[ie Bredase ad jn nek uit DE STEM Van Duin weer tussen de dieren Haagse Comedie in fraai jubileumboek ius KvK Breda: vanaf februari NIEUWE TV-SERIE 'ANIMAL CRACKERS' VOOR WERELD NATUUR FONDS Zilveren CJP voor Piet Swerts r ICHOOL NAAR 2000 Twee gedachten Uitgangspunt DONDERDAG 28 JANUARI 1988 HILVERSUM - De bekendste roodharige van Nederland staat voor de wilde beesten. Hij steekt een prei in zijn mond en bukt zich. Een slurf gaat teer naar voren, een slikkende beweging. Ontspanning Zwierigheid in Holland Het gebaar Vlaamse wandtapijten Volkse beelden Gerestaureerde stad 9 Schoolraad Breda' heeft met zijn opdracht van een katholieke toch zijn nek uitgestoken. Mis ink. Maar zich beroepend op rea Ice ke r- in er en o- ks :e- eit .0- ;n, an die de overtuiging heerst dat de katholieke geloofsgemeen schap - ondanks veelvuldige menselijke tekorten - draag ster is en blijft van fundamen tele evangelische waarden die voor de hele samenleving van nu en in de toekomst onmis baar zijn; voor christenen én niet-christenen. In de praktijk zal dan het beste wat de katho lieke geloofstraditie in huis heeft, aan alle leerlingen moe ten worden aangeboden via een vormingsaanbod. Dat is dus wel wat anders dan het onderwijzen van de volledige katholieke geloofs- en zedenleer. Maar geen mis verstand: op scholen, waarop de situatie zich wel goed leent voor strikt godsdienstonder wijs, moet dat gewoon gegeven worden. Doch echte katechese veronderstelt dat leerlingen zich reeds werkelijk op de weg van het geloof bevinden. Een algemeen programma dat van die veronderstelling uitgaat, is op de meeste katholieke scho len niet meer mogelijk omdat die veronderstelling niet strookt met de werkelijkheid Wat van de katholieke school verwacht mag worden, is vol doende tijd en zorg voor le vensbeschouwelijk onderwijs, waarbij uitdrukkelijk aan bod komt hoe katholieken tegen het leven aankijken. In een bepaald opzicht hinkt de Bredase schoolraad toch wat op twee gedachten. Of beter wel licht: heeft hij niet gekozen. Namelijk bij de vraag of school nog wel een plaats is voor godsdienstige opvoeding en geloofsonderricht; of de pa rochie daar niet het meest geëi gende kader voor is geworden. De kritiek dat het bij evan gelische waarden gaat om waarden die men overal kan vinden, wijst de schoolraad van de hand. Wie dit zegt, onder schat te zeer de kritische func tie van het evangelie. „Als in de onderwijspraktijk kennis al leen gezien wordt als het in be zit krijgen van de werkelijk heid, als onderwijsdoeleinden feitelijk slechts bijdragen aan het voldoen aan de eisen van een gesekulariseerde welvaats- maatschappij of aan het over leven van de sterkste, kan met niet zeggen dat in zo'n school de evangelische waarden wor den hooggehouden en uitgedra gen", preciseert de raad. Katholiciteit en een onverschil lig leerkrachtencorps ver draagt elkaar niet. De Bredase schoolraad neemt de feitelijke situatie tot uitgangspunt van beleid. Onderdeel van die feite lijkheid is dat op menige ka tholieke school onverschillig' heid is gegroeid ten aanzien van de identiteit. Die situatie kan men niet laten voor wat ze is. Van een zuiveringscam pagne wil de schoolraad niets weten. Misschien wel een strik ter benoemingenbeleid? Dr. Jansen stelt het probleem an ders. De katholieke identiteits vraag ligt bij leerkrachten pro blematisch wanneer die geï dentificeerd wordt met kerk(instituut). Ontkoppelt men die twee, laat men de leef regels die de