esien ESTEM JE HOEFT HIER HIET ACHTER DE GERANIUMS TE BLIJVEN ZITTEN' 149; EER WERK VA 60; IJ AF IJ KAMERTAPIJT 0SS TAPIJT 60RDIJNEN: npFENeW IJNVELOURS n top kwaliteit. ie zeker niet tegeh uit een groot en kleuren. war!' aai uitgevoerd. k gevoel Kom sne kunt rekenen :e. MSLAG TEITSAANBIEOINGEN n de laatste volle week van deze and wordt het zilveren jubileum van het Dorp ge rei. Koningin Beatrix komt op bezoek en er is een imposium waar het onder andere zal gaan over de irgverlening in een woonvoorziening. Het Dorp ging m 400 bewoners terug naar 350 en is nu op weg r 300. Het belangrijkste aespreksthemc van de vier istdagen is ongetwijfeld de verbetering van de nsituatie. Nu beschikken de bewoners over een /slaapkamer. Straks zullen ze gescheiden woon- en lapruimte hebben. Tenminste als de financiering komt. Aan een actie als destijds valt in ieder ge niet meer te denken. Als aanloop naar de feest- iek een inkijkje. jnd •arte klank sjarige Mislukt Over de kop ZATERDAGI 21 NOVEMBER 19871 Onbegrip Bewijzen Dogela Gezellig ion 01153-1332 MARSEPEIN EN DROSTE ADELETTERS jd en gebak naar E BAKKER t Tel. 01153-1272 gAg-T(L 01153-1781 OTOflEN APX KEURSTATION derdelen voor auto's en stralers nterartikelen bittac en assettespelers tterijen dealer voor il - Pennzoil GT Racing in 4-takt motoren, en en automatische üük TEL.Oi153- eed vanaf. T gebruik: eed gelegd iveren en plaatsen vakkundig- rktapijten o.a. Desso - Tretford' Porbo - Krommenie - Bergo£Z iwenst reserveren wij uw tapifi dat het kan worden gelegd «tie prachtige WEEFSTOFFEN in modern en klassiek. Gem i speciale zelfmaakprijzen. .OEGSTOFFEN AANBIEDING IN tige kleuren, All UÜ eed. Onze prijs, /*la3V iter slechts.i ADVIES-BEZORGEN x METEN-LEGGEN (tapijt) ir Frits Stommels j twaalf uur geldt in het Dorp: wie ït thuis is, wordt gezien. De straten, |de openheid naar de wereld in stand (den, gaan dan op slot, centraal ver nield, zoals dat heet. Er is de laatste i te veel ingebroken. En wat dat be- i mag het Dorp geïntegreerd heten, zelfde integratie is er wat het lawaai keft dat van de Amsterdamseweg jut. In de late avondlijke uren over- it alleen het geblaf van een hond de n van het verkeer. e 24-jarige Jeroen Verbiest uit Rot an, die-in het Dorp woont vanwege ^aangeboren gewrichts- en spierziek- vindt de centrale straatsluiting maar fis. „Kom je," zegt hij, „na twaalven ieen mooie meid thuis, weet gelijk de jende dag de hele buurt het. Je moet nelijk aanbellen en soms lang wach- voor er wordt opengedaan." Hij ■Iter wat op gevonden. Soms blijft hij (nacht of enkele nachten weg. P/oor anderen doet het op slot gaan de straten er niet zo toe. Ze liggen *1 het middernachtelijk uur al lang in k Voor sommigen van hen is het al zeven uur bedtijd, want het valt vaak 'I mee om de hele dag met een handi- actief te zijn. Dat is soms zo ver- tiend dat mensen tegen de avond bek geldt niet voor de 51-jarige Klaas 'intan, vanaf zijn geboorte spastisch teel zijn leven al gebonden aan een "oei. Als een van de oudste bewoners Mt hij al sinds het begin van het T aan de Jachtweg 12. De uit Wor- afkomstige Kooiman is een van de "igen die in het vrije bedrijf werkt en 'et Dorp heeft dat een aparte klank. ier dagen in de week zit hij op Amro- in Arnhem. Eén dag ervan reist hij 1 Amsterdam vanwege zijn lidmaat- iP v^n de ondernemingsraad van de Niet Amsterdam is overigens zijn ngsstad. Dat is Utrecht. Hij is er 'gin de winkelstraten. Maar hij dient trein wel tijdig een seintje te geven mj er in de Domstad uit wil. Want is voorgekomen dat er geen brug aangeschoven en hij verder moest omdat hij de trein niet uit kon. e afstand van het Dorp naar zijn m Arnhem overbrugt hij met een een elektrisch voertuig van beschei- afmetingen, waarvan de vloer kan Zo kan Klaas Kooiman, die op ovember 1966 in het Dorp is gaan en, op eigen gelegenheid met zijn naar binnen rijden. Hij zegt niet |J?'