Glanzende Couperus-biografie op smalle basis KlND'tHMll Een jaar boek Sebastiaan Spin in de SCHRIJVER CENTRAAL IN BOEK VAN F. BASTET Amerikanen als de Nieuwe Romeinen New York als een luxe gevangenis De Wijze kinderversjes van Annie M.G. Schmi Y/ v 1 STEM GIDS 2 Z De meeste kind discrimineren DE STEM BOEKENGIDS ZATERDAG 24 OKTOBER 1987 „De biografische methode behoudt bij alle bezwaren en gevaren het voordeel van haar eenvoudige natuur lijkheid", schreef prof. dr. W. Asselbergs in zijn studie 'Wegen naar Couperus'. Menselijk Beperkt Buitenland Hulde Smaad GROTE LUNEN IN DE GESCHIEDENIS TAMA J ANOWITZ EN KATHY ACKER OYER HUN STAD Honden lm V 1" [Gehandicapte en niet-gehandicapt iske en Wiske: jQmbone >1 G2 Door Gerard van Herpen „De biografische methode is de meest begane". Over die wel na tuurlijke, maar niet zo eenvou dige paden voert Frédéric Bastet U in zijn 850 pagina's dikke bio grafie dichter bij Louis Coupe rus. Die entree is meer dan een verwijzing naar een verwante ziel, het is vooral een soort geloofsbrief waarin Bastet zijn eigen opvattingen over het begrip 'biografie' kenbaar maakt. In zijn biografie over Louis Couperus staat vooral de schrijver Couperus cen traal. Alle eventualiteiten in zijn le ven zijn, helemaal in de geest van die opvatting, slechts van 'biografisch be lang' indien zij recht doen aan de lite raire figuur Couperus. De keuze voor dat stramien vergelijkt Bastet zelf met het weven van een overzichtelijk gobelin. De schrijver van de recente Coupe rus-biografie heeft zich ook bij de structurering van zijn levenswerk ge houden aan de opvattingen die Cou perus zelf aanbeveelt. Bij Couperus kan men er niet omheen al het werk en vrijwel alle brieven die met dit werk verband houden bij zijn biogra fie te betrekken. „De andere moge lijkheid is dat hij daarnaast tracht uit het literaire werk zoveel persoonlijks te puren, dat het skelet van voldoende vlees en kleren wordt voorzien". Bas- tets overweging om voor die methode te kiezen, komt tevens voort uit een grote hoeveelheid bewaard gebleven materiaal, waartoe zeker ook de brie ven behoren die uitgever L.J. Veen, ondanks uitdrukkelijk verzoek van Couperus, toch niet aan de vernieti ging heeft prijs gegeven. ons toch slechts een bescheiden zicht gunt op de mens Couperus in al zijn creatieve en deceptieve momenten. Ik denk dat een dergelijk levenswerk door een ander zal moeten worden ge schreven, in ieder geval door een Cou peruskenner die zich minder gebon den voelt aan een concept als op dracht dan Frédéric Bastet. Met die constatering toon ik me overigens een getrouw volgeling van Bastet, waar hij aan het einde van zijn werkelijk schitterende Couperus biografie ter zijde en ter zake memo reert dat er belangrijke aspecten, zo als de homosexualiteit van Couperus, zijn blijven liggen. Andere louter bio grafische aspecten, de invloed van persoonlijke contacten en crisissitua ties in het leven van Louis Couperus, zijn in dit reusachtige werk slechts aan bod gekomen, waar zij raakvlak ken hadden met zijn indrukwekkende literaire produktie. Met andere woor den, bij de keuze van Bastet komt de overweging van een complete Coupe rus-biografie, alleen al vanwege het vele nog onverkende aanbod, niet eens aan de orde. Het resultaat van die gewetensvolle benadering is m.i. een boek geworden, dat de literator in zijn ontwikkeling weliswaar op de voet volgt, maar dat Ernst Pawel heeft in zijn biografie over Franz Kaf ka zich door heel wat minder literaire scrupules laten ver leiden, maar het is ongetwijfeld waar dat Pawel zijn essay vanuit een heel andere kant is begonnen. Hij slaagde er in om vanuit de menselijke hoek naar de schrijver Kafka te kruipen. In zijn daarom niet minder