e
IE STEM
W E
'GEEF ME KAMELEN
EN IK GA TERUG
NAAR DE WOESTIJN'
GESCHIEDENIS I
Wij boren en
zagen in beton,
steen en asfalt
van 0 20 t/m
500 mm
R.-K. SCHOLEN
GEMEENSCHAP
MAVO/LBO
fELMINASCHOOL
BOUWTECHNIEKnd
wintig miljoen nomaden. Ze leven
aan de boorden van de Sahara over de volle breedte
van het Afrikaanse continent. Het is een bar land waar
zandstormen in één seizoen een stadje kunnen begra
ven, waar de woestijn steeds groter wordt. Een land
schap van duin en rotsen. Als er honger heerst dan
zitten de mensen slechts, en wachten in apathie. Zo is
het eeuwenlang gegaan in de Sahel. Maar altijd kwam
er weer een tijd dat schaduwen, wolken. Altijd weer
gaf de woestijn regen. Nu, anno 1987, is het anders.
Niets in de herinnering van de nomaden lijkt op de on
overwinnelijke droogte van nu. En de droogte veran
dert het leven. Toeareg dansen voor toeristen. Hun
dochters verhuren hun lichaam. En de Sahara breidt
zich uit. De wind brengt een vloed van zand die nooit
meer eb lijkt te worden. Is er nog hoop voor het volk
van de woestijn?
Wankel evenwicht
Gekerkerd
Traanloze ogen
Trotse Toeareg
Uitgedund
Timboektoe
Discipline
Plagen
Vraag onze prijslijit
01140-16657-
01148-2960
Mozarthof 17
4536 AT TERNEUZEN
Telefoon 01150-12734
iber 1987
t verwacht dat ze bereid zi)»1
teamverband te werken
van de school.
-n aan het bestuur van i
'ember a.s.
■■D.A. Vermeulen, telefoo"
vijs aan Moeilijk Lerende I
en op i.v.m. toename van I
figen, per 1 nov. a.s. of z.s.
i betrekking van:
Km/V)
(28 uur)
van de Kern (7 tot 13 jaar)
met individuele leer-
leerlingen; ondersteuning I
bepen.
0.2. formatie (elke vrijdag)
i A en B is mogelijk)
(4 uur), voor het vak bouw- f
>r leerlingen van het V.S.0-
ipeciaal Onderwijs),
erhoeds de vakature „leer-1
bhniek" niet ingevuld kan
leze formatie (0.1) gevoegd
7, tot een totaal van 0.8.
i worden ingewonnen bij d« I
tel.: 01100-16047 (school)
|dt verzocht hun sollicitatie I
verschijnen van dit blad t«
Stichting Samenwerking®-
p/a Dhr. GJ. van Liere
ïstraat 39, 4472 BA 's HEER
Door Paul de Schipper
„Als ge de grond bebouwt, zal hij u geen
oogst meer geven. Een zwerver en vluch
teling zult ge zijn op aarde." (Genesis 4:
12). Met dté vervloeking straft Jahweh
Kaïn voor de moord op Abel. Het is
meteen de bijbelse verklaring voor het
ontstaan van nomadenstammen.
Volgens historici is het nomadendom
is ontstaan in de periode 2000 tot 1000
voor chr. In de steppen van Centraal-
Azië trekken zwerfvolken dan al in grote
cirkels rond op zoek naar vruchtbare
gronden. In Noord-Afrika houden no
maden zich vooral bezig met de jacht en
het zoeken naar voedsel. Ook de Kash-
kai's in Iran weten in leven te blijven
dankzij hun jachtinstinct. Andere stam
men oefenen primitieve vormen van
landbouw uit. Vanwege de droge en on
vruchtbare grond is die landbouw slechts
lijdelijk aan een vaste plaats gebonden.
De Bedoeïnen praktiseren veeteelt als
belangrijkste vorm van bestaan.
In al die eeuwen is de kameel de be
langrijkste vriend van de nomade. Dit le
gendarische dier kan de dag door komen
met een veekoek zo groot als een scho
teltje, en het beest is een wandelend wa
tervat. In de bulten zit een wateropslag
die varieert van 80 tot 100 liter, daarmee
kan de kameel vier maanden leven.
