Glanzende Couperus-biografie op smalle basis
KlND'tHMll
Een jaar boek
Sebastiaan
Spin in de
SCHRIJVER CENTRAAL IN BOEK VAN F. BASTET
Amerikanen als de Nieuwe Romeinen
New York als een luxe gevangenis
De Wijze kinderversjes
van Annie M.G. Schmi
Y/
v
1 STEM GIDS 2 Z
De meeste kind
discrimineren
DE STEM BOEKENGIDS ZATERDAG 24 OKTOBER 1987
„De biografische methode
behoudt bij alle bezwaren
en gevaren het voordeel van
haar eenvoudige natuur
lijkheid", schreef prof. dr.
W. Asselbergs in zijn studie
'Wegen naar Couperus'.
Menselijk
Beperkt
Buitenland
Hulde
Smaad
GROTE LUNEN IN DE GESCHIEDENIS
TAMA J ANOWITZ EN KATHY ACKER OYER HUN STAD
Honden
lm
V
1"
[Gehandicapte en
niet-gehandicapt
iske en Wiske:
jQmbone
>1
G2
Door Gerard van Herpen
„De biografische methode is de
meest begane". Over die wel na
tuurlijke, maar niet zo eenvou
dige paden voert Frédéric Bastet
U in zijn 850 pagina's dikke bio
grafie dichter bij Louis Coupe
rus.
Die entree is meer dan een verwijzing
naar een verwante ziel, het is vooral
een soort geloofsbrief waarin Bastet
zijn eigen opvattingen over het begrip
'biografie' kenbaar maakt. In zijn
biografie over Louis Couperus staat
vooral de schrijver Couperus cen
traal. Alle eventualiteiten in zijn le
ven zijn, helemaal in de geest van die
opvatting, slechts van 'biografisch be
lang' indien zij recht doen aan de lite
raire figuur Couperus. De keuze voor
dat stramien vergelijkt Bastet zelf
met het weven van een overzichtelijk
gobelin.
De schrijver van de recente Coupe
rus-biografie heeft zich ook bij de
structurering van zijn levenswerk ge
houden aan de opvattingen die Cou
perus zelf aanbeveelt. Bij Couperus
kan men er niet omheen al het werk
en vrijwel alle brieven die met dit
werk verband houden bij zijn biogra
fie te betrekken. „De andere moge
lijkheid is dat hij daarnaast tracht uit
het literaire werk zoveel persoonlijks
te puren, dat het skelet van voldoende
vlees en kleren wordt voorzien". Bas-
tets overweging om voor die methode
te kiezen, komt tevens voort uit een
grote hoeveelheid bewaard gebleven
materiaal, waartoe zeker ook de brie
ven behoren die uitgever L.J. Veen,
ondanks uitdrukkelijk verzoek van
Couperus, toch niet aan de vernieti
ging heeft prijs gegeven.
ons toch slechts een bescheiden zicht
gunt op de mens Couperus in al zijn
creatieve en deceptieve momenten. Ik
denk dat een dergelijk levenswerk
door een ander zal moeten worden ge
schreven, in ieder geval door een Cou
peruskenner die zich minder gebon
den voelt aan een concept als op
dracht dan Frédéric Bastet.
Met die constatering toon ik me
overigens een getrouw volgeling van
Bastet, waar hij aan het einde van
zijn werkelijk schitterende Couperus
biografie ter zijde en ter zake memo
reert dat er belangrijke aspecten, zo
als de homosexualiteit van Couperus,
zijn blijven liggen. Andere louter bio
grafische aspecten, de invloed van
persoonlijke contacten en crisissitua
ties in het leven van Louis Couperus,
zijn in dit reusachtige werk slechts
aan bod gekomen, waar zij raakvlak
ken hadden met zijn indrukwekkende
literaire produktie. Met andere woor
den, bij de keuze van Bastet komt de
overweging van een complete Coupe
rus-biografie, alleen al vanwege het
vele nog onverkende aanbod, niet
eens aan de orde.
