DE STEM 'Nederli redactie hebbeni Teleac-curs KAZERNE BLERICK LEIDT VROUWEN OP TOT CHAUFFEUR PROGRAMMA» ALBERT VAN ZATERDAG I 27 FEBRUAR119881 Capitool e Blerickse Frederik-Hendrikka- zerne is sinds vier maanden geen mannenbolwerk meer. Want deze militaire rijschool huisvest nu ook vrouwelijke militairen. Dat zijn zogenaamde KCV'ers, jonge vrouwen van rond de twintig jaar met een spe ciaal nieuw contract van twee jaar. Zij worden in Ble rick in twee maanden tijd opgeleid tot chauffeur op een Landrover. Verslaggever Thijs Joosten reed ach terin mee tijdens de rijlessen en praatte met de vrou welijke militairen, hun collega's en officieren. „Ik heb een tijdlang dozen dichtgeniet in de fabriek. De hele dag lang. Kun je je voorstellen dat het leger me trok?" Twee jaar Grap Minderheid Krachttermen Zelfhulp Kameraadschap Door Jan Koesen OP Tweede Paasdag, - derde televisienet. Ned drie netten met ieder hi Zenderkleuring, heet da KRO, NCRV en VARA tweede net is gereservt TROS en Veronica (AT van de VPRO. EO en VPI twee j aar van zender. Op het derde net, het nieu- Andere Net genoemd, zit de en kleine zendgemachtigdei ters Feduco, Teleac, Socetu, kleinere zendgemachtigdei Partijen, Postbus 51 (de ste en de Islamitische Omroep. De nieuwe bewoners van Door Jan Koesen HILVERSUM - Dr.Albe commisaris en vice-voor: spitste handen achterove het derde net. „Het is een een geheim van gemaakl redactie had gehad die n boven de deelnemers had In '84, aldus Van den Heu dacht de Kamer nog aan gewone uitbreiding met derde net. „In de jaren daa is buitengewoon verstandig handeld. Toch had ik 3 lie nog strakker gezien. Maar zijn al veel verder met overleg tussen de bespelers 3 dan we eerst voor moge hadden gehouden". Jeremy Isaacs, de baas het Engelse Channel Four he eens gezegd, dat televisie der alle mensen soms m aanspreken dan sommige m sen de hele tijd. Dit standp spreekt de commissaris a Toen hij nog voorzitter van VARA was, liet hij al weten zijn kijkers niet altijd ro yoghurt hoeft te worden vo geschoteld. Televisie mag r op een toren staan, maar di af te dalen naar de wereld. „Maar het derde net is r gemodelleerd op het grote i bliek. Voor 3 is een klein, m: beduidend publiek. Het moet zijn dat de operaliefhebber regeld vrijdags een opera o krijgt, zodat hij daar in z agenda rekening mee kan hc den. Vergeet niet, dat je bij TV-opera al gauw 160.000 m< sen bereikt, dan is tien m zoveel als de gezamenlij zaalbezetting." Het zwalken met de afstand' diening is geen bedreiging v< het Bestel, meent van den H« vel. „Dat is het verschil tuss winkelen en kopen. We flits vijftien programma's lan maar op een gegeven mom» blijven we zitten. Er wordt Nederland veel gepraat over terreur van kijkcijfers, mi een slecht bekeken program) met cijfer 1 of 2 trekt nog alt een half miljoen mensen, da1 een gigantisch publiek. Het C pitool vergt van de kijker re< lijk lang een hoop concentra op een zondagmiddag voor Politieke discussie. Toch ki hier een half miljoen naar. mermuziek? Nog altijd 300. kijkers. Ik moet er niet deriken dat die allemaal th bij je over de vloer komen." Hoewel 3 de cultuurzeni zou moeten worden, wil Alb van den Heuvel 'geen Conce gebouwtje spelen'; „Vroe was muziek een presentie beuren. Daar moest je per lijflijk bij zijn. Toen kwam grammofoonplaat en da iedereen: nu gaan we met sloten ogen achterover op bank leunen en van de muz genieten en we komen nc meer in het theater. Dat v toch niet zo. Want muziek di AMSTERDAM (ANP) leden', de ontwikkeling samenleving in de Nedei gentiende eeuw, is het nieuwe cursus van Telea» gint op de televisie (Ned( april op radio 5. De cursus, die zowel op TV lessen bestaat, brengt aan d derlandse en vier Vlaamse s herkomst van de Noord- stad in beeld. Het leven var staat daarbij centraal. D Door Thijs Joosten „Zo, Bouwman, wat dacht je ervan? Zul len we eens een mooi bochtje achteruit gaan maken? Zeg 't maar: wat voor eentje wil je hebben, een makkelijke of een moeilijke?" Met een grijns op zijn gezicht kijkt de korporaal het meisje naast hem aan. Die kijkt stuurs zwijgend door de voorruit van de Landrover. De kleine wissertjes