DE STEM
'IN DIE VERWIJTEN
ZIT ENORM VEEL
SCHIJNHEILIGHEID'
iren" B.V.
sren" B.V.
vlaamse Koerier.
«AM k. ZATERDAG IO
Felix
Pijn
Ambitie
Pensioen
W ori
orige week werd Willem Aantjes
65 jaar. Willem Aantjes. Er zijn mensen die al witheet
worden als ze zijn naam op papier zien staan. Die hem
zien als hét voorbeeld van een huichelende politicus.
Hét symbool van een foute vaderlander. Willem Aan
tjes. In 1978 was hij op het toppunt van zijn politieke
macht. Als fractievoorzitter van het CDA in de Tweede
Kamer. Toén werd het stof van zijn dossier uit de oor
logsjaren geblazen. En kwamen twee lettertjes bloot te
liggen. SS. Naar wat er voor en er na kwam, werd niet
meer geluisterd. De letters SS zeiden genoeg. Aantjes
was veroordeeld. Fout.
Geen schaamte
Germaanse SS
nogelijkheden voor een
ïkening
/acature kunt u zich
e, telefoon 01150-80214
150-80236.
i
m AM I I 23 JANUAR119881 d.
doctrinair links te zijn. Dat is
interessant voor de uitbouw
van een ongewoon karakter.
Misschien maak ik van die ver
ongelukte dichter wel een soort
katholiek, die de schering heeft
verloren, maar de inslag nog
heeft en die zich zodanig aan
intellectueel anti-katholicisme
heeft lopen ergeren, dat hij
zichzelf - in een poging dit gru
welijk fenomeen aan de kaak te
stellen - aan het kruis heeft ge
slagen. Daar moet ik nog even
over nadenken. Felix is inmid
dels wel een vrouw.
Het centrale thema voor de
roman Felix is me aangereikt
door een stukje in het Ameri
kaanse weekblad Time, waaruit
blijkt dat in Californië honden
op hun zieleleven worden nage
zien door mensen die psychisch
in het Zwarte Gat zitten te rot
zooien. Kosten voor een con
sult: 40 tot 60 dollar per uur.
Felix, die echt weet wat er in de
hondeziel omgaat, geeft (enigs
zins in de sfeer waarin Evelyn
Waugh in The Loved One
schrijft over de Amerikaanse
begrafeniscultuur) commentaar
op de hedendaagse maatschap
pij.
Er is ruimte voor satire, want
de Californische honden dra
gen, nog steeds volgens Time,
zijden onderbroeken, minkjas-
sen van 500 dollar, het parfum
van de eigenaar en andere crea
ties, die in kynomodebladen als
Dogue (een hondse afspiegeling
van Vogue) worden aangepre
zen. Felix reist rond en geeft
commentaar, katachtig en met
een stem van zijde en fluweel,
gebruikmakend van de verbale
buitelingen en pirouetten van
de verongelukte dichter, wiens
ziel zij in haar bontjas mag
koesteren.
Het idee om een kat tot cen
trale figuur in een satirische ro
man te maken, is minder aan
gegeven door De Wijze Kater
van Herman Heijermans dan
door de populaire Engelse
kranten van een week geleden,
waarin ik een verhaal aantrof
van een poes, die ook Felix
heette, en die, tussen 3 decem
ber en Oudejaarsavond, aan
boord van een jumbo, bijna
300.000 kilometer heeft gevlo
gen. Op weg van Frankfurt
naar San Francisco had Felix
het deurtje van haar reiskooi
geopend. Dat hoeft niemand te
verbazen, die weet dat katten
met strelende gebaren zelfs
brandkasten hebben gekraakt,
hun huis hebben opgebeld toen
Felix duurde 377 uur en 51 mi
nuten. Moge zij, als romankat,
delen in de roem van Cerberus,
de hellehond, het Paard van
Troje, de Vos Reinaert, het Ros
Beijaard en de Gallische Haan.
Aantjes schudt het hoofd
behoren of niet, tot een letter
lijke interpretatie van het Be-
fehl ist Befehl-principe. Katten
zijn stellig niet fascistoïde en
bovendien te eigengereid om
Het drama-AantJes In beeld. De CDA-fractlevoorzltter maakt zijn aftreden bekend.
