Wens van Slauerhof gerealiseerd
Mondriaan en Ale chin sky als schrijvers
SCHRIJVER GEGREPEN DOOR PROBLEEM VAN KERNBEWAPENING
Wiesel en het geheim
van de holocaust
DESTEM EXTRA BOEKENGIDS VR13DAG 20 NOVEMBER 1987
„Met mijn vader maak ik ruzie over kernwa
pens", schrijft Martin Amis in de inleiding van
zijn bundel verhalen 'Einsteins monsters'. De nu
cleaire dreiging is zijn belangrijkste inspiratie
bron en hij stelt moedeloos dat kernwapens mis
schien pas aangepakt worden als de generatie
van zijn vader het loodje heeft gelegd.
Walging
Bezwaren
Religie
Auivi. uiuo c vni
éPERLAND 1
EDERLAND 2
SERIE VOOR BIBLIOFIELE FIJNPROEVERS
Gespeletenheid
T49
Door Henk Egbers
De Friese arts-auteur
Slauerhof (her)lezen tussen
het vele actuele dat je onder
ogen krijgt, overtuigt nog
weer eens van de kwaliteit
van zijn werk. De bundel
'Verwonderd saam te zijn'
werd volgens een uit 1935
stammend, maar niet uitge
voerd, plan nu, in 1987, ge
realiseerd. Hij bevat dertien
proza-stukken en een ver
antwoording van K. Lek-
kerkerker, de tekstverzor
ger.
De inhoud is dezelfde als die
ondergebracht is onder het
hoofdstuk 'Verspreide verha
len' in deel I van het Verzameld
Proza (dat ook nog het toneel
stuk Jan Pietersz. Coen bevat).
De titel 'Verspreide Verhalen'
stamt van de commissie voor
de verzorging van de nalaten
schap van J. Slauerhof', maakt
Lekkerkerker duidelijk. En hij
voegt er aan toe: „Had zij de
brief gekend, dan had zij zon
der twijfel aan Slauerhoffs
titel de voorkeur gegeven." Die
brief schreef de auteur in 1935
aan uitgever Stols. Daarin stelt
hij voor een aantal van zijn on
gebundelde verhalen te laten
verschijnen onder de titel 'Ver
wonderd saam te zijn'. Lekker
kerker doet dan uitvoerig ver
slag hoe het ieder van de opge
nomen verhalen vergaan is en
voegt er annotaties bij die
tekstverhelderend zijn.
Het leven van deze over alle
wereldzeeën zwervende arts
werd gekarakteriseerd door
een anarchistische houding ten
aanzien van de Nederlandse
bourgeoisie. Vooral aangetrok
ken door het type mens dat
leeft in Zuid-Amerika en
China wordt zijn gevoelsleven
sterk onder druk gezet. Zijn
Friese geaardheid houdt hem
af van lyriek, zodat zijn verha
len daarover iets journalistieks
hebben. Tussen de regels door
kun je als lezer zelf de emotie
invullen, want zijn verhalen
zijn wel uit het leven gegrepen.
In 'De geschiedenis van het
paarlensnoer' wordt verteld
hoe een Amerikaanse inge
nieur, als koele noordeling, in
Lima ten prooi valt aan de pas
sies van een vrouw. In 'Cher-
chez la femme' wordt een mui
tende kapitein ten tonele ge
voerd, die de Franse vloot
weerstaat, maar in de Stille
Zuidzee kapseist voor een
vrouw. In 'Naklanken' wordt
een arts gek, die in het Zuida-
merikaanse zijn schaakspel
met de pastoor belangrijker
vond dan een kind in dood
strijd bij te staan. In 'De dood
van Dutrou Bornier' zet hij te
genover elkaar zendelingen op
een Kanaken-eiland en een
Fransman die er met de konin
gin van het eiland trouwde. Et
cetera.
C.J. Kelk, zijn biograaf, zegt
ergens dat het Oosten Slauer
hof ootmoed leerde of beter,
zijn ootmoedigheid van blanke,
versterkte. Elders leerde hij
mensen kennen, die hem als
gesloten Hollander nog beter
lieten voelen hoe zeer hij met
zijn gevoelsleven in de knoop
zat. We hebben daaraan mooie
verhalen overgehouden. Ze zijn
bekend, want over Slauerhoff
is heel wat geschreven en her
drukken van zijn werk zijn er
nog regelmatig. Deze recon
structie van zijn wens uit 1935,
met de tekst van zijn grote des
kundige Lekkerkerker, is mo
gelijk voor Slauerhof' fans in
teressant, maar zeker ook voor
de nieuwe generatie lezers, die
nog van Slauerhof moet horen.
