DE STEM WETENSCHAP KAN VERSCHIJNINGEN NIET VERKLAREN HOBB MILJOE aria-verschijningen?! Zondag werd het in het Italiaanse Pescara maar weer eens be wezen, nietwaar. De 33-jarige Maria Fioritti zegt al maanden lang elke woensdag op de heuvel Montesil- vano visioenen van Maria te krijgen. Ze deelt de we reld mee dat de H. Maagd op zondag 28 februari tus sen twaalf uur en half twee 's middags op de Montesil- vano zal verschijnen. Voor maar liefst 20.000 mensen uit Italië en ver daarbuiten blijkt de voorspelling reden genoeg om naar de Montesilvano te trekken. Beelden van de menigte zondagavond in het late tv-journaal. Met zijn allen staren ze aan de voet van een kruisbeeld, tijdenlang in de zon. Zonnevlekken zien ze en niks meer, Maar de plaatselijke middenstand en het hotel wezen hebben een paar gouden dagen. En daarmee is het voor „moderne" mensen weer eens bewezen: verschijningen zijn verzinsels, waanbeelden van geestelijk gestoorden. Maar ze zijn ook goede handel: slimme jongens weten er goed aan te verdienen. Zes zieners ZATERDAG IJ T}E SlT 5 MAART 1988141 Onderzoeken Ziektebeeld Bewustzijn Normaal en gezond k< Niet paranormaal kwam in zijn eigei Hornby op een gen lijker zijn grote hob beoefenen. Hij ontv verschillende lengte hem verdiepten gen reld dankzij zijn ui hun technische Speelgoedmuseum stelling aan wat uitg besteding van vade middagje nostalgie. Door Jan Bouwman» Wat een merkwaardig toeval dat vier da gen na de stunt op de Montesilvano van net fenomeen 'verschijningen' een weten schappelijke analyse werd gepresenteerd. In dit geval door de Tilburgse hoogleraar godsdienstpsychologie prof. dr. J. Wei- ma, die donderdag 3 maart afscheid nam van de Theologische Faculteit Tilburg. Zijn openbaar afscheidscollege ging spe cifiek over 'De verschijningen van Med- jugoije'. Dit is een gehucht in Joegosla vië, gelegen in de buurt van de stad Mos- tar in het zuiden van de deelrepubliek Kroatië. Sinds juni 1981 zou de Maagd Maria daar regelmatig verschijnen aan zes kinderen. Als wetenschapper ging het Weima in zijn afscheidscollege natuurlijk om de vraag of voor deze verschijningen een (godsdienstjpsychologische verklaring te geven is en hoe die dan luidt. Is het be drog, zijn het hallucinaties, is het sugges tie, projectie of telepathie Of schieten al deze psychologische verklaringen toch te kort en kunnen althans psycologie en i psychiatrie over Medjugoije alleen maar chappelij' baar? zeggen: wetenschappelijk onverklaar- Mensen die alle verschijningen zonder meer als flauwe kul afdoen, vinden bij de wetenschap geen begrip. Aan de andere kant, zegt Weima, zal de wetenschap nooit in staat zijn het bewijs te leveren voor een bovennatuurlijke oorsprong van een verschijnsel als verschijningen. „De wetenschap kan hoogstens constate ren dat de betreffende verschijnselen bij de huidige stand van de wetenschappe lijke kennis niet kunnen worden ver klaard." De meeste „moderne" mensen zijn er inderdaad rotsvast van overtuigd dat we tenschappelijke onvermogen iets tijde lijks is. Ze hebben het vaste geloof dat alles op aarde wetenschappelijk te ver klaren is en dat de wetenschap daarin ook eenmaal zal slagen. Hoewel, anno 1988 heeft dit geloof in de wetenschap ook deuken opgelopen. Dat prikkelt mis schien des te meer de nieuwsgierigheid naar wat de huidige stand van de psy chiatrisch/psychologische wetenschap dan wel te zeggen heeft over 'Medjugor je'. Want dat daar de afgelopen jaren merkwaardige dingen zijn gebeurd, kan niemand die van de feiten kennis neemt, meer ontkennen. Eerst iets