DBSTEM
BERGENAAR RINUS
DE BLAAIJ
RIJDT AL 38 JAAR
MET MENSEN ROND
PAU
SpgKSSH
LUBBERS EN
HET JAAR 2000
ZATERDAG!O!
16 JANUAR119881C
Fijn beroep, zegt de 63-jarige Rinus
de Blaaij uit Bergen op Zoom, omvat het leven van ge
boorte tot de dood. Het komt allemaal in een taxi te
recht. Is het niet voor een begrafenis, dan wel voor
een trouwpartij. Is het niet ziek, dan wel zat. De chauf
feur heeft er twee strikdasjes voor en twee gezichten.
Het zwarte strikje voor de begrafenisstoet. Het witte
voor het huwelijk. De opgewekte blik voor de feest
neus. Het strakke gelaat voor diens huilende vrouw.
De taxi, zegt De Blaaij, is een theaterschool.
Verdwaald
Dood
Klasse
Sociale dimensie
gens de wette
dat ook wel be
Maar dit keer
maar om geva
onze zuidgren
rommeld uit e
niet, bestaat
toch altijd vert
keuken, een
menselijk. Voc
troleerd romm
reld. Het kan tc
moord. En het
een gesprek n
Belgische Eurc
vene, die in de
maffia te ontm<
uit hun dikke nt
Zwarte lijst
Door Joyce Ernest
Zijn clientèle is een doorsnee van de be
volking. Karmelitesser nonnen en girls
uit de sexclub. Zakenlui aan het werk en
zakenlui aan de zwier. Zij voeren hem
van nachtleven langs kankerkliniek tot
graf.
In het begin, nu bijna achtendertig
jaar geleden, bood de taxi hem een arm
lastig bestaan. Dag en nacht in de wa
gen, tot soms honderdentwintig uur per
week. Niet dat er veel ritten waren, maar
dan stond De Blaaij bij het station pa
raat.
Met de watersnood ging de branche
leven. Kwamen er mensen van Rijkswa
terstaat en Amerikaanse helicoptervlie-
gers, die de getroffenen van de ramp uit
bomen en van daken redden. Daarna
stonden de taxies niet meer stil.
„Met de watersnood reed je over die
hoge dijken tussen het water. Het was
kruipen en dalken. Ik heb nooit in mijn
loopbaan meegemaakt, dat er niet werd
gereden. Mist, gladheid, dag, nacht. Je
rijdt. Ook als de bussen niet meer gaan.
Wanneer niet? Als we dood zijn".
„Normaal verdwaal ik nooit. Als ik
voor het eerst een grote stad inga, kom ik
er zo weer uit. Ik let op speciale punten,
speciale gebouwen. Je moet niet naar al
les kijken. Dus hier in de kamer, niet die
stoel en die vaas, maar die foto met die
witte keeshond. In polders gaat het net
zo. Het is toch je postduiveninstinct".
„Bij mist, ja, dan is het moeilijk. Ik ben
een keer goed verdwaald. Het was bij
Borssele. Ik reed over de autobaan langs
de witte strepen. In het dorp zegt die
klant, we moeten een klein eindje de pol
der in. Ik had geen twintig meter zicht.
Maar na een tijdje zegt die man, stop,
hier woon ik. Terug is heel gemakkelijk.
Links, tweehonderd meter rechts en weer
driehonderd links, dan rij je recht op het
dorp. Ik rij recht op een schaapskooi. Ik
kon niet meer voor- of achteruit. Muur
vast. Ik heb de motor laten warm
draaien en ben gaan slapen. De volgende
morgen kwam er een boer met veevoer.
Die heeft me losgetrokken".
De laatste tijd zit De Blaaij niet meer
in wat hij noemt de actieve dienst. Het
nachtwerk en de weekenden heeft hij af
geschaft. Hij werkt nog vierentwintig uur
per week. Dat heeft hij nodig om lang
zaam af te kicken. Hij brengt in hotels
gestationeerde specialisten van General
Electric uit en weer thuis. Tussendoor
'doet' hij meer zieken en bejaarden.
„Je rijdt ook mensen, die een ongeval
hebben gehad. Naar huis of ziekenhui
zen. Waarom zouden dat geen leuke rit
ten zijn? Ze hebben een arm of been ge
broken. Ze praten gewoon. Een dokter
maakt het elke minuut mee".
