'Zeeuwen verstoppen hun gevoel' KlNn'nRDd'FN Documentatie over Jan Campertprijzen Over Lady Punk en De Rode Prinses JOHANNA REISS SCHREEF IN AMERIKA BOEK OVER WATERSNOOD VAN 1953 Onderhoudend boek over China's laatste keizer 6Zijde en zwaard': pakkende ontmoetingen in China DE STEM BOEKENGIDS ZATERDAG 16 JANUAR11988 „WAAROM IK dit boek over de water snoodramp in Zeeland schreef? Als ik het wist, zou ik het zeg gen. Ik wilde niet meer over de oorlog schrijven. Dreigingen Blokbenen Notities AUTEUR MARK SALZMAN VOORGEDRAGEN VOOR PULITZER PRIZE Foto Paniek G2 Door Henk Egbers De Jan Campertstichting in Den Haag reikt jaarlijks vijf literaire prijzen uit. Onlangs kreeg Annie M. G. Schmidt de Constantijn Huygensprijs; Tom van Deel de Jan Campertprijs; Frans Kellendonk de Bor- dewijkprijs; Peter van Ge stel de Nienke van Hich- tumprijs en J. A. Roefsema- Tenge de C. H. 's Gravezan- deprijs. Het is een goede ge woonte van uitgeverij BZZTöH om telkens dit ge beuren te begeleiden met een informatieve bundel. Kees Fens schreef een beschou wing, die voorafgaat aan de eindeloze bibliografie van An nie M. G. Schmidt. Dat is een mooi portret geworden, waarin onder meer te lezen is dat het 'een typisch Hollandse eigen schap van het werk van Annie is dat ze aan onze behoefte bij anderen naar binnen te kijken, in heel veel opzichten, tegemoet komt'. Ook constateert hij dat 'het verbazingwekkende aan haar werk is, dat het, in de kin derpoëzie en in de cabarettek sten, meteen op zeer hoog ni veau begon. Inzinkingen heeft het niet gekend, ontwikkelin gen echter ook niet' Rob Schouten bekijkt de be kroonde dichtbundel van Van Deel, 'Achter de waterval', in relatie met zijn andere werk. 'Een reflecterend dichter die de omliggende werkelijkheid en het leven meer aandacht schenkt dan zijn'eigen hersen spinsels en fantasieën'. De roman 'Het mystiek li chaam' die Kellendonk een prijs opleverde wordt door G. Raat geanalyseerd. Hij pro beert enkele aspecten te belich ten, waarvoor 'alle morele agi tatie wel eens blind heeft ge maakt'. Peter van Gestel ontving zijn prijs voor 'Ko Kruier en zijn stadgenoten'. Joke Linders- Nouwen zegt er onder meer van: 'de Ko Kruier-verhalen kunnen een vergelijking met de ironie van Carmiggelt door staan, omdat de geschilderde droefgeestigheid en Ko's ma nier van denken en kijken uit eindelijk hartverwarmend zijn'. Jacqueline A. Roelfsema- Tenge (1910) is conservator van het Multatuli-genootschap en het Multatuli-museum in het geboortehuis van deze schrij ver in Amsterdam. Eep Franc ken interviewde haar. Zij zegt onder meer: „Ik krijg nu een prijs omdat ik zonder betaling heb gewerkt, maar dat was he lemaal geen opoffering. Ik geef om geld helemaal niets". Pret tig als je je kunt veroorloven om dit te zeggen. Onnodig om mee te delen dat de eerder genoemde auteurs elk een uitvoerige bibliografie meekrijgen. Daarom ook zijn de jaarlijkse boeken die de Jan Campertprijzen documenteren aardige literair-historische ge schriften. 'Jan Campertprijzen 1987'. Uitg. BZZTÖH, prijs j 19,50. Door Henk Egbers Maar de destructie van mensenlevens blijft me bezighouden. De natuur discrimineert echter niet". De Nederlandse, in Amerika wonende schrijfster Johanna Reiss (55) kreeg wereldfaam met haar boek 'De schuil plaats' (1974), dat in de Verenigde Staten twaalf drukken haalde. 