DESTEM
'GEMEENTEN DOEN
NAUWELIJKS IETS
VOOR DE OUDEREN'
N
D
'Mijn kinderen vinden me te dom'
SYMPOSIUM
OVER
HUISVESTING
UNIVERSITAIR
ONDERWIJS
AAN SENIOREN
ZATERDAG I rv
6 MAART 1988IC
mm
i?
ËMMttt
ZATERDAGI
26 MAART 19881
og geen 20 jaar geleden kon je
op je tweeënzestigste al in het bejaardenhuis terecht.
Er werd zelfs druk geronseld om die huizen vol te krij
gen. Nu moet je al minstens 83 zijn en daarbij nog
zwaar hulpbehoevend. Voor een verpleeghuis moet je
eigenlijk al half dood zijn. Het klinkt bijzonder cru, als
je het zo omschrijft, maar de realiteit is nu eenmaal zo.
De gemiddelde leeftijd in de bejaardenhuizen ligt zo
rond de 83 jaar. Met een sterke vergrijzing van de be
volking in het vooruitzicht, een regering, die steeds lui
der roept om meer zelfzorg en geen enkel duidelijk uit
gestippeld beleid op het gebied van adequate huisves
ting voert, ziet het er niet rooskleurig uit voor de ouder
wordende mens. Het vertrouwen in de overheid die de
zwakken in de samenleving flink aan het uitbenen is,
heeft inmiddels het nulpunt bereikt. Vandaar dat oude
ren zelf voorzorgsmaatregelen gaan nemen.
Bejaardenhulzen
Senioren
In eigen hand
Ordening
Gemêleerd
Roodgloeiend
Contact
gerij, klaar om te vertrek-
9 een eindje op weg.
de drukke vaarroutes ging het
even gemakkelijk met die
en. Vooral niet als er van die
ers van een pleziervaarders
snappen er niks van. Een
eens eentje zo tussen de twee
richting het vlot gevaren. Al-
t een van de sleepboot-kapi-
motor toen in zijn achteruit
het nog net goed. De sleepka-
en daardoor namelijk slap te
dat het jacht er overheen kon
ar het scheelde een haartje",
k was het ook als we 's nachts
at mocht officieel niet maar
n we het toch. Als het heldere
leverde zo'n nachtelijke tocht
problemen op, maar als het
:rder was moest je heel waak-
Als je dan stammen verloor
self betalen omdat we tegen de
den gewerkt. Dat geld konden
ssen, dus we namen nogal een
enlijk was dat belachelijk want
tijden dat je 's nachts minder
:on maken dan overdag op de
tarroutes. Maar goed het was
Een keer ben ik gepakt. Ik
n een boete van tien gulden,
was duur betaald. Soms ook,
wel 's nachts varen. Zo lagen we
keer op de Maas. We hadden 's
et afgemeerd toen er een storm
)p een gegeven moment werd de
zo sterk, dat het levensgevaar-
ijn geweest om te blijven liggen,
:t vlot niet meer te controleren
en hebben we het maar losge-
ons die nacht door de stroming
tn voeren. Gelukkig stond de
iet goed, en waren we in een re-
op de plaats van bestemming."
was toch geen familie van U? De
ber begon nog harder te wenen en
om huil ik nu juist.
lier is dan de beste van Ron, van
limself. Zijn topmop staat onder
„Adam en Eva". Reagan: „Soms
dat Adam en Eva Russen waren.
:n geen dak boven het hoofd, ze
geen kleren aan het lijf, maar ze
samen één appel en dachten dat
aradijs was."
j-les Percy, destijds een machtig
le senaat voor de staat Illinois, gaf
iet volgende advies: „Wees altijd
f je het nu meent of niet."
wat cynische bijdrage aan de
ler van republikeinse humor is van
re Alan Steelman uit Texas: „Me-
nith had vier zonen. De eerste was
de tweede was politicus, de derde
afgestudeerd en de vierde was ook i
:n ik er nog ruim vierhonderdne-
Vlaar na dit half dozijn glansvoor-
van republikeinse humor weet u al j
yat de verschijnselen zijn van een i
fd, een zure kop, de globo acido.
"g-
W EE K I
c
Door Edo Sauren
Een van die voorzorgmaatregelen die de
senioren nemen is zelf te zorgen voor een
dusdanige huisvesting dat ze op een fijne
manier, redelijk onbezorgd hun oude dag
kunnen slijten. Zo zijn er op verschil
lende plaatsen in Nederland senioren
verenigingen van de grond gekomen, die
nauw ui samenwerking met de stichting
'Huis in Eigen Hand' opereren.