In de Sahara leefden tot voor kort zo
half miljoen kamelen en vijf tot zes mil-
joen schapen. De woestijn-nomade leeft
I van zijn kamelen. Die voorzien hem van
melk, van melkprodukten en - in uiterste
nood- ook van vlees. Bovendien fun
geert het dier als lastdier en heeft de
baas geld nodig dan kan de kameel nage
slacht leveren om te verkopen.
Al eeuwen lang leven de nomaden in
wankel evenwicht met de natuur. Tijde
lijke droogte-perioden halveren soms
hun kudden of roeien het vee helemaal
uit. Dan vestigen de nomaden zich op de
schaarse vruchtbare grond, bij oasen of
aan de rand van de Sahara. Ze proberen
ër primitieve landbouw te bedrijven,
maar keren uiteindelijk altijd weer terug
naar hun huis; de woestijn. In karavanen
trekken ze langs de handelsroutes: geke
tende zwarte slaven uit Soedan brengen
ze naar de markt van de voor blanken
verboden stad Timboektoe. En altijd al
vraagt de natuur zijn tol. Rond 1820 ver
dwijnt een karavaan van 2000 mensen en
1800 kamelen spoorloos, mensen en die
ren, omgekomen door hitte en dorst.
De droogte van 1968 tot 1973 eist
250.000 doden. De veestapel van de her
dersvolken in de Sahelzone vermindert
met 3,5 miljoen dieren. Rivieren en me
ren drogen uit.
Maar de grote droogte van de jaren
'80 zal definitief de balans verstoren. In
de Westafrikaanse Sahel leven kinderen
die nog nooit regen hebben gezien. De
neerslag is er met 30 procent teruggelo
pen. In sommige streken van Mali regent
het de helft minder dan in 1970. In Mau-
retanië zou de gemiddelde temperatuur
de laatste jaren met vijf graden gestegen
zijn. Elk jaar rukt de Sahara er vijf kilo
meter op. De woestijn is nu al ruim twee
keer zo groot als heel West-Europa.
Terwijl wetenschappers in air-condi
tioned college-zalen praten over de oor
zaken van de droogte slinkt de vrucht
bare rand van de Sahara steeds verder.
Een groeiende mensenmassa moet van
deze groene rand leven. Groeiend ja,
want in sommige gebieden is de bevol
king de afgelopen jaren verdubbeld.
Door de introductie van westerse ge-
zondszorg kennen de volken van de Sa-
hellanden de hoogste geboortecijfers ter
wereld.
Deze mensen leven in hutten, in tenten
en onder afdakjes. Dagelijks doen ze een
aanval op het schaarse bomenbestand.
Ze stoken hun houtskoolvuurtjes, drin
ken thee en hoeden wat er over is van
hun veestapel. Dat vee vreet het laatste
groen op. De vruchtbare bovenste laag
grond stuift weg en het land ligt weer
loos, belaagd door de steriliserende
woestijnwind. En de massa Die be
weegt zich slechts in een terugtrekkende
beweging, gedreven door de golven van
zand die de Sahara voor zich uitstuwt.
Het volk dat in de bijbel beschreven
wordt als 'zij die deuren noch grendels
kennen en die in afzondering leven' is nu
gekerkerd in vluchtelingenkampen en
krottenwijken.
De verdroging van de Sahara heeft
honderdduizenden nomaden verjaagd.
Gezinnen verloren tachtig procent van
hun vee. Van trotse woestijnmensen zijn
ze nu wanhopige vluchtelingen. Door
honger gedwongen zoeken ze de steden
op.
Hun drang naar ongebondenheid üjkt
nu hun noodlot te worden. Een nomade
kent geen grenzen. Hij trekt waar het
grazend vee hem brengt. Het bestaan
van nomaden is hard. Hun tenten dienen
Toeare9i het blauwe volk van de woestijn, Is een van de weinige volken In
Afr/ka die zich nauwelijks hebben vermengd.
