Wens van Slauerhof gerealiseerd Mondriaan en Ale chin sky als schrijvers SCHRIJVER GEGREPEN DOOR PROBLEEM VAN KERNBEWAPENING Wiesel en het geheim van de holocaust DESTEM EXTRA BOEKENGIDS VR13DAG 20 NOVEMBER 1987 „Met mijn vader maak ik ruzie over kernwa pens", schrijft Martin Amis in de inleiding van zijn bundel verhalen 'Einsteins monsters'. De nu cleaire dreiging is zijn belangrijkste inspiratie bron en hij stelt moedeloos dat kernwapens mis schien pas aangepakt worden als de generatie van zijn vader het loodje heeft gelegd. Walging Bezwaren Religie Auivi. uiuo c vni éPERLAND 1 EDERLAND 2 SERIE VOOR BIBLIOFIELE FIJNPROEVERS Gespeletenheid T49 Door Henk Egbers De Friese arts-auteur Slauerhof (her)lezen tussen het vele actuele dat je onder ogen krijgt, overtuigt nog weer eens van de kwaliteit van zijn werk. De bundel 'Verwonderd saam te zijn' werd volgens een uit 1935 stammend, maar niet uitge voerd, plan nu, in 1987, ge realiseerd. Hij bevat dertien proza-stukken en een ver antwoording van K. Lek- kerkerker, de tekstverzor ger. De inhoud is dezelfde als die ondergebracht is onder het hoofdstuk 'Verspreide verha len' in deel I van het Verzameld Proza (dat ook nog het toneel stuk Jan Pietersz. Coen bevat). De titel 'Verspreide Verhalen' stamt van de commissie voor de verzorging van de nalaten schap van J. Slauerhof', maakt Lekkerkerker duidelijk. En hij voegt er aan toe: „Had zij de brief gekend, dan had zij zon der twijfel aan Slauerhoffs titel de voorkeur gegeven." Die brief schreef de auteur in 1935 aan uitgever Stols. Daarin stelt hij voor een aantal van zijn on gebundelde verhalen te laten verschijnen onder de titel 'Ver wonderd saam te zijn'. Lekker kerker doet dan uitvoerig ver slag hoe het ieder van de opge nomen verhalen vergaan is en voegt er annotaties bij die tekstverhelderend zijn. Het leven van deze over alle wereldzeeën zwervende arts werd gekarakteriseerd door een anarchistische houding ten aanzien van de Nederlandse bourgeoisie. Vooral aangetrok ken door het type mens dat leeft in Zuid-Amerika en China wordt zijn gevoelsleven sterk onder druk gezet. Zijn Friese geaardheid houdt hem af van lyriek, zodat zijn verha len daarover iets journalistieks hebben. Tussen de regels door kun je als lezer zelf de emotie invullen, want zijn verhalen zijn wel uit het leven gegrepen. In 'De geschiedenis van het paarlensnoer' wordt verteld hoe een Amerikaanse inge nieur, als koele noordeling, in Lima ten prooi valt aan de pas sies van een vrouw. In 'Cher- chez la femme' wordt een mui tende kapitein ten tonele ge voerd, die de Franse vloot weerstaat, maar in de Stille Zuidzee kapseist voor een vrouw. In 'Naklanken' wordt een arts gek, die in het Zuida- merikaanse zijn schaakspel met de pastoor belangrijker vond dan een kind in dood strijd bij te staan. In 'De dood van Dutrou Bornier' zet hij te genover elkaar zendelingen op een Kanaken-eiland en een Fransman die er met de konin gin van het eiland trouwde. Et cetera. C.J. Kelk, zijn biograaf, zegt ergens dat het Oosten Slauer hof ootmoed leerde of beter, zijn ootmoedigheid van blanke, versterkte. Elders leerde hij mensen kennen, die hem als gesloten Hollander nog beter lieten voelen hoe zeer hij met zijn gevoelsleven in de knoop zat. We hebben daaraan mooie verhalen overgehouden. Ze zijn bekend, want over Slauerhoff is heel wat geschreven en her drukken van zijn werk zijn er nog regelmatig. Deze recon structie van zijn wens uit 