proberen vergeefs de ruit vrij te houden van sneeuw. Het meisje mompelt iets bijna overstaanbaars. „Maakt niet uit welke? Goed, dan rij maar. Zullen we een mooi exemplaar voor je uitzoeken", zegt de korporaal vrolijk. Een beetje schokkend komt de groene legeijeep op gang. Langzaam rijdt de wagen door de Venlose Bisschop Schrij- nenstraat. Bij iedere weg van rechts remt het meisje een beetje af. In de Bisschop Hoensbroeckstraat vindt de korporaal een mooie ruime bocht. De soldate par keert de jeep langs de stoeprand, zet hem in de achteruit en rijdt langzaam naar achteren. Mis. Nog voordat ze bocht om is, zit het achterwiel al tegen het trottoir. Nog een keer. Weer mis. De soldate zucht, perst haar lippen samen maar zegt niets. De derde keer moet ze wachten omdat een grote kraanwagen langsrijdt. Gelukkig voor haar stopt die en begint een stapel bakstenen uit te laden. De korporaal vindt het wel best en som meert de soldate door te rijden. Vol gende keer beter. Deze koude maandagochtend krijgt Jeanette Bouwman rijles. Vier uur lang rijdt ze met een Landrover met achterop het bekende oranje bordje 'LES' door Venlo en Blerick. Om acht uur stipt, na het morgenappèl, is ze samen met zo'n hondertwintig andere legerwagens de poort uitgereden van de Blerickse Frede- rik Hendrikkazerne. De soldaten hebben altijd met z'n tweeën les: de één rijdt, de ander zit achterin en leert van zijn ver richtingen. In twee maanden tijd worden de soldaten via een intensief programma klaargestoomd voor het militair rijbe wijs. In Blerick wordt les gegeven in Landrovers, eentonners en viertonners. De laatste twee zijn DAF-vrachtwagens. Maar daarmee heeft soldaat Bouwman niets te maken. Net als soldaat Karin Kroese, die op het noodbankje in de laadruimte van de Landrover zit te kleu men, is zij KCVer. Deze vrouwelijke kort-contract-vrijwilligers (KCV) heb ben in het kader van een gloednieuwe re geling getekend voor twee jaar leger. Daar worden zij opgeleid tot chauffeur op een Landrover. Vroeger moesten vrouwen die het leger in wilden, voor mi nimaal vier jaar tekenen of beroeps wor den. Met deze nieuwe regeling hoopt de fensie het oer-traditionele mannenbas- tion, dat het leger vormt, te slechten. De emancipatieraad liet drie jaar geleden weten dat in 1993 acht procent vrouwen in het leger zouden moeten zitten. Maar dat getal leek een utopie. Volgens de meest recente cijfers, een dik half jaar oud, is maar drie procent van alle mili tairen van het vrouwelijk geslacht (een dikke vijftienhonderd vrouwen, voorna melijk milva's). Vooral omdat bleek dat defensie te hoge eisen stelde aan vrouwe lijke sollicitanten, werd de KCV-regeling ingevoerd. Die verlangt geen enkele op leiding. Het hoge werkloosheidspercen tage onder jonge vrouwen met een lage opleiding heeft defensie in de kaart ge speeld. Want het animo blijkt overweldi gend: alle beschikbare vacatures zijn ver vuld. Per lichting, iedere twee maanden, De soldates In Blerick zijn straks ook verantwoordelijk voor de uiterlijke staat van hun Jeeps. Karin Kroese uit Rijen krijgt Instructies. - foto s lé giesen Meisjes in een leger-jeep Even de olie controleren verwacht defensie zo'n vijftig vrouwen. Het gros daarvan komt in Blerick te recht. Omdat veel vrouwen vier jaar le ger te lang vonden, werd die termijn ver laagd tot twee jaar en twee maanden. De eerste Blerickse lichting bracht het er goed af: dertig van de 42 soldates slaag den voor hun militair rijbewijs. Tien doen de cursus over. Twee vrouwen zijn ontslagen omdat ze niet genoeg presteer den, zich slecht gedroegen en een ver keerde houding ten toon spreidden. Eén van hen zei zelf openlijk het leger 'als een grap te beschouwen'. Soldaat Jeanette Bouwman (18) komt uit een dorpje in het land van Heusden en Altena. Het is een groot, fors ge bouwd, stil meisje. Ze heeft nog geen strepen op de epauletten van haar zakke- rige legeruniform: een gemeen soldaat dus. Haar rijles-passagier Karin Kroese is 19 en en ook afkomstig uit Brabant: uit Rijen. Maar daarmee houdt de verge lijking op. Want Karin is klein van pos tuur, kletst aan een stuk door en vindt alles geweldig. Als ze