kerk stelt, even voor wat ze zijn en richt men de aandacht op de vraag welke grondinspiratie men als katho lieke school boven tafel wil ha len en waar maken, dan blijkt die onverschilligheid in de praktijk heel wat geringer. Op die koers wil de schoolraad met de scholen varen. cteur in het gebouw van de Ka mer van Koophandel in van Breda, beslaat tien donder- ra- dagavonden en begint eind Me- februari. -urs Behandeld worden onder sus meer onderwerpen als ex- en portmarketing, export- srt- marktonderzoek en docu mentatie, keuze van distri butiekanalen, betalings voorwaarden, export en iden verkoopprijs en expeditie. T2 Door Jan Koesen Als een eenhapscracker verdwijnt de groente in de oli fantemuil. Dertig fotografen klikken, flitsen en snorren. André van Duin verovert Burgers Dierenpark en dat al lemaal voor een goed doel: het Wereld Natuur Fonds. Volgende halte: de neushoorns. Twee giganten staan roerloos als de komiek zijn act herhaalt Ze zijn niet geamuseerd. Als André een onverwachte bewe ging maakt, maakt een van de kolossen van schrik bijna een dubbele rietberger. De prei blijft liggen. De kamelen zijn wat in schikkelijker. Ze zijn geneigd een boterman uit handen van Van Duin aan te nemen en slobberen bijna die handen mee op. Arrogant kijken ze naar een plek ongeveer twee meter boven de tamelijk lange gedaante van de mens voor hen. Een emoe grist een boter ham weg en rent met schud dende pluimkont weg. Iets wits en harigs op vier poten over weegt de snack, maar schudt bedaard het hoofd. De media raken door het dolle. Binnen luttele minuten razen er tien tallen films door de camera's, lijkt het dierenpark een arma geddon van bliksemschichtea André van Duin werkt gedwee zijn promotieplichten af. „André, hier kijken. Hier Dré. Meneer Van Duin, kan het nog een keer. Mooi André, houen zo". André poseert als de professional die hij is. Een grijns op commando, een scheve bek voor een dames blad, een koddig verbazen voor een te grote dagbladcombina tie. Vele miljoenen zullen in de komende maanden van hem en zijn dierenfilmpjes genieten. Komende dinsdag start Van Duin voor de TROS met een reeks van 13 filmpjes van ieder 6 minuten, getiteld 'Animal Crackers'. Het is een hulde aan de mens in het dier. In 1986 had Van Duin al een versie van 20 minuten gemaakt, die naar Montreux werd gestuurd om mee te dingen naar de Gouden Roos. In deze film maakte hij van een oude en beproefde for mule gebruikt, maar wel zo flitsend en vindingrijk dat bijna van een nieuwe, komi sche vorm gesproken mag wor den. De formule lijkt eenvoudig. Film een reeks dieren in kod dige situaties en zet daar gekke stemmetjes bij. Van Duin zette er zijn grote talent achter. Ne derland lag krom. Maar in Montreux was het internatio nale publiek er niet zo weg van. Producer Joop van den Ende: „Ze vonden die film van 20 mi nuten te lang. We hebben er nu kleine filmpjes van gemaakt van een paar minuten die iedere komiek in de hele we reld kan kopen. Kijk, in een filmpje laat André een struis vogel een lied van de Zangeres Zonder Naam zingen, maar een Britse komiek kan daar na tuurlijk een ander lied bij zoe ken". Voor de TROS hebben Van Duin en Van den Ende een splinternieuwe reeks van 13 'Animal Crackers' gemaakt, waarin de ervaringen opge daan met de oer-Cracker zijn verwerkt. Aan het einde van elk filmpje komt André zelf in beeld, in het gezelschap van de zes maanden jonge orang oetang Sabienije met wie hij onderhoudend praat