DE STEM
DE POLITIE MOET
BESTAND BLIJVEN
TEGEN HAAR TAAK
LI
AMER
.AND
ZATERDAG! H
30 JANUAR119881
Zeeland
(M/V)
e Nederlandse politie schiet zel
den of nooit, gevangenen hebben keurig een cel voor
zich, undercover-agenten worden slechts sporadisch
ingezet, het heenzenden van verdachten op borgtocht
is nimmer gebeurd en samenzwering is niet strafbaar.
Nóg niet, vrezen critici van minister Korthals Altes
(Justitie). De afgelopen weken kwamen Korthals Altes
en diens adviseurs met een aantal voorstellen die, al
lemaal bij elkaar opgeteld, de conclusie lijken te recht
vaardigen dat de Nederlandse politie en justitie harder
worden in hun optreden. „De minister kijkt te veel
naar Amerikaanse politiefilms", liet de voorzitter van
de Coornhert-liga, de vereniging voor strafrecht-her
vorming, zich onlangs ontvallen. Maar aan de andere
kant zegt hoofdcommissaris J. Blaauw van de ge
meentepolitie te Rotterdam: „leder zichzelf respecte
rend dealertje loopt tegenwoordig met een blaffer
rond". Krijgen we straks Miami Vice in de Dorps
straat?
Meneer X
Schieten
Samenwerking
Undercover
Borgsom
I' m A m mmm
W E
10
D
is eert algemeen psychia-
igentijdse inzichten in de
|n, een polikliniek, 26 plaatsen
'eafdeling te Middelburg,
omst worden uitgebreid tot
?n een afdeling voor deeltijd
aam.
deling Zeeuwsch-
<t ervaring in het werken met
aanbeveling.
is afhankelijk van leeftijd en
3 overige arbeidsvoorwaarden
ïkomstig de CAO voor het Zie-
:en.
over deze funktie kunt U in-
pe heer T.M.P. Nillessen, afde-
tel.01180-26052.
sollicitaties, onder vermel
dt vakaturenummer linksboven
oppe, kunt U binnen 10 dagen
het hoofd van de dienst per
en van het Psychiatrisch Zie-
eland, Postbus 253, 4460 AR
Door Ad Burger
Ger Koffeman, voorzitter van de groot
ste Nederlandse politiebond ACP, wil er
niets van weten. „Amerikaanse toestan
den? Een harder wordend poütie-optre-
den? Nee, het is beslist niet zo dat de
Nederlandse politie verhardt. Ze moet
zich natuurlijk wel aanpassen aan de
ontwikkelingen binnen het criminele mi
lieu".
Koffeman constateert dat de omvang
van de georganiseerde misdaad „de laat
ste jaren gelukkig gelijk gebleven is",
"maar dat het karakter anders, harder is
geworden. „De zware criminaliteit
overvallen, ontvoeringen - overschrijdt
steeds nieuwe grenzen. En tegen die ach
tergrond moeten we ons goed beseffen
dat de Nederlandse politie zo moet kun
nen functioneren dat ze haar taak - het
beschermen van de veiligheid van de Ne
derlandse burgers- naar behoren kan
voldoen. Dat vergt soms aanpassingen".
Die aanpassingen kunnen bijvoor
beeld bestaan uit het aanscherpen van de
bevoegdheid van de politie om over te
gaan tot fouillering van personen. In de
toekomst, als de nieuwe politiewet al
thans in die zin veranderd wordt, krijgen
de agenten ook de mogelijkheid mensen
te fouilleren die niet direct van een mis
drijf verdacht worden, nu is het zo dat
officieel alleen verdachten van een mis
drijf op hun kleding mogen worden on
derzocht.
