DE STEM VOLGENS BAANTJER RAKEN PEETVADERS HUN MACHT KWIJT DESTE 'WIE DA Q r—- e mSÊÊÊel Felfs voor de onderwereïd is de maat vol. De harde jongens van de penose pikken de methodes van de ontvoerders van Gerrit Jan Heijn niet meer. Iemand ontvoeren, alia. Maar hem ook nog een vinger afhakken, hem vervolgens waarschijnlijk laten sterven en dan ook nog eens miljoenen aan buit op strijken en tenslotte niets meer van je laten horen, dat gaat ook de hardste jongens van de gestampte pot te ver.Het afgelopen weekeinde verraste de Amster damse 'penosekoning' F. Adriaanse alias 'Frits van de Wereld', vriend en vijand - dus ook de politie- met een emotionele oproep aan de Fleijn-ontvoerders. In zijn eigen bloemrijke taal zei hij op televisie: „Als ze een greintje moraal in hun flikker hebben, sturen ze een veertiende brief waarin staat waar hij is." Tassies afpakken Schofterig Gestampte pot ZATERDAG I 9 JANUAR119881 Gevaarlijk boek Anarchie Heimwee we restanten dood bij eer hoofdbureau van poli pogingen van arresta daalse politiebureau, te weten aan een ven politiebureau hij heeft plan om twee verdacl om op die manier he Huizen van Bewarinc staat nadrukkelijk in b ling. Dat er veel mis is Geen voorzieninge z Door Rlnze Brandsma De oproep van de penosekoning is uniek. Ook al, omdat 'Frits van de We reld' in het Mokumse milieu geen kleintje is. Een Peetvader, wordt hij wel genoemd. Maar de oproep maakte ook duidelijk, dat de onderwereld een eigen moraal en code heeft. „In mijn wereldje kèn dit niet", zei 'Frits' op z'n gaafste plat-Mo- kums. „Hoe slecht je ook bent, er zit al tijd wel iets goeds in je. En wat ze nu flikken is waanzin, voor wat rotcenten." Waar ligt in de onderwereld de grens? Wat stelt die eigen moraal in de crimina liteit voor? En wat is de macht van 'peet vaders' als 'Frits van de Wereld'. En van de onderwereld zelf? Een lijst met vragen voor een deskun dige. Zo mag (oud-) politieman A. Baantjer wel heten, na bijna 40 jaar bij de politie, waarvan 28 jaar (tot in 1983) als rechercheur bij bureau Warmoes straat, in Amsterdams heetste buurt. Po litieman, gepokt en gemazeld in alle mo gelijke vormen van harde misdaad, maar ook razend populair schrijver van poli- tie-detectives: 'Appie' Baantjer, 65 in middels, is bezig aan zijn bijna 50e titel over de speurneus De Cock. Hij behoort met 150.000 verkochte en 700.000 in bi bliotheken uitgeleende boeken per jaar tot de meest gelezen schrijvers. Wanneer gaat voor de penose een actie te ver? Baantjer: „In mijn tijd bestond een code. Een oud vrouwtje beroven, dat deed je niet. Dan werd je scheef door je maten aangekeken of ze braken je bot ten. Dat werd binnen de penose afge straft. Of een oude nachtwaker. Die lokte je weg, die sloeg je niet neer. Er be stonden normen." „Daar speelt Frits ook op met zijn op roep. Hij maakt alleen een denkfoutje. Want zijn verhaal geldt niet meer. De criminaliteit is verhard. De ontvoerders zullen aan zijn oproep niet veel waarde hechten." Is 'Frits van de Wereld' een penoseko ning? „Fritsie? Dat was een grote. Ik ben van zijn tijd, hij zal ook in de 60 zijn. Die heeft miljoenen bij elkaar verdiend. Gokken, hij had gokhuizen. En hij han delde in alles wat los en vast zat. Ook bij I zegt hij i Verharding van de misdaad, verdwe nen eigen normen, in hoeverre dan? „In het afgelopen jaar werden alleen al hier in Amsterdam 350 oudere vrouwen beroofd. Tassies afpakken. Junkies. Sinds de opkomst van de heroïne zit je meteen in de miljarden. Een heel ander slag volk. Een dealer, op straat, vangt gauw 7000 per week. Dat is per jaar 3,5 ton, belastingvrij. Had Wisse Dekker van Philips vast niet eens." En ontvoeren, gijzelingen? „Die waren in Frits' en mijn wereldje ondenkbaar. Vandaar ook zijn oproep. Uniek, ja. Die maakt ook de scheiding van geesten in de onderwereld duidelijk. De oudere crimineel met zijn codes en moraal tegenover de nieuwe, hardere. Iets goeds in elke misdadiger? Dat was Apple Baant/er: „Kan best dat Gerrit Jan Helln niet bemist vermoord Is, maar la gestorven door de emoties. Daar lllken de brieven van de ontvoerders op te wijzen.