1988 Invoering van basisvorming zal niet tot gelijke kansen leiden eiding rkendaal LIET" [januari 11 te hulst kunt u leerlingen ien. werking Ltie .chniek ïhe techniek Bevordering van gelijke kansen voor meisjes en jongens. Dat is een van denoofddoelen van de basisvorming, die vanaf 19)4 op alle scholen vo>r voortgezet onderwijs verplicht wordt ingevoerd. Maar mtt het wetsvoorstel da. minister Deetman enzijn staatssecretaris Ghjaar-Maas in deember van vorig jatr indiende zal dat lowaardige doel niet w»rden gehaald. Vtertien verphchte vkken op een - naar vije keuze - hoog of lger niveau zullen op dt scholen meerdere pikketstromen vtroorzaken. Een oiderwijskimdige rivierdelta, waarin nenig leerling zal «rzuipen. Een gest net dr. Jaap Droni ©derwiis- vetenschapper aan de latholieke Universiteit trabant. Een van de irie wetenschappers, iie voor de minister traks de gevolgen van le invoering van de wet raat evalueren. >rek :ers, DE STEM ONDERWIJSBIJLAGE ZATERDAG 23 JANUAR11988 PAGINA EEN HET ONDERWIJS in Nederland blijft volop in beweging. Van de rust die al jaren beloofd wordt door de beleidsmakers in Den Haag is tot op heden bitter weinig te recht gekomen. Bezuinigingen en daaruit voortvloeiende concentraties en fusies, nieuwe wetten en campagnes, ze geven docenten, ouders en kinderen nauwelijks de tijd om op adem te komen. De veranderingen zijn er over de hele linie: van wetenschappelijk tot basisonderwijs. De bewindslieden op het ministerie van Onderwijs belijden daarbij dat de veranderin gen moeten leiden tot meer kwaliteit in het onderwijs, tot betere en gelijke kansen in de maatschappij voor iedereen. Of dat zo is, zal nog moeten blijken. Er is nu al reden tot twijfel. Met name op het punt van de gelijke kansen. Wat dat betreft kunnen er heel wat kanttekeningen langs de krijtlijn worden gemaakt. Dat is de rode draad die door deze onderwijsbijlage loopt. Gokken iformatica onderwijs zo- .'htingsstand ingericht waar Kanen zowel over de mogelijk- Philips-kennis Ongelijke kansen E Jacht Veeldeling Biesbosch A6( 1 2006 123QO but Esthetique io-1 1975 jv. d. Walle D-13693 Isse 3lemans 31 150-18184 i Sector Sociaal Agogisch Onderwijl I Academie Markendaal i Middelbare Beroepsopleiding i Inrichtingswerk i Beukenlaan 1, Bavel i Postadres: Postbus 90.004 i 4800 PA Breda, Telefoon 076-65931} ng Inrichtingswerk is ^en inrichting, internaat, Deelzaal, crèche etc. iran jeugdigen of volwasse- nmimaal 20 uur per week. I de voorwaarde voor i opleiding van één voile dag (liveaus of LBO-C niveau. standigheden mogelijk. Igen naar Ineke van Gastel, Lager Beroepsonderwijs r haar r voor belangstellenden LHNO LEAO LTO VORMGEVING: ADVANGURP EINDREDACTIE: FRANS VAN MOURIK HELP, de leerling verzuipt Door Frans van Mourik HET WETSVOORSTEL van de be windslieden voor onderwijs heeft een streep gezet onder de vruchte loze want eindeloos voortkabbe lende discussie over de midden school, die politiek niet haalbaar bleek. Op basis van een advies van de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) komt er nu één lespakket voor de onderbouw van het voortgezet met onder meer Nederlands, twee vreemde talen, wiskunde en natuur- en scheikunde. Vijf doelen moeten er met de basisvor ming worden bereikt: een algemene ver hoging van het onderwijsniveau, uitstel van studie- en beroepskeuze, versterking van de gemeenschappelijke culturele ba sis, betere aansluiting bij de sociale en technologische eisen en tenslotte de be vordering van de gelijke kansen. „Basisvorming houdt in", zegt Jaap Dronkers, „dat je voor de hele schoolpo- pulatie zegt: dat moet je weten om een volwaardig burger te zijn. Die vraag is klassiek in het onderwijs. Tijdens de Franse