De scharreltjes van de schrijver
eschieder
FEITEN-FETISJIST HANS VISSER SCHREEF VESTDUK-BIOGRAFIE
Van kunst tot erger
De rancunes van een wonderkind
Geen wijwater in Thijoi kalkman
portretten van Vondel
verschenen
b!
DE STEM BOEKENGIDS ZATERDAG 5 DECEMBER 1987
Leeuwarden
Pijnlijk
Omgeving
NOVELLE 'TOONKUNST' LOUIS FERRON
GARY KASPAROV SCHREEF AUTOBIOGRAFIE
Verteller
Reacties
1 STEM GIDS 3 ZA
m)e schooltas
J Jen maakten gisteren een in
terview met Sinterklaas en ze
tuurden het in voor De
ichooltas.
Fff JE2GLF
G2
Door Henk Egbers
'SIMON de tovenaar' noemde Theun de Vries Simon Vest
dijk bij zijn zeventigste verjaardag. Zestien jaar na de
dood van deze befaamde Nederlandse auteur deed niet
Theun de Vries maar een chemicus yit Maassluis, dr. ir.
Hans Visser, een boekje (719 pagina's) open voor Vestdijk,
een schrijversleven' voor enige deining zorgt, met name via
de acties door de vrouw met wie hij op het eind van zijn le
ven vijf jaar getrouwd was.
Mieke Vestdijk-van der Hoe
ven vindt het boek een prul, dat
de werkelijkheid geweld aan
doet. Hans Visser heeft er een
soort levenswerk van gemaakt
De rel lijkt voor een buiten
staander te berusten op arro
gantie (Mieke) en naïviteit
(Hans). Toen begin dit jaar de
uitgever Kwadraat een door
voorpublicatie - Simon Vest
dijk, kinderjaren - uitgaf heb
ben we gezegd dat het ging om
een gedenkteken en niet om
een monument.
Als auteur mag Vestdijk zijn
monument hebben (zeker na
dat jarenlange pogingen om
hem de Nobelprijs te laten krij
gen mislukten). Het merk
waardige feit doet zich voor dat
er nog steeds geen goed literair
standaardwerk over Vestdijk
geschreven is. Visser bijt in ze
kere zin de spits af, levert op
zijn minst materiaal aan
iemand die wèl dat literaire
document/monument over
Vestdijk kan/wil schrijven.
Typisch is dat Visser, die van
professie 'ontleedkundige' is,
niet in staat blijkt (en ook die
pretentie niet heeft) om Vest-
dijks leven en werk te analyse
ren. Hij is een verzamelaar van
feiten, zoals iemand anders
postzegels verzamelt Je kunt
hem verwijten dat zijn boek,
dat nu voor ons ligt, voor een
belangrijk deel bestaat uit cita
ten van anderen, feit is dat hij
een schat aan gegevens over
Vestdijk verzameld op een
rijtje gezet heeft.
Voor iemand, die het interes
sant vindt om méér te weten
over een schrijver die hij graag
leest of bewondert is dit toch
nog een heel lezenswaardig
boek, ook al als de stijl van Vis
ser niet zo goed en allerminst
boeiend. De simpele lezer zal
mogelijk ook niet in de gaten
hebben dat de chemicus nogal
naïef/goedgelovig/onkritisch
met zijn informanten is omge
sprongen, zodat de vloeistof
waaruit dit geschrift bestaat
voor ingewijden zeer 'kritisch'
is. Dat het boek in het voorma
lige buitenverblijf van de
Utrechtse bisschoppen in Rij-
senburg ten doop werd gehou
den - de rk-kerk keerde zich
tegen de inhoud van Vestdijks
boeken - is een bijkomende pi
kanterie.
Feiten. Visser had een uitvoe
rige documentatie over Vest
dijk opgebouwd. Daarmee
wilde hij een biografie over de
beroemde auteur, die op de
zelfde middelbare school als hij
in Leeuwarden zat, schrijven.
Bewondering en nostalgie lij
ken de drijfveren. 'Iedereen' zei
tegen hem: joh dat moet jij niet
doen, want dat is een vak dat
jij niet beheerst. Maar Geert-
jan Lubberhuizen, indertijd di
recteur van uitgeverij De Be
zige Bij, die wel wat zag in zo'n
boek vroeg Anne Wadman om
Visser erbij terzijde te staan.