J. Slauerhof: "Verwonderd
saam te zijn'. Uitg. BZZTöH,
prijs 39,50.
De monsters van Martin Amis
Door Dirk Vellenga
Die vader is Kingsley Amis, die ooit als 'angry young
man' een schokkende entree maakte met 'Lucky Jim' en
vorig jaar de Engelse Booker Prize won met zijn 'Oude
reuzen'.
„Mijn vader beschouwt kern
wapens als een onwrikbaar ge
geven. Wapenovereenkomsten
zijn zinloos omdat de Russen
altijd vals spelen".
Het moeten harde discussies
zijn tussen vader en zoon Amis.
Martin wijst op de waanzin
van een oorlog die alleen ver
liezers kent en Kingsley pa
reert op zeer satirische wijze:
hoezo veel geld, hef al die
kunstraden op, van die subsi
dies hou je een kernonderzeeër
een jaar lang in de vaart.
De kloof tussen de twee is
niet te overbruggen. Kingsley
Amis, ooit de spreekbuis van de
eerste na-oorlogse generatie,
houdt zich met heel andere
dingen bezig. In 'Oude reuzen'
laat hij vier echtparen van over
de zestig praten over te veel
vrije tijd en andere ongemak
ken. Zijn zoon heeft 'de mo
derne tijd' als onderwerp, het
morele verval. De twee kunnen
het overigens best met elkaar
vinden in de privésfeer.
'Einsteins Monsters' is het
tweede boek van Martin Amis
dat in Nederland is uitge
bracht. 'Geld' (1984) vestigde
zijn naam in ons land, maar
daarvoor had hij al vier boeken
geschreven en had hij met zijn
harde stijl al veel weerstanden
oproepen. Op zijn 24e (in 1973)
werd zijn eerste boek 'The Ra
chel Papers' gepubliceerd. Veel
critici veronderstelden dat zijn
vader Kingsley voor kruiwa
gen had gespeeld. Maar later
werd de naam van de oude
Amis steeds minder genoemd,
Martin trok zelf voldoende
aandacht.
Met bevriende auteurs als Ian
McEwan en Julian Barnes pro
beert Martin Amis de Engelse
roman eigentijds te maken.
Snel vermaak, slecht voedsel
en veel sex (bij voorkeur mas
turbatie) vormen de ingrediën
ten van zijn eerste boeken.
'Geld' is veel doeltreffender,
omdat alle angst en walging
zijn samengebald in de hoofd
persoon, John Self, en het rauw
en agressief vertelde verhaal
een duidelijk eindpunt heeft:
de verdommenis.
Deze John Self is een recla
meman die in Amerika een
film mag maken. Succes en
geld liggen voor hem klaar,
maar hij krijgt alleen maar té
maken met lastige acteurs en
maffe zakenlieden. Hij is bezq-
pen of heeft een kater, sukkelt
van vreettent naar topless-bar.
Met het script wil het niet luk
ken. Tenslotte laat John Self
uit Londen de schrijver Martin
Amis komen. De schrijver
voert zichzelf op als bijpersoon
om nog eens aan te geven dat
het allemaal maar bedacht is.
Hij vindt het onzin de schijn op
Martin Amis.
te houden dat hij een realiteit
beschrijft.
Dat is een van bezwaren die
zijn vader tegen zijn aanpak
heeft. De klare taal van Martin
vindt Kingsley verder te over
dadig en te veel gevuld met
slimmigheden. Zelf schrijft
Amis in 'Einsteins monsters'
dat zijn boeken 'hysterisch en
zelfvernietigend' zijn. Hij zegt
ook dat hij nu ontdekt heeft dat
daar een 'nucleaire uitleg' voor
bestaat. Onze moraliteit is aan
het verrotten, stelt hij, en dat
- FOTO PENGUIN
komt omdat onze regeringen zo
pervers zijn dat ze plannen uit
denken om de mensheid uit te
roeien. Daarom hebben de bur
gers geen enkel schuldgevoel
meer.