^et ®orP weS te willen gaan, s de eenzijdigheid'. „Ik vergelijk ®e'een buurt waar alleen maar childers wonen of alleen maar mu- e ziet hier geen opgroeiende kinde- n jongeren die op examen moeten "at is jammer." V,f bet niet zo dat er helemaal nooit V «nd door het Dorp sjouwt, want aar wordt wel eens een kind gebo- ij uz°°at 3311 de Vogelaarwee de fa- in (j "3ar' Wnkse, Ton en de zesja- het Dorp geboren dochter Susan, «dienaar 1S ernstig gehandicapt en thief T,me,n met valide vouw en 'denrV er °P de bonnefooi aan 'ti" b®"1'ze niet thuis. Cn wT? Ze8l d3t de elektrische kele van zlJn gewordenn, het it!erst" "^n dat 's een uit- ^gt hij, „want die andere kon- li den nauwelijks van de stad omhoog ko men naar het Dorp toe." Ook vandaag de dag is het nog zo dat jongeren met hun handgedreven rolstoel de helling ne men. Maar gelukkig voor hen worden er tegenwoordig ultra-lichte rolstoelen ge maakt. Want net als Rome is het Dorp op heuvels gebouwd. De ervoor lopende Amsterdamseweg is zelfs zo opgekrikt dat de daken van de huizen op weg hoogte zijn komen te liggen. Kooiman ziet als voordeel dat je er ge makkelijk aanspraak hebt. „Als je thuis komt ben je niet moederziel alleen, als je dat niet walt," zegt hij. „Ook is de hulp- .^Fyerlening. hier. beter georganiseerd dan buiten, in Fokusprojecten bijvoorbeeld. Ik was, om maar eens iets te noemen, nooit aan die auto gekomen als ik niet in het Dorp had gewoond. Ze hadden hier in '78 maandenlang een elektrische auto uit Frankrijk op proef. Op een gegeven moment is de vraag opgekomen wie zoiets het meest nodig had en het ant woord was: Kooiman natuurlijk. Vanaf dat moment hoefde ik niet meer in weer en wind in een open wagen te zitten." Hij ziet het Dorp wel zitten. Ook als plaats om jezelf via allerlei cursussen te ontplooien. „Je hoeft er in ieder geval niet achter de geraniums te zitten," zegt hij. Voor hem is het wel zo dat de inte gratie met de omliggende Arnhemse wij ken is mislukt. Daarvoor is het te mas saal en zeker in het begin een soort ver gaarbak. „Als het nu nog gebouwd moest worden," zegt hij, „zouden het kleinere eenheden worden, verspreid lig gend over het land, maar zeker niet meer allemaal op één en dezelfde plek." Dat is niet de mening van voorzitter directeur Bram Rinkel, 57 jaar en valide, die in 'groot' wel voordelen ziet. De voordelen die hij noemt: „Je valt hier niet op als gehandicapte en het vergroot de privacy. Niet alle bewoners kennen elkaar." Hij heeft het in dat verband over anoniem kunnen blijven, maar dat valt best tegen als je met bewoners praat. Rinkel weegt zijn woorden op een schaaltje en vaak zijn ze te mooi. „Arn hem," zegt hij, „is een rolstoelvriende- lijke stad, de toegankelijkheid van ge bouwen en winkels is er groot en je past er meer in het straatbeeld dan elders." En hij voegt eraan toe: „Aanvankelijk hebben we een te idealistisch beeld over integratie gehad, zo in de trant van: 'mag ik er in Arnhem bijhoren, kan ik klant zijn in de winkels, in de bioscoop, zodat ik hier thuishoor?". En heel romantisch: „maar het leven in het Dorp zal nooit beter of slechter zijn dan in de rest van Nederland". Helemaal niet romantisch zijn er de le vensgeschiedenissen. Zoals het verhaal van de sportleraar die in zijn vakantie valt en er een zeer hoge dwarslaesie aan over houdt of het verhaal van de man die na een zelfmoordpoging zwaar lichame lijk gehandicapt verder moet leven. Of de geschiedenis van Gerrit Arendsen, die bezig aan een wereldreis met een auto over de kop slaat en vanaf dat moment geen hand of voet meer kan bewegen. Hij is nu 52 jaar, toen het gebeurde was hij 31. Arendsen, in 1958 naar Australië geëmi greerd en daar manager van een super markt in Sidney, begint in 1966 aan een wereldreis. Hij gaat naar Amerika, waar een zus woont, en steekt met de boot over naar Nederland. Daar slaat hij met een gehuurde auto over de kop en breekt W E E IC E u „Het Dorp is geen hoop ellende, maar een vrij opgewekt gezelschap. Je hebt er de mogelijkheid om iemand te zijn. Je kunt er iemand van aanzien worden.