Het resultaat van die gewetensvolle
benadering is m.i. een boek geworden,
dat de literator in zijn ontwikkeling
weliswaar op de voet volgt, maar dat
Ernst Pawel heeft in zijn biografie
over Franz Kaf ka zich door heel wat
minder literaire scrupules laten ver
leiden, maar het is ongetwijfeld waar
dat Pawel zijn essay vanuit een heel
andere kant is begonnen. Hij slaagde
er in om vanuit de menselijke hoek
naar de schrijver Kafka te kruipen.
In zijn daarom niet minder glan
zende biografie over Couperus moe
ten de jeugdjaren en het familiale mi
lieu de onderzoeker Bastet een beetje
in de benauwenis hebben gebracht.
Zoals het een biograaf met verant
woordelijkheidsgevoel betaamt, ver
strekt Bastet de lezer alle genealogi
sche informatie over de voorvaderen
van Couperus en voor het overige
volgt de biograaf de jeugd van Cou
perus als ware die periode een literair
verwerkt en dus interessant spoor in
zijn latere werken.
Van belang is het dan te weten
naar welke literaire grootheden de
voorkeur van de jonge Couperus uit
ging en dan blijkt dat hij meer be
koord werd door de hyperromanti
sche romans van de Engelse schrijf
ster Quida en van Zola, dan door de
historische romans van Bosboom
Toussaint. Zijn leraar dr. Jan ten
Louis Couperus
- FOTO'S ARCHIEF DE STEM
Brink en zijn vriend de latere roman
schrijver en criticus Frans Netscher
hebben bij de jonge Couperus de be
geerte naar het schrijverschap in be
slissende mate opgeroepen. Zijn rela
tie met de Nederlandse literatuur is
nooit zo ijzersterk geweest. Couperus
heeft zijn leven lang niet kunnen ver
geten hoe „de brutale jongens van
Amsterdam" hem hebben verguisd en
dat Lodewijk van Deijssel zich niet
eens de moeite gunde om de jonge
Couperus een bemoedigend briefje te
rug te sturen.
Als iets duidelijk wordt in dit gave
Couperusboek van Bastet dan is het
wel dat de romancier Couperus al
heel vroegtijdig het literaire Hol
landse binnenkamertje was ont
groeid. Couperus voelde zich mis
schien wel met Holland verbonden,
Den Haag was voor hem op zijn minst
een veilige have, maar zijn wortels
lagen in Indië en met zijn hart voelde
hij zich het meest verbonden met het
warme zuiden, met Florence en Via-
reggio. In Engeland en in Duitsland
bestond grote belangstelling voor het
werk van Couperus.
'Noodlot' werd in het Duits ver
taald, 'Eline Vere' eveneens in het En
gels en niemand minder dan Oscar
Wilde liet Couperus weten dat hij
zeer enthousiast was over diens 'Ex-
taze'. Bastet noteert wel dat Elisabeth
later Wilde's 'Dorian Gray' heeft ver
taald, maar vindt het kennelijk niet
van belang om te vermelden dat in
die vertaling sprake is van 'Mevrouw
Louis Couperus'. Alsof het om een vi
sitekaartje gaat. Niet iedereen was,
zegt Bastet, zo enthousiast over het
boek 'Extaze', maar zo verging het
Couperus ook al bij de verschijning
van 'Eline Vere'. Zoals Simons in zijn
Kleine Ontmoeting met Couperius al
vermeldt, herinnert ook Bastet aan
een bezoek dat Couperus in 1888 aan
Ginneken bracht. Bij die gelegenheid
maakt een al lang vergeten en gestor
ven letterkundige in het hotel iedere
ochtend dezelfde opmerking over het
boek 'Eline Vere': „Er is al weer niets
in gebeurd". Oscar Wilde mocht dan
enthouisast zijn over 'Extaze', maar
Willem Kloos schreef zijn mede-tach
tiger Van Deijssel dat hij het maar
'een mal boek' vond.
