer van op. Dat is
heel gewoon geworden in ons
gezin."
Dick: „En hoe het met de apen
is begonnen? Nou, dat was zo'n
twintig jaar geledea Iedereen
in de buurt wist dat wij gek op
dieren zijn en altijd wel een
plekje vrij hebben voor een
weglopertje. Op een gegeven
moment zat de politie met een
ontsnapt aapje in de maag. Of
wij dat beest niet even onder
dak wilden geven. Dat hebben
we gedaan. En omdat er
daarna niemand meer kwam
om dat aapje op te halen, beslo
ten wij om het maar te hou
den."
Berta: „Maar een aap alleen
is niets. Dat is zielig. Dat is on
gezellig voor zo'n groepsdier.
Daarom hebben we een adver
tentie in de krant gezet. Voor
een vrouwtje. We kregen wel
twintig tot dertig reacties. Al
lemaal mensen die een aap als
huisdier hadden en daar graag
van af wilden."
Dick: „Toen merkten we
voor het eerst hoeveel apen er
in ellendige omstandigheden
als huisdier worden gehouden.
Toen zijn we ook begonnen met
het opvangen van ongewenste
apen.
Eerst deden we dat samen
met een mevrouw uit Biltho-
ven. Die deed al langer aan de
opvang van apen. Toen zij er
mee stopte, zijn wij er mee ver
der gegaan. Zaten we opeens
met zesendertig apen in huis.
Toen hebben we achter het
huis al die hokken, met ver
warming, gebouwd."
Berta: „Het is natuurlijk niet
de bedoeling dat we de apen
hier houden. We proberen ze in
dierentuinen onder te brengen.
En dat lukt goed."
Dick: „Vroeger kregen we de
apen vooral van particulieren.
Die hadden dan zo'n lief klein
aapje in huis gehaald, maar
kregen daar spijt van als die
beesten een jaar of vier oud en
dus geslachtsrijp werden. Dan
kunnen apen flink agressief
worden. Dan trekken ze het be
hang van de muur. Dan gaan ze
mensen bijten. Dan worden ze
zq lastig dat de meeste mensen
er van af willen."
Berta: „Het is tegenwoordig
bij de wet verboden om apen
thuis te houden. Ook de handel
is verboden. Maar er worden
nog steeds apen het land bin
nen gesmokkeld. En veel van
die apen komen ééns hier te
recht. Vaak via de politie of de
inspectie, de AID, van het mi
nisterie van landbouw en vis
serij. Die nemen de beschermde
dieren in beslag. En vragen of
wij ze niet op kunnen nemen."
Dick en Berta Venema: „Een aap hoort niet als een mens te leven. Dat is afwijkend gedrag
voor een dier. Een aap is geen huisdier. Een aap hoort in een groep met rasgenoten."
- FOTO GELDERLAND PERS
Dick: „Vaak schrik je als je ziet
hoe die apen behandeld zijn.
Apen zijn koloniedieren. Ze
vinden het dus sowieso niet
leuk als ze ergens alleen moe
ten leven. Maar als je dan nog
ziet hoé ze gevangen worden
gehouden...in zulke kleine hok
jes, vogelkooien vaak, dat ze
helemaal vergroeien."
Berta: „Veel van die apen
hebben rachitus. Ze hebben vi
tamine- en kalkgebrek. Door te
kleine kooien en te weinig li
chaamsbeweging, zijn ze hele
maal vergroeid. Een aap hoort
niet ais een mens te leven. Dat
is afwijkend gedrag voor een
dier."
Berta: „Heel af en toe maken
we wel eens een uitzondering.
We hebben hier een oud aapje
in de huiskamer. Dat diertje is
dertig jaar oud en kan van de
rachitus nauwelijks meer lo
pen. Ais je deze aap bij andere
apen zou zetten, zou ze dood
gaan. Het eten zou worden af
gepakt en ze zou het slachtoffer
worden van agressie. Het is
misschien de wet van de na
tuur, maar zo'n dood gun je
zo'n dier toch niet."
Dick: „Een aap is geen huis- Geduld
dier. Een aap hoort m een
groep met rasgenoten."
Dick: „Ze komen hier om te re
socialiseren. Je moet proberen
een aap weer in een sociale
groep te laten leven. Vooral als
ze een tijd alleen zijn geweest
kan dat heel problematisch
zijn.
Hoe we dat doen? Daar is
geen vaste formule voor. Het
gebeurt wel eens dat je een aap
in een groep zet en dat het di
rect goed gaat.
Maar als er een
paar sterke apen in een groep
zitten dan kan het ook verrekt
moeilijk zijn voor een nieuwe
ling. Die krijgt niets te eten, al
het voedsel wordt weggepikt,
en wordt misschien wel flink
aangevallen."
Berta: „Het is wel belangrijk
dat ze in een groep passen. An
ders raak je ze ook niet kwijt
aan een dierentuin. Daar wil
len ze het liefst een gezonde
groep apen. Dus geen zieke en
gebrekkige dieren. Geen geca
streerde mannetjes. Geen apen
alleen. Nee, een gezonde sociale
groep met voorplantingsmoge
lijkheden."
Dick: „Onze apen komen, via
een bemiddelaar, overal op de
wereld in dierentuinen terecht
In Roemenië. Ierland. Cuba.
Zuid-Afrika. Frankrijk. Dene
marken. Sri Lanka. En ook in
Nederlandse dierentuinen.
Of ze daar voor betalen? Ben
je mal. Ze betalen geen cent
voor die apen. We zijn eigenlijk
al blij als we de transportkos
ten vergoed krijgen. Verder
moeten we alles doen met gif
ten van onze twaalfhonderd
donateurs. Want subsidie krij
gen we ook niet."
Berta: „De laatste jaren krij
gen we vooral laboratorium
apen. Ik wil daar liever niet te
veel over vertellen, want die
bedrijven hoeven maar één ne
gatief woord te horen of ze
stoppen al met weggeven van
die apen. En dat zou vervelend
voor die dieren zijn. Dan krij
gen ze direct een spuitje."
Dick: „Het zijn apen die voor
allerlei soorten onderzoek ge
bruikt zijn. Voor gedragson
derzoek. Voor geneesmiddelen
onderzoek. Maar het zijn geen
zieke of zwaar gestoorde apen.
Die nemen we niet aan. Die
moeten ze maar een spuitje ge
ven. Die kunnen wij nooit meer
zo ver opknappen dat ze weer
in een groep naar een dieren
tuin kunnen. En dat blijft de
bedoeling. Al hebben we hier
wel een paar apen die niemand
meer wil hebben, omdat ze oud
en gebrekkig zijn. Die laten we
hier maar rustig hun oude dag
slijten."