'LITERATUURGESCHIEDENIS' VAN VICTORINE HEFTING
KiND'BRPcPFN
Hoe groter geest,
hoe groter beest
'Het smalle pad' alleen interessant voor de schakers
Philip Roth en Nathan Zuckerman
spelen spel met de werkelijkheid
Liedjes van verlangen
Stuur je pe;
naar de Kir
DE STEM BOEKENGIDS ZATERDAG 27 FEBRUAR11988
JAN TIMMAN OP DE LANGE WEG NAAR DE WERELDTITEL
Bitter
Schrijven
Voetnoten
Kapitein
Grootvader
w-'"
DE STEM GIDS 3
VERSCHENEN
Kleine invulhok!
Suske en Wiske:
Hambone
G2
Door Hans Rooseboom
WIE altijd al gedacht heeft
dat kunstenaars en intellec
tuelen niet deugen, zal bij
de mémoires van Victorine
Hefting zijn vingers aflik
ken.
Hefting (geboren in 1905, en
van 1947-1950 directeur van het
Haagse Gemeentemuseum)
heeft in haar welgevulde leven
van de kant van de heren kun
stenaars en geleerden alles te
verduren gehad.
Drank, ongewenste intimi
teiten, vreemdgaan, hoerenlo-
perij, liegen en bedriegen,
klaploperij, machistisch ego
centrisme, sadisme, ja zelfs
aanslagen op haar leven: Vic
torine Hefting is weinig be
spaard gebleven.
Zij was van 1950 tot 1964 ge
trouwd met de bekende uitge
ver Bert Bakker, en de vuile
was die zij over dat huwelijk
wenst buiten te hangen liegt er
niet om. Maar ook over de vele
dichters die zij goed gekend
heeft weet zij hele waslijsten
van onwelriekende voorvallen
te vermeldea
Ontmythologisering van
Neerlands dichtervorsten: zo
kun je deze gedenkschriften op
z'n minst wel noemen. Hoewel
hier direct gezegd moet worden
dat Victorine Hefting zich niet
alleen tot een 'chronique scan-
daleuse' beperkt Het zijn ten
slotte haar mémoires, herinne
ringen aan haar hele leven.
Haar jeugd, studietijd, rei
zen, carrière in het museum
wezen en de verhouding met
haar dochter zijn echter veel
minder interessant dan de bio-
grafica van onze nationale bar
den. Die (nogal wijdlopige) epi-
Victorine Hefting vertelt haar verhaal aan (haar kleindochter) Nienke Begemann.
V.l.n.r. Beft Bakker (de echtgenoot van Victorine), Jacques
'Bloem en Adriaan Roland Holst.
- FOTO'S BERT BAKKER
dedeling dat Gerrit Achterberg
daar in een verregaande staat
van dronkenschap verkeerde
en alleen door Bert Bakker ge
haald wilde worden". Verder
vertelt Victorine dat zij eigen
lijk altijd bang voor Achter
berg was, aangezien hij ooit
een moord had gepleegd, en
uiterst agressief kon zijn.
Adriaan Roland Holst, een
veelvuldige gast in huize Bak-
ker-Hefting, kon zij niet luch
ten of zien. „Dat hij 'de prins
der dichters' werd genoemd,
had meer te maken met zijn al
lure, de manier waarop hij met
zijn wandelstok omging, de
jakjes die hij droeg en de vrou
wen die hij versierde, dan met
de kwaliteit van het overgrote
deel van zijn werk. Hij had
voortdurend de mond vol over
zijn goede afkomst ...Ik ben
bang dat Jany's hele emotio
nele leven bestond uit pogingen
om bij de dochter van de smid
naar .binnen te klimmen en
daarfeen sierlijke avond te ma-
soden geven weliswaar een
heel beeld van het Nederlandse
cultuurleven van de jaren
twintig tot in de jaren zestig,
maar je veert pas op als er
weer zo'n smeuiïg verhaal
wordt opgedist uit die goeie
ouwe tijd, waarin de heren der
schepping het nog onbeperkt
voor het zeggen meenden te
hebben op het stuk van vrou
wen.
