EG-landen frustreren aanpak van fraude
NATUUR EN MILIEU: MEER INFORMATIE VOOR BEVOLKING
'Snel technologiewinkel in Breda'
FINANCIEEL BEKEKEN
Belastingvrij sparen ruimer
Bedrijfsleven niet somber
Verschillen in Nederland
DE STEM FINANCIËN/ECONOMIE WOENSDAG 16 DECEMBER 1987
I ting.
I Dat staat in het nog niet ge
publiceerde jaarverslag over
1986 van de Europese Hekenka
mer. De Rekenkamer heeft dit
I jaar voor het eerst een speciaal
hoofdstuk gewijd aan fraude.
Volgens sommige deskundigen
wordt de Gemeenschap, die dit
jaar ruim tachtig miljard gul
den heeft te besteden, jaarlijks
voor tientallen miljarden gul-
iens opgelicht
GEMEENSCHAP WORDT VOOR TIENTALLEN MILJARDEN PER JAAR OPGELICHT
UTRECHT - Alle chemische bedrijven zouden,
net zoals kerncentrales, periodiek door een team
van deskundigen geïnspecteerd moeten worden.
I Dat bepleit dr. Lucas Reijnders
I van de Stichting Natuur en Mi-
|leu. De kans op zo'n onder-
Izoekteam is echter minimaal:
lie chemische industrie voelt er
■weinig voor, omdat zo'n con-
Itrole van buitenaf moeilijk is
Jbij gebrek aan deskundigheid.
lEn het ministerie van VROM
I (Milieubeheer) zoekt het voor
komende jaren slechts in
I verscherping van milieu-wet-
I geving.
ïrote risico's
Ongevallen
Milieurampen
0
Omzet
Export
Rendement
Investeringen
T19
BRUSSEL (ANP) - De EG-
I landen informeren de Euro-
Commissie in strijd
Ijnet de voorschriften on-
I nauwkeurig, onvolledig en
onsystematisch over frau
des en onregelmatigheden
I ten laste van de EG-begro-
Doeltreffende fraudebestrij
ding wordt daardoor belem
merd en een raming van de
I omvang van de fraude onmo-
I gelijk gemaakt.
De twaalf lidstaten maakten
I in hun verplichte rapportage
aan de Commissie in 1986
slechts melding van 311 frau
degevallen, waarbij de EG voor
bijna 70 miljoen gulden is be
nadeeld. In 1985 ging het nog
om 230 gevallen en bedroeg de
schade bijna 30 miljoen gulden.
Volgens het jaarverslag ont
breken echter heel wat gege
vens. Alleen Luxemburg houdt
de Commissie regelmatig op de
hoogte. Aangezien dit land
geen fraudes heeft te melden,
geeft het ontbreken van ver
klaringen uit de andere elf lan
den 'aanleiding tot verschil
lende interpretaties', stelt de
Rekenkamer.
De lidstaten informeren de
Commissie bovendien veel te
laat. Als zij al tijdig gegevens
verstrekken zijn die vaak zo
vaag dat ze niet geschikt zijn
voor een bruikbare analyse en
evenmin de mogelijkheid ope
nen om de verloren bedragen
terug te vorderea In Italië
worden veel gevallen pas aan
het licht gebracht nadat de be
gunstigden failliet zijn gegaan.
De Rekenkamer heeft verder
kritiek op het feit dat de lidsta
ten de namen van oplichters
geheim houden en zelfs niet in
codevorm aan Brussel doorspe-
lea Het is dus onmogelijk her
haaldelijk door dezelfde per
soon gepleegde fraudes op EG-
niveau op te sporen. De betrok
kenen kunnen blijven profite
ren van steun waar zij geen
recht op hebben, (w.v.)
Uit een onderzoek van de
Rekenkamer is gebleken dat
een kwart van de onregelma
tigheden zich voordoen bij de
inning van uitvoerrestituties
en grensheffingen op land-
bouwprodukten. Vooral de zui
velsector en de wijnmarkt blij
ken fraudegevoelig.
In de meeste gevallen gaat
het om bekende technieken, zo
als het opgeven van onjuiste
benamingen, hoeveelheden en
gewichten en het aloude ver
snijden van produkten.
