Dichter, lezer en het persoonlijke
XiM^RMFII
De rol van de vrouw
in de eerste
christengemeenten
'Oplossing' van Hitier
Wat zit er achter onze voornaam?
De stad van goud of
over de kunst
van het vertellen
VERSCHENEN
'POËZIE IS SAAI ALS SCHRIJVER EN LEZER ZICH AAN ZELFDE AFSPRAAK HOUDEN'
Vaders en moeders
DE STEM BOEKENGIDS ZATERDAG 2 JANUAR11988
HET ZIJN tijden om te
dichten; om de aderen open
te snijden en het liefdesver
driet, de Weltschmerz en het
persoonlijk engagement met
wie weet wat in ritmisch
verbalisme om te zetten.
Achterhaald
Vertaling
Contact
lESTEM GIDS 3 ZA1
LHELP! HELP]
.De
G2
Door Henk Egbers
Aan dichters geen gebrek; aan
gedrukte verzen en beschouwin
gen over de lyrische muze even
min.
Of is het enkel "Tijdverdrijf voor
enkle fijne luiden', zoals de titel luidt
van een boekwerkje geschreven door
Benno Barnard?
Van deze poëziecriticus verscheen
eerder het veelgeprezen 'Het meer in
mij' (Arbeiderspers) en de hier ge
bundelde kritieken verschenen - aan
gevuld - in het Nieuw Wereld Tijd
schrift (NWT). Het is te hopen dat u
zich ook tot zijn fijne luiden wilt re
kenen, want wat Barnard denkt en
schrijft is de moeite waard.
Achter het titelcitaat van Eddy du
Perron volgen een tiental kritische
beschouwingen over het werk van
Vroman e.d., Zuiderent en Lanoye,
Anton van Wilderode, Eva Gerlach,
Judith Herzbergh, Kees Ouwens,
Toon Tellegen, Luuk Gruwez, Rob
Schouten en Guillaume van der Graft
en Bamards vader. Het slotverhaal
over die vader, als dichtende dominee
en zijn persoonlijke identificatiepro
blemen in dit verband zijn typerend
voor de manier waarop hij anderen
analyseert (taalkundig en psycholo
gisch). Toch een boek voor 'fijne lui
den'.
'Een criticus hoort onbetrouwbaar
te zijn'. Dat is de eerste zin van Fens'
boek *Een gedicht verveelt zich
niet'.Daarin zijn opgenomen zijn bij
dragen in De Volkskrant (eerder al
gebundeld in De Tweede Stem) en de
tekst van in '83 gehouden oratie aan
de universiteit van Nijmegen. Een
prima zin, zoals de talrijke apodicti
sche uitspraken van Fens, die de tek
stanalytische beschouwingen over
dichtwerken, incasseerbaar houden.
Volgende zinnen bijvoorbeeld: 'Waar
liggen de grenzen van de verbeel
ding? Hoeveel ruimte biedt het wit?'
of: 'Poëzie of literatuur in het alge
meen is het saaist wanneer beide par
tijen, schrijvers en lezers, zich aan de
zelfde afspraken houden' of: 'Ik denk
dat zelfs de meest puriteinse of dog
matische interpretator of analyticus
een kast vol zeer persoonlijk ge-
kleurde voorkeuren koestert'.
Die laatste uitspraak getuigt van
zelfkennis. De Merlijnachtige bena
dering en de doorgaans geijkte keuze
van dichters die onder het mes komen
(bijv. Gezelle, Van Ostayen, Leopold,
Krol, Van Deel, Vestdijk, Kouwenaar,
Burgess etc.) bevestigen dat. Interes
sant voor liefhebbers, maar wat bele-
BartBrey.
gen. Met poëzie als kapstok wordt li
teratuur bedreven (dat is het beste
woord).