en ten slotte aandacht vraagt voor het Wereld Natuur Fonds. Met zijn vorige Cracker had hij zo'n André van Duin en het aapje Sabrina in Burgers Dierenpark in Arnhem,. - foto anp succes dat de milieuorganisatie er liefst 100.000 leden bij kreeg. Ook van de nieuwe Crackers heeft het WNF de hoogste ver wachtingen. Als André even onverbiddelijk toeslaat als de vorige keer, zullen er straks wel 250.000 leden zijn en daar is het WNF zeer gelukkig mee. André: „Die filmpjes zijn voor mij een hobby, een ontspan ning. Ik maak ze als ik 's avonds thuis kom. Ik heb een eigen video- en audiostudio. Met het maken van de filmpjes zijn we zo'n twee, drie maan den bezig geweest. We hebben alle dierentuinen van Neder land bezocht. Ik heb geloof ik zo'n 150 video bandjes van elk 20 minuten en die kijk ik alle maal door. Een dier kun je niet regisseren. Je zet die camera neer en je hebt maar af te wachten of er iets leuks ge beurt. En als ik die beelden zie, dan bedenk ik er de grappen bij. Grappen met apen liggen erg voor de hand. Ik heb een bruine beer erbij die een soort van Ome Joop is, maar ook heb ik een koe die op een andere koe klimt en dan zeg ik iets over een auto die aangeduwd moet worden en haal ik er het geluid van een zwoegende accu bij. Niet elk dier ligt me even veel. Met krokodillen heb ik niet zo veel. En wat moet je met een duizendpoot doen? Ach, dan haal je het geluid van een militaire colonne erbij en dan is het ineens leuk. Ik heb trou wens überhaupt veel contact met dieren. Thuis heb ik twee honden. Als ik thuiskom, ga ik met ze praten en praten ze te rug, zo van „Ik heb lekker ge dronken, nu ga ik pissen." DEN HAAG (ANP) - De Belgische componist Piet Swerts (27) is het Zilveren CJP toegekend. Hij kreeg de onder scheiding gisteren in de BRT-studio's bij de opnamen voor het jongerenprogramma Klimop dat zaterdag wordt uitge zonden. De jaarlijkse prijs van de gecombineerde organisaties van Vlaanderen en Nederland voor het CJP (Cultureel Jongeren Pas poort) gaat naar Swerts voor zijn compositie 'Rotations' die werd gekozen als verplicht werk voor deelnemers aan het Koningin Elisabethconcours. Aan het Zilveren CJP is een geldsom van 1.200 Ecu verbonden. Deze Europese munteenheid onderstreept het internationale ka rakter van de onderscheiding en staat voor iets minder dan 3.000 gulden of ruim 52.000 Belgische franken. Eerder ging de prijs naar o.a. Jules Deelder, Urbanus, Tone Brulin en Ramses Shaffy. Door Marjan Mes Wanneer op 31 juli van dit jaar de Haagse Come die ophoudt te bestaan, komt er onmiskenbaar een eind aan een histo risch tijdperk. Geen na oorlogs toneelgezelschap heeft het zolang volge houden: veertig jaar. Begonnen in 1947 onder lei ding van de legendarische Cees Laseur, die in 1950 Paul Steenbergen als direc teur naast zich kreeg, ver wierf het gezelschap zich een bijna onuitwisbare faam; die van een eigen 'Haagse' speelstijl. Een fe nomeen dat zich niet ge makkelijk liet duiden. De laatste tien jaar keerde dat eigene zich - en hoe kan het anders in een snel veranderende samenle ving - tégen het gezelschap. Het bleef, gekoesterd door de Vrienden van de Haagse Comedie (een select gezel schap Haagse toneelliefheb bers dat ook financieel steunde), teveel doorgaan op een eens ingeslagen weg. Kritiek en Raad voor de Kunst drongen voortdurend aan op 'vernieuwingen', hetgeen uiteindelijk vanuit het gezelschap zelf leidde tot het aantrekken van Hans Croiset als formateur van