Frederic Bastet staat in zijn boek uit
voerig stil bij de periode voor en na de
eerste wereldoorlog, waarin alle
openbare hulde en waardering niet
konden verhullen dat de verkoopcij
fer van zijn boeken aanzienlijk terug
liepen. Er ontstonden geldzorgen, to
neelopvoeringen van zijn werk wer
den geen succes, hij klaagde voortdu
rend bij zijn uitgever over financiële
tekorten, maar een hele zware klap
moet het voor hem zijn geweest toen
in 1919 zijn vaste uitgever L.J. Veen,
met wie hij ruim negenentwintig jaar
een nauwe relatie had, overleed. Cou
perus zelf overleefde hem nog vier
jaar.
Het is bijna onvoorstelbaar hoe
produktief Louis Couperus ook in de
laatste jaren van zijn leven nog is ge
weest. Hij vond in Van Oss, de oprich
ter van de Haagsche Post, een nieuwe
literaire relatie. De tijd van lezingen
geven en huldigingen ondergaan be
hoorde met dat contact tot het verle
den. Couperus kon weer op reis en hij
schreef zowel voor de HP als voor Het
Vaderland eindeloze reeksen reis-
feuilletons. Het laatste grote evene
ment in het leven van Couperus is de
huldiging ter gelegenheid van de zes
tigste verjaardag. Couperus kreeg de
Tollensprijs en met een moeizaam
bijeen gegaard bedrag van-f 12,500,-
werd voor hem en voor zijn vrouw
een huisje in De Steeg gekocht. Lang
hebben zij daar niet gewoond. Op 16
juli 1923 stierf Couperus aan een
longvliesontsteking en aan een bloed
vergiftiging.
Bij alle beperkingen die de schrij
ver zichzelf in dit boek over Couperus
willens en wetens heeft opgelegd,
mag het toch wel verwonderlijk wor
den genoemd dat hij bijna in extenso
verslag uitbrengt over de huldiging
van Louis Couperus bij diens zestig
ste verjaardag en dat lüj ook nog wel
plek vindt voor de vermelding van
alle zes artikelen uit de oprichtings-
acte van de stichting die een Louis
Couperusprijs in het leven roept.
Toen Couperus was overleden vonden
vooral de principiële nieuwsmedia,
die van protestantse, rooms-katho-
lieke alsook van socialistische huize,
de moed om de schrijver van 'De Berg
van licht' af te schilderen als een ze
deloos, verdorven romancier. Het
Dagblad van Noord-Brabant, waar
uit later dit dagblad voortkwam, con
stateerde dat het niet mogelijk is te
leven zonder een Iets te bezitten en
zijn socialistische confrater A.M. de
Jong zag alleen maar „ziekelijke
schittering". „Het is niet groot en het
is niet sterk", schreef hij.
De forse biografie 'Louis Couperus'
door Frédéric Bastet ontvouwt U het
hele leven en oeuvre van Couperus
niet als één grote roman.Het is een
heel fijn afgewogen en verantwoord
literair profiel dat Bastet schetst. In
die kwaliteiten is het een groots en
glanzend boek, maar een levensge-
trouw totaalbeeld van mens en
schrijver Couperus wordt niet ver
strekt. De eerlijkheid gebiedt om daar
haastig aan toe te voegen, dat de
schrijver dat zijn lezers ook niet in
het vooruitzicht heeft gesteld.
Frédéric Bastet: 'Louis Couperus. Een bio
grafie'. Uitg. Em. Querido, prijs f 65,-.
Door Mathieu Kothuis
HET AARDIGE maar te
gelijk ook het lastige van
de geschiedwetenschap is
het ontdekken van de
grote lijn in de historie.
Deze wetenschap laat zien
dat de historische ontwik
keling, de weg die de
mensheid aflegt, wordt
bepaald door heel andere
factoren dan die wij op dit
momënt daarvoor beslis
send achten.
