[ie Bredase
ad
jn nek uit
DE STEM
Van Duin weer tussen de dieren
Haagse Comedie in
fraai jubileumboek
ius KvK Breda:
vanaf februari
NIEUWE TV-SERIE 'ANIMAL CRACKERS' VOOR WERELD NATUUR FONDS
Zilveren CJP voor Piet Swerts
r
ICHOOL NAAR 2000
Twee gedachten
Uitgangspunt
DONDERDAG 28 JANUARI 1988
HILVERSUM - De bekendste roodharige van
Nederland staat voor de wilde beesten. Hij steekt
een prei in zijn mond en bukt zich. Een slurf gaat
teer naar voren, een slikkende beweging.
Ontspanning
Zwierigheid
in Holland
Het gebaar
Vlaamse
wandtapijten
Volkse beelden
Gerestaureerde
stad
9
Schoolraad Breda' heeft met zijn
opdracht van een katholieke
toch zijn nek uitgestoken. Mis
ink. Maar zich beroepend op rea
Ice
ke
r-
in
er
en
o-
ks
:e-
eit
.0-
;n,
an
die
de overtuiging heerst dat de
katholieke geloofsgemeen
schap - ondanks veelvuldige
menselijke tekorten - draag
ster is en blijft van fundamen
tele evangelische waarden die
voor de hele samenleving van
nu en in de toekomst onmis
baar zijn; voor christenen én
niet-christenen. In de praktijk
zal dan het beste wat de katho
lieke geloofstraditie in huis
heeft, aan alle leerlingen moe
ten worden aangeboden via een
vormingsaanbod.
Dat is dus wel wat anders
dan het onderwijzen van de
volledige katholieke geloofs-
en zedenleer. Maar geen mis
verstand: op scholen, waarop
de situatie zich wel goed leent
voor strikt godsdienstonder
wijs, moet dat gewoon gegeven
worden. Doch echte katechese
veronderstelt dat leerlingen
zich reeds werkelijk op de weg
van het geloof bevinden. Een
algemeen programma dat van
die veronderstelling uitgaat, is
op de meeste katholieke scho
len niet meer mogelijk omdat
die veronderstelling niet
strookt met de werkelijkheid
Wat van de katholieke school
verwacht mag worden, is vol
doende tijd en zorg voor le
vensbeschouwelijk onderwijs,
waarbij uitdrukkelijk aan bod
komt hoe katholieken tegen het
leven aankijken.
In een bepaald opzicht hinkt de
Bredase schoolraad toch wat op
twee gedachten. Of beter wel
licht: heeft hij niet gekozen.
Namelijk bij de vraag of
school nog wel een plaats is
voor godsdienstige opvoeding
en geloofsonderricht; of de pa
rochie daar niet het meest geëi
gende kader voor is geworden.
De kritiek dat het bij evan
gelische waarden gaat om
waarden die men overal kan
vinden, wijst de schoolraad van
de hand. Wie dit zegt, onder
schat te zeer de kritische func
tie van het evangelie. „Als in de
onderwijspraktijk kennis al
leen gezien wordt als het in be
zit krijgen van de werkelijk
heid, als onderwijsdoeleinden
feitelijk slechts bijdragen aan
het voldoen aan de eisen van
een gesekulariseerde welvaats-
maatschappij of aan het over
leven van de sterkste, kan met
niet zeggen dat in zo'n school
de evangelische waarden wor
den hooggehouden en uitgedra
gen", preciseert de raad.
Katholiciteit en een onverschil
lig leerkrachtencorps ver
draagt elkaar niet. De Bredase
schoolraad neemt de feitelijke
situatie tot uitgangspunt van
beleid. Onderdeel van die feite
lijkheid is dat op menige ka
tholieke school onverschillig'
heid is gegroeid ten aanzien
van de identiteit. Die situatie
kan men niet laten voor wat ze
is. Van een zuiveringscam
pagne wil de schoolraad niets
weten. Misschien wel een strik
ter benoemingenbeleid? Dr.
