ït zware kruis van Jozef Geldhof 9'We hadden eerder apen dan kinderen' [eetkerkse pastoor vecht voor meer humor in de kerk berta en dick venema: DAG 8 APRIL W I E gTgM EXTRA VRIJDAG 8 APRIL 1988 .EETKERKE - Een titgesproken lande- fcke omgeving, met tiaar hier en daar zo'n pisch Westvlaamse -oerderij. Aan het eind van het steeds smallere Veggetje een pietepeu terig klein kerkje, om geven door een ring vormige begraafplaats. Bespotting Onschuldig Misvormd Hygiëne Azijnpissers Celibaat e Kritiese Filmer Groep Afwijking Gratis T50 Juut). Een verliefde) i wordt daar geher„ Allen in film van uur). Thriller van SfeJ enaars, die na tien ja; Met Terence Stamp ('nieuwe Britse cinema' 1984, Did 1, 23.45 uii leen dertienjarig mei levaarlijke wolven rah Patterson, Ang^ (USA 1972, Did. 2. ^t kind van dr. Cornel^ en-opstand de revolt [Don Murray. 2/83, Did 3 WDF, 20 bpdracht een jonge mo< fjd meent hij in haar 1 nen. Thriller met Mie) zie 1,16.00 uur). Musical] de zangrgroep de Harve d 1973, Did. 1, 20.15 uur) Reling genoeg van om ali pakt haar koffer. jjl Le Lieve Heer heeft vreemde kostgangers, maar Jozef. Lidhof (62) is wel een heel bijzondere. Behalve ezels feken en 'op' café gaan doet deze pastoor van het West- Haamse Meetkerke (vlakbij Brugge) niks liever dan Lopen tappen, tot onder de preek toe. De kerk is daar niet altijd even gelukkig mee, maar Geldhof zelf is zich ban geen kwaad bewust: „Wij brengen de Blijde Bood- fchap Mag er dan af en toe ook even gelachen worden?" correspondent Frans Boogaard led 2,16.20 uur). Oorlogsfl I de Duitse aanval op Rus |ionagekomedie van Davü| 5, Did. 1, 23.00 uur). romance met twee Russi| (haar Pjotr niet vergeten Alexandra Pigg en Mart 1. 2,19.30 uur). Privé-dete id Benji op aarde terug q ane Seymour vertolkt de n led. 1, 15.30 uur). DisnejJ I hulpeloze advocaat, die tt na het lezen van een I 1,19.45 uur). De liefdesge tchillende studenten, eenp •onderboy'. Film van Sydi n Robert Redford. 2, 20.15 uur). Elizabeth Ta) getrouwde man de vent v rol kreeg ze haar eerste 0 [erk, kerkhof en de door »n fors-bemeten tuin om- igde pastorie zijn het do- lein van Jozef Geldhof jen twintig jaar al is hij jochieherder van het 500 in- oners tellende Meetkerke; jids vier jaar ook van het on- feveer even grote Houtave. Normaal gaat een mens met 58 p pré-pensioen, maar een jiester krijgt op die leeftijd yerk bij. Wij hebben geen vak- iond nodig die zich over de erkloosheid beklaagt", grijnst lldhof. [Een twee meter hoge muur heidt het kerkhof van zijn oning. Vooraf heeft hij ge- aarschuwd: „Ge kunt over de igraafplaats komen. Maar als daar schrik van hebt, neemt i beter de garagepoort. Daar aat wel een ezel, maar die is daardig." i 1983 Did. 1, 23.00 uur), er een eenzame cassière v slagen. Ze krijgt een vr« 3 WDF, 20.00 uur). Jak eft vermoord, geeft een vi ^r minnaar te zoeken, niet' is, die hij zoekt. Thriller lland. 3, België 2,20.15 uur). Een 1 iijd leert een meisje ker i tegen betaling een stripti en. Film van de in Nederla eldhof is, zoals ze in Vlaande ren zeggen, een 'plezante'. Een ie grap op zijn tijd vindt hij even belangrijk als zijn da- jkse pint, en die geneugten levens gunt hij ook andere adaars. ^Onlangs verscheen bij de jgse uitgeverij Marc van de [iele zijn eerste verzameling "igieuze moppen. titel van het boekje, 'Hu- or in de kerk', is wat neutra- dan wat de auteur zich aan- selijk had voorgesteld, aar 'Honderd