Volwassenen kunnen er jaloers op zijn
Liz Hodgekinson: Verbeter
de wereld, leef celibatair
Belle van Zuylen
en de opvoeding
In het
museum
De schoo
Hans W. Bakx dient
't Hart van repliek
OVERVLOED AAN FRAAIE KINDERBOEKEN VOOR SINTERKLAAS
Zielige fot
het niet zo
David Leavitt
J. Bernlef:
drie in een
Domineeszoon in Zaandan
DE STEM BOEKENGIDS ZATERDAG 28 NOVEMBER 1987
STEM GIDS 3
De Beugel
Verhalen als
versnaperingen
Fraude, delici
van deze tijd
)uske en Wiske:
VERSCHENEN
lambone
G2
Door Muriel Boll
In deze tijd van het jaar is het aanbod van kinderboeken
enorm groot; ik koos er een paar die uitstekend passen in
peuter- en kleuter schoenen en als Sint zit je goed met een
boek. Het geld is welbesteed; een boek voor volwassenen
kost al gauw vijfentwintig gulden, voor dat bedrag zijn
de beste kinderboeken te koop, die veel mooier zijn uitge
voerd dan boeken voor volwassenen. Een stevige band,
gedrukt op goed papier en in de prachtigste kleuren met
een omslag die met zorg is ontworpen. Bovendien lezen
kinderen graag vaak hetzelfde boek als het eenmaal be
vat. Hoe vaak worden boeken voor volwassenen herle
zen?
Allereerst twee boekjes die er
heel verschillend uitzien maar
toch allebei werden gemaakt
door dezelfde auteurs: Janet en
Allan Ahlberg.
'De puike postbode' is een
boekje dat ik in alle kleuter-
schoenen zou willen stoppen, zo
mooi is het. De postbode fietst
door een lieflijk landschap en
bezorgt brieven bij bekende
sprookjesfiguren. De drie be
ren krijgen een uitnodiging
van Goudhaartje voor haar
verjaardagspartijtje, de heks in
de peperkoek-bungalow ont
vangt een catalogus van ko
boldartikelen (o.a. Hansjes
Taartmix), Assepoester krijgt
het beste Nog-Lang-En-Ge-
lukkig verhaal toegestuurd, de
wolf die grootmoeders huisje
gekraakt heeft, krijgt van de
advocaten Olleke, Bolleke, Ru-
bisolleke en co., een aanmaning
het pand te verlaten anders
wordt het Regiment Zeven
Dwergen ingeschakeld enz.
Het leuke is dat je de brieven
en de kaarten écht uit de enve
lop met postzegel kunt halen.
Je kunt ermee spelen en op die
manier zitten er een heleboel
verhalen in het verhaal. Het
boekje ziet er prachtig uit en is
met veel aandacht en plezier
gemaakt, om je leven lang te
bewaren.
'Bot en Botje' is het andere
boekje van de Ahlbergs en is
veel robuuster en in fellere
kleuren getekend. Bot en Botje
zijn twee geraamten die met
hun hond, ook een geraamte in
een donkere kelder wonen. Het
is een lekker griezelig verhaal
dat zo begint. Op een donkere,
donkere berg lag een donkere,
donkere stad. In die donkere,
donkere stad stond een donker,
donker huis... Op de plaatjes
die heel verschillend van for
maat zijn zie je de geraamten
vrolijk dartelend hun hond uit
laten om onderweg lieve oude
dametjes en zoete kleine jon
gens aan het schrikken te ma
ken. Dat lukt niet, want ieder
een slaapt, daarom maken ze
elkaar maar bang.
In het park botst de hond te
gen een boom en valt als een
berg bob es neer. Het weer in
elkaar zetten van de dierbare
gaat niet zonder problemen, op
een gegeven moment zit de kop
achterstevoren en blaft feoW!,
maar uiteindelijk komt er toch
een hond van. Het boek eindigt
zoals het begint. Een humoris
tisch verhaal dat, met ramme
lende skeletten en al, door de
Nederlandse Onderwijs Televi
sie is verfilmd en in maart ver
toond zal worden.