1935, met de tekst van zijn grote des kundige Lekkerkerker, is mo gelijk voor Slauerhof' fans in teressant, maar zeker ook voor de nieuwe generatie lezers, die nog van Slauerhof moet horen. J. Slauerhof: "Verwonderd saam te zijn'. Uitg. BZZTöH, prijs 39,50. De monsters van Martin Amis Door Dirk Vellenga Die vader is Kingsley Amis, die ooit als 'angry young man' een schokkende entree maakte met 'Lucky Jim' en vorig jaar de Engelse Booker Prize won met zijn 'Oude reuzen'. „Mijn vader beschouwt kern wapens als een onwrikbaar ge geven. Wapenovereenkomsten zijn zinloos omdat de Russen altijd vals spelen". Het moeten harde discussies zijn tussen vader en zoon Amis. Martin wijst op de waanzin van een oorlog die alleen ver liezers kent en Kingsley pa reert op zeer satirische wijze: hoezo veel geld, hef al die kunstraden op, van die subsi dies hou je een kernonderzeeër een jaar lang in de vaart. De kloof tussen de twee is niet te overbruggen. Kingsley Amis, ooit de spreekbuis van de eerste na-oorlogse generatie, houdt zich met heel andere dingen bezig. In 'Oude reuzen' laat hij vier echtparen van over de zestig praten over te veel vrije tijd en andere ongemak ken. Zijn zoon heeft 'de mo derne tijd' als onderwerp, het morele verval. De twee kunnen het overigens best met elkaar vinden in de privésfeer. 'Einsteins Monsters' is het tweede boek van Martin Amis dat in Nederland is uitge bracht. 'Geld' (1984) vestigde zijn naam in ons land, maar daarvoor had hij al vier boeken geschreven en had hij met zijn harde stijl al veel weerstanden oproepen. Op zijn 24e (in 1973) werd zijn eerste boek 'The Ra chel Papers' gepubliceerd. Veel critici veronderstelden dat zijn vader Kingsley voor kruiwa gen had gespeeld. Maar later werd de naam van de oude Amis steeds minder genoemd, Martin trok zelf voldoende aandacht. Met bevriende auteurs als Ian McEwan en Julian Barnes pro beert Martin Amis de Engelse roman eigentijds te maken. Snel vermaak, slecht voedsel en veel sex (bij voorkeur mas turbatie) vormen de ingrediën ten van zijn eerste boeken. 'Geld' is veel doeltreffender, omdat alle angst en walging zijn samengebald in de hoofd persoon, John Self, en het rauw en agressief vertelde verhaal een duidelijk eindpunt heeft: de verdommenis. Deze John Self is een recla meman die in Amerika een film mag maken. Succes en geld liggen voor hem klaar, maar hij krijgt alleen maar té maken met lastige acteurs en maffe zakenlieden. Hij is bezq- pen of heeft een kater, sukkelt van vreettent naar topless-bar. Met het script wil het niet luk ken. Tenslotte laat John Self uit Londen de schrijver Martin Amis komen. De schrijver voert zichzelf op als bijpersoon om nog eens aan te geven dat het allemaal maar bedacht is. Hij vindt het onzin de schijn op Martin Amis. te houden dat hij een realiteit beschrijft. Dat is een van bezwaren die zijn vader tegen zijn aanpak heeft. De klare taal van Martin vindt Kingsley verder te over dadig en te veel gevuld met slimmigheden. Zelf schrijft Amis in 'Einsteins monsters' dat zijn boeken 'hysterisch en zelfvernietigend' zijn. Hij zegt ook dat hij nu ontdekt heeft dat daar een 'nucleaire uitleg' voor bestaat. Onze moraliteit is aan het verrotten, stelt hij, en dat - FOTO PENGUIN komt omdat onze regeringen zo pervers zijn dat ze plannen uit denken om de mensheid uit te roeien. Daarom hebben de bur gers geen enkel schuldgevoel meer. De titel 'Einsteins monters' slaat op kernwapens, maar ook op