Het zijn niet de grote man
nen (vrouwen komen nu een
maal niet aan bod) uit onze
geschiedenis die deze ont
wikkeling bepalen, ook al he
ten ze Alexander de Grote,
Napoleon, Willem van
Oranje of Reagan. Niet dat
deze mannen onbelangrijk
zijn (geweest), maar werke
lijk fundamentele invloed op
de loop van de geschiedenis
hebben ze niet of nauwelijks.
Dat klinkt nogal pertinent of
misschien zelfs een beetje
oneerbiedig, maar de ge
schiedenis laat geen ruimte
voor andere conclusies.
Uit deze gedachtengang
volgt ook dat politieke ont
wikkelingen die wij vandaag
de dag van het hoogste be
lang vinden, in die histori
sche ontwikkeling nauwe
lijks meer dan een rimpeling
teweeg brengen. In het gun
stigste geval vinden we er
over honderd jaar in de ge
schiedenisboeken één re
geltje over terug.
Overigens is dit slechts één
opvatting van geschied
schrijving, een opvatting die
wel steeds meer aanhangers
krijgt, maar lang niet door
alle historici wordt gedeeld.
In feite gaat het hier over een
theorie (ontwikkeld door de
Franse historicus Fernand
Braudel in het tijdschrift
Annales) die de geschiedenis
beschouwd op drie niveau's.'
In deze theorie van de drie
'lagen' (structuur, conjunc
tuur en evenementen) zijn de
evenementen (oorlogen, hoe
ingrijpend ook, grote man
nen die geschiedenis maken
e.d.) het minst belangrijk.
Factoren die de geschiedenis
fundamenteel bepalen zijn
bijvoorbeeld de geografische
ligging van een land (denk
aan ons land), demografische
ontwikkelingen (de groei van
de bevolking) en handels- en
sociaal-economische ont
plooiingskansen van een
volk.
Op deze theorie baseert ook
Gerard F. Mehrtens zijn cul
tuurfilosofische verkenning
'De Nieuwe Romeinen'. En
wie anders dan de Amerika
nen kan Mehrtens in zijn
boek met de oude Romeinen
vergelijken. Mehrtens verde
digt de stelling dat dezelfde
mechanismen die ooit onder
Rome's leiding de versplin
terde voor-Romeinse wereld
tot eenheid wisten te bren
gen, nu onder Amerika's lei
ding een vergelijkbare ont
wikkeling doormaken. De
Amerikanen als de Nieuwe
Romeinen, Pax America in
de plaats van de Pax Roma-
na. De zuilengalerijen van de
overheidsgebouwen in
Washington lijken niet zo
maar toevallig op de oud-Ro
meinse bouwwerken.
Heel helder zet Mehrtens
uiteen welke factoren er toe
hebben bijgedragen dat
Rome een 'empire' kon op
bouwen dat eindelijk 1300
jaar kon duren. Hetzelfde
elan en daadkracht die
Mehrtens bij de Romeinen
vaststelde vinden we nu in
een moderne variant terug in
de opbouw van de Ameri
kaanse hegemonie over de
westerse wereld.
Om even bij de 'Annales-
theorie' te blijven, dezelfde
fundamentele factoren die de
Romeinen in staat stelden
zoveel volkeren onder hun
leiding te brengen, stelden
ook de VS (eigenlijk pas
sinds de Tweede Wereldoor
log) in staat om een leidende
mogendheid te worden. Fun
damenteel in die Romeinse
opmars waren, zo zegt Mehr
tens, het gebruik van de weg,
de wet, de vrijheid van gods
dienst en het alfabet. „De Ro
meinse weg, misschien wel
hun meest geprezen vinding,
was de baan waarlangs de
informatie (van de Romeinse
samenleving, staatsstructuur
en cultuur) werd vervoerd".
En heel consequent gaat hij
na waarin de Amerikaanse
opmars (de massale informa
tieoverdracht in het door de
VS aangevoerde electronisch
tijdperk) overeenkomt met
die fundamentele factoren
van cultuuroverdracht van
de oude Romeinen.
