DE PREMIER OVER
DE UITDAGINGEN
DIE ONS STRAKS
TE WACHTEN STAAN
ERICSSON
Ericsson Telecom
municatie B.V. in Rijen
iN.B) is een zelfstandige
in snel groeiende dochter
van het Zweedse Telefon-
rktiebolaget L.M. Ericsson.
Wereldwijd toon-
angevend op het gebied
'an telecommunicatie
lard- en software.
Al bijna zeventig
aar is Ericsson Tele
communicatie B.V. actief
op de Nederlandse markt
Ruim 800 mensen werken
hier succesvol aan de
telecommunicatie van nu
en de toekomst.
Wij ontwikkelen
?n produceren digitale
telefooncentrales, bestu-
nngssoftware hiervoor,
transmissie-systemen en
centrales voor bijzondere
doeleinden voor PTT Tele
communicatie, maar ook
p een moment waarop velen nog
de slaap uit de ogen wrijven, negen uur 's morgens,
een gedegen inleiding van premier Lubbers. Over fei-
bedrijfscentraies,
telefoontoestellen en
^ehoeve^an'hetbedrijfs- ten, trends, ontwikkelingen op weg naar het jaar 2000.
leven en particulieren. Nu eens niet over de kille cijfers, de hoogte van het fi-
Met de leveranties nancieringstekort, de partijpolitieke verhoudingen.
van o.a. de geavanceerde Wel over over individualisering en samen doen, over
digitale AXE-centrales het milieu, de gezondheidszorg, het enorme probleem
neemt Ericsson Telecom- van de werkloosheid. En over Deetman, die hij als
municatieB.V. een belang- knotwilg langs de waterkant' inlijft bij de grote
rijke plaats mop de Neder- wetgevers. Drs. Ruud Lubbers over uitdagingen waar
politiek en samenleving in het zicht van de eeuwwisse
ling voor staan. Een, wat hij zelf noemt, 'spontaan in
terview'.
landse telecommunicatie
markt.
Ericsson
Telècpmmunicatie B.V,
Technologie
Internationalisering
Spreeuwen
Vergrijzing
Werkloosheid
Vele gezichten
Nadeel
O
ïiiifi
rial, Keystone International Inc.,
ustriële afsluiters met daarbij
sering.
in, zoeken wij op korte termijn
3d:
ling MTS werktuigbouw dan wel
I/VWO met aantoonbare be-
:elling voor techniek,
jd 25-30 jaar.
ng in een soortgelijke funktie is
re.
in de internationale kontakten, is
jrsing van Engels en Duits in
1 en geschrift noodzakelijk,
fijke kommerciële aanleg,
listratieve vaardigheid,
ie kontaktuele eigenschappen.
e richten aan de afdeling perso-
nbroek 22, 4824 AB Breda
Door Max de Bok
en Henk Kuyt
I „Ik geloof dat het goed is te proberen
j twee wegen die twaalf, dertien jaar
I naar de eeuwwisseling te overzien en de
1 vraag waar we nu staan en hoe we naar
2000 toegaan te beantwoorden. Kijken
naar feitelijke ontwikkelingen en daar
-ernstigrekening mee houden. En naar de
ideeële component: hoe wil je die feite-
I lijke ontwikkelingen beïnvloeden?"
„Eerst dan maar een opsomming van
enkele feitelijke ontwikkelingen. De in-
dividualisering. Gaat dat alleen maar
1 door in één richting? Nee, ik geloof dat
niet. Het juichend begroeten van het
vrijmaken van mensen uit allerlei tradi
tionele kaders, dat hebben we gehad.