- foto ger dijkstra De vroegere penose is inmiddels folkore Helneken-ontvoerders Van Hout en Holleeder. Dat waren nog Jongens van de gestampte pot zegt Apple Baantjer. - foto anp vroeger zo." „Daarom deed Fritsie zijn oproep ook, uit machteloosheid en woede. Eer lijke, menselijke woede. Tegenwoordig zit in de criminaliteit veel meer koel ma nagement. Risico's worden gecalculeerd. Het buitenland kent dat al veel langer. Neem de grote Britse treinroof. Een mili taire operatie, zo grondig voorbereid. Zulke acties komen hier ook meer en meer, zoals bij de ontvoeringen. Neder land, met name Amsterdam, heb ik het criminele riool van Europa zien wor den." Klopt dat wel? Politiechefs ontkennen dat steeds. „Laat niemand mij wijsmaken dat dat beeld niet klopt. Alles komt hier op af. Vooral in Amsterdam kun je gemakke lijk onderduiken." „Maar de maatschappij als geheel is ook veranderd. Ikke, ikke, ikke. Als je geld binnen kan slepen, dan zal je dat vooral niet laten. Zoals bij zo'n ontvoe ring. Iemand meenemen en zijn familie om geld vragen, dat is liefde van mensen voor elkaar in klinkende munt omzetten. De misdadigers speculeren erop, dat je omgeving uit affectie, liefde wel zal beta len. Schofterig is dat." „Hoe je je daartegen kunt verweren? Afspreken dat elke gegijzelde in principe een dode is. Niet onderhandelen dus, dan ook geen losgeld, geen afpersing. Al weet ik, dat je dat wel kunt afspreken, maar als ze ergens bij mij in de familie zo'n kunstje flikten, dan praat je wel an ders." De ontvoering van Caransa ('77, f 10 mil joen), in de binnenstad van Amsterdam, was de eerste in ons land? „De allereerste, een schok, ook in het milieu. Ontvoering bleek lucratief. En in ons land staan er relatief lage straffen op. Als je zo'n actie goed voorbereidt, is het een profijtelijke onderneming. Een jaar of tien de lik in, bij goed gedrag strafkorting. De poet wacht buiten en als je vrijkomt heb je nog een bruin leven." Zoals de Heineken-ontvoerders? „Die voldoen ook nog aan het beeld van de ouderwetse crimineel met moraal. Jonge jongens, maar ook van de ge stampte pot." Roofovervallers en kidnappers hebben in het milieu een hoog aanzien, vooral als de actie geslaagd is, flink geld opgeleverd heeft en als er geen (of niet te veel) doden bij zijn gevallen. Klopt? „Via criminaliteit tot welstand geko men, ja. Geld betekent aanzien." Maar de buitenwereld heeft meer moeite met die opvatting. „Dat is maar gedeeltelijk waar. Denk eens aan de sprookjes, aan de figuur Ro bin Hood. Dat was ook een roofoverval ler, die stal ook van de rijken, daarbij vielen ook slachtoffers. Hem noemen we een held, maar bar veel verschil met de ontvoerders van nu is er niet, het ging en gaat om het uitkloppen van mensen met geld. Al was de kloof tussen arm en rijk in Robin Hoods tijd veel groter dan nu." Heeft Baantjer in zijn nu bijna 50 politie romans nooit zelf een ontvoering als thema genomen? „Dat kan ik niet. Ligt gevoelsmatig te ver van me af. Een huurmoordenaar, ook zoiets. Ik kan daar niet over schrijven. Wel chantage en afpersing, ja. Maar dat is een oud middel. Dat was geen echte penose, dat waren meer 'heertjes'. Met de verwatering van de algehele moraal komen chantages ook minder voor. Het is niet zo'n taboe meer om bekend te zijn als homo, met overspel valt niet meer te chanteren zoals voorheen." Doet het Heijn-drama Baantjer wat? „Ik zou vanuit dezelfde emotionele basis als Fritsie zo'n oproep kunnen doen op tv. Ik bewonder zijn moed, want in zijn wereld zal hem wel voor de voeten geworpen worden dat hij zich voor het karretje van justitie laat spannen." Heeft de politie-veelschrijver (twee boeken per jaar, reeksen columns, meer dan 50 le zingen jaarlijks door het hele land) het boek van Heineken-ontvoerder Cor van Hout gelezen? Spanning misdaad en nog echt gebeurd ook. „Een kwalijk en gevaarlijk boek, een goedkope manier om geld te verdienen. Van misdadigers worden helden, toffe jongens gemaakt. Een draaiboek voor andere ontvoeringen, jazeker. Zelf ben ik altijd voorzichtig in mijn boeken een lei draad te geven voor een misdaad. Zoiets valt er niet uit op te pikken." „Ik wil een paar uur de mensen gezel lig bezighouden, (lachend:) Al is elk mens in zijn hart wel eens een moorde naar. Iedereen wenst af en toe een ander het graf in." 