'Een ijsbeer in de tropen' is het
eerste prentenboek van Hans
de Beer en hij maakte het voor
zijn eindexamen aan de Riet
veldacademie. Op de beurs in
Bologna werd het direct ge
kocht door de grote prenten
boekuitgeverij Nord Süd Ver
lag en in ons land kwam het uit
bij De Vier Windstreken (Leo
pold).
Op grote platen zie je het ijs-
beertje Lars op een ijsschots
wegdrijven uit de witte pool-
wereld en in de tropen vol
kleuren terecht komen. Hij
'Een ijsbeer in de tropen'.
kijkt zijn ogen uit, maar krijgt
toch last van heimwee. Zijn
vriend Hippo brengt hem naar
Dago de arend, die hem naar
huis vliegt. De meeste tekenin
gen vooral die in witte 'nevel-
tinten' vind ik schitterend en
vol ruimte. De tekst van Burny
Bos is wat onderkoeld (poolef-
fect?) en valt wat tegen maar
toch biedt deze verdwaaltoch
ten veel aanknopingspunten
voor kleuters.
In "Wil je met me spelen' van
Yoriko Tsutsui (tekst) en Akiko
Hayashi (tekeningen) is het
omgekeerde het geval, de tekst
is veel sterker dan de tekenin
gen. Het is het verhaal van
Kim die naar een vreemde stad
verhuist. Haar ouders zijn druk
aan het sjouwen met dozen en
Kim voelt zich erg alleen. Ze
kent niemand in die straat vol
vreemde huizen. Dan kleppert
de brievenbus en ineens ligt er
een bosje viooltjes op de mat.
Kim kan er niet achter komen
van wie het komt.
De volgende dag kleppert de
brievenbus weer en bungelen
er drie paardebloemen in de
deur; daarna volgt er een
briefje 'wil je met me spelen?'.
Maar met wie dat zou moeten
blijft een raadsel. Een dag later
worden er drie van papier ge
vouwen poppetjes door de bus
naar binnen gefriemeld en dan
kan Kimn nog net op tijd de
deur opendoen om de geheim
zinnige afzender te betrappen.
Het is een meisje met vlechtjes
ewn zij wordt Kims eerste
vriendinnetje in de vreemde
stad. Het is een warm en blij-
makend verhaaltje.
Wie had dat vroeger niet: zo'n
stemmetje binnenin dat bij
voorbeeld zei... als we nu eens
lekker glijbaantje gingen spe
len in het bad... En of je wilde
of niet, het gebeurde dan ook.
In 'Oskar krijgt ook altijd de
schuld' hoort Oskar geregeld
het stemmetje van zijn onzicht
bare vriendje Bonker. Bonker
is een kei in het bedenken van
plannen.... als we nu eens een
beetje bende maken in huis, of
kikkers stoppen in oma's pan
toffels... Oskar kan daar niets
AP r*
^Vt'RW
i
'De puike postbode'.
aan doen, toch geven ze hem al
tijd de schuld. Ook als hij zijn
bord eten aan Bonker wil ge
ven, moet hij het zelf opeten!
Volwassenen kunnen mak
kelijk een ander aanwijzen als
er iets verkeerd gaat, gedeelde
verantwoordelijkheid heet het
dan. Voor zoiets moeten kinde
ren een alter ego bedenken,
Bonker bijv. En dat Bonker
echt bestaat, ook al denken Os-
kars ouders dat Oskar hem be
dacht heeft, kun je zien aan de
schutbladen in het boek. Die
heeft Bonker helemaal volge-
kliederd. Typisch een onder
werp voor Tony Ross die een
kei is in het speels uitbeelden
van abstracte gevoelens.
'Het tweede boek vol avonturen
van Dikke Dap' speelt in de zo
mer en de winter. Jet Boeke te
kende Dikkie Dik, de rode ka
ter uit Sesamstraat, die heel
wat beleeft. Hij ontdekt en de
peuter leert dat de melk weg
stroomt als je een melkfles om
gooit, dat een weggewaaide
hoed van een meneer een lek
kere poezemand kan zijn, dat
een emmer ijskoud water op je
lijf helemaal niet lekker is, dat
een paardebloem een gele en
een witte bloem kan hebben en
dat je van die witte gaat niezen.