Maar mensen hebben toch ook kennelijk
behoefte aan een eigen kring. Ze willen
niet echt alleen zijn, willen bepaalde din
gen samen doen. Met misschien één uit
zondering in vergelijking tot vroeger:
niet meer het samen zijn en samen doen
in de vanzelfsprekendheid van altijd met
dezelfde groep. Er is een aantal verban-
3 den waarvoor men meer vrijwillig kiest
en meer gericht op specifieke belangstel-
1 ng. Ik denk dat het verstandig is daarop
i te spelen. Omdat ik meen dat er een
aantal waarden in het leven is, dat be-
wordt als die structuren, allerlei
I verbanden, er onvoldoende zouden zijn.
Dan gaan op den duur toch elementen
van eenzaamheid en vervreemding een
l'ol spelen. Maar ook omdat het beleven
Ivan bepaalde waarden vaak alleen maar
in een zekere gemeenschappelijkheid
kan. Dus dat betekent dat je een rijk
maatschappelijk leven moet hebben. En
dat kan naar mijn oordeel niet alleen be
staan uit een geatomiseerde samenleving
van alleen maar individuen. Die notie
breekt bij alle partijen door".
«Het tweede element: de technologie.
-Een feitelijke ontwikkeling die zal door-
igaan met grote invloed op de samenle-
jtng. In het hele leven natuurlijk, maar
[vooral ook in relatie lot het werk. Als ik
lu een beetje prakitischer mag worden:
baalden gastarbeiders naar Neder-
id omdat we voor een bepaald type
|werk geen mensen konden krijgen; dat
1 men althans. We hebben nu de ge-
'shereniging van gastarbeiders, de
ee<dc generatie, de kinderen van de
tstarbeiders en een bovenproportionele
ftrkloosheid in die groep. Nou, dat is al
'£n hele simpele aanduiding van hoe
sinologische ontwikkelingen kunnen
aan en wat voor invloed die hebben in
I? samenleving. Maar het gaat verder.
e lechnologische ontwikkeling kruist
pad van de emancipatie die nog
°P aan de gang is, de deelname van
e vrouwen in het arbeidsproces, die dan
te maken krijgen met bedrijven en
'stellingen die met nieuwe technieken
erken, waardoor er dus een extra pro-
e«n is bij de inschakeling in de arbeid,
r'J de opleiding".
"Volgende belangrijke trend is de be-
hng van het milieu. Maak ik de balans
1m vergelijking met vijftien jaar gele-
ti, dan is het milieu niet alleen zwart te
etsen. Op het tafeltje in mijn tuin, dat
J> en nacht, zomer en winter, buiten
a'. zit als je het 's ochtends inspec-
rt' "Vtder roet. We hebben met enig
'ces'ets aan de uitstoot van vuile stof-
Éift® Tweede voorbeeld: toen ik
vLei! jaar geleden de energienota
roet cijfers over mogelijkheden
zuiniger energiegebruik, werden die
cijfers als zeer rozig beoordeeld. Maar
we hebben ze feitelijk wel gehaald. Het is
dus niet allemaal kommer en kwel. Maar
dat gezegd hebbend, worden we er met
de neus op gedrukt dat we een aantal an
dere dingen volstrekt onderschat hebben
en de aantasting van het milieu nog
steeds doorgaat".
„De vierde trend is de internationalise
ring. Die gaat met golfbewegingen. Het
blijkt toch dat ook via het politieke be
drijf naties een zekere be- en gesloten
heid houden. Zo nu en dan zie je de nei
ging daarop terug te vallen, barricades
op te werpen. Aan de andere kant zijn er
soms doorbraken. Ook hier een balans:
de gepolariseerde verhoudingen tussen
noord en zuid van vijftien jaar geleden
zijn sterk verminderd. Er is succes ge
boekt: groene revolutie, echte armoede,
het omkomen van de honger, is in een
aantal landen sterk teruggebracht zo niet
uitgebannen. Maar dat gezegd hebbend
worden de zwarte vlekken nog meer
zichtbaar. Afrika één barre nood, toch
nog democratische stagnatie in Latijns-
Amerika. Griezelig. Formeel zijn er nu
heel wat minder dictaturen dan vijftien
jaar geleden. Maar feitelijk is het nog
steeds griezelig. Een positief punt: de
fantastische ervaring van het INF-ak-
koord. Niet als incident, nee als ontwik
keling op een weg".