glan zende biografie over Couperus moe ten de jeugdjaren en het familiale mi lieu de onderzoeker Bastet een beetje in de benauwenis hebben gebracht. Zoals het een biograaf met verant woordelijkheidsgevoel betaamt, ver strekt Bastet de lezer alle genealogi sche informatie over de voorvaderen van Couperus en voor het overige volgt de biograaf de jeugd van Cou perus als ware die periode een literair verwerkt en dus interessant spoor in zijn latere werken. Van belang is het dan te weten naar welke literaire grootheden de voorkeur van de jonge Couperus uit ging en dan blijkt dat hij meer be koord werd door de hyperromanti sche romans van de Engelse schrijf ster Quida en van Zola, dan door de historische romans van Bosboom Toussaint. Zijn leraar dr. Jan ten Louis Couperus - FOTO'S ARCHIEF DE STEM Brink en zijn vriend de latere roman schrijver en criticus Frans Netscher hebben bij de jonge Couperus de be geerte naar het schrijverschap in be slissende mate opgeroepen. Zijn rela tie met de Nederlandse literatuur is nooit zo ijzersterk geweest. Couperus heeft zijn leven lang niet kunnen ver geten hoe „de brutale jongens van Amsterdam" hem hebben verguisd en dat Lodewijk van Deijssel zich niet eens de moeite gunde om de jonge Couperus een bemoedigend briefje te rug te sturen. Als iets duidelijk wordt in dit gave Couperusboek van Bastet dan is het wel dat de romancier Couperus al heel vroegtijdig het literaire Hol landse binnenkamertje was ont groeid. Couperus voelde zich mis schien wel met Holland verbonden, Den Haag was voor hem op zijn minst een veilige have, maar zijn wortels lagen in Indië en met zijn hart voelde hij zich het meest verbonden met het warme zuiden, met Florence en Via- reggio. In Engeland en in Duitsland bestond grote belangstelling voor het werk van Couperus. 'Noodlot' werd in het Duits ver taald, 'Eline Vere' eveneens in het En gels en niemand minder dan Oscar Wilde liet Couperus weten dat hij zeer enthousiast was over diens 'Ex- taze'. Bastet noteert wel dat Elisabeth later Wilde's 'Dorian Gray' heeft ver taald, maar vindt het kennelijk niet van belang om te vermelden dat in die vertaling sprake is van 'Mevrouw Louis Couperus'. Alsof het om een vi sitekaartje gaat. Niet iedereen was, zegt Bastet, zo enthousiast over het boek 'Extaze', maar zo verging het Couperus ook al bij de verschijning van 'Eline Vere'. Zoals Simons in zijn Kleine Ontmoeting met Couperius al vermeldt, herinnert ook Bastet aan een bezoek dat Couperus in 1888 aan Ginneken bracht. Bij die gelegenheid maakt een al lang vergeten en gestor ven letterkundige in het hotel iedere ochtend dezelfde opmerking over het boek 'Eline Vere': „Er is al weer niets in gebeurd". Oscar Wilde mocht dan enthouisast zijn over 'Extaze', maar Willem Kloos schreef zijn mede-tach tiger Van Deijssel dat hij het maar 'een mal boek' vond. Frederic Bastet staat in zijn boek uit voerig stil bij de periode voor en na de eerste wereldoorlog, waarin alle openbare hulde en waardering niet konden verhullen dat de verkoopcij fer van zijn boeken aanzienlijk terug liepen. Er ontstonden geldzorgen, to neelopvoeringen van zijn werk wer den geen succes, hij klaagde voortdu rend bij zijn uitgever over financiële tekorten, maar een hele zware klap moet het voor hem zijn geweest toen in 1919 zijn vaste uitgever L.J. Veen, met wie hij ruim negenentwintig jaar een nauwe relatie had, overleed. Cou perus zelf overleefde hem nog vier jaar. Het is bijna onvoorstelbaar hoe produktief Louis Couperus ook in de laatste jaren van zijn leven nog is ge weest. Hij vond in Van Oss, de oprich ter van de Haagsche Post, een nieuwe literaire relatie. De tijd van lezingen geven en huldigingen ondergaan be hoorde met dat contact