'De fa tale nacht' is haar derde boek. Na ruim dertig jaar Amerika voelt ze zich nog steeds Ne derlander, ook al is haar spreek- en schrijftaal het En gels. Haar Nederlands is nog perfect en accentloos; het Achterhoekse dialect ligt haar nog goed in de mond. Toch zit 'Johanna uut Win- terswiek' (Winterswijk) in het PEN-bestuur van de Ver enigde Staten, waar ze ver keert met auteurs als Norman Mailer, Susan Sontag, Gay Talese en anderen. Ongetwijfeld heeft haar succesboek 'De schuilplaats' daartoe bijgedragen. Het be vat het autobiografische ver haal over een joods meisje uit Winterswijk, dat in de oorlog ondergedoken zat in Usselo bij Enschede. Het lijkt enigs zins op de historie van Anne Frank. „Maar ik leef nog," zegt ze nuchter. „Bovendien is het heel anders geschreven." „Ik word in Amerika nog steeds gevraagd om naar aanleiding van dit boek op scholen te vertellen. Ik ben iemand die de oorlog écht meemaakte. In december was ik op acht scholen in Texas. Op veel scholen is het er ver plichte lectuur." In 1976 schreef ze er een vervolg op. Het boek 'Geen slecht jaar' gaat over het eerste jaar na de bevrijding. Oök dit be leefde inmiddels een zestal drukken. Ze is met een nieuw autobiografisch boek bezig, dat haar ambivalentie tussen Nederland en de USA als on derwerp heeft. Ieder jaar gaat ze nog enige tijd naar haar zus in Scheveningen, die met onderduiken de oorlog ook overleefd heeft. Aan de voet van het Kurhaus praten we met elkaar. „In 1955 ben ik naar Amerika gegaan. Mijn vader vond het een goed idee, omdat hij tij dens de Koreaanse oorlog weer nieuwe dreigingen bo ven zijn hoofd zag hangen en de USA een goede uitwijkha- ven vond. Eerst heb ik twee jaar in Detroit gewoond, dat lelijk en vies is. Maar nu woon ik al ruim 25 jaar in Manhattan. Ik ben er gek op; heb een groot terras bij mijn huis waarop vlijtige liesjes en basilicum groeien. Er is veel te beleven. En mijn beide dochters wonen er in de buurt". Daar schreef ze - in het Engels - haar boek 'Die fatale nacht' over de Zeeuwse watersnoodramp in 1953. Hoe? „Tijdens mijn jaarlij se ver blijf in Nederland ben ik twee periodes van een dag of tien in Zeeland geweest. Ik heb het eiland, dat het ergst ge troffen is, uitgezocht: Schou- wen-Duiveland. Op de fiets ben ik er rondgetrokken en heb er gewoon belletje ge trokken. De mensen keken wel op, maar waren lief. Ik ontdekte dat er vaak wel be hoefte was om erover te pra ten, juist omdat ik zo'n vreemde was. De hoofdredac teur van een in Zierikzee ver- Johanna Reiss schrijft in Manhattan over Nederlandse onderwerpen. - foto jeroen egbers schijnende krant heeft me goed geholpen. Ik heb hele nachten op het eiland zitten praten. Maar gevoelens kwa men bij de Zeeuwen bijna nooit écht boven. Ze vertelden erover alsof het nu nog niet echt is; zo van 'het deed me niets en het doet me nu nog niets'. Terwijl ze zo spraken zaten ze te bibberen. Zeeuwen verstoppen hun gevoel. Ziek was ik er vaak van als ik weer terug was; alsof ik al die gevoelens meegenomen had. Van de andere kant was er ook veel humor en gekkig heid. Negatief of gedepri meerd ben ik er niet van ge worden." Johanna Reiss ging niet al leen in de zomer, maar ook in de winter naar Zeeland, om ook het rot weer aan den lijve te ervaren. „Ik ben op een fiets in het donker over de dijken gereden. In het water ben ik gestapt, waardoor ik blokbenen kreeg. Naar de kerk ben ik er ook geweest met een jurk en hoedje van mijn gastvrouw. Ik