Vandaar hier maar een
kleine bloemlezing uit Victo
rine Heftings bijdrage aan de
Nederlandse literatuurgeschie
denis.
De passage die zij wijdt aan
Gerrit Achterberg begint met
een zin die typerend is voor het
hele boek. „Dit is niet de plaats
om uitvoerig op Achterbergs
dichtkunst in te gaan, maar
over de persoonlijke omgang
met hem is het misschien nut
tig iets mede te delen. Een tijd
lang, in het begin van de jaren
vijftig, werd er zeer regelmatig
's nachts om drie uur opgebeld
vanuit Amsterdam met de me-
ken, en het die mensen nog ge
weldig te laten vinden ook".
De dichter J. C. (Jacques)
Bloem, hoewel meester in de
rechten, verdiende geen cent
Hij was „onbeschrijflijk lui".
Hij had nooit geld om zijn eigen
veij aardag te vieren, dus die
vierde hij bij Bert en Victorine
Bakker. Die hielden elk jaar
een collecte onder een aantal
vrienden. De opbrengst werd
Bloem dan onder couvert aan
geboden. Bij een zo'n gelegen
heid maakte Bloem de envelop
onmiddellijk open, keek erin en
sprak: „Nou, dat valt me niet
mee". Er zat 700 gulden in.
„Op de dag dat Bloem de
Huygensprijs in ontvangst
moest nemen, was hij zo dron
ken dat hij er niet naar toe
kon".
De hoofdrol in de mémoires
van Victorine Hefting speelt
haar tweede echtgenoot Bert
Bakker, directeur van een uit
geverij van standing en oprich-,
ter van het tijdschrift 'Maat
staf. Hij had bovendien de
naam een prominente rol te
hebben gespeeld in het verzet
Maar Bert Bakkers rol in het
verzet wordt wel enigszins ge
relativeerd. „Op het laatste",
schrijft Victorine, „werd hij
onbetrouwbaar geacht omdat
hij dingen losliet als hij ge
dronken had, wat hoe langer
hoe meer gebeurde - waarbij
niet vergeten moet worden dat
de illegaliteit vanuit Engeland
van jenever werd voorzien. En
hoe men ook geprobeerd heeft
hem van de drank af te helpen,
ik kan getuigen dat dat een
voudig niet ging. Hij had als
patiënt behandeld moeten wor
den en in de oorlog was daar al
helemaal geen sprake van".
Geen détail gaat Victorine te
ver. „Hij commandeerde me
liefst naar alle richtingen en
was altijd uitermate manne
lijk, ondanks het feit dat hij,
toen we ongeveer een week ge
trouwd waren, impotent was
geworden en me vertelde dat
hij bij een arts was geweest die
hem had gezegd dat dit kwam
door de spanningen van de oor
log en door het vele drinken. De
volgende vijftien jaar heeft hij
me niet meer aangeraakt en
heb ik uit solidariteit ook alle
avances van anderen afgesla
gen". Het weerhield Bert Bak
ker er niet van prostituees te
bezoeken.
Geld voor het hoerenlopen
had hij eigenlijk niet, maar
Victorine wel. Naar later uit
kwam, maakte Bert Bakker
200.000 gulden van Victorines
geld op. „Bert was een briljante
leugenaar en door zijn fabel
achtige geheugen kon hij alles
met alles dekken. De psychia
ter professor Plokker noemde
hem een psychopaat".
Tijdens een vakantie met
Bert Bakker in Frankrijk gaat
Victorine op een gegeven mo
ment naar haar hotelbed. Bert
Bakker blijft beneden in de
lounge doordrinken met een
groep andere gasten. Hij valt
uren later volslagen dronken
op zijn bed. Bij het afrekenen
de volgende ochtend krijgt Vic
torine de rekening gepresen
teerd: Bert Bakker heeft hon
derdtachtig (180) glazen calva
dos ƒ5,50 op rekening laten
zetten...