De titel 'Einsteins monters'
slaat op kernwapens, maar ook
op onzelf. Martin Amis: „Wij
zijn Einsteins monsters, niet
helemaal menselijk, niet in dit
stadium". Deze tijd is duidelijk
anders dan andere tijden, zo
verklaart hij de gevoelens van
zelfvernietiging bij hemzelf en
bij de andere aardbewoners.
Ook vroeger was er sprake van
afbraak en decadentie, maar
nu gaat het om een nieuw ver
val, een oneindig verval. In ons
hoofd is de nucleaire oorlog al
gaande. We proeven de vernie
tiging elke dag. De dood is aan
hyperinflatie onderhevig en
daardoor is het hele leven in
waarde gekelderd.
Wapens zijn net als geld,
schrijft hij, niemand heeft er
ooit genoeg van. Of de nu
cleaire dreiging nu kan dienen
als rechtvaardiging voor ons
onverantwoordelijke gedrag
blijft een interesante vraag.
Het lijkt of Amis deze stelling
achteraf heeft bedacht en nu
als religie belijdt. Maar het
maakt zijn visie in ieder geval
voller en duidelijker: de mo
derne mens is een asociale
veelvraat, die gefascineerd is
door geld, succes en dodelijke
wapens.
Martin Amis heeft iets met
Amerika, het land dat als sym
bool van moderne hebzucht
kan gelden. Hij is getrouwd
met een Amerikaanse vrouw
en hij kent het land, omdat hij
er een paar jaar woonde toen
zijn vader les gaf in Princeton.
In 'The Moronic Inferno'
bracht hij essays en interviews
samen, die te maken hebben
met de VS. Hij sprak met
schrijvers als Norman Mailer,
John Updike, Truman Capote
en Saul Bellow, de filmers Ste
ven Spielberg en Brian De Pal-
ma, maar ook met Playboy
baas Hugh Hefner en president
Reagan. Hij breekt deze groot
heden met satanisch genoegen
af en constateert slechts effect
bejag en geldzucht.
Aan de andere kant houdt
hij van Amerika. „Amerika is
mijn andere land, het land van
mijn verbeelding. Het is veel te
groot en te gevarieerd om tegen
te zijn". Hoewel hij de grote
Amerikaanse auteurs de oren
wast, zegt hij„Ik hou van de
Amerikaanse roman, van zijn
omvang, zijn ambitie, zijn vrij
heid".
Martin Amis vergaapt zich
aan de oppervlakkigheid en het
verval, aan de glamour van het
consumptieparadijs Ameria,
maar hij is een moralist en is in
zijn boeken op zoek naar de
kern van de veelkleurige deca
dentie, die hem blijft aantrek
ken. Dat zoeken doet hij in zijn
werkkamer. Grote lijnen en
harde meppen, dat is zijn stijl,
niet het subtiel opbouwen van
een verhaal, waarin verschil
lende karakters hun deel van
de werkelijkheid tonen.
In de korte verhalen in 'Ein
steins monsters' gaat Martin
Amis iets meer de kant uit van
de science-fiction, waarschijn
lijk door de nucleaire schok die
hem getroffen heeft. Ze spelen
zich af in een tijdperk vlak
voor of na de grote wereldramp
en in 'de onsterflijken' is de
hoofdpersoon een man die niet
dood kan gaan en alle hoogte
punten in de geschiedenis heeft
meegemaakt. „In het Rome van
Caligula ging ik beseffen dat ik
een drankprobleem had". Hij is
getuige van de apocalyps die in
2045 in Tokio aan aanvang
neemt.
Liefhebbers van de moralis
tische geld-succes-wapens-
verhalen van Martin Amis zul
len de schrijver straks nog ver
der moeten volgen op zijn
speurtocht door de nucleaire
winter. Zijn nieuwe boek zal
'London Fields' heten en speelt
in het jaar 1999, als de bom ge
vallen is. Zal hij pas de pen
neerleggen als hij zijn vader,
de 'oude reus' Kingsley, over
tuigd heeft?
Martin Amis: "Einsteins mon
sters'. Uitg. Contact, prijs
ƒ24,90.
Martin Amis: 'Geld'. Uitg. Con
tact, prijs 39,50.
Kingsley Amis: 'Oude reuzen'.
Uitg. Veen, prijs 29,90.