Een begeleidingscommissie,
bestaande uit Lubberhuizen,
Gerrit Borgers, Jean Briill en
Mieke Vestdijk-Verhoeven,
hield de vinger aan de pols. Het
proefhoofdstuk werd door
Mieke naar de prullebak ver
wezen. Bij haar - het kan niet
anders - was er sprake van een
vermenging van rationele- en
emotionele argumenten. Zij
stopte daama alle bronnen af,
die binnen haar bereik lagen,
maar Hans Visser ging door.
Het feit dat Mieke daarna on
der meer via Henk van der
Meyden haar zegje over deze
zaak publikabel maakte, geeft
ook te denken.
hem, misschien was hij tot een
potentie als in de roman niet
eens in staat"wat moet je
met deze 'wetenschap' in rela
tie met het boek als literair
produkt?
Het uitgangspunt van Visser
was echter fout. In 1973 begon
Simon en Mieke Vestdijk
hij als een detective, na het le
zen van Vestdijks boeken, te
speuren naar de autobiografi
sche aspecten in zijn werk. Vis
ser zelf Fries (Leeuwarden,
1936) herkende er zaken en
mensen in uit zijn eigen omge
ving. Dat is leuk! En Visser be
gon de boeken van Vestdijk te
bekijken als corpora delicti in
plaats van literaire werken.
Een auteur gebruikt vaak
gegevens uit zijn eigen leven en
omgeving, maar maakt daar li
terair een nieuwe wereld mee.
Het gaat dan om een andere-,
een nieuwe werkelijkheid. Het
materiaal (gegevens uit eigen
leven e.d.) doet dan niet meer
terzake. Door zijn speurwerk
verlaagt Visser de boeken van
Vestdijk tot replica's van de
werkelijkheid. Het is literair
gezien bijvoorbeeld niet van
belang dat Ina Damman Lies
Koning, een Harlingse jeugd
liefde, is. Visser mag Vestdijks
leven te boek stellen, als dat in
teressant mocht zijn (wat we
betwijfelen), maar hij moet zijn
leven niet afleiden uit zijn boe
ken. Die zijn een afzonderlijk
fenomeen.
Het 'grappige' is dat je in deze
biografie terzake citaten van
Vestdijk terugvindt die dit pro
bleem aansnijden. „Vestdijk
vertelt dat 'De koperen tuin'
nauwelijks autobiografische
elementen heeft. Op Gregoors
verbaasde 'Ik dacht dat nu juist
in dit boek veel autobiografi
sche bijzonderheden verwerkt
waren', antwoordt Vestdijk:
„Zo moet het ook". Visser haakt
in op het speurwerk dat Vest
dijks vriend Nol Gregoor deed
naar Vestdijks jeugdjaren, met
name via de Anton Wachterro
mans. Maar dat lijkt meer ge
baseerd op nostalgie en niet op
het zoeken naar gelijkenissen.
Wanneer in een roman wer
kelijkheid en fictie te dicht bij
elkaar komen is er meestal iets
anders aan de hand dan litera
tuur. Van 'De schandalen' moet
Jeanne van Schaik gezegd heb
ben dat deze roman nooit gepu
bliceerd had mogen worden.
Bij Claus heb je bijvoorbeeld
zoiets gehad met 'Het jaar van
de Kreeft'. Het woord 'sleutel
roman' is dan een vlag die de
lading dekt.
Bij het boek van Hans Visser
kreeg ik aanvankelijk het ge-
- foto archief de stem
voel mede-voyeur te worden
ten aanzien van Vestdijk als
een soort 'vrouwengek'. Al zijn
scharreltjes e.d. worden als se
rieuze (wan)daden opgediend
en toegeschreven naar zijn
boeken toe. Wahrheit und
Dichtung lijken soms niet ver
uit elkaar te liggen. Bovendien
is het meestal hoogst oninteres
sant. Maar als je reliquien
zoekt van iemand die je be
wondert, vereert of verguist is
geen ding te gek. Visser wordt
dan soms een soort feiten-fetis-
jist. Anderzijds staan er ook
hele interessante stukken in
het boek; bijvoorbeeld de ma
nier waarop Vestdijk de oorlog
is doorgekomen; hoe hij zich
wist te bevrijden uit St. Mi
chielsgestel.