wil pro beren hen op die manier hun eigen geschiedenis terug te geven. Ja, ik denk wel dat het boek hier en daar herkenbare figuren oplevert". Het verhaal speelt zich af tussen Capelle en Nieuwer- kerk. Een boerengemeen schap. Kees en Willy zijn zes jaar getrouwd als de wat tob- berige man ontslag krijgt bij een chigorij fabriek. Armoe troef, maar Willy blijft opti mistisch temidden van het landelijke leven met zijn rijke grootgrondbezitters. Het so ciale en maatschappelijke klimaat wordt getekend door de godsdiensttwist tussen de precieze dominee Pot en de rekkelijke predikant Wester hof; door een welvarende boer die zijn schaapherder Teunis aan de dijk zet. Het zijn deze mensen die, met vele anderen, de fatale nacht doormaken. De verschrikkin gen punten hun karakters aan. Verborgen krachten ko men boven. Johanna Reiss schrijft in een uiterst sobere stijl heel realistisch ware gebeurtenis sen. Tussen de regels door proef je processen die zich af spelen in en tussen mensen. Geen spectaculaire reddings acties of sensationele ontkno pingen, maar het kleine men selijke leed dat groter is dan wat er in de krant komt, be palen de sfeer. De dominee in de boot, die zijn kleine ang sten met God heeft, maar ziet dat zijn boompje de vloed overleefd heeft. God heeft hem vergeven... Het gezapige leven op het eiland is ge schud. „Nee, ik heb geen bandjes voor opnamen gebruikt. Dat wil ik niet. Als mensen iets vertellen wat traumatisch is, dan blokkeert dat. Ik maakte notities; half Engels, half Ne derlands. Het boek heb ik in het Engels geschreven. Nog nooit heb ik een boek in het Nederlands geschreven. En gels is sedert mijn 23e jaar mijn dagelijkse taal. Als ik Hollands lees, gaat mijn En gels achteruit. Nu steeds min der. Ik geef les in de Neder landse taal in New York aan mensen die om zakelijke re denen geïnteresseerd zijn of aan mensen die van origine Nederlander zijn, maar de taal verleerd zijn." Iedere morgen om halfze ven begint voor haar de dag. Om halfacht zit ze achter het bureau. „Als ik weet wat ik moet schrijven, weet ik ook de woorden. Maar het duurt heel lang voordat ik het weet. Ik ben een wroeter. Wat mij vooral interesseert is te ont dekken hoe mensen zich handhaven, waarbij drama tiek en gekte samengaan. „Only one had survived on the island of Schouwen-Dui- veland: the tiny pear tree in front of what was left of Re verend Westerhof's house. Its leaves, a pale green, were ca ressing a piece of wall." Zo luidt het slot van 'Die fatale Nacht'. Wiebe Buddingh ver taalde het boek in het Neder lands. Johanna Reis: 'Die fatale nacht'. Uitg. BZZTÖH, prijs 19,50. De film 'The last emperor' van Bertolucci over het leven van Pu Yi, de laatste keizer van China heeft voor een ver hevigde interesse in die keizer gezorgd. Er zijn inmiddels dan ook een aantal boeken over Pu Yi verschenen. Een van die boeken is 'De marionet' van Brian Power. Power ver mengt in zijn boek historische en biografische gegevens over Pu Yi. Hij maakt daarvoor gebruik van de verhaaltrant zoals die in China al eeuwenlang door straatvertellers en poppenspelers wordt gebruikt. Brian Power spreekt met verstand van zaken, want hij woonde bijna 20 jaar in de Chinese stad Tientsin. Zijn tijd daar viel voor een deel samen met het verblijf van Pu Yi en zijn hofhouding in die stad. Wie de film van Bertolucci gezien heeft, kent Pu Yi als een ta melijk evenwichtig persoon met een eigen wil. In Powers boek wordt een ietwat ander beeld geschetst. 