Volwassenen kunnen er jaloers op zijn Liz Hodgekinson: Verbeter de wereld, leef celibatair Belle van Zuylen en de opvoeding In het museum De schoo Hans W. Bakx dient 't Hart van repliek OVERVLOED AAN FRAAIE KINDERBOEKEN VOOR SINTERKLAAS Zielige fot het niet zo David Leavitt J. Bernlef: drie in een Domineeszoon in Zaandan DE STEM BOEKENGIDS ZATERDAG 28 NOVEMBER 1987 STEM GIDS 3 De Beugel Verhalen als versnaperingen Fraude, delici van deze tijd )uske en Wiske: VERSCHENEN lambone G2 Door Muriel Boll In deze tijd van het jaar is het aanbod van kinderboeken enorm groot; ik koos er een paar die uitstekend passen in peuter- en kleuter schoenen en als Sint zit je goed met een boek. Het geld is welbesteed; een boek voor volwassenen kost al gauw vijfentwintig gulden, voor dat bedrag zijn de beste kinderboeken te koop, die veel mooier zijn uitge voerd dan boeken voor volwassenen. Een stevige band, gedrukt op goed papier en in de prachtigste kleuren met een omslag die met zorg is ontworpen. Bovendien lezen kinderen graag vaak hetzelfde boek als het eenmaal be vat. Hoe vaak worden boeken voor volwassenen herle zen? Allereerst twee boekjes die er heel verschillend uitzien maar toch allebei werden gemaakt door dezelfde auteurs: Janet en Allan Ahlberg. 'De puike postbode' is een boekje dat ik in alle kleuter- schoenen zou willen stoppen, zo mooi is het. De postbode fietst door een lieflijk landschap en bezorgt brieven bij bekende sprookjesfiguren. De drie be ren krijgen een uitnodiging van Goudhaartje voor haar verjaardagspartijtje, de heks in de peperkoek-bungalow ont vangt een catalogus van ko boldartikelen (o.a. Hansjes Taartmix), Assepoester krijgt het beste Nog-Lang-En-Ge- lukkig verhaal toegestuurd, de wolf die grootmoeders huisje gekraakt heeft, krijgt van de advocaten Olleke, Bolleke, Ru- bisolleke en co., een aanmaning het pand te verlaten anders wordt het Regiment Zeven Dwergen ingeschakeld enz. Het leuke is dat je de brieven en de kaarten écht uit de enve lop met postzegel kunt halen. Je kunt ermee spelen en op die manier zitten er een heleboel verhalen in het verhaal. Het boekje ziet er prachtig uit en is met veel aandacht en plezier gemaakt, om je leven lang te bewaren. 'Bot en Botje' is het andere boekje van de Ahlbergs en is veel robuuster en in fellere kleuren getekend. Bot en Botje zijn twee geraamten die met hun hond, ook een geraamte in een donkere kelder wonen. Het is een lekker griezelig verhaal dat zo begint. Op een donkere, donkere berg lag een donkere, donkere stad. In die donkere, donkere stad stond een donker, donker huis... Op de plaatjes die heel verschillend van for maat zijn zie je de geraamten vrolijk dartelend hun hond uit laten om onderweg lieve oude dametjes en zoete kleine jon gens aan het schrikken te ma ken. Dat lukt niet, want ieder een slaapt, daarom maken ze elkaar maar bang. In het park botst de hond te gen een boom en valt als een berg bob es neer. Het weer in elkaar zetten van de dierbare gaat niet zonder problemen, op een gegeven moment zit de kop achterstevoren en blaft feoW!, maar uiteindelijk komt er toch een hond van. Het boek eindigt zoals het begint. Een humoris tisch verhaal dat, met ramme lende skeletten en al, door de Nederlandse Onderwijs Televi sie is verfilmd en in maart ver toond zal worden. 