>E STEM under VAN EECHOUD-BOEK WERPT NIEUW LICHT OP PAPUA-DRAMA ZATERDAG i J1 OKTOBER 19871 raad licaal ijfenentwintig jaar geleden, in ok tober '62, werd Nieuw-Guinea overgedragen aan In donesië. Irian Jaya, zoals het land nu heet, is inmid dels het belangrijkste wingewest van Indonesië ge worden. Papua-opstanden worden met harde hand onderdrukt. Er is sprake van een regelrechte 'holo caust'. En Nederland zwijgt, de wereld doet alsof er niets aan de hand is. De Papua's lijken afgeschreven. Vandaag doorbreekt de Stichting 'Hulp aan Papua's in Nood' het stilzwijgen over dit onrecht met een lande lijke manifestatie in Den Haag. Een onlangs versche nen biografie over de 'vader der Papua's'oud-resi dent en waarnemend gouverneur-generaal Jan Van Eechoud, werpt een nieuw licht op het voorspel van het Papua-drama. Veldpolitie Op de vlucht Onbenul Gezagsovername ZATERDAG j/T 31 OKTOBER 19871 Capaciteiten Uitgerangeerd uyper geleide Calvinistische ie geeft Kuyper zijn ideaal, heel id kerstenen, niet op. Praktisch er voor zijn minderheidsgroep plaats en aandeel in de maat- Hij deinst er niet voor terug sa- werken met de katholieken om i te bereiken, al spreekt hij voort- 'nachtend over 'den schrande- saard te Rome, die de pretentie gevolmacht stedehouder van op aarde te zijn', nenwerking met de katholieken Ihter de gewenste politieke macht bij de verkiezingen van 1888 be- gelegenheidscoalitie de meerder- at opent de weg voor het eerste jke kabinet, dat van Mackay. er blijft buiten kabinet en Ka- trekt achter de schennen wel touwtjes. Via 'De Standaard' Ihij het kabinet tot radicalere gelen te brengen, wat leidt tot een net AR-fractievoorzitter De Sa- ohman. Ten koste van een split- nt Kuyper de uiteindelijk strijd richting binnen de ARP. De Sa- ohman scheidt zich af en vormt |et groepen hervormde kiezers de lijk-Historische Unie. nog dan voorheen is de ARP partij van de kleine luyden, die uwe verkiezingen bovendien de (ontvalt. Pas in 1901 wint rechts i als leider van de grootste fractie oalitie wordt Kuyper minister- |nt. optreden als minister-president nog steeds verschillend beoor- Hij brengt weliswaar de gelijkbe- png van het bijzonder en openbaar vijs op gang, maar op sociaal ter- kt het of Kuyper zijn idealen ver- Vooral na de spoorwegstaking is tig over van zijn progressieve op- ten over de rechten van arbeiders Dlichten van machtigen, ongekend heftige verkiezingsstrijd 5 draait helemaal om zijn persoon i optreden. Zijn beleid roept tegen op, zijn stijl van optreden aversie, rat bij die verkiezingen voor of te- iuyper en de Calvinistische roofvo- |e daar zweeft en loert boven de i van Holland, boven de openbare I, boven Hogeschool en Rechts boven heel ons volksleven'. Rechts ;t. Kuyper af. 1918 blijft hij voorzitter van de en volgt elk kabinet hinderlijk, zijn politieke invloed taant. Op 8 nber 1922 overlijdt hij, 83 jaar oud. inzet van Kuypers werk was er te zorgen dat 'het volk zich weer jod buigt'. De uitkomst is dat hij brscholen en als achterlijk verachte van het Nederlandse volk tot reli- en politiek bewustzijn heeft ge- t en haar een gelijkberechtigde po- 1 i het verzuilde Nederland heeft be- I. Dat geeft Kuypers mislukking èn ier hanteerde radicale middelen. Hij brak bestaande kaders, verhoudin- fcn mentaliteiten. Het mobiliseerde eine luyden en sloopte traditionele erken. Naar methoden en effecten Cuyper revolutionair. Maar de reac- ie dat opriep veroorzaakten dat het taat aanzienlijk afweek van het De herkerstening van de natie onbereikbaar. oral zijn manier van leiding geven velen van hem vervreemd. Men afgestoten door zijn onverbiddel- rechtlijnigheid, dat van geen zachte [jkheid of nationale saamhorigheid weten, maar