tot drie keer toe de vrieskou in moet om met een wissertje de buitenkant van de ruiten, kun je haar binnen in de wagen horen lachen. Het rijden gaat haar prima af. Daarom mag ze eind deze week mag op examen, be looft rij-instructeur korporaal Boosten haar. Voordat ze het leger inging, was Karin bakker. Ze bakte broodjes in de bakkerij van een grote supermarkt. Ze schopte het zelfs tot afdelingscheffin. Maar het werk beviel niet. De hele nacht in de weer zijn met deeg en meel vond ze maar niks. Toen hoorde ze dat de landmacht vrouwen zocht die twee jaar onder de wapenen wilden. Karin vertelt: „Bij ons zit het leger een beetje in de familie. Mijn vader is instructeur bij de bewa king. Hij werkt met honden, op de vlieg basis bij ons. Machtig, jongen, als hij vertelt over zijn werk. Het leger leek me altijd al mooi". Dat de krijgsmacht alleen voorbehou den is aan bevrijde, geëmancipeerde vrouwen, vindt Karin onzin. „Je moet gewoon doen wat je moet doen. Of dat nou typisch mannenwerk is of niet, wat maakt dat nou uit?", zegt ze. Jeanette Bouwman wilde bij de marechaussee. „Op zo'n motor", bekent ze, „leek me fantastisch. Lekker scheuren". Maar ze had geen Engels in haar vakkenpakket op school. Rijden in een Landrover vindt ze bijna net zo leuk, hoewel haar vaardigheden wat minder zijn dan die van Karin. Maar de wegen die korporaal Boosten met enig sadisme uitzoekt, al dan niet doodlopend of met door water gescheiden rijstroken, neemt ze man moedig. Op een dikke zeshonderd mannelijke dienstplichtigen vormen de 35 jonge vrouwen van de tweede Blerickse groep maar een kleine minderheid. Hoewel ze hun eigen slaapvertrekken, douches en kleedruimtes hebben, verloopt het con tact met de mannen heel soepel. Ze mo gen tot tien uur 's avonds bij elkaar op de kamer komen en samen over het ka zerneterrein wandelen (als het maar niet hand in hand is). Hun opleiding is pre cies dezelfde als die van de mannen. Het enige verschil tussen hen en de dienstplichtigen is ongeveer zevenhon derd gulden soldij per maand. Moet een jongeman die opkomt voor zijn nummer het doen met zo'n zeshonderd gulden maandelijks, zijn vrouwelijke collega krijgt er dertienhonderd gulden in de hand gedrukt. De blunder om de verza melde manschappen tijdens een instruc tie-avond op een staatje te laten zien wat ieder verdient, is dan ook maar één keer gemaakt. Want toen was de verontwaar diging groot. Het verleden van veel KCV'ers is niet standaard te noemen. „De meeste kun je wel avontuurzoeksters noemen. Er is er bijvoorbeeld eentje bij die au-pair was in Amerika", zegt kapitein Hans Kemink. Hij is commandant van de derde Ble rickse compagnie, waar de 35 vrouwen toe behoren. Over 'zijn' vrouwen heeft hij niks te klagen. Kemink: „Ik vind vooral hun mentaliteit beter dan die van de heren. Logisch, want zij hebben geko zen voor het leger, terwijl de mannen slechts komen omdat ze moeten". Klein minpuntje vindt hij het gebrek aan team geest. Mannen vormen een blok. Als één dienstplichtige met dartpijltjes op de deur van de slaapzaal gooit, en de ser geant merkt iets, zal niemand hem verra den. Als één man staat de groep tegen zo'n sergeant. Vrouwen zijn wat rivalise- render dan mannen, merk ik". Het kaderpersoneel is uitgebreid voorge licht over de komst van de vrouwen. Praktische probleempjes deden zich voor. Dient het taalgebruikt aangepast te worden? (Inderdaad, de beroepsmilitai ren is vriendelijk verzocht krachttermen zo mogeüjk achterwege te laten). Hoe moet een - mannelijke - sergeant 's avonds controleren of iedereen om twaalf uur op zijn kamer is? Want er kan natuurlijk een soldate in haar slipje staan. En hoe zit het met het bezoek op de kamers? Het is al eens voorgekomen dat een sergeant een enorme stampij schopte omdat hij een dienstplichtige met een vrouwelijke soldaat samen op bed zag liggen. Dat de betrokkenen vol ledig gekleed waren en op twee aparte bedden met elkaar aan het babbelen wa ren, was de man niet opgevallen. Vol gens kapitein Kemink is dat een proces van gewenning, ook bij het beroepsper- soneel. Hij zegt dat de aanwezigheid van vrouwen nu al voor een goed deel heel normaal