Hugo Brems en Erik Dams proberen
in de 'Kahiers over de geschiedenis
van de Vlaamse poëzie sinds 1945'dat
geijkte cachet te doorbreken. Poëzie
in boekvorm is langzamerhand, zeg
gen zij, een achterhaalde zaak gewor
den. Zij pleegden onderzoek naar poë
zie op 'non-bookmateriaal' als fiches,
kaarten, posters, servetten, compu
ters, badges, vuilniszakken, grammo
foonplaten etc. Na hun onderzoek met
veel interessant materiaal conclude
ren zij dat 'poëzie ook een culturele
instelling is, die minder flexibel is
dan de goede bedoelingen van som
mige leden ervan'.
Toch is er met de dichtkunst ook te
lachen. Meestal geen schaterlach,
maar wat moraliserend zuur-zoet of
persiflerend op het leven of op mede
poëten. In de bundel Tas op, de dich
ter lacht'brachten Piet Barneveld,
Jan Heerze en Jan de Zanger 800 jaar
spel, spot en humor in Nederlandse
verzen bijeen. Het boek is zorgvuldig
opgebouwd in zeven afdelingen met
telkens een verklarende inleiding:
Kolder, grap en boert, woordenspel,
parodie, milde spot, scherpe spot,
'echte' humor.
De dichters daarbij zijn chronolo
gisch geordend. Zo vind je onder 'Kol
der' achtereenvolgens Staring, De
Schoolmeester, Multatuli, Hendrik de
Vries, Alex van der Heide, Daan Zon
derland, John O'Mill, Cees Buddingh,
Alfred Kossmann, Waskowsky en Ivo
de Wijs. Verder tref je namen aan als
Hooft en Huygens, Charivarius, Levi
Weemoedt, Van Schagen, Jos Vande-
loo, Joost van den Vondel, Speenhof,
Jan Luyken, Fons Jansen, Willem
Kloos, Carmiggelt, Beets, Buddingh
en De Genestet. De opbrengst is ver-
foto h.p. smeele Kees Fens.
- foto an
makelij k. De spelling is vereenvou
digd en in de marge wordt soms min
of meer 'vermakelijke' uitleg gege
ven. Voor de humor gelden de regels
van Vroman: ...'op enkele dagen van
het jaar,/ is bijna alles wel eens
waar'. Leuk boek.
'Transfusie' is de naam van een reeks
poëziebundels, waarin telkens op de
linkerpagina originele teksten in an
dere talen worden afgedrukt, met
daarnaast de Nederlandse vertaling
Pieter Boskma. - foto h.p. smeele
door een dichter. Hoe ver dat kan
gaan blijkt bijvoorbeeld uit 'Als een
windvaan'.Daarin staat, in Chinese
karakters, een cyclus sonnetten van
Feng Zhi met de Nederlandse verta
ling door T.I. Ong-Oey. Feng Zhi
(1905), die in 1983 als pleitbezorger van
de Duitse literatuur de Goethe-me-
daille kreeg, wordt in China tot een
der grootsten gerekend als het om
poëzie gaat. Zijn sonnetten ademen de
sfeer van de natuur, verstoord door
oorlog, dood, honger e.d. Opvallend is
een gedicht over Vincent van Gogh.
Een ander deeltje met de titel 'Sta
len KrekePbevat in het Russisch ge
drukte teksten van Innokenti An-
nenski (1855-1909) met de Nederlandse
vertaling door Kees Verheul, die ook
een goed informatief stuk erbij
schreef over deze weinig bekende
symbolist met zijn melancholieke im
pressies. Zijn herdichtingen drukken
dat goed uit. 'Ken je niet dat bedrieg
lijk gevoel/ als er schemering dwaalt
door de kamers,/ van een ruimte, vlak
naast die van ons,/ waar het leven
heel anders van aard is?'...