Ook zet Hans Visser zijn
werk op een rij (bijna honderd
boeken etc.) met hun onstaans-
context. Dat is heel instructief
en vaak interessant om te we
ten. Maar als je dan in relatie
met 'De koperen tuin' weer in
gefluisterd krijgt: „Vellinga
heette in Leeuwarden Epkema.
Vestdijk had hem één keer zien
voetballen. Maar op het gebied
van vrouwen weet ik niets van
Het is verder, los van wie wat
denkt, ook een pijnlijk boek.
Het depressieve leven van
Vestdijk, vanaf zijn Harlingse
jeugd tot op zijn sterfbed, de
vrouwen die hij daarin mee
sleepte en zijn werkwoede die
mogelijk daarmee in verband
staat, karakteriseren hem als
een ongelukkig mens. Tot in de
meest persoonlijke details ('Ik
heb groot nieuws voor je, Nol,
ik ben voor het eerst sinds ja
ren weer met Ans naar bed ge
weest', alsof hij wilde zeggen:
'Ik kan het nog').
De dertigjarige relatie van
Vestdijk met Ans Koster die hij
als huishoudster bleef behan
delen wordt bijvoorbeeld aan
geen enkele analyse onderwor
pen in het boek. De merkwaar
dige verhouding krijgt ook
geen beschrijving die dat over
bodig zou maken. Dat Visser
tenslotte Mieke, die hem de
voet dwars zette, uitbeeldt als
een vrouw die Vestdijk als het
ware de dood ingewenst heeft
(ontstaan van reële spannings
verschijnselen) mag verklaar
baar zijn, maar lijkt op zijn
zachts gezegd tamelijk eenzij
dig.
Het is zeker geen boek om in
de prullebak te gooien. Hans
Visser lijkt nogal wat voor
werk gedaan te hebben voor
iemand die kritischer is, beter
kan analyseren, inzicht in de
literatuur heeft en beter kan
schrijven.
Wie schrijft nu dan de échte
biografie en waarom is dt nog
niet gebeurd? Waarschijnlijk
zal ook daaruit geen Vestdijk
komen die er als mens anders
uitziet dan in dit boek, maar
hopenlijk krijgt hij wel een be
tere context en wordt zijn lite
raire werk losgekoppeld van de
feiten als feiten zoals nu is ge
beurd.
Hans Visser: 'Simon Vestdijk,
een schrijversleven'. Uitg.
Kwadraat, prijs 72,50 (paper
back) en 92,50 (gebonden).
Door Henk Egbers
LOUIS Ferron schijnt één
van die schrijvers die ver
oordeeld lijken tot een vaste
thematiek. Zoals bekend
varieert hij voortdurend op
het Duitse Rijk, gevoed door
de Wagneriaanse aanloop
periode of met de nazisti
sche konsekwenties ervan.
In zijn jongste novelle
'Toonkunst' combineert hij
een typisch sociaal gegeven
met die van kunst en poli
tiek toch weer op een ma
nier die mij overtuigt: een
hele mooie triestheid. Méér
dan een variant.
Een vrouw vertelt 'entweder,
oder' haar levensverhaal. Dat
men haar verwekt heeft, noemt
zij een brutaliteit; dat ze groot
gebracht is een misdrijf en dat
ze opgroeide in een arbeiders-
buurt ervoer ze enkel als een
opgave om uit deze sociale con
text te komen Het alibi heet
'kunst'.
Haar kunstbegrip is een ab
solutistische en dat past goed
binnen de omstandigheden
waarin ze terecht komt. „Het
leven is een tragedie. Waarom
zou men dan niet aan het zin
gen slaan?", zegt ze. Of 'De we
reld is een komedie; zij zijn aan
de ondergang gewijd', met in
haar achterhoofd Bayreuth,
waarheen op dit moment 'ent
weder, oder' nog steeds talrijke
mensen pelgrimeren en de oor
log vergeten.
Wat zou zij dan! Johan Hees
ters heeft het handiger ge
speeld dan zij, die na de oorlog
één van de nazi-figuren naar
een politieke carrière onder
Adenauer toe wist te praten.
