'LITERATUURGESCHIEDENIS' VAN VICTORINE HEFTING KiND'BRPcPFN Hoe groter geest, hoe groter beest 'Het smalle pad' alleen interessant voor de schakers Philip Roth en Nathan Zuckerman spelen spel met de werkelijkheid Liedjes van verlangen Stuur je pe; naar de Kir DE STEM BOEKENGIDS ZATERDAG 27 FEBRUAR11988 JAN TIMMAN OP DE LANGE WEG NAAR DE WERELDTITEL Bitter Schrijven Voetnoten Kapitein Grootvader w-'" DE STEM GIDS 3 VERSCHENEN Kleine invulhok! Suske en Wiske: Hambone G2 Door Hans Rooseboom WIE altijd al gedacht heeft dat kunstenaars en intellec tuelen niet deugen, zal bij de mémoires van Victorine Hefting zijn vingers aflik ken. Hefting (geboren in 1905, en van 1947-1950 directeur van het Haagse Gemeentemuseum) heeft in haar welgevulde leven van de kant van de heren kun stenaars en geleerden alles te verduren gehad. Drank, ongewenste intimi teiten, vreemdgaan, hoerenlo- perij, liegen en bedriegen, klaploperij, machistisch ego centrisme, sadisme, ja zelfs aanslagen op haar leven: Vic torine Hefting is weinig be spaard gebleven. Zij was van 1950 tot 1964 ge trouwd met de bekende uitge ver Bert Bakker, en de vuile was die zij over dat huwelijk wenst buiten te hangen liegt er niet om. Maar ook over de vele dichters die zij goed gekend heeft weet zij hele waslijsten van onwelriekende voorvallen te vermeldea Ontmythologisering van Neerlands dichtervorsten: zo kun je deze gedenkschriften op z'n minst wel noemen. Hoewel hier direct gezegd moet worden dat Victorine Hefting zich niet alleen tot een 'chronique scan- daleuse' beperkt Het zijn ten slotte haar mémoires, herinne ringen aan haar hele leven. Haar jeugd, studietijd, rei zen, carrière in het museum wezen en de verhouding met haar dochter zijn echter veel minder interessant dan de bio- grafica van onze nationale bar den. Die (nogal wijdlopige) epi- Victorine Hefting vertelt haar verhaal aan (haar kleindochter) Nienke Begemann. V.l.n.r. Beft Bakker (de echtgenoot van Victorine), Jacques 'Bloem en Adriaan Roland Holst. - FOTO'S BERT BAKKER dedeling dat Gerrit Achterberg daar in een verregaande staat van dronkenschap verkeerde en alleen door Bert Bakker ge haald wilde worden". Verder vertelt Victorine dat zij eigen lijk altijd bang voor Achter berg was, aangezien hij ooit een moord had gepleegd, en uiterst agressief kon zijn. Adriaan Roland Holst, een veelvuldige gast in huize Bak- ker-Hefting, kon zij niet luch ten of zien. „Dat hij 'de prins der dichters' werd genoemd, had meer te maken met zijn al lure, de manier waarop hij met zijn wandelstok omging, de jakjes die hij droeg en de vrou wen die hij versierde, dan met de kwaliteit van het overgrote deel van zijn werk. Hij had voortdurend de mond vol over zijn goede afkomst ...Ik ben bang dat Jany's hele emotio nele leven bestond uit pogingen om bij de dochter van de smid naar .binnen te klimmen en daarfeen sierlijke avond te ma- soden geven weliswaar een heel beeld van het Nederlandse cultuurleven van de jaren twintig tot in de jaren zestig, maar je veert pas op als er weer zo'n smeuiïg verhaal wordt opgedist uit die goeie ouwe tijd, waarin de heren der schepping het nog onbeperkt voor het zeggen meenden te hebben op het stuk van vrou wen. Vandaar hier maar een kleine bloemlezing uit Victo rine Heftings bijdrage aan de Nederlandse literatuurgeschie denis. De passage die zij wijdt aan Gerrit Achterberg begint met een zin die typerend is voor het hele boek. „Dit is niet de plaats om uitvoerig op Achterbergs dichtkunst in te gaan, maar over de persoonlijke omgang met hem is het misschien nut tig iets mede te delen. Een tijd lang, in het begin van de jaren vijftig, werd er zeer regelmatig 's nachts om drie uur opgebeld vanuit Amsterdam met de me- ken, en het die mensen nog ge weldig te laten vinden ook". De dichter