onzelf. Martin Amis: „Wij zijn Einsteins monsters, niet helemaal menselijk, niet in dit stadium". Deze tijd is duidelijk anders dan andere tijden, zo verklaart hij de gevoelens van zelfvernietiging bij hemzelf en bij de andere aardbewoners. Ook vroeger was er sprake van afbraak en decadentie, maar nu gaat het om een nieuw ver val, een oneindig verval. In ons hoofd is de nucleaire oorlog al gaande. We proeven de vernie tiging elke dag. De dood is aan hyperinflatie onderhevig en daardoor is het hele leven in waarde gekelderd. Wapens zijn net als geld, schrijft hij, niemand heeft er ooit genoeg van. Of de nu cleaire dreiging nu kan dienen als rechtvaardiging voor ons onverantwoordelijke gedrag blijft een interesante vraag. Het lijkt of Amis deze stelling achteraf heeft bedacht en nu als religie belijdt. Maar het maakt zijn visie in ieder geval voller en duidelijker: de mo derne mens is een asociale veelvraat, die gefascineerd is door geld, succes en dodelijke wapens. Martin Amis heeft iets met Amerika, het land dat als sym bool van moderne hebzucht kan gelden. Hij is getrouwd met een Amerikaanse vrouw en hij kent het land, omdat hij er een paar jaar woonde toen zijn vader les gaf in Princeton. In 'The Moronic Inferno' bracht hij essays en interviews samen, die te maken hebben met de VS. Hij sprak met schrijvers als Norman Mailer, John Updike, Truman Capote en Saul Bellow, de filmers Ste ven Spielberg en Brian De Pal- ma, maar ook met Playboy baas Hugh Hefner en president Reagan. Hij breekt deze groot heden met satanisch genoegen af en constateert slechts effect bejag en geldzucht. Aan de andere kant houdt hij van Amerika. „Amerika is mijn andere land, het land van mijn verbeelding. Het is veel te groot en te gevarieerd om tegen te zijn". Hoewel hij de grote Amerikaanse auteurs de oren wast, zegt hij„Ik hou van de Amerikaanse roman, van zijn omvang, zijn ambitie, zijn vrij heid". Martin Amis vergaapt zich aan de oppervlakkigheid en het verval, aan de glamour van het consumptieparadijs Ameria, maar hij is een moralist en is in zijn boeken op zoek naar de kern van de veelkleurige deca dentie, die hem blijft aantrek ken. Dat zoeken doet hij in zijn werkkamer. Grote lijnen en harde meppen, dat is zijn stijl, niet het subtiel opbouwen van een verhaal, waarin verschil lende karakters hun deel van de werkelijkheid tonen. In de korte verhalen in 'Ein steins monsters' gaat Martin Amis iets meer de kant uit van de science-fiction, waarschijn lijk door de nucleaire schok die hem getroffen heeft. Ze spelen zich af in een tijdperk vlak voor of na de grote wereldramp en in 'de onsterflijken' is de hoofdpersoon een man die niet dood kan gaan en alle hoogte punten in de geschiedenis heeft meegemaakt. „In het Rome van Caligula ging ik beseffen dat ik een drankprobleem had". Hij is getuige van de apocalyps die in 2045 in Tokio aan aanvang neemt. Liefhebbers van de moralis tische geld-succes-wapens- verhalen van Martin Amis zul len de schrijver straks nog ver der moeten volgen op zijn speurtocht door de nucleaire winter. Zijn nieuwe boek zal 'London Fields' heten en speelt in het jaar 1999, als de bom ge vallen is. Zal hij pas de pen neerleggen als hij zijn vader, de 'oude reus' Kingsley, over tuigd heeft? Martin Amis: "Einsteins mon sters'. Uitg. Contact, prijs ƒ24,90. Martin Amis: 'Geld'. Uitg. Con tact, prijs 39,50. Kingsley Amis: 'Oude reuzen'. Uitg. Veen, prijs 29,90. Door Henk Egbers WIESEL, die