tot het verle den. Couperus kon weer op reis en hij schreef zowel voor de HP als voor Het Vaderland eindeloze reeksen reis- feuilletons. Het laatste grote evene ment in het leven van Couperus is de huldiging ter gelegenheid van de zes tigste verjaardag. Couperus kreeg de Tollensprijs en met een moeizaam bijeen gegaard bedrag van-f 12,500,- werd voor hem en voor zijn vrouw een huisje in De Steeg gekocht. Lang hebben zij daar niet gewoond. Op 16 juli 1923 stierf Couperus aan een longvliesontsteking en aan een bloed vergiftiging. Bij alle beperkingen die de schrij ver zichzelf in dit boek over Couperus willens en wetens heeft opgelegd, mag het toch wel verwonderlijk wor den genoemd dat hij bijna in extenso verslag uitbrengt over de huldiging van Louis Couperus bij diens zestig ste verjaardag en dat lüj ook nog wel plek vindt voor de vermelding van alle zes artikelen uit de oprichtings- acte van de stichting die een Louis Couperusprijs in het leven roept. Toen Couperus was overleden vonden vooral de principiële nieuwsmedia, die van protestantse, rooms-katho- lieke alsook van socialistische huize, de moed om de schrijver van 'De Berg van licht' af te schilderen als een ze deloos, verdorven romancier. Het Dagblad van Noord-Brabant, waar uit later dit dagblad voortkwam, con stateerde dat het niet mogelijk is te leven zonder een Iets te bezitten en zijn socialistische confrater A.M. de Jong zag alleen maar „ziekelijke schittering". „Het is niet groot en het is niet sterk", schreef hij. De forse biografie 'Louis Couperus' door Frédéric Bastet ontvouwt U het hele leven en oeuvre van Couperus niet als één grote roman.Het is een heel fijn afgewogen en verantwoord literair profiel dat Bastet schetst. In die kwaliteiten is het een groots en glanzend boek, maar een levensge- trouw totaalbeeld van mens en schrijver Couperus wordt niet ver strekt. De eerlijkheid gebiedt om daar haastig aan toe te voegen, dat de schrijver dat zijn lezers ook niet in het vooruitzicht heeft gesteld. Frédéric Bastet: 'Louis Couperus. Een bio grafie'. Uitg. Em. Querido, prijs f 65,-. Door Mathieu Kothuis HET AARDIGE maar te gelijk ook het lastige van de geschiedwetenschap is het ontdekken van de grote lijn in de historie. Deze wetenschap laat zien dat de historische ontwik keling, de weg die de mensheid aflegt, wordt bepaald door heel andere factoren dan die wij op dit momënt daarvoor beslis send achten. Het zijn niet de grote man nen (vrouwen komen nu een maal niet aan bod) uit onze geschiedenis die deze ont wikkeling bepalen, ook al he ten ze Alexander de Grote, Napoleon, Willem van Oranje of Reagan. Niet dat deze mannen onbelangrijk zijn (geweest), maar werke lijk fundamentele invloed op de loop van de geschiedenis hebben ze niet of nauwelijks. Dat klinkt nogal pertinent of misschien zelfs een beetje oneerbiedig, maar de ge schiedenis laat geen ruimte voor andere conclusies. Uit deze gedachtengang volgt ook dat politieke ont wikkelingen die wij vandaag de dag van het hoogste be lang vinden, in die histori sche ontwikkeling nauwe lijks meer dan een rimpeling teweeg brengen. In het gun stigste geval vinden we er over honderd jaar in de ge schiedenisboeken één re geltje over terug. Overigens is dit slechts één opvatting van geschied schrijving, een opvatting die wel steeds meer aanhangers krijgt, maar lang niet door alle historici wordt gedeeld. In feite gaat het hier over een theorie (ontwikkeld door de Franse historicus Fernand Braudel in het tijdschrift Annales) die de geschiedenis beschouwd op drie niveau's.' In deze theorie van de drie 'lagen' (structuur, conjunc tuur en evenementen) zijn de evenementen (oorlogen, hoe ingrijpend ook, grote man nen die geschiedenis maken