„Ik had maling aan de politiek
omdat ik voor de schoonheid
gekozen had. De politiek heeft
mij gezocht, mij met haar sme
rige klauwen bezoedeld".
Ze is geboren uit een huwe
lijk van een spoorman - zanger
in het parochiële kerkkoor - en
een dienstmeisje voor betere
standen; een verschrikkelijke
relatie, gebaseerd op reli
gieus/burgerlijke verplichtin
gen. „Ik haat het oratorium. Ik
haat Bach. De muziek is zichzef
religie genoeg"... De titelrol
Norma in de opera van Bellini
wordt haar levensvervulling.
Het was deze opera die op
Wagner een grote indruk
maakte. Het was Maria Callas
die dit werk weer liet opwaar
deren de laatste tijd.
„Mijn leven heeft zijn zin
ontleend aan de vaste overtui
ging dat ik de grootste Norma
aller tijden was". Maar als ze,
oud geworden, Maria Callas die
rol hoort zingen, 'stierf' ze en
gaf het zingen op om te ontdek
ken: „Gelukkig ben ik pas ge
worden toen ik niet meer
zong.Ik heb de muziek ge
haat. Vanaf mijn eerste lessen
bij mevrouw Noordewier heb
ik de muziek gehaat. Al heb ik
dat pas later begrepen. Ik heb
leren inzien dat mijn keuze
voor de muziek, mijn keuze
voor een wereld die mevrouw
Noordewier voor me geopend
heeft, een valse is geweest.
Omdat het mijn vlucht was uit
de bomenbuurt" (de arbeiders
buurt van haar jeugd). „Het
grootste misdrijf heb ik zelf ge
pleegd. Ik heb het leven ver-
Louis Ferron - foto bezige bij
acht en was daarom minder
dan de soubrettes waar ik al
tijd op heb neergekeken"
Ferron voert in zijn boeken
doorgaans mensen op, die ge
dreven worden door een vals
idealisme dat gevoed werd door
een jeugd vol gefrustreerde
trauma's; mensen die zichzelf
daarboven uittillen tot een
Wagneriaanse dramatiek,
waanzin of fascisme. Ze heb
ben vaak niet in de gaten dat ze
zichzelf en mensen die met hen
verbonden zijn tekort doen.
Het is al te gemakkelijk om
te zeggen dat berouw na de
zonde komt (een typische mo
ralistische uitdrukking die
voorbijgaat aan de mens en
zijn omstandigheden zelf). Ook
deze vrouw ontmoet in haar le
ven een man, die niets van
kunst weet, maar haar warmte
schenkt (hij wordt 'ausradiert'
aan het Oostfront). Ze krijgt
een zoon, die ze niet kan combi
neren met haar artistieke le
ven. De laatste zin van het boek
luidt: „Denkt u dat mijn zoon
me om dit verworven inzicht
zou vergeven?"
Louis Ferron heeft met deze
novelle indringend een be
paalde tendens uit enkele van
zijn andere romans psycholo
gisch uitgediept. Voor kunst als
alibi zijn talrijke andere disci
plines in te vullen.
Louis Ferron: Toonkunst'.
Uitg. De Bezige Bij, prijs
ƒ24,50.
Henriette Bonarius: 'De
politieke lijn'. Uitg. Veen,
prijs ƒ27,90. Vijftien Neder
landse politieke tekenaars ver
tellen wat hen inspireert. Me
ningen en tekeningen van o.a.
Fritz Behrendt, Peter van
Straaten, Jos Collignon, Frits
Müller, Opland, Theo Gootjes,
Jo Nesbitt en Stefan Verwey.
Harry F. Saint: 'Herinnerin
gen van een onzichtbare man'.
Uitg. A.W. Bruna, prijs 32,50.
man wordt per ongeluk on
zichtbaar en is dan in staat bij
de meest geheime bijeenkom
sten te zijn zonder gezien te
worden. Tenslotte maakt de
overheid jacht op hem.
Francesco Alberoni: "Ero
tiek'. Uitg. Balans, prijs 27,50.
Italiaanse socioloog ontvouwt
'wetenschappelijke' visie op
erotiek. Waarom zijn mannen
gek op 'Playboy' en houden
vrouwen het op romantische
boekjes?