'Frits van de Wereld' veronderstelde, dat de ontvoerders van Heijn misschien hele maal geen professionals zijn uit de be staande onderwereld, maar dat het ama teurs zijn die geluk hadden met hun acties. Baantjer: „Ze hebben zó voorzichtig geacteerd, dat een heel rechercheteam nog niet achter hun identiteit is geko men. Zo dom zijn ze dus niet. Ik geloof niet, dat het amateurs zijn." Wat denkt de beroeps-speurder /politiero manschrijver van de Heijn-ontvoering? „Kan best dat Gerrit Jan Heijn niet bewust vermoord is, maar is gestorven door de emoties. Daar lijken de brieven van de ontvoerders, die spreken van geestelijke nood en hulpbehoevendheid, op te wijzen. Dat het wel een 'eerlijke' deal was met zijn leven als inzet en dat lijn dood niet bedoeld was." Is Nederland niet een slecht land voor ont voeringen? Dicht bevolkt, moeilijk iemand te verbergen, sociale controle? „Ben ik het helemaal niet mee eens. Er is juist géén sociaal contact meer, zeker niet in de steden. Daar zijn hele stadsge deelten waar politie en justitie geen greep meer op hebben. Anarchie. Zoals het Staatsliedenkwartier hier, ja, daar valt zo makkelijk in onder te duiken. Er zijn meer steden met zulke buurten." „Ik geloof niet, dat het zo moeilijk is iemand te verbergen. Zoveel mensen ver dwijnen elk jaar in het niets. Onze over heidsbemoeienis is de laatste decennia sterk verminderd. Op onze bevolking hebben we relatief weinig agenten." Hoe loste rechercheur Baantjer in zijn tijd een forse misdaad op, naast contacten met de onderwereld? „De trucs van de politie ga ik je na tuurlijk niet zeggen, (grijnzend:) Nou ja, I eentje dan. Wat we wel eens flikten was, dat we naar buiten toe de buit van een kraak bijvoorbeeld flink opschroefden. Kreeg je ruzie binnen de bende. Want dan was het: héé, maatje, waar is de rest van de poet? In je zak gestoken soms? Gingen ze elkaar verlinken." „Fritsie deed zijn oproep uit machte- loosheid en woede. Eerlijke, mense- lljke woede." - fotoanp Deze Brouilly, zo sprak ik tot de zilve ren ober (hij had de distinctie van een telg uit een oud geslacht van butlers) ver warmt het bleke gebeente van de wat ouder wordende man. „Zeker", zo antwoordde hij met een stem, waarin hij gene genheid huwde met de deftig heid van Molly Geertsema en daarmee erkende hij dat ook zijn geraamte bleek aan het dorsten was naar zondoor- stoofde wijngaarden. De eerste halve Brouilly, die ik wegens een floersig oog niet kon doorschouwen en die ik goed van neus had bevonden omdat mijn eigen neus ge stremd was door een lichte on gesteldheid, werd door de zilve ren man - wellicht nog familie van Arendsoog - op eigen ini tiatief teruggehaald. De wijn was troebel. Hij pakte een glas, wierp er wat wijn in en na een prak hij, i bij het zwalp en een slurp bijna triomfantelijk, i vinden van een „Muffig." Ik had het aan me zelf geweten, aan virale schim mels in de muil, maar nu het doodvonnis over het flesje was uitgesproken, kreeg ik de moed van de vinocologische halfintel- lectueel: „Zwakke kurk zeker." - „Ja, er is lucht bij geko men." „En dat vreet aan zo'n rag fijne wijn als de motten aan de vitrage." - „Dat zou U zo kunnen zeg gen." Er was een hint van af keuring in zijn stem. Met de Brouilly heb ik inge togen mijn triomf gevierd op de zoete, maar slepende krachten van het heimwee. Nog één keer ga ik U spreken over Londen. Ik ben veilig teruggekeerd uit het empire, waarvan het trage verval nog enkele eeuwen kan duren. Ik ben ongedeerd terug gekomen. Het oude heimwee is verwaaid in Kensington Gar dens, in Hyde Park, op Park Lane en rond Piccadilly. De rouw is