Jansen stelt het probleem an
ders. De katholieke identiteits
vraag ligt bij leerkrachten pro
blematisch wanneer die geï
dentificeerd wordt met
kerk(instituut). Ontkoppelt
men die twee, laat men de leef
regels die de kerk stelt, even
voor wat ze zijn en richt men
de aandacht op de vraag welke
grondinspiratie men als katho
lieke school boven tafel wil ha
len en waar maken, dan blijkt
die onverschilligheid in de
praktijk heel wat geringer. Op
die koers wil de schoolraad met
de scholen varen.
cteur in het gebouw van de Ka
mer van Koophandel in
van Breda, beslaat tien donder-
ra- dagavonden en begint eind
Me- februari.
-urs Behandeld worden onder
sus meer onderwerpen als ex-
en portmarketing, export-
srt-
marktonderzoek en docu
mentatie, keuze van distri
butiekanalen, betalings
voorwaarden, export en
iden verkoopprijs en expeditie.
T2
Door Jan Koesen
Als een eenhapscracker verdwijnt de groente in de oli
fantemuil. Dertig fotografen klikken, flitsen en snorren.
André van Duin verovert Burgers Dierenpark en dat al
lemaal voor een goed doel: het Wereld Natuur Fonds.
Volgende halte: de neushoorns.
Twee giganten staan roerloos
als de komiek zijn act herhaalt
Ze zijn niet geamuseerd. Als
André een onverwachte bewe
ging maakt, maakt een van de
kolossen van schrik bijna een
dubbele rietberger. De prei
blijft liggen.
De kamelen zijn wat in
schikkelijker. Ze zijn geneigd
een boterman uit handen van
Van Duin aan te nemen en
slobberen bijna die handen
mee op. Arrogant kijken ze
naar een plek ongeveer twee
meter boven de tamelijk lange
gedaante van de mens voor
hen. Een emoe grist een boter
ham weg en rent met schud
dende pluimkont weg. Iets wits
en harigs op vier poten over
weegt de snack, maar schudt
bedaard het hoofd. De media
raken door het dolle. Binnen
luttele minuten razen er tien
tallen films door de camera's,
lijkt het dierenpark een arma
geddon van bliksemschichtea
André van Duin werkt gedwee
zijn promotieplichten af.
„André, hier kijken. Hier
Dré. Meneer Van Duin, kan het
nog een keer. Mooi André,
houen zo". André poseert als de
professional die hij is. Een
grijns op commando, een
scheve bek voor een dames
blad, een koddig verbazen voor
een te grote dagbladcombina
tie. Vele miljoenen zullen in de
komende maanden van hem en
zijn dierenfilmpjes genieten.
Komende dinsdag start Van
Duin voor de TROS met een
reeks van 13 filmpjes van ieder
6 minuten, getiteld 'Animal
Crackers'. Het is een hulde aan
de mens in het dier. In 1986 had
Van Duin al een versie van 20
minuten gemaakt, die naar
Montreux werd gestuurd om
mee te dingen naar de Gouden
Roos. In deze film maakte hij
van een oude en beproefde for
mule gebruikt, maar wel zo
flitsend en vindingrijk dat
bijna van een nieuwe, komi
sche vorm gesproken mag wor
den.
De formule lijkt eenvoudig.
Film een reeks dieren in kod
dige situaties en zet daar gekke
stemmetjes bij. Van Duin zette
er zijn grote talent achter. Ne
derland lag krom. Maar in
Montreux was het internatio
nale publiek er niet zo weg van.
Producer Joop van den Ende:
„Ze vonden die film van 20 mi
nuten te lang. We hebben er nu
kleine filmpjes van gemaakt
van een paar minuten die
iedere komiek in de hele we
reld kan kopen. Kijk, in een
filmpje laat André een struis
vogel een lied van de Zangeres
Zonder Naam zingen, maar een
Britse komiek kan daar na
tuurlijk een ander lied bij zoe
ken".
Voor de TROS hebben Van
Duin en Van den Ende een
splinternieuwe reeks van 13
'Animal Crackers' gemaakt,
waarin de ervaringen opge
daan met de oer-Cracker zijn
verwerkt. Aan het einde van
elk filmpje komt André zelf in
beeld, in het gezelschap van de
zes maanden jonge orang
oetang Sabienije met wie hij
onderhoudend praat en ten
slotte aandacht vraagt voor het
Wereld Natuur Fonds. Met zijn
vorige Cracker had hij zo'n
André van Duin en het aapje Sabrina in Burgers Dierenpark in Arnhem,.