Zes kleine tafereeltjes met een
of twee regels tekst eronder
maken een gaaf afgerond ver
haaltje. Duidelijk en eenvoudig
getekend in stralend oranje. Er
staan 22 poezeavontuurtjes in
dit boek van Jet Boeke voor
peuters.
Wim Hofman tekende en
schreef 'Uk en Bur* voor kinde
ren die net kunnen lezen. De
verhaaltjes worden verteld in
korte zinnen met hier en daar
een moeilijk woord om het le
zen zelf ook spannend te ma
ken. Hofman gebruikt een mi
nimum aan woorden waardoor
het verhaal een maximum aan
spanning en fantasie krijgt.
Soms gaat het over zoiets con
creets als brand en pannekoe
ken bakken, soms zijn het
kleine filosofietjes.
Eigenaardig dat bomen in de
herfst van alles uit doen, hun
blaadjes en kastanjes laten
vallen; zelf doe je juist meer
kleren aan. Toch maar goed dat
bomen anders zijn dan mensen.
Stel je voor, een boom in een jas
met een massa mouwen voor al
die takken, of een boom in een
enorm bed met een deken er
overheen. Uk en Bur verzinnen
van alles over bomen, bomen in
een circus, bomen op een fiets
met een heleboel trappers,
maar gek blijft het dat er 's
winters geen blaadjes aan zit
ten. Je zou er in de kou beter
onder kunnen schuilen en bij
het fietsen minder last hebben
van de wind. Maar als ze er
niet afvielen, zou je niet zulke
mooie herfstkleuren hebben. Er
staan tien mooie verhalen in
Uk en Bur.
Tot slot nog een bereboekje,
'Slaap lekker, meneer Beer*
van Jill Murphy, een heruit
gave want de eerste druk ver
scheen in 1980 bij uitg. Heuff.
Meneer Beer heeft een slape
loze nacht en nergens kan hij
een rustig plekje vinden. Bin
nen snurkt mevrouw Beer, tikt
de klok en lekt een kraan. Bui
ten miauwen de katten en
snuft een egel. Meneer Beer
lijdt, dat zie je zo. Op de linker
bladzijde staan zwart-witte te
keningen met een beetje tekst,
rechts staan mooi gekleurde
grote platen waarop kinderen
veel kunnen herkennen en de
beren zien er net zo lekker
pluizig uit als echte teddybe
ren.
Janet en Allan Ahlberg: De puike
poetbode/Bot en botje - reap,
f 24,90 en 2230. Uitg. Gottmer.
Yoriko Tsutsui en Akiko Hayas
hi: Wil je met me spelen - 1830 -
uitg. Gottmer.
Jet Boeke: Het tweede boek van
Dikke Dik - uitg. Gottmer.
Hans de Beer: Een ijsbeer in de
tropen - 19.90 - uitg. De Vier
Windstreken.
Tony Ross: Oskar krijgt ook al
tijd de schuld - f 1930 - uitg. Alta-
mira.
Wim Hofman: Uk en Bur - 1230
- uitg. Van Holkema en Waren-
dorf.
Jill Murphy: Slaap lekker, me
neer Beer - 19,90 - uitg. Holland.
Door Henk Egbers
Het kon niet uitblijven. Maarten 't Hart mag dan in zijn
nieuwe roman 'Het uur tussen hond en wolf' op een al te
doorzichtige manier wraak nemen vanwege burenruzie
met zijn kamerbewoners, Hans W. Bakx - tegen wie 't Hart
terzake een proces aanspande - geeft hem in 'Midas' tra
nen' behoorlijk van repliek in een stijl, die beter is dan die
van zijn opponent.
Aan mij is dat wel besteed,
want ik heb de smartlappen
van 't Hart nooit kunnen lezen.
Maar smaken verschillen heet
het dan. Hans Bakx, van pro
fessie vertaler, ontpopt zich als
't Harts tegenpool. Geen won
der dat die twee ruzie kregen.
