KERST 1987 Paul Mc< zweert bi eborgei et gezii Johan Anthierens, geplaagd journalist in een Bananenrepubliek DE STEM DE STEM De Beatles ve daneenmilja Beatles maak onsterfelijke ze deden mee: schreven hun Iets wat popa dan toe maar gedaan. Dat s iedereen weel door Lennon Een perfect p; grootste hits McCartney, voor een jaarj pakweg 90 mi Hij was het b: Beatles, maai degene die ze einde leidde, dood verklaai leeft nog altij Een gesprek geld, het onts liteenvallen liet toeval, zij over John Lei „Mijn droom was altijd kunstenaar worden, in de romantische zin. Ik zag me later op een zolderkamer met een knap naaktmodel en een longaandoening. Picasso was m'n droom, 't Was een dwaalspoor". Na een onstandvastig leven verteert Johan Anthierens zijn tijd op de burelen van het dagblad De Morgen. Hoe lang nog? Een gesprek over z'n jeugd, z'n dromen, over het nakende einde van de bananenrepubliek B en over de vrede van het kerkhof. Vijftig is hij nu: „Het laatste speelkwartier is begonnen". „Voor hen die zich identifi ceren met Vlaanderen en vin den dat wat zij doen en zeg gen synoniem is voor wat he volk denkthen ik hier graag om dwarsligger te spelen. - FOTO OE STEM/COflJ. DE BOffi waarom je in een bepaalde telege- leide houding moet werken. Dat wil zeggen van bovenaf heel onzichtbaar gestuurd wordt, door een directeur die door de knieën gaat voor drie le- zersbrieven van mensen die boos zijn en dat daar dan geen normale redac tie-filosofie tegenover staat, maar dat men al een proces tegen j ou is be gonnen binnen het bedrijf. Dat je achteraf hoort dat er al een dossier van je bestaat, omdat je al een aantal keren het publiek tegen de haren in gestreken hebt. Ik weet dat bepaalde kranten zich zo gedragen en dat ze gebonden zijn met een partij of vak bond. Mijn opvatting zegt: Je bent pas geloofwaardig als men weet en aanvoelt uit de publicaties dat je op een ongedwongen en vrij normale journalistieke manier informeert zonder ergens eerst een akkoord te moeten verkrijgen over hoe je moet berichten". Ik was 26 jaar en had al enige naam in het wereldje. Toen heeft De Standaard mij gevraagd. In die twee jaar dat ik daar werkte heb ik een paar aanvaringen gehad. Daar heb ik ondervonden hoe moei lijk manoeuvreerbaar persvrijheid is en hoe beperkt de beddingen zijn en daar heb ik me tegen afgezet omdat ik nogal militant anti-katholiek ben." Wat had dat met militant anti-ka tholiek te maken? „Dat had daar onrechtsstreeks mee te maken omdat ik op m'n quivive was, omdat ik mij niet helemaal wou laten inpakken, want je hebt geen grote keuze in Vlaanderen. De meeste publicaties zijn van rooms stempel. Normaal is het geen be zwaar om daar te werken, maar bij De Standaard lag dat nogal gevoelig, omdat dat een krant was die zich nogal graag op de borst sloeg en zich vergeleek met Le Monde en andere kwaliteitskranten. Dan vind ik dat je dat waar moet maken. Dat je niet al leen als krant kwaliteit moet hebben, maar dat je ook binnenskamers gentleman dient te wezen. Als jour nalist heb ik op een goeie manier kunnen werken voor het weekblad Knack, '81. Een persoonlijke kroniek die 'Ooggetuige' heette is er een groot succes is geworden. Knack werd ge lezen door de gegoede burgerij. De eerste weken dat ik met die schan daalkroniek van start was gegaan, stond de lezersrubriek vol met pro testen van mensen die me weg wil den hebben, die niet snapten hoe zo iets 'scheldachtigs' in zo'n degelijk blad kon. Voor het eerst in m'n car rière werd ik door hoofdredactie en directie vrijgelaten." Hoofdredactie en directie, je noemt het in één adem? Omdat