De scharreltjes van de schrijver eschieder FEITEN-FETISJIST HANS VISSER SCHREEF VESTDUK-BIOGRAFIE Van kunst tot erger De rancunes van een wonderkind Geen wijwater in Thijoi kalkman portretten van Vondel verschenen b! DE STEM BOEKENGIDS ZATERDAG 5 DECEMBER 1987 Leeuwarden Pijnlijk Omgeving NOVELLE 'TOONKUNST' LOUIS FERRON GARY KASPAROV SCHREEF AUTOBIOGRAFIE Verteller Reacties 1 STEM GIDS 3 ZA m)e schooltas J Jen maakten gisteren een in terview met Sinterklaas en ze tuurden het in voor De ichooltas. Fff JE2GLF G2 Door Henk Egbers 'SIMON de tovenaar' noemde Theun de Vries Simon Vest dijk bij zijn zeventigste verjaardag. Zestien jaar na de dood van deze befaamde Nederlandse auteur deed niet Theun de Vries maar een chemicus yit Maassluis, dr. ir. Hans Visser, een boekje (719 pagina's) open voor Vestdijk, een schrijversleven' voor enige deining zorgt, met name via de acties door de vrouw met wie hij op het eind van zijn le ven vijf jaar getrouwd was. Mieke Vestdijk-van der Hoe ven vindt het boek een prul, dat de werkelijkheid geweld aan doet. Hans Visser heeft er een soort levenswerk van gemaakt De rel lijkt voor een buiten staander te berusten op arro gantie (Mieke) en naïviteit (Hans). Toen begin dit jaar de uitgever Kwadraat een door voorpublicatie - Simon Vest dijk, kinderjaren - uitgaf heb ben we gezegd dat het ging om een gedenkteken en niet om een monument. Als auteur mag Vestdijk zijn monument hebben (zeker na dat jarenlange pogingen om hem de Nobelprijs te laten krij gen mislukten). Het merk waardige feit doet zich voor dat er nog steeds geen goed literair standaardwerk over Vestdijk geschreven is. Visser bijt in ze kere zin de spits af, levert op zijn minst materiaal aan iemand die wèl dat literaire document/monument over Vestdijk kan/wil schrijven. Typisch is dat Visser, die van professie 'ontleedkundige' is, niet in staat blijkt (en ook die pretentie niet heeft) om Vest- dijks leven en werk te analyse ren. Hij is een verzamelaar van feiten, zoals iemand anders postzegels verzamelt Je kunt hem verwijten dat zijn boek, dat nu voor ons ligt, voor een belangrijk deel bestaat uit cita ten van anderen, feit is dat hij een schat aan gegevens over Vestdijk verzameld op een rijtje gezet heeft. Voor iemand, die het interes sant vindt om méér te weten over een schrijver die hij graag leest of bewondert is dit toch nog een heel lezenswaardig boek, ook al als de stijl van Vis ser niet zo goed en allerminst boeiend. De simpele lezer zal mogelijk ook niet in de gaten hebben dat de chemicus nogal naïef/goedgelovig/onkritisch met zijn informanten is omge sprongen, zodat de vloeistof waaruit dit geschrift bestaat voor ingewijden zeer 'kritisch' is. Dat het boek in het voorma lige buitenverblijf van de Utrechtse bisschoppen in Rij- senburg ten doop werd gehou den - de rk-kerk keerde zich tegen de inhoud van Vestdijks boeken - is een bijkomende pi kanterie. Feiten. Visser had een uitvoe rige documentatie over Vest dijk opgebouwd. Daarmee wilde hij een biografie over de beroemde auteur, die op de zelfde middelbare school als hij in Leeuwarden zat, schrijven. Bewondering en nostalgie lij ken de drijfveren. 