We spreken met de directeur van de
overkoepelende organisatie 'Huis in
Eigen Hand', de heer dr. J. Botman en
met voorzitter J. van de Velde van de
Bredase Seniorenvereniging.
„Het meest verbaast mij het absoluut
gebrek aan plannen. Sla de uitbreidings
plannen van welke gemeente dan ook
maar eens op, woningbouwplannen voor
ouderen vind je nauwelijks. En de cate
gorie mensen boven de 50 jaar maakt
toch 30% van de bevolking uit. De over
heid heeft de mond vol van 'zelfzorg' en
'langer zelfstandig blijven wonen', maar
handelt daar niet naar. Daarmee creëert
de overheid een gat waar de ouderen in
dreigen te vallen. Die val kan diep zijn
en behoorlijk hard aankomen", stelt dr.
J. Botman.
Een niet al te rooskleurig vooruitzicht.
Ouder worden, en wat dan? Wachten tot
vadertje staat wat voor je regelt, of zelf
maatregelen nemen. In het verleden was
het de 'zelfzorg', die de ouderen opving.
De gemeenschap, familie en kinderen
bekommerden zich om hen. Daarnaast
was er nog het particuliere initiatief, dat
vanuit de kerken was opgezet. In deze
eeuw, als de industriële ontwikkeling
echt goed op gang komt, mensen vaak
huiten hun eigen leefgemeenschap gaan
werken en er een andere vorm van sa
menleving ontstaat, begint de ouderen
zorg steeds meer een taak van de over
heid te worden.
De stichting 'Huis in Eigen Hand' en de
Bredase Seniorenvereniging houden
maandag 28 maart een symposium over
'seniorenhuisvesting' in het Mercury Ho
tel in Breda.
Hot symposium begint om half twee 's
middags. Het programma ziet er als
volgt uit:
13.30 - 14.00 uur: Inschrijving, koffie en
Bezoek tentoonstelling.
14.00 - 14.10 uur: Opening door voorzit-
'er dr. J. Botman.
14.10 -14.30 uur: 'Ouder worden, en wat
dan' door G. v.d. Ven, voorzitter van de
Senioren Vereniging Vianen.
14.30 - 14.50 uur: 'Provinciaal beleid
ouderen huisvesting' door gedeputeerde
I A-Brugman.
14.50 - 15.10 uur: 'Experimentenbeleid
'en aanzien van ouderen' door drs. J.
Sohuijt, directeur Werkgroep 2000.
5.10-15.30 uur: Pauze
15.30 - 15.50 uur: 'Het Grondbedrijf als
ondersteuning van seniorenhuisvesting'
door ing. J. Helmich, directeur Grondbe-
j drijf Almere.
15.50 - 16.10 uur: 'Financiering senio-
fenhuisvesting' door E. Mulder, direc-
I 'eurNMB.
1610 - 16.30 uur: 'Activeren van parti-
ouliere sector via vereniging van eigena
ren' door dr. J. Botman, directeur stich-
'mg 'Huis in eigen hand'.
Bejaardencentra zien we na de Tweede
Wereldoorlog verrijzen als dé oplossing
voor huisvesting van ouderen. Voordat
gebreken zich manifesteerden was de
ouder wordende mens, tot de jaren ze
ventig nog 'ouden van dagen' genoemd,
al verzekerd van een plaatsje in het be
jaardenhuis. Maar de bejaardenhuizen
raakten vol, de leeftijdsgrens om te wor
den toegelaten werd steeds hoger. Nu we
aan h$t begin van de vergrijzing van de
maatschappij staan zijn er al vele schrij
nende gevallen van hulpbehoevende
ouderen, voor wie er geen plaats in die
herberg meer is. Zoals de Bredase me
vrouw Janssen, die op haar 91-ste nog
steeds drie hoog de trappen op moet om
haar flatje te bereiken.
Met toenemende bezuinigingen en
met 'op weg naar de zorgzame samenle
ving' een sterk afnemend verzorgingsni
veau zal de oudere in de toekomst tot
hoge leeftijd nog zijn eigen boontjes
moeten blijven doppen. Nu begint een
groep mensen zich te roeren, die niet zo
vaak in de politieke of maatschappelijke
schijnwerpers heeft gestaan; de senioren.
De senioren noemen zich niet graag
ouderen, omdat de leeftijd van de senio
ren al om en nabij de vijftig begint. De
kinderen zijn de deur uit, kamers in huis
raken leeg en de trappen worden steeds
hoger en zwaarder om te beklimmen.