Toen zij een week in Veere
zat te werken aan een manus
cript (voor de uitgeverij) orga
niseerde Bert in Den Haag een
'hoerenfeestje'. Al het tafelzil
ver werd daarbij gestolen. Uit
eindelijk kreeg Bakker als ge
volg van veelvuldige aanhou
dingen wegens dronken rijden
met de justitie te maken. Het
huwelijk liep uit op een schei
ding.
En zo gaat het maar door.
Het wordt niet helemaal duide
lijk waarom Victorine Hefting
deze onverkwikkelijke ge
schiedenissen zo graag kwijt
wil. De gedichten van Bloem en
Achterberg worden er in ieder
geval niet minder van, en het
goede werk van Bert Bakker
ook niet
Nienke Begemann: 'Victorine'.
Ultg. Bert Bakker, prijs 39,90.
Door Peter Schouten
„NIET alle schrijvers kunnen schaken. Maar vrijwel alle
schakers kunnen schrijven. Lees de wonderschone belle-
trie van Jan-Hein Donner. Kijk naar de columns, die
Nederlandse schakers hebben in de diverse dag- en
weekbladen. Om van te smullen".
Die vriendelijke woorden zijn
van de Amsterdamse burge
meester Ed van Thijn, die vo
rige week in theater de Balie
het eerste exemplaar van Jan
Timmans nieuwe boek 'Het
smalle pad' aan de auteur zelf
mocht uitreiken.
In 'Het smalle pad' be
schrijft Timman de strijd, die
hij als 20-jarige in 1972 in
Finland tijdens zijn eerste zo
ne-toernooi begon en die uit
eindelijk bekroond moet wor
den met het wereldkam
pioenschap. Zo die bekroning
er al ooit van komen zal.
Want Jan Timman mag op dit
moment dan de 'sterkste
grootmeester van het weste
lijk halfrond' zijn, vóór hem
prijken op de wereldranglijst
nog altijd de giganten Kaspa
rov en Karpov. En het is maar
de vraag of het natuurtalent
Timman ooit in staat zal zijn
om die twee haast bovenna
tuurlijke Russische schaak
machines te verslaan.
Iets van het gevoel van de
held, die een onmogelijke
strijd aangaat met de ele
menten, mogen we proeven in
het slothoofdstuk van 'Het
smalle pad'. Het boek eindigt
namelijk met de vernieti
gende nederlaag (de auteur
zelf noemt het de 'vernede
rende nederlaag') in januari
'86 in Tilburg in de halve fi
nale van het vorige kandida
tentoernooi tegen Joesoepov.
Timman: „Juist door alle ge
beurtenissen de revue te laten
passeren ben ik er geleidelijk
aan in geslaagd het bitter van
de nederlaag kwijt te raken".
Een alinea verder ripos
teert hij zoals het een strijd
lustig schaker betaamt: „Het
abrupte einde van '86 mar
keerde geen natuurlijke
grens aan mijn vermogens.
Het pad moet verder reiken.
Al moet ik in een houten
tobbe een waterval trotseren,
zelfs dan zal ik met de tot de
tanden gewapende inboorlin
gen die beneden wachten de
strijd aanbinden. Mocht ik
hen overwinnen, dan zal ik
een vervolg op dit boek
schrijven".
Jan Timman lijkt het bitter
van '86 al aardig te hebben
weggeslikt Nog vóór zijn
boek ter perse ging, versloeg
hij in het Canadese St John
in de jongste cyclus naar de
wereldtitel de Rus Salov en
plaatste hij zich voor de
kwartfinales. Joesoepov, zijn
angstgegner, heeft hij op de
wereldranglijst intussen ver
achter zich gelaten.
Terug naar de lovende woor-
Jan Timman.
den van Ed van Thijn. Tim
man kan schaken. Timman
kan zelfs uitstekend schaken.
Maar kan hij ook schrijven?
Ik wil niet zo aanmatigend
- foto archief de stem
zijn om op die vraag een on
aanvechtbaar antwoord te
geven. Per slot van rekening
is bij de beoordeling van de
literaire kwaliteit van een
na ,n
boek ook nog zoiets in het ge
ding als de smaak.