Mag Maarten het proces voor
de rechtbank, wat daarvan het
gevolg was, gewonnen hebben,
Bakx is verbaal-styllistisch
scherper gebekt. Zet de gere
formeerde jongeling zijn gram
om in iets wat niets minder
heet dan een roman, Bakx
maakt van Midas' tranen, heel
passend een 'anecdote', onder
gebracht in 'Faits divers' en dat
is minder pretentieus.
Hoewel Hans Bakx de kwa
liteit van zijn geschrift niet tot
het einde volhoudt (het laatste
stuk verliest inhoudelijke en li
teraire spanning) hij kruipt
niet als 't Hart in de rol van
miskende, van de underdog.
Daardoor is het prima toeven
in het wereldje waarin hij Sij-
men Togt (Maarten 't Hart) als
windbuil met zijn 'opgewonden
ouwewijvenproza' en litera
tuur als 'een onuitputtelijke
huisapotheek', als geneesmid
del tegen 'het knoestige gere
formeerde wereldje van zijn
jeugd', successen laat halen.
„Zijn boeken werden in biblio
theken nu even vaak uitge
leend als die van mevrouw Vis-
ser-Roosendaal." Een dodelijk
understatement als je preten
deert hechte literatuur te ma
ken.
Bakx, die bij 't Hart Frederik
Koudvuur heet, pakt niet zo
zeer de ruzie zelf aan, als wel
de hele figuur 't Hart als lite
rair schrijver en terloops ook
nog als schilder (op dit moment
exposeert 't Hart in een Am
sterdamse galerie). Sijmen
Togt is de schilder Edgar Dae-
con die zichzelf schildert als
koning Midas die met zin
flaporen materie in goud weet
te veranderen. Tegelijk is hij
een burgerlijk ventje met een
bekrompen realistische blik.
Het is Deelder die hem ontmoet
als iemand met een naïeve
openhartigheid, met een ver
frissend gebrek aan pretenties
op zoek naar het verloren pa
radijs van zijn jeugd. Hij
schrijft als iemand die kromme
planken aandraagt met de me
dedeling: er hoeft alleen nog
een dak op. 'Niets liep, Togt
schreef zoals een ander turf
stak'. Met zijn jolige jongen-
stoon in natuurstaat' probeert
hij dat te verbloemen. Wat hij
zocht was vertrouwdheid en
bevestiging, waarbij hij onge
voelig bleek voor de sociale en
psychologische betekenis van
overgeleverde rituelen... Er is
sprake van een Sijmen 1 en 2;
kortom een gespleten persoon
lijkheid.
„Togt manoeuvreerde zich
bij voorkeur in de rol van
slachtoffer. Dan schreef hij een
jongensachtig pamflet tegen
het feminisme (gniffel, gniffel)
en deed hogelijk verongelijkt
als de dames daarop hardhan
dig aan zijn luiers voelden."
Ook het wereldje recensenten
als ingepakt door 't Hart komt
aan de orde, maar dan begint
de anecdote te verlopen naar de
minder interessante blauwtjes
die 't Hart gelopen moet heb
ben e.d.
Midas' tranen is een aardig
schotschrift, de moeite waard
om uit te groeien naar een
echte polemiek. Tevens laat dit
schrijversdebuut vermoeden
dat Hans Bakx met een echte
novelle of roman best eens voor
een verrassend boek zou kun
nen zorgen. Eerst dan komt de
concurrentie tussen beide he
ren toe aan een wezenlijk me
ten van hun beider vakman
schap of het ontbreken ervan.
Hans W. Bakx: 'Midas' tranen'.
Uitg. Kwadraat, prijs f 930.
Na de verhalenbundel 'Fa-
miliedans' nu de eerste ro
man van de jonge Ameri
kaanse schrijver David
Leavitt. In 'De verloren taal
der kranen' worstelen
Owen en Rose en hun zoon
Philip met het probleem ho-
mosexualiteit. Owen schar
relt elke zondagmiddag
naar de obscure homo-bio
scoop Bijou en heeft vluch
tige contacten met mannen.