in 1986 de Nobelprijs voor de Vrede kreeg, is ook een begena digd schrijver. Je kunt zeggen dat zijn prijs mede tot stand kwam door zijn literaire activiteiten. Daarvan kun je kennis ne men via zijn nu door Dirk Kroon uit het Frans ver taalde roman Le serment de Kolvaillèg uit 1973 in 'Zwij gen over Kolvillag'. Daarin komen vooral aan de orde opvattingen over leven en dood in de Joodse geschiede- Elie Wiesel heeft in dit boek zijn 'boodschap' gevat in een boeiend verteld ver haal; niet als omhulsel van een betoog, maar als een geïntegreerd geheel. Het No- belprijscomité zei: 'Wiesel is een boodschapper voor de mensheid, een belangrijke geestelijke leidsman in een tijd waarin geweld, onder drukking en racisme nog al tijd het beeld van de wereld bepalen'. Zo dik ligt het er in deze roman niet op. Wiesel weet waarover hij het heeft. Hij werd in 1928 in Sighet, Roemenië (toen Hon garije) geboren. Vanaf 1944 zat hij in een concentratie kamp. Na de bevrijding woonde hij eerst in Frank rijk en sedert 1956 in Ameri ka, New York. Hij is hoogle raar aan de universiteit van Boston en voorzitter van de United States Holocaust Me morial. Hij is maatschappe lijk vaak opvallend actief. In 1985 vroeg hij via de wereld pers Reagan om in Duitsland geen bezoek te brengen aan een SS-begraafplaats en on langs mengde hij zich publie kelijk in de rechtszaak tegen Barbie. Het grondpatroon van het verhaal is tamelijk traditio neel: de tegenstelling joden- dom-christendom, tastbaar gemaakt in het dorp Kolval- lag. Daar is een jongen (christen) verdwenen. Moord? De schuldvraag spitst zich toe op een zekere Mosje, die enerzijds de profe tenmantel krijgt omgehan gen en anderzijds als een soort dorpsgek met hemelse krachten wordt beschouwd. Alles leidt tot de zoveelste progrom in de geschiedenis. Kolvillag wordt weggevaagd. Azriël is de enige overleven de, die deze Jobstijding nog kan overbrengen. Hij heet ook gek te zijn. Wiesel brengt dat gegeven (gek-normaal) sterk in binnen deze context van 's mensen religieus be staan; binen de vraag wat het "jood-zijn' voor godsdien- stig-maatschappelijke kon- sekwenties in zich draagt' Kolvillag, het massa»,., getuigt van de absurdjJ van iedere dood; de h» schappij der krankzimj, heid. „De Meester van J heelal is gek geworden". dood overwinnen? „jw met het redden van je naast Maak hem duidelijk dat b vluchten in de dood onzinij ger is dan het vluchten ink leven. Een schepsel dat 14 bang is voor de dood is s achterlijke die wil sterve Angst is een gezond vg schijnsel en betekent af« zing van de dood. Het bew Kolvillag bezweek onder j angst". Dat is het paradoxs uitgangspunt; de getuigen van de enig overlevende, 4 een jongeman met ieli moordplannen zijn verhaj vertelt. „Ik begrijp je. Gel» ren na de holocaust heb jee de last van overgehouden) niet het geheim." Azriël vertelt over de vu houding jood-christen, wantrouwen, in Kolv® Alles culmineert zich j Mosje die overging tot d waanzin zoals men overga tot het geloof. Zijn waarnj hielp hem standhouden neemt de schuld op zichü de dood zijn zin teruggeva Mosje: „Sterven boezemt® geen vrees in. Leven eva min. Wat mij vrees inboe zemt is, het verschil tri leven en dood niet meer kunen zien. Er zijn die dood zijn, maar hetiii weten.Jood zijn is: ke nen onderscheiden. In om traditie heet het gevaar: va menging, de vijand: ctw Jood zijn is gescheiden vi de anderen leven, maar ui tegenover de anderen. J onschuldige die zich