Wél durf ik beweren dat
'Het smalle pad' mij van het
begin tot het eind geboeid
heeft. Maar dat kan te maken
hebben met het feit dat ik
mijzelf reken tot de volgelin
gen van Caïssa. Ik schaak (op
een uiterst bescheiden ni
veau!) en wil graag nog iets
leren. Bijgevolg verdiep ik
mij graag in de analyses van
wereldpartijen. En toch zeker
in de analyses van Jan Tim
man, wiens secure en objec
tieve werk zelfs de aller
grootste waardering van de
Russen geniet
'Oom Jan leert zijn neefje
schaken', ooit door prof. dr.
Max Euwe geschreven, is een
standaardwerk dat op het re
pertoire van elke beginnende
schaker staat, waar ook ter
wereld. Ik heb het verhaal
van Oom Jan en zijn neefje
destijds ook met rode oortjes
gelezen. Niet omdat het een
boeiend literair werkje was,
maar omdat de schaak-didact
Euwe je als beginneling bij de
hand nam om je langs de dui
zelingwekkende mogelijkhe
den van het eeuwenoude spel
te voeren.
Dat brengt ons bij het ka
rakter van 'Het smalle pad'.
Timmans boek is, het zij toe
gegeven, het heroïsche ver
haal van vijftien jaren
schaakstrijd op het aller
hoogste niveau. Maar dat
spannende verhaal wordt
toch vooral verteld in het sja
bloon van de 64 zwarte en
witte velden. Het gaat om de
zetten. Timmans persoonlijke
ontboezemingen, zijn voort
durend wankelen tussen de
diepste vertwijfeling en de
roes van de overwinning, zijn
voortgang op het doornige
pad waarop volgens Donner
niets zo weUg tiert als het bit
tere kruid van de ontgooche
ling, wordt grotendeels ver
teld in de 'geheimcode' van de
schaaknotatie: 19. Lc2:, Pa2+
20. Kbl, Da3: 21. b3, Tb3:+ 22.
Lb3:, Db3:+ 23. Kal, Pc3??ü
Je moet zelf schaken of ge
schaakt hebben, je moet de
teleurstellingen van een in
één ondoordacht moment vol
ledig weggesmeten stelling
kennen, je moet de psycholo
gie achter de schaaknotatie
kunnen ontcijferen om 'Het
smalle pad' ten volle te kun
nen waarderen. Timman le
vert in zijn laatste boek uiter
aard ook nog vele bladzijden
'gewoon proza'. Maar feitelijk
kunnen die toch beschouwd
worden als literaire voetno
ten bij de hoofdschotel: ana
lyses van tientallen wonder
schone partijen.
'Het smalle pad' is met an
dere woorden een boek dat de
niet-schakers maar beter bij
de boekhandel kunnen laten
liggen. Of ze moeten het ten
geschenke willen geven aan
een schakende vriend of
vriendin. Want die zijn daar
mee erg gelukkig te maken.
Jan Timman: 'Het smalle
pad'. Ervaringen met het we
reldkampioenschap. Ultg.
Bert Bakker, prijs 29,90.
Door Dirk Vellenga
VOOR de vijfde maal
schrijft Philip Roth over
zijn romanheld Nathan
Zuckerman, die schepper
van schandalige romans
waarin hij zijn ouders en
het hele jodendom door het
slijk haalde. Maar het bij
zondere aan 'Het contrale
ven' ('The Counterlife') is
dat de verbeelding van Roth
en Zuckerman door elkaar
lopen en de lezer voortdu
rend met de ogen knippert
en verschillende keren moet
constateren dat er een heel
ander boek is geschreven
dat hij pagina's lang dacht
In het begin wordt broer Henry
Zuckerman opgevoerd, een
nette burgerman, een rechtlij
nige tandarts, die plotseling
een vreselijk probleem krijgt
Het geneesmiddel dat zijn
hartproblemen onderdrukt,
maakt ook een einde aan zin
seksuele activiteiten. Dat is een
grote klap, omdat Henry een
geheime verhouding heeft met
zijn assistente Wendy en vaak
met zijn gedachten vertoeft bij
zijn ex-vriendin Maria, die
naar haar geboorteland Zwis-
terland is teruggekeerd.
