DESTEM ABRAHAM KUYPER: VERVLOEKT EN BEWIEROOKT Kuyper's onvergeeflijke blunder 'WURGDE' ARBEIDERS Ibraham Kuyper. Verguisd en ver afgood, vervloekt en bewierookt, bestreden en nage volgd. Zelfs tachtig jaar na zijn optreden als minister president maakt zijn naam nog zeer uiteenlopende ge voelens los. 'Abraham de Geweldige', noemden zijn aanhangers hem. De man die Nederland de eerste po litieke partij bezorgde, een weekblad, een dagblad, een kabinet en zelfs een kerk. Gisteren was het 150 jaar geleden dat Kuyper werd geboren. In zijn voor malige bolwerk, de Amsterdamse Vrije Universiteit, is dat herdacht met een symposium. Bekering Eigen plaats Verraad Radicaal Moeilijkheden tober '62, wer donesië. Irian, dels het belar worden. Papu onderdrukt. E caust'. En Ne< niets aan de h Vandaag door Nood' het stilz lijke manifesta nen biografie dent en waar Eechoud, wer het Papua-dra Veldpolitie A Door Pleter-Jan Dekkers ALS Abraham Kuyper op 25-jarige leef tijd predikant wordt van de Hervormde Kerk in Beesd staat de Nederlandse sa menleving aan de vooravond van ingrij pende veranderingen. De tradtionele standenmaatschappij wordt langzaam doorbroken door de industriële revolutie en de arbeiders gaan zich roeren. Politiek verandert er veel. In 1866 wordt het parlementair stelsel bevestigd, wat de ondergang inluidt van het conser vatisme als zelfstandige politieke rich ting. Tegenover de anti-clericaal inge stelde liberalen ontstaan anti-revolutio naire verenigingen. Die veranderingen laten de Neder landse Hervormde Kerk ook niet onbe roerd. Ondanks de in 1848 doorgevoerde scheiding van Kerk en Staat nemen de hervormden nog steeds een dominante positie in. Binnen de kerk wordt een hef tige richtingenstrijd gevoerd tussen de modernisten met hun optimistisch mens en wereldbeeld en de orthodoxen, die - ook onderling verdeeld - uiteenlo pende opvattingen verkondigen over za ken als Schriftgezag, erfzonde en kerk- herstel. Tot het orthodoxe kerkvolk behoren vooral de lagere klassen: boeren, am bachtslieden, arbeiders. In alle opzichten miskend en achteruit gezet. Er gaapt, re ligieus èn sociaal, een enorme kloof tus sen hen en de kerkelikjke elite, de geeste lijk liberaal-vrijzinnige, maar sociaal be houdende toplaag. Als Kuyper in Beesd bevestigd wordt, is hij niet wars van liberale denkbeelden, maar in 1870 'bekeert' hij zich tot het Calvinisme. In niet mis te verstane woor den hekelt hij dan de 'vermolmde ruïne, oligargisch in merg en been, melaatsch van leugen'. De Hervormde Kerk dus. Dat jaar vertrekt hij naar Amsterdam, van waaruit hij de strijd met de kerke lijke elite aanvoert en zich tegelijkertijd in de politiek stort. Via het 'Weekblad Abraham Kuyper. - fotoanp voor vrije kerk en vrije school' bewerkt hij 'den volksgeest', twee jaar doet hij dat ook via het net opgerichte dagblad 'De Standaard'. In 1874 wordt hij in de Tweede Kamer gekozen maar door zijn slechte gezond heid moet hij zich na twee jaar terugtrek ken. Tijdens zijn ziekte zet hij een le vens- en wereldbeschouwing op papier, waaruit later de Anti-Revolutionaire Partij en de Gereformeerde Kerken zou den ontstaan. In Kuyper's visie biedt alleen een goed georganiseerde actie de orthodoxie nog toekomst. Tegen het modernisme in kerk, staat en maatschappij kan alleen het Calvinisme als meest consequente vormgeving van het christendom 'het eenig afdoend, eenig gewettigd, eenig steekhoudend verweer' vormen. Het Cal vinisme heeft als grondmotief de erken ning van de absolute souvereiniteit Gods over het hele leven en de souvereiniteit in eigen kring. De zin van het menseüjk bestaan is de belijdenis en leven in ge hoorzaamheid. De befaamde spotprent van Albert Hahn uit 1911, toen Kuyper In Brussel was gesnapt, terwijl hij naakt voor zijn hotelraam stond. Kuyper verklaarde later dat hij In die kamer naakt oefeningen deed ter bevordering van zijn gezondheid. 