Het volk dat In de bijbel beschreven wordt als 'zij die deuren noch grendels kennen en die In afzondering leven' Is nu gekerkerd In vluchtelingenkampen en krottenwijken.
- FOTO'S KONINKLIJK INS
De Toeareg zijn gekerkerd
als beschutting tegen de felle zon en de
verkillende nachtelijke uitstraling.
Zwervende herders zoeken elke dag op-
nieuwe bruin verdorde en soms groene
plaatsen om hun vee te laten grazen.
Hun bestaan rijgt zich in traagheid aan
een. Het zijn mensen die nauwelijks
glimlachend een geboorte verwelkomen
en die met traanloze ogen een kind be
graven.
De aloude tradities bepalen het leven.
Het vee doet dienst als huwelijksge
schenk, Een jongeman betaalt één ka
meel voor de vrouw van zijn keuze. Gaat
het om 'een stuk' dan kijken de jongens
bewonderend en zeggen van haar: „Ze is
zo mooi als honderd kamelen'. Maar die
mooie vrouw heeft, net als haar zusters,
eeuwenlang mogen voorstappen naast de
kamelen. De kamelen dragen de last, de
man zit op een ezel en de vrouw loopt er
naast, zwaarbepakt met huisraad en de
meest recente baby.
Nomadenvrouwen worden geboren,
leven en sterven onder hetzelfde tent
doek. Door onderzoekers zijn ze wel be
titeld als de slavinnen van de woestijn.
Vrouwen mogen niet mee met mannen
als die naar de stad gaan. Ze baren kin
deren en werken, meer niet.
Verjaagd van hun stamgronden raken
de nomaden ontworteld. De natuurlijke
omstandigheden drukken steeds meer op
de eeuwenoude sociale structuur. Binnen
dit herdersvolk met zijn sterke familie
banden drijven vader en zoon, moeder
en dochter verder en verder uiteen. Wat
moet je als vader je zoon nog leren als je
geen dieren meer hebt
Eens zo trotse kamelendrijvers en
voormalige slavenhouders dansen nu op
commando voor toeristen. En het gaat
nog verder. Volgens een rapport van het
Amerikaanse Bureau voor Ontwikke
lingshulp bieden nomadenvrouwen in
Mali hun lichaam aan om aan geld te ko
men: sex in ruil voor voedsel. Het tarief
van deze 'hongerhoeren': een wip voor
een kip.
Ai in het begin van de jaren '70 verko
pen de Toearegs hun dochters. De gang
bare prijs voor een 12-jarige maagd ligt
dan rond de 500 gulden.
„De zuiverheid van de ziel komt alleen
in onze tenten tot volle uitdrukking",
zeggen de nomaden, maar de zuiverheid
is vervlogen met de schurende woestijn
wind.
„In de woestijn vind je twee vijanden: de
schorpioen en de Toeareg". Dit oude
Arabische gezegde slaat op het meest
trotse van alle woestijnvolkeren; de
Toeareg. Maar de droogte berooft ook
de Toeareg van htm identiteit en cultuur.
De Toeareg, te herkennen aan de blauwe
sluier voor mond en neus. Die sluier
houdt zijn ziel binnen. Als hij sterft kan
de ziel het lichaam niet verlaten om doel
loos door te woestijn te zwerven.
Vee en waterputten bepalen ook het
bestaan van de Toeareg. Ze reizen jaar
lijks meer dan 2000 kilometer en over
schrijden daarmee de grenzen van zes
Sahelllanden. Het verhaal wil dat de
Toeareg afstammen van de legendarische
vrouw Tihanan. Het is een volk van lan
ge, slanke mensen met dikwijls een bijna
blanke huid. Oorspronkelijk woonden de
Toeareg aan de Noordafrikaanse kust.
Toen de Romeinen Carthago veroverden
joegen ze de daar wonende Berberstam
men de woestijn in. Dat is het begin van
een zwervend bestaan, verweven aan tal
loze mythen en legenden.
De Toeareg, het blauwe volk van de
woestijn, is een van de weinige volken in
Afrika die zich nauwelijks hebben ver
mengd.