Koffeman noemt die aanpassing van
de wet, door de minister in een memorie
van antwoord aangekondigd, „een feno
meen waar de politie heel erg lang op
heeft zitten wachten". „In feite werd het
al langer toegepast. In 1975, nadat een
politie-agent door een lid van de Rote
Armee Fraktion was neergeschoten, heb
ben veel korpschefs een dienstorder
doen uitgaan om ook niet-direct-ver-
dachten te fouilleren. Dat deden ze van
uit hun directe verantwoordelijkheid
voor de veiligheid van hun eigen men-
De ACP-voorzitter noemt een fictief
praktijkvoorbeeld waarin veiligheids
fouillering nu officieel niet en straks wel
mag. Een meneer X staat bij de politie
bekend als vuurgevaarlijk. De politie
krijgt een telefoontje van de buurvrouw
van X die vertelt dat X van plan is in een
bepaald café ruzie te gaan maken. De
politie komt bij het café X tegen. „Nu is
het zo dat de politie officieel moet wach
ten met het fouilleren totdat X amok
gaat maken. Dan moet de politie ingrij
pen, waarbij de kans groot is dat X zijn
vuurwapen trekt. Wat is er dan op tegen
om uit voorzorg X nog voor hij het café
binnenstapt, te fouilleren
Het PPR-kamerlid Peter Lankhorst,
die als een van de weinigen in de volks
vertegenwoordiging niet meedoet aan de
roep om meer law and order, denkt er
heel duidelijk anders over. Hij vindt dat
het fouilleren van niet-verdachten „niet
niks". „Daar moeten we vreselijk voor
zichtig mee omspringen". De redenering
van de poütiebonden kan Lankhorst be
grijpen, maar onderschrijven wil hij haar
geenszins: „Het is zo'n beetje hetzelfde
als in de discussie rond de 120 kilometer.
Daar geldt als argument: iedereen rijdt
in de praktijk 120 in het uur, dus moeten
we de maximum-snelheid maar verho
gen. Je kunt natuurlijk ook zeggen: we
houden de maximum-snelheid op 100 ki
lometer en gaan overtreders daadwerke
lijk aanpakken. Zo ook in dit geval: vei
ligheidsfouillering is al praktijk, dus ge
ven we het maar een wettelijke basis. Wij
vinden: nee, het is niet geregeld, dus
moeten we ermee stoppen. Op zo'n ma
nier sluipen namelijk allerlei veranderin
gen ons rechtstelsel binnen".
Koffeman is er zeker van dat een
agent niet zo snel misbruik zal maken
van een ruimere fouilleringsbevoegdheid,
niet in de laatste plaats omdat een agent
die in de fout gaat, het risico loopt daar
voor berispt te worden. Lankhorst echter
heeft van die mogelijkheid van controle-
achteraf niet zo'n hoge pet op. „Laten
we wel wezen, een agent moet het wel
heel erg bont maken wil hij worden te
ruggefloten. Bij politie en justitie heerst,
overigens best begrijpelijk, de mentaliteit
dat men elkaar tot in hoge mate dient te
dekken", is het PPR-kamerlid van me
ning.
Veel meer dan voor de uitbreiding van
de fouilleringsbevoegdheid is Lanldiorst
bevreesd voor de uitwerking van het rap-
port-Heijder over het vuurwapengebruik
door de politie. Hij ziet daarin een uit
breiding van de mogelijkheid van de po
litie om te schieten. „Een agent kan wat
ons betreft alleen schieten als er werke
lijk sprake is van een levensbedreigende
situatie", is Lankhorst resoluut. En om
dat de commissie-Heijder ook vindt dat
de poütie mag schieten bij van gevaar
voor herhaling (recidive) van een zwaar
misdrijf, zal de politie in de toekomst ze
ker sneller schieten.
Koffeman betwijfelt of het in praktijk
brengen van de aanbevelingen van de
commissie-Heijder tot een sneller schie
tend politiekorps zal leiden. Hij consta
teert dat de nieuwe richtlijnen meer dan
nu aangeven in welke situaties precies
een agent mag/moet schieten. „Nu is er
volgens de geweldsinstructie reden tot
vuurwapengebruik door de politie bij
ontdekking van een op heterdaad van
een misdrijf dat een ernstige inbreuk
vormt op de rechtsorde. Da's nogal een
ruime omschrijving, het wordt nu aan
een agent overgelaten om te bepalen wat
een ernstig en wat een niet ernstig mis
drijf is. Door praktijkgevallen te om
schrijven, heeft Heijder geprobeerd de
schietwaardige situaties nader aan te ge
ven. Er is niet zozeer sprake van uitbrei
ding, maar van aanscherping, van een
betere definiëring".