J. C. (Jacques) Bloem, hoewel meester in de rechten, verdiende geen cent Hij was „onbeschrijflijk lui". Hij had nooit geld om zijn eigen veij aardag te vieren, dus die vierde hij bij Bert en Victorine Bakker. Die hielden elk jaar een collecte onder een aantal vrienden. De opbrengst werd Bloem dan onder couvert aan geboden. Bij een zo'n gelegen heid maakte Bloem de envelop onmiddellijk open, keek erin en sprak: „Nou, dat valt me niet mee". Er zat 700 gulden in. „Op de dag dat Bloem de Huygensprijs in ontvangst moest nemen, was hij zo dron ken dat hij er niet naar toe kon". De hoofdrol in de mémoires van Victorine Hefting speelt haar tweede echtgenoot Bert Bakker, directeur van een uit geverij van standing en oprich-, ter van het tijdschrift 'Maat staf. Hij had bovendien de naam een prominente rol te hebben gespeeld in het verzet Maar Bert Bakkers rol in het verzet wordt wel enigszins ge relativeerd. „Op het laatste", schrijft Victorine, „werd hij onbetrouwbaar geacht omdat hij dingen losliet als hij ge dronken had, wat hoe langer hoe meer gebeurde - waarbij niet vergeten moet worden dat de illegaliteit vanuit Engeland van jenever werd voorzien. En hoe men ook geprobeerd heeft hem van de drank af te helpen, ik kan getuigen dat dat een voudig niet ging. Hij had als patiënt behandeld moeten wor den en in de oorlog was daar al helemaal geen sprake van". Geen détail gaat Victorine te ver. „Hij commandeerde me liefst naar alle richtingen en was altijd uitermate manne lijk, ondanks het feit dat hij, toen we ongeveer een week ge trouwd waren, impotent was geworden en me vertelde dat hij bij een arts was geweest die hem had gezegd dat dit kwam door de spanningen van de oor log en door het vele drinken. De volgende vijftien jaar heeft hij me niet meer aangeraakt en heb ik uit solidariteit ook alle avances van anderen afgesla gen". Het weerhield Bert Bak ker er niet van prostituees te bezoeken. Geld voor het hoerenlopen had hij eigenlijk niet, maar Victorine wel. Naar later uit kwam, maakte Bert Bakker 200.000 gulden van Victorines geld op. „Bert was een briljante leugenaar en door zijn fabel achtige geheugen kon hij alles met alles dekken. De psychia ter professor Plokker noemde hem een psychopaat". Tijdens een vakantie met Bert Bakker in Frankrijk gaat Victorine op een gegeven mo ment naar haar hotelbed. Bert Bakker blijft beneden in de lounge doordrinken met een groep andere gasten. Hij valt uren later volslagen dronken op zijn bed. Bij het afrekenen de volgende ochtend krijgt Vic torine de rekening gepresen teerd: Bert Bakker heeft hon derdtachtig (180) glazen calva dos ƒ5,50 op rekening laten zetten... Toen zij een week in Veere zat te werken aan een manus cript (voor de uitgeverij) orga niseerde Bert in Den Haag een 'hoerenfeestje'. Al het tafelzil ver werd daarbij gestolen. Uit eindelijk kreeg Bakker als ge volg van veelvuldige aanhou dingen wegens dronken rijden met de justitie te maken. Het huwelijk liep uit op een schei ding. En zo gaat het maar door. Het wordt niet helemaal duide lijk waarom Victorine Hefting deze onverkwikkelijke ge schiedenissen zo graag kwijt wil. De gedichten van Bloem en Achterberg worden er in ieder geval niet minder van, en het goede werk van Bert Bakker ook niet Nienke Begemann: 'Victorine'. Ultg. Bert Bakker, prijs 39,90. Door Peter Schouten „NIET alle schrijvers kunnen schaken. Maar vrijwel alle schakers kunnen schrijven. Lees de wonderschone belle- trie van Jan-Hein Donner. Kijk naar de columns, die Nederlandse schakers hebben in de diverse dag- en weekbladen. Om van te smullen". Die vriendelijke woorden zijn van de Amsterdamse burge meester Ed van Thijn, die vo rige week in theater de Balie het eerste exemplaar van Jan Timmans nieuwe boek 'Het smalle pad' aan de auteur zelf mocht uitreiken. In 'Het