Het is ondoenlijk alle door
Mehrtens gesignaleerde
overeenkomsten uiteen te
zetten maar kortweg komt
het erop neer dat zowel het
oude Rome als de VS kunnen
worden gezien als cultureel
hogedrukgebieden. Vanuit
deze centra kwam en komt
als vanzelf een mechanisme
van cultuuroverdracht tot
stand waardoor de omrin
gende wereld wordt beïn
vloed, veroverd en uiteinde
lijk opgenomen in het aldus
geschapen nieuwe imperium.
De oude wereld, Europa,
mag dan van tijd tot tijd nog
wat tegensputteren, we zijn
allang opgenomen in die 'Pax
America'. We zijn Euro-
Amerikanen en in die zin
niets anders dan de Egypti
sche boeren die nooit hebben
geweten dan hun land vanaf
een bepaald moment deel
uitmaakte van het Romeinse
Rijk. Het lijkt allemaal niet
zo schokkend wat Mehrtens
betoogt en hij glijdt van tijd
tot tijd ook uit in zijn verge
lijkend betoog, maar toch be
vat 'De Nieuwe Romeinen'
verfrissende invalshoeken
genoeg om meer aandacht te
krijgen voor die fundamen
tele historische lijn in de ge
schiedenis. Meet inzicht in
het ontstaan van-de inciden
ten in de oost-westverhou-
ding die er niet wezenlijk toe
doen, in de uitzichtloze weg
van een verstarde Sovjet
maatschappij en meer in
zicht in de politieke uitglij
ders van de VS zelf (zoals in
de houding t.o.v. Midden-
Amerika bijvoorbeeld).
'De Nieuwe Romeinen'
maakt overigens ook duide
lijk dat het in principe min
der gaat om die vergelijking
van de VS met het oude Ro
me, dan om de definitieve te
loorgang van Europa. We
spelen nog slechts mee zolang
we ons weten aan te passen
in het rijk van de Nieuwe
Romeinen.
Gerard F. Mehrtens: 'De Nieuwe
Romeinen'. Uitg. De Haan, prijs
f29,90
Door Dirk Vellenga
„De energie in New York
was iets dat hij kon be
grijpen. Amerikaanse ra
zernij, bevrijding van het
Europese classicisme en
de dodelijke EG. Toch had
hij nog maagklachten".
Zinnen vol cynisme en ge
speelde onnozelheid in de
verhalenbundel 'Slaven van
New York' van Tama Jano-
witz. New York staat cen
traal in de verhalen, althans
een deel van Manhattan, 'een
wereld van freaks en kunste
naars, waarin iedereen wil
rondhangen en waarover
mensen willen lezen'.
De 30-jarige schrijfster is
door de reclamespots waar
aan ze meewerkte, de video
clip voor haar boek en door
haar exotische uiterlijk in
korte tijd een sensatie ge
worden in Amerika. Ze is een
veelgevraagde gast bij ope
ningen van tentoonstellingen
en op artistieke feesten in
New York. Haar wereld is de
'art scene', die volgens haar
de 'rock scene' verdrongen
heeft.
In haar korte verhalen be
schrijft ze het gedrag van
deze moderne New Yorkers
en het grootste probleem dat
ze signaleert is bijvoorbeeld
niet de zichtbare armoede,
maar het huizentekort en ze
doelt dan op de kleine, maar
peperdure appartementen in
het hartje van Manhattan,
waar je moet zitten als je er
bij wilt horen. Er zijn veel
meer vrouwen dan mannen
en als vrouwen kans willen
maken op zo'n appartement,
moeten ze samen gaan wo
nen met een man die veel
geld heeft.
De vrouwen die zich zo
verkopen in ruil voor een dak
boven hun hoofd zijn volgens
Janowitz 'de slaven van New
York'. Maar ze behandelt dit
probleem niet als een wan
toestand. Ze doet niet aan
waarde-oordelen. Een van
haar hoofdpersonen zegt
zelfs: „De énige oplossing is
rijk worden, zodat je een ap
partement kunt betalen en
dan kun je je eigen slaaf hou
den. Die is dan arm, maar
wel volgzaam".