Maar, zo vraagt Lankhorst zich af,
mag je een politie-agent het wel aandoen
om al die praktijkvoorbeelden uit het
rapport uit het hoofd te laten leren. Mag
je van een politie-agent verwachten dat
hij in die paar seconden dat hij moet be
sluiten over wel of niet schieten, alle
voorbeelden uit het rapport-Heijder de
revue laat passeren. Een agent zal de
aanbevelingen uit het rapport zien als
verruiming van zijn schietbevoegdheid
en dus sneller geneigd zijn het pistool te
trekken. „En dan", aldus het Kamerlid,
„krijg je een spiraalwerking. Omdat de
criminelen weten dat de politie mis
schien sneller de trekker overhaalt, zul
len ze zich beter bewapenen".
Meer schieten en eerder fouilleren is vol
gens J. Blaauw, hoofdcommissaris van
de gemeentepolitie in Rotterdam en
zoon van de rijksveldwachter te Princen-
hage, niet de eerste manier om de zware
criminaliteit tegen te gaan. Blaauw, die
De politie laat nu nog het dienstpistool veelal veilig opgeborgen In de holster zitten. Critici van Korthals Altes vrezen dat straks, met ruimere bevoegdheden, de agenten
schletgrager zullen zijn.
Mag het ietsje harder zijn?
Politiebond-voorzitter Ger Kof
feman: .geen optelsom ma
ken.
- foto de stem oick de boer
PPR-Kamerlld, Peter Lank
horst: vreselijk voorzichtig
mee omspringen.
- foto de stem /johan van gurp
De Rotterdamse commissaris
Blaauw: aanpak van de geor
ganiseerde, zware misdaad zeer
hard nodig.- fotoanp
bekend staat als een man van de harde
lijn als het om de aanpak van zware cri
minaliteit gaat, hamert op betere samen
werking tussen politiekorpsen onderling.
Er moeten regionaal samengestelde
opsporingsteams komen die zich in een
bepaalde zaak kunnen vastbijten. „Nee,
ik wil geen superpolitie of FBI, daarvoor
is Nederland eenvoudigweg te klein",
probeert Blaauw al bij voorbaat even
tuele critici van zijn voornemen het gras
voor de voeten weg te maaien. Dergeüjke
teams moeten eigen bevoegdheden heb
ben, vindt de Rotterdamse poütiechef.
Hij realiseert zich maar al te goed dat
hiervoor de medewerking van korpschefs
en burgemeesters nodig is. „Die zullen
een stukje van hun bevoegdheid moeten
inleveren. En jammer genoeg wordt daar
zoveel over gepalaverd dat het van een
echte, gerichte aanpak van de zware cri
minaliteit nog niet is gekomen".
Blaauw ziet in ieder geval één licht
puntje: bestrijding van de zware mis
daad wordt nu, niet in het minst naar
aanleiding van de affaire-Heijn, serieus
genomen. Jarenlang heeft het accent te
veel op de bestrijding van kleine, veel
voorkomende criminaliteit gelegen, is
Blaauw van mening. „Toen ik jaren gele
den vroeg om voorrang voor een effec
tieve bestrijding van de zware misdaad,
noemde menigeen mij smalend een
crime-fighter. Goed, ik ben een crime-
fightermaar mag ik alsjeblieft
Volgens Blaauw is aanpak van de ge
organiseerde, zware misdaad zeer hard
nodig. De zware criminaliteit heeft zich
in Nederland goed kunnen ontwikkelen
bij gebrek aan effectieve bestrijding en
de politieke wil er iets aan te doen. En
als dat zo doorgaat, voorspelt Blaauw,
ondermijnt dat zeer direct de democrati
sche rechtsstaat. De politiechef: „Geor
ganiseerde zware misdaad en corruptie
gaan bij wijze van spreken hand-in-
hand. Een Zuidamerikaans land als Co
lombia is een voorbeeld van hoe de geor
ganiseerde misdaad alles in één land
naar haar hand kan zetten. Rechters, of
ficieren van justitie, politici zijn daar
hun leven niet zeker. Ik zeg niet dat we
in Nederland snel zo'n situatie zullen
krijgen, maar we moeten ervoor waken
dat de georganiseerde misdaad een greep
op de samenleving krijgt".