je daar rekening mee moet houding. Als het deli caat wordt meer nog met de directie dan met de hoofdredactie. Het is bij ons niet zo als in Nederland waar die twe zaken gescheiden zijn. De hoofdredactie ligt hier vaak tussen hamer en aam beeld. Bij Knack deed zich het leuke voor dat er een natuurlijk tegenpro- ces op gang kwam van andere lezers die mij gingen verdedigen. Je kreeg een dispuut van lezers onderling. In najaar '81 ben ik begonnen met het satirisch weekblad De Zwijger. Dat is in '84 over de kop gegaan. Sinds dien ben ik freelancer en ik werk nu voor driekwart bij De Morgen." Kun je in België als journalist naar je eigen geweten oprecht en ongebon den functioneren als je niet bij De Morgen wilt werken? „Praktisch niet. Men zegt het kan al lemaal, maar als het puntje bij paaltje in de praktijk komt dan vindt men plots bij je opdrachtgevers een breed spectrum van excuses waarom bepaalde dingen beter anders kun nen verwoord worden. Men is daar zeer inventief in. Er is dus geen echte ongebonden pers in België." En je loopbaan bij radio en televisie? Ik ben actief geweest op de radio, een chansons-programma. Ik was al lang een grote liefhebber van het Franse chanson. Het was van uit dat enthousiasme dat ik het idee bij de Vlaamse omroep heb aange bracht. Frans was daar nogal taboe en vooral de chansonniers die ik ap- pricieerde zoals George Brassens en Leo Ferré. Die werden helemaal ge meden. Ze zongen anarchistische taal. Naar Brassens kon je alleen met rooie oortjes luisteren." Televisie begon in '77 met de Wies Andersen Show. Dat moest wat on derhoudend gebabbel zijn. Toen dat stopte, ben ik doorgegaan met een eigen praatprogramma. Dat heette 'Bij nader inzien', rechtsstreeks na het journaal op zaterdagavond. Daar heb ik dan niks van gebakken. Ik ben niet goed als presentator, niet zo'n radde prater, niet zo adrem. Alles bij elkaar ben ik pas gelukkig als ik kan schrijven". Najaar '78 ben je met Mies Bouwman begonnen aan de Noord-Zuidshow. Toen is het echt uit de hand gelopen? „Ja, met enerzijds Vader Abraham en anderzijds Leo Tindemans. Tin- demans was ontslag nemend, net als Martens nu. Hij was heel boos vanuit het parlement naar de koning gelo pen. Het was een electorale periode en de socialisten waren heel boos dat we hem in het programma hadden omdat het meer aureool gaf aan de persoon Tindemans. Hij zou door Mies Bouwman worden geïnter viewd en zij had geen weerwerk, vrij spel dus voor Tindemans. Ik ben dan nogal overtuigend stoorzender ge weest en heb 'm een paar keer getac keld. Daar is de katholieke pers in I België zeer giftig over geweest. Het is eigenlijk Tindemans die het einde van m'n televisie-carrire betekende, want die Vader Abraham, dat was een spectaculair gebeuren, maar dat heeft mijn nek niet gekost, ^inde- mans wel, dat is gaan gisten in de katholieke milieus en in de raad van beheer van de BRT. Dat was het einde van mijn turbulente televisie periode". Een principe van het 'pro gramma was dat de laatste gast voor ons een verrassing was. We moesten ons daar met de inspiratie van het moment uit zien te redden. En zo verscheen Va der Abraham in beeld en ik had de schurft aan vader Abraham, want hij had toen pas dat Smurfenlied en ik vond dat puur handel spelen over kinderen heen om daar veel geld mee te verdienen. En zo had in het alge meen een hele lage dunk van die fi guur. Dat heb ik denk iets te brutaal naar buiten gebracht. Hij is tijdens de uitzending heel boos opgestaan en met medename van zijn glas wijn weg gegaan". „Ik heb toen voor het eerst echte con sternatie gezien onder