Arthur Rimbaud (1854-1891) vond
zijn vertaler in Theun de Vries. Hun
gezamenlijke arbeid staat gedrukt in
'It dronkene skip - Het dronken
schip'.De Vries leverde twee vertalin
gen: in het Fries en het Nederlands,
zodat dit boekje drietalig is! Het 'dolle
jonge genie Rimbaud' heeft Theun de
Vries doorlopend geïntrigeerd. Zijn
drang naar vrijheid wordt gesymbo
liseerd door een fantastische droom
vaart met een schip zonder beman
ning en roer. Hij schreef Le Bateau
Ivre, het dronken schip, op 17-jarige
leeftijd. Een prachtig hartstochtelijk
dichtwerk, dat Theun de Vries met
veel overgave en gave heeft omgezet
in het Nederlands (en Fries).
Willem van Toorn heeft zich in 'Be
naderingen van hoe zij zich gedrage-
n'ontfermd over W.S. Graham (1918-
dichter voor een happy few. De
vertaler wijst op zijn strenge en
vriendelijke benadering van de lezer
en zijn probleemstelling over de af
stand dichter en lezer. Graham: een
echte Engelsman, die met weinig veel
kan zeggen. De natuur, menselijke re
laties en de verknoping van beide ge
gevens worden met een soort onpoëti
sche manier van zeggen tot poëzie op
spanning gebracht. Opvallend zijn
ook de gedichten over de fluitist
Quantz. Karakteristiek: ...'Toen ik
vanmorgen licht over de taal/ Heen
liep in het schuin, katterig/ Fluitend
licht van het raam, struikelde ik,/
Mijn voeten vastgelopen in het hele/
Schema van vormen dat Kunst is...'
Bart Brey, die door zijn taalgebruik
vergeleken wordt met Jan Arends,
schreef in 1982, na een verblijf in een
psychiatrische inrichting 'Bericht aan
de Nachtzuster', uitgegeven door One
World Poetry. Zijn nieuwe bundel
'Bodemzin'ligt daarvan in het ver
lengde. In schuin over de pagina's ge
drukte teksten 'schreeuwt' hij in een
doodgedwongen taal om contact met
het bestaan in deze wereld. 'Ik heb de
strot van God/ met planken dichtge
slagen./ Omdat Hij mij bespuwde/
met een te klef geweten./ Wanneer ik
wilde spreken.// Maar de spijkers lie
ten los./ Het hout begon te breken./
Een teil vol rotte vis/ kletterde over
mij heen./ Ik kon de echo horen'...
Brey: „Ik kan de zon niet in mijn
woorden leggen als ik hem niet voel.
Ik denk dat Arends en Achterberg dat
ook niet konden."
Bekroond met 'De Avonden Litera
tuurprijs 1987' werd de bundel Quest-
van Pieter Boskma, uit Leeuwarden.
Hij studeerde antropologie. Zijn werk
wordt als explosief-romantisch geka
rakteriseerd. De jury onder voorzit
terschap van Adriaan Morriën prees
hem om zijn originaliteit en gaf hem
genoemde debuutprijs. Boksma roept
sferen op, waarbij het gewone harde
leven in het extatische wordt getrok
ken: anderzijds de dingen zo bij hun
namen noemt, dat je met beide voeten
in de modder blijft vastzitten... 'ik ben
de kringspier van het moderne le
ven./ mijn altaar is van staal mijn
taal/ bezingt een pak vanillevla/ en
rookt dynamiet in een vloeitje van
haat'....
Benno Barnard: Tijdverdrijf voor enkele
fijne luiden'. Uitg. Dedalus/Tabula, prijs
ƒ25.
Kees Fens: TEen gedicht verveelt zich niet1.
Uitg. Querido, prijs 27,50.
Hugo Brems Erik Dams: "Kahiers over
de geschiedenis van de Vlaamse poëzie;
deel 1: Non-book poëzie'. Uitg. Hadewijch.
Piet Barneveld e.a.: Tas op, de dichter
lacht'. Uitg. Wal va, prijs 24,50.