„Tot zover de algemene setting. Nu te
rug naar eigen land, naar het hier en nu
binnen deze gegevens. Ik probeer iets
concreter te worden. Wat zet ik nou eens
boven aan de lijst?"
„Hoe'gaan we om met het vraagstuk
van de criminaliteit in al zijn vormen?
Een geweldige uitdaging voor de politiek
en de samenleving. In de eerste plaats
voor de politiek omdat vandaar uit im
pulsen en richtingbepaling verwacht
worden. Het parlement heeft hierin een
controlefunctie: doet het bestuur het
goed in offensieve zin, maar ook: ge
draagt het zich ook netjes naar het oor
deel van het parlement, houdt het zich
zelf ook aan regels, wetten, goede gebrui
ken? Dat is allemaal belangrijk, maar in
feite staan wij voor dieper stekende vra
gen. Zijn de middelen toereikend? Moet
de mate van overtreding, de frequentie,
leiden tot bijstelling van wetten, wat de
overheid wel of niet mag om de crimina
liteit echt terug te dringen? Dat levert
iedere keer weer discussie op. Recente
lijk nog over het fouilleren door de poli
tie. Het is maar een voorbeeld. Die dis
cussie moet niet alleen gaan over de uit
voering van wetten, over wat wel en niet
mag, die moet ook gaan over de wetge
ving zelf. In een rechtstaat moeten men
sen die verantwoordelijkheid dragen, be
stuur en parlement, wetgever en mede
wetgever, steeds weer zich ernstig afvra
gen of ons wettencomplex goed toege
sneden is, of het wellicht bijgesteld moet
worden. Dat zijn heel fundamentele af
wegingen. De criminaliteit terugdringen,
dat acht ik een uitdaging voor de demo
cratie".
Prof. Doorman beschreef onze maatschap
pij als een samenleving met spreeuwenge
drag. Spreeuwen die in een grote klonter
in een boom terecht komen, maar ook in
dividuen, al zitten ze in zwermen bijeen.
Zoals u zelf al zei: individualisering ja,
maar er is behoefte aan verbanden. Je
praat dan eigenlijk over de kwaliteit van
het onderwijs. Want in een spreeuwen-
zwerm doe je beroep op de persoonlijke be-
„Ik bestrijd het Idee van: de minister-president houdt mooie verhalen, maar de daden van zijn kabinet zijn anders. Ik wil niet de Indruk wekken dat wij nooit tekort
schieten, maar het Is een vals beeld dat wij de dingen wel abstract zeggen, maar niet concreet proberen te maken." - fotodestem/johanvangurp
Lubbers kijkt naar 2000
schaving en diebeschaving bijbrengen, is
een taak van onderwijs.
„Daar valt veel over te zeggen. Ik ben
het eens ja, dat is een deel van het onder
wijs. Maar dan mogen we onderwijs niet
zien in de sfeer van de school alleen.'
Dan moeten we het normaal vinden dat
zich in de samenleving regels zetten die
niet allemaal zijn terug te vinden in wet
boeken. Wat nu dreigt - en daar moeten
we weerwerk aan bieden - is het klimaat
van de 'jij-bak'. De sfeer dat, als de poli
ticus iets zegt van de samenleving, die
samenleving zegt: kijk naar je zelf, jullie
doen het zo slecht. En omgekeerd dat de
de politicus misschien te makkelijk zegt:
nou ja, die ingreep hoef ik niet te doen,
want als nu eerst maar eens de mensen
zelf beginnen dit en dat te doen. Dat is
het hanteren van een soort alibi-tech
niek. Dat moeten wij dus niet doen".
„Als tweede punt noem ik het goed
omgaan met de gezondheidszorg.