een nieuw gezelschap in Den Haag dat per 1 augus tus zijn opwachting zal ma ken. Dat deze 'omwenteling' precies tijdens het veertig jarig bestaan valt, is mis schien tragisch voor een aantal oud-gedienden, maar ongetwijfeld komt er ook iets goeds uit voort. De re gisseurs Carl van der Plas, Guido de Moor, Pierre La- roche en Eddy Habbema zijn er als elkaar snel opvol gende artistiek leiders se dert ruim tien jaar niet in geslaagd - ondanks inciden tele successen als 'Kinderen van een mindere God', 'Amadeus' en 'De Olifants man'- om het gerenom meerde ensemble een nieuw gezicht te geven. Ook deze recente geschie denis is terug te vinden in het fraaie jubileumboek dat door de criticus André Rut ten aan de Haagse Comedie is gewijd. Hij vertelt zijn za- Paul Steenbergen: Haagse publiek wil ge charmeerd worden. kelijke verhaal niet-chro- nologisch en weet daardoor duidelijk te maken dat de Haagse Comedie eigenlijk alleen in de eerste tien, vijf tien jaar van haar bestaan onbetwist leider was in de Nederlandse toneelwereld. Toen ook ontwikkelde zich die specifieke Haagse stijl, die door Albert van Dalsum (een van de acteurs van het eerste uur) geken schetst werd als 'een pre lude van Chopin, de toetsen licht en toch zo zeker aanra kend'. Hij doelde daarbij vooral op het spel van Paul Steenbergen, die na de plot selinge dood van Laseur het gezelschap in zijn eentje naar de top leidde en zelf schitterende rollen speelde naast een keur van grote ac teurs als Ida Wasserman, Myra Ward, Joris Diels, Gijsbert Tersteeg, Ko van Dijk, Anny de Lange en Eric van Ingen. Paul Steenbergen, in te genstelling tot Laseur een problematisch en twijfelend mens, vond dat er ook met het eigen publiek rekening gehouden moest worden. „Het Haagse publiek wil, geloof ik, meer gecharmeerd worden. Het wordt niet graag in het gezicht gesla gen. Ik hou daar ook niet van. Je moet niet willen schokken om te schokken. Wel als het de moeite waard is, als je ervan overtuigd bent dat het om een belang rijke ervaring gaat". 'De Haagse Comedie 40 jaar' koat 49,50 en is uitsluitend bij het gezelschap verkrijgbaar. Tel. 070 - 652930. In het Haags Historisch Museum is tot en met 11 maart een jubileumten toonstelling te zien, dinsdag tot en met vrijdag, 12.00-16.00 uur (Korte Vijverberg 7). Sybold van Ravensteyn, ar chitect 1889 tot 1983. Dor- drechts Museum, Museum straat Doredrecht, open 24 jan t/m 13 maart. De architect Van Raven steyn die meestal in een adem wordt genoemd met de Ne derlandse Spoorwegen omdat hij daarvoor stations en sein huizen heeft gebouwd, heeft in Dordrecht een paar monu menten op zijn naam staan. Het zijn het gebouw van Ver zekeringsmaatschappij De Holland en het interieur van de Schouwburg Kunstmin. Omdat De Holland van de slo pershamers werd gered en Kunstmin op de gemeente lijke monumentenlijst werd geplaatst, was er reden om deze werken van Van Raven steyn nadrukkelijk onder de aandacht van het publiek te brengen. De tentoonstelling is dus geen retrospectief maar toe gespitst op deze twee gebou wen. Tijdschriften en brieven schaffen aardige achter grondinformatie. Maquettes en origineel meubilair door Van Ravensteyn ondermeer voor De Holland ontworpen, tonen overtuigend genoeg waarom deze architect zo'n controversieel figuur was in vakkringen. Maar het zijn vooral een aantal spectaculaire foto's die het on-Hollandse karakter van zijn ontwerpen op een prachtige manier onderstre pen. Deze foto's zijn van