over Medjugoije. Het is begon nen op 24 juni 1981. Weima vat de feiten als volgt samen: „De 24e juni maken twee meisjes een wandeling in het rond Medjugorje gelegen heuvelachtige land schap. Tijdens deze wandeling menen zij een verschijning te zien die zij identifice ren met de maagd Maria. Later voegen zich een aantal andere jongens en meis jes bij hen die zeggen eveneens de ver schijning waar te nemen. Het ging hier om jongeren in de leeftijdsgroep van 10 tot 20 jaar. De volgende dag besluit een aantal van hen om opnieuw naar de heu vel te gaan. Het was op deze tweede dag dat zich een groep van zes zieners vorm de: vier van de kinderen die ook de eer ste dag de verschijning hadden gezien en twee die zich de tweede dag bij hen had den gevoegd. Behalve deze zes kinderen waren er op deze tweede dag meer perso- die bij zondere verschijnselen waarnamen, zoals nen, ook volwassenen, aanwezig een lichtschijnsel dat de komst van de verschijning vergezelde." De gebeurtenissen doen zich niet een paar keer in 1981 voor, maar gedurende een reeks van jaren. En daarbij gaat het niet alleen om verschijningen, maar ook om andere merkwaardige fenomenen zo als lichtverschijnselen, gebeurtenissen aan de hemel (het befaamde zonnewon der) en plotselinge genezingen. Weima's positie ten aanzien van deze gegevens: „Hoewel het bijzonder moeilijk is de be trouwbaarheid van de talloze ooggetui geverslagen exact vast te stellen, is het anderzijds niet mogelijk geheel voorbij te gaan aan de vele getuigenissen, vooral ook van de bewoners van de streek rond Prof. dr. J. Wefma: overeenkomsten tussen Fatima en Medjugorje. Twee van de zes kinderen van Medjugorje wachten op een volgende verschijning - FOTO GAMMA I Raadselen in Medjugorje Medjugorje, over de gebeurtenissen die zich vooral in de begintijd hebben voor gedaan." Men kan met andere woorden m alle redelijkheid niet doen alsof in Medjiigorje niets is voorgevallen. Medische en psychologische onderzoe kers hebben zich intussen over Medju gorje gebogen. Onder meer een heel on derzoeksteam van de universiteit van Montpellier (Zuid-Frankrijk). Weten schappelijk materiaal is derhalve voor handen. Weima waagde zich in zijn af scheidscollege aan een eerste psychologi sche evaluatie van dit materiaal. Twee vragen stonden centraal. Ten eerste: is Medjugoije bedrog; zien de kinderen werkelijk een verschijning of doen ze maar alsof Ten tweede: hehben we wel licht te maken met hallucinaties Bedrog. Wanneer kan men er weten schappelijk zeker van zijn dat kinderen niet „bedriegen". Kinderen in de leeftijd van 10 tot 20 jaar kunnen immers „lie gen alsof het gedrukt staat". Dat wil zeg gen, bij kinderen vloeit waarheid en ver beelding heel makkelijk in elkaar over. Dat is ook een van de problemen ge weest in de kwestie Oude Pekela. De juistere vraag is dan ook of in het geval Medjugorje sprake is van een zekere mate van opzettelijke en bewuste mislei ding Deze vraag heeft direct verband, betoogde Weima, met de vraag of men in Medjugoije te maken heeft met halluci naties Deze vraag beantwoorden is te vens het antwoord op bedrog of niet. Maar wat zijn precies hallucinaties? Ook deskundigen zijn het er allerminst over eens wat daaronder verstaan moet worden. Vreemd genoeg, aldus Weima, is van psychiatrische en psychologische zijde veel studie gemaakt van hallucina tie, maar is de kennis ervan nog heel slecht gefundeerd en vertoont de theorie ervan nog talloze leemten. Twee defini ties zijn mogelijk, een ruime en een enge. De ruimte definitie verstaat onder hallu cinaties