Zhi/Oey: 'Ais een windvaan'; Annenski/
Verheul: 'Stalen Krekel'; Rimbaud/De
Vries: 'Het dronken schip'; Graham/Van
Toom: 'Benaderingen van hoe zij zich ge
dragen'. Serie Transfusie, uitg. Querido,
prijs 25 per deeltje.
Bart Brey: 'Bodemzin'. Uitg. In de Knip-
scheer, prijs 19,50.
Pieter Boskma: 'Quest*. Uitg. In de Knlp-
scheer, prijs 21,50.
Door Toon Kloet
VORIG JAAR verscheen
van de Bredase dichteres
Silva Ley bij Boekmake-
rij/uitgeverij Luyten de
bundel 'Vasen vol balsem'.
Dat was een opmerkelijk boek,
omdat de schrijfster daarin
met diepoverwogen en fijnzin
nige woorden stem gaf aan
vrouwen uit de bijbel van wie
we de stem niet kennen. Silva
Ley probeerde zich te verplaat
sen in de situatie waarin die
vrouwen - in de omgeving van
Jezus Christus - zich bevonden,
in de schaduw van de 'echte'
overlevering en geschiedenis
meestal.
In een onlangs verschenen
nieuwe bundel, getiteld 'Bin
nenhoven vol getuigenis', is de
schrijfster op dat boeiende pad
voortgegaan. Opnieuw heeft zij
zich in haar fantasie verdiept
in de levens die schuil zouden
kunnen gaan achter het wei
nige dat ons in de Handelingen
van de Apostelen wordt verteld
over vrouwen uit de eerste
christengemeenten. Waarom?
Omdat, zoals zij in haar voor
woord schrijft, steeds duidelij
ker wordt dat vrouwen een
grote rol hebben gespeeld in de
vroege verspreiding van het
christendom, maar er staat
weinig over te boek.
Uit wat ze er wél over heeft
gelezen en vanuit haar eigen
aanvoelen is Silva Ley ervan
overtuigd geraakt dat vrou
wen, scherp tegenstellingen
ziende en vanuit hun wezen
zoekend naar relaties, de gods
dienst als bindend element
hebben ontdekt. En destijds
ook als eersten, schrijft zij, in
de beslotenheid van huizen en
binnenhoven, waar vooral hun
taak lag, van het nieuwe geloof
hebben getuigd.
Silva Ley haalt een veertien
tal vrouwen uit de Handelin
gentekst naar voren en geeft
hen, vanuit haar eigen verbeel
ding, maar heel omzichtig, heel
prudent, woorden in de mond.
Zij stelt eenvoudige vragen en
geeft daar dichterlijke ant
woorden op. Waardoor zij
Silva Ley.
- foto de stem/dick de boer
vooral het licht laat schijnen op
het nieuwe, bevrijdende dat de
leer van Christus en de aposte
len voor die vrouwen inhield.
Al is die doorbraak, zo moet zij
vaststellen, tot in onze tijd nog
niet volledig waargemaakt.
De schrijfster toont in deze
bundel, net als in de vorige,
haar gedegen kennis van (ook)
de gewone dingen in het leven
in de tijd van de eerste chris
tengemeenten. Samen met haar
beeldende, rustgevende taal
maakt dat het gemakkelijker
en aantrekkelijk om mee te
gaan in haar rijke verbeelding.
Om iets te proeven van de soms
schokkende, maar ook verrij
kende verrassing die de con
frontatie met zoiets nieuws
voor de vrouwen van die tijd
moet hebben meegebracht.
Silva Ley: 'Binnenhoven vol getui
genis'. Uitg. Luyten, Aalsmeer
HET GAAT wat ver te ver
onderstellen, dat Hitier om
joden uit de weg te ruimen
een oorlog is begonnen.