Het medicijn kan overbodig
gemaakt worden door een zeer
riskante hartoperatie. Even
verder in het boek is Henry
dood en alleen zijn broer Na
than is op de hoogte van de pi
kante achtergronden. In het
volgende hoofdstuk leeft Henry
echter weer, nu als een joodse
strijder in door Isral bezet ge
bied. Nathan wil hem terugha
len en het bezoek mondt uit in
lange discussies over de juiste
plaats van de joden in deze we
reld.
Als we al over de helft van
het boek zijn, blijkt Nathan
dood te zijn en is juist Henry
degene die uit de nagelaten pa
pieren de zieleroerselen van
zijn broer probeert te halen.
Henry ontdekt de hoofdstuk
ken die wij net hebben gelezen
en ziet tot zijn walging hoe Na
than met de werkelijkheid
heeft geknoeid. 'Het ergst
denkbare misbruik van artis
tieke vrijheid', noemt hij het.
Henry wordt afgeschilderd
als 'de schlemiel die zijn poten
tie koopt met de dood' en Na
than tekent zichzelf als de
wijze broer, 'de kunstenaar, die
hem geheel en al doorziet'. Na
than is opeens 'een burgerlijke
echtgenoot, een huiseigenaar in
Londen en een aanstaand va
der', terwijl Henry de kwaaie
pier is, die zijn gezin verlaat en
alleen aan zichrëlf
Het duizelt de lezer, die uit
eindelijk kan concluderen dat
de schrijver Nathan zich het le
ven van zijn broer heeft toe
geëigend (zijn 'contraleven'),
om van die broer een interes-
Philip Roth foto meulenhoff
santé romanfiguur te maken.
Dat is het elementaire van het
schrijverschap, de kunstenaar
vergrijpt zich aan de feiten om
een kunstwerk te creërea
Philip Roth speelt zijn ver
warrende spel nog even door in
het laatste hoofdstuk. Nathans
Engelse vriendin Maria maakt
zich kwaad op hem, omdat hij
haar ziet als onderdeel van een
'samenzwering van niet-joden'.
Maria neemt de benen en
schrijft: „Ik ga bij je weg en ik
ga weg uit het boek!" Nathan
Zuckerman is verbijsterd: „Ze
ziet zichzelf als mijn verzinsel!
Ze laat niet alleen mij achter
zich, maar ook een veelbelo
vende roman
'Het contraleven' is een ro
man met veel bodems en flink
wat spiegels. Afgezien van de
episode in Israël, die veel te
lang duurt, is de grap van Phi
lip Roth geslaagd.
Philip Roth: 'Het contraleven'.
Uitg. Meulenhoff, prijs 19,50.
Door Muriel Boll
'HET onbegonnen feest' van Els Pelgrom is een ver
volg op 'De Olifantsberg' dat ze in 1985 schreef .De boe
ken gaan over een groep dieren die bij elkaar wonen
in het dal van de Olifantsberg en de Berg met de Rij
Boompjes.
Marter de leider en vertel
ler, Zeugster het zorgzame
varken, Pad lui en filoso
fisch, het jongetje Mario, de
Witte Kip, de Reumatische
Kat, enz. Het is Els Pelgrom
gelukt om dieren als mensen
te laten denken en praten
zonder dat ze hen deze men
senkleren aantrekt; het blij
ven dieren en dat maakt hen
zo aardig.
De Olifantsberg was mooi
maar had een paar trage
passages en miste naar mijn
idee een echt hoogtepunt;
Het Onbegonnen Feest boeit
van begin tot eind en laat
duidelijk zien wat de dieren
beweegt. Naar aanleiding
van een uitgescheurde kran
tenfoto zijn ze overtuigd dat
hun vriend Hannibal de oli
fant bij hen terugkeert
Hannibal was aan het eind
van het eerste boek door
Mario naar het circus terug
gebracht, omdat het 's win
ters voor olifanten te koud is
in de bergen.