voorbij. Na vijf jaar en negen maanden is de rouw voorbij. Er zijn geen tranen meer. De laatsten zijn opge droogd in de stormen van Drie koningen. De reis was nodig om het heimwee te begraven. Ik ben er mee naar de oude ambtswoning gegaan, in Ashley Gardens, ne vens de zijbeuk van de kathe draal van Westminster, die be heerd wordt door kardinaal Ba sil Hume. Een stille straat van onberoerde, kalme deftigheid. Imponerende facades, waar achter nochtans hevige stormen woeden. Voorin de straat, vlak bij de piazza met bedelaars van de kathedraal, woonde Sir Ha rold Wilson met zijn wat droeve en poëtisch begaafde vrouw Mary, die heroïsch het C" "ek geheim negeerde dat ld het witte hoofd wel eens in de schoot van de ener- Éeke Lady Falkender wilde ggen. Wat verderop woonde Je remy Thorpe, ooit briljant lei der van de Liberal Party, die beschuldigd werd van het ont werpen van een moordcomplot tegen een in een cynische lief desaffaire diep gekwetste ho mo. Een jury m the old bailey heeft Jeremy vrijgesproken in dit opmerkelijk Engelse drama. En nog maar kort geleden ston den de marmeren zuiltjes en de zeven traptreden van mijn eigen vroegere tent in Ashley Gardens in het beruchte schan daalblad News of the World. Een der topmandarijnen van de Britse Labour Party is daar in getrokken bij een vriendin; bo ven de foto van huis en bewo ners prijkte de kop: „Roy Hat- tersleys home away from ho me." Londen was lang mijn 'home away from home', maar ik ben nu, vrij van heimwee, weer ge woon toerist. Bij La Pulcinella wisten ze nog dat mijn uitgaan- snaam Mr. Holland was en dat een van mijn disgenoten van weleer, ook al voor het gemak, Garibaldi werd genoemd. Gari baldi is dood. Ook die van La Pulcinella. Ik heb nog even, op I Carlton House Terrace, bij hel graf gestaan van het hondje van de Duitse ambassade® Hoechst, die net voor Von Rib- bentrop in Londen zat. „Mein treuer Begleiter", staat erop de zerk. Een kosjere sandwich ge geten in de Noshbar van Ra bin. De schoenen staan scheef De zee was vanmorgen onder het grauwe zwerk. In de ogen van de zeeman staat een verre blik en gloeit, zo zegt het lied, een vreemd verlangen. Ja-1 wel. Door Kees den Exter Afgelopen najaar toonden drie pop tot zelfdoding in het Roosendaalsi tiebureau de andere kant van d daille van het cellentekort in de F van Bewaring. Al dan niet labiel dachten krijgen bij langdurig verb een politiecel niet de aandacht die dig hebben. Een politiebureau is eenvoudigweg niet voor ingericht. „Mensen die langer dan vier vastzitten, horen niet op een poli reau thuis. Ze hebben meer zorg ei dacht nodig dan de politie ze ka ven", verklaarde toen de Roosem commissaris J. van de Ven tege deze krant. Hij zei toen verder meer: „Deze mensen horen of in ei vangenisziekenhuis of, als dat niet in het Huis van Bewaring thuis. D ste drie, vier dagen die nodig zijn het verhoor zijn nog wel te overbn Op gedetineerden die langere tijd zitten zijn we gewoon niet ingestel politie richt zich vooral op de b ging, het voorkomen dat iemand vr komen". De Bergse advocaat J. Sneep toen blijk van het roerend eens t met de Roosendaalse commissaris: schrijnende toestand. Mensen w gedwongen onder zeer primitieve standigheden te leven. De cel is ing met een brits en een open toilet. Je wel voorstellen wat voor lucht er 1 De dekens worden overdag weg men. De arrestanten hebben geen verstrooiing: geen televisie, geen geen bezigheden. Het is mensont om iemand in die omstandighedt dagen vast te houden". R. de Regt, hoofd operationele o steuning van het district Breda v; Rijkspolitie ziet de oorzaak van de blemen vooral in de inrichting vs politiebureaus: „Alle politiecellen i district die gebruikt worden voo vasthouden van arrestanten voldoe) de wettelijke eisen. Probleem is d bureaus waarin die cellen zich bevi niet de goede voorzieningen hebbe arrestanten te kunnen luchten of te douchen". •Cen probleem van het opslulter aag bemand zijn. „Toezicht kc

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 26