Willem Aantjes leidt als voorzitter van de Kampeerraad Landbouw-mlnlster
Braks rond op de Caravan en Camping Ral '87. - foto anp
gelijkheden bekeken had, bleef er maar
één over: me aanmelden voor de Ger
maanse SS. Dan zou ik naar Nederland
kunnen. En hier zou ik dan mijn eigen
weg wel zoeken."
„Ik meldde me dus aan om een goed
doel te bereiken. Om me te onttrekken
aan de tewerkstelling in Duitsland. Ik
vind het te vergelijken metmeter
zijn verzetsgroepen geweest die in Duits
uniform overvallen gepleegd hebben Er
is toch geen mens die het in zijn hoofd
zou halen om één van die mensen aan te
klagen omdat ze in de oorlog een Duits
uniform gedragen hebben? Nou, en ik
heb geen eens een Duits uniform gedra
gen."
Het gedwongen vertrek uit Den Haag,
op 7 november 1978, heeft Willem Aan
tjes diep in de ziel gesneden. Het deed
zeer om als landloper van het Binnenhof
te worden gestuurd. En ook het afkicken
van de macht was pijnlijk.
„Ik heb het de eerste jaren héél erg ge
vonden. Nu heb ik nog wel heimwee
naar het politieke ambacht, maar niet
meer naar Den Haag. Als ik zie hoe er
barmelijk slecht het handwerk aan het
Binnenhof nu bedreven wordt, dan kan
ik niet zeggen dat ik het betreur dat ik
daar niet meer bij zit. En als ik zie hoe
zeer de hele politiek zich afspeelt in zo'n
uiterst beperkt circuit. Met eigen regels.
Met eigen normen. Ze leven daar in een
andere wereld. Wat daar besproken
wordt, dat heeft geen donder te maken
met de problemen van de mensen waar
het om gaat. Ik hoor het nog wel van een
paar Tweede Kamerleden van het CDA.
Die zeggen dat het nu in iedere fractie
vergadering alleen nog maar om de cij
fertjes gaat. 'Terwijl we van jou toch ge
leerd hebben dat het om de mens moet
gaan', zeggen ze dan."
Langzaam maar zeker praat Aantjes
zich weer ouderwets warm. Over poli
tiek. Over vroeger.
„Ik heb nooit onder stoelen of banken
gestoken dat het fractievoorzitterschap
van het CDA mijn ambitie was. Al dat
gelul dat ik dat wel moést omdat ik geen
minister kon worden vanwege mijn oor
logsverleden, dat is zo'n onzin. Belache
lijk. Als je geen minister kon worden, om
wat voor reden dan ook, dan zou je hele
maal geen fractievoorzitter kunnen wor
den van de grootste regeringsfractie.
Want dat was toen nog dé politieke post.
Nu niet meer. Nu loopt de fractievoor
zitter aan de leiband van de baas die in
het kabinet zit. En dat hóórt niet. De po
litieke leider hoort in de Tweede Kamer
te zitten."
„Toen was dat nog zo. En die functie,
fractievoorzitter, ambieerde ik. Dat was
de post waar ik het best het politieke ka
rakter van het CDA zou kunnen vormen.
Ik hoefde geen vakminister te worden.
En ook geen minister-president. Dat
moest Ruud worden. Mijn ambitie was
het om vier jaar lang fractievoorzitter
van het CDA te zijn. Niet langer. Ik kan
dat niet bewijzen, maar ik was het echt
van plan. In die vier jaar zou ik de
nieuwe generatie er van doordringen wat
christelijke politiek nou écht inhoudt.
Ze, met mijn ervaring, bij de hand ne
men en ze op het goede spoor te zetten.
Daarna zou ik dan in de Eerste Kamer
willen gaan zitten. En graag voorzitter
van de Raad voor de Volkshuisvesting
geworden zijn."
Het is dus allemaal anders gelopen.
Aantjes moest vanwege zijn verzwegen
oorlogsverleden het veld ruimen. En zijn
tijd vullen met wat bestuurlijk kruimel
werk. Hij werd benoemd als part-time
voorzitter van de Kampeerraad. Die is
nu opgegaan in een voorlopige raad voor
de open lucht recratie. En als die raad
binnenkort definitief wordt ingesteld,
verdwijnt, met de Kampeerraad, de baan
van Aantjes. Ook het einde van zijn werk
als voorzitter van de PTT-raad is in
zicht. Als de PTT straks zelfstandig
wordt, verdwijnt de raad waarvan Aan
tjes zo'n twintig jaar voorzitter van is.