e.d.) het minst belangrijk. Factoren die de geschiedenis fundamenteel bepalen zijn bijvoorbeeld de geografische ligging van een land (denk aan ons land), demografische ontwikkelingen (de groei van de bevolking) en handels- en sociaal-economische ont plooiingskansen van een volk. Op deze theorie baseert ook Gerard F. Mehrtens zijn cul tuurfilosofische verkenning 'De Nieuwe Romeinen'. En wie anders dan de Amerika nen kan Mehrtens in zijn boek met de oude Romeinen vergelijken. Mehrtens verde digt de stelling dat dezelfde mechanismen die ooit onder Rome's leiding de versplin terde voor-Romeinse wereld tot eenheid wisten te bren gen, nu onder Amerika's lei ding een vergelijkbare ont wikkeling doormaken. De Amerikanen als de Nieuwe Romeinen, Pax America in de plaats van de Pax Roma- na. De zuilengalerijen van de overheidsgebouwen in Washington lijken niet zo maar toevallig op de oud-Ro meinse bouwwerken. Heel helder zet Mehrtens uiteen welke factoren er toe hebben bijgedragen dat Rome een 'empire' kon op bouwen dat eindelijk 1300 jaar kon duren. Hetzelfde elan en daadkracht die Mehrtens bij de Romeinen vaststelde vinden we nu in een moderne variant terug in de opbouw van de Ameri kaanse hegemonie over de westerse wereld. Om even bij de 'Annales- theorie' te blijven, dezelfde fundamentele factoren die de Romeinen in staat stelden zoveel volkeren onder hun leiding te brengen, stelden ook de VS (eigenlijk pas sinds de Tweede Wereldoor log) in staat om een leidende mogendheid te worden. Fun damenteel in die Romeinse opmars waren, zo zegt Mehr tens, het gebruik van de weg, de wet, de vrijheid van gods dienst en het alfabet. „De Ro meinse weg, misschien wel hun meest geprezen vinding, was de baan waarlangs de informatie (van de Romeinse samenleving, staatsstructuur en cultuur) werd vervoerd". En heel consequent gaat hij na waarin de Amerikaanse opmars (de massale informa tieoverdracht in het door de VS aangevoerde electronisch tijdperk) overeenkomt met die fundamentele factoren van cultuuroverdracht van de oude Romeinen. Het is ondoenlijk alle door Mehrtens gesignaleerde overeenkomsten uiteen te zetten maar kortweg komt het erop neer dat zowel het oude Rome als de VS kunnen worden gezien als cultureel hogedrukgebieden. Vanuit deze centra kwam en komt als vanzelf een mechanisme van cultuuroverdracht tot stand waardoor de omrin gende wereld wordt beïn vloed, veroverd en uiteinde lijk opgenomen in het aldus geschapen nieuwe imperium. De oude wereld, Europa, mag dan van tijd tot tijd nog wat tegensputteren, we zijn allang opgenomen in die 'Pax America'. We zijn Euro- Amerikanen en in die zin niets anders dan de Egypti sche boeren die nooit hebben geweten dan hun land vanaf een bepaald moment deel uitmaakte van het Romeinse Rijk. Het lijkt allemaal niet zo schokkend wat Mehrtens betoogt en hij glijdt van tijd tot tijd ook uit in zijn verge lijkend betoog, maar toch be vat 'De Nieuwe Romeinen' verfrissende invalshoeken genoeg om meer aandacht te krijgen voor die fundamen tele historische lijn in de ge schiedenis. Meet inzicht in het ontstaan van-de inciden ten in de oost-westverhou- ding die er niet wezenlijk toe doen, in de uitzichtloze weg van een verstarde Sovjet maatschappij en meer in zicht in de politieke uitglij ders van de VS zelf (zoals in de houding t.o.v. Midden- Amerika bijvoorbeeld). 