Volgens de Rekenkamer is
op het grensoverschrijdende
verschijnsel fraude nog geen
goed antwoord gevonden. In de
twaalf lidstaten wordt ver
schillend over fraude gedacht
en ook verschillend opgetreden.
Dat botst met het beginsel dat
de deelnemers aan de gemeen
schappelijke markt voor de wet
gelijk zijn.
De Rekenkamer wil dat de
Europese Commissie, die als
eerste wordt geconfronteerd
met de financiële gevolgen van
fraude, voldoende juridische
instrumenten krijgt om bij
strafzaken in de lidstaten op te
treden als civiele partij. Zij
pleit verder voor de oprichting
van een speciale fraudecel bij
de Commissie.
In de rest van het jaarver
slag herhaalt de Rekenkamer
de reeds bekende kritiek op de
'lapmiddelen' waarmee minis
terraad en Europees Parlement
het afgelopen jaar hebben ge
tracht de schijn te wekken dat
inkomsten en uitgaven op de
EG-begroting met elkaar in
evenwicht zijn. Door een be
roep te doen op voorschotten of
uitsteloperaties legt de Ge
meenschap een steeds zwaar
dere hypotheek op haar toe
komst, zo wordt gewaar
schuwd.
De Rekenkamer noemt het
verwerpelijk dat de EG geld
leent van de lidstaten om lo
pende uitgaven te financieren,
terwijl dat volgens het EG-ver
drag niet mogelijk is. Boven
dien ontbreken de voor derge
lijke leningen gebruikelijke
garanties.
Volgens de kamer kampt de
EG al sinds 1983 met een finan
ciële crisis. Dat komt doordat
de landbouwprijzen min of
meer buiten de begroting wor
den vastgesteld, maar door hun
automatische karakter wel
voor hogere uitgaven zorgen.
Ook monetaire schommelin
gen beinvloeden de hoogte van
de uitgaven. Aan de andere
kant worden de ontvangsten
van de EG kunstmatig beperkt,
zonder rekening te houden met
de werkelijke financieringsbe
hoefte.
In het jaarverslag wordt ge
pleit voor een 'algehele hervor
ming van het communautaire
normenstelsel'. Dat geldt zowel
voor de bepaling van de midde
len die nodig zijn voor de toe
komstige financiering van de
EG als voor de invoering van
een 'dwingend mechanisme
voor het gelijkschakelen van
ontvangsten en uitgaven'.
De Europese Commissie
heeft eerder dit jaar plannen
ingediend in die richting. Bij de
EG-topconferenties in Brussel
en Kopenhagen konden de
twaalf landen hierover echter
geen akkoord bereiken. Zolang
overeenstemming uitblijft zit
de Gemeenschap zonder begro
ting voor 1988.
'Controle chemie scherper'
I Van onze verslaggever
Zo'n inspectie verhoogt de veiligheid en helpt dodelijke
milieurampen als Bhopal, Seveso, Sandoz en Polysar
voorkomen.
Intussen moet de bevolking
Iwel veel beter voorgelicht wor-
Iden over de risico's van chemi-
Ische industrie naast de deur:
|daarover zijn bedrijfsleven,
isterie en milieubeweging
iet eens. In het veiligheidsbe-
Jleid zal die voorlichting het ko-
Imende jaar centraal staan.
Op een studiedag van de Ko-
Ininldjjke Nederlandse Chemi-
Ische Vereniging (KNCV) stond
|ta Utrecht de vraag centraal, of
Jok in Nederland een Bhopal-
np zou kunnen gebeuren.
ieijnders acht de kans daarop
klein. Wel wijst hij erop, dat de
hoeveelheden levensgevaar
lijke chemicaliën die in ons
ind omgaan enorm groot zijn,
11 vaak juist vlakbij dicht be
volkte streken. „Ook bij de
[transporten van die chemische
I stoffen loopt de bevolking grote
■risico's: als daarmee wat mis-
Igaat, bestaan weinig voorzie
ningen. Denk maar aan de
Plaatsen die aan de Waal lig-
|gen".