Nu komt hij vast en zeker
terug, er worden slingers
ogehangen, taarten gebak
ken, Pad maakt een fraai
gedicht, maar Hannibal laat
op zich wachten. Het is bijna
een adventsverhaal vol hoop
en verlangen, pas op de laat
ste bladzijden komt Hanni
bal aanlopen.
zoals hij zijn poten op
tilde, die dik waren als
boomstammen, en er de glin
sterende waterdruppels af
liet vallen; zoals hij zijn
slurf zoekend vooruit stak,
alsof hij hen al van verre
wilde begroeten, zoals ...zo
was er maar een. „Een schit
terend welkom", zei Hanni
bal...'
De dialogen zijn boeiend
maar de sfeer wordt in de
eerste plaats bepaald door
de prachtige beschrijvingen
van het Italiaanse land
schap. Je hoort de gesprek
ken van de dieren, het ge
plaag en je voelt hun viend-
schap terwijl dat landschap
intussen duidelijk op je net
vlies staat; je ziet zelfs de
kleur van het licht Het jon
getje Mario speelt een kleine
rol, wat geheimzinnig, en
zijn optreden maakt de
scheiding tussen fantasie en
werkelijkheid mooi vaag.
De tekeningen zijn van
The Tjong Khing; sommige
lijken wat minder uitge
werkt, jammer want zijn
stijl past goed bij dit sfeer-
rijke verhaal.
'De zomer van de ijscotent'
van Yngve Berger speelt in
Zweden en gaat ook over
hoop en verlangen, van een
zestienjarig meisje en een
jongetje van een jaar of zes.
Het meisje verlangt naar
haar vriend en probeert
haar tè liefhebbende ouders
te ontvluchten, het jongetje
dat bij zijn pas gescheiden
moeder woont, droomt er
over kapitein van een schip
te zijn. Ze zijn allebei een
zaam en hun vriendschap
helpt hen de zomer door.
Het boek deed me denken
aan een film, opgenomen
met een rustige cameravoe
ring, soms stilstaand en
vooral inzoomend op het
meisje. Ze praat niet veel
maar je ziet duidelijk wat ze
voelt en denkt. De rol van
het jongetje en zijn moeder
worden op dezelfde manier
belicht. Yngve Berger heeft
goed onthouden wat voor
haar belangrijk was in de
verschillende stadia van
haar jeugd.
Het verhaal wordt heel
afstandelijk verteld; het
meisje en het jongetje krij
gen geen naam, de sfeer past
bij een strand aan het eind
van de zomer: verlaten en
minder mooi weer. Een
beetje triest zoals vaker in
Zweedse boekea Ik heb het
idee dat de schrijfster het
verhaal puur voor zichzelf
heeft geschreven, want het
is een boek dat maar weinig
lezers zal aanspreken. Wei
nig actie, maar de vriend
schap wordt zuiver en mooi
beschreven, in eenvoudige
taal, met veel aandacht voor
details, ook lijflijke. De
bandomslag lijkt getekend
voor kinderen van een jaar
of acht, en dat is heel mislei
dend; je moet zeker dertien
zijn wil je van dit boek kun
nen genieten.
Een derde boek over hoop en
verlangen is 'Stefan en Ste
fan' dat Gertie Evenhuis in
1973 schreef en waarvoor ze
een Zilveren Griffel kreeg,
er is nu een vierde druk van
verschenen. Stefan verlangt
erg naar zijn Roemeense
grootvader die hij 7 jaar ge
leden voor het laatst zag en
naar wie hij genoemd is. Met
zijn zusje gaat hij in de va
kantie naar Roemenië. Ook
hier worden hoop en verlan
gen op de proef gesteld,
want het duurt lang voor ze
grootvader vinden. Het is
een spannend verhaal dat'
bovendien veel informatie
geeft over het Roemeense le
ven. In politiek opzicht is er
misschien wat veranderd,
maar vast niet veel.