alle mogelijke soorten waarne- FOTO JAN VAN VEEN mingen die niet voor derden toegankelijk zijn; men ziet, hoort, voelt iets dat voor een ander niet zichtbaar, hoorbaar, tast baar is. Zo omschreven vallen onder hal lucinaties droombeelden, fantasiebeel den, herinneringsbeelden, maar ook beelden die zich voordoen onder invloed van drugs of alcohol, in perioden van spanning, bij bepaalde geestesstoornis sen of bij bepaalde organische afwijkin gen. Volgens de enge definitie is hallucinatie een ziektebeeld, waarbij de geest niet he lemaal in orde is. Bij de ruimte definitie wordt dus niet bij voorbaat uitgegaan van het ziekelijke (pathologische) karak ter van gehallucineerde waarnemingen: dromen zijn volstrekt normaal. Maar om van 'gezonde' hallucinaties te kunnen spreken, zijn twee andere kenmerken van bijkomend groot gewicht. Ten eer ste: degene die hallucinaties heeft, droomt niet, is niet buiten bewustzijn, maar zich integendeel heel sterk bewust van de werkelijkheid om hem/haar heen. En hij/zij zal de hallucinatie ontkennen; dat wil zeggen, hij/zij zal volhouden heel goed te weten of hij/zij wel of niet fanta seert. Het tweede kenmerk is dat halluci naties strikt persoonsgebonden zijn. Het is uitsluitend een individuele aangelegen heid; hallucinatie in groepsverband be staat niet. Is met dit gangbare hallucinatie-model Medjugoije te verklaren Niet alleen Medjugorje overigens, want in hetzelfde rijtje plaatst Weima ook La Salette, Pontmain, Lourdes, Fatima, Banneux en Beauraing. Dit zijn zes plaatsen waar Maria verschenen is c.q. zou zijn, en waarvan de verschijningen door de R.K.Kerk officieel zijn erkend. Het we tenschappelijke verschil tussen deze zes en Medjugorje is volgens Weima, dat het materiaal over deze zes historisch welis waar betrouwbaar is, maar toch weinig inzicht geeft in psychiatrische en psycho logische vragen over hallucinaties, om dat die in die tijd de onderzoekstechnie ken ervoor niet bestonden. Nu wel en dat maakt Medjugorje -overigens door de kerk niet erkend- wetenschappelijk interessant. Met welke hallucinaties hebben we in Medjugorje te maken volgens Weima? Met dezelfde als in vooral Fatima en La Salette het geval lijkt te zijn geweest: collectieve halluci naties. Die echter volgens het model niet kunnen bestaan. Weima benadrukt wel het volgende: „Dat hier inderdaad van hallucinaties sprake is, kan niet worden ontkend, maar alleen op voorwaarde dat we uitgaan van de ruime definitie van hallucinatie: waarneming van een werke lijkheid die niet met anderen, althans niet met anderen dan de zieners, kan worden gedeeld. Deze definitie sluit de mogelijkheid dat het in Medjugorje gaat om een authentieke verschijning, niet uit. Maar aangezien deze mogelijkheid wetenschappelijk niet kan worden bewe zen, laat de wetenschap deze mogelijk heid buiten beschouwing." Bij de zés kinderen van Medjugorje gin gen de hallucinaties (verschijningen) ge paard met een zeer grote mate van wer- kelijkheidsbewustzijn. Het overtrof in elk geval duidelijk het bewustzijn van een hallucinerende patiënt die de moge lijkheid weinig serieus neemt dat ook zijn psychiater deel heeft aan de door hem waargenomen werkelijkheid. Wei ma: „Ivanka, het meisje dat de verschij ning het eerst waarneemt, twijfelt er niet aan dat datgene wat zij ziet, ook zicht baar is voor anderen. Zij roept haar vriendin Miijana bij zich om haar te la ten zien wat zij ziet. En beide meisjes ha len er vervolgens andere getuigen bij die eveneens zien wat zij zien. Zij allen zien een vrouwelijke persoon, op een