kosters, 99 gek- 1' schoot een lid van deze be- epsgroep uit Gent dermate in ft verkeerde keelgat, dat ddhof een brief ontving die minder christelijke naas- lefde getuigde dan voor een bkelijk dienaar gebruikelijk („Hij schreef dat ik er net zo goed 'Honderd pastoors, 99 ho mofielen' boven had kunnen zetten, en daar zit natuurlijk wel wat in", geeft Geldhof ach teraf ruimhartig toe. „Ik heb dan maar voor een wat minder straffe titel gekozen. Dat kon makkelijk, omdat Lannoo, de uitgever die mijn boekje eerst op de markt zou brengen, op de laatste dag weigerde." Een woordvoerder van Lan noo geeft als reden dat 'het huis' de grappen van Geldhof bij nader inzien te flauw vond, maar de auteur zelf ziet er de hand van de kerk in. „Bij Lan noo is ook het geloofsboek over het pausbezoek uitgegeven. Zij hebben dus contacten met de geestelijkheid. Ik vermoed dat daar de pijn zat." Geldhof geeft toe dat zijn grappen niet van het type zijn dat lachkrampen veroorzaakt, maar daarbij moet wel worden bedacht dat humor in de kerk nog steeds even gangbaar is als een non in een sexclub. „Bij de hogere autoriteiten in de kerkelijke hiërarchie is de bekoring groot om alles heel ernstig te nemen", kritiseert Geldhof voorzichtig. „Grappen over het ambt worden daar al snel als een bespotting gezien. Ik ben daarmee niet akkoord. Grappen over de kerk, als die niet te hard zijn, moeten wor den gezien als een feitelijke at tentie aan haar bestaan." Terwijl de fotokopiëermachine in het studeervertrek van de Meetkerkse pastoor grappen uitbraakt in een tempo dat Wim Kan in zijn beste dagen niet heeft gehaald, legt Geldhof op zijn gemakje uit hoe zijn roeping tot kerkelijk moppen tapper tot stand is gekomen. „Ik gaf vroeger een jaar boekje uit over de pastoors die hier in de regio overleden wa ren. 'Ne Pereant', heetten die, 'Opdat hun nagedachtenis niet verloren ga'; een soort necrolo- gisch jaarboek der geestelijk heid uit het bisdom Brugge dus. Ik heb daar veel stof in gevon den, want er zaten soms ple zante kerels bij. Maar in die boekjes kon ik daar niks mee, en zodoende ben ik dan de ple zantere dingen gaan gebruiken in voordrachten bij vereni gingen en aan diners. Ik had daar veel sukses mee, en dat De titel van het boekje, 'Humor in de kerk', is wat neutraler dan wat de auteur zich aan vankelijk had voorgesteld, maar 'Honderd kosters, 99 gekken' kon geen genade vinden in de - FOTO'S DANN geestelijking van het lichaam die de kerk altijd heeft opge legd. De geest telt, het lichaam niet. Dat werd altijd zo vorme loos mogelijk onder de toog ge stopt. Ik ben daar niet mee ak koord, want het lichaam biedt ook vreugde. Het is van belang dat het in goede conditie is, al was het maar om uw werk be ter te doen. En daarbij: God heeft ons geschapen, al die din gen zitten er toch niet voor niks aan? Wij missen al de vrou wen, laten we dan op zijn minst van andere dingen genieten. Van goed eten en drinken, maar ook van humor, want hu mor is eigenlijk liefde. In het Duits is daar een spreekwoord voor: 'Was sich liebt, dass neckt sich'. Mensen die van mekaar houden, doen dat. En pastoors doen dat on derling, als reactie op de over dreven onderdrukking van het lichaam. Onder pastoors wórdt ook veel gelachen, maar bij het publiek mag dat liefst niet te veel bekend zijn. Dat is een beetje hypocriet, want op die manier komt het publiek niet aan zijn trekken. In de kerk mag nog steeds