Marco de Nood. Van Ravensteyn beoefende alleen de Van Ravensteyn- stijl. Een eclectische manier van bouwen waarin hij welis waar Hollandse stijlelemen ten verwerkte, die door de Nieuwe Zakelijkheid gedic teerde lijn volgden, maar die vooral werden bepaald door oudere in het zuiden van Europa toegepaste stijlen met een sterk decoratieve inslag. Van Ravensteyn moet ver rukt geweest zijn van de thea trale effecten die er bijvoor beeld in de architectuur van de late barok en rococostijl in Oostenrijk en Italië te vinden zijn. De trappartij in Kunst min is een fraaie 20e-eeuwse interpretatie van de dramati sche opbouw in een asymme trisch interieur, zoals die al leen in het achttiende eeuwse Zuid-Europa werd toegepast. Het materiaal werd in grote verscheidenheid gebruikt en daarin experimenteerde Van Ravensteyn ook. Niet altijd met evenveel succes, zodat de met kleine mozaïksteentjes beklede nissen en zaal in Kunstmin een akelig geda teerde noot in het zo elegante geheel vormen. De huid van het gebouw van De Holland, die oorspon- kelijk geel-achtig roze schijnt te zijn geweest, bestaat uit een van de 20-eeuwse materialen die het gebruik van gewapend beton met zich meebracht. Het is een uit steenslag be- staane emulsie die een zand- steen-achtig uiterlijk sugge reert. Dit in combinatie met de (nu weer stren symmetri sche) en gedecoreerde vorm, die zowel bonbonnière als schip is genoemd, heeft een eigenzinnige architectonische schepping tot gevolg gehad. Die buitenkant is overeind gebleven. Hoe het interieur was is al leen nog in het museum te zien. De on-Hollandse Van Ravensteynse zwierigheid is inmiddels uitgestorven, ge heel volgens de traditie van ons land, waarin uiterlijk vertoon, zo het al werd toege staan, toch altijd met de 'no dige' achterdocht werd be schouwd. LIAROOSE Trappenhuis in Kunstmin in Dordrecht, ontworpen door Sybold van Ravesteyn. - foto marco de nood Ilona Lénard, metawell ob jecten. Galerie 47, Dubbel- straat 4, Bergen op Zoom. Open: do.-za. 13-17 uur. Tot 20 februari. De uit Oost-Europa stam mende kunstenares heeft een theateropleiding gehad en is daadwerkelijk aan de slag ge weest in enkele grote toneel- produkties. Daarna is zij de kunstacademie gaan volgen om in de beeldende kunst pro fessioneel actief te worden. Beide vormen van beeldende kunst (theater is dat ook) ko men nu in haar objecten sa men. Wie de aanwezige docu mentatie van Ilona Lénard doorkijkt ziet hoe zij aanvan kelijk ruimtelijke objecten maakte die in relatie stonden met de totale ruimte. He tekenwerk wat daarbij hoorde of daaruit volgde heeft daar ook nog mee te maken, maar ontwikkelde zich steeds meer naar het platte vlak toe (bijna twee-dimensioneel). Waartoe dat weer geleid heeft is op deze expositie te zien: 'het' hangt allemaal tegen de wand aan. Dat 'het' zijn ob jecten van telkens zo'n vier kante meter, gemaakt uit me- tawell.Dat is een nieuwe stof die op metaal lijkt, maar het niet is. En dat is wel een beetje typerend. Nu bestaat theater voor een belangrijk deel uit suggestie, het oproe pen van sferen e.d. Als er in de beeldende kunst ss dingen worden opgeroepen die dat uit zichzelf, kwalitate kwa, niet kunnen zijn, spreken we van kitsch. Nu gaat het me veel te ver om de kleurrijke objecten van Lénard zo te willen be noemen. Wat er is ontstaan zou je kunnen betichten van een grote vrijblijvendheid. Ondanks de door de kun stenares waarschijnlijk zeer te verantwoorden belijningen, maken de