„Je brengt veel mensen naar academi
sche ziekenhuizen als ze er hier geen
raad mee weten. De Daniël de Hoedkli
niek in Rotterdam. Als patiënten daar de
eerste keer heengaan, huilen ze. Bij de
tweede bestraling lijkt het of ze al wen
nen. De eerste keer is het, ik ga dood.
Dan zegje, ben je wijs! Dat is niet meer.
En er kómen er ook ontzettend veel ge
nezen terug".
„Vroeger had ik begrafenissen. Dat
was vreselijk erg. Soms had ik zo te doen
met de nabestaanden. Als ze tekeer gin
gen, had ik ook wel eens een traan. Nu
heb ik het nog kwaad als er een kind of
jonge vrouw wordt begraven. Verder is
het de normale gang van zaken gewor
den".
Toen De Blaaij pas in het vak zat,
moest hij zelf de lijken afleggen voordat
ze werden vervoerd. Haren kammen, het
laatste mooie pak aantrekken. De lijken
van in verre landen gestorven mensen
werden nog per taxi naar het vaderland
gehaald."
„Het kwam voor dat je een üjk uit
Spanje moest halen. Die transporten
deed ik graag. Je deed er wel drie, vier
dagen over. Je wagen werd tweede klas
gestald. Je sliep in een tweede klas hotel.
Je kwam nog eens ergens en je had nog
een goede auto onder je kont ook".
„Als je me vraagt wat de mooiste rit
ten zijn, zeg ik het nachtleven. De boe
mel. Dan zit je in de lol en in het ver
driet. Dat gaf spanning en de kick. Ik
ben veel gevraagd om mee naar binnen
te gaan. De eerste keer zijn ze bang. Dan
zeggen ze, blijf er maar bij, chauffeur. Je
kunt niet drinken. Je kijkt en je geniet
ervan. Ik heb dikwijls binnenpretjes ge
had. De 'niet-gemaakten', die langs hun
neus weg lol maken, zijn het leukst".
„Het is geen moeilijk beroep als je men
senkennis hebt. Vroeger had je wel een
klant in een café, die wel iets in het leven
wou. Je kon naar Antwerpen of Rotter
dam. Had hij een paar honderd gulden
op zak, dan moest je hem niet naar de
duurste gelegenheid brengen. Dat moet
je aanvoelen, waar ie thuis hoort. Bij een
directeur vroeg ik: wilt u klasse of
tweede klasse, meneer? Klasse was toen
al honderdvijftig gulden voor een fles
„Je leert het leven kennen. Je ziet, dat voor sommigen geld alle waarde heeft en voor anderen niets.
- FOTO DE STEM/BEN STEFFEN
Een taxi als theaterschool
champagne. Dan was je jaren geleden al
zo drie, vier duizend gulden kwijt. Reken
nu maar op wel veertienduizend gul
den".
„Je bent de gids. Je wordt er bekend.
Je zorgt, dat ze niet in lugubere tenten
terecht komen, waar ze gesneden wor
den. Je zorgt, dat het bekwaam is. Wie er
stappen? Je staat ervan te kijken. Allerlei
soorten mensen. Vrouwen ook. Wie dat
karakter heeft, die gaat. En de poen na
tuurlijk. Laatst had mijn collega iemand,
die wilde Parijs bij nacht. Ze kwamen er
om negen uur 's morgens aan. Ze hebben
een kop koffie gedronken. Zevenhon
derdvijftig gulden, heen en weer".
„Je leert het leven kennen. Je ziet, dat
voor sommigen geld alle waarde heeft en
voor anderen niets. Mij kun je een miljo
nair in kilometers noemen. Soms had ik
er 100.000 in een jaar. Ik denk, dat ik in
al die jaren nog geen vijfhonderd gulden
onder de mensen heb uitstaan. Als ik het
niet vertrouw, vraag ik van tevoren cen
ten. Negen van de tien keer heb ik gelijk.
Ik heb het wel meegemaakt bij een stop
licht middenin Breda. Vliegt de deur op
eens open en is die gast eruit. Dan wordt
je weer voorzichtiger".
