DE STEM JAN VAN VEEN LEGT MEER VAST DAN ALLEEN DE ELLENDE DES D BOW INI SI WEER! fen team van Artsen zonder Gren zen ontvoerd in noordelijke Etiopië. Onder hen de de Nederlander Ronald Raaijmakers. Hij is inmiddels vrij, maar Artsen zonder Grenzen wil garanties van de guerrilla. Zo niet, dan geen hulp meer. Ook de Bre dase fotograaf Jan van Veen werkt voor Artsen zonder Grenzen. Hij ondersteunt de organisatie met zijn foto werk. Van Veen is net terug uit Ethiopië. Werken was voor hem nauwelijks mogelijk. Eerst lanterfanten en soebatten bij de autoriteiten. Dan onder toezicht van een 'oppasser' foto's maken. Niet meer dan vijf dagen en daarna zo ongeveer het land uitgeschopt. Jan van Veen, bezocht al andere 'moeilijke landen' zoals Soe dan en Albanië. Waarom opnieuw Etiopië? „Omdat ik wilde weten wat er daar gebeurde. Stel je voor, Bob Geldof, Eén voor Afrika.ze vliegen 300 miljoen voedsel dat land in en nu, een jaar verder, weer een hongersnood voor de deur. Hoe komt dat?" Vergunningen Vriendelijk zijn ZATERDAGIO 27 FEBRUARI 19881c Onder de indruk Tegenstellingen rr\ Gray Power oranje schree beek het de maar uit alles voor oud-milit Want er is wat na dood, belet onzin vonden kende militaire ger in stand t< markante com voor miljoener hield zijn mon een modern ri jaar, wil Bront len. In het hoo ding van de bi laten zien hoe E Door Paul de Schipper „Vanuit de lucht zie je de troepenbewe gingen. Lange kolonnes met afweerge schut, tanks en pantserwagens trekken er de bergen in. 's Nachts hoor je schieten. Er zijn hulpverleners die 's avonds naar de steden komen, omdat ze zich daar vei liger voelen, 's Morgens worden de ge wonden binnengebracht, meestal bur gers. Ze zijn op een mijn gelopen of heb ben in een kruisvuur gezeten. Er zijn ook veel wapens onder de bevolking. In de dorpen vechten boeren hun onderlinge twisten uit met een Kalashnikov". Etiopië december 1987. Twee jaar na Bob Geldof, Live-Aid en Eén voor Afri ka, dreigt opnieuw hongersnood in Etio pië. Dit keer gaat het om 3,6 miljoen mensen. Ontwikkelingsorganisaties alar meren de wereld. De EG maakt onmid- delijk 23 miljoen gulden vrij voor nood hulp. Maar in het westen geven we met één hand en met de andere richten we een beschuldigende vinger naar de nieuwe burgerregering van president Mengistu. Zijn voorganger, keizer Haile Selassie, zweeg zijn landgenoten vroeger letterlijk dood, want van hongersnood wilde hij niet horen. Mengistu wil wel buitenlandse hulp, maar voert ondertus sen een radicale 'hervestigingspolitiek'. Van staatswege geleide volksverhuizin gen vanuit de onrustige noordelijke pro vincies naar meer vruchtbare gebieden. Dat heeft tienduizenden naamloze do den gekost. Alleen al in 1986 werden er 700.000 mensen verhuisd, met bussen, met vrachtauto's en met vliegtuigen. Volgens waarnemers vervallen de mar xistisch geïnspireerde regeerders in Ad dis Abbeba in dezelfde fouten als des tijds Stalin in Rusland. Het is om die re den dat de politici van de democratische naties in het westen liever slechts mond jesmaat steunen. Voor landen Als West- Duitsland, Groot-Brittannië en ook Ne derland staat het rode Etiopië politiek op een zwarte lijst. Slechts in uiterste nood wil men wil helpen. Die uiterste nood doet zich regelmatig voor. Zo ook december vorig jaar. Dat verbaasde gëïnterseerde waarnemers. Ook Bredanaar Jan van Veen vroeg zich af: Is het nu al weer zover. Hij pakte zijn fotospullen en vertrok. Maar over water lopen is vaak makkelij ker dan reizen in Afrika. En dan praten we nog niet over werken. Vanaf de Sa hara tot in Kaapstad kent zowat elk re gime een oerwoud van reisvergunningen. Van stad tot stad en van dorp tot dorp hebben plaatselijk ambtenaren hun eigen opvattingen over noodzakelijke stempels en handtekeningen. De tijdvretende bu reaucratische jungle is vooral een gevolg van de onveilige situatie in veel Afri kaanse landen. Het algemene beeld: de regering regeert de steden en controleert de belangrijkste wegen. De