Reijnders haalt het cijfer
het ongeluk met de Union
Carbide-fabriek in het Indiase
Rhopal aan: tenminste 1754 do-
lien en 170.000 zieken. Maar de
jaarlijkse sterfte- en ziektecij-
yers door gebruik aan bestrij
dingsmiddelen (tussen 10.000 en
0.000 doden en ongeveer een
miljoen zieken) liggen
benlij k hoger. Steeds hoger
sok liggen wereldwijd de cij-
fers van aandoeningen door de
'"ntasting van de ozonlaag. De
"~ische industrie heeft daar
een groot aandeel ia
Volgens Reijnders begint de
continue milieu-belasting van
water en lucht te dalen en is de
tendens, dat die van de bodem
(met chemische afvalstoffen)
steeds sneller stijgt. Neder
landse chemische bedrijven be
lasten de bodem doorlopend,
volgens Reijnders vermoede
lijk met 350-450.000 ton per
jaar, in binnen- en buitenland.
In alle gevallen wordt het
milieu er niet beter op. Want in
het milieu stapelen de niet of
slecht afbreekbare stoffen zich
op. „De risico's treffen vooral
toekomstige generaties".
Reijnders memoreert de ern
stige en kleinere ongevallen in
de chemische industrie, de
meeste in het oosten en zuiden
van het land: Polysar Arnhem,
waar het de laatste weken bij
herhaling mis ging, DSM Beek
(1975), Verdugt Tiel (1976), Ge
neral Electric Halsteren (1977).
Vaak bleek achteraf, dat kleine
ongelukken of bij na-ongeluk
ken zonder succes voor de gro
tere ramp of explosie gewaar
schuwd hadden.
Chemie naast de deur: vol
gens Natuur en Milieu reden
voor grote bezorgdheid, ook al
lijkt de industrie zich meer be
wust van de risico's. Want bij
calamiteiten is bijvoorbeeld
nog steeds vaak te weinig op-
vangmogelijkheid voor ge
vaarlijke stoffen, vergiftigd
bluswater en koelwater.
Veiligheidsinspecties door
deskundigen van buiten zou
den ook volgens de werkne
mers zelf verstandig zijn. Want
de eigen staf doet te weinig aan
preventief onderhoud, komt te
weinig in de fabriek en het per
soneel zelf blijft routinematig
'teveel aan de controlelampjes
hangen'.
Reijnders noemt als voor
beeld een inspectie, vorig jaar,
van ketels in de industrie: een
kwart van de ketelbeveiligin
gen en 40 procent van de ove-
Dow Chemical, Terneuzen
rige beveiligingen waren niet
in orde.
Vandaar zijn idee voor een
liefst openbaar, extern onder-
zoekteam, verwant aan de in
specties in atoomcentrales.
'Moeilijk', oordeelt de chemi
sche industrie daar zelf over.
„De chemie is veel complexer
dan de meer gestandaardi
seerde kernenergie". Ir. P.
Vogtlander, directeur van Shell
Nederland Chemie: „Dus geeft
zo'n extern onderzoek een
schijnidee van veiligheid".
Begin volgend jaar komen er
nieuwe, strengere wetten met
richtlijnen om de risico's te
verkleinen bij zware ongeval
len in de industrie. Het minis
terie van VROM verwacht
daarmee een sanering te berei
ken. Naar overheden, bedrijfs
leven en burgers toe komt ter
introductie van dat beleid een
voorlichtingscampagne, voor
bereid door ministerie en be
drijfsleven.
Het Centraal Planbureau ver
wacht tot het jaar 2010 in de
chemische industrie een pro-
duktiestijging van gevaarlijke
stoffen als chloor, ammoniak
en acrylonitril tot 150 procent
ten opzichte van 1985. Als ge
volg daarvan zal ook het trans
port van die gevaarlij ke stoffen
toenemen.
Meer gevaarlijke milieu
rampen zijn dus niet ondenk
baar. Vooral niet, als men weet
dat bij alle ongevallen de oor
zaak voor 80-90 procent zit in
menselijk falen en dus veel
minder in het technisch falen
van de installatie.
De risico's blijven dus, maar
krijgen de omwonenden van
chemische industrieën intussen
wel voldoende voorlichting
over de risico's, die zij lopen?
Nee, zegt het ministerie van
VROM, die voorlichting schiet
te kort en is te abstract; een ge
wone burger wordt het niet
echt duidelijk wat voor hem en
haar de risico's zijn van de che
mie als buur.
Bovendien, zegt Reijnders,
moeten overheid en bedrijfsle
ven meer aandacht hebben
voor de mogelijkheden voor die
burger om weg te komen, als
- FOTODELTA-PHOT
zich een calamiteit voordoet.