Dr.J. Michman verdenkt
Hitier er echter sterk van de
oorlog mede te zijn begon
nen om zijn jodenvraagstuk
op te lossen.
Hij maakte van de joden een
vraagstuk. Vanaf 1919 broeide
er in hem een onverklaarbare
haat tegen joden. Ze hoefden
van Hitier echter niet te wor
den vermoord. Als de joden
door emigratie uit Europa zou
den verdwijnen was het hem
ook goed.
Overijverige volgelingen
van Hitier dachten echter
voorbeeldiger in de leer dan de
grote leider te moeten zijn. Zij
joegen de joden naar concen
tratiekampen en gaskamer.
„Pas in het laatste j aar van zij n
leven koos hij (Hitier) partij
voor de hardlijners", schrijft
Michman in zijn boek 'Met
voorbedachten rade', Juist
toen het evident werd dat hij
het ten behoeve van Duitsland
veroverde Lebensraum moest
opgeven, wilde hij althans het
hoofddoel van de oorlog, de
vernietiging van het joodse
volk, tot een goed einde bren
gen".
Met voorbedachten rade is
het zoveelste document over jo
den tijdens de jaren van het
nazidom, maar daarom niet
overbodig.
DrJ. Michman: 'Met voorbedach
ten rade'. Uitg. Meulenhoff, prijs
24.50
JvdV
Door Henk Egbers
'WHAT IS in a name?' vroeg Shakespeare zich af. Toen
Renee Damstra vorig jaar afstudeerde in de Algemeen
Taalwetenschap op een onderzoek naar voornamen,
vroeg hij zich dat ook af. Hij maakte van dit onderzoek
naar de voornamen in het dagelijkse leven een boek.
Daarin komt met andere woorden aan de orde: wat zijn
de diepste gronden achter het feit datje Dirk, Henk, Ni
co, Pim of Ada, Annie, Marjan of Wendy heet?
Hockeyers blijken namen te hebben als Jan-Hein, Hendrik-
Jan, Theodoor of Maurits en voetballers Ruud, Frank, André
en Hans. Daar zit wat achter! Lubbers en-van de Broek heb
ben dus voetbalnamen. „Onze voornaam houdt ons meer bezig
dan op het eerste gezicht het geval lijkt", constateerde Dam
stra. Hij heeft daarom achtereenvolgens in dit boekje aan de
orde gesteld: de geschiedenis van de voornaam; de relatie van
de naam met tradities en gewoonten; de invloed van sociale
factoren; de historische-, taalkundige- en psychologische be
tekenis van de voornaam; de psychologische aspecten (identi
teit e.d.) ervan en de vraag of iedereen wel de naam draagt die
hem of haar gegeven is?
Behalve een Germaanse- is er ook sprake van een rooms-
katholieke- (heiligennamen) en een protestantse (bijbelse na
men) oorsprong; om nog maar te zwijgen over internationale-
of interculturele aanleidingen op dit moment. De Nederlandse
wet (Recht op naam) is in 1975 gewijzigd en maakt nu méér
mogelijk. Maar wat ambtenaren thans een 'ongepaste' naam
vinden - en dus kunnen weigeren - is nog niet helemaal dui
delijk. Acceptatie lijkt af te hangen van de willekeurige cul
tuur van desbetreffende ambtenaar. Zo werd onlangs nog de
tweede naam geweigerd van de samenstelling Remy Martini!
Namen zijn steeds meer geïndividualiseerd en breken met
tradities, zo luidt het.
Het zogenaamde vernoemen (naar voorouders) komt nog
voor, maar is ook op zijn retour. In bepaalde delen van het
land, maar ook in bepaalde bevolkingsklassen (aan de onder
kant van de ladder) komt het steeds meer voor dat men zich
beperkt tot het geven van één naam. Taboe berust in ons land
- in tegenstelling met zuidelijke landen - op de naam Jezus.