niet gelachen worden, en dat terwijl wij dan nog wel over de Blijde Bood schap praten. Het gaat alle maal nog te stroef, te cerebraal, en dat is niet goed. Ook niet voor de geloofsbeleving van de parochianen." ogen van deze beroepsgroep. heeft mij ertoe aangezet die grappige gebeurtenissen syste matisch uit te werken. Ge moet bedenken dat wanneer mensen bijeenkomen ze er niet meer van houden om zwaarwegende onderwerpen te bespreken. Dat is de jacht van het leven. Enfin, vorig jaar heb ik een hartin farct gehad, en sindsdien ga ik er zelf ook niet meer zoveel op uit. Ik heb dan gedacht er een boekje van te maken, om de mensen hier en elders er toch mee te plezieren." De humor in het al driftig gekuiste werkje van Geldhof is onschuldig, want veel verder dan lichte spot over kerkelijke gebruiken, geloofsbeleving en de strakke leer die vooral de kerk van vroeger kenmerkte, is er niet in terug te vinden. De grap over het jonge paartje dat onderweg naar de huwelijksmis verongelukt is er een voorbeeld van. Het verloofde stel klopt aan de hemelpoort aan, en wil daar alsnog trouwen, omdat 'hok ken' in de hemel niet kan. 'Is er hier geen pastoor die ons kan trouwen?', vragen ze. 'Nee,' zegt Sint Pieter na lang zoeken, 'in de hemel is geen en kele pastoor te vinden.' Dat soort milde zelfspot gaat soms de kerk, maar ging ook de door en door katholieke uitge verij Lannoo al te ver. „Het is", zegt Geldhof met iets van spijt, „een goede illu stratie dat men humor niet vanzelfsprekend vindt. En dat is jammer, want het is een on derdeel van het leven." Geldhof, in zijn jongere jaren een niet onverdienstelijk auteur van kerkgeschiedenis - hij schreef eerder een stan daardwerk over het Brugse Sint Lodewijkscollege waar hij zestien jaar studiemeester was, en stelde ook de avonturen van 'Pelgrims, dulle lieden en von delingen in Brugge' te boek - gaat er nu even voor zitten. „Het verdriet van de geeste lijkheid", zegt hij, „is altijd de overdreven gezagssituatie ge weest waarmee wij als lagere geestelijken te maken hadden. Sommigen, hoger in de kerke lijke hiërarchie, zijn het noor den verloren door hoogmoed, door zelfingenomenheid. Dat is niet alleen hun schuld, maar ook die van hun slippendra- gers. Er zijn er steeds meer die de belachelijkheid van al die waardigheid inzien, maar som migen leven nog steeds in een droomwereld. Zij missen de contacten met het gewone volk, en staan daardoor een beetje buiten de realiteit. Voor een ge wone patoor in een gewone pa rochie zoals ik er één ben, is dat nooit een punt geweest, want wij staan tussen het volk. Maar wij pastoors hebben daardoor onze eigen problemen. Wij zijn door onze opleiding misvormd. Pastoors gaan in tegenstelling tot andere mensen niet uit, ze zitten niet in een vrolijk gezel schap. Ze komen veel affectie tekort". „De belangrijkste oorzaak daarvan is de overdreven ver- Geldhof zelf heeft afgerekend met die 'hypocrisie', en zeker met die van vroeger, die er m wat dikker bovenop lag dan in de tegenwoordige kerk het ge val is. Hij komt nog even terug op de zorg voor het lichaam, die in het leven van de geestelijke, of dat nu een man of vrouw was, altijd sterk onderbelicht was, zodanig dat zelfs een re gelmatig bad al als lichtzinnig werd bestempeld. „Hygiëne", zegt hij„was een onbekend be grip. Men ging pas in bad als laatste mogelijkheid om een huidziekte te voorkomen, en dan nog niet naakt, maar met een