Rose weet van niets, maar
vraagt ook niets. Ze vindt
niet dat je in een huwelijk
alles moet vertellen. Zelf
heeft ze enige jaren een af
faire gehad met een andere
man.
Het grote zwijgen in het gezin
wordt doorbroken als zoon
Philip komt opbiechten dat hij
samenwoont met Eliot, een jon
gen die is opgevoed door twee
homofiele mannen. Vader
Owen komt daardoor in een
moeilijke positie. De verkla
ring van zijn zoon dwingt hem
er toe eindelijk met zijn eigen
vreselijke geheim op de prop
pen te komen. De moeder
wordt zo geheel geïsoleerd,
maar zij krijgt van de schrijver
minder aandacht.
Leavitt heeft geen duidelijke
lijn in zijn verhaal aan kunnen
brengen, het perspectief ver
springt vaak, van een allesom
vattende gedachte is geen spra
ke. De titel duidt op een anek
dote die in het boek voorkomt:
een verwaarloosd kind groeit
op in een afbraakbuurt met al
leen een bouwkraan als 'voor
beeld'. Hij beweegt en kraakt
als een kraan. Er zijn meer
verwijzingen naar de taal van
je jeugd, naar de geheimen die
kinderen hebben voor de grote
maatschappij. Later moet je
die geheimen delen met ande
ren. Openheid heet dat, maar
eigenlijk waren de stiekeme
jeugdjaren veel mooier.
Philip treedt op als een bood
schapper van de moderne tijd,
hij praat als een welzijnswer
ker over de homosexualiteit,
die in de tijd van zijn vader een
doodzonde was, maar nu geac
cepteerd is. Leavitt beschrijft
die verandering en de gelegen
heden in New York waar het
zich allemaal afspeelt, maar
laat de lezer toch tamelijk on
verschillig achter.
David Leavitt: 'De verloren taai
der kranen'. Uitg. De Harmonie,
prijs 3930.
DV
J. Bernlef.
- FOTO ANP
Door Marja Klein Obbink
'Seks is niet verplicht'. De
titel alleen al. Toch fijn om
te weten.
Maar goed, Liz Hodgkinson,
een Amerikaanse freelance
journaliste, vindt dat zij de we
reld een boodschap te vertellen
heeft. Seks is een drug, seks is
ongezond, seks verricht geen
wonderen en seks maakt niet
gelukkig. Als een ware onheil
sprofeet gaat zij de lezer te lijf
met quasi-wetenschappelijke
argumenten die haar 'filosofie'
moeten ondersteunen. „Ik heb
met het ouder en wijzer wor
den zelf kunnen zien dat de we
reld er sinds de seksuele revo
lutie geen spat beter op is ge
worden". Hoe naïef, al is het
dan twintig jaar geleden, om
dat ooit verondersteld te heb
ben.
Verbeter de wereld en leef
een celibatiar leven, is nu haar
leus geworden. Volgens haar
zijn we gaan geloven dat seks
natuurlijk en noodzakelijk is.
Maar seks is net zo 'nodig' als
een slagroom taartje of een glas
whisky, schrijft ze. Om deze
stelling te onderbouwen ge
bruikt ze argumenten waar je
af en toe kippevel van krijgt.
Ten eerste bestaat er volgens
haar helemaal geen seksueel
verlangen. Om het tegendeel te
bewijzen zijn ooit duizenden
mensen geïnterviewd, maar
Hodgkinson vindt het niet no
dig om via interviews en 'com
puteranalyses' te werk te gaan.
Nee, zij heeft genoeg aan haar
'overtuiging'. „Wat wij opwin
ding, frustratie en bevrediging
noemen, zijn in wezen emoties
die we nog niet zo lang geleden
om een of andere reden aan de
genitale zone hebben toege
schreven". Waarna ze de lezer
voert naar het dierenrijk, ver
wijst naar gelukkige in celi
baat levende religieuzen en a-
seksuele beroemdheden om
dan weer tot de conclusie te ko
men dat seks niet van vitaal
belang is om te overleven.