'Een ijsbeer in de tropen' is het eerste prentenboek van Hans de Beer en hij maakte het voor zijn eindexamen aan de Riet veldacademie. Op de beurs in Bologna werd het direct ge kocht door de grote prenten boekuitgeverij Nord Süd Ver lag en in ons land kwam het uit bij De Vier Windstreken (Leo pold). Op grote platen zie je het ijs- beertje Lars op een ijsschots wegdrijven uit de witte pool- wereld en in de tropen vol kleuren terecht komen. Hij 'Een ijsbeer in de tropen'. kijkt zijn ogen uit, maar krijgt toch last van heimwee. Zijn vriend Hippo brengt hem naar Dago de arend, die hem naar huis vliegt. De meeste tekenin gen vooral die in witte 'nevel- tinten' vind ik schitterend en vol ruimte. De tekst van Burny Bos is wat onderkoeld (poolef- fect?) en valt wat tegen maar toch biedt deze verdwaaltoch ten veel aanknopingspunten voor kleuters. In "Wil je met me spelen' van Yoriko Tsutsui (tekst) en Akiko Hayashi (tekeningen) is het omgekeerde het geval, de tekst is veel sterker dan de tekenin gen. Het is het verhaal van Kim die naar een vreemde stad verhuist. Haar ouders zijn druk aan het sjouwen met dozen en Kim voelt zich erg alleen. Ze kent niemand in die straat vol vreemde huizen. Dan kleppert de brievenbus en ineens ligt er een bosje viooltjes op de mat. Kim kan er niet achter komen van wie het komt. De volgende dag kleppert de brievenbus weer en bungelen er drie paardebloemen in de deur; daarna volgt er een briefje 'wil je met me spelen?'. Maar met wie dat zou moeten blijft een raadsel. Een dag later worden er drie van papier ge vouwen poppetjes door de bus naar binnen gefriemeld en dan kan Kimn nog net op tijd de deur opendoen om de geheim zinnige afzender te betrappen. Het is een meisje met vlechtjes ewn zij wordt Kims eerste vriendinnetje in de vreemde stad. Het is een warm en blij- makend verhaaltje. Wie had dat vroeger niet: zo'n stemmetje binnenin dat bij voorbeeld zei... als we nu eens lekker glijbaantje gingen spe len in het bad... En of je wilde of niet, het gebeurde dan ook. In 'Oskar krijgt ook altijd de schuld' hoort Oskar geregeld het stemmetje van zijn onzicht bare vriendje Bonker. Bonker is een kei in het bedenken van plannen.... als we nu eens een beetje bende maken in huis, of kikkers stoppen in oma's pan toffels... Oskar kan daar niets AP r* ^Vt'RW i 'De puike postbode'. aan doen, toch geven ze hem al tijd de schuld. Ook als hij zijn bord eten aan Bonker wil ge ven, moet hij het zelf opeten! Volwassenen kunnen mak kelijk een ander aanwijzen als er iets verkeerd gaat, gedeelde verantwoordelijkheid heet het dan. Voor zoiets moeten kinde ren een alter ego bedenken, Bonker bijv. En dat Bonker echt bestaat, ook al denken Os- kars ouders dat Oskar hem be dacht heeft, kun je zien aan de schutbladen in het boek. Die heeft Bonker helemaal volge- kliederd. Typisch een onder werp voor Tony Ross die een kei is in het speels uitbeelden van abstracte gevoelens. 'Het tweede boek vol avonturen van Dikke Dap' speelt in de zo mer en de winter. Jet Boeke te kende Dikkie Dik, de rode ka ter uit Sesamstraat, die heel wat beleeft. Hij ontdekt en de peuter leert dat de melk weg stroomt als je een melkfles om gooit, dat een weggewaaide hoed van een meneer een lek kere poezemand kan zijn, dat een emmer ijskoud water op je lijf helemaal niet lekker is, dat een paardebloem een gele en een witte bloem kan hebben en dat je van die witte gaat niezen. Zes kleine tafereeltjes met een of twee regels tekst eronder maken een gaaf afgerond ver haaltje. Duidelijk en eenvoudig getekend in stralend oranje. Er staan 22 poezeavontuurtjes in dit boek van Jet Boeke voor peuters. Wim Hofman tekende en schreef 'Uk en Bur* voor kinde ren die net kunnen lezen. De verhaaltjes worden verteld in korte zinnen met hier en daar een moeilijk woord om het le zen zelf ook spannend te ma ken. Hofman gebruikt een mi nimum aan woorden waardoor het verhaal een maximum aan spanning en fantasie krijgt. Soms gaat het over zoiets con creets als brand en pannekoe ken bakken, soms zijn het kleine filosofietjes. Eigenaardig dat bomen in de herfst van alles uit doen, hun blaadjes en kastanjes laten vallen; zelf doe je