'Voorwaarts in den naam des Heeren' Tussen degenen die dat accepteren en zij die dat niet doen gaapt volgens Kuyper de kloof der antithese. Door die anti these scheidt Kuyper de burgers in bok ken en in schapen en dwingt hij hen te kiezen voor of tegen christelijke organi saties. Die fungeren als bolwerken waarin gereformeerden zich terugtrek ken uit de boze wereld en hun eigen idealen kunnen handhaven. Tevens zijn het bases van waaruit de veldtocht tegen de ontkerstening kan worden gevoerd. Om dat laatste te realiseren is politieke en maatschappelijke macht nodig. Die grijpt Kuyper dus. In 1877 stelt hij een Program van beginselen voor de anti-revolutionaire beweging op en twee jaar later komt de ARP tot stand, de eer ste moderne politieke organisatie in Ne derland. Kuyper richt ook de Vrije Uni versiteit op, waar zijn jonge aanhangers rijp worden gemaakt voor het veroveren van geestelijke, politieke en maatschap pelijke macht. Tegelijkertijd voert Kuyper de ortho doxen in de Hervormde Kerk aan die strijden voor hervorming van de kerk en terugkeer naar de calvinistische belijde nis. In eerste instantie beoogt Kuyper geen afscheiding. De kerk zelf moet gere formeerd worden. Maar als zijn strijd met de kerkelijke elite niet het gewenste resultaat heeft en de Hervormde Synode aanhangers van Kuyper schorst ontstaat eind 1986 de eerste 'dolerende' gemeen te, 'bevrijd van het synodale juk'. Amper een jaar later zijn er al 150 do lerende gemeenten en in enkele jaren stijgt het aantal dolerenden tot bijna 200.000. Dat getal geeft aan dat Kuypers opzet om de Hervormde Kerk te refor meren, mislukt, waarop de Gerefor meerde Kerken ontstaan. In 1892 vereni gen die zich met de Afgescheidenen. De acht tot tien procent van de bevolking die tot de Gereformeerde Kerken gaat behoren vormt voortaan de kem van het door Kuyper geleide Calvinistische volksdeel. In theorie geeft Kuyper zijn ideaal, heel Nederland kerstenen, niet op. Praktisch eist Kuyper voor zijn minderheidsgroep een eigen plaats en aandeel in de maat schappij. Hij deinst er niet voor terug sa men te werken met de katholieken om zijn doel te bereiken, al spreekt hij voort- durend minachtend over 'den schrande- ren grijsaard te Rome, die de pretentie maakt gevolmacht stedehouder van Christus op aarde te zijn'. De samenwerking met de katholieken levert echter de gewenste politieke macht op want bij de verkiezingen van 1888 be haalt de gelegenheidscoalitie de meerder heid. Dat opent de weg voor het eerste christelijke kabinet, dat van Mackay. Kuyper blijft buiten kabinet en Ka mer, maar trekt achter de schermen wel aan de touwtjes. Via 'De Standaard' tracht hij het kabinet tot radicalere maatregelen te brengen, wat leidt tot een breuk met AR-fractievoorzitter De Sa- vornin Lohman. Ten koste van een split sing wint Kuyper de uiteindelijk strijd om de richting binnen de ARP. De Sa- vomin Lohman scheidt zich af en vormt later met groepen hervormde kiezers de Christelijk-Historische Unie. Meer nog dan voorheen is de ARP dan de partij van de kleine luyden, die bij nieuwe verkiezingen bovendien de macht ontvalt. Pas in 1901 wint rechts weer en als leider van de grootste fractie in de coalitie wordt Kuyper minister president. Zijn optreden als minister-president wordt nog steeds verschillend beoor deeld. Hij brengt weliswaar de gelijkbe rechtiging van het bijzonder en openbaar onderwijs op gang, maar op sociaal ter rein lijkt het of Kuyper zijn idealen ver raadt. Vooral na de spoorwegstaking is er weinig over van zijn progressieve op vattingen over de rechten van arbeiders en de plichten van machtigen. De ongekend heftige