'Iedereen' zei tegen hem: joh dat moet jij niet doen, want dat is een vak dat jij niet beheerst. Maar Geert- jan Lubberhuizen, indertijd di recteur van uitgeverij De Be zige Bij, die wel wat zag in zo'n boek vroeg Anne Wadman om Visser erbij terzijde te staan. Een begeleidingscommissie, bestaande uit Lubberhuizen, Gerrit Borgers, Jean Briill en Mieke Vestdijk-Verhoeven, hield de vinger aan de pols. Het proefhoofdstuk werd door Mieke naar de prullebak ver wezen. Bij haar - het kan niet anders - was er sprake van een vermenging van rationele- en emotionele argumenten. Zij stopte daama alle bronnen af, die binnen haar bereik lagen, maar Hans Visser ging door. Het feit dat Mieke daarna on der meer via Henk van der Meyden haar zegje over deze zaak publikabel maakte, geeft ook te denken. hem, misschien was hij tot een potentie als in de roman niet eens in staat"wat moet je met deze 'wetenschap' in rela tie met het boek als literair produkt? Het uitgangspunt van Visser was echter fout. In 1973 begon Simon en Mieke Vestdijk hij als een detective, na het le zen van Vestdijks boeken, te speuren naar de autobiografi sche aspecten in zijn werk. Vis ser zelf Fries (Leeuwarden, 1936) herkende er zaken en mensen in uit zijn eigen omge ving. Dat is leuk! En Visser be gon de boeken van Vestdijk te bekijken als corpora delicti in plaats van literaire werken. Een auteur gebruikt vaak gegevens uit zijn eigen leven en omgeving, maar maakt daar li terair een nieuwe wereld mee. Het gaat dan om een andere-, een nieuwe werkelijkheid. Het materiaal (gegevens uit eigen leven e.d.) doet dan niet meer terzake. Door zijn speurwerk verlaagt Visser de boeken van Vestdijk tot replica's van de werkelijkheid. Het is literair gezien bijvoorbeeld niet van belang dat Ina Damman Lies Koning, een Harlingse jeugd liefde, is. Visser mag Vestdijks leven te boek stellen, als dat in teressant mocht zijn (wat we betwijfelen), maar hij moet zijn leven niet afleiden uit zijn boe ken. Die zijn een afzonderlijk fenomeen. Het 'grappige' is dat je in deze biografie terzake citaten van Vestdijk terugvindt die dit pro bleem aansnijden. „Vestdijk vertelt dat 'De koperen tuin' nauwelijks autobiografische elementen heeft. Op Gregoors verbaasde 'Ik dacht dat nu juist in dit boek veel autobiografi sche bijzonderheden verwerkt waren', antwoordt Vestdijk: „Zo moet het ook". Visser haakt in op het speurwerk dat Vest dijks vriend Nol Gregoor deed naar Vestdijks jeugdjaren, met name via de Anton Wachterro mans. Maar dat lijkt meer ge baseerd op nostalgie en niet op het zoeken naar gelijkenissen. Wanneer in een roman wer kelijkheid en fictie te dicht bij elkaar komen is er meestal iets anders aan de hand dan litera tuur. Van 'De schandalen' moet Jeanne van Schaik gezegd heb ben dat deze roman nooit gepu bliceerd had mogen worden. Bij Claus heb je bijvoorbeeld zoiets gehad met 'Het jaar van de Kreeft'. Het woord 'sleutel roman' is dan een vlag die de lading dekt. Bij het boek van Hans Visser kreeg ik aanvankelijk het ge- - foto archief de stem voel mede-voyeur te worden ten aanzien van Vestdijk als een soort 'vrouwengek'. Al zijn scharreltjes e.d. worden als se rieuze (wan)daden opgediend en toegeschreven naar zijn boeken toe. Wahrheit und Dichtung lijken soms niet ver uit elkaar te liggen. Bovendien is het meestal hoogst oninteres sant. Maar als je reliquien zoekt van iemand die je be wondert, vereert of verguist is geen ding te gek. Visser wordt dan soms een soort feiten-fetis- jist. Anderzijds staan er ook hele interessante stukken in het boek; bijvoorbeeld de ma nier waarop Vestdijk de oorlog is doorgekomen; hoe hij