be- aaide en voor allen gelijke wijze ge leed, die glimlacht en waarmee, zoals de tweede dag blijkt, op een normale wijze kan worden gepraat." „Wel blijkt de tweede en vooral de derde dag dat niet alle aanwezigen zien, wat de kinderen zien. Het zien beperkt zich, overigens met enkele interessante toekomstige uitzonderingen, in feite tot de kinderen. Wel zichtbaar, ook voor vele volwassenen, is het licht dat de ver schijning vergezelt. Dit licht dat vanaf een grote afstand kan worden waargeno men, trekt nieuwsgierigen aan uit een groot gebied van de streek. Het gevolg hiervan is dat op de derde dag naar schatting 2000 tot 3000 mensen aanwe zig zijn. Maar het zijn slechts de zes kin deren die op de tweede dag aanwezig waren, die de verschijning zelf op de derde dag zien." Duidt wat de kinderen zeggen gezien en beleefd te hebben, op ziekelijkheid? Het eerste psychiatrische onderzoek wordt op last van de politionele autoriteiten in gesteld. Uitslag: de kinderen zijn nor maal, psychisch gezond en in goede li chamelijke conditie. Hun gezondheids toestand zal nog veel keren worden on derzocht en steeds is het resultaat posi tief. Prof. Weima trekt daarom als eerste conclusie dat bij de zieners van Medju goije geen sprake is van ziekelijke, wel van authentieke extases. Onomstotelijk staat vast dat van simulatie of bedrog bij de kinderen geen sprake is. Wat dan te denken van de zoge naamde collectieve hallucinaties? Zou soms gesproken moeten worden van sug gestie? Zo'n verklaring is ontoereikend, stelt Weima: „De hallucinaties waarvan in Medjugorje sprake is, zijn namelijk niet slechts collectief in de zin dat er meerdere individuen bij betrokken zijn, ze vallen ook op door de volstrekte ge lijktijdigheid van de reacties op datgene wat de zieners zeggen waar te nemen." Juist die volstrekt gelijktijdigheid van de verschillende individuele reacties op de komst, de aanwezigheid en het ver trek van de verschijning, op een vijfde seconde nauwkeurig, is elke onderzoeker opgevallen. Zoveel is wetenschappelijk zeker: de waarneming van de zieners heeft niet de kenmerken van een nor male waarneming, maar moet een andere vorm van objectieve waarneming zijn die met behulp van de toegepaste tests niet nader kan worden omschreven. Maar die door deze tests evenmin wordt uitgeslo ten. De gelijktijdige reacties moeten door iets zijn veroorzaakt. Door wat? Weima: „We weten het niet. Misschien zouden we voorlopig kunnen spreken van een onbekende factor, die visioenen veroor zaakt. Daar het hier om visioenen gaat die tot stand komen binnen de psyche van elk van de zieners afzonderlijk, moet deze onbekende factor' buiten het li chaam van de zieners gelegen zijn. Tenzij men zijn toevlucht wil nemen tot de teli] pathie-hypothese." Maar ook telepathie als verklai houdt geen stand. Want een van de ziil ners zou dan telepathische gaven moeial hebben en daarmee de visioenen en exit! ses bij allen tegelijk in gang moeten zei ten. Welnu, Geen enkele van de zes zisf ners is altijd bij de extases van de and» ren aanwezig geweest. De visioenen d den zich voor, onverschillig welke ziet aan- of afwezig was. Uit nader onderzoek is bovendien gebltl ken dat geen van de zieners paranormail begaafd is. Weima: „Paranormale gavetl zo ze al bestaan, zijn uiterst schaars. bi veronderstelling dat zes paranormaal bel gaafde personen, alle aanwezig in de o streken van het dorpje Medjugorje, e aar bij toeval getroffen zouden hebb kan niet serieus worden genomen. Evetl min kan men veronderstellen dat de kill deren, om hun bedrog niet