verkiezingsstrijd in 1905 draait helemaal om zijn persoon en zijn optreden. Zijn beleid roept tegen stand op, zijn stijl van optreden aversie. Het gaat bij die verkiezingen voor of te gen 'Kuyper en de Calvinistische roofvo gel, die daar zweeft en loert boven de velden van Holland, boven de openbare school, boven Hogeschool en Rechts zaal, boven heel ons volksleven'. Rechts verliest. Kuyper af. Tot 1918 blijft hij voorzitter van dt ARP en volgt elk kabinet hinderlijk, Maar zijn politieke invloed taant. Op 8 november 1922 overlijdt hij, 83 jaar oud. De inzet van Kuypers werk was er voor te zorgen dat 'het volk zich weer voor God buigt'. De uitkomst is dat hij een verscholen en als achterlijk verachte groep van het Nederlandse volk tot reli gieus en politiek bewustzijn heeft ge bracht en haar een gelijkberechtigde po sitie in het verzuilde Nederland heeft be zorgd. Dat geeft Kuypers mislukking succes aan. Kuyper hanteerde radicale middelen. Hij doorbrak bestaande kaders, verhoudin gen en mentaliteiten. Het mobiliseerde de kleine luyden en sloopte traditionele bolwerken. Naar methoden en effecten was Kuyper revolutionair. Maar de reac tie die dat opriep veroorzaakten dat resultaat aanzienlijk afweek van hel doel. De herkerstening van de natie bleek onbereikbaar. Vooral zijn manier van leiding geven heeft velen van hem vervreemd. Men werd afgestoten door zijn onverbiddei- lijke rechtlijnigheid, dat van geen zachte lieflijkheid of nationale saamhorigheid wilde weten, maar beginselvaste strijd baarheid eiste: 'Voorwaarts in den naam des Heeren'. 7'mr Ar "vT*-'."V' iV# \a, TïliHftW1 Deze prent maakt Hahn naar aanleiding van de stakingen van 1903. Kuyper staat rechts aan het been van de staker te trekken. I n januari 1903 breekt in de Amsterdamse havens een sta king uit. De wrok van de arbeiders over te lage lonen, lange arbeidstij den en willekeurige ontslagen esca leert, als de havenbaronnen de groeiende macht van de arbeiders proberen te breken door het in schakelen van niet-georganiseerde arbeiders. Door Pleter-Jan Dekkers Alras mengen de spoorwegarbeiders zich in de strijd. Niet alleen uit solidariteit met hun haven-collega's, maar ook van wege hun eigen slechte arbeidsomstan digheden. Als deze staking algemeen dreigt te worden capituleren de spoorwegmaat schappijen voor de stakers: ze erkennen hun organisaties, nemen weer ontslagen stakers in dienst, verbeteren de arbeids voorwaarden en vervoeren geen 'besmet te' vracht uit de havens meer. Socialistische leiders als Troelstra en Domela Nieuwenhuis zien de bevrijding van de onderdrukte arbeiders gloren en de socialistische pers beschouwt de sta king als middel voor hun doel: een poli tieke omwenteling. Aan de andere kant staat de rechtse pers als 'De Standaard' van premier Kuyper, die de staking 'revolutionair, anarchistisch en in strijd met het alge meen belang' acht. In 'De Nederlander' van De Savornin Lohman wordt zelfs aangedrongen op een wettelijk verbod van zulke stakingen. En dan beginnen de moeilijkheden voor Kuyper. Want het is juist Kuyper die zich al in 1871/72 ontpopt heeft als voorvechter van 'den verdrukten arbei der'. De arbeid is tot koopwaar verlaagd en de arbeider is in een situatie van ma teriële ellende geraakt, soms erger dan die van slaven in de oudheid, oordeelt Kuyper in 1872. De arbeiders staan met hun arbeids aanbod als eenlingen tegenover een geld macht die bij weinigen is opgestapeld en die hen verplettert. Het tegendeel van de leus der Franse Revolutie blijkt hun erf deel. De beloofde Vrijheid is ontaard in een leven onder de dwang der economi sche wetten, Gelijkheid blijkt financiële, maatschappelijke en politieke ongelijk heid, en Broederschap is niets anders dan concurrentie, haat en naijver. Kuyper gaat