zich wist te bevrijden uit St. Mi chielsgestel. Ook zet Hans Visser zijn werk op een rij (bijna honderd boeken etc.) met hun onstaans- context. Dat is heel instructief en vaak interessant om te we ten. Maar als je dan in relatie met 'De koperen tuin' weer in gefluisterd krijgt: „Vellinga heette in Leeuwarden Epkema. Vestdijk had hem één keer zien voetballen. Maar op het gebied van vrouwen weet ik niets van Het is verder, los van wie wat denkt, ook een pijnlijk boek. Het depressieve leven van Vestdijk, vanaf zijn Harlingse jeugd tot op zijn sterfbed, de vrouwen die hij daarin mee sleepte en zijn werkwoede die mogelijk daarmee in verband staat, karakteriseren hem als een ongelukkig mens. Tot in de meest persoonlijke details ('Ik heb groot nieuws voor je, Nol, ik ben voor het eerst sinds ja ren weer met Ans naar bed ge weest', alsof hij wilde zeggen: 'Ik kan het nog'). De dertigjarige relatie van Vestdijk met Ans Koster die hij als huishoudster bleef behan delen wordt bijvoorbeeld aan geen enkele analyse onderwor pen in het boek. De merkwaar dige verhouding krijgt ook geen beschrijving die dat over bodig zou maken. Dat Visser tenslotte Mieke, die hem de voet dwars zette, uitbeeldt als een vrouw die Vestdijk als het ware de dood ingewenst heeft (ontstaan van reële spannings verschijnselen) mag verklaar baar zijn, maar lijkt op zijn zachts gezegd tamelijk eenzij dig. Het is zeker geen boek om in de prullebak te gooien. Hans Visser lijkt nogal wat voor werk gedaan te hebben voor iemand die kritischer is, beter kan analyseren, inzicht in de literatuur heeft en beter kan schrijven. Wie schrijft nu dan de échte biografie en waarom is dt nog niet gebeurd? Waarschijnlijk zal ook daaruit geen Vestdijk komen die er als mens anders uitziet dan in dit boek, maar hopenlijk krijgt hij wel een be tere context en wordt zijn lite raire werk losgekoppeld van de feiten als feiten zoals nu is ge beurd. Hans Visser: 'Simon Vestdijk, een schrijversleven'. Uitg. Kwadraat, prijs 72,50 (paper back) en 92,50 (gebonden). Door Henk Egbers LOUIS Ferron schijnt één van die schrijvers die ver oordeeld lijken tot een vaste thematiek. Zoals bekend varieert hij voortdurend op het Duitse Rijk, gevoed door de Wagneriaanse aanloop periode of met de nazisti sche konsekwenties ervan. In zijn jongste novelle 'Toonkunst' combineert hij een typisch sociaal gegeven met die van kunst en poli tiek toch weer op een ma nier die mij overtuigt: een hele mooie triestheid. Méér dan een variant. Een vrouw vertelt 'entweder, oder' haar levensverhaal. Dat men haar verwekt heeft, noemt zij een brutaliteit; dat ze groot gebracht is een misdrijf en dat ze opgroeide in een arbeiders- buurt ervoer ze enkel als een opgave om uit deze sociale con text te komen Het alibi heet 'kunst'. Haar kunstbegrip is een ab solutistische en dat past goed binnen de omstandigheden waarin ze terecht komt. „Het leven is een tragedie. Waarom zou men dan niet aan het zin gen slaan?", zegt ze. Of 'De we reld is een komedie; zij zijn aan de ondergang gewijd', met in haar achterhoofd Bayreuth, waarheen op dit moment 'ent weder, oder' nog steeds talrijke mensen pelgrimeren en de oor log vergeten. Wat zou zij dan! Johan Hees ters heeft het handiger ge speeld dan zij, die na de oorlog één van de nazi-figuren naar een politieke carrière onder Adenauer toe wist te praten. „Ik had maling aan de politiek omdat ik voor