overgooier aan. Geen won der dat de geur van heiligheid die in veel kloosters en rond veel godgewijde maagden zweefde eigenlijk alleen maar stank was." Er is, geeft ook Geldhof toe, in de kerk al heel wat veran derd, maar een beetje meer tempo zou wat hem betreft geen kwaad kunnen. Met in stemming verwijst hij naar de diensten in het Rijnland, waar de tijd wat minder heeft stilge staan dan in het bisdom Brug ge. Enthousiast: „Men hanteert daar de spreektaal, èn men stopt humor in de preek. Dat is precies wat ik ook doe. Het maakt nou eenmaal een groot verschil of ge als voorganger enkel maar uit de zak klapt, zo als ze hier zeggen, of dat men de gevoelige snaar weet te ra ken. De vorige bisschop hier in Brugge, De Smedt, was daar een meester in, een ware volks tribuun. Wij denken te veel dat de mensen die naar de kerk ko men verplicht zijn om te luiste ren naar al die interessante praat. Dat is een misvatting. Om het klaar te zeggen: u moet de aandacht verdienen, want u krijgt ze niet. En voor mij houdt dat in dat ik oratorische kunstgrepen mag toepassen. Als de aandacht verslapt, als ik er op zeker moment twee zie indommelen of met elkaar zie babbelen, dan vertel ik een mop. En gegarandeerd dat ze daarna weer tien minuten luis teren. Ge moet dat natuurlijk opbouwen, met ook weer een dieptepunt erin, want anders komt zo'n mop niet tot zijn recht. Het kan te ver gaan, want nu al bellen mensen mij op, en zeggen ze: Meneer pas toor, gaat u ook aanstaande zondag weer moppen vertel len? Ik waarschuw ze dan al tijd dat ik dat niet vooraf weet. Pas op, hè, ik ben precies geen clown, en we gaan er in de kerk geen circus van maken. Maar het moet toch al erg zijn dat men als gelovige naar zoiets op zoek is. Dat moet toch te den ken geven." Wat bitter stelt Geldhof vast Een uitgesproken landelijke omgeving, met maar hier en daar zo'n typisch Westvlaamse boerderij. Aan het eind van het steeds smallere weggetje een pietepeuterig klein kerkje, omgeven door een ringvormige begraafplaats. dat 'er natuurlijk altijd zuurp ruimen en azijnpissers zijn' die dit afkeuren, maar hijzelf vaart wel bij zijn wat minder conformistische aanpak. „Het belangrijkste", zegt hij, „is niet te veel bagage te willen meege ven. Als je een zware preek van een uur houdt, en je zegt op het eind: volgende week doe ik de tweede helft, dan is dat de beste manier om de mensen uit de kerk te houden. Ik zeg altijd: mensen, we zijn hier niet voor ons plezier, laten we het kort en vrolijk houden. Dan komen de mensen terug, en ik vertel ze toch wat ik ze wil vertellen. Ik doe ook veel huwelijken, want de kerk hier ligt heel mooi, middenin de polders en vlak bij een beek. En soms komen ze ook van een andere parochie, omdat het meisje al in ver wachting is, of de jongen bene den zijn stand trouwt. Ik zeg dan altijd tegen de jong-ge- huwden: dit is een vrolijke dag, en ge moogt hier lachen. Soms help ik ook bij de geburen, in een andere parochie, en dan somt zo'n pastoor allemaal op wat ge niet moogt doen als ge getrouwd zijt. Wel, als ge dat omdraait hebt ge de beste handleiding om meteen weer te scheiden." Geldhof heeft ondertussen nog wat in zijn boekenkast staan rommelen, en komt terug met een paar boekjes Duitse kerkhumor die hem zeer aan spreekt. Op één cartoon kust een apostel de hand van Jezus, op een andere, tweeduizend jaar later, kust een priester een non vol op de mond. Geldhof geniet