wandobjecten de indruk van een vorm van sierkunst. Op zich is niets daartegen, maar de pretenties liggen niet op dit vlak en daarom is dat jammer. De te gen elkaar uitgespeelde kleu ren in grillige of geometrische belijningen in twee lagen zijn aangenaam om te zien en le veren grote 'sierspelden' aan de wand op. H.E. Kultureel Centrum Sint Pietersabdij, Gent, Sint Pie tersplein 9. Open: behalve maandag, van 10-12.30 en van 13.30-17 uur. Tot 15 februari. In het kader van een reeds eind vorig jaar begonnen Re- naissancefestival, waarin de betrekkingen tussen Vlaan deren en Polen aan de hand van lezingen symposia en concerten centraal staan, is nu in de Sint Pietersabdij te Gent een tentoonstelling inge richt van Vlaamse wandtapij - ten uit de zestiende eeuw. Het betreft hier een zeventiental prachtstukken op zeer groot formaat uit de Wawelburcht te Krakau, die voor deze gele genheid voor de eerste maal naar een westers land werden uitgeleend - unieke specimina van de Vlaamse Renaissance - en met name van de ont werp- en weefkunst, die haar centrum in Brussel had. Deze wandtapijten werden dan ook voor het merendeel geweven door de in die dagen gerenomeerde ateliers van Willem en Jan de Kempeneer, Pieter van Aalst, Frans Gie- teel en Jan van Tieghem. Deze kregen hun opdrachten van de Poolse vorsten Sigismund I en vooral van diens zoon Si gismund-August en zo gingen de afgeleverde wandbehang sels tot de inventaris van de Krakaus Wawelburcht beho ren. Ze geven bijbelse, histori sche, maar ook jacht- en die- rentaferelen te zien die in verfijnde kleurschakeringen en soms met zilver- en goud draad opgewerkte wol en zijde werden uitgevoerd, waarbij de voorstellingen op meer dan levensgroot formaat de dekoratieve monumentali teit ervan in dehand werkt. Tot in de geringste details zijn zij precies uitgewerkt en zo vragen deze wandtapijten van de beschouwer de tijd die ook aan de totstandkoming ervan werd besteed. Ontwerp en uitvoering vloeien er tot een sublieme eenheid samen, vooral ook omdat de makers van de cartons in hun mate riaal, met name in de wol dachten en geen reeds be staand schilderij of getekende voorstelling tot een gobelin omvormden. Dat men in de loop der navolgende eeuwen tot dit laatste procédé over ging betekende de neergang van de wandtapijtkunst, die eerst in onze dagen weer uit het slop werd gehaald door de grote Fransman Jean Lurcat en die na diens bezielende vernieuwing ten dele weer in de oude reproduktietechniek terugvalt. Deze tentoonstelling biedt de eenmalige gelegenheid ze ventien meesterwerken der Vlaamse tapijtkunst, ver meerderd nog met enkele glansstukken uit Madrid en Florence, eveneens produkten van de Brusselse tapijtweefa- teliers te aanschouwen en te bestuderen. Een gelegenheid die men zich dus niet mag la ten ontgaan Kleine bronzen van Hein Vree. Gemeentehuis Ouden bosch. Open: ma-do - 12.30 en 13 - 17 uur en vrij 9-12.30 uur. Tot 13 februari. De Amsterdammer Hein Vree, die zich al jaren ge nesteld heeft in zijn atelier in Hoogerheide, maakte in West-Brabant al menig beeld en monument. Het monument van Anton van Duinkerken in Bergen op Zoom is bekend en nu heeft hij een ontwerp klaar voor een Van Gogh-mo- nument in Etten-Leur. Op deze expositie laat hij aan de hand van 19 kleine bronzen zien een wispelturig am bachtsman te zijn. Vree is een verteller en ma ker van anecdotische beelden. Tot zijn sterkste plastieken horen dan ook een een dijk werker (vooral) of