Door Henk Egbers
WIESEL, die in 1986 de
Nobelprijs voor de Vrede
kreeg, is ook een begena
digd schrijver. Je kunt
zeggen dat zijn prijs mede
tot stand kwam door zijn
literaire activiteiten.
Daarvan kun je kennis ne
men via zijn nu door Dirk
Kroon uit het Frans ver
taalde roman Le serment de
Kolvaillèg uit 1973 in 'Zwij
gen over Kolvillag'. Daarin
komen vooral aan de orde
opvattingen over leven en
dood in de Joodse geschiede-
Elie Wiesel heeft in dit
boek zijn 'boodschap' gevat
in een boeiend verteld ver
haal; niet als omhulsel van
een betoog, maar als een
geïntegreerd geheel. Het No-
belprijscomité zei: 'Wiesel is
een boodschapper voor de
mensheid, een belangrijke
geestelijke leidsman in een
tijd waarin geweld, onder
drukking en racisme nog al
tijd het beeld van de wereld
bepalen'. Zo dik ligt het er in
deze roman niet op.
Wiesel weet waarover hij
het heeft. Hij werd in 1928 in
Sighet, Roemenië (toen Hon
garije) geboren. Vanaf 1944
zat hij in een concentratie
kamp. Na de bevrijding
woonde hij eerst in Frank
rijk en sedert 1956 in Ameri
ka, New York. Hij is hoogle
raar aan de universiteit van
Boston en voorzitter van de
United States Holocaust Me
morial. Hij is maatschappe
lijk vaak opvallend actief. In
1985 vroeg hij via de wereld
pers Reagan om in Duitsland
geen bezoek te brengen aan
een SS-begraafplaats en on
langs mengde hij zich publie
kelijk in de rechtszaak tegen
Barbie.
Het grondpatroon van het
verhaal is tamelijk traditio
neel: de tegenstelling joden-
dom-christendom, tastbaar
gemaakt in het dorp Kolval-
lag. Daar is een jongen
(christen) verdwenen.
Moord? De schuldvraag
spitst zich toe op een zekere
Mosje, die enerzijds de profe
tenmantel krijgt omgehan
gen en anderzijds als een
soort dorpsgek met hemelse
krachten wordt beschouwd.
Alles leidt tot de zoveelste
progrom in de geschiedenis.
Kolvillag wordt weggevaagd.
Azriël is de enige overleven
de, die deze Jobstijding nog
kan overbrengen. Hij heet
ook gek te zijn. Wiesel brengt
dat gegeven (gek-normaal)
sterk in binnen deze context
van 's mensen religieus be
staan; binen de vraag wat
het "jood-zijn' voor godsdien-
stig-maatschappelijke kon-
sekwenties in zich draagt'
Kolvillag, het massa»,.,
getuigt van de absurdjJ
van iedere dood; de h»
schappij der krankzimj,
heid. „De Meester van J
heelal is gek geworden".
dood overwinnen? „jw
met het redden van je naast
Maak hem duidelijk dat b
vluchten in de dood onzinij
ger is dan het vluchten ink
leven. Een schepsel dat 14
bang is voor de dood is s
achterlijke die wil sterve
Angst is een gezond vg
schijnsel en betekent af«
zing van de dood. Het bew
Kolvillag bezweek onder j
angst". Dat is het paradoxs
uitgangspunt; de getuigen
van de enig overlevende, 4
een jongeman met ieli
moordplannen zijn verhaj
vertelt. „Ik begrijp je. Gel»
ren na de holocaust heb jee
de last van overgehouden)
niet het geheim."
Azriël vertelt over de vu
houding jood-christen,
wantrouwen, in Kolv®
Alles culmineert zich j
Mosje die overging tot d
waanzin zoals men overga
tot het geloof. Zijn waarnj
hielp hem standhouden
neemt de schuld op zichü
de dood zijn zin teruggeva
Mosje: „Sterven boezemt®
geen vrees in. Leven eva
min. Wat mij vrees inboe
zemt is, het verschil tri
leven en dood niet meer
kunen zien. Er zijn
die dood zijn, maar hetiii
weten.Jood zijn is: ke
nen onderscheiden. In om
traditie heet het gevaar: va
menging, de vijand: ctw
Jood zijn is gescheiden vi
de anderen leven, maar ui
tegenover de anderen. J
onschuldige die zich vrij»)
Comedy
)0J hour
,„r de verzameltitel 'Co-
L hour" zendt de KRO tv-
Nieuw is allereerst
mh' een Amerikaanse ge
beids, die zich in de pla-
husiness afspeelt. Hoofd
en is Sandy Beatty, een
iheiden vrouw met een
elfjarige zoon. Ze hoopt
L, York een nieuw leven
„rinnen en start met een
ntie bij de platenmaat-
Fujpij Throb. Als tweede
■/keert 'Mijn dochter en
terug- Opnieuw zijn Ri-
j o'Sullivan en Joanna
iey te zien in een nieuwe
w belevenissen van we
maar Simon Harrap en
dertienjarige dochter
iantha.