„Tijdige waarschuwing als er
iets mis is en een geloofwaardi
ge, geoliede rampenbestrij-
dingsmachinerie voorhanden".
In het algemeen draait de
chemische industrie, na een in
zinking in het begin van de ja
ren '80, weer goed. De winsten
stijgen fors en de grote fabrie
ken doen volop fikse investe
ringen: modernisering, zoals
voorzien bij Hoechst in Vlissin-
gen, Dow in Terneuzen en
nieuwe fabrieken voor nieuwe
kunststoffen en andere hoog
waardige fijnchemie, zoals bij
DSM gepland voor de komende
jaren. Vanouds heeft de chemi
sche industrie een sterke posi
tie in onze economie en is sterk
gericht op de export.
I °nze verslaggever
PREDA - West-Brabant
P®°pt binnen een jaar over
eigen Innovatie Cen-
d te kunnen beschikken.
or®®n^atie moet het mid-
Rtetebedrij f gaan advi-
tino 3 ^ken als automatise-
t? Produktvernieuwing
^ministerie van Economi
cal. k komend voor
fok beslissen waar de vol-
ISf «ka zullen worden op-
llaakl' ,0t nu 106 ziJn
E2? ak Proef-l<*aties aan-
i wezen, waaronder Eindho-
[omenrt11 West"Brat|ant zal de
feafjk maanden in Den
lii v bbled worden om ook
Br;Br3amer van Koophandel
r^ijgen60 hPPkstewinkel
Lbê bekten van het werk
een innovatiecentrum
5orW,?et enkele Praktijk-
ïn- vni ?n Worden aangege-
bt ee^i0ni®n moet worden
een computer
h terwKiVOOr de a<kninistra-
P ver8eten wordt dat
g erop kan werken; een
3 moet eerst bedenken of
er wel vraag is naar een nieuw
produkt voordat een technisch
fraai artikel op de markt wordt'
gebracht, waar niemand naar
taalt; kleine ondernemers die
de hele dag druk bezig zijn,
moeten worden begeleid bij het
veranderen van hun organisa
tie, omdat die in de waan van
de dag kan veroudert. Het lijkt
simpel, maar dit soort fouten
wordt dagelijks gemaakt.
De Initiatiefgroep Innovatie
Centra West-Brabant onder
streepte gisteren tijdens de
presentatie van een rapport
over de mogelijkheden van een
innovatiecentrum in Breda nog
eens het belang van de tot
standkoming van een dergelijk
instituut
Vooral het midden- en klein
bedrijf (tot 200 werknemers)
heeft grote moeite met het in
voeren van automatisering en
het ontwikkelen van nieuwe
produkten en diensten. Er is
gebrek aan kennis, geld en tijd.
Wisse Dekker
Juist het Westbrabantse be
drijfsleven moet internationaal
kunnen concurreren, omdat
vijftig procent van de produk-
tie in dit gebied wordt geëxpor
teerd. Daarom is het van groot
belang dat het bedrijfsleven
technisch bij blijft
Of de nieuwe centra er ko
men, is nog niet honderd pro
cent zeker. De laatste weken
zijn onder meer van onderne
mersorganisaties kritische
kanttekeningen geplaatst bij
dit onderdeel van het technolo
giebeleid van minister De Kor
te. De oprichting van vijftien
tot negentien innovatiecentra
is een advies van de commissie
Dekker. Dekker en zijn werk
groep meenden dat nieuwe
technologie het beste via 'ken
niswinkels om de hoek' naar de
ondernemer kan worden ge
bracht.
Op 8 februari overlegt de mi
nister met de bijzondere tech
nologie commissie van de
tweede kamer. Half april moet
De Korte een beslissing over de
Innovatie Centra nemen.
In West-Brabant is men op
timistisch over de mogelijkhe
den voor de centra. „We zouden
zwaar teleurgesteld zijn als er
hier geen komt", zegt Jos Geu-
kers van de Westbrabantse ini
tiatiefgroep. Het rapport dat
nu door een gespecialiseerd ad
viesbureau is opgesteld is toe
gestuurd aan het ministerie en
aan de tweede-kamer-commis-
sie en wordt door Geukers om
schreven als een rapport dat
een voorbeeld voor andere cen
tra kan zijn.