Net als andere nomaden verblijven
veel Toeareg nu in vluchtelingenkampen.
Om te overleven moeten ze hun toe
vlucht zoeken in een wereld die ze eeu
wenlang hebben veracht. Uit onder
zoeken is gebleken dat het zelfmoordper
centage onder de Toeareg zeer hoog is.
Een leven slijten in een vluchtelingen
kamp is immers uitzichtloos. Hun be
staan in golfplaten hutten biedt geen uit
zicht. Het enige wat ze rest is bedelen en
het verkopen van hun gevreesde zwaar
den en lansen.
Aan het begint van de twintigste eeuw
dwalen er nog 500.000 Toeareg door de
woestijn, nu zijn dat er nauwelijks
100.000. Hun koeien en geiten zijn ze
kwijt geraakt en de traditionele water
putten drogen steeds verder uit. Tijdens
de droogteperiode van de jaren zeventig
hebben deze woestijnzwervers een spoor
van skeletten van ezels en kamelen ach
ter zich gelaten. Veel Toeareg zijn ge
storven aan cholera, tbc, en longontste
king.
Eeuwenlang hebben de Toeareg elk
gezag genegeerd. Die arrogantie lijkt nu
hun ondergang te worden. De regeringen
van Westafrikaanse landen vertikken het
om lieden die nooit belasting betaalden
nu nieuwe kudden te geven. De Toeareg
moeten wennen aan het idee dat ze ge-
De Toeareg Is te herkennen aan de
blauwe sluier voor mond en neus. Die
sluier houdt zijn ziel binnen. Als hij
sterft kan de ziel het lichaam niet verla
ten om doelloos door te woestijn te
zwerven.
controleerd op een vaste plaats moeten
wonen. Zij die minachtend neergekeken
hebben op hen die de hand aan de ploeg
sloegen, verkommeren nu aan de rand
van uitgedrogende oasen.
Achtergrond van die hardvochtige op
stelling is schrik. Veel bewoners van de
zuidelijke Sahelstaten kennen de verha
len over de Toeareg uit de overleverin
gen. Waren het niet deze kameelkrijgers
die plunderden en roofden, die de zacht
ste kussens en de beste drank eisten, die
de dochters stalen en vervolgens de heer
des huizens in het gezicht spuwden
Toen de Fransen schoolbezoek ver
plicht stelden stuurden de Toeareg de
kinderen van hun zwarte bedienden.
Daarmee bezegelden ze ook hun lot. Nu
zijn het die vroegere slaven die als gelet
terde ambtenaren de regels maken die
beslissen over het leven en sterven van
hun vroegere meesters
De Engelse antropoloog F.R.Rodd
schreef ooit over de Toeareg: „Ze zijn
geboren om te lopen, maar ze bewegen
als koningen", maar anno 1987 bewegen
de Toearegs nauwelijks nog.
De oude woestijnstad Timboektoe is
misschien wel de meest dorre plek op de
aardbol. Ooit was de stad een centraal in
de Sahara gelegen handelscentrum, een
trefpunt van karavanen. Nu wonen er
nog 15.000 mensen. Rond Timboektoe
leefden de Toeareg met hun kudden als
de vruchtbare regens het land groen
maakten. Maar de begroeiing is weg.
geen gras, geen bomen meer.
Timboektoe, het begin van het einde
van de wereld, een stille stad, een Sofitel,
nauwelijks bestrating en een strook as
falt die leidt naar het Plein van de Onaf
hankelijkheid. Het geluid van voertuigen
smoort er in het zand.
Buiten Timboektoe de woestijn, de
golvende vlakte met een hypnotiserende
bekoring. Zandheuvels, hier en daar de
skeletten van gestorven dieren, wrakken
van gestrande auto en bandensporen.
De Toeareg stichtten Timboektoe in
de elfde eeuw, een nederzettting aan de
oever van de Niger en aan de rand van
de Sahara. De bloeitijd van Timboektoe
ligt in de middeleeuwen. Meer dan ze
venhonderd jaar lang trokken karavanen
langs deze stad, van noord naar zuid en
van zuid naar noord. Nog in de jaren '40
van deze eeuw arriveerden er twee keer
per jaar drie tot vierduizend kamelen.