'De Nieuwe Romeinen' maakt overigens ook duide lijk dat het in principe min der gaat om die vergelijking van de VS met het oude Ro me, dan om de definitieve te loorgang van Europa. We spelen nog slechts mee zolang we ons weten aan te passen in het rijk van de Nieuwe Romeinen. Gerard F. Mehrtens: 'De Nieuwe Romeinen'. Uitg. De Haan, prijs f29,90 Door Dirk Vellenga „De energie in New York was iets dat hij kon be grijpen. Amerikaanse ra zernij, bevrijding van het Europese classicisme en de dodelijke EG. Toch had hij nog maagklachten". Zinnen vol cynisme en ge speelde onnozelheid in de verhalenbundel 'Slaven van New York' van Tama Jano- witz. New York staat cen traal in de verhalen, althans een deel van Manhattan, 'een wereld van freaks en kunste naars, waarin iedereen wil rondhangen en waarover mensen willen lezen'. De 30-jarige schrijfster is door de reclamespots waar aan ze meewerkte, de video clip voor haar boek en door haar exotische uiterlijk in korte tijd een sensatie ge worden in Amerika. Ze is een veelgevraagde gast bij ope ningen van tentoonstellingen en op artistieke feesten in New York. Haar wereld is de 'art scene', die volgens haar de 'rock scene' verdrongen heeft. In haar korte verhalen be schrijft ze het gedrag van deze moderne New Yorkers en het grootste probleem dat ze signaleert is bijvoorbeeld niet de zichtbare armoede, maar het huizentekort en ze doelt dan op de kleine, maar peperdure appartementen in het hartje van Manhattan, waar je moet zitten als je er bij wilt horen. Er zijn veel meer vrouwen dan mannen en als vrouwen kans willen maken op zo'n appartement, moeten ze samen gaan wo nen met een man die veel geld heeft. De vrouwen die zich zo verkopen in ruil voor een dak boven hun hoofd zijn volgens Janowitz 'de slaven van New York'. Maar ze behandelt dit probleem niet als een wan toestand. Ze doet niet aan waarde-oordelen. Een van haar hoofdpersonen zegt zelfs: „De énige oplossing is rijk worden, zodat je een ap partement kunt betalen en dan kun je je eigen slaaf hou den. Die is dan arm, maar wel volgzaam". Tama weet waar ze over praat, want ze woont zelf met twee honden in een één-ka mer-appartement in Man- Tama Janowitz. hattan. Geldproblemen heeft ze na haar 'instant succes' uiteraard niet meer. New York is niet plezierig zegt ze in interviews, maar wel fas cinerend: „Ik hou er niet van en ik haat het niet. Het is er gewoon en ik schrijf op wat ik zie". In haar verhalen fladderen mensen van de ene lege con versatie naar de andere. Meestal spelen Eleanor, een ontwerpster van sieraden, en de kunstenaar Stash de hoofdrollen. Ze wonen sa men, maar veel liefde is er niet. Uiteindelijk kapt Elea nor ermee, maar dat voldoet ook niet: „Het was moeilijk om alleen te wonen, ik bleef maar wachten tot er iemand thuiskwam die tegen me be gon te schreeuwen". Soms zijn de observaties van Tama Janowitz erg raak: „Alle serveersters die ik kende waren eigenlijk ac trice, alle mensen die een fo tokopieerapparaat bedienden waren eigenlijk schrijvers, alle receptionisten kunste naars". Maar door de abso lute normloosheid en doel loosheid van de hoofdperso nen laten de verhalen een le zer die niet in het New Yorkse wereldje zit, volko men onverschillig. De verhalen van Janowitz bevatten geen letter warmte of betrokkenheid en 'Slaven van New York' heb ik na le zing met enige walging opge- - FOTO JILL ISVINE borgen. Iets dergelijks is ook aan de hand met 'Don Qui- chot' van Kathy Acker. Kil heid en ongerichte bloeddor stigheid geven de toon aan. Er wordt geëxperimenteerd met vorm en taal, zoals Ac ker dat al eerder deed, maar het resultaat stemt droef. Don Quichot is een vrouw, die ten strijde trekt omdat ze een eind wil maken aan 'alle onrecht'. Kathy Ackers hu mor is niet daverend, ze schrijft dat popster Prince president moet worden, om dat hij gelooft in 'gevoelens, neuken en roem' en dat is meer dan van de na-oorlogse presidenten gezegd kan wor den. Kathy Acker schrijft ook over New York, al noemt ze de stad St. Petersburg, de plaats waar de Russische re volutie begon. Het New York van Acker is niet de 'art-sce- ne', maar een menselijke pui- inhoop: „Jij, stad, langs een van jouw straten zitten staan en liggen honderden zwer vers. Driekwart van deze zwervers zijn zwarten of Portoricanen". New York kan een zeer in spirerende stad zijn, maar kan mensen ook lam slaan en gevoelloos maken. Dat laat ste is gebeurd met Tama Ja nowitz en Kathy Acker. Tama Janowitz: 'Slaven van New York'. Uitg. Bert Bakker, prijs 24,90. Kathy Acker; 'Don Quichot'. Uitg. Bert Bakker, prijs 37,90. pjis de spin Sebastiaan. 