- foto gelderund pers Het Dorp is nu echt een dorp geworden zijn nek. Aan teruggaan naar Australië hoeft hij niet meer te denken. Over toen: „Ik woonde vijfentwintig kilometer van het centrum van Sidney en had alles wat mijn hartje begeerde. Uit gaan, lekker eten en drinken, en naar de paardenraces. De laatste drie jaar deelde ik de woning met een vriend. Met hem kwam ik op een gegeven moment op de gedachte aan een lange reis. We hebben al onze verzekeringen opgezegd en zijn op weg gegaan. In Nederland ging het uitgerekend op de dag dat ik mijn pas ging ophalen om weer te vertrekken, mis." En nu: een elektrische rolstoel, van waaruit hij met een stokje in zijn mond alles elektronisch bedient, de radio, de draaitafel, de tv, de gordijnen - want ook zijn armen beantwoorden niet meer aan zijn wil. Toch heeft hij geen zin om zich te laten kisten. Hij zet zich in voor de bewoners van zijn straat, die de Meentweg heet, zit in de bewonersraad en maakt zich druk over het weinige geld, waarmee zijn buren rond moeten komen. Als huur en levensonderhoud betaald zijn houden de meesten nog zo'n 250 gulden over. „Wat heeft het dan nog eigenlijk voor zin om naar de stad te gaan? Je kunt toch niks besteden," zegt hij. „En de mensen hebben hun spaar centen onderhand opgemaakt." Hij kan zich kwaad maken over het on begrip dat er voor gehandicapten, ook in een stad als Arnhem, bestaat. „Ze stap pen gewoon over je voetsteunen heen om maar eerder aan de beurt te kunnen zijn en ik heb wel eens een kwartje gehad van een kind dat door de moeder op me was afgestuurd." Daartegenover staat dat marktkooplui hem op de wekelijkse markt herkennen en hem met egards be handelen. Onbegrip heeft hij voor levenslang ge handicapten die vervelend zijn voor vali den. „Mensen die altijd thuis of in een inrichting hebben gezeten kunnen zich er geen voorstelling van maken hoe een va lide leeft. Ze leggen ontzettend veel be slag op zo iemand. Ze hebben nooit mee gemaakt wat ik heb ervaren, nooit ge danst en geboemeld, zoals ik, die overal in Sydney te vinden was, behalve thuis, you know." Hij zegt het met in zijn stem iets van voltooid verleden tijd, want hij weet dat het nooit meer wordt zoals het eens is geweest. Heel anders klinkt Jeroen Beniest. „Ik heb er geen probleem mee dat mijn handjes krom staan en ik moeilijk loop," zegt hij. „Daar heb ik vrede mee gekre gen. Dat anderen het er moeilijk mee hebben is hun probleem." Stoere taal van een van de weinige bewoners die niet aan een rolstoel gekluisterd zijn. Die houding is hem overigens niet zomaar komen aanwaaien. Zelfverzekerd: „Men sen knappen af als ze jarenlang in een ziekenhuis moeten liggen. En ook het ge handicaptenwereldje op zich werkt in de hand dat het zielig is, maar ik blijf zeg gen dat als de mensen Jeroen Beniest mogen dan accepteren ze ook zijn handi cap." Hij zegt: „Toen ik achttien was en ik vrienden en vriendinnen lekker zag zwemmen en duiken, heb ik flink staan vloeken en het op een zuipen gezet. Maar ik dacht: ik heb een rijbewijs en zij niet - en dat bracht het weer een beetje in evenwicht. Afgelopen zomer ben ik wezen zeilen, we waren met vier gehan dicapten en twaalf niet-gehandicapten. Ik had ook met mensen van mijn