De namen-mode is ook van invloed. Rond 1960 liepen er in ons
land zo'n 660.000 Jannen en 240.000 Annies rond. Het onder
zoek dat vooral rond Alkmaar gepleegd is, laat in die streek de
laatste twintig jaar een voorkeur voor Engelse namen zien ten
koste van de Franse - voorheen. Ook Skandinavische namen
zijn een tijdje in geweest Verder kun je er donder op zeggen
dat Froukje uit Friesland komt, Sjeng uit Limburg, Afra uit
Noord-Holland en Peer uit Brabant (of tenminste de voorou
ders).
De geografische factor was dat. Je hebt ook nog de factor
'seks'. Er zijn veel meer meisjesnamen dan jongensnamen.
Meisjesnamen worden jongensnamen en omgekeerd. Meisjes
heten naar bloemen (Margriet, Viola), jongens en meisjes naar
dieren (Wolf of Merel). Eigenschappen doen het ook (Koen en
Ernst), maar deugdnamen moet je in Amerika zoeken (Mercy
of Hope). Ook merknamen worden gegeven (Belinda, Andy,
Veronica), maar Mercedes bestond eerder dan de autonaam en
de aardappel Bintje werd genoemd naar het meisje dat de uit
vinder/onderwijzer daarbij hielp.
Het geven van namen geeft ook macht. In de bijbel, in het
scheppingsverhaal, lees je dat al. Maar in Amerika werd ont
dekt dat kinderen die naar een van de ouders vernoemd wer
den eerder mishandeld worden. Teleurgestelde verwachtin
gen? Eindeloos lijken de afleidingen. Bekend en verborgen de
motieven en aanleidingen om iemand zus of zo te noemen.
Voor geïnteresseerden een leuk boek dat niet te wetenschap
pelijk is, maar ook niet te oppervlakkig, zodat de familie
Doorsnee zich ermee kan vermaken.
Renee Damstra: 'Zogeheten, Zogenaamd'. Uitg. BZZTdH, prijs
16,50.
Door Muriel Boll
VERTELLEN wordt nog
maar weinig als kunst be
oefend, helaas. Op de
kleuterschool gebeurt het
nog en een enkele leraar
kan zo mooi vertellen dat
leerlingen van zijn vak
gaan houden, maar een
avondje vertellen maak je
niet meer mee.
Op mijn middelbare school
had ik twee leraressen die als
geen ander vertellen konden.
Miss Haas, lerares Engels,
enkellange donkere japonnen
met witkanten plastron en
dat eind jaren vijftig; zij ver
telde gedichten van Shelley
en Wordsworth zonder dat
enge declameertoontje en nóg
ken ik hele stukken uit mijn
hoofd. Werkelijk doodstil
was onze klas als ze uit Win-
nie-the-Pooh voorlas, en we
waren toch al zeventien
Ooit was ze suffragette, net
als de geschiedenislerares
juffrouw Troelstra. Die liet
ons hele zeeslagen beleven,
maar ze was dan ook de
dochter van de grote Troel
stra en Nienke van Hichtum.
Datzelfde plezier in vertellen
en voorlezen herkende ik in
'De stad van goud' van Peter
Dickinson. Hij heeft verhalen
uit het Oude Testament
grondig afgestoft en opnieuw
verteld en maakte ze zo
sprankelend dat ze iedereen
van tien tot honderd zullen
boeien, gelovig of niet.
Anders dan de meeste kin
derbijbels zijn deze verhalen
niet stichtelijk bedoeld, Dic
kinsons manier van vertellen
sluit aan bij de Joodse tradi
tie. Het gaat niet in de eerste
plaats om de historische ge
beurtenis, maar om het ver
haal dat hoort tot het ge
meenschappelijk bezit van
het Joodse volk.