het publiek. Dat publiek houdt van die man en verwacht gewoon een babbeltje en denkt er niet aan dat zoiets onaange naam zou kunnen worden. Dan ge beurt er zo'n incident. Mensen wor den heel boos. Goeie brave mensen van wie de avond op een heel onver wachte manier bedorven wordt. Ze zien ruzie maken op een medium wat hen positief dient te amuseren. Ik schrok en was heel verbaasd. Ach teraf, nu ook weer, nu ik je er over vertel komt me weer voor de geest wat ik toen zag. Je kunt daar lang over nadenken, over het feit dat de mensen geen volwassen televisie ge wend zijn." Je werk bij De Morgen? De Morgen moet blijven. Het is de enige niet traditionele en echt onafhankelijk krant van België. Als De Morgen verdwijnt zou er op de zelfgenoeg zame benepen verburgerlijking van Vlaanderen geen maat meer staan. Ik moet nog doorpraten wat men nu wil. Ik ben bang dat het een beetje hangen en wurgen zal blijven. Op een bepaald moment wil ik voor me zelf uitmaken of het nu zin heeft of niet, want ik wil niet als idioot ster ven. Komen we niet tot een akkoord, dan zie ik mezelf op een eigenzinnige onvoorspelbare manier verder gaan. Dan zou ik zeker het accent leggen op boeken schrijven, geen romans. Ik ben op dit moment bezig met een bio grafie van Jacques Brei. Die is vol gend jaar tien jaar dood. Ik vind Brei een fascinerende figuur. Hij had ook een rare haat-liefde verhouding met Vlaanderen". Kijk je in een spiegel? „Ha ja, een beetje wel. Laat ik zeg gen: ik kan dat goed begrijpen. Een tijdlang loop ik trouwens ook al rond met het idee een familiekroniek te schrijven, een kroniek van die twaalf mensen bij ons thuis, een doorsnee Vlaamse familie in de twintigste eeuw. Het overbrugt ook deze eeuw. Mijn moeder was van 1900, vader van 1897. Alle twaalf kinderen zijn nog in leven. Alle andere elf zijn akkoord om hun ziel bloot te leggen, maar ik heb gewoon de tijd nog niet gevon den om zo'n reusachtig karwei uit te voeren. Het zou een variant moeten worden op 'Het Verdriet van België' van Hugo Claus. Nu ik er hier met jou over spreek krijg ik weer zin om het te doen.tja, maar het werk. Het kan alleen wanneer ze mij een jaarsalaris geven zodat ik alleen aan zo'n boek kan werken, maar ik snap dat daar geen budget voor is, dus het blijft een droom". Voor hen die zich identificeren met Vlaanderen en vinden dat wat zij doen en zeggen synoniem is voor wat het volk denkt, ben ik hier graag om dwarsligger te spelen. Ik ben even goed Vlaming als jullie en mag ik die andere mening verkondigen? Jullie gaan er ook vanuit dat je in een de mocratie leeft dus eh.in dat op zicht ben ik graag ter plekke om om de handschoen op te nemen, des noods om de handschoen te gooien. Maar ik ben daarin gespleten in die zin dat ik me afvraag: wat voor zin heeft het voor mij persoonlijk om daar mee bezig te zijn, want het is toch een eh.een herrie in een mie rennest. Het is allemaal zo klein en dan ben je al vijftig jaar en dan weet je dat het laatste speelkwartier be gonnen is en wat weegt dan voor jou persoonlijk door? Eigenlijk kan ik daar goed op antwoorden. Als ik het me kon permitteren, zou ik me d'r al lemaal verre van houden, maar dat is persoonlijk, want daarnaast is er een Anthierens die zegt: Als jij dan je bek houdt, alleen al door er niet te zijn, dan hebben die anderen onbe kommerd de ruimte. En ik zit nu in een situatie dat ik niet anoniem ben en dat het van daaruit de moeite waard is om die andere klok te laten horen". Je afkeer voor katholieken? Ik kan het haast raden maar vertel eens waar dat vandaan komt? „De familie, hè katholiek Vlaams. Vader