- foto anp
succes dat de milieuorganisatie
er liefst 100.000 leden bij kreeg.
Ook van de nieuwe Crackers
heeft het WNF de hoogste ver
wachtingen. Als André even
onverbiddelijk toeslaat als de
vorige keer, zullen er straks
wel 250.000 leden zijn en daar
is het WNF zeer gelukkig mee.
André: „Die filmpjes zijn voor
mij een hobby, een ontspan
ning. Ik maak ze als ik 's
avonds thuis kom. Ik heb een
eigen video- en audiostudio.
Met het maken van de filmpjes
zijn we zo'n twee, drie maan
den bezig geweest. We hebben
alle dierentuinen van Neder
land bezocht. Ik heb geloof ik
zo'n 150 video bandjes van elk
20 minuten en die kijk ik alle
maal door. Een dier kun je niet
regisseren. Je zet die camera
neer en je hebt maar af te
wachten of er iets leuks ge
beurt. En als ik die beelden zie,
dan bedenk ik er de grappen
bij.
Grappen met apen liggen erg
voor de hand. Ik heb een bruine
beer erbij die een soort van
Ome Joop is, maar ook heb ik
een koe die op een andere koe
klimt en dan zeg ik iets over
een auto die aangeduwd moet
worden en haal ik er het geluid
van een zwoegende accu bij.
Niet elk dier ligt me even
veel. Met krokodillen heb ik
niet zo veel. En wat moet je met
een duizendpoot doen? Ach,
dan haal je het geluid van een
militaire colonne erbij en dan
is het ineens leuk. Ik heb trou
wens überhaupt veel contact
met dieren. Thuis heb ik twee
honden. Als ik thuiskom, ga ik
met ze praten en praten ze te
rug, zo van „Ik heb lekker ge
dronken, nu ga ik pissen."
DEN HAAG (ANP) - De Belgische componist Piet Swerts
(27) is het Zilveren CJP toegekend. Hij kreeg de onder
scheiding gisteren in de BRT-studio's bij de opnamen voor
het jongerenprogramma Klimop dat zaterdag wordt uitge
zonden.
De jaarlijkse prijs van de gecombineerde organisaties van
Vlaanderen en Nederland voor het CJP (Cultureel Jongeren Pas
poort) gaat naar Swerts voor zijn compositie 'Rotations' die werd
gekozen als verplicht werk voor deelnemers aan het Koningin
Elisabethconcours.
Aan het Zilveren CJP is een geldsom van 1.200 Ecu verbonden.
Deze Europese munteenheid onderstreept het internationale ka
rakter van de onderscheiding en staat voor iets minder dan 3.000
gulden of ruim 52.000 Belgische franken.
Eerder ging de prijs naar o.a. Jules Deelder, Urbanus, Tone
Brulin en Ramses Shaffy.
Door Marjan Mes
Wanneer op 31 juli van
dit jaar de Haagse Come
die ophoudt te bestaan,
komt er onmiskenbaar
een eind aan een histo
risch tijdperk. Geen na
oorlogs toneelgezelschap
heeft het zolang volge
houden: veertig jaar.
Begonnen in 1947 onder lei
ding van de legendarische
Cees Laseur, die in 1950
Paul Steenbergen als direc
teur naast zich kreeg, ver
wierf het gezelschap zich
een bijna onuitwisbare
faam; die van een eigen
'Haagse' speelstijl. Een fe
nomeen dat zich niet ge
makkelijk liet duiden.
De laatste tien jaar
keerde dat eigene zich - en
hoe kan het anders in een
snel veranderende samenle
ving - tégen het gezelschap.
Het bleef, gekoesterd door
de Vrienden van de Haagse
Comedie (een select gezel
schap Haagse toneelliefheb
bers dat ook financieel
steunde), teveel doorgaan op
een eens ingeslagen weg.
Kritiek en Raad voor de
Kunst drongen voortdurend
aan op 'vernieuwingen',
hetgeen uiteindelijk vanuit
het gezelschap zelf leidde tot
het aantrekken van Hans
Croiset als formateur van
een nieuw gezelschap in
Den Haag dat per 1 augus
tus zijn opwachting zal ma
ken.