smalle pad' be schrijft Timman de strijd, die hij als 20-jarige in 1972 in Finland tijdens zijn eerste zo ne-toernooi begon en die uit eindelijk bekroond moet wor den met het wereldkam pioenschap. Zo die bekroning er al ooit van komen zal. Want Jan Timman mag op dit moment dan de 'sterkste grootmeester van het weste lijk halfrond' zijn, vóór hem prijken op de wereldranglijst nog altijd de giganten Kaspa rov en Karpov. En het is maar de vraag of het natuurtalent Timman ooit in staat zal zijn om die twee haast bovenna tuurlijke Russische schaak machines te verslaan. Iets van het gevoel van de held, die een onmogelijke strijd aangaat met de ele menten, mogen we proeven in het slothoofdstuk van 'Het smalle pad'. Het boek eindigt namelijk met de vernieti gende nederlaag (de auteur zelf noemt het de 'vernede rende nederlaag') in januari '86 in Tilburg in de halve fi nale van het vorige kandida tentoernooi tegen Joesoepov. Timman: „Juist door alle ge beurtenissen de revue te laten passeren ben ik er geleidelijk aan in geslaagd het bitter van de nederlaag kwijt te raken". Een alinea verder ripos teert hij zoals het een strijd lustig schaker betaamt: „Het abrupte einde van '86 mar keerde geen natuurlijke grens aan mijn vermogens. Het pad moet verder reiken. Al moet ik in een houten tobbe een waterval trotseren, zelfs dan zal ik met de tot de tanden gewapende inboorlin gen die beneden wachten de strijd aanbinden. Mocht ik hen overwinnen, dan zal ik een vervolg op dit boek schrijven". Jan Timman lijkt het bitter van '86 al aardig te hebben weggeslikt Nog vóór zijn boek ter perse ging, versloeg hij in het Canadese St John in de jongste cyclus naar de wereldtitel de Rus Salov en plaatste hij zich voor de kwartfinales. Joesoepov, zijn angstgegner, heeft hij op de wereldranglijst intussen ver achter zich gelaten. Terug naar de lovende woor- Jan Timman. den van Ed van Thijn. Tim man kan schaken. Timman kan zelfs uitstekend schaken. Maar kan hij ook schrijven? Ik wil niet zo aanmatigend - foto archief de stem zijn om op die vraag een on aanvechtbaar antwoord te geven. Per slot van rekening is bij de beoordeling van de literaire kwaliteit van een na ,n boek ook nog zoiets in het ge ding als de smaak. Wél durf ik beweren dat 'Het smalle pad' mij van het begin tot het eind geboeid heeft. Maar dat kan te maken hebben met het feit dat ik mijzelf reken tot de volgelin gen van Caïssa. Ik schaak (op een uiterst bescheiden ni veau!) en wil graag nog iets leren. Bijgevolg verdiep ik mij graag in de analyses van wereldpartijen. En toch zeker in de analyses van Jan Tim man, wiens secure en objec tieve werk zelfs de aller grootste waardering van de Russen geniet 'Oom Jan leert zijn neefje schaken', ooit door prof. dr. Max Euwe geschreven, is een standaardwerk dat op het re pertoire van elke beginnende schaker staat, waar ook ter wereld. Ik heb het verhaal van Oom Jan en zijn neefje destijds ook met rode oortjes gelezen. Niet omdat het een boeiend literair werkje was, maar omdat de schaak-didact Euwe je als beginneling bij de hand nam om je langs de dui zelingwekkende mogelijkhe den van het eeuwenoude spel te voeren. Dat brengt ons bij het ka rakter van 'Het smalle pad'. Timmans boek is, het zij toe gegeven, het heroïsche ver haal van vijftien jaren schaakstrijd op het aller hoogste niveau. Maar dat spannende verhaal wordt toch vooral verteld in het sja bloon van de 64 zwarte en witte velden. Het gaat om de zetten. Timmans persoonlijke ontboezemingen, zijn voort durend wankelen tussen de diepste vertwijfeling en de roes van de overwinning, zijn voortgang op het doornige pad waarop volgens Donner niets zo weUg tiert als het bit tere kruid van de ontgooche ling, wordt grotendeels ver teld in de 'geheimcode' van de schaaknotatie: 19. Lc2:, Pa2+ 20. Kbl, Da3: 21. b3, Tb3:+ 22. Lb3:, Db3:+ 23. Kal, Pc3??