L... it netel in de kou de kou zet! VROEGE VAN GOGHS NEMEN NIEUW NOORDBRABANTS MUSEUM IN GEBRUIK Radson. Op ons kunt u reken^ incent van Gogh (1853-1890) was een Brabander, ledereen heeft van hem gehoord. Ge boren in Zundert, leefde en werkte hij een deel van zijn leven in Etten en Nuenen. Daardoor bleef hij Bra bander. Nu deze provincie op 1 november in Den Bosch officieel zijn eigen echte provinciale museum krijgt - een bouwwerk van ir. Wim Quist- is voor het eerst een groot deel van Van Gogh's artistieke nala tenschap uit zijn Brabantse tijd in een expositie bijeen gebracht. Hier vertelt Vincent als boerenschilder zijn verhaal over het leven in het Brabantse land, dat hon derd jaar geleden nog niet zo goed was als wij nu be zingen. Vernietigd T~ 1 i til Vierdeling Doodgeboren Evangelist 1 01155-2710 tril gegarandeerd Wij- dement van92,?'n(«.w.).' legt de norm. Telkens ■r. Zoals met de UK •tronie ZfHider gasver- dende waakvlam. Maar et elektrische ontsteking automatische pomp- hakeling. Zuiniger dan inig! Radson kent nog eer geldbesparende ketel- boilervanaties. Zoals de K>g Rendement gaswand- tel met ingebouwde armwater-voorziening. de lermo Punaise Combi, ijvend rendement van eer dan90"«(b.w.) in. (M stap naar uw tastal- ssel komende weken uw ketel om voor de aller- letel 'nKadsiMi. W E De houtverkoop. - RIJKSMUSEUM VINCENT VAN GOGH Door Henk Egbers Aan het 18e eeuwse gouverneurshuis dat •hans het nieuwe Noordbrabants Mu seum herbergt, zijn twee nieuwe vleugels gebouwd, verbonden door een glazen ga- lerij en grenzend aan een beeldentuin; 6800 vierkante meter museum. In het voormalige 'paleis' is onder meer de eigen moderne collectie (bijvoorbeeld Sluyters) ondergebracht. De eerste nieuwe vleugel zet Brabant in een histo- nsch perspectief en de tweede bevat 850 vierkante meter ruimte voor wisselexpo sities. Van Gogh mag beginnen. Hij dankt dit niet aan de 1%-regeling us"1 e ka'e bouwkosten; totale kosten '8 miljoen), maar aan sponsors en fond sen. Die ene procent is besteed aan een plastiek op het voorplein van Arie Ber- hulin, die als je naar de talrijke 'Berku- hns in de provincie kijkt in tegenstelling tot Vincent van Gogh al bij zijn leven beroemd lijkt. Dat is winst, want Noord rabant heeft in het verleden zijn 'zonen' (om over 'dochters' maar te zwijgen) meestal pas geëerd met een kaars op het graf. r Maar als je een verfdoos krijgt van je oom uit Princenhage - zoals Vincent- on je natuurlijk nog niet direct een be roemd schilder. En als je bij Leur, St.- ulebrord of in het Liesbosch, met in je •erhoofd de Franse schilder Millet, probeert ploeterende boeren en arbei ders te tekenen dan zullen deze pogingen later pas waarde krijgen in relatie met gecanoniseerde werkstukken. Als Vincent op het eind van zijn leven bij de kruidenier in Auvers een kruiwa gen vol schilderijen meebrengt om te rui len tegen etenswaren, krijgt hij te eten, maar de doeken kan hij weer meenemen. Toen hij in 1885 vanuit Nuenen naar Antwerpen vertrok, het hij praktisch al zijn werk daar achter. Zijn moeder nam het in kisten mee naar Breda toen domi nee Van Gogh gestorven was. Als de houtworm toeslaat mag uitdrager J.C. Couvreur de hele handel meenemen. Honderd waardeloos geachte krijtteke ningen werden vernietigd evenals een aantal door Couvreurs vrouw oneerbaar geoordeelde naakttekeningen. De rest werd op markten aan boeren verkocht voor vijf cent of een dubbeltje per stuk. De tragiek van de meeste kunstenaars is dat ze pas belangrijk worden voor erfge namen of lange tijd daarna voor promo vendi. Prof. dr. Evert van Uitert promo veerde op Van Gogh en werd derhalve in 1983 aangezocht de werkgroep 'Van Gogh in Brabant' te sturen. Daarin heb ben behalve de staf van het Noordbra bants Museum