beginselvaste strijd- heid eiste: 'Voorwaarts in den naam ri 1903 bij de Kamer drie wetsont- >en in waaronder één dat stakingen, het algemeen belang aantasten', ver- t vanwege het 'misdadige' karakter n. De 'worgwetten' zijn geboren. p 5 april breekt een nieuwe spoor staking uit, gericht tegen deze 'worg- ten' en dus wel politiek getint. Om- de arbeiders onderling verdeeld zijn. werkgevers stakers op staande voet .laan en de regering soldaten laat rukken om werkwilligen te bescher- i, verloopt de staking. Cuyper heeft in eerste instantie no| gematigd standpunt ingenomen. HjJ in januari 1903 wel degelijk de nood- k om de arbeidsvoorwaarden te ver eren en stelt dan ook voor dat te kop- :n aan de anti-stakingswetten. Ook voormannen van de katholieke en itestantse arbeidersbewegingen, Aal- se en Talma, dringen daar op aan, ai an ze wel achter de 'worgwetten. ypers eigen Standaard geeft toe dat 'bittere klacht uit de wereld der arbei- s maar al te veel gegrond is'. Dat Kuyper het onderscheid tussen economische en een politieke stakinE het oog verliest is niet in de laats ats te danken cq. te wijten aan de so listische reactie op stakingsovervvin ig van 31 januari. Kuyper reëae5s. liswaar te agressief, maar van sociak :he zijde is een niet gering verbaal g ld gebruikt en politiek geweld gepr :t. V Öoor Mathleu Kothui* In de recente stroom publicaties over Nieuw-Guinea levert de journalist Jan Derix een bijdrage met een biografie over een man die een belangrijk aandeel had in het Nederlands bestuur over dit voormalige rijksdeel, Jan P. K. Van Eechoud. Wie was Van Eechoud? Hij werd ge boren in 1904 in Horst, Noord-Limburg, als zoon van een fabrikant in geconden seerde melk. Vader Jos van Eechoud werkte zich op tot een gerespecteerd za kenman, tótdat de economische crisis daaraan een einde maakte. Het gezin raakte aan de financiële afgrond en ver huisde naar Den Haag waar het een pen sion begon. Dankzij de vroegere voorspoed kreeg Jan een uitstekende katholieke schoolop leiding bij de Jezuieten in Nijmegen. Vijfentwintig jaar oud, in 1929, vertrekt Jan van Eechoud als handelsagent voor de firma Hagemeijer en Co. naar Indië. Maar zijn werkzaamheden op Sumatra en Java blijken een ramp. Begin '31 knjgt hij ontslag. Hij deugt niet voor het vak. Een paar maanden later wordt hij toegelaten tot de politieopleidingsschool in Soekaboemi op West-Java. Intussen trouwt Van Eechoud met Cornelia (Kees) Meere, een meisje uit Scheveningen, dat hij op de boot naar Indië heeft ontmoet. In augustus '36 ver huist het jonge echtpaar naar Mano- kwari in Noord-Nieuw-Guinea waar Van Eechoud hoofd wordt van de veld politie. In die positie maakt Van Eechoud een begin met zijn levenswerk, de exploratie van Nieuw-Guinea. In zijn nieuwe func tie brengt hij een bezoek aan alle politie- en bestuursposten tijdens een legendari sche voetmars van Hollandia naar Sar- mi, een afstand van 300 kilometer. Zo maakt hij voor het eerst grondig kennis met het leven van de Papua's, het gebied en het bestuur van het land. Al direct na deze eerste kennismaking komt Van Eechoud tot de conclusie dat het koips veldpolitie een grotere rol moet krijgen in de exploratie van het on bekende binnenland. In de zomer van '37 krijgt hij van zijn directe chef, resi dent Jansen op Ambon, toestemming voor een expeditie van de Waroppenkust naar de Westelijke Meervlakte. Het wordt een barre maar leerzame tocht door nog onbekend gebied. In '38 volgt een volgende expeditieopdracht van resident Jansen. Ditmaal naar de Wisselmeren waar volgens nog summiere gegevens nogal wat Papua's wonen. De opdracht aan Van Eechoud luidt om in het gebied een bestuurspost te vestigen. Ook deze expeditie wordt een