wordt gevonden. Maar niet alle beroeps zijn gechar meerd van hun nieuwe collega's. Een wat oudere militair, model ijzervreter, geeft op het kazerneterrein onomwonden zijn mening. „Dat daar?", zegt hij, wijzend naar een voorbij lopende soldate, „Die grieten hebben toch een mentaliteit van niks. Ze kunnen nog geen geweer in hun handen vasthouden. Ik hoop dat we nooit gedonder krijgen, als je begrijpt wat ik bedoel, wat dan ziet het er slecht voor ons uit". „Nee, dan vroeger, op oefening", vervolgt hij plotseling begees terd. „Tegen een duin op klauteren: vijf passen vooruit en er vier naar onderen glijden. En als je boven was schutters putjes graven. En snel, anders kreeg je op je flikker. Tegenwoordig staat er bij wijze van spreken een graafmachine klaar. Hoe diep had u uw gat hehad wil len hebben, meneer? Nee hoor, 't is niks meer". 's Middags krijgt een deel van de KCV'ers les in Zelfhulp-kameradenhulp, de eerste hulp voor soldaten. De rest heeft 's nachts wacht gelopen en kan uit slapen. De groep wordt ingewijd in de militaire regelgeving. Want ook als je ka meraad zwaar gewond is, dien je keurig volgens het boekje te handelen. „Wanneer is iemand dood? Iemand is dood wanneer a. het lichaam totaal is verbrijzeld, b. het lichaam is verkoold, c. wanneer het hoofd minimaal 20 centime ter is gescheiden van de romp, d. het li chaam zogenaamde lijkvlekken vertoont of e. stijf is. Dat zie je als je ertegen schopt", dreunt de instructeur op. De soldates horen het betoog stoïcijns aan. 'ttfy' Ze weten dat ook dit bij het soldatenvak hoort. Net als de mond-op-mond-beade- ming die ze moeten toepassen op een pop. Een voor een zijn ze aan de beurt. En dan worden het weer gewone meisjes van achttien. Giechelend buigen ze zich over de plastic pop heen. „Néééé", gilt Karin Kroese als de instructeur grapt dat hij mond-op-mond-beademing op haar gaat toepassen. Soldaat Miranda Fransssen (19) uit Veldhoven vindt de oefening maar niks. „Laat maar, ik laat een gewonde toch liggen", zegt ze grijnzend als het beade men niet lukt. Maar voor de rest heeft ze weinig te klagen over het leger. Of het zou het gebrek aan privacy moeten zijn op de kamers. Met zijn zevenen op een kamer zonder een momentje voor zich zelf, dat vindt ze vervelend. Maar ze dacht ook dat het leger veel strenger zou zijn. Over haar beweegredenen laat ze geen enkele twijfel bestaan. „Ik heb ver schalende opleidingen gedaan, laat ik het zo maar zeggen, en ook een tijdje ge werkt. In een leerfabriek. Dozen dicht- nieten, de hele dag lang. Vreselijk. Kun je je voorstellen dat het leger me aan trok? En het geld speelt ook mee natuur lijk. Dertienhonderd gulden schoon per maand, niet slecht toch?", vertelt ze. De kameraadschap onder de meiden is erg groot. Onder Mirandas masker van onkwestbaarheid blijkt een heel lief ka rakter schuil te gaan. Haar maat Kroese pept ze voortdurend op als die zenuw achtig blijkt voor het theorie-rij-examen dat deze middag wordt afgelegd. Als om vier uur vijf van de twaalf kandidates ge zakt zijn, omhelzen ze elkaar en huilen kameraadschappelijk met elkaar mee. De pelotonscommandant besluit de exercitie, die op het programma staat, voor vandaag maar af te blazen. De ge- zakten kunnen nog één keer herexamen doen en moeten dan, bij negatief resul taat, de hele cursus overdoen. Twee maanden met een nieuwe groep vrou wen. De geslaagden zitten nog negen da gen bij elkaar, dan scheiden hun wegen zich. Ze zullen als chauffeur worden in gedeeld bij diverse parate onderdelen in de landmacht. Rij-instructeur korporaal Boosten zal iedere groep met pijn in het hart zien vertrekken. „Toen we hoorden", zegt hij, „dat we KCV-vrouwen in de kazerne kregen, waren we daar niet gelukkig mee. Daar ben ik eerlijk in. Maar nu ik een paar maanden les geef aan vrouwen, ben ik ra-di-caal omgedraaid. Ze zijn ge woon hardstikke leuk. Je hoeft echt niet op je woorden te passen, hoor. Je weet gewoon wie je wat voorzichtiger moet aanpakken. Ik zeg maar zo: ik heb der tien jaar les gegeven aan mannen, geef me de komende dertien jaar maar vrou wen".

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 32