Deze azalaj, de karavaan, trok dan naar
het noorden om zout te halen.
Hoge regeringsambtenaren in de Sahel-
landen vinden dat de nomaden meer dis
cipline op moeten brengen. Veel Afri
kaanse leiders zijn bang voor nomaden.
Ze zijn een ongrijpbare macht voor pre
sidenten van landen waar tien mannen
met één mittrailleur een succesvolle
staatsgreep kunnen plegen. Toch hebben
de nomaden politiek weinig macht. Vor
men ze als woestijnvolk een respectabele
natie, in de afzonderlijke landen waar ze
zich bewegen, zijn ze steeds een minder
heid.
Toch üjken de nomaden niet helemaal
gedoemd. In de kleine stad Gari aan de
oever van de Niger wonen vijfhonderd
Toeareg met een aantal van hun vroegere
slaven; de Bella. Ze verbouwen er rijst en
houden er kleine kudden. Sommigen van
hen zwerven van hieruit weer uit langs
de aloude nomaden-routes.
In Soedan, een land met 2,5 miljoen
nomaden is gesuggereerd om nomaden
bepaalde gebieden te geven als een soort
bases waar ze sociale en medische voor
zieningen hebben. Vanuit die basiskam
pen kunnen ze dan weer gaan zwerven.
Het rondtrekken is voor de nomaden im
mers een allesbepalende economische
factor. De inkomsten van veehoudende
nomaden liggen gemiddeld vijftig pro
cent hoger dan die van plaatsgebonden
boeren.
Ontwikkelingswerkers en antropolo
gen zien meer en meer dat het nomaden
bestaan de beste manier is om het woes
tijnlandschap van de Sahara te gebrui
ken en in stand te houden. Nomaden
zien kans om de meest nutteloos lijkende
stukken land in cultuur te brengen.
Het Franse dagblad Le Monde heeft
de regeringen van de Westafrikaanse
landen ervan beschuldigd de droogte te
gebruiken om een aloude rekening te
vereffenen bij het zoeken naar 'een defi
nitieve oplossing voor de Toearegs'. Dat
verwijt lokte woedende reacties uit in
Mali.
De Sahel-gordel loopt vanaf de West
afrikaanse kust tot in Ethiopië en Soma
lië. Het is een zone waar jaarlijks gemid
deld 200 tot 400 millimeter regen valt. In
de noordelijk gelegen Sahara is dat 200
mm. De Soedanese gordel vormt met een
regenval van 400 tot 800 mm een apart
gebied. Een groep Sahel-landen heeft
zich inmiddels verenigd in een anti
droogte front. De CLISS, ook wel de
Club du Sahel geheten. De leden zijn de
Kaapverdische Eilanden, Senegal, Gam
bia, Opper-Volta Mali, Mauretanië, Ni
ger en Tsaad.
Pogingen om het oprukkend 'uitdrogen'
tegen te houden, laat staan terug te drin
gen, boeken echter nauwelijks resultaten.
Immers het lot heeft voor de Sahellan-
den een assortiment plagen in petto die
de schrijver van Exodus niet heeft kunen
verzinnen. Zijn het niet de droogte of de
sprinkhanen, dan zijn het wel oorlog en
corruptie die goedbedoelde westerse
hulp doet stranden.
En de nomaden, zij die 'niet meer zul
len oogsten en zwerver en vluchteling
zullen zijn op de aarde'? Zw wachten
voor hun wrakkige bouwsel, kijken uit
over hun land de woestijn. Hun kamelen
zijn tot verkeersslachtoffers geworden, 's
Nachts worden ze overreden door onver
lichte trucks die over de onverharde
woestijnwegen rammelen. De geraamten
worden afgewisseld met repen rubber
van kapotgereden autobanden.
Voor een nomade is het leven in de
stad zonder zin. Elke dag sterven ze er
een nieuwe dood. De woestijn is een
harde meester, maar het leven is er rus
tig, zo weet de nomade en hij denkt;
„Geef me mijn kamelen terug en ik ga".