„Wij waren al met een soort
innovatiecentrum bezig, voor
dat Dekker met zijn plan
kwam. Wat wij willen sluit
precies aan~bij de plannen in
Den Haag. Wij willen sterk
marktgericht, dat wil zeggen
vanuit de ondernemer, den
ken". Het is de bedoeling dat
het centrum straks niet op de
plaats zit te wachten tot een
ondernemer eens opbelt, maar
de ondernemers in het eigen
bedrijf opzoekt.
Volgens de initiatiefgroep
worden de adviesbureau's geen
Door Louis van de Geijn
DE BELASTING op spa
ren wordt al over dit lo
pende jaar op enkele pun
ten verlicht. Dat is de uit
komst van het debat van
vorige week in de Tweede
Kamer over de belasting
maatregelen op dit punt:
per 1 januari 1987 behoeft
geen belasting te worden be
taald over de eerste 500 gul
den rente op spaarrekeningen
die op naam staan van een
kind. Een gezin met drie kin
deren kan dus 1.500 gulden
rente belastingvrij houden.
per 1 januari 1987 behoeft
de betaalde (en dus aftrekba
re) hypotheekrente niet lan
ger verrekend te worden met
de ontvangen rente van
spaarrekeningen. De ander
half miljoen huishoudens met
een hypotheek kunnen dus dit
jaar al ten volle profiteren
van de bestaande rentevrij-
stelling. Die bedraagt 700 gul
den per persoon, voor (bij
voorbeeld) een echtpaar dus
1.400 gulden. Voor kinderen
vanaf 18 jaar geldt dezelfde
vrijstelling.
Deze twee maatregelen
zouden volgens de aanvanke
lijke voorstellen van het mi
nisterie van Financiën ingaan
op 1 januari 1988. Ze zijn van
wege de onrust onder spaar
ders en politieke druk met te
rugwerkende kracht geldig
over het belastingjaar 1987.
Eerst 1 januari 1988 gaat de
vrijstelling op gewone spaar
rekeningen omhoog van 700
tot 1.000 gulden per persoon,
dus tot 2.000 gulden voor ge
huwden, en 1.000 gulden voor
elk kind van 18 of ouder.
In 1988 zou een huishouden
met twee jonge kinderen (ook
als er sprake is van een hypo
theek) dus een rentevrij stel
ling kunnen hebben van 3.000.
Bij een rente van vijf procent
betekent dit dat spaartegoe
den tot 60.000 gulden voor de
inkomstenbelasting buiten
beschouwing blijven.
Het parlement en de rege
ring zijn het verder eens ge
worden over een versoepeling
van het zogenaamde navor-
deringsbeleid. In de voorstel
len van het ministerie was al
bepaald dat aangiften over de
voorgaande vijf jaren zonder
boete zouden worden afge
handeld, na aftrek van de
toen geldende vrijstellingen.
Als de belastingdienst zonder
aangifte op verzwegen rente-
inkomsten zou stuiten, bleef
de boete beperkt tot tien pro
cent, in plaats van de gebrui
kelijke vijftig procent.
De Kamer en de regering
zijn het nu over de volgende
aanvullende maatregeln eens
geworden:
de navordering gaat niet
verder dan het belastingjaar
1984, dus over een termijn van
drie in plaats van vijf jaar.
verzwegen of niet juist op
gegeven rente-inkomsten tot
bedragen van 1.000 (over
1986), 3.000 (1985) en 5.000 gul
den (1984) blijven buiten de
navordering. Deze bedragen
komen boven op de voor die
jaren geldende vrijstellingen.
Voorwaarde voor deze laatste
versoepeling is wel dat deze
rente-inkomsten over die ja
ren alsnog bij de aangifte
over 1987 worden opgegeven.
Als het daarbij om zwart geld
gaat, geldt deze extra vrij
stelling bij navordering niet
De belastingverlichting op
rente-inkomsten is gepresen
teerd in samenhang met een
verscherpte controle op de
aangifte. Vanaf het belas
tingjaar 1987 moeten de ban
ken alle daarvoor nodige ge
gevens aan de fiscus ter be
schikking stellen.