juist meer kleren aan. Toch maar goed dat bomen anders zijn dan mensen. Stel je voor, een boom in een jas met een massa mouwen voor al die takken, of een boom in een enorm bed met een deken er overheen. Uk en Bur verzinnen van alles over bomen, bomen in een circus, bomen op een fiets met een heleboel trappers, maar gek blijft het dat er 's winters geen blaadjes aan zit ten. Je zou er in de kou beter onder kunnen schuilen en bij het fietsen minder last hebben van de wind. Maar als ze er niet afvielen, zou je niet zulke mooie herfstkleuren hebben. Er staan tien mooie verhalen in Uk en Bur. Tot slot nog een bereboekje, 'Slaap lekker, meneer Beer* van Jill Murphy, een heruit gave want de eerste druk ver scheen in 1980 bij uitg. Heuff. Meneer Beer heeft een slape loze nacht en nergens kan hij een rustig plekje vinden. Bin nen snurkt mevrouw Beer, tikt de klok en lekt een kraan. Bui ten miauwen de katten en snuft een egel. Meneer Beer lijdt, dat zie je zo. Op de linker bladzijde staan zwart-witte te keningen met een beetje tekst, rechts staan mooi gekleurde grote platen waarop kinderen veel kunnen herkennen en de beren zien er net zo lekker pluizig uit als echte teddybe ren. Janet en Allan Ahlberg: De puike poetbode/Bot en botje - reap, f 24,90 en 2230. Uitg. Gottmer. Yoriko Tsutsui en Akiko Hayas hi: Wil je met me spelen - 1830 - uitg. Gottmer. Jet Boeke: Het tweede boek van Dikke Dik - uitg. Gottmer. Hans de Beer: Een ijsbeer in de tropen - 19.90 - uitg. De Vier Windstreken. Tony Ross: Oskar krijgt ook al tijd de schuld - f 1930 - uitg. Alta- mira. Wim Hofman: Uk en Bur - 1230 - uitg. Van Holkema en Waren- dorf. Jill Murphy: Slaap lekker, me neer Beer - 19,90 - uitg. Holland. Door Henk Egbers Het kon niet uitblijven. Maarten 't Hart mag dan in zijn nieuwe roman 'Het uur tussen hond en wolf' op een al te doorzichtige manier wraak nemen vanwege burenruzie met zijn kamerbewoners, Hans W. Bakx - tegen wie 't Hart terzake een proces aanspande - geeft hem in 'Midas' tra nen' behoorlijk van repliek in een stijl, die beter is dan die van zijn opponent. Aan mij is dat wel besteed, want ik heb de smartlappen van 't Hart nooit kunnen lezen. Maar smaken verschillen heet het dan. Hans Bakx, van pro fessie vertaler, ontpopt zich als 't Harts tegenpool. Geen won der dat die twee ruzie kregen. Mag Maarten het proces voor de rechtbank, wat daarvan het gevolg was, gewonnen hebben, Bakx is verbaal-styllistisch scherper gebekt. Zet de gere formeerde jongeling zijn gram om in iets wat niets minder heet dan een roman, Bakx maakt van Midas' tranen, heel passend een 'anecdote', onder gebracht in 'Faits divers' en dat is minder pretentieus. Hoewel Hans Bakx de kwa liteit van zijn geschrift niet tot het einde volhoudt (het laatste stuk verliest inhoudelijke en li teraire spanning) hij kruipt niet als 't Hart in de rol van miskende, van de underdog. Daardoor is het prima toeven in het wereldje waarin hij Sij- men Togt (Maarten 't Hart) als windbuil met zijn 'opgewonden ouwewijvenproza' en litera tuur als 'een onuitputtelijke huisapotheek', als geneesmid del tegen 'het knoestige gere formeerde wereldje van zijn jeugd', successen laat halen. „Zijn boeken werden in biblio theken nu even vaak uitge leend als die van mevrouw Vis- ser-Roosendaal." Een dodelijk understatement als je preten deert hechte literatuur te ma ken. Bakx, die bij 't Hart Frederik Koudvuur heet, pakt niet zo zeer de ruzie zelf aan, als wel de hele figuur 't Hart als lite rair schrijver en terloops ook nog als schilder (op dit moment exposeert 't Hart in een Am sterdamse galerie). Sijmen Togt is de schilder Edgar Dae- con die zichzelf schildert als koning Midas die met zin flaporen materie in goud weet te veranderen. Tegelijk is hij een burgerlijk ventje met een bekrompen realistische blik. Het is Deelder die hem ontmoet als iemand met een naïeve openhartigheid, met een ver frissend gebrek aan pretenties op zoek naar het verloren pa radijs van zijn jeugd. Hij schrijft als iemand die kromme planken aandraagt met de me dedeling: er hoeft alleen nog een dak op. 