groot suc ces. Eind '39 start Van Eechoud met de voorbereidingen van zijn derde expeditie naar het Centrale Bergland. Nadat de expeditie goed en wel van start is gegaan, in mei '40, maakt de Tweede Wereldoor log daaraan een einde. De oorlogsjaren worden beslissend voor Van Eechoud's visie op de verdere ont wikkeling van Nieuw-Guinea. Bij de in val van dé Japanners vlucht hij het bin nenland in, staat bloot aan tal van ont beringen en aanvallen van wilde Papua- stammen en wordt, na 14 maanden in de jungle, op 21 augustus '42 door een Amerikaans vliegtuig uit het Bemard- kamp bevrijd. Via Merauke aan de zuid kust ontkomt hij naar Melbourne, Australië. In Australië wordt hij bevorderd tot reservekapitein en krijgt van de Nefis (Netherlands Forces Intelligence Servi ce) opdracht fotoverkenningen boven Nieuw-Guinea uit te voeren. Vooral de Amerikanen zijn geïnteresseerd in de to pografie voor de aanleg van een vlieg veld in het noorden van het eiland. Door zijn uitstekende verkenningswerk boven Nieuw-Guinea krijgen de Amerikanen belangstelling voor Van Eechoud en hij wordt door net MacArthur-hoofdkwar- tier aangetrokken als informant. Hollan- Jan van Eechoud In Merauke, Juni '58, toen hl] al zwaar ziek was. Van Eechoud en Nlcolaas Jouwe vlak voor hun vertrek naar Nederland In oktober 1949. De vergeten 'vader' dia wordt het Amerikaanse hoofdkwar tier in de opmars naar het Japanse kei zerrijk. In de loop van oktober '44 verplaatst MacArthur zijn algemene hoofdkwartier naar Hollandia en Van Eechoud krijgt daar zijn eerste belangrijke bestuurs functie, die van Conica (Commanding Officer Nica, hoofd civiel gezag). Van Eechoud heeft een goede verstandhou ding met de bevelhebbers van de Ameri kaanse bases. In hun magazijnen liggen immers voor miljoenen dollars aan goe deren die door het verloop van de oorlog waarschijnlijk nooit meer gebruikt zullen worden. Van Eechoud beseft dat die goe deren na de oorlog voor een spotprijsje overgenomen kunnen worden voor de opbouw van Nieuw-Guinea. Maar hij weet ook dat de Nederlandse autoritei ten in Brisbane alleen oog hebben voor het gezagsherstel op Java. Nieuw-Guinea zal weer het laatste wiel aan de wagen worden. Zijn visie op de toekomst van Nieuw- Guinea zet Van Eechoud voor het eerst uiteen in een uitgebreide brief aan dr. J. W. Meyer Ranneft, voor de oorlog vice- voorzitter van de Raad van Indië en lid van de Raad van State. Van Eechoud onderhoudt jarenlang een uitgebreide briefwisseling met Meyer Ranneft en daarin geeft hij af op het volstrekte on benul van 'Den Haag' en het bestuur in Indië. „Een volkomen corruptie, jacht naar eigen belang, indolentie en kort zichtigheid, factoren waardoor de md- reele kracht gebroken moét worden en het verloren respect van de Indonesiër niet teruggewonnen werd, doch, nog er ger, teloor ging. Het is erger dan u mis schien denkt. Ik geef eenige staaltjes uit mijn onmiddelijke omgeving",aldus Van Eechoud in een van die brieven. En vervolgens zet hij uiteen hoe na de oorlog vanuit Hollandia vier schepen, elk met tienduizend ton goederen wer den verscheept naar een bestemming 'er gens in Indië'. De schepen zijn nooit aangekomen. Bladgoud, cocaïne, massa's dure instrumenten en gereedschappen uit de de Amerikaanse voorraden zijn zo spoorloos verdwenen. Van Eechoud komt een van de 'schur ken' van deze fraude op het spoor maar krijgt van hogerhand opdracht de man te laten lopen. Na de oorlog legt Van Eechoud de zaak voor aan de Parlemen taire Enquête Commissie in Den Haag die er vervolgens ook niets mee doet. Over deze periode schrijft Jan Derix: „Wat Van Eechoud hier beweert en ont hult over de nadagen van het koloniaal bewind in Nederlands Indië, een beeld van grote