vrij») Comedy )0J hour ,„r de verzameltitel 'Co- L hour" zendt de KRO tv- Nieuw is allereerst mh' een Amerikaanse ge beids, die zich in de pla- husiness afspeelt. Hoofd en is Sandy Beatty, een iheiden vrouw met een elfjarige zoon. Ze hoopt L, York een nieuw leven „rinnen en start met een ntie bij de platenmaat- Fujpij Throb. Als tweede ■/keert 'Mijn dochter en terug- Opnieuw zijn Ri- j o'Sullivan en Joanna iey te zien in een nieuwe w belevenissen van we maar Simon Harrap en dertienjarige dochter iantha. Yamaquechi's dilemma IKON presenteert een ■oudere BBC-film, geti- i 'Meneer Yamaquechi's mma'. Hoewel het gezin de Japanse zakenman oaquechi in betere om- .digheden verkeert dan gemiddelde Japanse fami- is niet iedereen even ge- yg. De geslaagde carrière yamaquechi eist zijn tol: ,holisme, ziekte en een lenechtelijke relatie. Zijn luw heeft het daar erg ijk mee, maar zij vindt jdelijk troost in een uwe religie. De belofte (drama werd met vijf s bekroond. 'De belof- et verhaal van de zor- levende Bob Beuhler. jn onbekommerd be komt plotseling een als zijn moeder over- t'anneer hij naar huis eert, wordt hij herin- an zijn jongere broer e geestesziek is. Bob is jaar geleden het huis ian, omdat hij met zijn aiet kon omgaan. Bob ert zich ook de belofte n moeder om voor DJ. en als zij er niet meer profeet en eerste messiasv: een mensdom dat niet CltftlWP» bestaat'. Om vervolgens besluiten: 'Wie is Mosje? Jij en ik'Een levensiil® r— fie die knelpunten tussenj» 20,50 dendom en christendom (K__ scherp zet. Niet aantrefc'1 liik maar met een knanvs shenff achter de gren" li]K, maar met een Knapm, Belrische titel van haal en in een gespannens»8.ls üe Be,glscne lHel van heel ervaarbaar gemaakt De sheriff zit achter. 1 Brooks' dolle westernpa- ie 'Blazing saddles'. In Elie Wiesel: 'Zwijgen (4 wordt een nieuwe spoor- Kolvillag*. Uitg. prijs 34,50. a door het westen van rika aangelegd. De :uwe route moet door Rock Ige lopen, een stadje dat icht is om zijn wetteloos- Id. De louche advocaat en julant Lamarr, die veel ld aan de spoorweg hoopt erdienen, doet de gouver- ur een voorstel om een sheriff te benoemen, bewoners van Rock Ridge en dan vanzelf de benen. NOS 09.30 slecht? 13.00 slechtl 14.00 (l),seij meer: deelnel Schel] KRO 14.30 filmkd WalteJ Sinat 16.15 nog al. progrd 17.30 17.46 18.11 18.30 19.00 om 19.J come dochti come 20.00 20.28 21.00 Marpl; pastor] 22.00 23.00 politie NOS 2355 00.00 slecht; 00.05-1 Judot NOS 19.45 20.10 20.20 2050 Door Henk Egbers BIBLIOFIELE uitgaven - dus fraai verzorgde boeken in beperkte oplagen voor fijnproevers - heeft uitgeverij Meulenhoff ondergebracht in een zo geheten Ceder Editie. Deze bevat novellen, verhalen en essays; literaire (her)ontdekkingen in een pre cieus jasje voor een bibliofiele prijs. Er zijn nu zo'n twintig titels verschenen. Hierbij een reactie op de laatst verschenen exemplaren. Van Samuel Beckett werden drie ver halen en een aantal kortere teksten onder de titel 'Verhalen en teksten' bijeenge bracht in 1976 en nu herdrukt. Het is proza uit de literaire beginperiode van deze Ierse schrijver. Voor lezers die nog steeds moeite hebben met het latere proza van hem (en dat is niet zo denkbeeldig) zijn deze teksten goed te lezen. Ze maken je ook inhoudelijk vertrouwd met zijn inte resse voor de 'dakloze' mens. „Zo ging ik voort, in het gruwelijk hel dere licht, weggedoken in mijn oude vlees. Ik joeg een uitweg na en liep ze allemaal voorbij, rechts