Een dergehjke harde aanpak van de
zware misdaad mag in de ogen van de
Rotterdamse hoofdcommissaris ook best
wat kosten. „Goede politiezorg mag toch
zeker geld kosten. Als Justitie dat geld
niet heeft, dan moeten we het maar el
ders halen. Ik heb al eens eerder ver
klaard dat we dan maar één procent van
de begroting van Defensie moeten aan
spreken. Haal die extra centen voor de
binnenlandse veiligheid dan maar af van
het budget voor de externe veiligheid".
In de strijd tegen de maffia en drugssyn
dicaten gebruikt de Amerikaanse politie
het wapen van de undercover-agent. De
politieman die, zich voordoend als crimi
neel, de zware misdaad van binnenuit
wil bestrijden. In Nederland is een com
missie onder leiding van de Alkmaarse
hoofdofficier Josephus Jitta bezig te on
derzoeken of dergehjke praktijken zich
ook lenen voor toepassing in Nederland.
Lankhorst, Koffeman en Blaauw stel
len zich uiterst terughoudend op. Het
PPR-kamerlid wijst erop dat de activitei
ten van een undercover-agent niet of
nauwehjks door derden, bijvoorbeeld het
parlement, gecontroleerd kunnen wor
den. Koffeman en Blaauw wijzen op de
moeihjke situatie waarin de 'mol' in het
criminele milieu kan komen te verkeren.
Koffeman: „Mensen die dit werk doen,
balanceren aan de rand van de wet. Wel
iswaar aan de goede rand, maar toch aan
de rand. Er zijn nog meer risico's: ze
hebben te maken met criminelen die ner
gens voor terugdeinzen. Ik wil politie
mensen behoeden voor het dilemma om
zich in dat milieu te bewijzen. Iemand
kan bijvoorbeeld zo in de knel komen
dat hij, om zijn 'criminele' integriteit te
bewijzen, iemand anders zou moeten do
den".
Politiecommissaris Blaauw ziet verder
het gevaar voor 'besmetting'. Een infil
trant moet met tussenpozen twee tot drie
jaar onderduiken in de criminele wereld.
„Dan is de kans op uitglijders minder
groot. Als je constant met modder om
gaat, loop je de kans met modder besmet
te raken. En de integriteit van de politie
man en van het politiekorps is me dat
niet waard", aldus de korpschef. Blaauw,
die om 'recherche-tactische overwegin
gen' infiltratie niet helemaal wil uitslui
ten, vraagt zich tenslotte af of Nederland
wel geschikt is voor dergehjke praktij
ken. „Het milieu is beperkt. In de VS
kan je een agent uit New York in Los
Angeles laten infiltreren. Hier kan dat
absoluut niet. De kans dat je bijvoor
beeld als infiltrant in Breda de crimine
len tegen het hjf loopt die jou als politie
man uit Rotterdam kennen, is groot".
Even Amerikaans als de undercover
agent hjkt de borgsom, die Korthals Al
tes heeft genoemd als wapen in de strijd
tegen het cellentekort in de Huizen van
Bewaring. Verdachten in voorarrest te
gen wie al het bewijs is verzameld en die
niet levensgevaarlijk zijn, mogen tegen
betaling van een borgsom op vrije voeten
tot het moment dat ze voor de rechter
moeten verschijnen. Die suggestie wordt
door de drie zeer resoluut van de hand
gewezen. Alle drie vinden ze dat hier
door tezeer de criminelen met veel geld
worden bevoordeeld. Lankhorst: „Ik heb
begrepen dat de minister vooral denkt
aan drugshandelaren. Die hebben echter
zoveel geld, dat ze er hun hand niet voor
zullen omdraaien om een riante borgsom
te betalen en daarna het land uit te
vluchten om gevangenisstraf te ontlopen.