Men ziet de bejaarde leeftijd naderen en
realiseert zich dat met het stijgen der ja
ren ook de gebreken kunnen toenemen.
Kortom, een groot huis kan voor twee of
één persoon de nodige problemen op
gaan leveren. Het is niet de angst voor de
ouderdom, die de senioren tot maatrege
len aanzet, maar gewoon een realistische
kijk op de toekomst. Immers op de over
heid hoeft nauwelijks gerekend te wor
den en dus willen de senioren in een
vroeg stadium al voorzorgsmaatregelen
nemen. Zo zijn er seniorenverenigingen
ontstaan. Het begon in Breda en inmid
dels zijn er seniorenverenigingen in
Schoonhoven, Vianen en de Haarlem
mermeer en is men in verschillende
plaatsen bezig om ze van de grond te
krijgen. Zij werken allemaal samen met
de stichting 'Huis in Eigen Hand'.
De stichting 'Huis in Eigen Hand' werd
in 1982 in Rotterdam opgericht. Tot
1985 organiseerde de stichting studieda
gen, symposia, tentoonstellingen en gaf
brochures uit. De organisatie richtte zich
helemaal niet specifiek op ouderen, maar
op alternatieve vormen van woningbezit
voor alle leeftijden. Tot 1985 ging het
prima met de stichting, maar toen vond
de overheid die via subsidies de stichting
in leven hield, het allemaal wel goed en
aardig, maar stelde dat de stichting haar
papieren plannen ook maar eens in de
praktijk moest gaan toepassen.
Een van die toepassingen was het coö
peratief woningbezit. De stichting had
een plan voor een dergelijk woning
bouwcomplex in Breda-Noord en hield
hierover in 1986 een bijeenkomst. Een
van de aanwezigen was de Bredanaar J.
van de Velde.
Mede dankzij hem ontstond er in
Breda de eerste seniorenvereniging. „Er
waren op die bijeenkomst vrijwel alleen
jonge mensen, zo tussen de 25 en 40 jaar
en de plannen waren ook duidelijk voor
hen bestemd", zegt Van de Velde. Als
oudere val je vrijwel altijd buiten de
boot. Als je je laat inschrijven bij een
woningbouwvereniging als woningzoe
Zo zien de eerste ontwerpen van de seniorenhuisvesting eruit. Een groot appartementengebouw links boven en In kleinere vorm appartementen er omheen.
Senioren eisen eigen plek
kende, krijg je een aantal punten toebe
deeld en daar blijft het dan meestal bij.
Je komt nauwelijks in aanmerking voor
een woning, immers je woont toch al
goed. Je kunt je ook tot de woningmarkt
richten, maar dan ervaar je dat er nau
welijks aanbod is in de sector, die op de
wensen van de senioren aansluiten", ver
telt de heer Van de Velde.
„Ik heb toen een brief naar 'Huis in
Eigen Hand' geschreven en daar bleken
meer reacties van ouderen, zeg maar se
nioren, binnen te zijn gekomen. We heb
ben toen in overleg een 'senioren-bijeen
komst' belegd in Breda en daar is een 15-
tal belangstellenden op af gekomen. Na
nog twee bijeenkomsten hadden we een
Inmiddels telt die vereniging 63 leden,
die jaarlijks 60,- contributie betalen.
Maar er gebeurt meer. De plannen voor
een complex voor huisvesting van senio
ren liggen klaar, de financiering is gere
geld, nu de grond nog.
„Het is een kwestie van ruimtelijke orde
ning", zegt Botman. „De lokatie is be
langrijk. Willen de mensen zo lang mo
gelijk zelfstandig kunnen blijven wonen,
dan is het zaak dat een 'senioren-park'
op niet al te grote afstand van bepaalde
voorzieningen komt te liggen. Je kunt
moeilijk in buitenwijken gaan zitten. In
de buurt van een steunpunt voor oude
ren zou ideaal zijn", zegt de heer Bot
man.
In de seniorenverenigingen zijn qua
woonwensen twee categorieën te ontdek
ken. De ene groep wil het liefst in kleine
bungalows gaan wonen en de andere
groep ziet meer in een appartementen
complex. „Een combinatie van beide is
het beste. Hoewel we niet het idee van
seniorenparken van zo'n 200 woningen,
zoals je die in landen als België, Spanje
en Canada ziet, aanhangen, bepaalt het
aantal woningen toch de servicemoge
lijkheden. Bij zo'n 70 tot 80 woningen
kun je gaan denken aan een huismeester.