revolutie moest de leerling kun nen rekenen, schrijven en lezen. Eerst werd de keuze aan de ouders overgela ten, later kwam de leerplicht. Met de ba sisvorming zegt de samenleving: deze hoeveelheid kennis moeten leerlingen hebben om later te kunnen functione- „Daarmee ontstaat het eerste probleem. Want watje in een toekomstige samenle ving nodig hebt, staat nooit vast. Dat is gokken, want dat kan veranderen. Nu heb je bijvoorbeeld meer Engels nodig, terwijl vroeger al op de lagere school Frans werd gegeven. Dat had te maken met de positie van het Frans, dat was toen de spraak en de taal van de betere standen. Dat kan verschuiven en dat is ook verschoven. Het zou dus best kun nen, dat je in de huidige samenleving meer moet leren op school om het kun nen redden. En dat daarom de basisvor ming die al begint op de basisschool, verlengd moet worden naar de eerste drie jaar van het voortgezet onderwijs. Maar dat staat op gespannen voet met het volgende punt". En Jaap Dronkers stapt over naar het tweede probleem. „Mensen en dus ook leerlingen verschillen nu eenmaal onder- 16 in een speciaal daarvoor in- ngen wordt aangeboden. eden: nteressante en afwisselende e met een aantrekkelijk aanvangs- is, aangevuld met vakantietoeslag: aarlijks tantième, tenminste kantiedagen en uitstekende secun-| arbeidsvoorwaarden (o.a. reis-e" iekostenvergoeding) ichriftelijke reactie, onder ver- ling van het vacaturenummer, kunt i hten vóór 4 februari 1988 aan de mene Bank Nederland N.V., ling Personeelszaken en OrganisSH de heer Mr. F. J. Riem Vis, :ngracht 11,4531 GM Terneuzen. r meer informatie kunt u ook bellen de heer Mr. F. J. Riem Vis, oon (01150) 95051 toestel 51. 'VXksnsssVssS 11 /.VWV-V-"VvX 7 .NWVN.V-VVV I, I, k\\\VA\W y,'l I VI I. KI, '«WvWVNV-V: 'tl. I. 'li KWW.VWW 'l 'l 11V' "l 'i 'l I Dr. Jap Dronkers bepalen wat je aan W go;ken kennis nodig hebt in een toekomstige samenleving - FOTODESTEM/JOHANVANGURP ling", zegt hij. "Tijdens het leven en de schoolloopbaan nemen die verschillen toe. Er zijn verschillen in leervermogen, interesse en levensomstandigheden. Dat staat een beetje haaks op de filosofie van 'iedereen moet per se dat en dat leren'. Dat was ook één van de grote twistpun ten rond de middenschool. Hoe lang moet je kinderen in de klas bij elkaar houden als ze onderling zo verschillen. Hou je ze lang bij elkaar, dan zullen de 'snellen' zich dood gaan vervelen, haal je ze vroeg uit elkaar dan vallen de laat bloeiers uit de boot". „Daar komt bovendien bij dat leerlin gen zich aanpassen aan het schooltype of niveau. Zit je eenmaal in de bovenste stroom, dan word je daarin wel vastge houden. Naar een lager niveau gaan is daarbij gemakkelijk. Maar het omge keerde komt nauwelijks voor, behalve in de brugklas. Dat zie je vooral bij hele grote scholengemeenschapppen. Daar door ontstaat het gevaar dat leerlingen opgesloten raken". Er is nog een derde dilemma. Dronkers: „De samenleving is veel gedifferentieer der geworden. Je hebt bijvoorbeeld alle soorten arbeiders. Die vragen een hele eigen opleiding, kennis en vaardigheden. Met Philips-kennis kun je niet zomaar overstappen naar Shell omdat die kennis gebonden is aan de Philips-werkwijze. Er zijn hele grote verschillen in de samenle ving en dan heb ik het niet eens over de tegenstelling hoger-lager. Dat betekent dat je de basisvorming zo moet inrich ten, dat mensen zich in al die richtingen kunnen ontwikkelen. Zo ontstaat er een spanningsveld. Wat moet je weten en wat moet je kunnen om op jouw plaats in de samenleving te kunnen functione ren. Dat kun je niet in één basisvorming onderbrengen". „Het merkwaardige aan de discussie rond de basisvorming is dat die zich con centreert op