Voorlopig werkt Aantjes dus nog even
door. Al krijgt hij vanaf vandaag dan
AOW.
En pensioen? Er is wel eens gesuggereerd
dat hij, door zijn aanmelding bij de Ger
maans SS, zijn recht op pensioen als par
lementariër zou moeten verliezen.
„Er werd ook bij gezegd dat het CDA
geen eind wil maken aan het pensioen
van Rost van Tonningen, omdat ze bang
zijn dat ik dan ook mijn pensioenrecht
zou verliezen. Dat zou het CDA me niet
willen aandoen. Onzin. Alsof het CDA
ooit iets gedaan heeft om me te redden.
Het verhaal bewijst weer dat men de fei
ten niet kent. Dat men het rapport van
de commissie-Enschedé niet heeft gele
zen. Want als één ding is gebleken, dan
is het wel dat ik door mijn aanmelding
bij de Germaanse SS niét in Duitse
dienst ben getreden. Dus ik heb gewoon
recht op mijn pensioen als Kamerlid."
„Als ik terecht in één adem genoemd
zou worden met Rost van Tonningen,
dén zou het een schandaal zijn als ik
vanaf nu een politieke pensioen zou krij
gen. Maar dat is dus niet zo. Ik ben nie-
tach, moet ik dat nou eindeloos blij
ven herhalen?"
HET SKELET van
de roman Felix, die
ik dit jaar denk te
^'tooien, staat me helder voor
geest. De hoofdpersoon is
f® kat. Waarom? Omdat de
«terin de wereldliteratuur zo
bekaaid vanaf komt. In het le-
van Céline speelt de kat
febert inderdaad een voor-
Same rol en ach, als de katten
®an Colette maar spreken kon-
®- Mijn kat Felix echter zal
J® gooi doen naar onsterfelijk-
"J> want zij is de reïncarnatie
een arm, maar bereisd
"'er, die bij een vliegramp is
Ik had ook voor een hond
'ÜIlrien kiezen, maar zoals U
S i ne'8en honden, of zij nu
01 bet Germaanse Herderstype
ze voor een gesloten deur ston
den en - zoals in het geval van
Céline - boeken omtrent katten
uit de kast hebben geworpen
die ze niet aanstonden.
Felix, zo lees ik in stukken
van Ian Henry van de Daily
Mail, Gordon Hay van de
Daily Mirror en Bill Greig van
de Daily Express, heeft zich, na
het verlaten van haar kooi, als
verstekelinge in de jumbo ge
vestigd. Ze hield zich in leven
door het oplikken van condens-
water, dat zich vormde op de
vliegtuigwand. Ze is, in 64 af
zonderlijke vluchten, ruim ze
ven maal rond de aarde gevlo
gen. In Noordamerika landde
Felix in Washington, New
York, Miami en in San Fran
cisco; in Zuidamerika deed ze
Rio, Sao Paulo, Buenos Aires,
Quito en Santiago aan; in
Europa verscheen de jumbo
met Felix in Parijs, Ziirich,
Rome en Londen, en in Azië in
New Delhi. Felix is ook nog op
Sint Maarten en in de Perzische
Golf geweest. De odyssee van
v
ook niet de behoefte om te verbergen dat
er een enorm brok schijnheiligheid tus
sen zit als mensen mij van alles verwijten
over mijn gedrag in de oorlog."
Willem Aantjes. Hij staat nog gewoon
met naam en adres in het telefoonboek.
Heeft hij nooit overwogen om een ge
heim nummer te nemen?
„Nee. Principieel niet. Ik heb een pu
blieke functie gehad en vind daarom ook
dat ik te bereiken moet zijn om de men
sen openlijk te woord staan. Bovendien:
ik heb wel fouten gemaakt, en daarvoor
ben ik de politiek uitgewerkt, maar ik
schaam me niet voor wat ik gedaan heb.
Wat dat betreft kan ik iedereen openlijk
te woord staan. Mensen die wegkruipen
hebben daar blijkbaar reden voor. Ik heb
geen reden om me te verschuilen."
Wat dat betreft blijft Willem Aantjes
bij de meest geciteerde zin uit zijn carriè
re: „Ik heb fouten gemaakt, maar ik ben
niet fout geweest".
„Ja. Waarbij ik nog moet opmerken
dat de fouten die ik gemaakt heb, niét de
fouten zijn die me worden aangewreven.
Van wat ik mezelf als fouten aanreken,
zeggen de meeste andere mensen: ach,
dat was toch nog niet zo erg."