Maar dat wisten we toch al
lang.
Doe je aan seks, dan ben je je
leven niet zeker. Behalve dat
seks gepaard gaat met geweld,
pornografie en prostitutie, tast
het ook de lichamelijke en
geestelijke gezondheid aan.
Hodgkinson, om maar wat te
noemen: „Mensen die zich van
seks onthouden, stellen zich
vanzelfsprekend niet bloot aan
aids. Ook krijgen zij geen an
dere ongeneeslijke geslachts
ziekten. Bij vrouwen in celi
baat wordt nooit baarmoeder
kanker geconstateerd
Daarbij komt dat celibatairen
minder last hebben van stress
en een lagere bloeddruk verto
nen
Van dit soort semi-weten-
schappelijk gebazel, staat het
boek vol. Nog zoiets, alsof ze
het heeft uitgevonden: „Stel
dat de wereld zich gedurende
één jaar van seks zou onthou
den, dan zou het probleem van
overbevolking meteen opgelost
zijn. Bovendien zouden geval
len van baarmoederkanker en
van Aids, herpes en andere ge
slachtsziekten enorm in aantal
teruglopen".
Wat moet je met dit soort
'wijsheden'? Eerlijk gezegd heb
ik het boek halverwege dicht
geslagen. Ook omdat Hodgkin
son aan één aspect van ons sek
suele leven volledig voorbij
gaat: dat een heleboel mensen
sex toch gewoon lekker vinden.
Liz Hodgkinson: 'Seks is niet ver
plicht'. Uitg. Van Holkema Wa-
rendorf, prijs 24,90.
J. Bernlef is in een paar
jaar uitgegroeid tot een van
de bekendste schrijvers van
het Nederlandse taalgebied.
Weliswaar stond zijn naam
al ruim twintig jaar in de li
teraire wereld garant voor
voortreffelijke romans, ver
halen, essays en gedichten.
Maar toen was daar eerst zijn
succesvolle roman 'Hersen
schimmen'. Een aangrijpend
boek over het proces van de
mentering, dat brede lagen van
de bevolking aansprak.
De toekenning van de eerste
AKO-prijs, eerder dit jaar
rechtstreeks uitgezonden op de
televisie, betekende Bernlefs
definitieve doorbraak naar het
grote publiek.
Uitgever Querido heeft op
deze nieuwe bekendheid van
Bernlef ingespeeld door drie
oudere romans te bundelen.
Drie romans die hun locatie ge
meen hebben: ze spelen alledrie
op een eiland.
Deze bundeling verschaft de
lezer die met Bernlefs werk wil
kennismaken een uitstekende
introductie. Bernlef staat voor:
helder taalgebruik, zorgvul
dige toepassing van beeld
spraak, afwezigheid van over
bodigheden, knappe opbouw
van de spanning in het verhaal,
en de gave de sfeer en couleur
locale perfect op te roepen.
J. Bernlef: 'Drie eilanden'.
Uitg. Querido, prijs 35,-.
H.R.
Freek de Jonge bij de presentatie van zijn boekje 'Zaan,
Veem'. ,FOI0
Het boekje 'Zaansch Veem',
dat Freek de Jonge in op
dracht van de stad Zaan
dam schreef, gaat over de
Noordhollandse stad van
Heijn en Honig, maar
vooral over de wereld van
een domineeszoontje in de
keurige, onschuldige en
verzuilde jaren vijftig.
Op zijn wandelingen door
Zaandam, waar Freek vanaf
zijn negende jaar woonde, mij
mert de latere komiek over al
les en nog wat. De protestants-
christelijke regels en opvattin
gen van thuis bepalen zijn den
ken. De Jonge zet zich niet af,
maar beschrijft opzettelijk
naief en ironisch het dominees
gezin en de gemeenteleden die
hij bezocht als jeugdige collec
tant.
Vader De Jonge was onaan
tastbaar: „Hij had het mooiste
beroep ter wereld, zorgen dat
zoveel mogelijk mensen in de
hemel komen. Wat wil je nog
meer? Daarom verdiende hij
ook zo weinig, zei hij wel eens,
want dit werk was onbetaal
baar. Moeder kon dat grapje
maar ten dele waarderen".