Dat deze 'omwenteling'
precies tijdens het veertig
jarig bestaan valt, is mis
schien tragisch voor een
aantal oud-gedienden, maar
ongetwijfeld komt er ook
iets goeds uit voort. De re
gisseurs Carl van der Plas,
Guido de Moor, Pierre La-
roche en Eddy Habbema
zijn er als elkaar snel opvol
gende artistiek leiders se
dert ruim tien jaar niet in
geslaagd - ondanks inciden
tele successen als 'Kinderen
van een mindere God',
'Amadeus' en 'De Olifants
man'- om het gerenom
meerde ensemble een nieuw
gezicht te geven.
Ook deze recente geschie
denis is terug te vinden in
het fraaie jubileumboek dat
door de criticus André Rut
ten aan de Haagse Comedie
is gewijd. Hij vertelt zijn za-
Paul Steenbergen:
Haagse publiek wil ge
charmeerd worden.
kelijke verhaal niet-chro-
nologisch en weet daardoor
duidelijk te maken dat de
Haagse Comedie eigenlijk
alleen in de eerste tien, vijf
tien jaar van haar bestaan
onbetwist leider was in de
Nederlandse toneelwereld.
Toen ook ontwikkelde
zich die specifieke Haagse
stijl, die door Albert van
Dalsum (een van de acteurs
van het eerste uur) geken
schetst werd als 'een pre
lude van Chopin, de toetsen
licht en toch zo zeker aanra
kend'. Hij doelde daarbij
vooral op het spel van Paul
Steenbergen, die na de plot
selinge dood van Laseur het
gezelschap in zijn eentje
naar de top leidde en zelf
schitterende rollen speelde
naast een keur van grote ac
teurs als Ida Wasserman,
Myra Ward, Joris Diels,
Gijsbert Tersteeg, Ko van
Dijk, Anny de Lange en Eric
van Ingen.
Paul Steenbergen, in te
genstelling tot Laseur een
problematisch en twijfelend
mens, vond dat er ook met
het eigen publiek rekening
gehouden moest worden.
„Het Haagse publiek wil,
geloof ik, meer gecharmeerd
worden. Het wordt niet
graag in het gezicht gesla
gen. Ik hou daar ook niet
van. Je moet niet willen
schokken om te schokken.
Wel als het de moeite waard
is, als je ervan overtuigd
bent dat het om een belang
rijke ervaring gaat".
'De Haagse Comedie 40 jaar'
koat 49,50 en is uitsluitend bij
het gezelschap verkrijgbaar.
Tel. 070 - 652930. In het Haags
Historisch Museum is tot en
met 11 maart een jubileumten
toonstelling te zien, dinsdag tot
en met vrijdag, 12.00-16.00 uur
(Korte Vijverberg 7).
Sybold van Ravensteyn, ar
chitect 1889 tot 1983. Dor-
drechts Museum, Museum
straat Doredrecht, open 24 jan
t/m 13 maart.
De architect Van Raven
steyn die meestal in een adem
wordt genoemd met de Ne
derlandse Spoorwegen omdat
hij daarvoor stations en sein
huizen heeft gebouwd, heeft
in Dordrecht een paar monu
menten op zijn naam staan.
Het zijn het gebouw van Ver
zekeringsmaatschappij De
Holland en het interieur van
de Schouwburg Kunstmin.
Omdat De Holland van de slo
pershamers werd gered en
Kunstmin op de gemeente
lijke monumentenlijst werd
geplaatst, was er reden om
deze werken van Van Raven
steyn nadrukkelijk onder de
aandacht van het publiek te
brengen.
De tentoonstelling is dus
geen retrospectief maar toe
gespitst op deze twee gebou
wen. Tijdschriften en brieven
schaffen aardige achter
grondinformatie. Maquettes
en origineel meubilair door
Van Ravensteyn ondermeer
voor De Holland ontworpen,
tonen overtuigend genoeg
waarom deze architect zo'n
controversieel figuur was in
vakkringen.
Maar het zijn vooral een
aantal spectaculaire foto's die
het on-Hollandse karakter
van zijn ontwerpen op een
prachtige manier onderstre
pen. Deze foto's zijn van
Marco de Nood.