aan het liclil te doen komen, gebruik maken van g raffineerde trucs." Dan kan men alleen nog zijn toevluclll nemen tot een complot-theorie. Die Mil dat er een complot bestond tussen kindal jen en onderzoekers en dat de laatsl«| de uitkomsten van hun onderzoek 1 ben vervalst. Deze theorie is volgem| Weima om verschillende redenen i loofwaardig, maar hij gaat daar niet ml der op in. De wetenschap van de psychologul kan uit dit alles hoogstens de conclus trekken dat het ontstaan van de bette fende visioenen en de wijze waarop I worden veroorzaakt, volstrekt onduidt| lijk is. „Wanneer wij echter uitgaan", al dus prof. Weima, „van de gangbare o( vattingen over hallucinaties en van i kenmerken die hieraan meestal wordt toegekend, dan blijft het uiteraard mog lijk om van hallucinaties te spreken Maar dan hebben wij wel te maken t een soort van hallucinaties, waarover» tenschappelijk tot nu toe niets bekend en die zich lijkt te onttrekken aan iedt" mogelijkheid van wetenschappelijke b nadering." Als de wetenschap ten principalt nooit een bovennatuurlijke oorspro»! kan aantonen, wat stelt ze dan ova Medjugoije wel vast Weima's slotsom: „Wat tot op zekeri hoogte wel wetenschappelijk kan words vastgesteld, is dat er een bijzondere grol mate van overeenkomst - een overeet komst in verschijnselen - aanwezig tussen de gebeurtenissen in bijvoorbei1 Fatima en Medjugoije. Voor zover dit moment wetenschappelijk kan wol' den nagegaan, hebben we hier te maks| met eenzelfde categorie van verschijn' len; dat wil zeggen, met een soort vf schijnselen waarvan met een zeer hog mate van waarschijnlijkheid mag wordsl vermoed dat zij op dezelfde manier zij'P ontstaan." Een slappe slotsom? Hij kan zo»' 'wetenschappelijke gelovigen' als god' dienstige gelovigen teleurstellen, wa»| neer men duidehjk uitsluitsel wenst krijgen. De huidige stand van de chiatrisch/psychologische wetensc komt echter niet verder dan de erke» ning dat zich in Medjugoije feiten 1 ben voorgedaan die wetenschapp niet te plaatsen zijn. De feiten liggf echter en wie die wil afdoen met maal flauwekul', vindt de moderne tenschap niet aan zijn/haar zijde. Door Frans Boogaard Meteen aan de ingang rijst een n manshoge, levensechte Eiffeltc Trots wijst de spits naar omhoog als in het Parijse exemplaar zijn van de vier poten liftcabines bracht, die in een hoek van onge' tig graden op en neer kunnen. De Eiffeltoren, een van de blil op de tentoonstelling 'Meccano v tot 1987' in het Speelgoedmuse Mechelen, is het visitekaartje enige nog bestaande Meccano die van Marc Rebibo in het Frs lais. „Rebibo", zegt mede-beheerd Wellens van het Speelgoedmuse een man die nog steeds gelooft ii voedkundige kwaliteiten van V Tegen de stroom in is hij blijver ceren". Wellens (33), die een enthousi: is in het bijna zes jaar oude mus zich in zijn soort als een der gro- wereld aanprijst, heeft veel tijd in de voorbereiding van de tent ling. Maar de resultaten, ook qu kertal, zijn er dan ook naar. „In tal van landen bestaan no Meccano-gildes, waarvan de let elkaar contact onderhouden. D sen komen nu hierheen. Maar ni gaat de belangstelling veel ven die harde kern. Want plotseling er ook allemaal vaders op die hu ren meetronen en trots zeggen: '2 daar heb ik nog mee gespeeld', herkenbaar, roept allerlei herinx op. Buiten de Meccano-opstelli ben we, verderop in het museu nog een paar Lego-projecten. D hele leuke vergelijkingen. Wai ouderen is Lego de Meccano var 'dJtT z»ker van dat mijn doen. Of vind JIJ van wel?

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 34