Dominee De Jonge was
in de leer, maar had kenn;
ook gevoel voor humor: „V
moest meestal lachen
iets hadden uitgespookt",
wil Freek ook dominee won
maar als hij een persoon!
ontmoeting heeft met schi
Karei Appel, besluit hij
In de schooltas zaten vier s
Westhoek uit Oosterhout. Oi
postzegels, armoede, beugel
stenaar té worden^Met het stukje over de beugel,
Evelien en Elles.
spijt, dat wel, want hij had
een soort Luther willen
„Als ik dominee was gewori
had ik zeker een paar hen
mingen doorgevoerd".
Naast domineeskinderen
Zaankanters komen ook
liefhebbers van jeugdse
ment aan hun trekken. Fi
de Jonge beschrijft de voetl
velden en belandt dan bij
(later opgegaan in AZ), de
die betaald voetbal spa
„Dat had al vele grote cl
naar Zaandam gebracht: I
ko, De Baronie, Tubantia,]
tersbleek en Zwartemeer",
'Zaansch Veem' is een;
tentieloos boekje, dat je
een glimlach in een uur
kunt lezen.
Freek de Jonge: 'Zaansch Vg
Uitg. De Harmonie, prijs 19.9:
D.V.
Belle van Zuylen's 'Brief van Walter Finch aan zijn:
(geschreven in 1800) droeg in de originele Franse uit
een iets langere titel: 'Brief van Walter Finch aan zijn
over diens kinderjaren en opvoeding'.
De opvoeding van kinderen hij een dagboek bij, gericht:
was in de tweede helft van de
Ken je die schilder?
dat is Pieter Bruegel.
Zie je die vogel?
pijn aan zijn vleugel.
Zie je die paarden?
Strak aan de teugel.
Wil je een kauwgum?
'Ik heb een beugel'.
Uit 'Het veterdiploma' van
Kusters, ill. Joep Bertrams.
achttiende eeuw een centraal
thema in talloze romans (toen
een nieuw literair genre).
Belle van Zuylen was in
haar 'Brief' rijkelijk laat met
haar visie op de ontwikkelings
gang van zuigeling tot deugd
zaam burger.
De vorm die Belle van Zuy
len (een Nederlandse adellijke
dame die gehuwd was met een
Franse edelman, en in het
Frans schreef) voor haar
boekje koos was wél origineel.
Een contemporaine beroemd
heid als Benjamin Constant
loofde haar erom.
Walter Finch is een Engelse
edelman die zijn vrouw in het
kraambed verliest. Als alleen
staande vader (maar wel met
huisperoneel!) staat hij voor de
taak de kleine William op te
voeden. Van dit proces houdt
„Koekoeks werk kan men
als versnaperingen be
schouwen. Wie deze bundel
in één ruk uitleest doet
zichzelf te kort".
Deze kwalificatie staat te lezen
op het omslag van de verhalen
bundel 'Ossegalzeep' van Hans
Koekoek.
'Versnaperingen': dat duidt
al op het luchtige karakter van
deze verhalen. Diep graaft
Koekoek niet. Dat blijkt direct
uit de eerste zin van het eerste
verhaal:
„Hij had voldoende levenser
varing om te weten dat je in
het leven niets zeker wist". Wie
aan het begin van een boek een
dergelijk credo leest weet on
geveer wat hem in de rest van
het boek te wachten staat.
Onderhoudend zijn de ver
halen wel. Bijvoorbeeld 'Vis
soep', waarin tragedie en slap
stick op vaardige wijze worden
gecombineerd. Een uitstekend
idee voor Sinterklaas, deze
bundel.
Hans Koekoek: 'Ossegalzeep'. Ver
halen. Uitg. Fontein, prijs 23,50.
H.R.
de zoon, met de bedoeling!
deze een en ander op zijnaij
tiende jaar zal lezen.