0 is niét goed met het gegaa: lUlSTER! jjij zei tot alle and're spinnen, Door Muriel Boll 347 Kinderversjes van An nie M. G. Schmidt bij elk aar in 'Ziezo', dat is een leesfeest waar je je maar moeilijk van kunt losruk ken. Het opnieuw lezen van regels als Dit is de spin Sebas tiaan, het is niet goed met hem gegaan, Het zoetste kind dat ik ooit zag was Hendrik Pieter Hagelslag en Als ik kwaad ben zeg ik BIL.regels die zo lekker lo pen dat ze zich voor goed in je hoofd hebben vastgehaakt. Daarmee spint Annie M. G. Schmidt je in en je bent al vertrokken voor je er erg in hebt. Haar versjes zijn vol fantasie en lichtvoetig, maar tegelij kertijd oneindig wijs. Op een heel relativerende manier laat de dichteres zien hoe het leven in elkaar zit en hoe je dat het beste kunt aanpak ken. Kinderen vinden in haar een opstookster van het beste soort, ze zegt tegen hem; doe nooit iets zomaar, omdat het zo hoort. Zeur niet, ontdek wat je er zelf van vindt en vergeet vooral niet te genie ten, want anders loopt het slecht af. <3>z- M 01 je ziet ze 's morgens vroeg als gehaakte parelkleedjes tus- jen de takken glinsteren, 's Morgensvroeg kun je overal spinnewebben als gehaakte parelkleedjes tussen de tak ken zien glinsteren. Hoe krij gen die dikke griezels zoiets -iis voor elkaar, het lijkt of ze in de lucht kunnen lopen. Een spin heeft spinte pels, meestal zes. Daarin zit- len honderd buisjes en daar- ni Er was een regenworm uit Sneek die altijd naar de sterren keek, en fluisterde: Hoe schoon, hoe schoon. Zijn moeder zei: Doe toch gewoon, kijk naar beneden, naar de grond, dat is normaal, dat is gezond, kijk naar beneden, zoals ik. En toen? Toen kwam de leeuwerik Het wormpje, dat naar boven staarde, zag hem op tijd en kroop in d'aarde, maar moe die naar beneden keek werd opgegeten (daar in Sneek). Dus doe nooit wat je moeder zegt, dan komt het allemaal terecht. Die visie verstopt ze achter sprookjes over koningen, pi sen, schoorsteenvegers, kerstmannen, elfjes, dieren, maar op. Ze lijkt een voorliefde te hebben voor st egeltjes, misschien omdat ze zelf een eersteklas querulant doorprikt wat doorgeprikt kan worden. In een interview eens: Het fatsoen. Ik heb zo'n hekel aan fatsoen. Trefzeker geeft ze haar personen namen waardoor je pi weet waar ze voor staan: de markiezin van Toerlatoer, togin van Hotemetoot, Heldere Griet, Het land van Flii Prachtig! En dan het rijm; dat is bij haar zo natuurlijk dal je nauwelijks opvalt hoe geraffineerd het gebruikt wo kunt het geen techniek noemen als iemand een geboren i is, die zit gewoon zelf zo in elkaar. Niet voor niets schriel' lem Kloos over haar, toen ze nog maar veertien was: waarachtige aanleg heeft. Uit de vlot-levendige en ha ze, ja hier en daar zelf muzikale rhythmus laat zich dat er wezenlijk diep in haar, zoals men 't noemt' iets Precies daar waar het nodig is, verandert ze van rijran| oren te laten splitsen. Kijk, het beertje Pippeloentje zit daar in het paviljoentje, in het witte paviljoentje met de vlag, met drie andere kleine beertjes en ze eten juttepeertjes, want het is vandaag een hele leuke dag. Vlag en dag springen eruit zodat je onmiddellijk weel» iets aan de hand is, Pippeloentje is jarig. Haar versjes werden destijds vooral door Wim Bijm lustreerd, maar in deze bundel staan ook de illustratie' Jenny Dalenoord, The Tjong King, Jan Jutte, Mance Pï tuurlijk van Fiep Westendorp en heel verrassend van' Vos. Vos is een dierentekenaar bij uitstek dus is hij zee? plaats bij deze versjes. 