Raymond Smullyan: 'Bespot
de spotvogel'. Uitg. De Haan,
prijs 39,90. Puzzles waarin lo
gica en wiskunde een belang
rijke rol spelen.
■Fred J. Lammers: "Beatrix,
50 boeiende momenten uit
haar leven'. Uitg. Perspec
tief, prijs 18,50.
Uwe Timm: 'De Slangen
boom'. Uitg. Amber, prijs
34,50. De invloed van de wes
terse technologie op de samen
levingen in de derde wereld is
het thema. Een Duitse inge
nieur bouwt een papierfabriek
in Zuid-Amerika en wordt ge
confronteerd met de harde
hand van de militairen.
Door Peter Schouten
ONZE boekhandel is in de
ban geraakt van 'Glasnost'.
Zo blijkt 'Perestrojka' van
de Russische partijleider
een bestseller. Ook de jeug
dige schaak-wereldkam
pioen Gary Kasparov pro
beert in het kielzog van zijn
steun en toeverlaat Gor-
batsjov een graantje mee te
pikken. Jammer voor het
tweetal, dat de dollar het al
maanden lang zo verschrik
kelijk slecht doet.
Kasparov publiceerde aan de
vooravond van zijn nu nog lo
pende match om het wereld
kampioenschap schaken in Se-
villa tegen Karpov gelijktijdig
in het Engels, het Duits, het
Frans, het Spaans en het Ne
derlands zijn buitengewoon
openhartige autobiografie. Zó
openhartig, dat er voorlopig
wel niets zal komen van een
Russische editie. De dooi mag
dan zijn ingegaan in Moskou,
het hoeft er niet meteen sub
tropisch te worden.
De autobiografie van de
jongste wereldkampioen aller
tijden, in het Nederlands 'Hoog
spel' gedoopt, is vanzelfspre
kend het relaas van een won
derkind geworden, een echte
successtory. Redenen te over,
veronderstelde ik in mijn arge
loosheid toen ik het boek ter
hand nam, voor jolijt en jok-
kernij. Ik kwam bedrogen uit.
Het nog betrekkelijk korte
levensverhaal van het Azer-
bajdzjaanse schaakwonder uit
Bakoe is een aaneenschakeling
van driehonderd bladzijden
polemisch proza. Kasparov
heeft zijn pen in de gal gedoopt.
Hij mag er dan in geslaagd zijn
de hoogste troon van Caïssa te
bestijgen, we moeten goed we
ten dat de jonge Gary dat alle
maal enkel en alleen heeft te
danken aan zijn eigen geniali
teit, durf en doorzettingsver
mogen.
Want niemand, stelt hij vele
malen rancuneus vast, gunde
hem het succes. De gehele
schaakwereld spande tegen
hem samen. Vooral zijn voor
ganger en huidige uitdager
Anatoly Karpov is het geweest,
als we de schrijver Kasparov
moeten geloven, die een we
reldwijd complot tegen hem
heeft gesmeed. In eendrachtige
samenwerking met peetvader
Campomanes van de schaak
maffia, de KGB en de Sovjet-
aparatsjiks. Het is de hoge
Russische official Krogius zelf,
die Kasparov toevoegt: „We
hebben al een wereldkampioen
en we hebben geen enkele be
hoefte aan een nieuwe".
Met beschuldigingen is Gary
Kasparov driehonderd bladzij
den lang buitengewoon royaal,
met bewijzen is hij minder
kwistig. Hij 'ontmaskert' zijn
secondant Vladimirov als een
verrader, een overloper naar
het Karpov-kamp. Wanneer
Kasparov in zijn eerste match
om de wereldtitel driemaal
achtereen van Karpov verliest,
komt dat omdat Vladimirov
Gary Kasparov: kind van
glasnost.- fotoanp
zijn openings-analyses en par
tij-strategieën aan het vijan
dige kamp heeft doorgespeeld.
De schrijver geeft toe dat hij
voor die beschuldiging geen
substantiële bewijzen heeft.
Maar het kan volgens hem niet
anders gegaan zijn. „Hoe ver
klaar je anders drie nederlagen
op rij?" schrijft hij over de
spion Vladimirov.