Tama weet waar ze over
praat, want ze woont zelf met
twee honden in een één-ka
mer-appartement in Man-
Tama Janowitz.
hattan. Geldproblemen heeft
ze na haar 'instant succes'
uiteraard niet meer. New
York is niet plezierig zegt ze
in interviews, maar wel fas
cinerend: „Ik hou er niet van
en ik haat het niet. Het is er
gewoon en ik schrijf op wat
ik zie".
In haar verhalen fladderen
mensen van de ene lege con
versatie naar de andere.
Meestal spelen Eleanor, een
ontwerpster van sieraden, en
de kunstenaar Stash de
hoofdrollen. Ze wonen sa
men, maar veel liefde is er
niet. Uiteindelijk kapt Elea
nor ermee, maar dat voldoet
ook niet: „Het was moeilijk
om alleen te wonen, ik bleef
maar wachten tot er iemand
thuiskwam die tegen me be
gon te schreeuwen".
Soms zijn de observaties
van Tama Janowitz erg
raak: „Alle serveersters die
ik kende waren eigenlijk ac
trice, alle mensen die een fo
tokopieerapparaat bedienden
waren eigenlijk schrijvers,
alle receptionisten kunste
naars". Maar door de abso
lute normloosheid en doel
loosheid van de hoofdperso
nen laten de verhalen een le
zer die niet in het New
Yorkse wereldje zit, volko
men onverschillig.
De verhalen van Janowitz
bevatten geen letter warmte
of betrokkenheid en 'Slaven
van New York' heb ik na le
zing met enige walging opge-
- FOTO JILL ISVINE
borgen. Iets dergelijks is ook
aan de hand met 'Don Qui-
chot' van Kathy Acker. Kil
heid en ongerichte bloeddor
stigheid geven de toon aan.
Er wordt geëxperimenteerd
met vorm en taal, zoals Ac
ker dat al eerder deed, maar
het resultaat stemt droef.
Don Quichot is een vrouw,
die ten strijde trekt omdat ze
een eind wil maken aan 'alle
onrecht'. Kathy Ackers hu
mor is niet daverend, ze
schrijft dat popster Prince
president moet worden, om
dat hij gelooft in 'gevoelens,
neuken en roem' en dat is
meer dan van de na-oorlogse
presidenten gezegd kan wor
den.
Kathy Acker schrijft ook
over New York, al noemt ze
de stad St. Petersburg, de
plaats waar de Russische re
volutie begon. Het New York
van Acker is niet de 'art-sce-
ne', maar een menselijke pui-
inhoop: „Jij, stad, langs een
van jouw straten zitten staan
en liggen honderden zwer
vers. Driekwart van deze
zwervers zijn zwarten of
Portoricanen".
New York kan een zeer in
spirerende stad zijn, maar
kan mensen ook lam slaan en
gevoelloos maken. Dat laat
ste is gebeurd met Tama Ja
nowitz en Kathy Acker.
Tama Janowitz: 'Slaven van
New York'. Uitg. Bert Bakker,
prijs 24,90.
Kathy Acker; 'Don Quichot'.
Uitg. Bert Bakker, prijs 37,90.
pjis de spin Sebastiaan.
0 is niét goed met het gegaa:
lUlSTER!
jjij zei tot alle and're spinnen,
Door Muriel Boll
347 Kinderversjes van An
nie M. G. Schmidt bij elk
aar in 'Ziezo', dat is een
leesfeest waar je je maar
moeilijk van kunt losruk
ken.
Het opnieuw lezen van regels
als Dit is de spin Sebas
tiaan, het is niet goed met
hem gegaan, Het zoetste
kind dat ik ooit zag was
Hendrik Pieter Hagelslag
en Als ik kwaad ben zeg ik
BIL.regels die zo lekker lo
pen dat ze zich voor goed in je
hoofd hebben vastgehaakt.
Daarmee spint Annie M. G.