Yamaquechi's
dilemma
IKON presenteert een
■oudere BBC-film, geti-
i 'Meneer Yamaquechi's
mma'. Hoewel het gezin
de Japanse zakenman
oaquechi in betere om-
.digheden verkeert dan
gemiddelde Japanse fami-
is niet iedereen even ge-
yg. De geslaagde carrière
yamaquechi eist zijn tol:
,holisme, ziekte en een
lenechtelijke relatie. Zijn
luw heeft het daar erg
ijk mee, maar zij vindt
jdelijk troost in een
uwe religie.
De
belofte
(drama werd met vijf
s bekroond. 'De belof-
et verhaal van de zor-
levende Bob Beuhler.
jn onbekommerd be
komt plotseling een
als zijn moeder over-
t'anneer hij naar huis
eert, wordt hij herin-
an zijn jongere broer
e geestesziek is. Bob is
jaar geleden het huis
ian, omdat hij met zijn
aiet kon omgaan. Bob
ert zich ook de belofte
n moeder om voor DJ.
en als zij er niet meer
profeet en eerste messiasv:
een mensdom dat niet CltftlWP»
bestaat'. Om vervolgens
besluiten: 'Wie is Mosje?
Jij en ik'Een levensiil® r—
fie die knelpunten tussenj» 20,50
dendom en christendom (K__
scherp zet. Niet aantrefc'1
liik maar met een knanvs shenff achter de gren"
li]K, maar met een Knapm, Belrische titel van
haal en in een gespannens»8.ls üe Be,glscne lHel van
heel ervaarbaar gemaakt
De sheriff
zit achter.
1 Brooks' dolle westernpa-
ie 'Blazing saddles'. In
Elie Wiesel: 'Zwijgen (4 wordt een nieuwe spoor-
Kolvillag*. Uitg.
prijs 34,50.
a door het westen van
rika aangelegd. De
:uwe route moet door Rock
Ige lopen, een stadje dat
icht is om zijn wetteloos-
Id. De louche advocaat en
julant Lamarr, die veel
ld aan de spoorweg hoopt
erdienen, doet de gouver-
ur een voorstel om een
sheriff te benoemen,
bewoners van Rock Ridge
en dan vanzelf de benen.
NOS
09.30
slecht?
13.00
slechtl
14.00
(l),seij
meer:
deelnel
Schel]
KRO
14.30
filmkd
WalteJ
Sinat
16.15
nog al.
progrd
17.30
17.46
18.11
18.30
19.00
om 19.J
come
dochti
come
20.00
20.28
21.00
Marpl;
pastor]
22.00
23.00
politie
NOS
2355
00.00
slecht;
00.05-1
Judot
NOS
19.45
20.10
20.20
2050
Door Henk Egbers
BIBLIOFIELE uitgaven - dus fraai
verzorgde boeken in beperkte oplagen
voor fijnproevers - heeft uitgeverij
Meulenhoff ondergebracht in een zo
geheten Ceder Editie.
Deze bevat novellen, verhalen en essays;
literaire (her)ontdekkingen in een pre
cieus jasje voor een bibliofiele prijs. Er
zijn nu zo'n twintig titels verschenen.
Hierbij een reactie op de laatst verschenen
exemplaren.
Van Samuel Beckett werden drie ver
halen en een aantal kortere teksten onder
de titel 'Verhalen en teksten' bijeenge
bracht in 1976 en nu herdrukt. Het is proza
uit de literaire beginperiode van deze
Ierse schrijver. Voor lezers die nog steeds
moeite hebben met het latere proza van
hem (en dat is niet zo denkbeeldig) zijn
deze teksten goed te lezen. Ze maken je
ook inhoudelijk vertrouwd met zijn inte
resse voor de 'dakloze' mens.