straat op vakantie kunnen gaan, maar dan had ik allerlei kennismakingen gemist. Zo heb je hier ook veel clubs en zo, maar als je daar blijft hangen dan kom je nog nooit het Dorp uit en ik houd juist zo van uitgaan en lekker rondhangen in de stad." Jeroen Beniest, in het weekend achter de bar van het bruin café van het Dorp te vinden, is hard aan het sparen voor een cursus parachutespringen en skydi ving. Dat laatste heeft alles te maken met vrije val. Hij is de eerste lichamelijk gehandicapte in ons land die dat gaat doen. Één sprong heeft hij gemaakt, vastgemaakt aan springers rechts en links van hem. Over die ervaring: „Je staat op vijfendertighonderd meter op een richel. In de vrije val doe je vijfen dertig seconden over tweehonderd kilo meter, maar dat merk je niet. Als de pa rachute wordt opengetrokken is het op eens heel stil. Het is alsof de hele wereld van jou is. Je moet dat ervaren hebben, ik wil nu kijken of ik kracht genoeg in mijn handen heb om zelf zo'n parachute open te trekken. Als ik het geld bij elkaar krijg gespaard ga ik volgend jaar zo'n cursus volgen. Die is wel duur, eenen twintighonderd gulden." Na jarenlang ziekenhuizen en revalida- tieoorden woont hij nu drieëneenhalf jaar in het Dorp. Voor die tijd heeft hij - na een jaar begeleide kamerbewoning - zelfstandig in een benedenflat gewoond. „Ik wilde me bewijzen voor andere men sen, maar ik beantwoordde niet aan de wensen van de omgeving. Zo had ik een wild tuintje en dat was een doorn in het oog van de bovenbuurvrouw. Toen ik op een keer weg was heeft ze het gesnoeid. Met mijn handicap ging het steeds moei lijker. De wijkverpleging moest eraan te pas komen om me te helpen met wassen en aankleden. Via een paar mensen die ik kende van ziekenhuizen heb ik toen gebeld met het Dorp. Er is een maat schappelijk werker langs gekomen en in drie, vier maanden was alles rond. Ik ben hier een heel stuk vooruit gegaan en mis schien ben ik dadelijk weer zo ver dat ik zelfstandig kan wonen. In het begin moest ik spalken langs de armen dragen en moest ik gevoed worden. Ik dronk toen bier met een rietje - nee, ik ben er nooit zat van geworden." Als de avond over het Dorp begint te vallen zegt hij dat het zijn ideaal is om een paar jaar uit Nederland weg te gaan en te werken in een kibboets of op een boerderij. Hij heeft de ervaring dat bij het solliciteren de handicap altijd tegen je werkt. „Aan de telefoon zeg ik dan: 'ik zit nog met een probleem. Ik ben licha melijk gehandicapt, met de nadruk op li chamelijk, Want soms denken ze ook nog dat je gek bent'. Maar als je dat gezegd hebt hoeft het meestal al niet meer." Hij vertelt er meteen iets achteraan dat zijn eigenwaarde weer oppept. Trots: „Ik heb een vriendin gehad die me op een gege ven moment eerlijk bekende dat ik zeker zo goed was als de valide jongens die zij had gehad." Gea Boekhout is 26 jaar, valide en sinds driejaar Dogela. Dat staat voor dorpsge meenschapleider Arnhem. Het Dorp heeft driehonderd van deze meest jonge vrouwen en mannen. Zij werkt in de straat waaraan Jeroen Beniest woont en is deze morgen een uur eerder naar haar werk gekomen om iets over zichzelf en haar werk te vertellen. Die afspraak heb ik de avond daarvoor met haar in het restopunt van de Kluchtweg - waar de mensen hun eten komen afhalen- ge maakt. We passeren enkele stalen verpleeg sters, die her en der in de straat verspreid staan. Het zijn liften, waarin de mensen worden gehangen als ze op bed of op het toilet worden getild. „Het is doodeng," zegt Gea Boekhout, die zichzelf er eens in het hangen. „Als ik uit de hengsels val kan ik nog wèt, maar een gehandicapte valt als een dood gewicht." Sommigen moeten wel zes of zeven keer per dag in zo'n tillift. Deze