'Niets liep, Togt schreef zoals een ander turf stak'. Met zijn jolige jongen- stoon in natuurstaat' probeert hij dat te verbloemen. Wat hij zocht was vertrouwdheid en bevestiging, waarbij hij onge voelig bleek voor de sociale en psychologische betekenis van overgeleverde rituelen... Er is sprake van een Sijmen 1 en 2; kortom een gespleten persoon lijkheid. „Togt manoeuvreerde zich bij voorkeur in de rol van slachtoffer. Dan schreef hij een jongensachtig pamflet tegen het feminisme (gniffel, gniffel) en deed hogelijk verongelijkt als de dames daarop hardhan dig aan zijn luiers voelden." Ook het wereldje recensenten als ingepakt door 't Hart komt aan de orde, maar dan begint de anecdote te verlopen naar de minder interessante blauwtjes die 't Hart gelopen moet heb ben e.d. Midas' tranen is een aardig schotschrift, de moeite waard om uit te groeien naar een echte polemiek. Tevens laat dit schrijversdebuut vermoeden dat Hans Bakx met een echte novelle of roman best eens voor een verrassend boek zou kun nen zorgen. Eerst dan komt de concurrentie tussen beide he ren toe aan een wezenlijk me ten van hun beider vakman schap of het ontbreken ervan. Hans W. Bakx: 'Midas' tranen'. Uitg. Kwadraat, prijs f 930. Na de verhalenbundel 'Fa- miliedans' nu de eerste ro man van de jonge Ameri kaanse schrijver David Leavitt. In 'De verloren taal der kranen' worstelen Owen en Rose en hun zoon Philip met het probleem ho- mosexualiteit. Owen schar relt elke zondagmiddag naar de obscure homo-bio scoop Bijou en heeft vluch tige contacten met mannen. Rose weet van niets, maar vraagt ook niets. Ze vindt niet dat je in een huwelijk alles moet vertellen. Zelf heeft ze enige jaren een af faire gehad met een andere man. Het grote zwijgen in het gezin wordt doorbroken als zoon Philip komt opbiechten dat hij samenwoont met Eliot, een jon gen die is opgevoed door twee homofiele mannen. Vader Owen komt daardoor in een moeilijke positie. De verkla ring van zijn zoon dwingt hem er toe eindelijk met zijn eigen vreselijke geheim op de prop pen te komen. De moeder wordt zo geheel geïsoleerd, maar zij krijgt van de schrijver minder aandacht. Leavitt heeft geen duidelijke lijn in zijn verhaal aan kunnen brengen, het perspectief ver springt vaak, van een allesom vattende gedachte is geen spra ke. De titel duidt op een anek dote die in het boek voorkomt: een verwaarloosd kind groeit op in een afbraakbuurt met al leen een bouwkraan als 'voor beeld'. Hij beweegt en kraakt als een kraan. Er zijn meer verwijzingen naar de taal van je jeugd, naar de geheimen die kinderen hebben voor de grote maatschappij. Later moet je die geheimen delen met ande ren. Openheid heet dat, maar eigenlijk waren de stiekeme jeugdjaren veel mooier. Philip treedt op als een bood schapper van de moderne tijd, hij praat als een welzijnswer ker over de homosexualiteit, die in de tijd van zijn vader een doodzonde was, maar nu geac cepteerd is. Leavitt beschrijft die verandering en de gelegen heden in New York waar het zich allemaal afspeelt, maar laat de lezer toch tamelijk on verschillig achter. David Leavitt: 'De verloren taai der kranen'. Uitg. De Harmonie, prijs 3930. DV J. Bernlef. - FOTO ANP Door Marja Klein Obbink 'Seks is niet verplicht'. De titel alleen al. Toch fijn om te weten. Maar goed, Liz Hodgkinson, een Amerikaanse freelance journaliste, vindt dat zij de we reld een