de eerste drie jaar van het voortgezet onderwijs. Maar de basisvor ming heeft natuurlijk ook betrekking op de basisschool. Al die stampei over die drie jaar voortgezet onderwijs, zou na tuurlijk nog in heviger mate gemaakt kunnen worden over de basisschool. Het is begrijpelijk dat de aandacht zich con centreert op het voortgezet onderwijs, maar dat gebeurt op basis van politieke motieven". Wat Jaap Dronkers met name bezig houdt is de doelstelling 'gelijke kansen voor iedereen' als één van de belangrijk ste motieven om de basisvorming in te voeren. Resoluut: „De ongelijkheid hef je niet op met de basisvorming. En even min de ongelijke toegangspoort, want dat is het onderwijs tenslotte, naar de maatschappij". Dronkers: „Uit allerlei studies blijkt dat hoe meer onderwijs je gevolgd hebt, hoe meer levenskansen je hebt. En dan niet in termen van inkomen. Onderwijs heeft invloed op je leefstijl, je gezond heid, je partner, de buurt waarin je komt te wonen. Die invloed is toegenomen. Onderwijsverschillen zijn vaak belangrij ker dan inkomensverschillen. Ze werken langer door in je levensloop. Sommige wetenschappers, ik hoor daar ook bij, zeggen onderwijsverschillen zijn een nieuwe vorm van kapitaal, cultureel ka- litaal. Het gaat in de samenleving om iet verdelen van dat cultureel kapitaal. Tegen die achtergrond is ook het cultu reel kapitaal van de ouders belangrijker dan hun inkomen". „Het is ook niet zo dat dat alleen de jeugd raakt. Verschillen werken heel lang door. Dat wordt nog sterker bij een toe genomen werkloosheid. Schooldiploma's krijgen steeds meer een signaalfunctie op de arbeidsmarkt. Bij een groter aanbod schroeven de werkgevers hun eisen om hoog. Bij een keuze tussen iemand met mavo- en iemand met een havo-diploma, kiest de werkgever de havo-leerling. Vanuit de verwachting, dat die meer zal kunnen en dat flexibeler in de organisa tie zal passen, omdat de leerling langer geleerd heeft. Ook al moet ie zijn leven lang vakken vullen bij Albert Heijn". Jaap Dronkers spreekt van een 'jacht' op cultureel kapitaal. „Men jaagt elkaar op om zoveel mogelijk cultureel kapitaal te verzamelen. Daaruit vloeit de immense De onderwijsdebat leerlingen zullen via hun pakketkeuze naar alle kanten stromen. stijging van het opleidingsniveau voort van de afgelopen jaren. Vroeger zat ruim 40 procent van de 17-jarigen nog op school, nu is dat al rond de 75 procent. Ook bij ouderen zie je dat percentage stijgen". Dat leidt automatisch tot de vraag of de basisvorming kinderen de mogelijk heid biedt om een achterstand weg te werken. Dronkers blijkt daar niet in te geloven. „Nee, niet of nauwelijks. Aller eerst worden de grondslagen om te leren gevormd in het gezin. En het gaat dan om een heleboel factoren. Zoals de oplei ding van de ouders, de manier waarop ze met hun kinderen omgaan. Geen van die factoren is overheersend, maar samen bepalen ze wel met welke culturele ba gage een kind op school komt. En je moet als school van goede huize komen om dat patroon te doorbreken. De in vloed bijvoorbeeld van het gezin of de buurt op het taalonderwijs is heel groot. In het gezin of de buurt wordt de taal van dat kind dagelijks gebruikt. Met re kenen ligt het anders. Daarop heeft de school veel meer invloed". „Wat je ook aan onderwijsmaatrege- len neemt, daarmee tast je het funda ment van het gezin niet aan. Je kunt hoogstens de uitwassen of extreme ver schillen afzwakken. Meer hebben een he leboel maatregelen in het verleden ook nooit opgeleverd. In feite zie je al op de basisschool de ongelijkheid van kansen toenemen. Enerzijds door de invloed van het gezin, anderzijds door allerlei proces sen in de school zelf. Bij dat laatste be doel ik