Schmidt je in en je bent al
vertrokken voor je er erg in
hebt.
Haar versjes zijn vol fantasie
en lichtvoetig, maar tegelij
kertijd oneindig wijs. Op een
heel relativerende manier
laat de dichteres zien hoe het
leven in elkaar zit en hoe je
dat het beste kunt aanpak
ken. Kinderen vinden in haar
een opstookster van het beste
soort, ze zegt tegen hem; doe
nooit iets zomaar, omdat het
zo hoort. Zeur niet, ontdek
wat je er zelf van vindt en
vergeet vooral niet te genie
ten, want anders loopt het
slecht af.
<3>z-
M
01
je ziet ze 's morgens vroeg als
gehaakte parelkleedjes tus-
jen de takken glinsteren,
's Morgensvroeg kun je overal
spinnewebben als gehaakte
parelkleedjes tussen de tak
ken zien glinsteren. Hoe krij
gen die dikke griezels zoiets
-iis voor elkaar, het lijkt
of ze in de lucht kunnen
lopen. Een spin heeft spinte
pels, meestal zes. Daarin zit-
len honderd buisjes en daar-
ni
Er was een regenworm uit Sneek
die altijd naar de sterren keek,
en fluisterde: Hoe schoon, hoe schoon.
Zijn moeder zei: Doe toch gewoon,
kijk naar beneden, naar de grond,
dat is normaal, dat is gezond,
kijk naar beneden, zoals ik.
En toen? Toen kwam de leeuwerik
Het wormpje, dat naar boven staarde,
zag hem op tijd en kroop in d'aarde,
maar moe die naar beneden keek
werd opgegeten (daar in Sneek).
Dus doe nooit wat je moeder zegt,
dan komt het allemaal terecht.
Die visie verstopt ze achter sprookjes over koningen, pi
sen, schoorsteenvegers, kerstmannen, elfjes, dieren,
maar op. Ze lijkt een voorliefde te hebben voor st
egeltjes, misschien omdat ze zelf een eersteklas querulant
doorprikt wat doorgeprikt kan worden. In een interview
eens: Het fatsoen. Ik heb zo'n hekel aan fatsoen.
Trefzeker geeft ze haar personen namen waardoor je pi
weet waar ze voor staan: de markiezin van Toerlatoer,
togin van Hotemetoot, Heldere Griet, Het land van Flii
Prachtig! En dan het rijm; dat is bij haar zo natuurlijk dal
je nauwelijks opvalt hoe geraffineerd het gebruikt wo
kunt het geen techniek noemen als iemand een geboren i
is, die zit gewoon zelf zo in elkaar. Niet voor niets schriel'
lem Kloos over haar, toen ze nog maar veertien was:
waarachtige aanleg heeft. Uit de vlot-levendige en ha
ze, ja hier en daar zelf muzikale rhythmus laat zich
dat er wezenlijk diep in haar, zoals men 't noemt' iets
Precies daar waar het nodig is, verandert ze van rijran|
oren te laten splitsen.
Kijk, het beertje Pippeloentje
zit daar in het paviljoentje,
in het witte paviljoentje met de vlag,
met drie andere kleine beertjes
en ze eten juttepeertjes,
want het is vandaag een hele leuke dag.
Vlag en dag springen eruit zodat je onmiddellijk weel»
iets aan de hand is, Pippeloentje is jarig.
Haar versjes werden destijds vooral door Wim Bijm
lustreerd, maar in deze bundel staan ook de illustratie'
Jenny Dalenoord, The Tjong King, Jan Jutte, Mance Pï
tuurlijk van Fiep Westendorp en heel verrassend van'
Vos. Vos is een dierentekenaar bij uitstek dus is hij zee?
plaats bij deze versjes.
'Ziezo' is een schitterende bundel en het bewijs dat deC
tijn Huygenprijs die Annie M. G. Schmidt in decern»'1
meer dan verdiend is. Als geen ander laten deze gedicP
dat er zoveel schoons is te ontdekken als je je maat»
hekjes laat tegenhoudea
Mijn vader sliep, mijn moeder sliep,
toen ik het buitenste hek uit liep.