rest is een duister niemandsland, veelal betwist door allerlei opstandige bewegingen. Voorbeelden van zulke landen zijn: An gola, Mo9ambique, Uganda, Tchad, So malië, Sudan en Etiopië. Van Veen: „In Etiopië heeft elke provincie z'n eigen clubje. De regering wekt de indruk dat de ze heel Etiopië controleren, maar de regering heeft alleen de steden. Die zijn afgeschermd door een ring van militai ren en door defensieve versterkingen. Rond de vliegvelden staat afweerge schut. In de steden merk je daarom ook weinig van de oorlog in de provincie. Wat er op het platteland gebeurt laten ze maar een beetje zitten". De bureaucratie in Addis Abbeba. „Ik had een afspraak met een mannetje van het ministerie van informatie om de ver gunningen te regelen. Ik had gerekend op een week. Op maandag kwam ik aan en ik heb tot vrijdag gewacht. Dan zou alles klaar zijn. Ik ging kijken, niet klaar. Ik had ondertussen wel gehoord, dat m'n naam op een zwarte lijst zou staan. Ach teraf bleek dat om een misverstand te gaan. Toen moest er nog een begeleider komen. Zonder begeleider van de veilig heidsdienst mag je daar niet fotografe ren. Hij kijkt over je rug mee om te zien welke foto's je maakt. Affijn op een za terdagmorgen, ik maar staan soebat ten.die kerel bellen en nog eens bel lenik maar pratenen ja hoor, ze hadden nog een begeleider. Die deed te gelijk dienst voor een Belgische camera ploeg. Die waren daar om de hulpvluch- ten van de Belgische luchtmacht te fil men. Alles goed en wel, maar toen had ik nog steeds geen reisvergunning. Kun je je voorstellen? Twee weken in zo'n land en nog geen foto gemaakt?" „Die zaterdagmiddag zou ik in een Her cules 130 van de Belgen mee kunnen vliegen naar Asmara, een van de plaat sen waar ze voedsel verdelen. Zonder pa pieren ben ik ingestapt. Uit de lucht mocht ik niet fotograferen. Die Belgen W E k. D Tuberculose-patiënten In het hospitaal van TIgray In Etiopië. FOTO'S JAN VAN VEEN Hoop en wanhoop in beeld Voedseldistributie door het Rode Kruis. vonden het wel vermakelijk dat die op passer steeds achter me stond, maar ik werd er nogal chagrijnig van. Op een ge geven ogenblik hebben ze hem achter de stuurknuppel gezet. Toen-ie een uurtje gevlogen had, draaide hij helemaal bij. Zodoende mocht ik ook naar buiten om het lossen te fotograferen. Ja, 'wees vriendelijk voor je vijanden', dan lukt het wel om wat te regelen". „Als ze gaan lopen, dan gaat het mis", dat zei Jan van Veen al voor z'n vertrek uit Breda, begin december. Door de snel op gang gekomen hulp uit het westen kregen we deze keer geen beelden van hongertochten zoals in 1985. „Nee, ze zijn niet gaan lopen", bevestigt Van Veen, „alleen in het noordwesten van het land is een vluchtelingenstroom op gang gekomen, naar de grens met Sudan. Dat is twintig dagen lopen. De vluchtelingen krijgen steun van de Relief Society of Ti- gre. Dat is een hulporganisatie die ideo logisch verwant is aan het Bevrijdings- froflt voor Eritrea. Onderweg hebben ze overal voedseldepots ingericht, maar die vluchtelingen, onschuldige mensen, en de depots worden gebombardeerd door de luchtmacht van Mengistu. Daarom lopen ze vooral 's nachts. Ik wilde er gaan kijken. Iemand zou me er naar toe brengen. Alleen, de man was niet op de afgesproken tijd op de afgesproken plaats. Nou ja, dat kan gebeuren in Afri ka". Wie is Jan van Veen? Eerst deed hij vrije projecten. Een van zijn onderwerpen: bedevaartsoorden in Europa. Santiago de Compostella, Lourdes en andere pel grimsplaatsen gingen aan z'n lens voor bij. Tot 1986. „Ik kwam in aanraking met de organisatie Artsen zonder Gren zen en raakte erg onder de indruk. Het is vooral de manier waarop ze, voorzien van de meest minimale middelen, de be nen onder hun kont vandaan lopen om mensen overal in de wereld te helpen. Hun optreden staat in schril contrast tot bijvoorbeeld het werk van de Verenigde Naties en al die andere ontwikkelings clubs, waarvan de functionarissen alle middelen hebben en gigantische