Waarom is dat zo belangrijk? Het is voor
ieder mens individueel belangrijk, maar
er zit ook een enorme bodem in van on
derlinge solidariteit. Ziekte betekent
ook: ik kan het nu niet alleen en dan
moet die samenleving er zijn en in die sa
menleving de medische zorg. Dat moet
toch dwars door alle politieke partijen
heen voor ieder duidelijk zijn. Waarom
hebben wij mensen dan toch zorgen over
de gezondheidszorg? Dat komt volgens
mij door een cumulatie van dingen. De
ontwikkeling van de medische technolo
gie. Hoe gaan we daar mee om?"
„Experimenten aan het begin van het
leven, de mogelijkheden om het leven te
perfectioneren, de vragen aan het einde
van het leven. Hoe vinden we de goede
maat in de toepassing van medische
technologie? Een ethische kwestie in de
eerste plaats. Maar met een verband
naar een andere ethische vraag, namelijk
naar de aanwending van schaarse capa
citeit, de afweging tussen medische voor
uitgang tegenover schaarse middelen.
Daar zit de politiek tussen. Die kan niet
zeggen: daar heb ik niks mee te doen.
Of: dat maken wij alleen wel uit. De po
litiek kan eigenlijk het best het kader
scheppen en de verantwoordelijkheid
mobiliseren opdat alles zo goed mogelijk
gebeurt, zo goed mogelijk wordt afgewo
gen in en door de gezondheidszorg zelf'.
„Er zijn twee bijkomende redenen tot
zorg. De ene komt voort uit de financiële
problematiek van het rijk. Zegt de poli
tiek niet te gemakkelijk: dat kan wel wat
minder en gaat dan eigen bijdragen in
voeren, eigen risico's? De burger voelt
dan zorg opkomen over de vraag of zijn
gezondheidszorg wel tegen een redelijke
prijs toegankelijk blijft, of hij daar wel
van op aan kan. De politiek moet daar
heel zorgvuldig mee omgaan".
„De tweede reden, waardoor de eerste
nog versterkt wordt, is de dubbele ver
grijzing. Die betekent dat we als het
ware van zelf meer voor de gezondheids
zorg gaan uitgeven. De mensen voelen
dat heel goed aan. Die zeggen: dat spant,
wat moeten we daarmee. Ik denk dat een
belangrijke uitdaging nu voor de politiek
is in die totale gezondheidsproblematiek
een goede weg te vinden. FundamenteeJ
zoek ik mijn weg in de elkaar aanvul?'
lende verantwoordelijkheden, waarbij
het accent ligt bij de beroepsgroep zelf,
de medische wereld. Kunt u nu niet, zo
vraag ik die wereld, de mensen rust ge
ven, de zekerheid bieden dat ze tussen
nu en 2000 een goede gezondheidszorg
houden? En dan mag u van de burgers
weten, dat ze het mooi vinden als u nog
nieuwe vindingen doet, maar dat zij het
het allerbelangrijkste vinden dat het hui
dige peil van zorg gehandhaafd en toe
gankelijk blijft".
Maar datzelfde vraagt de burger van de
politiek. Verschaf me de rust dat ik vol
gend jaar weer niet opgezadeld word met
eigen bijdragen en andere bezuinigingen.
„Dat komt dus bij ons terug. Dit is in
derdaad een zaak die voor de politiek
een zorg blijft omdat er objectieve pro
blemen zijn. Schaarse overheidsmidde
len; over het algemeen rijke burgers,
arme Overheid. Nou betaalt die overheid
zelf niet veel aan de gezondheidszorg.