„Zo ging ik voort, in het gruwelijk hel
dere licht, weggedoken in mijn oude vlees.
Ik joeg een uitweg na en liep ze allemaal
voorbij, rechts en links, en mijn geest, ha
kend naar dit en naar dat, werd steeds te
ruggestuurd naar waar niets was", is een
karakteristieke zin uit 'Het kalmerings
middel'. Ook in de andere teksten wordt je
op een plastisch gevoelige manier gecon
fronteerd met de schoonheid van ellende
en bederf.
Van de belangrijke Oostenrijkse auteur
Ilse Aichinger (haar roman 'Naar de an
dere oever' is hier nogal bekend) ver
scheen voor het eerst in Nederlandse ver
taling de verhalenbundel: 'De Gefesselte',
'De Gebondene' een representatieve
keuze uit dertig jaar. Het zijn hallucine
rende teksten. Frank Schuitemaker leidt
ze in: „Aichingers teksten zijn zo eenvou
dig dat het velen te machtig wordt; ze zijn
ontstaan als één groot verzet tegen de
dwangbuis van de nazi-taal."
Het titelverhaal is symbolisch geladen.
In 'Mijn taal en ik' lees je: „Mijn taal en ik,
wij praten niet met elkaar, we hebben
elkaar niets te zeggen." Haar economisch
taalgebruik werpt je als lezer op jezelf te
rug. In relatie met de inhoud kan je dan
een zin opvallen als „Leven is geen bijzon
der woord en sterven ook niet. Ze zijn alle
twee aanvechtbaar, ze camoufleren, ze de
finiëren niet. Ik weet misschien waarom.
Definiëren grenst aan ondermijnen en
stelt alles bloot aan de kritiek van de dro
men." De opmerking „En begon zij niet
steeds meer te lijken op de man met zijn
oude kamerjas, wiens zwijgen iedereen als
geklets opvatte, afgezien van zijn naam"
(uit 'Herodus') zegt ook iets over de (on)
macht van taal, die zij zo meesterlijk in
deze veertien verhalen voelbaar maakt.
Piet Mondriaan (1872-1944) is als beel
dend kunstenaar zeer bekend, maar als li
terator nauwelijks. Zijn literaire nalaten
schap is ook alleen van anecdotische
waarde. Dat probeert Carel Blotkamp
duidelijk te maken in 'Piet Mondriaan als
literator'. Voor dit artikel (eerder versche
nen in Maatstaf in 1978) kon hij beschik
ken over interessante- en niet eerder aan
de openbaarheid prijsgegeven bronnen. In
het boekje van Piet Mondriaan: Twee
verhalen'wordt meer dan de helft van de
ruimte gebruikt voor de beschouwing van
Blotkamp. De beide verhalen zelf beslaan,
in een grotere letter gedrukt, niet meer
dan veertien pagina's. Maar het is de
moeite waard om te lezen hoe Mondriaan
de taal heeft proberen te gebruiken om
beeldende klanken, ritmes en sferen te
schilderen. Bovendien ontvouwt hij daar
bij enkele typerende gedachten. Aange
vuld met andere documentatiemateriaal
een prima boekje.
Literair heeft die andere beeldende
kunstenaar, Pierre Alechinsky meer in
zijn mars. Dat blijkt uit 'De andere hand'
verhalen van een schilder, vertaald door
Hugo Claus en Freddy de Vree. Het is de
eerste Nederlandse bundel met een repre
sentatief overzicht van zijn poëtische pro
za. Historisch is het interessant hem te
zien teruggrijpen op collega-kunstenaars
als Jorn, Appel, Dotremont, Breton en Mi-
chaux.
Maar de teksten zelf kunnen je prikke
len door hun beweringen, ongrijpbaar
heid, stijlvarianten en hun 'schilderach
tigheid'. „Met duizend schilderijen voor
ogen gaat de schilder naar het doek toe,
blijft steken in het slijk van zijn geheu-
Samuel Beckett
FOTO ANP
gen. Het automatisme." Deze zelfbekente
nis heeft ook andere kanten zoals zijn op
voeding in 'een schitterend atheïsme' en
zijn eerste tekenpogingen met als inspira
tie Kuifjes Hergé, die tijdens de oorlog
niet zo koscher was.