Van Ravensteyn beoefende
alleen de Van Ravensteyn-
stijl. Een eclectische manier
van bouwen waarin hij welis
waar Hollandse stijlelemen
ten verwerkte, die door de
Nieuwe Zakelijkheid gedic
teerde lijn volgden, maar die
vooral werden bepaald door
oudere in het zuiden van
Europa toegepaste stijlen met
een sterk decoratieve inslag.
Van Ravensteyn moet ver
rukt geweest zijn van de thea
trale effecten die er bijvoor
beeld in de architectuur van
de late barok en rococostijl in
Oostenrijk en Italië te vinden
zijn. De trappartij in Kunst
min is een fraaie 20e-eeuwse
interpretatie van de dramati
sche opbouw in een asymme
trisch interieur, zoals die al
leen in het achttiende eeuwse
Zuid-Europa werd toegepast.
Het materiaal werd in grote
verscheidenheid gebruikt en
daarin experimenteerde Van
Ravensteyn ook. Niet altijd
met evenveel succes, zodat de
met kleine mozaïksteentjes
beklede nissen en zaal in
Kunstmin een akelig geda
teerde noot in het zo elegante
geheel vormen.
De huid van het gebouw
van De Holland, die oorspon-
kelijk geel-achtig roze schijnt
te zijn geweest, bestaat uit een
van de 20-eeuwse materialen
die het gebruik van gewapend
beton met zich meebracht.
Het is een uit steenslag be-
staane emulsie die een zand-
steen-achtig uiterlijk sugge
reert. Dit in combinatie met
de (nu weer stren symmetri
sche) en gedecoreerde vorm,
die zowel bonbonnière als
schip is genoemd, heeft een
eigenzinnige architectonische
schepping tot gevolg gehad.
Die buitenkant is overeind
gebleven.
Hoe het interieur was is al
leen nog in het museum te
zien. De on-Hollandse Van
Ravensteynse zwierigheid is
inmiddels uitgestorven, ge
heel volgens de traditie van
ons land, waarin uiterlijk
vertoon, zo het al werd toege
staan, toch altijd met de 'no
dige' achterdocht werd be
schouwd.
LIAROOSE
Trappenhuis in Kunstmin in Dordrecht, ontworpen
door Sybold van Ravesteyn. - foto marco de nood
Ilona Lénard, metawell ob
jecten. Galerie 47, Dubbel-
straat 4, Bergen op Zoom.
Open: do.-za. 13-17 uur. Tot 20
februari.
De uit Oost-Europa stam
mende kunstenares heeft een
theateropleiding gehad en is
daadwerkelijk aan de slag ge
weest in enkele grote toneel-
produkties. Daarna is zij de
kunstacademie gaan volgen
om in de beeldende kunst pro
fessioneel actief te worden.
Beide vormen van beeldende
kunst (theater is dat ook) ko
men nu in haar objecten sa
men. Wie de aanwezige docu
mentatie van Ilona Lénard
doorkijkt ziet hoe zij aanvan
kelijk ruimtelijke objecten
maakte die in relatie stonden
met de totale ruimte.
He tekenwerk wat daarbij
hoorde of daaruit volgde heeft
daar ook nog mee te maken,
maar ontwikkelde zich steeds
meer naar het platte vlak toe
(bijna twee-dimensioneel).
Waartoe dat weer geleid heeft
is op deze expositie te zien:
'het' hangt allemaal tegen de
wand aan. Dat 'het' zijn ob
jecten van telkens zo'n vier
kante meter, gemaakt uit me-
tawell.Dat is een nieuwe stof
die op metaal lijkt, maar het
niet is. En dat is wel een
beetje typerend. Nu bestaat
theater voor een belangrijk
deel uit suggestie, het oproe
pen van sferen e.d. Als er in
de beeldende kunst ss dingen
worden opgeroepen die dat uit
zichzelf, kwalitate kwa, niet
kunnen zijn, spreken we van
kitsch. Nu gaat het me veel te
ver om de kleurrijke objecten
van Lénard zo te willen be
noemen. Wat er is ontstaan
zou je kunnen betichten van
een grote vrijblijvendheid.