'Ziezo' is een schitterende bundel en het bewijs dat deC tijn Huygenprijs die Annie M. G. Schmidt in decern»'1 meer dan verdiend is. Als geen ander laten deze gedicP dat er zoveel schoons is te ontdekken als je je maat» hekjes laat tegenhoudea Mijn vader sliep, mijn moeder sliep, toen ik het buitenste hek uit liep. Ik reed op het witte paard z'n rug over de heggen en over de brug. Niemand weet dat ik ginder was met elfenkindertjes op het gras, en niemand weet hoe hoog ik heb geschommeld in een spinnenwed, en niemand weet hoe fijn het is: spelletjes doen met een hagedis, en krijgertje spelen met een elf en hinkelen met de koning zelf. Ran plan, flindereflan, niemand weet er het fijne van. Annie M. G. Schmidt: 'Ziezo'. Uitg. Querido, prijs f 47^ Er is ook een geluidscassette 'Ziezo', waarop 22 gesteld en voorgelezen door Annie M. G. Schmidt, f 2M"' De derde achtereenvol gende aflevering van de 'ac tuele literaire gids' biedt wederom een panoramisch overzicht van één jaar Ne derlandstalige literatuur. In 'Een jaar boek' staan 28 be schouwingen over wat de sa menstellers noemen 'de belang rijkste boeken van het seizoen', besproken door 'bekende re censenten' (Aad Nuis, T. van Deel, Cyrille Offermans, e.a.). Verder een uitgebreide bi bliografie en een register van alle auteurs die in het afgelo pen seizoen iets hebben laten verschijnen op literair gebied De spin maakt het eerste spil draad weeft, laat hij zich zakke Dan gaat hij weer langs draad draad b. Hij zorgt ervoor dat Beeft door met kamklauw aan elkaar te houden. Draab b ma vast aan tak 1. De dwarsdraad naar draad 1 te lopen. Zo maak zich vanaf het midden van c za aan d. Daarna loopt hij weer on Daar maakt hij weer een niei naar c. Boven maakt hij de nie gaat hij weer terug naar het m draden erbij. 'Als je gaat verhuizen kom je op een andere school en dus jFeest, feest! Er is een groot leest georganiseerd voor jon- mèt en zonder handi- ap. Het is georganiseerd door jongerengroepen van de 'gehandicaptenraad omdat die aad tien jaar bestaat Het rordt een festival zonder problemen, maar met sport, 3, muziek, rolstoeldansen, In de computerhoek ifordt van 13.00 tot 17.00 uur [gedemonstreerd met aanpas- ngen voor computers. Er (jn bijvoorbeeld computers lie je met een staafje i.p.v. netje vinger bedient. Je kimt ook lessen in zelf verdediging voor gehandi- apte vrouwen meemaken, en cursus die het ook in het buitenland goed doet. Verder er een hoek vol mode en smetica, waar je kunt zien "elke oplossingen er zijn om teuke en passende kleren te aken. Natuurlijk is er ook en infomarkt waar ongeveer 0 organisaties aan meedoen. Je kunt ernaar toe op 31 oktober in de Hanzehof in Zutphen. (700 meter van het VS-station). Het festival duurt van 12.00 tot 22.00 uur 1 de toegang is gratis. Als je et het openbaar vervoer kun je reductiebonnen laanvragen bij Jopla (tel. 030 - [313454). Als je gebruik wil naken van ringleiding, do ventolk of ADL-hulp moet je dat vantevoren opgegeven op hetzelfde telefoonnummer. df torenm} fomt f SA lit iutt\ (niet atonlite"^ maar ook boeken tuur, zogenaamde werken'). Besproken word®, den ben ik nuchter man Brusselmans, heim' door J. ^Tm Class' door Pieter p 'Het gevorkte bees van Dullemen. Al deze hoeken gens ook in deze KT seerd door •Een jaar boek'. Nederlandse en tuur 1986-87. Sa' Aad Nuis, Jaapj Joe Borré. Uitg.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1987 | | pagina 30