Verder strooit hij aformismen door tek
sten, die dan plotseling onderuit gehaald
worden. „Het uitroepteken is een vraagte
ken in erectie" of „Schilderen? De leegte te
lijf gaan met grote halen, uit genoegen, in
de leef te en om de leegte." Heel mooi zijn
zijn herinneringen aan Bram van Velde.
Je moet je niet voorstellen dat dat via een
systematisch verhaal gebeurt, maar via
onverwachte flodderige opmerkingen. Zo
komt ook Jorn tussen de regels doorkijken
(en andere mede-Cobraïsten). Een boek
met een merkwaardige sfeer, die je lezend
moet ondergaan. Je kunt hem niet door
vertellen.
Een boek in deze serie, dat zeer de aan
dacht verdient is van Unica Zürn (1916-
1970): 'De man in jasmijn' De ondertitel
luidt 'indrukken uit een geestesziekte'.
Het is een autobiografisch geladen ge
schrift, waarin desbetreffende geestes
ziekte niet wordt geanalyseerd maar door
Zürn vanuit zeer persoonlijke ervaringen
is genoteerd. Daarbij had ze het vermogen
om als het ware naast zichzelf te gaan
staan en te zien wat ze deed en dacht.
Maar ook gaan haar ervaringen vaak zo
direct in de tekst over dat je als lezer soms
moeite hebt om deze gespletenheid mee te
maken.
Toen ze zes was had ze een onuitwis
bare droom: de man in jasmijn. Vijfen
dertig jaar later herkent ze hem in Henri
Michaux (ook ter sprake in het boek van
Alechinsky), hetgeen haar break-down
bespoedigde. Met het schrijven van ana
grammen probeert ze dieper door te drin
gen binnen de essentie van haar bestaan.
Haar vader was een Duits officier die zijn
tijd doorbracht in de voormalige kolo-
nieën. Na de Tweede Wereldoorlog komt
ze in aanraking met een artistiek surrea
listisch milieu; tekent en schrijft zelf,
maar stijgt in haar eigen leven niet boven
het surrealisme uit. In dit boek beschrijft
ze voor het grootste deel een drietal opna
mes in psychiatrische inrichtingen. Ze ob
serveert er op indrukwekkende manier
haar omgeving en zichzelf. Heeft de
waanzin een zin? Vertaler Jabo Groot
wijst erop dat haar wereld ook de onze
kan zijn.
Anna Kavan (1904-1968) wordt met
Zürn vergeleken. In 'Uit het gesticht' be
handelt ze een gelijksoortig thema als in
'Man in jasmijn'. Ook zij maakte, twee
jaar eerder als Zürn, een einde aan haar
leven na een verblijf in een psychiatrische
inrichting. De vergelijking gaat nog ver
der: Kavan beschrijft haar observaties in
dat instituut; minder scherp en meer van
uit een ontgoocheld gevoel.
De hoofdstukken, die een aanloop vor
men tot het beschrijven van haar verblijf
in een inrichting laat een andere ontwik
keling - minder interessant - dan die van
Zürn zien. Ook (religieuze) halucinaties,
maar bovenal achterdocht, klagerige ge
voelens van miskenning, faalangst etc. be
palen de sfeer. „Waarom ben ik alleen ge-
ske en Wiske: De
limbih Holmts is hooit hit sn
Kwijl maar mrallt ïtktrhtió
mftn at hit aan dat boninn
doemd nachten van foltering door te ma
ken, bewaakt door een onzichtbare gevan
genbewaarder, terwijl de rest van de we
reld vredig slaapt?..." De eerste druk van
dit boek verscheen in 1976 in het Neder
lands onder de titel 'Geen einde in zicht'.
Samuel Beckett: 'Verhalen en teksten zo
maar'. Uitg. Meulenhoff, Ceder Editie,
prijs 2750.
K1L£EL GP£D, MB/6JS. 4
Ilse Aichinger: 'De gebondene'.
uriis f 27.50 WDüRD v
prijs 2750.
Piet Mondriaan: Twee verhalen'
idem, prijs 24,50.
Pierre Alechinsky: 'De andere hand'
idem, prijs 27,50.
Unica Zürn: 'De man in jasmijn'
idem, prijs 29,50.
Anna Kavan: 'Uit het gesticht',
idem, prijs 2950.