Op zeker moment is het de
Karpov-kliek bijna gelukt om
de aanstormende wereldkam
pioen Kasparov 'kaltgestellt' te
krijgen. Nadat Campomanes de
eerste match tussen hem en
Karpov heeft onderbroken,
geeft hij een interview aan Der
Spiegel. Daarin fulmineert hij
tegen Campomanes, Karpov en
de Russische schaakbond zó
heftig, dat de officials hun kans
schoon zien. Ze leggen hem een
speelverbod op. En afreizen
naar het buitenland kan hij
ook wel vergeten. Ten einde
raad doet de jonge grootmees
ter een beroep op Alexander
Jakovlev, een van de nieuwe
volgelingen van Gorbatsjov en
lid van het Politbureau. Jako
vlev komt tussenbeide en zorgt
er hoogstpersoonlijk voor dat
er toch een vervolg komt op de
cyclus om de wereldtitel scha
ken.
In deze en nog vele andere
passages van het boek profi
leert Kasparov zich als een
'kind van glasnost en pere
strojka', een ambassadeur van
het nieuwe Rusland van Gor
batsjov, terwijl we wat hem
betreft Karpov mogen be
schouwen als een vertegen
woordiger van de oude Brezn-
jev-doctrine. Handig bedacht.
Maar is dat ook echt allemaal
waar?
Daarmee zijn we meteen ook
beland bij de geloofwaardig
heid van de auteur. Groot
meester Hans Ree ventileerde
in de NRC daarover ook al zijn
twijfels. Volgens hem zou het
boek niet door de jonge wereld
kampioen zelf zijn geschreven,
maar door Donald Trelford, de
hoofdredacteur van The Ob
server. Volgens Ree komen er
in het boek té veel passages
voor die duidelijk door een
niet-schaker zijn geschreven.
Zelf geschreven of niet, de
'verteller' Kasparov komt in
zijn boek niet bepaald over als
een sympathieke bescheiden
jongeman. Hij geeft hoog op
van zijn eigen intellect, koket
teert voortdurend met zijn
kennis van de klassieken, Sha
kespeare en moderne westerse
schrijvers en filosofen en be
weert en passant nog dat hij
ook best componist van het ni
veau Mozart had kunnen zijn
of als wiskundige voor een No
belprijs in aanmerking had
kunnen komen.
Niettemin is 'Hoog spel' (een
titel met een sportieve én een
politieke lading) een spannend
jongensboek geworden. Een
ongemeen boeiend boek, dat
een verrassend inzicht biedt in
de machinaties van de Russi
sche en internationale schaak
wereld. Ook al moet men be
reid zijn daarvan zeker de helft
met een korrel zout te nemen.
Gary Kasparov: 'Hoog spel'.
Autobiografie. Vertaling drs.
Evert W. van der Poll Uitg. Het
Spectrum, prijs 34,90
Door Gerard van Herpen
WAT jammer nou toch dat
het als strijdig met de
journalistieke gedragscode
wordt ervaren om in de
krant met je eigen colle
ga's op de vuist te gaan. In
1979, driehonderd jaar na
de dood van Joost van den
Vondel, constateerde col
lega Henk Egbers dat
Vondel een groot deel van
zijn populariteit te danken
heeft aan de rooms-katho-
lieke scribenten Alber-
dingk Thijm en Molken-
boer.
Als het gaat om de voorzie
ning van het rooms-katho-
lieke leesvolk, zou die stelling
wel een grond van waarheid
kunnen hebben, maar natio
nale roem verwierf Vondel
toch door literaire grootheden
van niet-katholieke signa
tuur. Jacob van Lennep en
Albert Verweij, om maar een
paar grote namen te noemen,
hebben Vondels werk verza
meld, ingeleid en beschreven.
Voor de uitgave van zijn Ver
zamelde Dichtwerken in no
vember 1986, kozen de uitge
vers voor het werk van Al-
bert Verweij, waarmee in
1937 Vondel's 350-ste geboor
tedag is herdacht.
Het is zeker waar dat de
rooms-katholieke Vondelaars
zich niet onbetuigd hebben
gelaten (Asselbergs mocht in
Vondel hoogleraren), maar de
grootheid van Joost van den
Vondel als dichter en toneel
schrijver is toch in enthou
siaste eenstemmigheid door
rooms en niet-rooms bezon
gen. Bij alle gelijkgezindheid
onderscheiden de roomse
Vondeluitgaven zich alleen
van de andere door een iets
triomfantelijker toon en door
een bezittersdrift, die van de
bekeerling Vondel meer een
apologetisch dan een cultu
reel goed wilde maken.