Ondanks de door de kun
stenares waarschijnlijk zeer
te verantwoorden belijningen,
maken de wandobjecten de
indruk van een vorm van
sierkunst. Op zich is niets
daartegen, maar de pretenties
liggen niet op dit vlak en
daarom is dat jammer. De te
gen elkaar uitgespeelde kleu
ren in grillige of geometrische
belijningen in twee lagen zijn
aangenaam om te zien en le
veren grote 'sierspelden' aan
de wand op.
H.E.
Kultureel Centrum Sint
Pietersabdij, Gent, Sint Pie
tersplein 9. Open: behalve
maandag, van 10-12.30 en van
13.30-17 uur. Tot 15 februari.
In het kader van een reeds
eind vorig jaar begonnen Re-
naissancefestival, waarin de
betrekkingen tussen Vlaan
deren en Polen aan de hand
van lezingen symposia en
concerten centraal staan, is
nu in de Sint Pietersabdij te
Gent een tentoonstelling inge
richt van Vlaamse wandtapij -
ten uit de zestiende eeuw. Het
betreft hier een zeventiental
prachtstukken op zeer groot
formaat uit de Wawelburcht
te Krakau, die voor deze gele
genheid voor de eerste maal
naar een westers land werden
uitgeleend - unieke specimina
van de Vlaamse Renaissance
- en met name van de ont
werp- en weefkunst, die haar
centrum in Brussel had.
Deze wandtapijten werden
dan ook voor het merendeel
geweven door de in die dagen
gerenomeerde ateliers van
Willem en Jan de Kempeneer,
Pieter van Aalst, Frans Gie-
teel en Jan van Tieghem. Deze
kregen hun opdrachten van
de Poolse vorsten Sigismund I
en vooral van diens zoon Si
gismund-August en zo gingen
de afgeleverde wandbehang
sels tot de inventaris van de
Krakaus Wawelburcht beho
ren.
Ze geven bijbelse, histori
sche, maar ook jacht- en die-
rentaferelen te zien die in
verfijnde kleurschakeringen
en soms met zilver- en goud
draad opgewerkte wol en
zijde werden uitgevoerd,
waarbij de voorstellingen op
meer dan levensgroot formaat
de dekoratieve monumentali
teit ervan in dehand werkt.
Tot in de geringste details zijn
zij precies uitgewerkt en zo
vragen deze wandtapijten
van de beschouwer de tijd die
ook aan de totstandkoming
ervan werd besteed. Ontwerp
en uitvoering vloeien er tot
een sublieme eenheid samen,
vooral ook omdat de makers
van de cartons in hun mate
riaal, met name in de wol
dachten en geen reeds be
staand schilderij of getekende
voorstelling tot een gobelin
omvormden. Dat men in de
loop der navolgende eeuwen
tot dit laatste procédé over
ging betekende de neergang
van de wandtapijtkunst, die
eerst in onze dagen weer uit
het slop werd gehaald door de
grote Fransman Jean Lurcat
en die na diens bezielende
vernieuwing ten dele weer in
de oude reproduktietechniek
terugvalt.
Deze tentoonstelling biedt
de eenmalige gelegenheid ze
ventien meesterwerken der
Vlaamse tapijtkunst, ver
meerderd nog met enkele
glansstukken uit Madrid en
Florence, eveneens produkten
van de Brusselse tapijtweefa-
teliers te aanschouwen en te
bestuderen. Een gelegenheid
die men zich dus niet mag la
ten ontgaan
Kleine bronzen van Hein
Vree. Gemeentehuis Ouden
bosch. Open: ma-do - 12.30
en 13 - 17 uur en vrij 9-12.30
uur. Tot 13 februari.
De Amsterdammer Hein
Vree, die zich al jaren ge
nesteld heeft in zijn atelier in
Hoogerheide, maakte in
West-Brabant al menig beeld
en monument. Het monument
van Anton van Duinkerken in
Bergen op Zoom is bekend en
nu heeft hij een ontwerp
klaar voor een Van Gogh-mo-
nument in Etten-Leur. Op
deze expositie laat hij aan de
hand van 19 kleine bronzen
zien een wispelturig am
bachtsman te zijn.