Maar we denken nog in kleinere eenhe
den, waarbij al vlug aan een gemeen
schappelijke wasvoorziening, ontspan
ningsruimte en ook gemeenschappelijke
logeerkamers kan worden gedacht. Het
is aan de groep senioren zelf om uit te
maken, wat men aan gemeenschappe
lijke voorzieningen wil hebben", zegt de
Van de Velde. „Die zijn al naar believen
uit te breiden. In zo'n gemeenschap kan
men ook veel voor elkaar betekenen."
De seniorenvereniging Breda is heel ge
mêleerd samengesteld. De helft bestaat
uit huisbezitters en de andere uit huur
ders. „Het is per se niet zo dat alleen
huisbezitters in aanmerking kunnen ko
men voor seniorenhuisvesting. We heb
ben het zelfs zo geregeld dat de senioren
tegen gunstige voorwaarden een hypo
theek kunnen krijgen. Voor de realise
ring van huisvesting hebben we in Breda
al verschillende plaatsen op het oog en
zijn daarover in onderhandeling met
wethouder Jetty Rattink en het gemeen
telijk Grondbedrijf. Als we grond heb
ben kan de eerste spade binnen een half
jaar in grond staan", aldus Van de Vel
de.
eze week zaten 30
mensen tussen 50 en 68 jaar in de
collegebanken van de Nijmeegse
universiteit. Ze doen mee aan de
eerste universitaire cursus voor
ouderen. Sommige deelnemers za
gen voor het eerst een universiteit
van binnen, voor anderen was het
heel lang geleden. De Gerard Brom
Stichting wil dat het academisch
onderwijs voor ouderen een vaste
plaats krijgt.
Door Kees BuIJs
„Heel wat oudere mensen twijfelen of ze
wel voldoende opleiding hebben om een
academische cursus te volgen. Ze zijn te
bescheiden. Want vaak hebben ze tijdens
hun leven heel veel bijgeleerd en grote
ervaring opgedaan."
Dat zegt J.B.H. Meyjes, de initiatief
nemer voor academisch onderwijs aan
ouderen in Nijmegen. Maandag begon
aan de Katholieke Universiteit de eerste
cursus met dertig deelnemers van vijftig
jaar en ouder: ongeveer evenveel vrou
wen als mannen. Er hadden zich tachtig
mensen aangemeld.
„Het zal voor cursisten en docenten
wennen zijn", zegt Meyjes. „Oudere cur
sisten slikken niet zomaar alles wat de
docent zegt. Ik hoop dat de deelnemers
de bijeenkomsten ook gaan gebruiken
om hun eigen ervaringen te spuien."
In acht bijeenkomsten dit voorjaar en
nog eens acht komend najaar houden ze
ven docenten van de vakgroepen sociolo
gie en beleids- en bestuurswetenschap
pen een verkenningstocht door de pro
blemen van deze tijd. Dat is niet alleen
leuk en boeiend, er moet ook aangepakt
worden. De deelnemers moeten twee
boeken bestuderen, hoorcolleges, werk
groepen en werkcolleges volgen en in
groepjes een (gezamenlijk) werkstuk
schrijven. Hun werkstukken moeten niet
in de la van een docent verdwijnen, maar
bijvoorbeeld uitmonden in een publika-
tie in krant of tijdschrift. Ook kunnen ze
aanleiding zijn tot een verdere gedach-
tenwisseling in organisaties van ouderen.
Begin volgend jaar kunnen cursisten
die dat willen een schriftelijke toets af
leggen. Bij goed gevolg ontvangen ze een
certificaat.
Sinds de aankondiging van de cursus in
de krant verscheen, stond de telefoon in
een kamer in het Erasmusgebouw van de
universiteit dagen lang roodgloeiend. De
reacties kwamen niet alleen uit Gelder
land, maar ook uit Deventer, Amster
dam en Leiden. „Een schot in de roos",
zeiden veel mensen die zich wilden opge
ven. „Hier hebben we zó lang op ge
wacht."
„Gisteren zei een van de opbellers, dat
zijn kinderen hem te dom vinden voor
zo'n academische cursus", zegt mevrouw
A.M.F. Daalderop, die veel werk voor de
cursus verzet; „juist zo iemand moet ko
men."
De deelnemers hoeven niet aan een
universiteit gestudeerd te hebben. Ze
moeten zich op grond van hun opleiding
of ervaring in staat voelen om universi
tair onderwijs te volgen. Uit telefoontjes
van mevrouw Daalderop met geïnteres
seerde ouderen die zich wilden aanmel
den, bleek dat een aantal van hen eerder
een deeltijdse opleiding aan de universi
teit heeft gevolgd. Anderen studeren aan
de Open Universiteit, maar missen het
persoonlijk contact met docenten en me
destudenten. Zij zien deze cursus als een
aanvulling op hun OU-studie. Volgens
Meyjes zien instellingen als de Volksuni
versiteit en de Open Universiteit zijn ini
tiatief niet als concurrerend.