De 'Brief van Walter 1
geeft een aardig tijdsbeeld1]
het sociale leven van de heg
kringen in Engeland eni
rijk aan het eind van
eeuw, en biedt tevens
staalkaart van alle geijktek
gerdeugden waaraan eent
van die tijd diende te voldoe
Belle van Zuylen: 'Brief vajl
ter Finch aan zijn zoon'. I
Nijgh Van Ditmar, prijs f 1
H.R.
Fraude is het delict van|
jaren tachtig, vindt 1
Hoefnagels in 'Mens
fraude en de staat'. Fnl
van de grote man en frai
van de kleine man, hetla
ste tot uiting komend I
steunf raude en zwart kil
In tegenstelling met vroeger
zie je veel kinderen met een
beugel lopen. Als je met een
spleet van een millimeter
loopt, of als een tand maar
een beetje afwijkt, dan lijkt
het al of je meteen een beugel
nodig hebt.
Beugels heb je in alle soor
ten en maten: sterretjes, bin-
nenbeugels, buitenbeugels
enz. Als je een beugel moet,
ga je naar de orthodontist. En
dan begint alles: eerst elas
tiekjes om je achterste twee
kiezen om plaats te maken.
Daarna komen er haakjes,
maar dat hoeft niet altijd.
Haakjes zijn er voor omje
beugel(s) aan vast te maken.
Na een paar weken krijg je
een beugel en soms meerdere.
Om de vier tot zes weken
moet je terugkomen om de
beugel bij te laten stellen of
na te laten kijken.
Sommige kinderen krijgen
blaren. Dat komt doordat
bijv. de beugel te scherp is
geslepen of verkeerd is bijge
steld.
Tien leerlingen van tien basissi
heel moeilijk. Uit een heleboel
zelf hadden gekozen en opgestu'
zen. De gekozen foto's doen me
strijd op 12 december. Kinderei
kiezen daar dan weer de beste
Ruijters van basisschool De Iep
zitten.
Danielle de Rooij van de Fred
luwe) vertelde hoe haar school
bekeek. „Eén middag per week
kranten. Daar zochten we de bes?
beste regionale foto vond ik ook 1
een sigaret wegduwt. Een goede
haal over roken en gezondheid. 7
klas niet zo goed."
Stern-fotograaf Johan van Gv
hier ziet. Hij werd bestookt me
den foto's (en koppen) heel belq|
stukje wel of niet gaan lezea
sen.
De schuld van dit alles ligt'
gens Hoefnagels bij de
die uitmunt in overvloei?
ondoorzichtige
Niemand, behalve het i
lijk apparaat, kan er i
uit. De oplossing van j
kwaad heeft de Rottere
criminoloog ook besc!
eenvoudige en heldere r
ving en een terughouil
overheid. Heel wat bete'l
vertrouwenwekkender dan]
overheidsapparaat mets
burgers aanjagende amlffl
ren.
Een boodschap die meJ
stemming ontvangen
den. Temeer daar Hoi
ook een voorstander is van]
lichtere belastingdruk.
Hoefnagels schrijft heP
eenvoudig. Hij bevestigt]
iedereen al weet, maar
toch telkens weer
worden.
Peter Hoefnagels: 'Mens®'
en de staat'. Uitg. AhwM
19.50
m we nu,
projijser
Smbis Het is ons een woi
foot geleerde sis u te mogen ren/i
Letty Kosterman en Ivo de Wijs: 'Vroege vc„
Thomas Rap, prijs 15. Gedichtjes van Ivo en Letty uit11
lijknamige radioprogramma op de vroege zondagmorgen
Annalisa Viviani: 'De non in het bad'. Uitg. A.W-"
prijs 24,90. Pikante middeleeuwse vertellingen met
vrouwen, vrij grage geestelijken, onkuise schelmen eng'
neerde bedriegers'.
Dominick Dunne: 'Society'. Uitg. A.W. Brurt
29,90. Geld, macht en luxe in een verhaal dat in®'
verfilmd is tot mini-serie.
Roy Inman: 'Judo voor vrouwen'. Uitg. Kosn»
32,50. Met tekeningen en foto's.
i