salaris sen genieten". Jan van Veen maakt zijn foto's in eer ste instantie voor Artsen zonder Gren zen. „Voor fundraising. Ze gaan er de boer mee op. Met die foto's kunnen ze laten zien wat ze doen. En op die manier kunnen ze geld werven voor hun activi teiten. Tijdens mijn werk in Afrika geven ze mij faciliteiten. Ik kan gebruik maken van vliegtuigen en zij zorgen voor onder dak". Jan van Veen houdt van 'moeilijke lan den'. Toch heeft Afrika zijn voorkeur: „Het Afrikaanse continent fascineert me ontzettend. Ik voel me er zo toe aange trokken omdat je er zoveel tegenstellin gen hebt. Veel afscheidingsbewegingen, veel crises en af en toe een uitbarsting zoals zo'n hongersnood. En Afrika is mooi. Vlieg je over Etiopië dan zie je dat heel goed. Bergketens, oude massieven met afgeplatte toppen, dor de zon in alle tinten belicht. Daartussen droge rivieren en overal dorpen met huizen en hutten. „Het verschil met de situatie in '84 en in '85 is dat de hulpacties nu op tijd op gang gekomen zijn. Er is nu geen sprake van een hongersnood maar van een voedselcrisis meest opvallend was dat de mensen bij de voedseldistributie-plaat sen in goede conditie waren. De kinde ren renden huppelend achter me aan toen ik daar bezig was. Eigenlijk was ik daar wel büj om, want ik kom niet om alleen ellende te registreren". De wanhoop? „Het perspectief is heel somber. Er wordt, zoals in veel Afri kaanse landen, een noord-zuid conflict uitgevochten. Talloze afscheidingsbewe gingen blokkeren de ontwikkelingen. Al les wat je opbouwt wordt gesaboteerd. En valt er dan één of twee jaar geen re gen dan heb je op z'n minst weer een voedselcrisis. Onderontwikkeling, onvei ligheid, schuldenlast en het klimaat doen het land de das om". Officieel is er geen oorlog in Etiopië. Van Veen: „Er is geen oorlog, dus kun je die oorlog niet fotograferen ook. Toen mijn 'permit', mijn fotografeervergun ning, afgelopen was, hep ik wat te klooien in Asmara. Wat straatbeelden maken. Plotseling stuitte ik op een kon vooi van uitgebrande trucks. Ik wilde fo to's maken.kapotte auto's met mili tairen. Niks ervan. Ik kreeg een por in m'n ribben met de loop van een ge weer. doorlopen. Ik heb daar nog wat rondgelopen, maar op een gegeven mo ment had ik er m'n buik zo van vol, dat ik maar ben weggegaan, in de hoop dat ik door dat nette gedrag toch ooit het land weer een keer binnen mag komen". weehonderd jaar gele den werd de doorsnee -K„ mens nog niet half zo oud als vandaag en in 1880 kon Otto von Bismarck zonder op merkelijke risico's de pensioen leeftijd op 65 jaar stellen. We werden in die tijd door de bank heen 45 jaar. Slechts weinigen haalden de gezegende leeftijd van 65 en als er na een leven van noest werk nog wat tijd restte voor welverdiende aardse rust, werd die maar al te snel gevolgd door de eeuwige vrede. Nu zijn mensen van 65 nog jong. Hoeveel aangenamer zal het ouder worden in de 21e eeuw zijn? Dat ik aan ouder worden zit te denken is in de hand gewerkt door kille, met hagel doorschoten winterse buien, die me geselden tijdens een drieste expeditie in een nieuwbouwwijk. Ik had me ver keken op de kilte en de straffe wind en vluchten kon niet meer, zodat ik nu niezen uit stoot als knallende zweepsla gen, waarbij een onzichtbare ezel me steeds een trap tussen de schouderbladen geeft. Tweehonderd jaar geleden zou ik allang dood geweest zijn. Vervolgens blijven er grimmige beelden voor de geest komen uit een VPRO-documentaire van een paar zondagen geleden, waarin trieste en bittere aspec ten van de oude dag werden be licht en waarbij menig mens de schrik om het hart moet zijn ge slagen. „Zo wil ik niet oud wor den", hoorde ik in nauw verho len paniek om me heen roepen. We willen oud worden en ge zond blijven. Bij voorkeur niet aftakelen. Dat laatste is overi gens onvermijdelijk: de aftake ling begint op een breed front al zeer vroeg, zo rond de 30. Het blad 'Time' leek in een omslagartikel over 'De grijze revolutie' troost te verschaffen. Er