ü Je moet zelf schaken of ge schaakt hebben, je moet de teleurstellingen van een in één ondoordacht moment vol ledig weggesmeten stelling kennen, je moet de psycholo gie achter de schaaknotatie kunnen ontcijferen om 'Het smalle pad' ten volle te kun nen waarderen. Timman le vert in zijn laatste boek uiter aard ook nog vele bladzijden 'gewoon proza'. Maar feitelijk kunnen die toch beschouwd worden als literaire voetno ten bij de hoofdschotel: ana lyses van tientallen wonder schone partijen. 'Het smalle pad' is met an dere woorden een boek dat de niet-schakers maar beter bij de boekhandel kunnen laten liggen. Of ze moeten het ten geschenke willen geven aan een schakende vriend of vriendin. Want die zijn daar mee erg gelukkig te maken. Jan Timman: 'Het smalle pad'. Ervaringen met het we reldkampioenschap. Ultg. Bert Bakker, prijs 29,90. Door Dirk Vellenga VOOR de vijfde maal schrijft Philip Roth over zijn romanheld Nathan Zuckerman, die schepper van schandalige romans waarin hij zijn ouders en het hele jodendom door het slijk haalde. Maar het bij zondere aan 'Het contrale ven' ('The Counterlife') is dat de verbeelding van Roth en Zuckerman door elkaar lopen en de lezer voortdu rend met de ogen knippert en verschillende keren moet constateren dat er een heel ander boek is geschreven dat hij pagina's lang dacht In het begin wordt broer Henry Zuckerman opgevoerd, een nette burgerman, een rechtlij nige tandarts, die plotseling een vreselijk probleem krijgt Het geneesmiddel dat zijn hartproblemen onderdrukt, maakt ook een einde aan zin seksuele activiteiten. Dat is een grote klap, omdat Henry een geheime verhouding heeft met zijn assistente Wendy en vaak met zijn gedachten vertoeft bij zijn ex-vriendin Maria, die naar haar geboorteland Zwis- terland is teruggekeerd. Het medicijn kan overbodig gemaakt worden door een zeer riskante hartoperatie. Even verder in het boek is Henry dood en alleen zijn broer Na than is op de hoogte van de pi kante achtergronden. In het volgende hoofdstuk leeft Henry echter weer, nu als een joodse strijder in door Isral bezet ge bied. Nathan wil hem terugha len en het bezoek mondt uit in lange discussies over de juiste plaats van de joden in deze we reld. Als we al over de helft van het boek zijn, blijkt Nathan dood te zijn en is juist Henry degene die uit de nagelaten pa pieren de zieleroerselen van zijn broer probeert te halen. Henry ontdekt de hoofdstuk ken die wij net hebben gelezen en ziet tot zijn walging hoe Na than met de werkelijkheid heeft geknoeid. 'Het ergst denkbare misbruik van artis tieke vrijheid', noemt hij het. Henry wordt afgeschilderd als 'de schlemiel die zijn poten tie koopt met de dood' en Na than tekent zichzelf als de wijze broer, 'de kunstenaar, die hem geheel en al doorziet'. Na than is opeens 'een burgerlijke echtgenoot, een huiseigenaar in Londen en een aanstaand va der', terwijl Henry de kwaaie pier is, die zijn gezin verlaat en alleen aan zichrëlf Het duizelt de lezer, die uit eindelijk kan concluderen dat de schrijver Nathan zich het le ven van zijn broer heeft toe geëigend (zijn 'contraleven'), om van die broer een interes- Philip Roth foto meulenhoff santé romanfiguur te maken. Dat is het elementaire van het schrijverschap, de kunstenaar vergrijpt zich aan de feiten om een kunstwerk te creërea Philip Roth speelt zijn ver warrende spel nog even door in het laatste hoofdstuk. Nathans Engelse vriendin Maria maakt zich kwaad op hem, omdat hij haar ziet als onderdeel van een 'samenzwering van niet-joden'. Maria neemt de benen en schrijft: „Ik ga bij je weg en ik ga weg uit het boek!" Nathan Zuckerman is verbijsterd: „Ze ziet zichzelf als mijn verzinsel! Ze laat niet alleen mij achter zich, maar ook een veelbelo