Dickinson geeft elk ver
haal zijn eigen verteller: een
Babylonische edelman, een
zwervende veehoeder, een
oude vrouw, een veteraan uit
Davids leger. Mensen die in
verschillende tijden leefden,
variërend van de tijd van ko
ning David tot de Babyloni
sche ballingschap. Zo krijgen
de verhalen een eigen sfeer
waardoor ze heel levendig
worden. Onze cultuur is
doordrenkt met het Christen
dom, maar steeds minder
kinderen kennen de bijbelse
verhalen. Dat is jammer,
maar deze verhalen helpen al
een beelje. Achterin het boek
schrijft Dickinson dat hij uit
vele versies en vergelijkbare
Oosterse verhalen die versie
koos dat het beste verhaal
opleverde. Bovendien geeft
hij in korte stukjes achter
grondinformatie over elk
verhaal.
The Tjong King tekende
donkere spelonken, Gods
enorme hand die uit de wol
ken omlaag komt om het
Kaïnsteken te geven, een Ja-
cobsladder vol engelenwie
ken, je blijft ernaar kijken.
De stad van goud is een schit
terend dik verhalenboek.
Ook lekker dik is 'Winter
verhalen' van Astrid Lindg-
ren, verhalen over totaal an-
Tekening van The Tj(
King in 'De stad van goi
dere, wereldse, zaken en
de schrijfster vertellen i
weet iedereen. Haar boe
worden steeds herdrukt
ook deze verhalen zijn
het grootste deel een bloeir
zing uit diverse Lindgrenb
ken. Je komt dus oude bek
den tegen: Michiel van
Hazelhoeve, Madieke, dek
deren van Bolderburen
natuurlijk Lotta uit de]
baaistraat. Er zijn een p
nieuwe verhalen aan toé
voegd o.a. een mooi verb
over Pelle die zijn ouders
meer zo ziet zitten. Begrij
lijk, daar hebben meer kin
ren weieens last van.
kerstavond verhuist hij v
de rest van zijn leven n<
Het Gemak achterin de tl
Zijn ouders hebben dus
zo'n gezellige kerstavond
dat vindt Pelle uiteindelijk
zielig dat hij hun vergeeft.
De sterkte bij deze ver]
len zit hem in het feit dat
gaan over alledaagse gebe
tenissen van kinderen. Dl
kun je je tenminste wat
voorstellen. Zo vindt e
kind het prachtig als je
hun eigen belevenissen v
die dag vertelt. Je kunt
andere naam gebruiken,
allemaal een beetje moo
maken en weg zijn ze.
In 'Winterverhalen'
volop sneeuw, binnen ri
het naar haardvuur, lek)
eten, dennegroen, en zo ho
het ook. Je moet toch i
hebben om naar te verli
gen!
Voor de allerkleinsten is
'De lange blauwe winteij
een prentenboek. Het nieu
jongetje op school houdt
tijd zijn lange blauwe W
terjas aan. Zelfs bij hetsch
deren en gymnastiek en
zijn vriendjes thuis, en
bed. Het verhaal wordt
veel blauwe kleuren vi
en het einde is onverwaï
leuk bedacht. Het
biedt genoeg aanknoping
punten om kleuters oï
zichzelf te laten vertellen
OP een prachtig plekje
in het bos stond een
mooi sparreboompje in
de zoa Het boompje ver
langde er zó naar om
groot te zijn, net als de
sparren om hem heen,
dat het helemaal niet
aan de warme zon dacht.
Het trok zich ook niets
aan van de kinderen die
aardbeien en frambozen
kwamen plukken. „Wat
een lief klein boompje",
zeiden ze dan en dat
wilde het boompje nu
juist niet horen. „O, was
ik maar groot, dan kon
den de vogels een nest
bouwen in mijn takken
en als het stormde zou ik
net zo deftig buiten als
de anderen."
Het zag de zonnestra
len niet, of de vogels of
de roze ochtend- en
avondwolkea Toen het
winter was en de
sneeuw lag te fonkelen
kwam er een haasje
aangehuppeld dat zo
maar overe het boompje
heen sprong; pas in de
derde winter was het zo
groot dat de haas er om
heen moest lopen.