De toenemende criminaliteit en de he
dendaagse drugsverslaving maken het
vak er niet gemakkelijker op, vindt De
Blaaij. Maar in de provincie valt het alle
maal nog wel mee, zegt hij. „Ik heb wel
verslaafden gereden. Stel, dat de post
bode hun brieven niet wil bezorgen, om
dat ze aan de drugs zijn, en de bakker
niet hun brood. Als iedereen ze laat stik
ken, gaan ze helemaal naar de donder.
En hoeveel criminelen laad je niet? Wie
ingebroken heeft of gestolen, die heeft
centen en rijdt taxi".
„In gevaar heb ik nooit verkeerd. Ik
heb wel moeilijke gevallen gehad. Je
moet je gewoon nergens mee bemoeien.
Je hebt chauffeurs, die willen een vrouw
gaan beschermen als haar man moeiüjk
doet. Een dag later zijn die twee het toch
weer eens. Op den duur krijg je naam.
Dan gaan de mensen je vertrouwen. Dat
moet je zien te krijgen als chauffeur. De
stappers en de feestneuzen kennen elk
aar. Ze zeggen, neem die chauffeur. Die
is jofel. Ik had het geluk, dat ik altijd de
mannen had met de poen. De doordu-
wers".
De Blaaij stelt een gesprek in de wa
gen wel op prijs en de meeste klanten
volgens hem ook. Hij heeft, zegt hij, een
handicap als hij buitenlanders heeft. „Ik
ben met veertien jaar gaan werken. Ik
heb nooit Engels leert. Daar heb ik onge
mak van. Je brengt de kopstukken van
de grote bedrijven naar de vliegvelden
van Antwerpen of Amsterdam. Die zijn
Engels-sprekend. Philip Morris. General
Electric. De betaling gaat via de zaak.
Dat is het probleem niet. Soms zeggen
ze, you are a nice driver en geven een
klop op je schouder. Dan heb je het ge
had".
„Je hebt ook de 'vliegertjes' van Fokker.
Die zetten het toestel hier weg. Dat blijft
dan veertien dagen in de reparatie en zij
vertrekken weer meteen. Die willen alle
maal lullen. Dan voel ik me te schande
staan. Ik breng en haal iedere dag tien I
Amerikanen en Engelsen van hun hotels
naar GE. Good morning, ja, dat weet il
nu wel. Ik begon met een rijbewijs en
kaart met straten van Bergen op Zoom
De baas vraagt nu aan nieuwen of ze En
gels spreken. Hoewel het niet wil zeggen
dat ze zonder niet worden aangenomen"
„De gesprekken die je voert zijn zo
verschillend. Je leert het in de praktijk. I
Het is net een theaterschool. Je moet hel
aanvoelen. Als je met nonnen rijdt, pra
je daar niet mee als met meisjes in 1
sexclub. Die praten ook heel anders I
gen jou. Ze storten hun hart wel eens uit I
Er zijn er maar genoeg die schreeuwen
van ellende. Gehuwde vrouwen, jo
meisjes. Soms leggen ze hun hoofd te
mijn schouder".
VERVOLG VAN WEEKEND 1
Dat is een probleem van uw hele kabinet.
Als we nu dit verhaal op ons in laten wer
ken op deze vroege ochtend, dan kun je
zeggen dat er veel waars in zit, dat het
goed is dat zulke verhalen worden gehou
den. Maar tussen het beleid en dit soort
verhalen zit een diepe kloof. U bent zo on
geveer de enige die zo kan praten, durft te
praten en ook praat. De rest van uw kabi
net is bezig met dat nuttigheidsdenken,
met de cijfertjes. Dat komt niet meer over
bij de mensen; die roepen: laat nou maar,
die politiek.
„Uw vraagstelling klopt niet. Er is
geen onderscheid tussen mij en de rest
van het kabinet. Maar ik geef toe, ook
wij zijn niet zonder fouten. Een enkel
voorbeeld. Het JWG waar we enkele ja
ren terug mee kwamen, is in niet geringe
mate onder druk van de werknemersor
ganisaties en de Kamer bijgesteld. Wel
akkoord, maar minder verplichtend. Ik
heb toen bij herhaling gezegd bereid te
zijn tot die aanpassing. Maar tegelijk
heb ik me hardop afgevraagd: zijn we
nou met z'n allen toch weer niet de fout
aan het maken te denken dat dit een so
ciale correctie is, terwijl het op de lan
gere duur wel eens een a-sociale correctie
kan blijken te zijn? Tweede voorbeeld:
we hebben eindeloos gewikt en gewogen
over het minimumloon. Uiteindelijk
hebben we gezegd: laat het maar op het
huidige niveau, maar laten we een be
scheiden stapje terug doen voor de leef
tijdsgroepen van 23 tot 27 jaar. We kre
gen het niet door de Kamer. Ook hiervan
vraag ik zonder aarzeling: zijn we er nou
zeker van dat het sociaal is dat niet te
doen?"