boerinnen met soepkippen en in de moestuin. Verder heeft hij er enkele koppen (portretten) neergezet, die getuigen van vakmanschap; met name wanneer hij, zoals bij het por tret van de schilder Ysbrandt, de kop niet te gedetailleerd maar in grote vlakken op bouwt. Door te sterke detail leringen zwakt hij menig plastiek af. Anatomisch zwoegt hij (vooral met armen en benen), zodat de beelden hun inner lijke spankracht en echte li chamelijkheid verliezen; met name wanneer ze persoonlijk heden willen ver-beelden. De bekende 'Goede herder' wordt zo een miezerig mannetje en een vrijend paar straalt daar door weinig sensualiteit uit. Er staat ook een schets voor een beeldengroep voor zie kenhuis Lievensberg in Ber gen op Zoom: een oud jon gensspel (tournooien). Vree heeft het zich daarbij nogal moeilijk gemaakt en blijft in de beenpartijen steken. Een ander facet van zijn kunnen (het vervaardigen van penningen) wordt heel aardig geillustreerd met de erepenning bij 700 jaar Heer lijkheid Bergen op Zoom en de penning Markiezenhof. De eerste is een giet- en de tweede een slagpenning; ze zijn van een traditionele kwa liteit. Hein Vree is het sterkst wanneer hij volkse figuren (niet dieren) kan maken. Dat is een conclusie die je na het zien van deze collectie kunt trekken. HE Stichting Stadsherstel. Markiezenhof, Bergen op Zoom. Open: dl - zo 14-17 uur. Tot 11 februari. Enkele maanden geleden ont ving de stichting Stadsherstel in Bergen op Zoom de door de BNA-West-Brabant inge stelde Architectuurprijs West-Brabant 1987. Bij die prijs hoorde een geldsom om een expositie over het werk van Stadsherstel te organise ren. Die tentoonstelling is er nu. Het beschikbare geld daarvoor zal niet veel geweest zijn; het is een bescheiden tentoonstelling. Ze zal ook nog te zien zijn in achtereenvol gens Oosterhout, Breda en Roosendaal. Dat is een goed zaak, want wat Stadsherstel doet kan een voorbeeldfunctie hebben. Stadsherstel heeft als doel een verantwoorde ontwikke ling van de oude binnenstad; het behouden van historische waarden daarbij met vermij ding van aanvechtbare con trasten en de wil om de leef baarheid in oude wijken te verbeteren. De expositie be staat vooral uit foto's van ge restaureerde panden (daar komt het in de praktijk op neer): oude en nieuwe situa tie. Het is vooral aan de hand van ir J. Weijts geweest, dat Stadsherstel daar iets moois van gemaakt heeft. Van een directe invloed op planning en ontwikkeling van een binnen stad blijkt niet zoveel, al zijn deze restauraties sterk sfeer bepalend geworden voor het leefmilieu van Bergens bin nenstad. Van een aantal panden (zo als Hof van Gelder, De Arendt, De Draeck, De Moris- sendans wordt gedetaileer- der (historische- en techni sche-) informatie gegeven. Daarbij zijn eenvoudige teke ningen van plattegrond en dwarsdoorsneden gevoegd. Het is geen al te technische tentoonstelling geworden. Jammer is dat er, bijvoor beeld met video, geen directe informatie gegeven wordt over de procedures die Stads herstel volgt om tot deze zichtbare resultaten te ko men. Dat zou de informatieve waarde van deze tentoonstel ling, met name als ze gaat rei zen, verhoogd hebben. Maar ook nu krijg je al wel een aar dige indruk van het zinvolle bestaan van deze instelling en krijg je mogelijk voldoende prikkels om in Bergen op Zoom zelf te gaan kijken naar de levende 'tentoonstelling', de stad in restauratie.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 19