ook nog zitting drs. M. op de Coul van het Rijksbureau voor 4$ Arenlezende boerin. Boer en boerin aardappelen potend. - KUNSTHAUS ZÜRICH - RIJKSMUSEUM KRÖLLEFWrfOLlER Worn OUt. - PARTICULIER BEZIT Van Gogh's Brabantse tijd Zonsondergang te Nuenen. kunsthistorische documentatie, prof. dr. H. van den Eerenbeemt van de KUB, drs. J. van der Wolk van het Kröller- Müllermuseum en drs. H. van Crimpen van het Rijksmuseum Vincent van Gogh. Drs. Maureen Trappeniers van het Noordbrabants Museum is met de uitvoering van de plannen belast. „Het concept voor de expositie, Van Gogh als boerenschilder, is van Van Uitert", ver telt Trappeniers. De deskundigheid van de groep stond ook ten dienste van het boekwerk 'Van Gogh in Brabant' (Uitg. Waanders - 37,50) dat is gemaakt. Daaraan werk ten ook nog mee Carol Zemel van de universiteit van New York, gespeciali seerd in Van Gogh's schilderijen met we vers en de Japanner Teukasa Ködera, die bezig is bij Van Uitert te promoveren op de spitters in het oeuvre van Van Gogh. Het Japanisme in de schilderkunst heeft Van Gogh in zijn Franse periode intens beroerd. Dat prikkelt nu de Japanners weer. De expositie heeft een vierdeling: Het boerenleven, het Brabantse leven, Stille vens en Herinneringen aan het Noorden (het landschap in Zuid Frankrijk liet hem vaak aan Brabant denken; hij zette daarin vaak de boeren en boerinnen uit zijn geboortestreek). Het werk van Van Gogh is uiteraard al uitvoerig meerma len gecatalogiseerd. Het gaat over meer dan tweeduizend nummers. Die catalogisering lijkt nu wel defini tief. Af en toe komt er weer eens een niet vermelde Van Gogh boven water, maai er zijn geen experts die daarvoor nog hun hand in het vuur duren te steken. De boeken blijken gesloten. De werkgroep heeft uit die catalogisering een represen tatieve keuze gemaakt. Honderd werken konden, soms met wat moeite, in bruikleen verkregen worden. Een aantal daarvan is nooit eerder in Nederland ge toond. Ze komen dan uit particuliere collecties of buitenlandse musea. Uiter aard is een belangrijk deel afkomstig uit Nederlandse musea. Verder zijn er op vallende kunstwerken gekomen uit de Verenigde Staten, Zwitserland, België, Duitsland en Engeland. Samen geven zij het beeld van Vincent van Gogh als boe renschilder. Maureen Trappeniers: „Ook al hadden wij van te voren dit thema zó niet gekozen, we zouden er toch op uit gekomen zijn." Hoe wordt zo'n jongen uit Zundert, nog wel de zoon van een dominee, nou een boerenschilder? Dit voormalige boe rendorp heeft een deel van het antwoord midden in het dorp in brons gegoten: de twee broers Theo en Vincent door Zad- kine. Etten-Leur steekt met zijn ontwerp voor een Van Gogh-beeld als een soort 'Wanderbursch' Zundert nog niet naar de kroon! Pierre Alechinsky schreef eens: „Soms roept een kunstenaar om een soort Broer Theo die in hem (alleen!) als kunstenaar gelooft, meer nog dan hij in zichzelf." Jan Hulsker gaf zijn boek - RIJKSMUSEUM KRÖLLER-MÜLLER over beide broers de titel 'Lotgenoten' mee. Vincent was de oudste en kreeg nog twee broers en drie zussen. Bij de ingang van de Zundertse kerk ligt het graf van een levenloos geboren Vincent, die aan 'de' Vincent voorafging. Psycho-analytici hebben de schilder met dit feit een jeugdtrauma (van het vervangende kind) aangepraat, waarmee 'die zot' verklaard was. Hetzelfde verschijnsel speelt bij Dali. Anderen zeggen dat de grote, bijna hys terische belangstelling die Vincent na zijn dood te beurt valt te maken heeft met een collectief schuldgevoel. Just Ha- velaar schreef al over 'wij, die hem dit aandeden'. Dat gevoel speelt geen rol meer, maar bevorderde dat Van Gogh nu bestaat bij de gratie van de markt waarde: Japan koopt hem op en Zundert heeft een toeristische kapstok (Autour de Vincent), terwijl Amerikanen het Van Goghmuseum plat lopen. Het Noord brabants Museum halverwege tussen Et- ten en Nuenen had geen betere start keuze kunnen maken, want de actuele beeldende kunst in Noord Brabant is in algemene termen nog niet aan dit mu seum toebedacht. De naam 'Van Gogh' werd dus we reldberoemd. Het was dan ook niet zo leuk voor de familie met die naam toen mr. dr. Benno Stokvis met Kees Buur man van de NRU in Lourdes het voor- f Zelfportret. kind en verstoten dochter van Vincents zus Hubertina ontdekte en wereldkundig maakte. Zij leefde in armoede en deelde niet de revenuen van haar arme oom, die zo'n rijke erfenis achterliet. Zelfs de tekeningen, die hij rond zijn tiende jaar maakte in Zundert (herder en geit, stenen bruggetje, tuiltje bloemen e.d.) zijn in de oeuvre-catalogus opgeno men. Vincent zat er tot zijn elfde jaar op school tussen de boerenjongens en zag in de omgeving het boerenbedrijf. Daarna ging hij in Zevenbergen naar de kost school van de heer Provily, die hem voorbereidde op zijn studie aan de Rijks- hbs in Tilburg. Daar kreeg hij de eerste tekenlessen van C. Huysmans, die eerder docent was aan de KMA in Breda. Hoe wel de resultaten goed waren, ging hij er na twee jaar weg, verbleef nog een jaar in Zundert en vertrok toen naar Den Haag om in een kunsthandel te gaan werken (1869). Uit zijn Tilburgse tijd is één tekening bekend: Twee schetsen van een man leu nend op zijn spade (1867). Zundert zal hij niet vergeten. Als hij in 1877 vanuit Dordrecht, waar hij in een boekhandel werkt, met de laatste trein in Oudenbosch aankomt, wandelt hij naar Zundert. „Het was nog zeer vroeg toen ik te Zundert op het kerkhof kwam, waar het zo stil was, ik ging nog eens zien naar al die oude plekken en paadjes en wachtte het opgaan van de zon af', schreef hij aan zijn broer. Met Hein Aertsen liep hij weer naar Etten, waar zijn vader sedert 1975 dominee was. Daar in Etten vooral zal hij zijn tekenta lent beproeven en ontwikkelen. Eerst zal hij nog enkele jaren werken als evangelist in de Belgische Borinage; een crisisperiode in zijn leven, die tot zijn eerste kunstactiviteit leidde. Zich identi ficerend met de arme bevolking begint hij methodisch, via het copiëren van Mil let, te reageren op het harde leven daar. In 1980 is in het Musée des Beaux-Arts van Mons/Bergen de voorloper van de tentoonstelling die nu in Den Bosch te zien is, gemaakt: 'Van Gogh en Belgi- que'. In 1881 keert hij terug naar Etten, waar hij vanuit de pastorie een half jaar in de omgeving zwerft om de mensen op het land en het landschap zelf te tekenen en ook te schilderen. Uit die korte pe riode zijn 42 schilderijen en 316 tekenin gen bekend. Aan Theo schrijft hij dan: „Ik maak mijn studies nogal vrij groot, zoals gij er reeds een paar gezien hebt bij uw be zoek, zo heb ik o.a. een hut op het Heike gemaakt en ook die schuur met mosdak op de Roozendaalseweg, die ze hier de Protestantse schuur noemen." Met zijn vriend Rappard gaat hij tekenen op de hei bij Seppe en bij de Passievaart. Hij heeft een stuk of tien sepia's gemaakt, onder meer in het Liesbos. Perspectief tekenen oefent hij op werk plaatsen in Etten bij de smid, de timmer man en de klompenmaker. „Tot vijf maal toe heb ik een boer met een schop getekend; in allerlei standen, tweemaal een zaaier, tweemaal een meisje met een bezem. Verder een vrouw met witte muts die aardappelen schilt en een herder op zijn stok geleund, en eindelijk een oude zieke boer, op een stoel bij de haard ge zeten met het hoofd in de handen en de ellebogen op de knieën." Hij voegt eraan toe: „Natuurlijk moet ik de mensen die poseren betalen." LEES VERDER OP WEEKEND 2

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1987 | | pagina 27