ontreddering, besluiteloosheid en toevalsfactoren, is tevens een karak tertrek van de schrijver: een gedreven man die bijna genadeloos de tekortko mingen van anderen ontleedt, wier ge klungel hij verantwoordelijk acht voor de bloedige weg die Indië moest gaan om onafhankelijk te worden. Dit in zijn ogen schandelijk en Nederland onwaardig proces had naar zijn opvatting anders kunnen verlopen, wanneer men in 1945 beter voorbereid en met meer gevoel voor realiteiten te werk was gegaan De Voorlopige Indische Regering gaat er inmiddels van uit dat de gezagsover- dracht van Indië na de oorlog slechts een formaliteit zal zijn. De werkelijkheid, pakt echter anders uit omdat de Indische archipel vanaf augustus '45 niet langer onder Amerikaans opperbevel,maar on der het Britse South-East Asia Com mand van Mountbatten gaat vallen. Deze tegenvaller voorziet ook Van Eechoud met. Wel dient hij al in maart '45 bij Van Mook (luitenant gouverneur- generaal in Indië) een concreet plan in voor de gezagsovername. Uit de verho ren van de Parlementaire Enquête Com missie blijkt dat hij Van Mook voorstelt een korps civiele politie van 15.000 man op te zetten om daarmee na het verdrij ven van de Jappaners onmiddelijk in In dië terug te komen. Volgens Derix zou, bij uitvoering van dit plan, de kans op een gezagsvacuüm op Java en de andere belangrijke eilanden een stuk kleiner zijn geweest. In '45 zijn die overwegingen niet meer van belang. Twee dagen na de geal lieerde machtswisseling, op 17 augustus '45, roept Soekarno de onafhankelijk heid van de Republik Indonesia Mer- deka uit. Het duurt dan nog maanden voordat de eerste Nederlandse troepen, eind '45, op Java aan land gaan. Het na tionalisme in Indonesië is dan al overge slagen naar Nieuw-Guinea. Na de oorlog komen uit Batavia de eerste signalen van ontevredenheid over de bestuurskwaliteiten van Van Eechoud. Zijn diensthoofden op de de partementen van de Indische regering vinden dat de resident de verkeerde prio riteiten stelt, hij spoort niet met de poli tieke koers en hij vraagt lang niet altijd het fiat van zijn meerderen. Erger nog, hij praat, in zaken van onderwijs en op voeding, vooral met vertegenwoordigers van de katholieke missieorganisaties dat hem weer wordt kwalijk genomen door de zending. In januari '46 stuurt Van Eechoud een geheim schrijven aan de bestuurshoof den in de districten (onderafdelingen) waarin hij hen aanspoort proeven te ne men met 'sociale raden', een eerste po ging tot democratisering van lokaal be stuur. Van Eechoud, zo zegt Derix, is in die eerste jaren na de oorlog een van de wei nige Nederlandse gezagsdragers die vraagtekens zet bij een automatische binding van Nieuw-Guinea met de rest van Indië voor het geval er wordt onder handeld over de meuwe status ten op zichte van Nederland. Ook Soekarno huldigt dit standpunt maar later wordt duidelijk dat hij het arme Nieuw-Guinea aanvankelijk liever kwijt dan rijk was. Van Eechoud houdt zich steeds meer bezig met de politieke en sociaal-econo- gelijkh Ove mische toekomst van Nieuw-Guinea en maakt deel uit van de zogenaamde 'fact finding commissie' die een onderzoek doet naar de economische en sociale mo- lijkheden van Nieuw-Guinea. /erigens heeft Van Eechoud weinig vertrouwen in de diepgang van dit on derzoek en in maart '49 publiceert hij een eigen 'nota inzake de economische toestand van Nieuw-Guinea'. In tegen stelling tot de commissie concludeert Van Eechoud dat Nieuw-Guinea een land is met grote natuurlijke rijkdom men en grote landbouwmogelijkheden, mits de Nederlandse overheid wil inves teren in landbouwprojecten. Medio oktober '49 krijgt Van Eechoud bericht dat hij in verband met de Ronde Tafel Conferentie in Den