Het is voor ons een organisatorisch pro
bleem. Het wordt gezamenlijk betaald
uit premies en dergelijke. Maar om dat
voor elkaar te krijgen moet je wel de soli
dariteit goed organiseren. U hebt gelijk,
de politiek heeft een rol te vervullen. Ik
geloof wel dat de overheid, die de ver
antwoordelijk is voor de premiestelling
-en dus ook voor de vraag of er geen
uitkomen die niet te betalen zijn- dat
die het vooral moet hebben van een mo
del waarin het samen met de medische
wereld voor elkaar komt. 'Dekker' is
zo'n voorstel. U weet dat ik er in grote
lijnen positief tegenover sta
„Het derde thema Natuurlijk de werk
loosheid. Wat wil ik nu eens zeggen van
die werkloosheid op weg naar 2000?"
„Het gaat in de allereerste plaats om
de samenstelling van onze bevolking in
relatie met het aan werk kunnen komen.
Ik wees al op de gezinshereniging, de
tweede generatie gastarbeiders. Ik voeg
daar nu nog aan toe de doorgaande im
migratie. Voor het eerst zegt het CBS bij
bevolkingsprognoses dat structureel uit
gegaan moet worden van immigratie van
niet-Nederlanders met 20.000 per jaar.
Ik denk dat dat nog een bescheiden ra
ming is. Maar als ze klopt, dan alleen al
komen er uit dien hoofde in de dertien
jaar die ons nog scheiden van de eeuw
wisseling nog weer een kwart miljoen
mensen met geen Nederlands, gebrekkig
Nederlands, zich melden. Dat is de
meest kwetsbare groep. Het gaat nu al
om zeer velen".
„Dan voeg ik eraan toe de mensen die
uitgeschakeld worden in de bedrijven
omdat bepaalde produktietechnieken
verdwijnen en die probleem hebben met
omscholing. Als derde categorie de jon
geren, drop-outs van de scholen: dat
vergt bijzondere begeleiding. Tenslotte,
een ander type probleem, de verder
gaande emancipatie. Het 'zachtste' pro
bleem omdat het naar mijn mening het
gemakkelijkst te overbruggen is. Kort
om: we hebben een probleem -en ik
overdrijf niet- van enkele honderddui
zenden Nederlanders. Enkele honderdui
zenden Nederlanders die in beginsel in
de rij staan voor een baan. Die alleen
naar die baan zullen komen met veel
wilskracht en met de bereidheid aan de
andere kant om hen op te nemen. Dat
gebeurt gelukkig steeds meer in speciale
programma's: de wet Vermeend/Moor
voor langdurig werklozen, straks het
Jeugd Werk Garantieplan (JWG), ver
dubbeling leerlingenstelsel, cursussen.
Maar dat is toch een enorm probleem:
het is een queue waar hier mensen staan
te wachten om binnen te mogen - komt
u maar, we kunnen er hier acht gebrui
ken, daar twaalf, daar drie, daar vijf
tien - dat zijn er ruwweg geteld veertig,
maar inmiddels hebben zich aan de ach
terkant van die rij al weer 45 nieuwe ka-
nidaten aangesloten. Waar komen die
vandaan? Uit die categorieën die ik zo
juist noemde. Dat is een van de grootste
uitdagingen in de samenleving om al die
mensen, die niet zomaar kwalificeren
voor een baan, kansen te geven".
„Nog één opmerking. Als je de analy
ses leest over de bijstandswet, vertaald in
armoede-rapporten - begrijpelijk want
die mensen hebben een heel laag inko
men - dan valt mij op dat telkens weer
naar voren komt het sociaal isolement.
En dan gaat het helemaal mis, want er
zijn geen contacten meer, er komt een
zekere vermindering van het gevoel van
eigenwaarde, bij gebrek aan geld kan
men niet aan bepaalde dingen meedoen.
Gevolg: weer minder contacten. Dan be
gint het proces van uit die samenleving
gedrukt worden. Daarom kunnen wij
niet zeggen, er is een bijstandswet dus
dat is prima geregeld. En het probleem
lossen we ook niet op door, wat sommi
gen bepleiten, de bijstandsuitkeringen te
verhogen. Nee, ik moet in dat queue
proces genoeg mensen hebben die kan
sen krijgen, zodat de rij niet meer groeit.