Els Pelgrom: 'Het onbe
gonnen feest'. Uitg. Que-
rido, prijs 19,90, vanaf 10
jaar.
Yngve Berger: 'De zo
mer van de ijscotent'.
Uitg. Leopold, prijs
22,50, vanaf 13 jaar.
Gertie Evenhuis: 'Ste
fan en Stefan'. Uitg. Van
Goor, vanaf 12 jaar.
Illustratie uit 'Het onbegonnen feest'
Ken Kesey: Lucifers Doos'.
Uitg. Bert Bakker, prijs 39,90.
Verzameling artikelen van de
man die hoofdpersoon was in
Tom Wolfe's 'Electric Kool Aid
Acid test' (hét hippieboek) en
de auteur is van 'One flew over
the cuckoo's nest' (waarnaar de
beroemde film gemaakt is).
Wanneer de artikelen zijn ver
schenen en waarin, vermeldt
de Nederlandse versie van 'De
mon Box' helaas niet.
Kesey is een beetje uitge
raasd en leeft als boer in zijn
geboortestaat Orgeon. Hij
schrijft over zijn tijd in de ge
vangenis, tochten naar Mexico,
China en Egypte, de Beatles en
het boerenleven. Zijn stijl heeft
nog steeds die opgewonden
toon van vroeger toen alles te
gek' was. De magie van de ja
ren zetsig is echter verdwenen
en zelfs de machtige Kesey kan
dat niet veranderen.
Margot Veerman: 'Eén-
ouder kind'. Uitg. Van Hol-
kema Warendorf, prijs
24,90. Wat betekent het als je
ouders gescheiden zijn? Ge
sprekken met volwassen éé-
ouder kinderen over hun jeugd
en de gevolgen.
Barbara Peabody: Lang
zaam neem ik afscheid'. Uitg.
Van Holkema Warendorf,
prijs 29,90. Over het laatste
jaar van een aids-patient. Een
moeder heeft een dagboek bij
gehouden vEin het laatste le
venjaar van haar zoon Peter,
die aids kreeg toen hij 28 was.
„Zondag 1 november. Peter zal
vandaag sterven. Ik weet het
ik kijk naar zijn gezicht, de
holle ogen en de huid die strak
over zijn jukbeenderen ligt De
enige hoop die ik heb is dat het
een mooie dag zal wordea Hij
verdient het".
Prof.mr. H. Schuttevaer:
'Erven, schenken en fiscus'.
Uitg. Kluwer, prijs 19,90.
Welk poppetje heeft ii
lichaamslengte de lan<
Menno Turlings, Teun vi
Strien, Mischa Kohnstam
en Maud van de Maagde
berg vonden deze vraag uit
Cito-toets niet zo moeilijk
de vraag onderaan dit stuk
De toets is hun meegevalk
„Als je logisch nadenkt vir
je het goede antwoord wel
zegt Mischa. Maud: „Het lij
soms moeilijk, maar je mo
niet te snel opgeven".
Waren ze zenuwachtig? „Ni*
echt", zegt Menno, „maar
eerste vragen vond ik e<
beetje eng en rottig". Het zi
de anderen die je zenuwac
tig maken, vinden ze. Eigei
lijk zou de krant er dus ni]
over moeten schrijven.
Percentage Nederlan
aan de arbeidsmarkt
De cijfers zijn in percentages
73
Welke van onderstaa
behulp van deze graf
A Jongere vrouwen
B Jongere vrouwen
oudere.
C In 1983 was de wi
groter dan bij man
D In 1983 werkte een
vrouwen dan in 19
IEDEREEN wordt weieens gep
maar sommige kinderen wore
meer gepest dan andere. Om
ze een beugel, rood haar of
bril hebben, of omdat ze stotte
of slissen. Het kan ook gebeu
dat iemand gepest wordt terv
niemand eigenlijk weet waar
Je kunt je niets aantrekken
dat gepest of er flink op los t)
meren, maar leuk is het niet
zijn mensen die hun leven li
last houden van dat gepest
[Uiir blijm zitoift Ie tullen in