De katholieke Amsterdam
mer (dat is toch wat anders
dan een Amsterdamse katho
liek!), Jozef Alberdingk
Thijm (1820-1889), vader van
Lodewijk van Deijssel, heeft
met zijn 'Portretten van Joost
van den Vondel' (1876 en 1908)
niet alleen de aandacht van
zijn katholieke lezersvolk ge
trokken. Ook al werden die
Portretten in eerste instantie
gepubliceerd in katholieke
tijdschriften en in het dag
blad 'De Tijd', Thijm was in
zijn tijd toch niet de man die
Vondels roomse boedel opeis
te.
Alberdingk Thijm is een
romantische verteller, gefas
cineerd door het Amsterdam
van de gouden eeuw. Zijn
Portretten zijn eigenlijk af
zonderlijke schilderijtjes van
Hollandse binnenhuisjes en
het is natuurlijk geen toeval
dat de lezer bij ieder bezoek
aan al die grachtenhuisjes de
dichter Joost van den Vondel
tegen het lijf loopt.
Maria Viola, die voor de
Nederlandsche Bibliotheek
een bloemlezing uit het pro
zawerk van Alberdingk
Thijm samenstelde, noemt
hem 'een historisch verteller,
een genre-artist: man van
binnenkamermooi en ge
moedsvolle eruditie. Thijms
mensen bewegen zich meestal
in de schilderachtige en ka
raktervolle omgeving van een
oud-Amsterdamse buurt.
Van die buurt weet de vertel
ler alle bijzonderheden'.
Maria Viola plaatst Potgie
ter naast Alberdingk Thijm
als de typerende vertegen
woordigers van de roman-
tieke beweging der vorige
eeuw en zij bespeurt in hun
werk een sfeer van heimwee
naar en bewondering voor het
nationale verleden. Potgieter
noemt zij groter dan Thijm.
Viola heeft ook en terecht
kritiek op Thijms Vondelpor
tretten. De Joost van den
Vondel zoals Thijm die be
schrijft mist de intellectuele
passie. Ook de roomse dichter
en politieke voorman Herman
Schaepman schreef dat hij
iets miste in de mannentypen
van Thijm. Geestig stipt hij
aan, „dat het zelfs voor de
schoonheid en de heiigheid
hier op aarde zeer dienstig is,
alle organen te bezitten en
alle organen goed".
De 'Portretten van Joost van
den Vondel' zijn evenals de
De wereld alleen nog een ik
ilaatje
en film zonder geluid
lijdend verkeer
trelende wind op mijn huid.
m
zo
iechts helden bereiken mijn
iren
ui
Jozef Alberdingk
op een portret uit 1892
andere werken van
J )e leerlingen van groep 8 van
i le Zonzeelschool in Terheij-
Wanneer en waar bent u
jeboren?
Sinterklaas: „Ik ben zo'n
100 jaar geleden geboren. Dat
0S in het jaar 270. Mijn ge
boortedorp is Petara in Tur-
dje. Ik kom dus eigenlijk niet
lit Spanje, zoals jullie den
ten, maar vroeger waren de
jrenzen heel anders."
Wanneer en waar bent u
jestorven?
„Ik ben gestorven in Myra,
k was tot mijn dood bisschop
van die stad. Maar in de elfde
dingk Thijm in 1908 opni ,gUW jag ik daar niet meer zo
uitgegeven onder
van de Vondelkenner
r«! ustig, want er werd oorlog
,r i revoerd. Daarom maakten
Sterck, die in zijn inlei «lieden mijn graf open en
ook iets vertelt over def -
ties van anderen op
Vondelboek. De Gids lij
volstrekt onbesproken
irachten ze mij naar Bari in
luid-Italië. In Myra kun je og
steeds mijn opengebroken
jraf zien In Bari staat nu een
genoten Potgieter en Bi „.0te kerk op mijn graf. Ik
Huet toonden zich zeer: 0p g december gestorven
"pin heiligen vieren hun sterf-
lag. In Nederland, voor zover
nomen met het boek,
kon Busken Huet het
niet laten om even te sp k weet, al sinds 1360.