en links, en mijn geest, ha kend naar dit en naar dat, werd steeds te ruggestuurd naar waar niets was", is een karakteristieke zin uit 'Het kalmerings middel'. Ook in de andere teksten wordt je op een plastisch gevoelige manier gecon fronteerd met de schoonheid van ellende en bederf. Van de belangrijke Oostenrijkse auteur Ilse Aichinger (haar roman 'Naar de an dere oever' is hier nogal bekend) ver scheen voor het eerst in Nederlandse ver taling de verhalenbundel: 'De Gefesselte', 'De Gebondene' een representatieve keuze uit dertig jaar. Het zijn hallucine rende teksten. Frank Schuitemaker leidt ze in: „Aichingers teksten zijn zo eenvou dig dat het velen te machtig wordt; ze zijn ontstaan als één groot verzet tegen de dwangbuis van de nazi-taal." Het titelverhaal is symbolisch geladen. In 'Mijn taal en ik' lees je: „Mijn taal en ik, wij praten niet met elkaar, we hebben elkaar niets te zeggen." Haar economisch taalgebruik werpt je als lezer op jezelf te rug. In relatie met de inhoud kan je dan een zin opvallen als „Leven is geen bijzon der woord en sterven ook niet. Ze zijn alle twee aanvechtbaar, ze camoufleren, ze de finiëren niet. Ik weet misschien waarom. Definiëren grenst aan ondermijnen en stelt alles bloot aan de kritiek van de dro men." De opmerking „En begon zij niet steeds meer te lijken op de man met zijn oude kamerjas, wiens zwijgen iedereen als geklets opvatte, afgezien van zijn naam" (uit 'Herodus') zegt ook iets over de (on) macht van taal, die zij zo meesterlijk in deze veertien verhalen voelbaar maakt. Piet Mondriaan (1872-1944) is als beel dend kunstenaar zeer bekend, maar als li terator nauwelijks. Zijn literaire nalaten schap is ook alleen van anecdotische waarde. Dat probeert Carel Blotkamp duidelijk te maken in 'Piet Mondriaan als literator'. Voor dit artikel (eerder versche nen in Maatstaf in 1978) kon hij beschik ken over interessante- en niet eerder aan de openbaarheid prijsgegeven bronnen. In het boekje van Piet Mondriaan: Twee verhalen'wordt meer dan de helft van de ruimte gebruikt voor de beschouwing van Blotkamp. De beide verhalen zelf beslaan, in een grotere letter gedrukt, niet meer dan veertien pagina's. Maar het is de moeite waard om te lezen hoe Mondriaan de taal heeft proberen te gebruiken om beeldende klanken, ritmes en sferen te schilderen. Bovendien ontvouwt hij daar bij enkele typerende gedachten. Aange vuld met andere documentatiemateriaal een prima boekje. Literair heeft die andere beeldende kunstenaar, Pierre Alechinsky meer in zijn mars. Dat blijkt uit 'De andere hand' verhalen van een schilder, vertaald door Hugo Claus en Freddy de Vree. Het is de eerste Nederlandse bundel met een repre sentatief overzicht van zijn poëtische pro za. Historisch is het interessant hem te zien teruggrijpen op collega-kunstenaars als Jorn, Appel, Dotremont, Breton en Mi- chaux. Maar de teksten zelf kunnen je prikke len door hun beweringen, ongrijpbaar heid, stijlvarianten en hun 'schilderach tigheid'. „Met duizend schilderijen voor ogen gaat de schilder naar het doek toe, blijft steken in het slijk van zijn geheu- Samuel Beckett FOTO ANP gen. Het automatisme." Deze zelfbekente nis heeft ook andere kanten zoals zijn op voeding in 'een schitterend atheïsme' en zijn eerste tekenpogingen met als inspira tie Kuifjes Hergé, die tijdens de oorlog niet zo koscher was. Verder strooit hij aformismen door tek sten, die dan plotseling onderuit gehaald worden. „Het