de schoonheid gekozen had. De politiek heeft mij gezocht, mij met haar sme rige klauwen bezoedeld". Ze is geboren uit een huwe lijk van een spoorman - zanger in het parochiële kerkkoor - en een dienstmeisje voor betere standen; een verschrikkelijke relatie, gebaseerd op reli gieus/burgerlijke verplichtin gen. „Ik haat het oratorium. Ik haat Bach. De muziek is zichzef religie genoeg"... De titelrol Norma in de opera van Bellini wordt haar levensvervulling. Het was deze opera die op Wagner een grote indruk maakte. Het was Maria Callas die dit werk weer liet opwaar deren de laatste tijd. „Mijn leven heeft zijn zin ontleend aan de vaste overtui ging dat ik de grootste Norma aller tijden was". Maar als ze, oud geworden, Maria Callas die rol hoort zingen, 'stierf' ze en gaf het zingen op om te ontdek ken: „Gelukkig ben ik pas ge worden toen ik niet meer zong.Ik heb de muziek ge haat. Vanaf mijn eerste lessen bij mevrouw Noordewier heb ik de muziek gehaat. Al heb ik dat pas later begrepen. Ik heb leren inzien dat mijn keuze voor de muziek, mijn keuze voor een wereld die mevrouw Noordewier voor me geopend heeft, een valse is geweest. Omdat het mijn vlucht was uit de bomenbuurt" (de arbeiders buurt van haar jeugd). „Het grootste misdrijf heb ik zelf ge pleegd. Ik heb het leven ver- Louis Ferron - foto bezige bij acht en was daarom minder dan de soubrettes waar ik al tijd op heb neergekeken" Ferron voert in zijn boeken doorgaans mensen op, die ge dreven worden door een vals idealisme dat gevoed werd door een jeugd vol gefrustreerde trauma's; mensen die zichzelf daarboven uittillen tot een Wagneriaanse dramatiek, waanzin of fascisme. Ze heb ben vaak niet in de gaten dat ze zichzelf en mensen die met hen verbonden zijn tekort doen. Het is al te gemakkelijk om te zeggen dat berouw na de zonde komt (een typische mo ralistische uitdrukking die voorbijgaat aan de mens en zijn omstandigheden zelf). Ook deze vrouw ontmoet in haar le ven een man, die niets van kunst weet, maar haar warmte schenkt (hij wordt 'ausradiert' aan het Oostfront). Ze krijgt een zoon, die ze niet kan combi neren met haar artistieke le ven. De laatste zin van het boek luidt: „Denkt u dat mijn zoon me om dit verworven inzicht zou vergeven?" Louis Ferron heeft met deze novelle indringend een be paalde tendens uit enkele van zijn andere romans psycholo gisch uitgediept. Voor kunst als alibi zijn talrijke andere disci plines in te vullen. Louis Ferron: Toonkunst'. Uitg. De Bezige Bij, prijs ƒ24,50. Henriette Bonarius: 'De politieke lijn'. Uitg. Veen, prijs ƒ27,90. Vijftien Neder landse politieke tekenaars ver tellen wat hen inspireert. Me ningen en tekeningen van o.a. Fritz Behrendt, Peter van Straaten, Jos Collignon, Frits Müller, Opland, Theo Gootjes, Jo Nesbitt en Stefan Verwey. Harry F. Saint: 'Herinnerin gen van een onzichtbare man'. Uitg. A.W. Bruna, prijs 32,50. man wordt per ongeluk on zichtbaar en is dan in staat bij de meest geheime bijeenkom sten te zijn zonder gezien te worden. Tenslotte maakt de overheid jacht op hem. Francesco Alberoni: "Ero tiek'. Uitg. Balans, prijs 27,50. Italiaanse socioloog ontvouwt 'wetenschappelijke' visie op erotiek. Waarom zijn mannen gek op 'Playboy' en houden vrouwen het op romantische boekjes? Raymond Smullyan: 'Bespot de spotvogel'. Uitg. De Haan, prijs 39,90. Puzzles waarin lo gica en wiskunde een belang rijke rol spelen. ■Fred