nu geen Vond
Waarom geeft u op 6 de-
.maaropwijwatei ,ember altijd kadootjes?
r Alberdingk 1 Ik heb altijd veel van
„Dit is
sterk-
Voor AlberdingK jk heb altijd veel van kin-
was het jaar 1876 een sii [eren gehouden en ik heb ze
jaar. Niet alleen vers reei geschonken in Turkije,
zijn Vondelboek, maai k kan er wel een verhaal
werd ook benoemd tot pj iver vertellen. In Petara st<
verlies van dierbaren
di
ge
da
he
ha
m
de
be
na
kl
Ni
gc
ne
P«
G
m
w
w
da
ui
ge
zv
te
bE
zv
ge
voonde een arme koopman,
lij had geen cent, maar wel
D—mm volgde de EES. (Europ— Econo.
schap) De Benelux-Is
•ww/u/.w öirrenwA -/•tolih Slóten y> evw
I iVeet-DuitsJmnd en /te/ié. Afspraken over
teelt, handel en industrie werden in overt
sor aan de Academie
Beeldende Kunsten in
sterdam. Hij redigeerde
tijdschriften, bestuurd
uitgeverij Van Langen
sen, die overigens pa
peerde in de uitgave
Thijms werken, en hij
mee aan de Katholieke
stratie en De Tijd. Die
jubelde op 14 augustus
„Dit werk is de vruct:
een geheel mensenleven
alles aan besteed"
De 'Portretten van
van den Vondel' best
een reeks episodes uit l
ven van de Amsten
dichter,:.die in het
leven ook een welgeste
dekoopman was. Aan die
stand kwam een einde
hij de speel- en brasschi
van zijn zoon Joost
vereffenen. Zo moest dei
ter in zijn laatste levens
nog een baantje bij de
van lening accepteren
beschrijft die episodes
leven van Vondel alsof
zelf getuige van is gewen
In twintig portretter
schrijft Thijm de vi
schappen met de kathi
intellectuelen van Ar
dam, zijn bekering, hel
driet om zoon Joost enci 18 6611 stukje uit 'Van 0 tot
dachten de
Europeanen.
En dat zou niet
alleen voor
de welvaart,
maar ook voor
de politieke
eenheid van
Europa moe
ten gelden.
Misschien zou
Europa nog
weeens één
staat kunnen
worden...
een Verenigd-
Europa T
Wie weet worden
we ooit nog eens
één land!
»antal leerlingen van de Jacintl
'Ske en Wiske„D>
contact met zijn beschei lijstje hadden staan. Ook oudi
ren, zijn zakenreizen, Bj® vinden het een grappigé én
verhouding met mooie f 'P- Meino van Dijk: „De hele t
gaafde vrouwen (wat v !®chiedenis in vier delen, dat k
Vondel voor Tesselsdi 'Jk alleen als je grote stappen nee
en de pogingen om bij df Toch geven deze boeken een
gemeester van Amsts Bverzicht en omdat het zo grapj
nog iets gedaan te to wort"i onthou je het goed. Het 1
voor zijn kleinzoon, 4
een schoenmaker werkk
verhaal over het bezi
de zoon en dat over de
hartige afwijzing vand
en oud geworden dichte:
de burgemeester van A«
dam, zijn de twee meest
roerende verhalen in
Vondeliaanse Portrettei
rij
Wie die Portretten
wordt wel eens kriei
het gebrek aan feit
in dit boek Er is soms
merkelijk teveel aan
tische verbeelding in dij
Die benadering vi
wel de grote kennis
ken van de schrijver,
niet van de fij
waarmee Thijm de
lijke Vondel in beeld
De dichter zoals wij
nen uit het werk van
ste biograaf,
Brandt en die, 'alle
roem ten spijt 'van
ten werd afgescheept'.
Jozef Alberdingk
van grote betekenis
voor 'het herontwaken1
katholieke cultuur',
waarde van zijn Vont
wordt toch zeker ni((
'het wijwater' bepaald'
en zijn latere navolg'
Molkenboer hebben
van Joost van den Vc
hun eigen, verhalen!
bezongen.
unbont
}RTGL ALLZs}
DROHGtf
/öBALehf.