„Ik bestrijd het idee van: de minister
president houdt mooie verhalen, maar de
daden van zijn kabinet zijn anders. Ik
wil niet de indruk wekken dat wij nooit
tekort schieten, maar het is een vals
beeld dat wij de dingen wel abstract zeg
gen, maar niet concreet proberen te ma
ken.
Een ander voorbeeld. Onderwijs, u zegt het
ook, is heel belangrijk. Kunnen wij ons een
moment herinneren, waarop we minister
Deetman hebben horen praten over zijn vi
sie op de waarde van het onderwijs? We
kennen de minister van Onderwijs alleen
maar als de man die ijverig bezuinigt.
„Deetman is betrokken geraakt in de
discussie met de minister van Sociale Za
ken en mijzelf over het vraagstuk van de
drop-outs, over mensen met een tekort
aan scholing met tegelijk de krankzin
nige toestand dat tal van scholen vele
uren leeg staan met ongebruikte appara
tuur, leraren met wachtgeld over garan
tie-uren, onderbenutting van onderwijs
capaciteit. Dat alles terwijl tegelijk zo
veel mensen gehandicapt worden door
gebrek aan opleiding. Nou, we zijn aan
de slag gegaan. Leerlingenstelsel, overleg
met het bedrijfsleven om meer te doen
aan cursussen en opleiding, alfabetise
ringscursussen voor minderheden, we
zitten met de groei van het speciaal on
derwijs, jaar na jaar meer aandacht,
daardoor ook duurder onderwijs. Deet
man is ermee bezig. Nou spring ik even
naar mijn kijk op onderwijs. Ik stond
laatst in Twente te spreken. Een grote
demonstratie van studenten tegen Deet
man. Die zeiden dat het toch schande is
dat je maar zes jaar mag studeren en dat
dan de koek op is. Ik heb mijn verhaal
gehouden. Waarom het tóch redelijk is,
en over de mogelijkheid voor uitzonde
ringen om toch wat meer dan zes jaar te
krijgen, over een potje daarvoor. Maar ik
ben zo geëindigd: als dat potje nou eens
te klein blijkt en er moet vijftig miljoen
bij en er ligt tegelijkertijd een claim bij
het kabinet om vijftig miljoen meer te
doen voor de kinderen uit de minderhe
den in Nederland? Dan weet ik wel
waarvoor ik kies. Niet voor jullie".
„Het is een geweldig mooie ervaring
voor mij als ik zie hoeveel meer hogere
opleidingen gedemocratiseerd zijn. Want
dat is snel gegaan. Dertig jaar geleden
was het toch nog exceptioneel, student
zijn. Nu niet meer; nu is het een onder
deel van een jonge generatie. Er zijn er
zoveel aan universiteiten, hbo-opleidin-
gen, het krioelt door elkaar. Ik sta iedere
keer weer perplex als ik de aantallen
mensen zie die recht hebben op een ba
sis-beurs. Dat is het systeem waarvoor
we gekozen hebben. Iedereen. Nee, ik
geloof dat we met een dergelijke regeling
het belang van onderwijs juist de volle
ruimte hebben gegeven, dat al raakten
we zo nu en dan buiten adem bij het
waarmaken. Het zal zo zijn, dat deze stu
diefinanciering, deze jongste loot van
onze welvaartsmaatschappij, om het
maar eens een beetje mooi te zeggen, na
de AOW van Drees, de bijstandswet van
Klompé en de WAO van Veldkamp
straks in de geschiedenisboekjes de stu
diebeurs van Deetman wordt.