ervan als een Neder landse vrijgezel van Veronica's Pin-Up club. Op een andere bladzij leest een engel de Play boy. Geldhof, vergenoegd: „Kijk hem eens genieten! Zijn heilig kroontje smelt van ge not!" Het celibataire leven valt hem zelf zwaarder dan hij openlijk wil toegeven. Indirect geeft hij dat ook weer aan als hij vertelt over vrienden die hem soms bezoeken, en die hem vertellen dat hij toch wel heel gelukkig moet zijn: een mooie en ruime woning in een landelijke omge ving, nooit een vrouw die hem, als hij 's avonds laat nog even 'op café' gaat, verwijtend na roept: 'En op tijd thuis, hè? Gisteren was het ook al over drieën!' Geldhof: „Soms zou je willen dat die vrouw er wèl is, om je dat na te roepen." De parochieherder van Meetkerke en Houtave beëin digt met zachte drang het on derhoud. De pastoorskring wacht, en hij is, vindt hij zelf, al openhartig genoeg geweest. Misschien al wel té openhartig voor zijn kerkelijke meerderen, en zeker voor hen die nog steeds naar de banvloek in plaats van naar de humor grij pen om de weldaad van God's oneindige liefde er bij de gelo vigen in te rammen. Geldhof: „De deken heeft mij al een keer bij zich geroepen, om te zeggen dat hij zowel eens wat hoorde, en dat ik er geen al te folkloristische doening van mocht maken. Ik heb hem ge zegd dat ik de humor nodig heb, en dat ik er echt geen zot- tekot van maak, ook al ga ik dan af en toe weieens op café. Maar dat doe ik ook maar net als de deftige mensen. Altijd na het werk." (•en Spielberg blijft in Ciné: Van een 12-jarige Engelse jon rs bezette China in 1941. Rea liet geheel overtuigende wjij ntbreken evenwel niet in 1 de schrijver Ballard. Attenborough is geprolongt- >elend filmepos over de vriei» I- jjheidsstrijder Steve Biko en«"y" (at doen mensen die met een aap in hun maag zitten? ims krijgen de ongewenste dieren een spuitje. ims verhuizen ze naar een asiel voor apen. Er zijn er twee in Nederland. De een in Amstelveen. De ander in Barne- sn bezoek aan De Apenhof van Berta en Dick Venema uit Barneveld. and en Martin'Ritt gaat vie^ a. Boeiend psycho-dirama t [ger wal geraakte vrouw, 1 ig slachtoffer blijkt te zijl is zij helemaal niet, zoals ven. ërtolucci is nog steeds te zien jf actueel 1 in Bergen op Zoom erend filmepos over het tos t (John Lone). verder in Grand Theater in Bi* idenberg, Roxy 2 in Bergen ^geland in Hulst. laas blijft in Mignon en Cines ertruidenberg, City 1 in Ro" [rgen op Zoom en De Koning v nysterie in en om de Amste de. overspel bleodig wordt getraftj osendaal, Cinem'actueel 3 in r° van Engeland in Hulst. f familiekomedie 'Radio Days' mhuis Oosterhout, zondag 10 aP*j Ise familie in New York gaat in°! 1 het radio-amusement. n vooroordelen uit de buiten' rol. de muren' worden twee vrouv len gevolgd, Ria en Loes. Ria alleen voor te staan en maaktW n over het door hem gepleegde1 volgen die dat voor haar en M Et Zo wordt zij geconfronteerd mg. De camera volgt haar naar aring waar zij haar man bezoek' bestemd voor verhuur aan gekf tellingen en instanties. Voor in® en terecht bij de Stichting Werk De Kritiese filmers, telefoon 1 emière in Breda is op donderdag' 0 en 20.00 uur in Theater Achter®11 lor Mick Salet Beeft u nog plaats voor een gewenste aap?" 