J. Lammers: "Beatrix, 50 boeiende momenten uit haar leven'. Uitg. Perspec tief, prijs 18,50. Uwe Timm: 'De Slangen boom'. Uitg. Amber, prijs 34,50. De invloed van de wes terse technologie op de samen levingen in de derde wereld is het thema. Een Duitse inge nieur bouwt een papierfabriek in Zuid-Amerika en wordt ge confronteerd met de harde hand van de militairen. Door Peter Schouten ONZE boekhandel is in de ban geraakt van 'Glasnost'. Zo blijkt 'Perestrojka' van de Russische partijleider een bestseller. Ook de jeug dige schaak-wereldkam pioen Gary Kasparov pro beert in het kielzog van zijn steun en toeverlaat Gor- batsjov een graantje mee te pikken. Jammer voor het tweetal, dat de dollar het al maanden lang zo verschrik kelijk slecht doet. Kasparov publiceerde aan de vooravond van zijn nu nog lo pende match om het wereld kampioenschap schaken in Se- villa tegen Karpov gelijktijdig in het Engels, het Duits, het Frans, het Spaans en het Ne derlands zijn buitengewoon openhartige autobiografie. Zó openhartig, dat er voorlopig wel niets zal komen van een Russische editie. De dooi mag dan zijn ingegaan in Moskou, het hoeft er niet meteen sub tropisch te worden. De autobiografie van de jongste wereldkampioen aller tijden, in het Nederlands 'Hoog spel' gedoopt, is vanzelfspre kend het relaas van een won derkind geworden, een echte successtory. Redenen te over, veronderstelde ik in mijn arge loosheid toen ik het boek ter hand nam, voor jolijt en jok- kernij. Ik kwam bedrogen uit. Het nog betrekkelijk korte levensverhaal van het Azer- bajdzjaanse schaakwonder uit Bakoe is een aaneenschakeling van driehonderd bladzijden polemisch proza. Kasparov heeft zijn pen in de gal gedoopt. Hij mag er dan in geslaagd zijn de hoogste troon van Caïssa te bestijgen, we moeten goed we ten dat de jonge Gary dat alle maal enkel en alleen heeft te danken aan zijn eigen geniali teit, durf en doorzettingsver mogen. Want niemand, stelt hij vele malen rancuneus vast, gunde hem het succes. De gehele schaakwereld spande tegen hem samen. Vooral zijn voor ganger en huidige uitdager Anatoly Karpov is het geweest, als we de schrijver Kasparov moeten geloven, die een we reldwijd complot tegen hem heeft gesmeed. In eendrachtige samenwerking met peetvader Campomanes van de schaak maffia, de KGB en de Sovjet- aparatsjiks. Het is de hoge Russische official Krogius zelf, die Kasparov toevoegt: „We hebben al een wereldkampioen en we hebben geen enkele be hoefte aan een nieuwe". Met beschuldigingen is Gary Kasparov driehonderd bladzij den lang buitengewoon royaal, met bewijzen is hij minder kwistig. Hij 'ontmaskert' zijn secondant Vladimirov als een verrader, een overloper naar het Karpov-kamp. Wanneer Kasparov in zijn eerste match om de wereldtitel driemaal achtereen van Karpov verliest, komt dat omdat Vladimirov Gary Kasparov: kind van glasnost.- fotoanp zijn openings-analyses en par tij-strategieën aan het vijan dige kamp heeft doorgespeeld. De schrijver geeft toe dat hij voor die beschuldiging geen substantiële bewijzen heeft. Maar het kan volgens hem niet anders gegaan zijn. „Hoe ver klaar je anders drie nederlagen op rij?" schrijft hij over de spion Vladimirov. Op zeker moment is het de Karpov-kliek bijna gelukt om de aanstormende wereldkam pioen Kasparov 'kaltgestellt' te krijgen. Nadat Campomanes de eerste match tussen hem en Karpov heeft onderbroken, geeft hij