De Rabobank heeft uitge
rekend dat de vrijstelling
voor kinderspaarrekeningen
in 1987 gemiddeld 60 gulden
per rekening scheelt. Er zijn
vier miljoen jeugdspaarreke-
ningen met een gemiddeld te
goed van 2.000 gulden.
De afschaffing van de zo
genaamde saldering van de
hypotheekrente kan voor een
gezin met twee kinderen in
1987 maximaal 1.440 gulden
voordeel betekenen. Door de
verhoging van de vrijstelling
loopt dit voordeel op tot 1.800
gulden. Dan hebben we het
wel over een huishouden (met
een flinke hypotheek) dat
60.000 gulden op de bank
heeft.
De Rabo-organisatie komt
tot de slotsom dat de nieuwe
regeling tenminste 95 procent
van de spaarders buiten schot
laat, ook als zij in de jaren
voor 1987 hun rente-ontvang
sten niet goed hebben aange
geven.
VERVOLG VOORPAGINA
BREDA - Dat het met name in Noord-Brabant beter gaat
dan gemiddeld, heeft volgens onderzoeker Van de Meer
voor een deel te maken met de verschuiving van economi
sche activiteiten in het achterland.
Daardoor gaat ook het vervoer anders lopen en daarvan plukken
de zuidelijke provincies nu de vruchten. Voorzitter Karelse van de
Vereniging van Kamers van Koophandel onderschreef in dit ver
band gisteren het pleidooi vanuit Noord-Limburg voor de verdere
aanleg van Rijksweg 73.
Kareis noemde vooral de verwachtingen met betrekking tot de
uitvoer in 1988 opmerkelijk. Het aantal bedrijven dat een groei
van de export voorziet, is toegenomen. Vooral kleinere bedrijven
zijn hierover optimistisch.
In het algemeen doen de kleinere bedrijven (tot 50 werknemers)
het beter dan de grotere. Dat geldt zowel voor de omzet als de
winst Ook de vooruitzichten van de kleinere ondernemers zijn
meestal beter.
De beste sectoren in 1987 zijn de grafische industrie, papier- en
kartonindustrie en de chemie. Gecorrigeerd voor de prijsdaling
nam de omzet voor de papier- en grafische bedrijven dit jaar met
zes procent toe, nog iets meer dan in 1986. Op het gebied van in
vesteringen steekt deze sector met kop en schouders boven de
meeste andere uit met een toename van 5,5 procent. Op dit laatste
punt gaat de papier- en kartonindustrie aan kop. Daar werd 13.4
procent meer geïnvesteerd dan in 1986.
Zwakke broeders zijn de agrarische sector, basismetaal en de
bouwnijverheid. De groot- en detailhandel hebben zich nu uit het
diepe dal gewerkt, waarin ze jarenlang hebben gezeten.
In de agrarische sector draait 15 procent van de bedrijven met
verlies, en van de grote ondernemingen zelfs één op elke vijf. Dit
ondanks een stijging van de omzet met vier procent.
(Percantuale afwijking ten opzichte van de gemiddelde ontwikkeling
in Nederland (de nullijn)
oneerlijke concurrentie aange
daan, omdat met het advies
werk van de nieuwe organisa
tie hooguit vijf tot zeven man
dagen is bemoeid. Die markt is
voor de particuliere bureau's
niet aantrekkelijk. Het IC moet
ondernemers van advies die
nen bij het zoeken naar nieuwe
richtingen voor hun bedrijf.
Daarna kan bij de professio
nele bureau's raad worden ge
vraagd bij de daadwerkelijke
uitvoering van de ideeën.
De financiering van het in
novatiecentrum zal voorname
lijk van het ministerie van eco
nomische zaken moeten komen.
Men schat dat het centrum on
geveer anderhalf miljoen per
jaar kost. Bij de bestaanden in
novatiecentra neemt het Rijk
negentig procent van de kosten
voor zijn rekening en aangeno
men wordt, dat ook bij de
nieuwe centra die norm wordt
gehanteerd. De overblijvende
kosten moeten worden gedekt
door bijdragen van het be
drijfsleven en subsidies van la
gere overheden. Ook wordt ge
hoopt op subsidie van de Euro
pese Gemeenschap.
8
7
6
5
4
3
2
1
0
-1
-2
■3
-4
Zuid (ijj Oost
Bron: ERBO-enquete
Noord