Het academisch onderwijs voor oude
ren is een initiatief van de Gerard Brom
Stichting. Zij is genoemd naar een van
de eerste hoogleraren aan de KU, die
mede door zijn toedoen werd opgericht.
Aanvankelijk ging het niet eenvoudig.
„Ik ben doorgegaan", zegt Meyjes, „van
wege de geweldige vergrijzing van de sa
menleving, die ons te wachten staat. En
omdat mensen op steeds jongere leeftijd
het arbeidsproces verlaten. Kijk maar
naar de universiteit hier. Zelfs vanaf hun
vijftigste gaan medewerkers eruit, aange
moedigd door minister Deetmans sociale
beleidskader. Maar dan? Veel ouderen
komen in een gat terecht, terwijl ze juist
graag nog ergens de tanden in willen zet
ten."
Meyjes vindt het jammer dat veel
mensen na hun werk zo wegzakken, ter
wijl ze er juist nog volop bij horen. „We
hebben nog wat te zeggen, en niet alleen
thuis." Aan die mondigheid in de samen
leving kan de cursus iets doen. En wat
voor sommige cursisten ook belangrijk
is: ze kunnen beter praten met hun kin
deren.
Waarom een cursus alleen voor ouderen?
Meyjes: „Veel ouderen hebben een
grote achterstand in hun onderwijs opge
lopen. Tot kort na de oorlog waren er
onvoldoende mogelijkheden om te gaan
studeren. Juist deze groep willen we een
kans geven."
Een andere mogelijkheid is: ouderen
en jongeren samen in het academisch on
derwijs. Dit gebeurt onder meer in West-
duitsland. „Maar wil je ook aan sociale
contacten doen, dan kun je beter alleen
ouderen hebben. Anders zijn de tegen
stellingen te groot. Het klikt vaak niet
tussen oudere en jongere studenten. Je
ziet het in de collegezaal en in de kanti
ne."
Met de nu begonnen eerste cursus wil
men ervaring opdoen. De vijftig mensen
voor wie geen plaats is, zijn op een
wachtlijst gezet. Misschien wordt de cur
sus dit najaar herhaald. Ook denkt men
aan cursussen over andere onderwerpen.
Een peiling van de meningen gaf een
grote belangstelling te zien voor wijsbe
geerte en geschiedenis. Een enkeling gaf
als interesse biotechnologie op.
In de toekomst hoeven het niet alleen
welwillende docenten te zijn die beden
ken welk onderwerp zij voor ouderen
zullen behandelen. Ouderen kunnen ook
studiekringen vormen, die zelf onderwijs
in een bepaald onderwerp vragen. In
Groot-Brittannië is men al zo ver, dat
colleges helemaal door en voor ouderen
gegeven worden.
In Groningen is men al twee jaar bezig
met academische cursussen voor oude
ren. Rotterdam begint in de loop van dit
jaar vier cursussen en vier lezingencycli
voor ouderen. Meyjes heeft contact met
deze universiteiten, onder meer om sa
men te zoeken naar een financiële basis
om dit onderwijs te kunnen blijven ge
ven.
„Docenten willen best meewerken",
zegt Meyjes, „maar vanwege de inkrim
ping van de universiteit kunnen ze hun
eigen onderwijs en onderzoek vaak nau
welijks aan. Daarom hopen we geld bij
een te krijgen om hen te kunnen betalen,
als vorm van contractonderwijs."
In de proefperiode van drie jaar gaat
de Gerard Brom Stichting instellingen
vragen geld in het onderwijs voor oude
ren te steken. „Misschien zeggen we over
een tijdje met andere universiteiten tegen
minister Deetman: stelt u maar geld be
schikbaar, want dit behoort volgens ons
tot het gewone onderwijsaanbod. En mi
nister Brinkman vragen we hetzelfde,
omdat het studeren van ouderen waar
schijnlijk hun gezondheid ten goede
komt. In het kader van het flankerend
beleid mogen het ministerie van WVC,
de provincie en de gemeente best over de
brug komen."
De Gerard Brom Stichting, Erasinusplein 1, kamer
3.07, 6525 GG Nijmegen, is telefonisch bereikbaar
op dinsdag tot en met vrijdag van een tot drie uun
080-515906.