een interview aan Der Spiegel. Daarin fulmineert hij tegen Campomanes, Karpov en de Russische schaakbond zó heftig, dat de officials hun kans schoon zien. Ze leggen hem een speelverbod op. En afreizen naar het buitenland kan hij ook wel vergeten. Ten einde raad doet de jonge grootmees ter een beroep op Alexander Jakovlev, een van de nieuwe volgelingen van Gorbatsjov en lid van het Politbureau. Jako vlev komt tussenbeide en zorgt er hoogstpersoonlijk voor dat er toch een vervolg komt op de cyclus om de wereldtitel scha ken. In deze en nog vele andere passages van het boek profi leert Kasparov zich als een 'kind van glasnost en pere strojka', een ambassadeur van het nieuwe Rusland van Gor batsjov, terwijl we wat hem betreft Karpov mogen be schouwen als een vertegen woordiger van de oude Brezn- jev-doctrine. Handig bedacht. Maar is dat ook echt allemaal waar? Daarmee zijn we meteen ook beland bij de geloofwaardig heid van de auteur. Groot meester Hans Ree ventileerde in de NRC daarover ook al zijn twijfels. Volgens hem zou het boek niet door de jonge wereld kampioen zelf zijn geschreven, maar door Donald Trelford, de hoofdredacteur van The Ob server. Volgens Ree komen er in het boek té veel passages voor die duidelijk door een niet-schaker zijn geschreven. Zelf geschreven of niet, de 'verteller' Kasparov komt in zijn boek niet bepaald over als een sympathieke bescheiden jongeman. Hij geeft hoog op van zijn eigen intellect, koket teert voortdurend met zijn kennis van de klassieken, Sha kespeare en moderne westerse schrijvers en filosofen en be weert en passant nog dat hij ook best componist van het ni veau Mozart had kunnen zijn of als wiskundige voor een No belprijs in aanmerking had kunnen komen. Niettemin is 'Hoog spel' (een titel met een sportieve én een politieke lading) een spannend jongensboek geworden. Een ongemeen boeiend boek, dat een verrassend inzicht biedt in de machinaties van de Russi sche en internationale schaak wereld. Ook al moet men be reid zijn daarvan zeker de helft met een korrel zout te nemen. Gary Kasparov: 'Hoog spel'. Autobiografie. Vertaling drs. Evert W. van der Poll Uitg. Het Spectrum, prijs 34,90 Door Gerard van Herpen WAT jammer nou toch dat het als strijdig met de journalistieke gedragscode wordt ervaren om in de krant met je eigen colle ga's op de vuist te gaan. In 1979, driehonderd jaar na de dood van Joost van den Vondel, constateerde col lega Henk Egbers dat Vondel een groot deel van zijn populariteit te danken heeft aan de rooms-katho- lieke scribenten Alber- dingk Thijm en Molken- boer. Als het gaat om de voorzie ning van het rooms-katho- lieke leesvolk, zou die stelling wel een grond van waarheid kunnen hebben, maar natio nale roem verwierf Vondel toch door literaire grootheden van niet-katholieke signa tuur. Jacob van Lennep en Albert Verweij, om maar een paar grote namen te noemen, hebben Vondels werk verza meld, ingeleid en beschreven. Voor de uitgave van zijn Ver zamelde Dichtwerken in no vember 1986, kozen de uitge vers voor het werk van Al- bert Verweij, waarmee in 1937 Vondel's 350-ste geboor tedag is herdacht. Het is zeker waar dat de rooms-katholieke Vondelaars zich niet onbetuigd hebben gelaten (Asselbergs mocht in Vondel hoogleraren), maar de grootheid van Joost van den Vondel als dichter en toneel schrijver is toch in enthou siaste eenstemmigheid door rooms en niet-rooms bezon