zover dat hij de nood zaak voor arbeiders zich te organisereren inziet, de eis voor loonsverhogingen bil lijk noemt en de werkstaking erkent als enig rechtsmiddel om die doelen te be reiken. Vooral dat laatste is opmerkelijk, want Kuyper's geestverwanten verwer pen het stakingswapen onverbiddelijk. De sociale bewogenheid van Kuyper staat buiten kijf als hij pleit voor loons verhogingen van 15 tot 20 procent en zich uitspreekt voor een kortere werk dag. De vrouwen- en kinderarbeid noemt hij de 'pijnlijkste wond' van het sociale vraagstuk en afschaffing is 'de meest gerechtigde noodkreet' van de ar beiders. Op 31 januari 1903 is die sociale bewo genheid bij Kuyper echter ver te zoeken. Hij maakt de onvergeeflijke blunder de januari-stakingen niet als economische maar als politieke acties te beoordelen. Daarbij gaat Kuyper niet af op het doel dat de stakingsleiders zich hebben ge steld: het behartigen van de belangen van de arbeiders, wat hem zou moeten aanspreken. Nee, hij laat zich leiden door de hetze in de rechtse pers en door het triomfantelijk gebral van Troelstra en Domela Nieuwenhuis ('De opmars naar een nieuwe, socialistische maat schappij is begonnen'). Zo krijgt de paradox als het ware ge stalte in Kuyper: de man die in 1871 hartstochtelijk pleit voor het stakings recht van de arbeiders, dient op 25 fe bruari 1903 bij de Kamer drie wetsont werpen in waaronder één dat staking® 'die het algemeen belang aantasten', va- biedt vanwege het 'misdadige' karaktt' ervan. De 'worgwetten' zijn geboren. Op 5 april breekt een nieuwe spoor wegstaking uit, gericht tegen deze 'worg wetten' en dus wel politiek getint. Om dat de arbeiders onderling verdeeld zijn de werkgevers stakers op staande voel ontslaan en de regering soldaten M aanrukken om werkwilligen te bescher men, verloopt de staking. Kuyper heeft in eerste instantie nog een gematigd standpunt ingenomen. HjJ ziet in januari 1903 wel degelijk de nood zaak om de arbeidsvoorwaarden te ver beteren en stelt dan ook voor dat te hof- pelen aan de anti-stakingswetten. Ook de voormannen van de katholieke protestantse arbeidersbewegingen, Ad- berse en Talma, dringen daar op aan, staan ze wel achter de 'worgwetten Kuypers eigen Standaard geeft toe de 'bittere klacht uit de wereld der aftre ders maar al te veel gegrond is'. Dat Kuyper het onderscheid tussen een economische en een politieke staM uit het oog verliest is niet in de laats plaats te danken cq. te wijten aan de cialistische reactie op stakingsoverwd ning van 31 januari. Kuyper rega# weliswaar te agressief, maar van social" tische zijde is een niet gering verbaal g weid gebruikt en politiek geweld gePr dikt. boor Mathleu In de recente stroom Nieuw-Guinea levert Derix een bijdrage n over een man die een l had in het Nederlands voormalige rijksdeel, Eechoud. Wie was Van Eechc boren in 1904 in Horst als zoon van een fabril seerde melk. Vader J werkte zich op tot een kenman, tótdat de et daaraan een einde m raakte aan de financië huisde naar Den Haag sion begon. Dankzij de vroegere Jan een uitstekende kat leiding bij de Jezuiet Vijfentwintig jaar oud, Jan van Eechoud als 1 de firma Hagemeijer e Maar zijn werkzaamh en Java blijken een krijgt hij ontslag. Hij d vak. Een paar maandi toegelaten tot de polit in Soekaboemi op Wes Intussen trouwt V: Cornelia (Kees) Meer Scheveningen, dat hij Indië heeft ontmoet. Ir huist het jonge echtp kwari in Noord-Nie Van Eechoud hoofd w politie. In die positie maakt begin met zijn levensw van Nieuw-Guinea. In tie brengt hij een bezoi en bestuursposten tijdi sche voetmars van H< mi, een afstand van maakt hij voor het eer met het leven van de P en het bestuur van het Jan van Eechoud In

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1987 | | pagina 30