'De marionet' laat Pu Yi zien als een welhaast wezenloos persoon die bij voortduring meer belangstelling heeft voor het leven van mieren dan voor de ge beurtenissen om hem heen. Pu Yi is volgens Power een gemakke lijk te manipuleren figuur geweest die zich in de aanloop naar de tweede wereldoorlog haast argeloos voor het karretje van de Ja panners liet spannen. Na de oorlog bleek Pu Yi even manipuleerbaar voor de nieuwe Chinese machthebbers. In het heropvoedingskamp toonde hij zich een voorbeeldig leerling die gretig de nieuwe retoriek oppikte. 'De marionet' beschrijft het leven van Pu Yi op een onderhou dende manier. Zijn tijd in Tientsin krijgt daarbij de meeste aan dacht, waarschijnlijk omdat Power dat van nabij heeft meege maakt. Over de heropvoeding van Pu Yi weet Power niet meer te vertellen dan datgene dat uit de officiële Chinese bronnen al tot ons kwam. Die periode in het leven van Pu Yi komt beter tut de verf in de autobiografie 'Van keizer tot burger' die Pu Yi in het kader van zijn heropvoeding tot modelburger schreef. wvi. Brian Power: 'De Marionet'. Uitg. De Haan, prijs 34,90. Bernardo Bertolucci (links) maakte de film 'The last emperor' over het leven van de laatste Chinese keizer Pu Yi. John Lone (rechts) speelt de hoofdrol. Door Frank van Ooijen KUNG-FU films op televi sie waren zijn voornaamste inspiratiebron. Mark Salz- man nam al op dertienja rige leeftijd het besluit om zich te bekwamen in de Chinese taal en gevechts kunst. Nog geen tien jaar later zou hij afstuderen in klassiek Chinees aan Yale University in de Verenigde Staten, zou hij bovendien vloeiend een Chinees dialect spreken en een specialist in 'wushu' zijn - de Chinese verzamelnaam voor vecht sporten. Na zijn afstuderen krijgt Mark Salzman de kans om voor twee jaar in China te gaan wonen en werken. Een uitmuntende kans om China in al zijn facetten te leren kennen. Het is 1982 en de Volksrepubliek heeft de deur nog maar net op een kier gezet. In augustus '82 vertrekt Salzman waarmee zijn jon gensdroom tot in details in ver vulling kan gaan. Salzman wordt leraar in de Engelse taal en Amerikaanse literatuur op de medische faculteit in Changsha in de provincie Hu nan. Een stad met meer dan een miljoen inwoners- Salzman heeft zijn verblijf op de medische faculteit in Changsha aangegrepen om een boek uit te brengen over het le ven van alledag in China. Weer zo'n China-standaardwerk dat nauwelijks iets wezenlijks toe voegt aan de nog immer aan zwellende stroom reisverhalen, romans en tourgidsen over de Volksrepubliek? Nee, Mark Salzmans boek onderscheidt zich duidelijk van het werk van de vele honderden wester lingen die zich de laatste jaren geroepen hebben gevoeld om na een China-reis van enkele weken hun 'unieke' ervaringen op schrift te stellen. Het boek 'Zijde en zwaard' vormt de neerslag van een lange serie ontmoetingen met Chinezen van allerlei slag. In de korte verhalen van 'Zijde en zwaard' geen oppervlakkige kennismakingen of vluchtige impressies. De auteur weet door zijn kennis van de Chinese taal en zijn enorme nieuws- en leergierigheid in die twee jaar tijd door te dringen tot het we zen van de Chinese samenle ving. De helft van de tijd is hij docent, de resterende tijd brengt hij als student door. In ruil voor Engelse les leert één van de grootste specialisten in vechtsporten in China Mark Salzman de finesses van de verschillende stijlen. De Ame rikaan leert 'bitter eten', een Chinees eufemisme voor het verdragen van pijn; volharden ondanks lijden en afzien. Hij bekwaamt zich onder deskun dige begeleiding verder in het Chinees en de kalligrafeer- kunst, waarbij steeds meer ge heimen van het hedendaagse China voor hem worden ont huld. 