was het prototype van een ka tholiek zoals er toen velen waren. Zo vanzelfsprekend. Dat is iets waar ik me al heel snel aan stoorde. Zo van: wij hebben de waarheid in pacht en die daar niet mee eens, die heeft een afwijking, want dat is een verdwaald schaap. Daar is iets mee, dat is geen volwaardig mens". „Ik voelde me altijd onbehaaglijk in kerken en in de aanwezigheid van priesters. Ik heb daarin nooit gefunc tioneerd. Dat was instinctief en daar ben ik over gaan nadenken. Dat is vrijheid, geen tolerantie. Ik heb de proef op de som genomen. Nadat ik me als een gewone, heel dociele zoon had gedragen. Dat is gewoon in de kindertijd. Een tamelijk goeie ver standhouding. Toen ben ik gaan trouwen en heb gezegd: ik trouw niet voor de kerk. Toen stortte al een stuk van de wereld in, vooral bij vader, die dat niet kon accepteren. Ik zei te gen hem: Ik ga nu een eigen leven leiden en ik ben niet katholiek, ik voel dat niet zou. Ik hou niet van godsdiensten, ik wil me vrij voelen als individu. Vader heeft de pastoor ingeschakeld om daarover te praten. Dan heb ik gezegd: als ik voor kerk komedie ga spelen dan steek ik de draak met de geestelijkheid". Toen ik gezegd had dat ik niet voor de kerk zou trouwen heb ik van m'n vader een brandbrief gekregen, waarin-ie schreef dat ik de dood van m'n moeder zou veroorzaken, alle maal heel vreselijke dingen schreef hij. Dat zijn zaken die mij hebben doen verharden. Het was voor mij een bewijs dat ik het bij het rechte eind had in die zin dat deze katholiek -mijn vader- niet kon accepteren dat je niet meedeed. Die katholiek zondigde in mijn ogen voortdurend in woorden en daden tegen wat hij beleed en in de praktijk bracht. Het was bijna een karikatuur. Ik weet dat hij in die tijd niet zo uitzonder lijk was. Vlamingen zijn echt zeer rechts. Ze hebben dat bijna in hun bloed. In vredestijd is dat katholi cisme in zijn vorm van - bijna onbe wuste- arrogantie. Oh ja, d'r is een kluitje mensen dat dat niet is. Nu is men daar vriendelijk mee, maar men beschouwt ze toch ook als niet hele maal bij de club horend. En dan komt er zo'n oorlog en dan zie je dat een heleboel van die prominenten probleemloos gaan aanspannen met een nazisme, wat barbaars geweest is. Mijn filosofie is kort gezegd: Ik heb een zeer sterk religieus gevoel maar met godsdiensten wil ik nikst maken hebben. Die beschouw ik Albert Heijn en andere grootware< huizen die religieus gevoel exploite ren en daar beter en rijker van wot den". Als je, na je laatste speelkwartier, et grafschrift voor jezelf zou moeb maken. Wat zou er op je steen staan! Ik heb er gisteren één bedacht", Dan aarzelend: „Op een kerkht trekken de mensen altijd zo'n be grafenisgezicht... ja, ik zou mijn zerk willen zetten: 'U ziet er a slecht uit'.iets van die strekte; Ik ga nog een tijdje leven om de for mulering nog wat te perfectioneren Als ik je stukjes lees en ik hoor je praten, dan ben je sprekend heel milder dan op papier? „Dat is eh.omdat als ik zo nuanceerd zou schrijven als spreek, dan hou je alleen nog zand over. Dit is een land waar je leen de aandacht kunt trekken ah met een bokshandschoen schrijft. Men is zo gewend aan monarchie en men gaat er zo varai| dat de monarchie staat voor schuld, voor een hele lieve man, begrijpend vorst, zo positief. Als dat moet doorbreken, dan moet iki een bepaalde versnelling schrij Dan moet ik zorgen dat men si want anders kan ik die indolent] niet doorbreken. Ik ben versi lijk tegen vorstenhuizen. Ik vind gewoon niet van deze tijd. Je wel zeggen, de vorsten staan bo' de partijen, maar achteraf hooi ij dan