Dat is ook zo belangrijk omdat we het
element van de hoop in stand moeten
houden. Zolang mensen in hun omge
ving zien, ja verdraaid, ik zit in die of die
categorie, ik ben 48 en werkloos of ik
ben een kind van een Marokkkaan, maar
ik ben dat met een dozijn anderen, en
kijk, twee van de twaalf hebben toch
maar werk gevonden, dan blijven die
mensen gemotiveerd. Al zullen ze niet
onmiddellijk de volgende dag een baan
hebben, ze zien dat het toch de moeite
waard is te blijven zoeken".
Het begrip harde werkloosheid heeft vele
gezichten. Het is niet zo dat een deel van
een generatie uit de boot valt omdat men
niet kan omschakelen naar nieuwe tech
nieken. Er is meer aan de hand. Daar
moet allemaal beleid voor komen. Om-,
her- en bijscholing is het idioom van dit
kabinet. Met name voor de minderheden is
er nog heel wat te doen.
„Zeker. Je bent bezig met gigantische
inspanning beleid op die ontwikkelingen
aan te passen. Kunnen we de handicap
wegnemen dat mensen die lang werkloos
zijn als te duur beschouwd worden? In
feite is daar de wet Vermeend/Moor
voor, die de bedrijven subsidieert die
langdurig werklozen opnemen. Moeten
we de jongeren niet principieel zeggen:
als je op een bepaalde leeftijd geruime
tijd niet zelf in staat geweest bent een
baan te vinden, dan kom je in het jeugd
werk garantieplan. Dat betekent dat de
gemeenschap ervoor gaat zorgen dat je
wel iets gaat doen en dat vind ik dan ook
rechtvaardig en noodzakelijk. Dat is dus
een de-individualiserings-element. Daar
zit een verplichtend element in. We noe
men het dan wel mooi jeugd-werk-garan-
tieplan, maar we zijn het erover eens in
de poütiek dat als er dan een aanbod is,
die jongen, dat meisje daarop moet in
gaan. Dat zit eraan te komen en mijn ta
xatie is dat dat verder, veel verder zal
gaan. Ik doe een voorspelling: we gaan
er in Nederland naar toe - en ik ben het
er ook mee eens - naar dat verplichtende
element met betrekking tot curussen, tij
delijk werk. Aanpakken, hoe dan ook.
Maar het is alleen tot een politiek-maat-
schappelijk goede zaak te maken als het
spiegelbeeld aanwezig is, namelijk de or
ganisatie aan de kant van de bedrijven
en de instellingen, om dan de instroom
ook tot een serieuse zaak te maken. De
mensen in de ondernemingsraden heb
ben de plicht de directies te wijzen op de
noodzaak die instroom te organiseren,
ook die mensen kansen te geven. Vol
gens mij is nu het kernpunt van de strijd
tegen de werkloosheid en tegelijk de
structurele lijn van de discussie: hoe
kunnen we mensen zo uitrusten dat ze in
meerdere mate aan de slag kunnen? Het
zicht daarop wordt fors belemmerd om
dat we er langsheen leven. Hoe leven we
er langsheen? Daar is ook de politiek
schuld aan. We bestoken elkaar met cij
fers".
Daar is deze minister-president mee be
gonnen; het cijfe,fetisjisme heeft hij inge
voerd.
„Ik heb inderdaad getracht te mobili
seren door met werkgevers en werkne
mers samen een uitdagend doel te stel
len. Ik ben tot de conclusie gekomen dat
dat wel z'n voordelen heeft, want ik
word nu achtervolgd met: wat doet de
overheid zelf? Prima allemaal. Maar er
zit ook een groot nadeel aan. Het nadeel
dat de kwalitatieve aanpak die er onder
moet zitten als het ware ondergesneeuwd
raakt omdat je steeds gedwongen wordt
tot een discussie over cijfers".
I VERVOLG OP WEEKEND 2
_l