Wat waren de échte fouten dan?
„Toen de PTT mij opdracht gaf om, in
het kader van de arbeidsinzet, naar
Duitsland te gaan, had ik dat niet moe
ten doen. Dat ik toen wel gegaan ben,
dét vind ik een fout van mezelf. Maar
dét wordt me niet aanrekend. Daarvan
zegt iedereen: 'och, dat hebben honderd
duizenden Nederlanders gedaan. Dat
was toch gedwóngen tewerkstelling'. Dat
is ook zo. Maar toch vind ik dat ik dèt
niet had moeten doen."
Maar wat Willem Aantjes, naast het ver
zwijgen van zijn vlekkerig verleden,
vooral kwalijk wordt genomen, is zijn
aanmelding als lid van de Germaanse
SS.
Toen Aantjes een jaar in Duitsland als
postbode had gewerkt, meldde hij zich
aan bij de Germaanse SS. Dat was geen
Duitse militaire organisatie, maar een
korps van Nederlandse vrijwilligers bin
nen het verband van de Waffen-SS. Aan
tjes heeft altijd gezegd dat zijn aanmel
ding geen ideologische keuze was, maar
dat hij dacht zo naar Nederland te kun
nen ontsnappen.
„Als ik inderdaad feitelijk toegetreden
was tot een SS-organisatie, dan zou ik
dat fout vinden. Dan zou ik het terecht
vinden dat ik na de oorlog geen politieke
rol meer had kunnen spelen. Maar dat
heb ik niet gedaan. Na een jaar werken
in Duitsland wilde ik koste wat kost weg.
Terug naar Nederland. Nadat ik alle mo-
- foto ger dijkstra
atsing aan Dagblad De Stem,
MB Breda.
vertenties, of inleveren op onze kantoren
Prijs incl. 6% BTW
l-f 6,07
t 8,09
I 10,11
f 12,13
f 14,15
116,17
Door Mlck Salet
„Ik heb altijd gezegd dat ik fouten heb
gemaakt, maar dat ik niet fout ben ge
weest. En daar blijf ik bij. Ik heb niets
gedaan waarvoor ik me hoef te schamen.
Maar de meeste mensen zijn niet op de
hoogte van de feiten. Die hebben alleen
iets van de SS onthouden. Die zien mij
inderdaad als een symbool. En dat vind
ik heel erg. Dat ze me bij het moorde-
naarstuig van de SS rekenen."
Aan de ene kant houdt Aantjes er re
kening mee dat hij, als symbool, mensen
kan kwetsen. Zo hangt hij op 4 noch 5
mei de nationale driekleur buiten.
„Zolang er mensen zijn die zich daar
aan zouden kunnen storen, doe ik dat
niet. Of het nu échte verzetsmensen zijn
of van die mensen die zichzelf veertig
jaar na de oorlog hebben uitgeroepen tot
de beste vaderlanders, ik wil niémands
gevoelens kwetsen."
Aan de andere kant schroomt hij niet
zijn hart te luchten.
„De meeste Nederlanders zijn in de
oorlog niet zo bar goed geweest. Het
ging maar om hele kleine aantallen die
echt actief waren in het verzet. De grote
massa van het Nederlandse volk niet. Al
die joden die zijn weggevoerd zijn bijna
allemaal door Nederlandse politiemen
sen opgepakt."
Hoe feitelijk juist het ook mag zijn dat
de de meeste Nederlanders geen verzets
helden waren, heel wat mensen zullen
woedend reageren dat uitgerekend Aan
tjes zoiets hardop durft te zeggen.
„Natuurlijk, sommige mensen zullen
daar boos op reageren. Ik heb niet de be
hoefte om te provoceren, maar ik heb
iteken één vakje benutten,
n de advertentie wordt in een groter
jin daarom de advertentie met het
tsten kort en bondig,
w telefoonnummer in de advertentie op.
eert men gemakkelijk en snel.
l AAN DE ZIJKANT HET BEDRAG
et betalen. Voor toezending van brieven
nt u t 3,50 extra te betalen. Als
kunt u een groene betaalcheque of een
dus géén giro- of bankoverschrijving)
ontante betaling ontvangt u een
aarvoor wij u echter f 4,-
in in rekening moeten brengen.
'Een zich verbijtende Aantjes: „De
meeste Nederlanders zijn In de oorlog
w zo bar goed geweest". - foto anp