'Zijde en zwaard' is een op merkelijk en zeer boeiend boek dat in een eenvoudige schrijf stijl de Chinese leefwijzen, vi sies, deugden en onhebbelijk heden blootlegt. „Terwijl ik een van de leiders de hand drukte, rochelde kameraad Lin opeens alsof hij zijn hele longinhoud schoonmaakte en spoog een klodder slijm achter me langs. Ik wilde verschrikkelijk hard lachen, maar niemand vertrok een spier". Ook gêne wordt in China an ders beleefd: „Natuurlijk kus sen Chinezen elkaar niet in het openbaar, dat is wel heel on deugend. En als ze twee of drie jaar oud zijn hoor je ook kinde ren niet meer te kussen". De beschreven gebeurtenis sen en ontmoetingen zijn als het ware 'uit het leven gegre pen'. Zo maakt de lezer tijdens een ontmoeting met eenvou dige vissers kennis met de gro te, spontane gastvrijheid van Chinezen. Maar een confronta tie met Chinese vechters brengt de tweeslachtige houding ten aanzien van buitenlanders aan het daglicht („Ik keek bijna scheel van kwaadheid. Het ver nederen van onwetende bui tenlanders is zo'n beetje een volkssport in China"). Een geval van zelfmoord op de medische faculteit toont de totaal andere Chinese opvat tingen over dit verschijnsel. „Wanneer iemand zich van het leven beroofd, worden familie leden gestraft omdat de meeste zelfmoorden als misdaad tegen de Communistische Partij wor den beschouwd. Echtgenoten verliezen hun werk, zelfs kin deren worden voor deze laatste daad van hun ouders gestraft. De waardering voor 'Zijde en zwaard' is dusdanig groot dat Salzman is voorgedragen voor de Pulitzer Prize. Het boek wordt bovendien tot film be werkt waarin de auteur de hoofdrol zal krijgen. Mark Salzman: 'Zijde en Zwaard'. Uitg. Amber, prijs 29,50 Tekeningen uit 'De Rode Prinses'. Door Muriel Boll Lady Punk is de bijnaam van de 15-jarige Terry Burger met haar zwartge lakte nagels, woeste haren en vreemde make-up. Soms heeft ze het gevoel dat ze de hele wereld wel kort en klein zou willen slaan en zo raast ze in dit boek een zomervakantie lang door Berlijn en een Italiaans dorpje. Terry woont bij haar moeder en haar grootmoeder; haar moeder maakt zich alleen druk om haar uiterlijk en haar vriendjes en Terry heeft een intense hekel aan haar. Ze weet precies hoe ze haar moeder het ergste kan kwetsen en heeft daar veel plezier in. Niets is zo fijn als onbeschoft zijn en verachtelijk toe te kij ken hoe haar moeder dan weer een glas drinkt of een pils slikt. Een liefdeloze omgeving en een onverschillige moeder die alleen maar vraagt of Terry geld heeft om ergens eten te kopen, dat is erger dan een moeder van wie je niets mag. Gèld is geen probleem, daar zorgt grootmoeder Liesje voor. Zij is de enige die zich een beetje om Terry bekom mert, niet teveel want ze mocht haar zelfbeheersing eens verliezen. Heel af en toe, een paar keer per jaar, staat Terry zichzelf toe blij te zien, maar die stemming duurt nooit zo lang en slaat gauw om in woede of een aanval van vraatzucht. Alleen jongens kunnen Terry van haar stuk brengen, maar