vende roman 'Het contraleven' is een ro man met veel bodems en flink wat spiegels. Afgezien van de episode in Israël, die veel te lang duurt, is de grap van Phi lip Roth geslaagd. Philip Roth: 'Het contraleven'. Uitg. Meulenhoff, prijs 19,50. Door Muriel Boll 'HET onbegonnen feest' van Els Pelgrom is een ver volg op 'De Olifantsberg' dat ze in 1985 schreef .De boe ken gaan over een groep dieren die bij elkaar wonen in het dal van de Olifantsberg en de Berg met de Rij Boompjes. Marter de leider en vertel ler, Zeugster het zorgzame varken, Pad lui en filoso fisch, het jongetje Mario, de Witte Kip, de Reumatische Kat, enz. Het is Els Pelgrom gelukt om dieren als mensen te laten denken en praten zonder dat ze hen deze men senkleren aantrekt; het blij ven dieren en dat maakt hen zo aardig. De Olifantsberg was mooi maar had een paar trage passages en miste naar mijn idee een echt hoogtepunt; Het Onbegonnen Feest boeit van begin tot eind en laat duidelijk zien wat de dieren beweegt. Naar aanleiding van een uitgescheurde kran tenfoto zijn ze overtuigd dat hun vriend Hannibal de oli fant bij hen terugkeert Hannibal was aan het eind van het eerste boek door Mario naar het circus terug gebracht, omdat het 's win ters voor olifanten te koud is in de bergen. Nu komt hij vast en zeker terug, er worden slingers ogehangen, taarten gebak ken, Pad maakt een fraai gedicht, maar Hannibal laat op zich wachten. Het is bijna een adventsverhaal vol hoop en verlangen, pas op de laat ste bladzijden komt Hanni bal aanlopen. zoals hij zijn poten op tilde, die dik waren als boomstammen, en er de glin sterende waterdruppels af liet vallen; zoals hij zijn slurf zoekend vooruit stak, alsof hij hen al van verre wilde begroeten, zoals ...zo was er maar een. „Een schit terend welkom", zei Hanni bal...' De dialogen zijn boeiend maar de sfeer wordt in de eerste plaats bepaald door de prachtige beschrijvingen van het Italiaanse land schap. Je hoort de gesprek ken van de dieren, het ge plaag en je voelt hun viend- schap terwijl dat landschap intussen duidelijk op je net vlies staat; je ziet zelfs de kleur van het licht Het jon getje Mario speelt een kleine rol, wat geheimzinnig, en zijn optreden maakt de scheiding tussen fantasie en werkelijkheid mooi vaag. De tekeningen zijn van The Tjong Khing; sommige lijken wat minder uitge werkt, jammer want zijn stijl past goed bij dit sfeer- rijke verhaal. 'De zomer van de ijscotent' van Yngve Berger speelt in Zweden en gaat ook over hoop en verlangen, van een zestienjarig meisje en een jongetje van een jaar of zes. Het meisje verlangt naar haar vriend en probeert haar tè liefhebbende ouders te ontvluchten, het jongetje dat bij zijn pas gescheiden moeder woont, droomt er over kapitein van een schip te zijn. Ze zijn allebei een zaam en hun vriendschap helpt hen de zomer door. Het boek deed me denken aan een film, opgenomen met een rustige cameravoe ring, soms stilstaand en vooral inzoomend op het meisje. Ze praat niet veel maar je ziet duidelijk wat ze voelt en denkt. De rol van het jongetje en zijn moeder worden op dezelfde manier belicht. Yngve Berger heeft goed onthouden wat voor haar belangrijk was in de verschillende stadia van haar jeugd. Het verhaal wordt heel afstandelijk verteld; het meisje en het jongetje krij gen geen naam, de sfeer past bij een strand aan het eind van de zomer: verlaten en minder mooi weer. Een beetje triest zoals vaker in Zweedse boekea Ik heb het idee dat de schrijfster het verhaal puur voor zichzelf heeft geschreven, want het is een boek dat maar weinig lezers zal aanspreken. Wei nig actie, maar de vriend schap wordt zuiver en mooi beschreven, in eenvoudige taal, met veel aandacht voor details, ook lijflijke. De bandomslag lijkt getekend voor kinderen van een jaar of acht, en dat is