boodschap te vertellen heeft. Seks is een drug, seks is ongezond, seks verricht geen wonderen en seks maakt niet gelukkig. Als een ware onheil sprofeet gaat zij de lezer te lijf met quasi-wetenschappelijke argumenten die haar 'filosofie' moeten ondersteunen. „Ik heb met het ouder en wijzer wor den zelf kunnen zien dat de we reld er sinds de seksuele revo lutie geen spat beter op is ge worden". Hoe naïef, al is het dan twintig jaar geleden, om dat ooit verondersteld te heb ben. Verbeter de wereld en leef een celibatiar leven, is nu haar leus geworden. Volgens haar zijn we gaan geloven dat seks natuurlijk en noodzakelijk is. Maar seks is net zo 'nodig' als een slagroom taartje of een glas whisky, schrijft ze. Om deze stelling te onderbouwen ge bruikt ze argumenten waar je af en toe kippevel van krijgt. Ten eerste bestaat er volgens haar helemaal geen seksueel verlangen. Om het tegendeel te bewijzen zijn ooit duizenden mensen geïnterviewd, maar Hodgkinson vindt het niet no dig om via interviews en 'com puteranalyses' te werk te gaan. Nee, zij heeft genoeg aan haar 'overtuiging'. „Wat wij opwin ding, frustratie en bevrediging noemen, zijn in wezen emoties die we nog niet zo lang geleden om een of andere reden aan de genitale zone hebben toege schreven". Waarna ze de lezer voert naar het dierenrijk, ver wijst naar gelukkige in celi baat levende religieuzen en a- seksuele beroemdheden om dan weer tot de conclusie te ko men dat seks niet van vitaal belang is om te overleven. Maar dat wisten we toch al lang. Doe je aan seks, dan ben je je leven niet zeker. Behalve dat seks gepaard gaat met geweld, pornografie en prostitutie, tast het ook de lichamelijke en geestelijke gezondheid aan. Hodgkinson, om maar wat te noemen: „Mensen die zich van seks onthouden, stellen zich vanzelfsprekend niet bloot aan aids. Ook krijgen zij geen an dere ongeneeslijke geslachts ziekten. Bij vrouwen in celi baat wordt nooit baarmoeder kanker geconstateerd Daarbij komt dat celibatairen minder last hebben van stress en een lagere bloeddruk verto nen Van dit soort semi-weten- schappelijk gebazel, staat het boek vol. Nog zoiets, alsof ze het heeft uitgevonden: „Stel dat de wereld zich gedurende één jaar van seks zou onthou den, dan zou het probleem van overbevolking meteen opgelost zijn. Bovendien zouden geval len van baarmoederkanker en van Aids, herpes en andere ge slachtsziekten enorm in aantal teruglopen". Wat moet je met dit soort 'wijsheden'? Eerlijk gezegd heb ik het boek halverwege dicht geslagen. Ook omdat Hodgkin son aan één aspect van ons sek suele leven volledig voorbij gaat: dat een heleboel mensen sex toch gewoon lekker vinden. Liz Hodgkinson: 'Seks is niet ver plicht'. Uitg. Van Holkema Wa- rendorf, prijs 24,90. J. Bernlef is in een paar jaar uitgegroeid tot een van de bekendste schrijvers van het Nederlandse taalgebied. Weliswaar stond zijn naam al ruim twintig jaar in de li teraire wereld garant voor voortreffelijke romans, ver halen, essays en gedichten. Maar toen was daar eerst zijn succesvolle roman 'Hersen schimmen'. Een aangrijpend boek over het proces van de mentering, dat brede lagen van de bevolking aansprak. De toekenning van de eerste AKO-prijs, eerder dit jaar rechtstreeks uitgezonden op de televisie, betekende Bernlefs definitieve doorbraak naar het grote publiek. Uitgever Querido heeft op deze nieuwe bekendheid van Bernlef ingespeeld door drie oudere romans te bundelen. Drie romans die hun locatie ge meen hebben: ze spelen alledrie op een eiland. Deze bundeling verschaft de lezer die met Bernlefs werk wil kennismaken een uitstekende introductie. Bernlef staat voor: helder taalgebruik, zorgvul dige toepassing van beeld spraak, afwezigheid van over bodigheden, knappe