Wat is immers een borgsom van enkele
tonnen voor een drugshandelaar die al
leen maar in miljoenen denkt
Voor de borgtocht hjken maar weinig
voorstanders te vinden, maar veiligheids
fouillering en een grotere schietbevoegd
heid kunnen in ieder geval rekenen op
een welwillende ontvangst in de politie
korpsen in bij de meerderheid van het
parlement. Koffeman en Blaauw zijn
echter geenszins van mening dat er hier
door veel zal veranderen. De opwinding
over deze beleidsaanpassingen zoeken zij
dan ook voor een belangrijk deel in de
'ongelukkige' manier waarop ze in de pu
bliciteit zijn gebracht. Koffeman: „Vei
ligheidsfouillering, het vuurwapenge
bruik, de borgsom, ze hebben feitelijk
niets met elkaar te maken. Doordat ze
kort na elkaar bekend worden, loop je
het gevaar dat ze op één hoop worden
gegooid. Maar je mag dat niet doen, je
mag er geen optelsom van maken waar
van de uitkomst is dat de poütie op zijn
Amerikaans gaat werken".
Ook Blaauw weerspreekt dat „er bin
nen de poütie de roep zou bestaan om
meer bevoegdheden". „Alles bij elkaar
op een hoop geveegd, wekken de maatre
gelen die indruk. Maar die indruk klopt
niet".
Dat die indruk wordt gewekt, ügt voor
een belangrijk deel bij de poütiek en
vooral de verantwoordeüjk minister
Korthals Altes. Lankhorst verwijt hem
een incidenten-beleid. Een incidenten-
beleid dat bovendien de vraag over de
eigenüjke oorzaak van criminaüteit on
besproken laat. Het Kamerüd: „Crimi
naüteit kun je aüeen voorkomen door
een goed inkomensbeleid, een goed
drugbeleid, noem maar op. Wil je crimi
naüteit voorkomen, dan heb je het over
meer geld voor onderwijs zodat jongeren
gemotiveerd en kwaütatief goed onder
wijs krijgen. Dan heb je het niet over be
zuinigingen op jeudgdwelzijnswerk.
Zoiets werkt averechts. Het staat met zo
veel woorden in het kwartaalverslag van
de poütie van Ede - bepaald niet een
ünkse gemeente - de jeugdcriminaüteit
in een bepaalde wijk is sterk gestegen na
dat om bezuinigingsredenen een jeugd
honk moest worden gesloten. Tel uit je
winst".
Blaauw verwijt 'de poütiek' dat ze al
leen maar reageert op korte termijn en
bovendien de daad vergeet bij het woord
te voegen. De hoofdcommissaris: „De
laatste jaren heb ik achtereenvolgens te
horen gekregen van het parlement: we
willen meer aandacht voor kleine crimi
naüteit, meer aandacht voor helingbe
strijding, meer aandacht voor het beteu
gelen van de vuurwapenhandel, meer
aandacht voor milieu-deücten en ga zo
maar door. De poütie mot overal aan
dacht voor hebben en alles möt top-prio-
riteit krijgen. Moeten ze mij eens uitleg
gen hoe dat moet".
En even later, teruggekeerd naar zijn
favoriete gespreksonderwerp, de bestrij
ding van de zware misdaad, zegt
Blaauw: „Tekenend is de manier waarop
de poütiek met die zware criminaüteit
omgaat. Jaren hebben ze zich daaraan
niks gelegen laten liggen, we krijgen de
zaak-Heijn en iedereen aan het Binnen
hof schrikt wakker. En het rare is dan
dat ze op oudjaarsavond om maatregelen
roepen, die ze het üefst op nieuwjaarsdag
al ingevoerd willen zien".
de krant.