gen. Bij alle gelijkgezindheid onderscheiden de roomse Vondeluitgaven zich alleen van de andere door een iets triomfantelijker toon en door een bezittersdrift, die van de bekeerling Vondel meer een apologetisch dan een cultu reel goed wilde maken. De katholieke Amsterdam mer (dat is toch wat anders dan een Amsterdamse katho liek!), Jozef Alberdingk Thijm (1820-1889), vader van Lodewijk van Deijssel, heeft met zijn 'Portretten van Joost van den Vondel' (1876 en 1908) niet alleen de aandacht van zijn katholieke lezersvolk ge trokken. Ook al werden die Portretten in eerste instantie gepubliceerd in katholieke tijdschriften en in het dag blad 'De Tijd', Thijm was in zijn tijd toch niet de man die Vondels roomse boedel opeis te. Alberdingk Thijm is een romantische verteller, gefas cineerd door het Amsterdam van de gouden eeuw. Zijn Portretten zijn eigenlijk af zonderlijke schilderijtjes van Hollandse binnenhuisjes en het is natuurlijk geen toeval dat de lezer bij ieder bezoek aan al die grachtenhuisjes de dichter Joost van den Vondel tegen het lijf loopt. Maria Viola, die voor de Nederlandsche Bibliotheek een bloemlezing uit het pro zawerk van Alberdingk Thijm samenstelde, noemt hem 'een historisch verteller, een genre-artist: man van binnenkamermooi en ge moedsvolle eruditie. Thijms mensen bewegen zich meestal in de schilderachtige en ka raktervolle omgeving van een oud-Amsterdamse buurt. Van die buurt weet de vertel ler alle bijzonderheden'. Maria Viola plaatst Potgie ter naast Alberdingk Thijm als de typerende vertegen woordigers van de roman- tieke beweging der vorige eeuw en zij bespeurt in hun werk een sfeer van heimwee naar en bewondering voor het nationale verleden. Potgieter noemt zij groter dan Thijm. Viola heeft ook en terecht kritiek op Thijms Vondelpor tretten. De Joost van den Vondel zoals Thijm die be schrijft mist de intellectuele passie. Ook de roomse dichter en politieke voorman Herman Schaepman schreef dat hij iets miste in de mannentypen van Thijm. Geestig stipt hij aan, „dat het zelfs voor de schoonheid en de heiigheid hier op aarde zeer dienstig is, alle organen te bezitten en alle organen goed". De 'Portretten van Joost van den Vondel' zijn evenals de De wereld alleen nog een ik ilaatje en film zonder geluid lijdend verkeer trelende wind op mijn huid. m zo iechts helden bereiken mijn iren ui Jozef Alberdingk op een portret uit 1892 andere werken van J )e leerlingen van groep 8 van i le Zonzeelschool in Terheij- Wanneer en waar bent u jeboren? Sinterklaas: „Ik ben zo'n 100 jaar geleden geboren. Dat 0S in het jaar 270. Mijn ge boortedorp is Petara in Tur- dje. Ik kom dus eigenlijk niet lit Spanje, zoals jullie den ten, maar vroeger waren de jrenzen heel anders." Wanneer en waar bent u jestorven? „Ik ben gestorven in Myra, k was tot mijn dood bisschop van die stad. Maar in de elfde dingk Thijm in 1908 opni ,gUW jag ik daar niet meer zo uitgegeven onder van de Vondelkenner r«! ustig, want er werd oorlog ,r i revoerd. Daarom maakten Sterck, die in zijn inlei «lieden mijn graf open en ook iets vertelt over def - ties van anderen op Vondelboek. De Gids lij volstrekt onbesproken irachten ze mij naar Bari in luid-Italië. In Myra kun je og steeds mijn opengebroken jraf zien In Bari staat nu een genoten Potgieter en Bi „.0te kerk op mijn graf. Ik Huet toonden zich zeer: 0p g december gestorven "pin heiligen vieren hun