werden enkele blikken be- jaarde miljonairs opengetrok ken en er waren opzienbarende voorbeelden van geriatrische vitaliteit. Hulda Crooks (91) werd weer eens van stal ge haald, de kranige vrouw die na het bereiken van haar 65e le vensjaar 97 bergen van wereld formaat heeft beklommen, re centelijk nog de magische Ja panse berg Fuji. Het blad sleurde de 74-jarige tandsarts James Jay uit de archieven, die met 51 andere zeventigers en vier tachtigers de marathon van Manhattan heeft uitgesjokt. (Ik meen dat er sprake is van sjok ken; niet om een krakkemikke- rig vertoon te suggereren, maar omdat joggers zich van een sukkeldrag bedienen). Even indrukwekkend is Ja- net, een mevrouw van 103, die zich nog met plezier in een felle tango stort en die op haar 89e besloot voor piloot te gaan stu deren. Valt er moed te putten uit zeldzame uitschieters als de ze, of uit het feit dat Ronald Reagan (77) op een paard kan worden waargenomen in de bergen van Santa Inez? Niet met pijn in de gewrichten, denk ik. Niet als u de marathon haat en de tango voor het laatst in 1940 hebt gedanst. Maar er zit meer in 'Time'. Rechtgeaarde gerontologen zitten hun tijd niet te verknoeien met het ver leggen van de uiterste leeftijds limiet voorbij de 115 en 120 jaar, maar ze concentreren zich op de kwaliteit van de oude dag. De helft van de bevolkings groep tussen de 75 en 85 jaar heeft geen gezondheidsproble men die speciale aandacht ver dienen en dat geldt voor een derde van de mensen die de 85 zijn gepasseerd. Niet kwaad dus en wederom vernemen we dat bejaarden een steeds in vloedrijker gezelschap worden met een enorm reservoir aan 'gray power". Het beeld 'oud en der dagen zat' is in zijn alge meenheid schromelijk overdre ven en oud worden is slechts voor een kleine groep een tra gisch aftakelingsproces, waarin de ineenstorting van het libido en seniliteit de sombere mijlpa len zijn. Maar als je een beetje tussen de regels doorleest, kom je in Time een gegeven tegen waar alle bejaarden, waar ook ter wereld, zich zorgen over moe ten maken. Ze worden namelijk te duur. De bescheiden Ameri kaanse versie van de AOW lijkt een zeker bankroet tegemoet te Nu reeds gaat een kwart van oe Amerikaanse overheids gelden naar de 12 procent van de bevolking die ouder is dan 65. En tezelfdertijd groeit een op de vijf Amerikaanse kinde ren op in bittere armoede en is de kindersterfte in de Ver enigde Staten een van de hoog ste in de geïndustrialiseerde wereld. Straks staan baby's en bejaarden tegenover elkaar op het sociale slagveld. Dat is erg. Ronald. Reagan: gray po wer. - FOTO AP i Door Erik Grut Aardappelen of rijst? 1 de bewoners van Bronl het tijd is voor de w; Enkelen worden daard innerd aan de verkeert ren geleden maakten: dië moeten blijven", zej len in Arnhem vooral Sumatra heb ik in al dit gehad. Het regende dan hadden we maai last van. We hebben 1 hoor, maar weet u, het dan in Indië." Voor buitenstaande onmogelijk om met v< militairen in Bronbeek te praten dan Indië. - hoe vaag ook - moet gen. Generaal b.d. W commandant af, knikt hoofd. „Ze hebben elkaar treure verteld, nu moett tegen mensen die hie wandelen om het musei komen er niet meer van 'Knillers' worstelen dat ze nooit de baas blijven steeds minder over. Onder de precies van het militair tehuis 1 tien mannen uit het Ind de overhand. Maar bij leum, over 25 jaar, zal seum herinneren aan Nederlandse beroepsmi chipel beleefden. Dé Bronbeker behooi vend ras. Het tehuis is het exclusieve domein Indië hun krachten gave onder de knoet te hoi niet lang meer of Bronbi blik van een 'gewoon' voor hulpbehoevende worden de gangen er ge' nen en de muren gesier en moeten bezoekers be te komen. „Een gewoon bejar wordt het", bevestigt E voor oud-militairen die niet langer kunnen verdi ger alleen kunnen leven. 'IS e rr van Bronbeek heeft mee: de buurtbewor jaar geleden streden houd van Bronbeek, nu heftig tegen de toe van het tehuis.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 30