Haag wordt verwacht. Op zijn advies zal de regering ook een Papua-delegatie horen. De drie Papua's die met Van Eechoud meereizen zijn Ariks, Jouwe en Marcus Kasiëpo. In een gesprek met de minister van over zeese gebiedsdelen, dr. J. H. van Maarse- veen, maakt Ariks duidelijk dat Nieuw- Guinea onder geen beding aansluiting bij Indonesië wil. Tijdens dit bezoek aan Den Haag blijk ook dat Van Eechoud geen gouverneur-generaal van Nieuw- Guinea zal worden. De regering in Den Haag vindt, aldus Van Maarseveen, dat Van Eechoud 'geen voldoende' capaci teiten heeft voor dit ambt. Zo heeft hij geen juiste opleiding genoten. katholieke geloof i. Bovendien ïlt zijn katholieke geloof in zijn na- feel. Ook de geestelijk labiele toestand van zijn vrouw speelt een rol. De regering laat het oog vallen op drC S. H. van Waardenburg die op 1 april '50 als gouverneur-generaal aantreedt. Van Eechoud wordt waarnemend-gouverneur generaal en zwaar gefrustreerd keert hij naar Nieuw-Guinea terug. Inmiddels groeit in Nederland de stemming om Nieuw-Guinea prijs te ge ven in het belang van de economische betrekkingen en de veiligheid van de Ne derlanders in Indonesië. Tegenover een Papua-delegatie verklaart minister Van Maarseveen dat Nederland, bij wijze van compromis, overweegt de soevereiniteit over Nieuw-Guinea over te dragen aan de Nederlands-Indische Unie. De dele gatie is onthutst en Van Eechoud stelt vast dat hiermee elk perspectief in de uit voerbaarheid van zijn visie op een zelf standig Nieuw-Guinea in duigen valt. In een brief aan Meijer Ranneft kon digt hij zijn vertrek uit Nieuw-Guinea aan. „Wil ik niet ook meegesleept wor den in het debacle, dan moet het voor iedereen duidelijk zijn dat ik er niet de bet aan ben. Het is daarom het beste dat ik de gebeurtenissen in Holland afwach- tHier kan ik niets goed meer doen". Zwaar gefrustreerd keert hij terug naar Nederland waar Van Eechoud al gauw niet meer gezien is in politiek Den Haag. Als selfmade-man en Nieuw-Guinea- kenner bij uitstek, is hij uitgerangeerd, afgeschreven en als een lastpak op een zijspoor gezet. In Den Haag legt hij zijn ervaringen in Nieuw-Guinea vast in een aantal boeken, houdt honderden lezin gen door het hele land, werkt aan een va demecum over Nieuw-Guinea en is enige tijd als secretaris verbonden aan het Nieuw Guinea Instituut. Op 7 september 1958, op reportagereis door Nieuw-Guinea, overlijdt Van Eechoud op 54-jarige leeftijd na een nierziekte in het ziekenhuis van Hollan dia. „De heer van Eechoud", zo zegt Marcus Kasiëpo bij de begrafenis, „of zoals mijn volk hem noemde, 'Vader van Eechoud', heeft veel goeds voor de Pa pua's gedaan. Hij heeft zich in Neder land gemaakt tot onze woordvoerder, opdat Nederland dit volk niet zal verge ten. Zijn leven heeft hij voor onze zaak opgeofferd. De Papua's staan voor altijd bij hem in de schuld". „Van -Eechoud", zo zegt Papuê-leider Nicolaas Jouwe, „had de Papua's kun nen mobiliseren en ze zouden hem ge volgd zijn. Zijn uiteindelijke droom was, Nederlands Nieuw-Guinea ooit binnen te voeren in een nationale eenheid met Papua New Guinea. Dat was ook de wens van de meerderheid van ons volk. Onder Van Eechoud zou stelselmatig naar die aansluiting toegewerkt zijn, des noods zelfs met geweld van wapens. Hij zou de Papua's nooit zonder slag of stoot hebben uitgeleverd, zoals Nederland ge daan heeft. Misschien moest hij daarom van het toneel verdwijnen". Jan Derix - Bapa Papua, Jan P. K. Van Eechoud, Uitgeverij Van Spijk, VenJo, Prijs; 34,50 Begin '62 werden bij de verhoogde spanningen tussen Nederland en Indonesië Papua's opgeleid voor het vrijwilligerskorps. - foto anp

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1987 | | pagina 31