zegen van de techniek, waarmee tot nu toe geen ongelukken zijn gebeurd, betekent een ontlasting voor de Doge la's. Eerder moest het tillen met pure li chaamskracht gebeuren. Naast de lift zijn er nog andere gemakken van de techniek, zoals een draaischijf op het toi let en het bed dat naar wens omhoog en omlaag kan. Opvallend in de straat zijn ook de accu-oplaadpunten. Zeker negen tig procent van de driehonderdvijftig be woners rijdt in een elektrische rolstoel. Het zeurende geluid ervan is dan ook alomtegenwoordig. „Voor een groot deel ben je puur met verzorging bezig," zegt Gea Boekhout, die de hbo-cursus inrichtingswerker volgt. „En verder verricht je veel hand en spandiensten. Maar vaak kom je ook tot een intiemer contact dan verzorging alleen. En dan weet je op de duur dat de vrolijke stemming van iemand in vijf mi nuten kan omslaan in het tegendeel. Je kunt hier als bewoner ook niet zo maar weg, zo van: ik ga effe de stad in. Zeker niet; winter, wanneer het koud en nat is en de drukke heuvelachtige ver keersweg voor velen een groter probleem vormt dan wanneer de zon schijnt." Ondanks het feit dat de mensen apart wonen vindt Gea Boekhout haar straat, waarin verhoudingsgewijs veel jongeren wonen, toch iets gezelligs hebben. Doge la's werken er op afroep en reageren er op rood, groen en geel licht. De kleur geeft aan in welk deel van de straat met zo'n dertig bewoners er wordt gebeld. Zij is er de hele dag druk bezig. „Alleen in de nachtdienst is er meestal wel een rust- puntje," zegt zij. „Je kunt dan wat admi nistratief of schoonmaakwerk doen of kleding verstellen. Maar ook dan is er geen tijd voor het breien van hele truien." Bij het afscheid zegt zij het wezenlijk te vinden dat niet de Dogela, maar de bewoner van het Dorp zelf verantwoor delijk is. Dat geldt net zo goed voor het tijdstip van naar bed gaan als voor het gebruik van een medicijn. „Wij zijn hun armen en benen," zegt Gea Boekhout, „maar niet hun hoofd." Dat blijkt heel duidelijk bij de 61-ja rige mevrouw Diny Ziengs uit F.mmen, wonend aan de Scheperweg 26. Zij is vanaf haar tweede jaar polio-patiënt. Ze zegt eerst met stokken te hebben gelopen totdat ze twintig jaar geleden zo ver was achteruitgegaan dat ze ziekenhuis in, zie kenhuis uit moest en operatie op opera tie volgde. Ook nu is ze net terug van bijna twee maanden Maartenskliniek. Daar is een jaren geleden aangebrachte staaf uit haar rug gehaald. Toch durft zij te zeggen dat ze eigenlijk nooit ziek is, „alleen heb ik zo nu en dan van die wis sewasjes." Diny Ziengs zegt zich in het Dorp op haar plaats te voelen. „Ik ben hier inge burgerd," zegt zij, „en ik peins er niet over om hier nog weg te gaan. Je hebt hier je werk en je leeft hier en ik heb wel eens gedacht dat ik het vijf jaar eerder had moeten doen." Naast het feit dat ze niet kan lopen heeft ze suikerziekte. Daarom neemt ze 's avonds een boter ham mee uit het restopunt aan haar straat om 's morgens in bed te kunnen ontbijten. Dat is ook het moment waarop ze zichzelf spuit. „Ik heb dat per se zelf willen leren, anders ben je zo ge bonden. Ik ben nu eenmaal geen mens om vast te zitten." Ze is actief in de selectie- en recreatie- commissie en zit in de muziekvereniging van het Dorp Muvedo, een ensemble van mondorgels in combinatie met drums, elektronisch orgel en gitaar. De selectie commissie oordeelt over het toelaten van toekomstige bewoners. Diny Ziengs is wel iemand die past in de visie van voorzitter/directeur Bram Rinkel. Deze zegt: „Het Dorp is geen hoop ellende, maar een vrij opgewekt ge zelschap. Je hebt er de mogelijkheid om iemand te zijn. Je kunt er iemand van aanzien worden."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1987 | | pagina 35