Nu zegt u: Deetman praat te weinig
visionair over onderwijs. Ja dank je de
koekoek, denk ik dan. Zeg mij nou niet
dat Deetman niet een bewogen visie
heeft, op onderwijs. Dan was-ie toch al
lang weggeweest. Nee, die man die staat
daar als een een knotwilg aan de water
kant; hij buigt wel, maar je ziet die bo
men nog eeuwen staan. Omdat.ja,
het is zijn plek, daar is hij mee bezig,
daar knokt hij voor".
Krijgt u er niet genoeg van, van al dat be
zuinigen?
„Nee, zo gesteld niet. Het is wel zo dat
ik meer nog dan in de eerste periode,
toen het ging over het herstel van de
'economie', bevlogen bezig ben met de
vraag hoe je kunt komen tot een samen
leving die waardig is op het punt van
voorzieningen voor elkaar en solidariteit
en waarbij de rekening minder eenzijdig
bij de overheid ligt. Dat is langere W'
mijn werk. Eerst was het de economisch' I
verhoudingen zoveel mogelijk gezond
maken, nu zijn we toch veel meer met de I
sociale dimensie bezig. Er is natuurlijk I
een verband tussen die beide. Want zo I
lang het sociaal niet functioneert, wordt I
de rij van wachtende langdurig werklol
zen steeds langer, krijg je de vragen hoef
dat kan, een spiksplinternieuw zieken-1
huis met de duurste apparatuur en te""
lijkertijd minder verpleegsters. Dus
is waar we nu eindjaren tachtig mee to I
zig zijn om de lijnen naar de jaren neg®' I
tig te trekken. Daar doe ik dus mijn I
voor. Vraag je: krijg je er niet gen
van, dan zeg ik: van het bezuinigen naj
tuurlijk wel, maar van de uitdaging o®|
lijnen uit te zetten om dit structureel l!l
verbeteren, nee. Dat vind ik nog wel ®fl
ereplicht".
Daar hebt u nog maar twee jaar vot>
Lukt nooit voor 1990.
„Nee, maar de wereld houdt niet op"1
1990".
Door Paul de
Augustus '87. Het derd<
net zendt een documen
transport van radio-act
bedrijf Transnuklear z:
heden ontdekt. Het Bi
de deelstaat Hessen ga
uit. Bij een accountar
dat in zeven jaar tijd 2
aan de kas is onttrokke
kers hebben die miljoen
het omkopen van pers
kerncentrales in de Bc
aangrenzende landen.
Een van de vaste kla
nuklear is het Studiecen
energie (SCK) in het Bt
den van de Belgische 'gr
lev (Anders Gaan Levei
het programma, horen
en vragen een videobai
mee zit de beer bij de ho
Kort daarop geven de
nen een onthullende ei
persconferentie. Een va
ders is Paul Staes, o
thans Europarlementari
kert een nucleair-indu
waar het geven van steel
is geworden, waar dienst
den met vakantie-vliegi
keukens, auto's, bordee
dere giften in natura.
De reactie van de SCK-i
Agalev liegt". En over
auto's: „Ach dat waren
tweedekeus koopjes". Oi
lev. Welke corruptie-ge'
manager accepeert een k
voor verleende diensten
later publiceert het Bun
een zwarte lijst van bedi
penningen hebben get
Transnuklear. Ook SCI
ujst. Agalev eist een c
I ~®it er ook, zij het na
I klng. Het Hoogcomité
1 politieke instantie met K
voegdheden, gaat zich me
etnoeien. Het onderzoel
§ang. Het eindrapport i
drag*16 Bel®ische Justitie
Direct na de eerste ont
I ook Bonn in rep in roer.
deukte image van de n
verdraagt geen nieuwe l
A-ohl gelast persoonlijk
het is Oscar Flick, de
nunister van Hessen, die
neemt. Daarmee kunnen
miek gestructureerd, drul
lenen.
vainm^n Uggen °P 111
ECK in Mol enkele
en illegaal Duits middel
J*afval. Het zou, fraud
val ien worden met laag
ren, kV1 ,°P ,eêale wijze
van k IS aangev°erd.
afva' naar Mol
verpakt te worden in
te,? fJas en beton en ro
n. Vervolgens zou het c
nuU naar de dender
nuklear stuurde geen
actieêf Duitsiand' ma:
bevatten ZW3ar
va
l een
i roe
1 veili
ma£
al af]
les. Ii
g*
V