opbouw van de spanning in het verhaal, en de gave de sfeer en couleur locale perfect op te roepen. J. Bernlef: 'Drie eilanden'. Uitg. Querido, prijs 35,-. H.R. Freek de Jonge bij de presentatie van zijn boekje 'Zaan, Veem'. ,FOI0 Het boekje 'Zaansch Veem', dat Freek de Jonge in op dracht van de stad Zaan dam schreef, gaat over de Noordhollandse stad van Heijn en Honig, maar vooral over de wereld van een domineeszoontje in de keurige, onschuldige en verzuilde jaren vijftig. Op zijn wandelingen door Zaandam, waar Freek vanaf zijn negende jaar woonde, mij mert de latere komiek over al les en nog wat. De protestants- christelijke regels en opvattin gen van thuis bepalen zijn den ken. De Jonge zet zich niet af, maar beschrijft opzettelijk naief en ironisch het dominees gezin en de gemeenteleden die hij bezocht als jeugdige collec tant. Vader De Jonge was onaan tastbaar: „Hij had het mooiste beroep ter wereld, zorgen dat zoveel mogelijk mensen in de hemel komen. Wat wil je nog meer? Daarom verdiende hij ook zo weinig, zei hij wel eens, want dit werk was onbetaal baar. Moeder kon dat grapje maar ten dele waarderen". Dominee De Jonge was in de leer, maar had kenn; ook gevoel voor humor: „V moest meestal lachen iets hadden uitgespookt", wil Freek ook dominee won maar als hij een persoon! ontmoeting heeft met schi Karei Appel, besluit hij In de schooltas zaten vier s Westhoek uit Oosterhout. Oi postzegels, armoede, beugel stenaar té worden^Met het stukje over de beugel, Evelien en Elles. spijt, dat wel, want hij had een soort Luther willen „Als ik dominee was gewori had ik zeker een paar hen mingen doorgevoerd". Naast domineeskinderen Zaankanters komen ook liefhebbers van jeugdse ment aan hun trekken. Fi de Jonge beschrijft de voetl velden en belandt dan bij (later opgegaan in AZ), de die betaald voetbal spa „Dat had al vele grote cl naar Zaandam gebracht: I ko, De Baronie, Tubantia,] tersbleek en Zwartemeer", 'Zaansch Veem' is een; tentieloos boekje, dat je een glimlach in een uur kunt lezen. Freek de Jonge: 'Zaansch Vg Uitg. De Harmonie, prijs 19.9: D.V. Belle van Zuylen's 'Brief van Walter Finch aan zijn: (geschreven in 1800) droeg in de originele Franse uit een iets langere titel: 'Brief van Walter Finch aan zijn over diens kinderjaren en opvoeding'. De opvoeding van kinderen hij een dagboek bij, gericht: was in de tweede helft van de Ken je die schilder? dat is Pieter Bruegel. Zie je die vogel? pijn aan zijn vleugel. Zie je die paarden? Strak aan de teugel. Wil je een kauwgum? 'Ik heb een beugel'. Uit 'Het veterdiploma' van Kusters, ill. Joep Bertrams. achttiende eeuw een centraal thema in talloze romans (toen een nieuw literair genre). Belle van Zuylen was in haar 'Brief' rijkelijk laat met haar visie op de ontwikkelings gang van zuigeling tot deugd zaam burger. De vorm die Belle van Zuy len (een Nederlandse adellijke dame die gehuwd was met een Franse edelman, en in het Frans schreef) voor haar boekje koos was wél origineel. Een contemporaine beroemd heid als Benjamin Constant loofde haar erom. Walter Finch is een Engelse edelman die zijn vrouw in het kraambed verliest. Als alleen staande vader (maar wel met huisperoneel!) staat hij voor de taak de kleine William op te voeden. Van dit proces houdt „Koekoeks werk kan men als versnaperingen be schouwen. Wie deze bundel in één ruk uitleest doet zichzelf te kort". Deze kwalificatie staat te lezen op het omslag van de verhalen bundel 'Ossegalzeep' van Hans Koekoek. 