'tis is het iemand die ooit 1 alleraardigst aaibaar pje heeft gekocht en na pen merkt dat het diertje tKing Kong begint te lij- n. Soms is het de politie i een aap, verboden bezit, beslag heeft genomen. |ak is het een laborato- m dat de beesten niet er nodig heeft voor expe- penten. bar bijna altijd is het ant- 7>rd van Berta en Dick Ve te positief. Alleen voor Jdzieke en zwaar gestoorde P is geen plek in hun asiel, der zijn alle andere apen kom. wij ze niet zouden opne- 1, dan zouden ze een spuitje flgen. En dat willen we niet. (proberen de apen gezond en r 1?eer in een groep te krij- Dan kunnen ze in een die- (tem verder leven." Woe komen Berta en Dick zo orlli'I naa?t bun winkel en Jm, alle vrije tijd in een ape- pel testoppen? Perta: „Bij mijn ouders thuis pen we maar huisdier. L, 3,'' Voor mij was dat piijk wei genoeg Maar ik met hem trouwde, ik er noodgewongen een R drerenfamilie bij. We had- 9 eerder apen dan kinderea" 'ck: „Ik ben altijd gek op geweest. Het eerste dat na ons huwelijk in huis pe, was een vos." ,rta: „Moet je je voorstel- len. We waren pas getrouwd. We hadden alles net nieuw. Meubels. Vaste vloerbedek king. En dan haalt hij een vos in huis...Jaren later kon je dat nog ruikea Eerlijk gezegd vond ik het toen wel zonde van al onze mooie nieuwe spulletjes. Nu geef ik er niet meer om. Een hond die op de vloer plast? Een kat die aan de bank krabt? Een aap die in de gordijnen klimt? Een leeuw in de tuin? Daar kijk ik niet meer van op. Dat is heel gewoon geworden in ons gezin." Dick: „En hoe het met de apen is begonnen? Nou, dat was zo'n twintig jaar geledea Iedereen in de buurt wist dat wij gek op dieren zijn en altijd wel een plekje vrij hebben voor een weglopertje. Op een gegeven moment zat de politie met een ontsnapt aapje in de maag. Of wij dat beest niet even onder dak wilden geven. Dat hebben we gedaan. En omdat er daarna niemand meer kwam om dat aapje op te halen, beslo ten wij om het maar te hou den." Berta: „Maar een aap alleen is niets. Dat is zielig. Dat is on gezellig voor zo'n groepsdier. Daarom hebben we een adver tentie in de krant gezet. Voor een vrouwtje. We kregen wel twintig tot dertig reacties. Al lemaal mensen die een aap als huisdier hadden en daar graag van af wilden." Dick: „Toen merkten we voor het eerst hoeveel apen er in ellendige omstandigheden als huisdier worden gehouden. Toen zijn we ook begonnen met het opvangen van ongewenste apen. Eerst deden we dat samen met een mevrouw uit Biltho- ven. Die deed al langer aan de opvang van apen. Toen zij er mee stopte, zijn wij er mee ver der gegaan. Zaten we opeens met zesendertig apen in huis. Toen hebben we achter het huis al die hokken, met ver warming, gebouwd." Berta: „Het is natuurlijk niet de bedoeling dat we de apen hier houden. We proberen ze in dierentuinen onder te brengen. En dat lukt goed." Dick: „Vroeger kregen we de apen vooral van particulieren. Die hadden dan zo'n lief klein aapje in huis gehaald, maar kregen daar spijt van als die beesten een jaar of vier oud en dus geslachtsrijp werden. Dan kunnen apen flink agressief worden. Dan trekken ze het be hang van de muur. Dan gaan ze mensen bijten. Dan worden ze zq lastig dat de meeste mensen er van af willen." Berta: „Het is tegenwoordig bij de wet verboden om apen thuis te houden. Ook de handel is verboden. Maar er worden nog steeds apen het land bin nen gesmokkeld. En veel van die apen komen ééns hier te recht. Vaak via de politie of de inspectie, de AID, van het mi nisterie van landbouw en vis serij. Die nemen de beschermde dieren in beslag. En vragen of wij ze niet op