uitroepteken is een vraagte ken in erectie" of „Schilderen? De leegte te lijf gaan met grote halen, uit genoegen, in de leef te en om de leegte." Heel mooi zijn zijn herinneringen aan Bram van Velde. Je moet je niet voorstellen dat dat via een systematisch verhaal gebeurt, maar via onverwachte flodderige opmerkingen. Zo komt ook Jorn tussen de regels doorkijken (en andere mede-Cobraïsten). Een boek met een merkwaardige sfeer, die je lezend moet ondergaan. Je kunt hem niet door vertellen. Een boek in deze serie, dat zeer de aan dacht verdient is van Unica Zürn (1916- 1970): 'De man in jasmijn' De ondertitel luidt 'indrukken uit een geestesziekte'. Het is een autobiografisch geladen ge schrift, waarin desbetreffende geestes ziekte niet wordt geanalyseerd maar door Zürn vanuit zeer persoonlijke ervaringen is genoteerd. Daarbij had ze het vermogen om als het ware naast zichzelf te gaan staan en te zien wat ze deed en dacht. Maar ook gaan haar ervaringen vaak zo direct in de tekst over dat je als lezer soms moeite hebt om deze gespletenheid mee te maken. Toen ze zes was had ze een onuitwis bare droom: de man in jasmijn. Vijfen dertig jaar later herkent ze hem in Henri Michaux (ook ter sprake in het boek van Alechinsky), hetgeen haar break-down bespoedigde. Met het schrijven van ana grammen probeert ze dieper door te drin gen binnen de essentie van haar bestaan. Haar vader was een Duits officier die zijn tijd doorbracht in de voormalige kolo- nieën. Na de Tweede Wereldoorlog komt ze in aanraking met een artistiek surrea listisch milieu; tekent en schrijft zelf, maar stijgt in haar eigen leven niet boven het surrealisme uit. In dit boek beschrijft ze voor het grootste deel een drietal opna mes in psychiatrische inrichtingen. Ze ob serveert er op indrukwekkende manier haar omgeving en zichzelf. Heeft de waanzin een zin? Vertaler Jabo Groot wijst erop dat haar wereld ook de onze kan zijn. Anna Kavan (1904-1968) wordt met Zürn vergeleken. In 'Uit het gesticht' be handelt ze een gelijksoortig thema als in 'Man in jasmijn'. Ook zij maakte, twee jaar eerder als Zürn, een einde aan haar leven na een verblijf in een psychiatrische inrichting. De vergelijking gaat nog ver der: Kavan beschrijft haar observaties in dat instituut; minder scherp en meer van uit een ontgoocheld gevoel. De hoofdstukken, die een aanloop vor men tot het beschrijven van haar verblijf in een inrichting laat een andere ontwik keling - minder interessant - dan die van Zürn zien. Ook (religieuze) halucinaties, maar bovenal achterdocht, klagerige ge voelens van miskenning, faalangst etc. be palen de sfeer. „Waarom ben ik alleen ge- ske en Wiske: De limbih Holmts is hooit hit sn Kwijl maar mrallt ïtktrhtió mftn at hit aan dat boninn doemd nachten van foltering door te ma ken, bewaakt door een onzichtbare gevan genbewaarder, terwijl de rest van de we reld vredig slaapt?..." De eerste druk van dit boek verscheen in 1976 in het Neder lands onder de titel 'Geen einde in zicht'. Samuel Beckett: 'Verhalen en teksten zo maar'. Uitg. Meulenhoff, Ceder Editie, prijs 2750. K1L£EL GP£D, MB/6JS. 4 Ilse Aichinger: 'De gebondene'. uriis f 27.50 WDüRD v prijs 2750. Piet Mondriaan: Twee verhalen' idem, prijs 24,50. Pierre Alechinsky: 'De andere hand' idem, prijs 27,50. Unica Zürn: 'De man in jasmijn' idem, prijs 29,50. Anna Kavan: 'Uit het gesticht', idem, prijs 2950.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1987 | | pagina 22