heel mislei dend; je moet zeker dertien zijn wil je van dit boek kun nen genieten. Een derde boek over hoop en verlangen is 'Stefan en Ste fan' dat Gertie Evenhuis in 1973 schreef en waarvoor ze een Zilveren Griffel kreeg, er is nu een vierde druk van verschenen. Stefan verlangt erg naar zijn Roemeense grootvader die hij 7 jaar ge leden voor het laatst zag en naar wie hij genoemd is. Met zijn zusje gaat hij in de va kantie naar Roemenië. Ook hier worden hoop en verlan gen op de proef gesteld, want het duurt lang voor ze grootvader vinden. Het is een spannend verhaal dat' bovendien veel informatie geeft over het Roemeense le ven. In politiek opzicht is er misschien wat veranderd, maar vast niet veel. Els Pelgrom: 'Het onbe gonnen feest'. Uitg. Que- rido, prijs 19,90, vanaf 10 jaar. Yngve Berger: 'De zo mer van de ijscotent'. Uitg. Leopold, prijs 22,50, vanaf 13 jaar. Gertie Evenhuis: 'Ste fan en Stefan'. Uitg. Van Goor, vanaf 12 jaar. Illustratie uit 'Het onbegonnen feest' Ken Kesey: Lucifers Doos'. Uitg. Bert Bakker, prijs 39,90. Verzameling artikelen van de man die hoofdpersoon was in Tom Wolfe's 'Electric Kool Aid Acid test' (hét hippieboek) en de auteur is van 'One flew over the cuckoo's nest' (waarnaar de beroemde film gemaakt is). Wanneer de artikelen zijn ver schenen en waarin, vermeldt de Nederlandse versie van 'De mon Box' helaas niet. Kesey is een beetje uitge raasd en leeft als boer in zijn geboortestaat Orgeon. Hij schrijft over zijn tijd in de ge vangenis, tochten naar Mexico, China en Egypte, de Beatles en het boerenleven. Zijn stijl heeft nog steeds die opgewonden toon van vroeger toen alles te gek' was. De magie van de ja ren zetsig is echter verdwenen en zelfs de machtige Kesey kan dat niet veranderen. Margot Veerman: 'Eén- ouder kind'. Uitg. Van Hol- kema Warendorf, prijs 24,90. Wat betekent het als je ouders gescheiden zijn? Ge sprekken met volwassen éé- ouder kinderen over hun jeugd en de gevolgen. Barbara Peabody: Lang zaam neem ik afscheid'. Uitg. Van Holkema Warendorf, prijs 29,90. Over het laatste jaar van een aids-patient. Een moeder heeft een dagboek bij gehouden vEin het laatste le venjaar van haar zoon Peter, die aids kreeg toen hij 28 was. „Zondag 1 november. Peter zal vandaag sterven. Ik weet het ik kijk naar zijn gezicht, de holle ogen en de huid die strak over zijn jukbeenderen ligt De enige hoop die ik heb is dat het een mooie dag zal wordea Hij verdient het". Prof.mr. H. Schuttevaer: 'Erven, schenken en fiscus'. Uitg. Kluwer, prijs 19,90. Welk poppetje heeft ii lichaamslengte de lan< Menno Turlings, Teun vi Strien, Mischa Kohnstam en Maud van de Maagde berg vonden deze vraag uit Cito-toets niet zo moeilijk de vraag onderaan dit stuk De toets is hun meegevalk „Als je logisch nadenkt vir je het goede antwoord wel zegt Mischa. Maud: „Het lij soms moeilijk, maar je mo niet te snel opgeven". Waren ze zenuwachtig? „Ni* echt", zegt Menno, „maar eerste vragen vond ik e< beetje eng en rottig". Het zi de anderen die je zenuwac tig maken, vinden ze. Eigei lijk zou de krant er dus ni] over moeten schrijven. Percentage Nederlan aan de arbeidsmarkt De cijfers zijn in percentages 73 Welke van onderstaa behulp van deze graf A Jongere vrouwen B Jongere vrouwen oudere. C In 1983 was de wi groter dan bij man D In 1983 werkte een vrouwen dan in 19 IEDEREEN wordt weieens gep maar sommige kinderen wore meer gepest dan andere. Om ze een beugel, rood haar of bril hebben, of omdat ze stotte of slissen. Het kan ook gebeu dat iemand gepest wordt terv niemand eigenlijk weet waar Je kunt je niets aantrekken dat gepest of er flink op los t) meren, maar leuk is het niet zijn mensen die hun leven li last houden van dat gepest [Uiir blijm zitoift Ie tullen in

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 34