weer allerlei zaken die niet dl gen. Ik vind dat gewoon niet deze democratische tijd te harmonï ren. Ik geef een voorbeeld. Dat de te ning het ontslag van premier tens niet aanvaardt, dat vind ik vflj regaand. De koning valt hier uit rol en treedt op als een mor: rende vader, rooms en rechts, daar is hij mijn koning niet voor. eis onpartijdigheid." Hoe gaat het verder met België? „België houdt het niet lang meer in z'n huidige staatsvorm. De vei] schillen zijn te groot. Vlaandi heeft geen idee van de invloed Happart heeft op de Waalse gemi schap. Men houdt er hier geen r< ning mee dat de man gewoon gete zen is en dat een zwaar gefrustri Wallonië de man op de han( draagt. Als die man blijft, zou een breekpunt kunnen zijn. K krijg je een federale staat met autonome gebieden." Ik heb veel spijt dat de breuk n het noorden is gebleven. Ik niisj ruimte om te kunnen ademenf een breder geheel. Ik hou er r van om opgesloten te zitten. Br is nu een soort niemandsland en d voel ik me goed. Gaat men dat splitsen, dan zal ik me niet goed len in een zelfstandig Vlaanderen, ij dat echte pure katholieke waar] zo'n aversie tegen heb". Door Paul de Schipper Een typisch Vlaams katholiek gezin, twaalf kinderen. Ik kwam als tiende van het do zijn. Vader was ambtenaar, fantasieloos, mopperend, geplaagd door een zieke vrouw en dat kinder tal. In de oorlog was-ie min of meer fout. Hij had Duitse vrienden maar werd daar clement voor gestraft. We woonden in Machelen bij Brussel. Vader is te verstaan gegeven dat het beter was dat de familie de hielen lichtte en zo zijn we verbannen." „Mijn vader bekloeg zich in brieven altijd over alles. Als soldaat in het Belgische leger was hij een keer per ongeluk vergiftigd. Hij had er aard appelen gegeten uit een ketel waarin chemicaliën hadden gezeten. Dat kwam aan het licht toen hij later als jong getrouwde voor een firma naar de Kongo wilde. Hij is afgekeurd en heeft schade-claims ingediend, brie ven naar de koning geschreven en een wrok opgebouwd. Altijd weer zette hij zich aan z'n tikmachine. Va kantie had hij' nooit. Dat was ij del en leeg. Nee, altijd maar schrijven. Op school waren we geen bollebozen. Met de taal ging het wel goed, want we wonnen nogal eens opstelwed strijden". Je werd geen Breugel? „Nee, na mijn opleiding aan de kunstacademie, kwam ik als layout- man terecht bij de firma Dupuis. Ik deed dat niet graag, want dat was veel meten en een beetje wiskunde. Toen, korte tijd later, werd mijn broer Jef hoofdredacteur van Humo en hij maakte mij chef van de lay out. De redactie was dun bezet. En in de zomer ben ik ingesprongen, wat schrijven en zo. Ik heb bij ettelijke bladen gewerkt. Tamelijk onstand vastig ben ik wel geweest. Ik ben bij Dupuis weggegaan toen bleek dat ik kon schrijven en omdat ik verder niets aan mijn broer te danken wilde hebben. Dan ben ik gaan zwerven. Vaak ben ik opgestapt wegens loon- kwestie, omdat ik altijd gevonden heb dat journalisten slecht betaald worden en dat je alleen maar fat soenlijk werk kan leveren als je op een degelijke manier gehonoreerd wordt. Verder ben ik vaak gebotst, omdat ik vind dat de pers bij ons naar verhouding zeer onvrij is. Ik heb me daar nooit bij neer wil leg gen." Bij Humo heb je geroken aan het schrijven. Je ziet collega's werken. Je ziet de maatschappij zich ontwikke len en dan zie je dat het niet klopt met jouw beeld van de wereld. Dan ga je dus weg? „Ik ga niet direct weg, maar ik toets wat ik doe en waarom bepaalde din gen niet gepubliceerd mogen worden,

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1987 | | pagina 22