'Versnaperingen': dat duidt al op het luchtige karakter van deze verhalen. Diep graaft Koekoek niet. Dat blijkt direct uit de eerste zin van het eerste verhaal: „Hij had voldoende levenser varing om te weten dat je in het leven niets zeker wist". Wie aan het begin van een boek een dergelijk credo leest weet on geveer wat hem in de rest van het boek te wachten staat. Onderhoudend zijn de ver halen wel. Bijvoorbeeld 'Vis soep', waarin tragedie en slap stick op vaardige wijze worden gecombineerd. Een uitstekend idee voor Sinterklaas, deze bundel. Hans Koekoek: 'Ossegalzeep'. Ver halen. Uitg. Fontein, prijs 23,50. H.R. de zoon, met de bedoeling! deze een en ander op zijnaij tiende jaar zal lezen. De 'Brief van Walter 1 geeft een aardig tijdsbeeld1] het sociale leven van de heg kringen in Engeland eni rijk aan het eind van eeuw, en biedt tevens staalkaart van alle geijktek gerdeugden waaraan eent van die tijd diende te voldoe Belle van Zuylen: 'Brief vajl ter Finch aan zijn zoon'. I Nijgh Van Ditmar, prijs f 1 H.R. Fraude is het delict van| jaren tachtig, vindt 1 Hoefnagels in 'Mens fraude en de staat'. Fnl van de grote man en frai van de kleine man, hetla ste tot uiting komend I steunf raude en zwart kil In tegenstelling met vroeger zie je veel kinderen met een beugel lopen. Als je met een spleet van een millimeter loopt, of als een tand maar een beetje afwijkt, dan lijkt het al of je meteen een beugel nodig hebt. Beugels heb je in alle soor ten en maten: sterretjes, bin- nenbeugels, buitenbeugels enz. Als je een beugel moet, ga je naar de orthodontist. En dan begint alles: eerst elas tiekjes om je achterste twee kiezen om plaats te maken. Daarna komen er haakjes, maar dat hoeft niet altijd. Haakjes zijn er voor omje beugel(s) aan vast te maken. Na een paar weken krijg je een beugel en soms meerdere. Om de vier tot zes weken moet je terugkomen om de beugel bij te laten stellen of na te laten kijken. Sommige kinderen krijgen blaren. Dat komt doordat bijv. de beugel te scherp is geslepen of verkeerd is bijge steld. Tien leerlingen van tien basissi heel moeilijk. Uit een heleboel zelf hadden gekozen en opgestu' zen. De gekozen foto's doen me strijd op 12 december. Kinderei kiezen daar dan weer de beste Ruijters van basisschool De Iep zitten. Danielle de Rooij van de Fred luwe) vertelde hoe haar school bekeek. „Eén middag per week kranten. Daar zochten we de bes? beste regionale foto vond ik ook 1 een sigaret wegduwt. Een goede haal over roken en gezondheid. 7 klas niet zo goed." Stern-fotograaf Johan van Gv hier ziet. Hij werd bestookt me den foto's (en koppen) heel belq| stukje wel of niet gaan lezea sen. De schuld van dit alles ligt' gens Hoefnagels bij de die uitmunt in overvloei? ondoorzichtige Niemand, behalve het i lijk apparaat, kan er i uit. De oplossing van j kwaad heeft de Rottere criminoloog ook besc! eenvoudige en heldere r ving en een terughouil overheid. Heel wat bete'l vertrouwenwekkender dan] overheidsapparaat mets burgers aanjagende amlffl ren. Een boodschap die meJ stemming ontvangen den. Temeer daar Hoi ook een voorstander is van] lichtere belastingdruk. Hoefnagels schrijft heP eenvoudig. Hij bevestigt] iedereen al weet, maar toch telkens weer worden. Peter Hoefnagels: 'Mens®' en de staat'. Uitg. AhwM 19.50 m we nu, projijser Smbis Het is ons een woi foot geleerde sis u te mogen ren/i Letty Kosterman en Ivo de Wijs: 'Vroege vc„ Thomas Rap, prijs 15. Gedichtjes van Ivo en Letty uit11 lijknamige radioprogramma op de vroege zondagmorgen Annalisa Viviani: 'De non in het bad'. Uitg. A.W-" prijs 24,90. Pikante middeleeuwse vertellingen met vrouwen, vrij grage geestelijken, onkuise schelmen eng' neerde bedriegers'. Dominick Dunne: 'Society'. Uitg. A.W. Brurt 29,90. Geld, macht en luxe in een verhaal dat in®' verfilmd is tot mini-serie. Roy Inman: 'Judo voor vrouwen'. Uitg. Kosn» 32,50. Met tekeningen en foto's. i

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1987 | | pagina 30