als die echt iets met haar willen, stoot ze ze gauw af om niet te laten merken dat ze bang is. Want Terry die je niets hoeft te ver tellen, heeft nooit een blote man gezien. Op een dag dwingt ze Jozef, een wild vreemd jongetje van een jaar of vijf, zes, zijn broek open te doen. Iets dergelijks kan makkelijk banaal worden, maarDagmar Chidolue maakt er een ontroerend stukje van doordat ze Terry's onzekerheid en het enigszins achterlijke jongetje mooi be schrijft. Groot is de opluch ting als Terry het kleine roze piemeltje ziet. Het enige wat Terry heeft om zich aan op te trekken is het ideaalbeeld dat ze van haar vader in Amerika heeft; zijn foto draagt ze altijd bij zich. Ze schrijft hem een brief waarin ze haar gevoelens uit drukt in flarden van pop songs; ze kan het niet in eigen woorden, zó eenzaam en ge voelsarm is ze. Het antwoord dat ze krijgt is nietszeggend en gooit haar droombeeld aan diggelen. Mét de brief en de foto verscheurt Terry haar il lusie. Meedogenloos hard zet Dagmar Chidolue de egocen trische volwassenen op pa pier, scherp en gevoelig geeft ze de wisselende stemming en gedachten weer van een pu ber die wanhopig probeert in zichzelf te geloven. Lady Punk kreeg de 'Deutsche Ju- gendbuchpreis 1986', terecht en het werd uitstekend in het Nederlands vertaald. Rovers maken een verhaal spannend en bij Paul Biegel zijn het meestal aardige rovers; In 'De rode prinses' houden ze er van om dries temmige canons te zingen. Toch ontvoeren die aardige rovers Holz, Bols en Schwan- zenstolz de Rode Prinses als zij voor het eerst buiten de muren van het Witte Toren paleis komt. Dat gebeurt op haar twaalfde verjaardag in een optocht van twaalf he rauten, op twaalf paarden, twaalf rijtuigen, twaalf bloe menwagens, twaalf boog schutters, enz. De overval zorgt voor paniek in het hele koninkrijk, onder de bevolking en op het paleis waar de koning en de konin gin alleen maar jammeren. Gelukkig heeft de koningin- moeder het koningspaar, het land en het leger onder con trole. Ze is heel inventief en bedenkt zelfs een wandelend bos van soldatenbomen om haar kleindochter terug krijgen. Haar koninklijke autoritaire gedrag wordt door Biegel komisch onderuit ge haald, dat doet hij ook met het belachelijke Wij dat f prinses voor zichzelf ge bruikt. Er lopen verschillende lij nen in het verhaal: wat eron der het volk leeft, de slappe bedoening in het paleis en de omzwervingen van de Hode Prinses als ze eenmaal uit het rovershuis in het bos is ont snapt. Het is een werveling van kleurrijke en spannende gebeurtenissen die een hecht verhaal vormen. Alles loopt goed af, de prin ses komt terug maar blijkt toch erger geschaad dan men eerst dacht. Ze kan niet r ophouden met lachen als ze de gespen, tressen en de zwabberkwastjes op de uni formen weer ziet. 'Wat kak!'. De koningin-grootmoe der roept haar tot de orde, maar de prinses wil liever met de aantrekkelijke rover hoofdman mee dan koningin worden. Dat kan niet rovers zeggen nu geen Wij, fluistert Schwan- zenstolz.De Rode Prinses staarde hem na, toen sloot ze de deur, draaide de drie sleu tels om en werd koningin Einde van een puberteit, maar wel een heel andere dan die van Lady Punk! Dagmar Chidolue: 'Lady l'u:^ Uitg. Fontein, prijs 2,50. Paul Biegel: 'De Rode Prins»; Met tekeningen van Fiel van» Veen. Uitg. Holland, prijs f 22,"

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 30