Vree is een verteller en ma
ker van anecdotische beelden.
Tot zijn sterkste plastieken
horen dan ook een een dijk
werker (vooral) of boerinnen
met soepkippen en in de
moestuin. Verder heeft hij er
enkele koppen (portretten)
neergezet, die getuigen van
vakmanschap; met name
wanneer hij, zoals bij het por
tret van de schilder Ysbrandt,
de kop niet te gedetailleerd
maar in grote vlakken op
bouwt. Door te sterke detail
leringen zwakt hij menig
plastiek af.
Anatomisch zwoegt hij
(vooral met armen en benen),
zodat de beelden hun inner
lijke spankracht en echte li
chamelijkheid verliezen; met
name wanneer ze persoonlijk
heden willen ver-beelden. De
bekende 'Goede herder' wordt
zo een miezerig mannetje en
een vrijend paar straalt daar
door weinig sensualiteit uit.
Er staat ook een schets voor
een beeldengroep voor zie
kenhuis Lievensberg in Ber
gen op Zoom: een oud jon
gensspel (tournooien). Vree
heeft het zich daarbij nogal
moeilijk gemaakt en blijft in
de beenpartijen steken.
Een ander facet van zijn
kunnen (het vervaardigen
van penningen) wordt heel
aardig geillustreerd met de
erepenning bij 700 jaar Heer
lijkheid Bergen op Zoom en
de penning Markiezenhof. De
eerste is een giet- en de
tweede een slagpenning; ze
zijn van een traditionele kwa
liteit. Hein Vree is het sterkst
wanneer hij volkse figuren
(niet dieren) kan maken. Dat
is een conclusie die je na het
zien van deze collectie kunt
trekken.
HE
Stichting Stadsherstel.
Markiezenhof, Bergen op
Zoom. Open: dl - zo 14-17
uur. Tot 11 februari.
Enkele maanden geleden ont
ving de stichting Stadsherstel
in Bergen op Zoom de door de
BNA-West-Brabant inge
stelde Architectuurprijs
West-Brabant 1987. Bij die
prijs hoorde een geldsom om
een expositie over het werk
van Stadsherstel te organise
ren. Die tentoonstelling is er
nu. Het beschikbare geld
daarvoor zal niet veel geweest
zijn; het is een bescheiden
tentoonstelling. Ze zal ook nog
te zien zijn in achtereenvol
gens Oosterhout, Breda en
Roosendaal. Dat is een goed
zaak, want wat Stadsherstel
doet kan een voorbeeldfunctie
hebben.
Stadsherstel heeft als doel
een verantwoorde ontwikke
ling van de oude binnenstad;
het behouden van historische
waarden daarbij met vermij
ding van aanvechtbare con
trasten en de wil om de leef
baarheid in oude wijken te
verbeteren. De expositie be
staat vooral uit foto's van ge
restaureerde panden (daar
komt het in de praktijk op
neer): oude en nieuwe situa
tie. Het is vooral aan de hand
van ir J. Weijts geweest, dat
Stadsherstel daar iets moois
van gemaakt heeft. Van een
directe invloed op planning en
ontwikkeling van een binnen
stad blijkt niet zoveel, al zijn
deze restauraties sterk sfeer
bepalend geworden voor het
leefmilieu van Bergens bin
nenstad.
Van een aantal panden (zo
als Hof van Gelder, De
Arendt, De Draeck, De Moris-
sendans wordt gedetaileer-
der (historische- en techni
sche-) informatie gegeven.
Daarbij zijn eenvoudige teke
ningen van plattegrond en
dwarsdoorsneden gevoegd.
Het is geen al te technische
tentoonstelling geworden.
Jammer is dat er, bijvoor
beeld met video, geen directe
informatie gegeven wordt
over de procedures die Stads
herstel volgt om tot deze
zichtbare resultaten te ko
men. Dat zou de informatieve
waarde van deze tentoonstel
ling, met name als ze gaat rei
zen, verhoogd hebben. Maar
ook nu krijg je al wel een aar
dige indruk van het zinvolle
bestaan van deze instelling en
krijg je mogelijk voldoende
prikkels om in Bergen op
Zoom zelf te gaan kijken naar
de levende 'tentoonstelling',
de stad in restauratie.