hoe leerlingen op het onderwijs reageren en hoe de leraren daar weer op reageren". Hij geeft het volgende voorbeeld. „In de statistiek van leerlingen die büjven zitten, zie je dat de leerüng met een laag niveau geneigd is van school te gaan, ter wijl die met een hoog niveau het een jaartje overdoet. Dat is geen slechtigheid of dommigheid, er wordt gewoon vanuit een andere achtergrond gekozen. Nu kun je wel proberen dat uit elkaar drijven van leerlingen tegen te gaan door ze zo lang mogeüjk vast te houden - dat is de achtergrond van de basisvorming - maar dat kun je niet eindeloos volhouden. Je kunt verschillen niet eindeloos onder drukken". Dronkers vindt dat 'een soort onoplos baar probleem'. „Bij de basisvorming zullen de verplichte vakken straks op twee niveaus worden gegeven. Het uit elkaar drijven van de leerlingen zal dus langzaam doorgaan, alleen blijft het lange tijd veel minder zichtbaar dan eerst. Vroeger werd je verdeeld over ver schillende schooltypen en daarmee was het ook duidelijker op welk niveau je zat. Nu niet meer. Er zullen in de basisvor ming formeel of informeel hoofdstromen ontstaan. Tevens krijgt je een soms heel breed patroon van mogelijke combina ties. Van alle vakken op het hoogste tot alle vakken op het laagste niveau. Het wordt dus geen tweedeling zoals sommi gen vrezen, maar een veeldeling. De school zal ongetwijfeld proberen dat in de hand houden, want tenslotte kun je niet alle combinaties organiseren". Voor de ouders voorziet hij een hels karwei. „Het gaat niet meer zoals bij de huidige vakkenpakketten. Ouders zullen nu vanaf het begin scherp moeten oplet ten welk vak op welk niveau hun kind doet. Er zijn weliswaar eindtermen, maar als je als ouder pas aan het eind van de rit in de gaten krijgt dat je kind met een aantal vakken op een te laag niveau be zig is, zit je goed fout. Dat lijkt heel veel op wat er nu in grote scholengemeen schappen rond Kerstmis in de brugklas gebeurt. Ze herschikken en voor de - FOTO ANDRÉ RUIGROK ouders het in de gaten hebben, zit hun kind in een andere groep met een lager niveau. Ouders kunnen alleen goed rea geren als ze genoeg van de school afwe ten. Dus als ze zelf ook over voldoende cultureel kapitaal beschikken". En daarmee is de cirkel dan weer rond. Dronkers: „Je zou als socioloog de hele beweging rond middenschool en basis vorming en die kunnen herleiden tot een simpele verschuiving van financieel naar cultureel kapitaal. Daarom voorspel ik dat het belang van ouders om cultureel kapitaal te hebben verder zal toenemen. Voor ouders met te weinig zal het nog slechter worden dan het al was. Nu kun nen ze nog duidelijk kiezen of ze hun kind naar een mavo of havo zullen stu ren. Bij de basisvorming zal geruisloos gebeuren, zonder dat ze het in de gaten ebben. Het lijkt sprekend op de situatie in Engeland, waar kinderen ook op twee niveaus leren. Een ook daar heb je een soort stromenland gekregen, een Nijl- delta of een Biesbosch, zo je wil". Blijvende ongelijkheid dus. „Maar", zegt Dronkers, „Je kunt dat niet uitslui tend aan deze wet toeschrijven. Ook maatschappelijk is die verschuiving aan de gang. Van de macht van de aandeel houder naar die van de manager, van fy sieke handenarbeid naar meer inzicht in apparatuur. Bij de discussie rond de middenschool ging het nog om ongelijk heid op basis van beroep of inkomen. Bij de basisvorming zal de arbeider met veel culturele bagage (kapitaal) er beter van worden. En ik denk dat de laatbloeiers ook meer kans zullen krijgen. Ze kunnen via allerlei stroompjes hun weg omhoog vinden. Dat is dan de kleine winst van het nieuwe systeem". VERVOLG OP PAGINA TWEE

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 13