Groeien en groot zijn is
toch het allerheerlijkste,
dacht het boompj e.
In het najaar kwamen
de houthakkers. De
hoogste statige dennen
werden omgehakt, op
karren gelegd en door
paarden weggesleept...
waarheen
In het voorjaar vroeg
de sparreboom aan de
zwaluwen en de ooie
vaar: „Weten jullie
waar ze gèbleven zijn
De zwaluwen wisten
het niet, de ooievaar
dacht dat ze masten ge
worden waren. In
Egypte had hij zoveel
nieuwe schepen gezien,
en ze roken naar spar
ren.
Toen het tegen Kerst
mis liep werden ook
jonge boompjes omge
hakt, nog kleiner dat het
sparreboompje dat groot
wilde zijn. De mussen
tsjilpten dat ze kerstbo
men werden, met hon
derden kaarsjes en ver
gulde appels versierd.
Het was het mooiste dat
zij ooit gezien hadden
„O, zou ik zo mogen
stralenjubelende het
boompje. „Wat duurt het
nog lang tot volgend
jaar."
„Weest blij dat je hier
bent", zeiden de zon en
de wind, maar het
boompje was helemaal
niet blij. Het groeide zo
hard het kon, winter en
zomer was het groen,
mooi donkergroen en
met Kerstmis was het de
eerste die omgehakt
werd. Dat deed pijn en
het boompje was be
droefd omdat het de
I
:hzelt te laten verteilea j tw i
Eerder maakten de auto JllSKG 6ÏT rr JSftC.
Jean Willis en Susan Var!
het schitterende prentenbo
'Derk Das blijft altijd bij o
P. Dickinson: 'De stad van go»
Tekeningen van The Tjong K»
Uitg. Querido, prijs 34,50.
A. Lindgren: "Winterverhali
I1L Alex de Wolf. Uitg. Ploer
prijs 24,95.
J. Willis en S. Varley: 'De lan
blauwe winterjas'. Uitg. Len®
caat, prijs 19,90.
Joachim Schuit: 'Mayday'. Uitg. De Boer, prijs 59,90. Een I»
over jachten in nood en hoe je voorkomt dat je al plezierzeile
letterlijk aan lager wal raakt. Te weinig ervaring, vermoeidhe
beoordelingsfouten zijn, aldus de Duitse zeiler-auteur Joach
Schuit, vaak de oorzaak van watersportrampen. In 'Mayday't
spreekt hij op via goed gedocumenteerde praktijkgevallen hoef
niet moet. Leerzame winterlectuur voor watersporters die denk
'mij overkomt dat niet'.
P. Stevens en H. Dumont: 'Soedan, een wetenschappelijk en
cheologisch avontuur". Uitg. Simon Den Haag, prijs 49,50. Aa
houdende droogte in de Sahel? Is dat een bewijs van een veri
rend klimaat in Afrika? Een team van Vlaamse archeologen
biologen trok in 1985 naar het westen van Soedan om onderzoek
doen. Via bodemonderzoek probeerden ze de klimaatgeschieder
van de Sahel te analyseren. Het verslag van de tocht legden de
derzoekers vast in een rijk geïllustreerd boek.
Een bundel van twintig interviews die Michel van der PJ
maakte met bekende mensen of kinderen van bekende ouders,
vertellen daarin over de wortels van hun bestaan, over hun je«
over de omgeving waarin ze die doorbrachten en, wanneer hetf«
zaten van bekende mensen betreft, uiteraard over hun ouders.
Zeker voor wie geïnteresseerd is in de petite histoire van nu
met grote namen zijn het boeiende verhalen. Ze zijn eerder als
'verschenen in Elsevier.
Michel van der Plas: 'Vaders en Moeders*. Uitgeverij Bosch en Keuning.