kunnen nemen." Dick en Berta Venema: „Een aap hoort niet als een mens te leven. Dat is afwijkend gedrag voor een dier. Een aap is geen huisdier. Een aap hoort in een groep met rasgenoten." - FOTO GELDERLAND PERS Dick: „Vaak schrik je als je ziet hoe die apen behandeld zijn. Apen zijn koloniedieren. Ze vinden het dus sowieso niet leuk als ze ergens alleen moe ten leven. Maar als je dan nog ziet hoé ze gevangen worden gehouden...in zulke kleine hok jes, vogelkooien vaak, dat ze helemaal vergroeien." Berta: „Veel van die apen hebben rachitus. Ze hebben vi tamine- en kalkgebrek. Door te kleine kooien en te weinig li chaamsbeweging, zijn ze hele maal vergroeid. Een aap hoort niet ais een mens te leven. Dat is afwijkend gedrag voor een dier." Berta: „Heel af en toe maken we wel eens een uitzondering. We hebben hier een oud aapje in de huiskamer. Dat diertje is dertig jaar oud en kan van de rachitus nauwelijks meer lo pen. Ais je deze aap bij andere apen zou zetten, zou ze dood gaan. Het eten zou worden af gepakt en ze zou het slachtoffer worden van agressie. Het is misschien de wet van de na tuur, maar zo'n dood gun je zo'n dier toch niet." Dick: „Een aap is geen huis- Geduld dier. Een aap hoort m een groep met rasgenoten." Dick: „Ze komen hier om te re socialiseren. Je moet proberen een aap weer in een sociale groep te laten leven. Vooral als ze een tijd alleen zijn geweest kan dat heel problematisch zijn. Hoe we dat doen? Daar is geen vaste formule voor. Het gebeurt wel eens dat je een aap in een groep zet en dat het di rect goed gaat. Maar als er een paar sterke apen in een groep zitten dan kan het ook verrekt moeilijk zijn voor een nieuwe ling. Die krijgt niets te eten, al het voedsel wordt weggepikt, en wordt misschien wel flink aangevallen." Berta: „Het is wel belangrijk dat ze in een groep passen. An ders raak je ze ook niet kwijt aan een dierentuin. Daar wil len ze het liefst een gezonde groep apen. Dus geen zieke en gebrekkige dieren. Geen geca streerde mannetjes. Geen apen alleen. Nee, een gezonde sociale groep met voorplantingsmoge lijkheden." Dick: „Onze apen komen, via een bemiddelaar, overal op de wereld in dierentuinen terecht In Roemenië. Ierland. Cuba. Zuid-Afrika. Frankrijk. Dene marken. Sri Lanka. En ook in Nederlandse dierentuinen. Of ze daar voor betalen? Ben je mal. Ze betalen geen cent voor die apen. We zijn eigenlijk al blij als we de transportkos ten vergoed krijgen. Verder moeten we alles doen met gif ten van onze twaalfhonderd donateurs. Want subsidie krij gen we ook niet." Berta: „De laatste jaren krij gen we vooral laboratorium apen. Ik wil daar liever niet te veel over vertellen, want die bedrijven hoeven maar één ne gatief woord te horen of ze stoppen al met weggeven van die apen. En dat zou vervelend voor die dieren zijn. Dan krij gen ze direct een spuitje." Dick: „Het zijn apen die voor allerlei soorten onderzoek ge bruikt zijn. Voor gedragson derzoek. Voor geneesmiddelen onderzoek. Maar het zijn geen zieke of zwaar gestoorde apen. Die nemen we niet aan. Die moeten ze maar een spuitje ge ven. Die kunnen wij nooit meer zo ver opknappen dat ze weer in een groep naar een dieren tuin kunnen. En dat blijft de bedoeling. Al hebben we hier wel een paar apen die niemand meer wil hebben, omdat ze oud en gebrekkig zijn. Die laten we hier maar rustig hun oude dag slijten."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 27