sterf- lag. In Nederland, voor zover nomen met het boek, kon Busken Huet het niet laten om even te sp k weet, al sinds 1360. nu geen Vond Waarom geeft u op 6 de- .maaropwijwatei ,ember altijd kadootjes? r Alberdingk 1 Ik heb altijd veel van „Dit is sterk- Voor AlberdingK jk heb altijd veel van kin- was het jaar 1876 een sii [eren gehouden en ik heb ze jaar. Niet alleen vers reei geschonken in Turkije, zijn Vondelboek, maai k kan er wel een verhaal werd ook benoemd tot pj iver vertellen. In Petara st< verlies van dierbaren di ge da he ha m de be na kl Ni gc ne P« G m w w da ui ge zv te bE zv ge voonde een arme koopman, lij had geen cent, maar wel D—mm volgde de EES. (Europ— Econo. schap) De Benelux-Is •ww/u/.w öirrenwA -/•tolih Slóten y> evw I iVeet-DuitsJmnd en /te/ié. Afspraken over teelt, handel en industrie werden in overt sor aan de Academie Beeldende Kunsten in sterdam. Hij redigeerde tijdschriften, bestuurd uitgeverij Van Langen sen, die overigens pa peerde in de uitgave Thijms werken, en hij mee aan de Katholieke stratie en De Tijd. Die jubelde op 14 augustus „Dit werk is de vruct: een geheel mensenleven alles aan besteed" De 'Portretten van van den Vondel' best een reeks episodes uit l ven van de Amsten dichter,:.die in het leven ook een welgeste dekoopman was. Aan die stand kwam een einde hij de speel- en brasschi van zijn zoon Joost vereffenen. Zo moest dei ter in zijn laatste levens nog een baantje bij de van lening accepteren beschrijft die episodes leven van Vondel alsof zelf getuige van is gewen In twintig portretter schrijft Thijm de vi schappen met de kathi intellectuelen van Ar dam, zijn bekering, hel driet om zoon Joost enci 18 6611 stukje uit 'Van 0 tot dachten de Europeanen. En dat zou niet alleen voor de welvaart, maar ook voor de politieke eenheid van Europa moe ten gelden. Misschien zou Europa nog weeens één staat kunnen worden... een Verenigd- Europa T Wie weet worden we ooit nog eens één land! »antal leerlingen van de Jacintl 'Ske en Wiske„D> contact met zijn beschei lijstje hadden staan. Ook oudi ren, zijn zakenreizen, Bj® vinden het een grappigé én verhouding met mooie f 'P- Meino van Dijk: „De hele t gaafde vrouwen (wat v !®chiedenis in vier delen, dat k Vondel voor Tesselsdi 'Jk alleen als je grote stappen nee en de pogingen om bij df Toch geven deze boeken een gemeester van Amsts Bverzicht en omdat het zo grapj nog iets gedaan te to wort"i onthou je het goed. Het 1 voor zijn kleinzoon, 4 een schoenmaker werkk verhaal over het bezi de zoon en dat over de hartige afwijzing vand en oud geworden dichte: de burgemeester van A« dam, zijn de twee meest roerende verhalen in Vondeliaanse Portrettei rij Wie die Portretten wordt wel eens kriei het gebrek aan feit in dit boek Er is soms merkelijk teveel aan tische verbeelding in dij Die benadering vi wel de grote kennis ken van de schrijver, niet van de fij waarmee Thijm de lijke Vondel in beeld De dichter zoals wij nen uit het werk van ste biograaf, Brandt en die, 'alle roem ten spijt 'van ten werd afgescheept'. Jozef Alberdingk van grote betekenis voor 'het herontwaken1 katholieke cultuur', waarde van zijn Vont wordt toch zeker ni(( 'het wijwater' bepaald' en zijn latere navolg' Molkenboer hebben van Joost van den Vc hun eigen, verhalen! bezongen. unbont }RTGL ALLZs} DROHGtf /öBALehf.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1987 | | pagina 30