Ik reed op het witte paard z'n rug
over de heggen en over de brug.
Niemand weet dat ik ginder was
met elfenkindertjes op het gras,
en niemand weet hoe hoog ik heb
geschommeld in een spinnenwed,
en niemand weet hoe fijn het is:
spelletjes doen met een hagedis,
en krijgertje spelen met een elf
en hinkelen met de koning zelf.
Ran plan, flindereflan,
niemand weet er het fijne van.
Annie M. G. Schmidt: 'Ziezo'. Uitg. Querido, prijs f 47^
Er is ook een geluidscassette 'Ziezo', waarop 22
gesteld en voorgelezen door Annie M. G. Schmidt, f 2M"'
De derde achtereenvol
gende aflevering van de 'ac
tuele literaire gids' biedt
wederom een panoramisch
overzicht van één jaar Ne
derlandstalige literatuur.
In 'Een jaar boek' staan 28 be
schouwingen over wat de sa
menstellers noemen 'de belang
rijkste boeken van het seizoen',
besproken door 'bekende re
censenten' (Aad Nuis, T. van
Deel, Cyrille Offermans, e.a.).
Verder een uitgebreide bi
bliografie en een register van
alle auteurs die in het afgelo
pen seizoen iets hebben laten
verschijnen op literair gebied
De spin maakt het eerste spil
draad weeft, laat hij zich zakke
Dan gaat hij weer langs draad
draad b. Hij zorgt ervoor dat
Beeft door met kamklauw aan
elkaar te houden. Draab b ma
vast aan tak 1. De dwarsdraad
naar draad 1 te lopen. Zo maak
zich vanaf het midden van c za
aan d. Daarna loopt hij weer on
Daar maakt hij weer een niei
naar c. Boven maakt hij de nie
gaat hij weer terug naar het m
draden erbij.
'Als je gaat verhuizen kom je
op een andere school en dus
jFeest, feest! Er is een groot
leest georganiseerd voor jon-
mèt en zonder handi-
ap. Het is georganiseerd door
jongerengroepen van de
'gehandicaptenraad omdat die
aad tien jaar bestaat Het
rordt een festival zonder
problemen, maar met sport,
3, muziek, rolstoeldansen,
In de computerhoek
ifordt van 13.00 tot 17.00 uur
[gedemonstreerd met aanpas-
ngen voor computers. Er
(jn bijvoorbeeld computers
lie je met een staafje i.p.v.
netje vinger bedient.
Je kimt ook lessen in zelf
verdediging voor gehandi-
apte vrouwen meemaken,
en cursus die het ook in het
buitenland goed doet. Verder
er een hoek vol mode en
smetica, waar je kunt zien
"elke oplossingen er zijn om
teuke en passende kleren te
aken. Natuurlijk is er ook
en infomarkt waar ongeveer
0 organisaties aan meedoen.
Je kunt ernaar toe op 31
oktober in de Hanzehof in
Zutphen. (700 meter van het
VS-station). Het festival
duurt van 12.00 tot 22.00 uur
1 de toegang is gratis. Als je
et het openbaar vervoer
kun je reductiebonnen
laanvragen bij Jopla (tel. 030 -
[313454). Als je gebruik wil
naken van ringleiding, do
ventolk of ADL-hulp moet je
dat vantevoren opgegeven op
hetzelfde telefoonnummer.
df torenm}
fomt f
SA
lit iutt\
(niet atonlite"^
maar ook boeken
tuur, zogenaamde
werken').
Besproken word®,
den ben ik nuchter
man Brusselmans,
heim' door J. ^Tm
Class' door Pieter p
'Het gevorkte bees
van Dullemen.
Al deze hoeken
gens ook in deze KT
seerd door
•Een jaar boek'.
Nederlandse en
tuur 1986-87. Sa'
Aad Nuis, Jaapj
Joe Borré. Uitg.